Fact sheet nummer 6 juni 2005 Werkgelegenheid in Amsterdam in 2004 op peil De werkgelegenheid in Amsterdam is in 2004 op peil gebleven. Dit is een prestatie van formaat ten opzichte van de eerdere jaren, toen er sprake was van een krimp. Wanneer de Amsterdamse economie weer echt gaat groeien is nog ongewis. Er zijn aanwijzingen dat het herstel doorzet. Zo is het aantal starters licht gestegen en is het aantal faillissementen constant gebleven, beide ten opzichte van 2003. De cijfers over het eerste kwartaal van 2005 zijn echter weinig bemoedigend. O+S houdt de ontwikkelingen in de werkgelegenheid bij op basis van het ARRA. Het ARRA is een vestigingenregister, waarin de bedrijven, instellingen en zogenaamde vrije beroepsbeoefenaars die in Amsterdam gevestigd zijn, zijn opgenomen. Economische groei op basis van bruto productie, 1996-2005 (procenten) Resultaten over 2004 De Amsterdamse economie heeft het afgelopen decennium een onstuimige ontwikkeling doorgemaakt. Leek de groei in de tweede helft van de jaren negentig bijna ongelimiteerd, in de periode die daarop volgde kelderde het groeipercentage en deed zich zelfs een krimp van de economie voor. Dezelfde ontwikkeling, zij het gematigder, deed zich ook voor in de rest van de regio en ook op nationaal niveau. Inmiddels lijken we het dieptepunt gehad te hebben. Sinds 2004 groeit zowel de nationale, de regionale en ook de economie op stadsniveau weer, maar nog niet overtuigend. Het herstel van de conjunctuur blijft aarzelend. De regio vertoont het meest stabiele patroon. op basis van SEO, AEV Het is nog onduidelijk hoe de Amsterdamse economie zich in 2005 verder zal ontwikkelen. Het eerste kwartaal laat een beperkte krimp zien van
2 het aantal werkzame personen en is daarom weinig bemoedigd. In deze fact sheet worden de resultaten over 2004 geschetst voor Amsterdam, op basis van het ARRA. 1 In Amsterdam is de werkgelegenheid in 2004 op peil gebleven, na een flinke afname in het jaar ervoor. Op 1 januari 2005 waren er 410.338 personen in Amsterdam aan het werk. Dit is 74 personen meer dan de stand per 1 januari 2004. 2 Deze ontwikkeling van de werkgelegenheid correspondeert met de ontwikkeling van de werkloosheid, die in Amsterdam vanaf het tweede kwartaal van 2004 aan het dalen is. Grote steden in Nederland kennen in het algemeen een vertrekoverschot van bedrijven en werkgelegenheid. De bedrijven die verdwijnen, zijn in de regel groter dan de bedrijven die zich in de steden vestigen. Een groot deel van de nieuwe vestigers bestaat uit starters. Deze ontwikkeling doet zich ook voor in Amsterdam. Amsterdam heeft een broedplaatsfunctie voor Ontwikkeling werkzame personen en vestigingen met werkzame personen in Amsterdam, 1 januari 2001-2005 zich ontwikkelende bedrijven en werkgelegenheid. In perioden dat het minder goed gaat met de economie, neemt ook de dynamiek van de bedrijvigheid af. 3 In zo n periode worden verhuizingen uit- of zelfs afgesteld. Het aantal faillissementen neemt toe, het aantal overnames neemt af en er starten minder nieuwe bedrijven. Op basis van de ontwikkeling van het aantal vestigingen is te constateren dat de Amsterdamse economie in 2004 weer wat aantrok, zij het in beperkte mate (1%). De daling van het aantal vestigingen die in de loop van 2002 inzette - de figuur geeft de stand weer per 1 januari van het betreffende jaar - heeft zijn voorlopige dieptepunt in de loop van 2003 bereikt. Per 1 januari 2005 telt Amsterdam 58.227 vestigingen, 575 meer dan een jaar eerder. Een ander positief bericht, in lijn met het lichte herstel, is dat het aantal starters in 2004 is toegenomen, nadat het aantal zowel in 2002 als in 2003 was afgenomen. In 2004 startten 4.065 ondernemers een bedrijf, 124 meer dan in 2003. Op nationaal niveau bleef het aantal faillissementen constant. Verbijzondering