Dubbeldiagnose dyslexie en dysfatische ontwikkeling Parallelsessie C: Dubbeldiagnoses: dubbele zorg? Januari 2012 Petra van de Ree
Definitie spraaktaalstoornis Dysfatische ontwikkeling (DO) Specific Language Impairment (SLI) Ernstige spraak-taalmoeilijkheden (ESM =SLI) overwegend problemen in de taalexpressie Prevalentie: S-TOS/SLI=6-7 % internationaal, afhankelijk van de criteria (7,4 % (Bishop, 2010)); meer jongens dan meisjes.
Kenmerken expressieve taalstoornis (1) Verwerving van taal start meestal later Problemen rondom de overgang van woordcombinaties naar zinnen Begrip is significant beter dan het spreken Minder spreekinitiatieven, moeite met op commando taken (bv. toetsen) Formuleringsproblemen, woordvindingsproblemen
Kenmerken expressieve taalstoornis (2) Fouten in de zinsbouw en grammatica Moeite met (logisch)vertellen Gebrek aan innerlijke spraak ( effect op gedrag)
Vaak (later) ook: Problemen met de fonologische verwerking (auditieve analyse en synthese) Moeite met snel benoemen (rapid naming); grafeem-foneemkoppeling Woordvindingsproblemen Semantische paralexieën Moeite met hardop lezen en leestoetsen Moeite met begrijpend lezen
Taalstoornis Dyslexie Problemen in de taalexpressie, ook wel SLI dysfatische ontwikkeling genoemd, zijn vaak voorlopers van leerproblemen en stoornissen (bepaald door de complexiteit van de stoornis) Prevalentie comorbiditeit ESM & dyslexie: 40% (Catts e.a., 2005; Spear-Swerling, 2006) Prevalentie in Nl vaak lager vanwege striktere definitie dyslexie, maar: Onderzoek De Bree e.a. (2012) longitudinale taalstudie toont: 50% van de S-TOS kinderen had op 8-jarige leeftijd ook dyslexie.
Definitie dyslexie "Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren en/of vlot toepassen van het lezen en/of het spellen op woordniveau. (SDN, 2008) Multifactorieel bepaalde, specifieke leerstoornis Taalafhankelijk? Prevalentie in NL : 5%
Kenmerken van dyslexie Slechte lees- en spelvaardigheid Moeilijkheden met non-woord-repetitie Beperking van fonologisch bewustzijn (rijmen, auditieve analyse en synthese) Woordvindingsmoeilijkheden (rapid naming) Gereduceerd verbaal werkgeheugen Vaak dyslexie in de familie (De Bree, 37 % van de risicokinderen)
Dyslexie is een taalstoornis Oude hypothese: Zowel spraaktaal- als leesmoeilijkheden zijn terug te voeren op een gezamenlijk onderliggend tekort (auditieve perceptie/ fonologische verwerking). Echter: Er zijn ook kinderen met spraaktaalproblemen zonder problemen met de fonologische stoornissen en Niet alle kinderen met spraaktaalontwikkelingsstoornissen krijgen dyslexie en Fonologisch verwerkingsstoornissen vormen niet de voornaamste basis voor het ontstaan van spraaktaalstoornissen
Co-morbiditeit bij dyslexie Naast de combinatie met spraaktaalontwikkelingsstoornis: Combinatie met AD(H)D: 11-40% (e.g. Kadesjo & Gillberg, 2001, Wilcutt & Pennington, 2000) Combinatie met motorische stoornissen mogelijk tot 50% (Chaixet al., 2007, Ramus et al., 2003); DCD, ontwikkelingsdyspraxie Combinatie met dyscalculie Combinatie met hoogbegaafdheid
Taalstoornis Dyslexie Dyslectische kinderen hebben vaak een achterstand in fonologische en grammaticale vaardigheden, ook bij kinderen met een verhoogd risico op dyslexie (vóór aanvang leesonderwijs!). Er is dus een duidelijke overeenkomst tussen kinderen met dyslexie (risico) en kinderen met een aangeboren taalstoornis (SLI). (Zelfs bij dyslectische volwassenen vind je vaak subtiele moeilijkheden bij verwerking gesproken taal). (Wijnen, 2010)
Wat betekent dit voor de diagnostiek? (1) Aandacht voor familiale spraaktaal- en leesproblemen Multidisciplinair onderzoek is vrijwel altijd geïndiceerd (comorbiditeit, aandacht, informatieverwerkings-processen) Spraaktaalonderzoek moet deel uit van dit multidisciplinair onderzoek Bedenken: er is sprake van een spectrum: hoe complexer de spraaktaalstoornis, hoe meer overlap met dyslexie Spraaktaalgegevens en gegevens over het leren (m.n. het lezen) combineren
Wat betekent dit voor de diagnostiek? (2) Het LVS vullen met kwalitatieve gegevens over de spraaktaalontwikkeling en het lezen Aandacht voor fonologisch taken, benoemsnelheid, woordvinding en op commandoproblemen Onderzoek bij het lezen: woordlezen/ contextlezen, hardop/stillezen, semantische parafasieën/paralexieën
Wat betekent dit voor de diagnostiek? (3) Bij het interpreteren van taalleesproblemen denken aan het (mogelijke) effect van op commando-problemen, benoemingsproblemen en woordvindingsproblemen OZ aanvullen met alternatieve toetsen: passief lezen, stilleestoets Bedenken: brede taalproblemen-> brede leerproblemen (technisch & begrijpend lezen, rekenen, zaakvakken) Breng ook de sociaal-emotionele context in beeld: faalangst, leesmotivatie, enz.
Dubbele zorg? Integrale behandeling: een voorbeeld
Handelingsgericht denken (1) Leerkracht - Responsief onderwijsbehoeften - Instructie afgestemd op taalbegrip - Visuele ondersteuning - Oog heeft voor dubbeltaken - Rekening houdt met op commandoproblemen (vragen stellen, wijze van toetsen) - Overlegt met het kind, zeker waar het spreek- en leessituaties betreft - Leesmotivatie!!!
Handelingsgericht denken (2) onderwijsbehoeften Zorgstructuur (RT/IB/AB/logopedist/ouders/..) - Alternatief toetsrepertoire - Valkuilen van tests en toetsen doorzien - Integrale evidence-based behandeling - Gericht op samenwerken - Systematisch, maar wendbaar - Oog voor overdracht, continuïteit School - Faciliterend met betrekking tot de zorgstructuur - Faciliterende maatregelen m.b.t. toetsen en examens
Dus Dyslexie is een taalstoornis. Dyslexie is zelden enkelvoudig. Het is ethisch gezien dan ook onrechtvaardig als kinderen met deze dubbeldiagnoses (effectief gebleken) zorg ten aanzien van een of beide stoornissen onthouden wordt. Dyslexie in wat voor vorm dan ook behoeft behandeling. Deze behandeling vraagt om nauwe samenwerking tussen alle betrokkenen en een integrale visie.
Tot slot Wees er vroeg bij en heb aandacht voor plezier in het spreken en in het lezen Bedankt voor de aandacht! www.dysphasia.org