bedrijfsdynamiek Het aantal banen is in 2004 per saldo nagenoeg gelijk gebleven. Er kwamen slechts 74 banen bij. Interessanter dan dit aantal is de dynamiek die hieraan ten grondslag ligt. In de loop van 2004 kwamen er ruim 5.000 nieuwe bedrijven bij, door oprichting of door verhuizing naar Amsterdam. Het gaat om kleine bedrijven, met gemiddeld 2,6 werkzame personen. Het grootste deel van de groei komt op het conto van de 3.500 bestaande bedrijven die een interne groei doormaakten. Gemiddeld kwamen er bij deze bedrijven zeven werknemers bij. Dynamiek van de werkgelegenheid in 2004 vestigingen arbeidsplaatsen interne groei bij bestaande vestigingen 3.537 23.933 nieuwe gevestigd/verhuisd naar Amsterdam 5.235 13.717 subtotaal groei 37.650 vervallen banen bij bestaande vestigingen 3.263 14.174 opgeheven/verhuisd uit Amsterdam 4.660 23.402 subtotaal krimp 37.576 groeisaldo 2005-2004 575 74 Het totale groeisaldo is echter bescheiden, omdat tegenover de groei een ongeveer even grote krimp staat. Deze krimp wordt gedomineerd door het aantal bedrijven dat is opgeheven of uit Amsterdam is vertrokken. Daarnaast verdwenen er 14.000 banen bij bestaande vestigingen. Ontwikkeling naar bedrijfstak Amsterdam is een echte dienstenstad, maar liefst 88 procent van de economie wordt hierdoor bepaald. De uitbundige groei van de financiële en zakelijke dienstverlening die de periode 1995-2000 kenmerkte, wordt evenwel niet meer geëvenaard. De financiële sector liet in 2004 net als in 2003 zelfs een daling zien. Er verdwijnt werkge-
legenheid uit Amsterdam door reorganisaties en verplaatsingen. toe. Per saldo daalde de werkgelegenheid in de Amsterdamse horeca in 2004 met 700 banen. In de zakelijke dienstverlening nam het aantal banen wel flink toe in 2004, in tegenstelling tot de daling in 2003. Het aantal werkzame personen steeg met bijna 3.000. De belangrijkste redenen hiervoor waren personeelsuitbreidingen en de vestiging van onderdelen van grotere bedrijven bij de hoofdvestiging (concentratie). De zakelijke dienstverlening kan met 94.000 werkzame personen met recht de motor van de Amsterdamse economie genoemd worden. Bij de overheid steeg het aantal werkzame personen met ruim 1.700 banen, vooral vanwege de concentratie van activiteiten van uitvoeringsorganisaties bij sociale verzekeringen en aanverwante instellingen op Amsterdam. In de sector transport en logistiek nam het aantal banen af met 1.350. De daling is zowel het gevolg van reorganisaties, van verhuizingen als van de sluiting van bedrijven. Ook de sector post en telecommunicatie laat een fors banenverlies zien (bijna 1.100), dit is voornamelijk het gevolg van reorganisaties bij KPN Nederland. In de detailhandel, horeca en in de industrie en is de werkgelegenheid met honderden arbeidsplaatsen gedaald. Het aantal banen in de horeca nam in 2004 af. Eerder bleek al dat het aantal horecagelegenheden geleidelijk afneemt sinds 1994. 4 Het aantal cafés en snackbars verliest langzaam terrein. Daarentegen neemt het aantal restaurants De groei van de werkgelegenheid per sector, 2004 Ontwikkeling naar stadsdelen Net als bij de ontwikkeling naar sectoren is ook bij de ontwikkeling naar stadsdelen sprake van een gemengd beeld. In een aantal stadsdelen is de werkgelegenheid toegenomen, in de overige stadsdelen nam deze af. Dit is weinig verrassend, omdat het totaal nagenoeg gelijk is gebleven. In stadsdeel Slotervaart ontwikkelde de werkgelegenheid zich het gunstigst, met een groei van 1.769 arbeidsplaatsen. Vooral in de zakelijke dienstverlening en in de groothandel nam het aantal banen toe. In beide sectoren is de concentratie van bedrijven op Amsterdam de belangrijkste reden van de banengroei. Ook in stadsdeel Zuidoost ontwikkelde de werkgelegenheid zich gunstig. Hier steeg de werkgelegenheid met 1.367 banen. Belangrijkste motor van de banengroei in Zuidoost is de gezondheidszorg: het aantal arbeidsplaatsen nam toe met ruim 850. Ook in de detailhandel en de bouwnijverheid steeg het aantal banen sterk. In stadsdeel Amsterdam-Centrum ontwikkelde de werkgelegenheid zich het afgelopen jaar minder gunstig, evenals het jaar daaraan voorafgaand. Begin 2003 waren hier nog 90.840 banen, in de loop van 2003 en 2004 daalde dit tot 83.734, een daling van bijna 8%. De belangrijkste redenen hiervoor waren de verhuizing van bedrijven naar elders en reorganisaties. Het aantal arbeidsplaatsen in de binnenstad nam in 2004 af met 2.255. 3 Er verdwenen vooral banen uit de binnenstad op het gebied van horeca, transport en logistiek en financiële dienstverlening. De daling van de werkgelegenheid in de horeca werd gedomineerd door de sluiting van twee grote horecabedrijven. De daling bij transport en logistiek is bijna geheel toe te schrijven aan het verdwijnen van een onderdeel van de NS naar Zaanstad. Het verlies aan banen in de financiële dienstverlening is al beschreven. Er kwamen ook banen bij in het stadsdeel Amsterdam-Centrum. Vooral in de groothandel en in mindere mate ook in de creatieve industrie. Vooral in de Jordaan, de Haarlemmerbuurt, de Oudezijds Burgwallen en de zuidelijke grachtengordel nam de het aantal werkzame personen in de creatieve industrie toe ten opzichte van 2003, terwijl het aantal werkzame personen in de overige bedrijfstakken juist afnam.
De groei van de werkgelegenheid in 2004 per stadsdeel 4 Het aantal vestigingen in Amsterdam-Centrum is minder aan verandering onderhevig dan het aantal werkzame personen. Dit schommelt de laatste jaren rond de 14.000. Net als in Amsterdam-Centrum laat ook stadsdeel Bos en Lommer een flinke daling zien. De werkgelegenheid nam in 2004 af met 1.473 arbeidsplaatsen, vooral vanwege de verhuizing van Elsevier en de Belastingdienst naar Westpoort. Creatieve industrie In 2004 is de creatieve industrie in de Amsterdamse regio in kaart gebracht, voor de periode 1996-2002. Uit deze studie bleek dat de creatieve industrie in deze periode een flinke groei heeft doorgemaakt. 5 Creatieve industrie in Amsterdam, 1 januari 2005 Banen per Banen Vestigingen vestiging Kunsten 9.710 2.403 4,0 Media en entertainment 11.729 3.015 3,9 Creatieve zakelijke dienstverlening 9.768 3.314 2,9 totaal 31.207 8.732 Noten 1 ARRA staat voor Activiteiten Register Regio Amsterdam. Zie voor meer informatie over het ARRA blz. 5 en verder. 2 De jaarcijfers over het aantal werkzame personen en het aantal vestigingen zijn met terugwerkende kracht aangepast. Zie tabellen blz. 6. 3 Bedrijfsmigratie 2003, O+S, 2004 4 Horeca in Amsterdam: minder cafés, meer restaurants, O+S, maart 2005 5 TNO, De creatieve industrie in Amsterdam en de regio, 2004 Niet toevallig was dit ook de periode waarin de totale Amsterdamse economie zich gunstig ontwikkelde. Het bijzondere was echter dat de creatieve industrie nog sneller groeide dan de totale Amsterdamse economie. Inmiddels lijkt ook de creatieve industrie te lijden onder de conjunctuur. De groei stagneert. De creatieve industrie in Amsterdam zorgt begin 2005 voor 31.000 banen 6, verdeeld over bijna 9.000 vestigingen. Ten opzichte van 2002 nam het aantal vestigingen toe, terwijl het aantal werkzame personen ongeveer gelijk bleef. 7 Het gevolg is dat de gemiddelde omvang van een creatief bedrijf iets gedaald is ten opzichte van 2002. De helft van de Amsterdamse creatieve industrie is nog steeds geconcentreerd in de stadsdelen Amsterdam-Centrum en Amsterdam Oud Zuid. 6 De cijfers over de werkgelegenheid betreffen normaliter alleen de banen van meer dan 12 uur. Voor de creatieve industrie worden echter ook de banen tot 12 uur meegeteld. 7 De LISA cijfers die TNO gebruikt heeft, zijn gebaseerd op het ARRA. Begin dit jaar hebben met terugwerkende kracht enige correcties plaatsgevonden. Dit heeft ook consequenties gehad voor de omvang van de creatieve industrie. Deze is in 2002 met 1.000 werkzame personen te hoog ingeschat. De overschatting zat bijna volledig bij de media en entertainment. Het ARRA is hiervoor inmiddels gecorrigeerd.
Het ARRA toegelicht O+S houdt een vestigingenregister bij, het Activiteiten Register Regio Amsterdam (ARRA). De basis voor dit vestigingenregister vormt het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Het ARRA bevat gegevens over bedrijven, instellingen en de zogenaamde vrije beroepsbeoefenaars. In Amsterdam gaat het om bijna 60.000 vestigingen met werkzame personen. Daarnaast zijn er nog vestigingen zonder werkzame personen (vooral beleggingsmaatschappijen en financiële holdings). 5 Ook van de vestigingen in Amstelveen, Diemen, Landsmeer, Ouder-Amstel, Oostzaan en Zaanstad houdt O+S een register bij. Met uitzondering van de eenpersoonsvestigingen (56% van het totaal) worden de vestigingen één keer per jaar benaderd, om te controleren of de gegevens over het aantal werkzame personen en de omschrijving van de uitgevoerde activiteit nog actueel zijn. Er wordt ook gevraagd naar het aantal fulltime en parttime werkenden (de grens ligt bij 12 uur per week) en het aantal werknemers dat niet in Amsterdam woont. Op basis van deze informatie is het mogelijk om uitspraken te doen over de ontwikkeling van de werkgelegenheid in Amsterdam. Bovendien kunnen er kaartjes gemaakt worden, omdat van elke vestiging ook bekend is waar deze precies ligt in Amsterdam. Hierbij moet echter wel de kanttekening geplaatst worden dat de kwaliteit van de data voor een groot deel bepaald wordt door het aantal vestigingen dat gehoor geeft aan het verzoek van O+S om mee te werken, en de wijze waarop. Om ontwikkelingen en trends in de werkgelegenheid goed te kunnen volgen is het van belang dat zoveel mogelijk vestigingen de actuele gegevens doorgeven, en wel zo nauwkeurig mogelijk. Witte plekken Niet alle bedrijven en instellingen in Amsterdam zijn verplicht om zich in te schrijven bij de Kamer van Koophandel. Om het vestigingenbestand completer te krijgen haalt O+S zoveel mogelijk vestigingen uit andere bronnen zoals bijvoorbeeld de Politie, GGD Amsterdam en een scholengids. Methode: schriftelijk en online De vestigingen worden door O+S benaderd met het verzoek om eventuele wijzigingen door te geven. Het grootste deel krijgt een brief. Na een maand wordt er een rappel verstuurd aan de bedrijven die nog niet gereageerd hebben. In 2004 is O+S gestart met het elektronisch benaderen van die vestigingen die een emailadres hebben doorgegeven. Op dit moment ligt de respons van de vestigingen die schriftelijk benaderd worden, na het rappel op 60 à 70%. De respons van de vestigingen die per email benaderd worden ligt in eerste aanleg op ongeveer 20 procent. De uiteindelijke respons ligt hoger, omdat de vestigingen die niet reageren na een week een (schriftelijke) rappel krijgen. De gemiddelde totale respons is ongeveer 50%. Op basis van de reacties van vestigingen worden de jaarcijfers opgesteld. De cijfers die in deze fact sheet worden gepresenteerd hebben betrekking op de stand per 1 januari 2005. Bijstelling jaarcijfers In 2004 is gebleken dat de gegevens van sommige vestigingen al enkele jaren niet correct waren opgenomen in het ARRA. Hier is op zich niets vreemds aan. Er vinden voortdurend correcties plaats, zowel in positieve als in negatieve zin, als vestigingen aangeven dat er iets veranderd is. In de regel vallen deze tegen elkaar weg. Het bijzondere was dit keer dat de correcties dermate omvangrijk waren en bovendien met terugwerkende kracht golden, dat het zuiverder leek om de jaarcijfers van de afgelopen jaren eveneens te corrigeren.
Vestigingen naar stadsdelen, 1 januari 2000-2005 6 2000 2001 2002 2003 2004 2005 Amsterdam-Centrum 13.808 14.386 14.403 14.168 14.025 14.124 Westpoort 1.486 1.623 1.729 1.840 1.857 1.858 Westerpark 2.265 2.415 2.391 2.456 2.454 2.456 Oud-West 3.060 3.282 3.344 3.296 3.175 3.186 Zeeburg 1.835 2.151 2.342 2.417 2.393 2.490 Bos en Lommer 1.061 1.194 1.251 1.291 1.167 1.179 De Baarsjes 1.640 1.740 1.808 1.787 1.759 1.767 Amsterdam-Noord 3.965 4.278 4.453 4.498 4.376 4.442 Geuzenveld-Slotermeer 1.201 1.404 1.473 1.444 1.367 1.366 Osdorp 1.632 1.795 1.911 1.854 1.834 1.887 Slotervaart 2.351 2.451 2.458 2.420 2.321 2.324 Zuidoost 3.522 3.782 3.993 4.004 3.777 3.756 Oost/Watergraafsmeer 3.401 3.780 3.975 3.974 3.838 3.927 Amsterdam Oud Zuid 9.063 9.518 9.469 9.417 9.317 9.441 ZuiderAmstel 4.191 4.257 4.190 4.155 3.992 4.024 totaal 54.481 58.056 59.190 59.021 57.652 58.227 Werkzame personen naar stadsdelen, 1 januari 2000-2005 2000 2001 2002 2003 2004 2005 Amsterdam-Centrum 87.689 91.677 90.467 90.840 85.989 83.734 Westpoort 39.386 41.454 42.452 42.090 42.249 42.612 Westerpark 8.576 9.307 9.510 9.673 9.633 9.307 Oud-West 9.831 10.722 11.193 11.106 10.792 10.678 Zeeburg 6.178 6.899 7.575 8.908 9.098 9.368 Bos en Lommer 8.978 10.594 10.433 10.480 11.438 9.965 De Baarsjes 5.765 5.915 5.051 4.990 5.053 5.281 Amsterdam-Noord 22.674 24.566 25.801 25.501 25.389 25.157 Geuzenveld-Slotermeer 5.619 6.470 6.182 6.065 6.014 5.559 Osdorp 6.909 7.113 7.520 7.210 7.425 7.483 Slotervaart 30.181 29.384 30.169 29.856 29.946 31.715 Zuidoost 47.028 51.720 51.641 50.972 51.461 52.828 Oost/Watergraafsmeer 31.592 32.852 33.161 34.335 36.589 37.197 Amsterdam Oud Zuid 39.977 42.135 41.582 41.471 40.870 41.052 ZuiderAmstel 39.409 38.682 41.062 40.436 38.318 38.402 totaal 389.792 409.490 413.799 413.933 410.264 410.338 Colofon Weesperstraat 79 1018 VN Amsterdam Telefoon 020 527 9527 Fax 020 527 9595 algemeen@os.amsterdam.nl www.os.amsterdam.nl Auteurs: drs. Peter van Hinte drs. Carine van Oosteren