Diagnostiek en behandeling van vertelvaardigheid bij TOS: The state of art in NL

Vergelijkbare documenten
De diagnostiek van vertelvaardigheid bij kinderen met een specifieke taalstoornis

Wat je zegt ben je zelf De verhaalvlecht in de klas. Annette Scheper Katja Daamen Martina de Groot Margot Willemsen

Siméa Nienke Lam de Waal, MA Dr. Annette Scheper

Aan de haal met een verhaal. Vertelvaardigheid van kinderen met en zonder een taalstoornis

De rol van vertelvaardigheid in de taalontwikkeling

Vertelvaardigheden bij kinderen met een specifieke taalontwikkelingsstoornis en zich normaal ontwikkelende kleuters

Laat kinderen met TOS niet in de kou staan: het belang van vroege signalering van taalontwikkelingsstoornissen

Story Grammar Training

Diagnostiek en behandeling

Onderbouwd onderwijs aan leerlingen met een TOS

Simea 11 april 2019 Inhoud

Deel 1 Gebruik van het computerprogramma Behandeldoelen tos. 2 Stappen bij het opstellen van een behandelplan 29

Story Grammar Training in de klas

Definiëring. Klinische profielen in de RTNA: PLI en ASS. Enkele voorbeelden. Pragmatische taalproblemen in de DSM. Pragmatische competentie:

Taaltests. Limitatieve lijst RIZIV Preverb Fonologie Lexicon Semantiek Morfologie Syntaxis Prag Leeftijd Normen uitgave

Een analyse van drie narratieve componenten tijdens het navertellen van Het Busverhaal: een vergelijking tussen kinderen met ADHD, kinderen met ASS

Executief functioneren in relatie tot taal bij kinderen met ADHD en kinderen met SLI. Esther Parigger juni 2012

Spraak & Taal Ambulatorium

Hoe lees je begrijpend?

NARRATIEVE VAARDIGHEDEN VAN SUCCESSIEF MEERTALIGE ARABISCH-NEDERLANDSE KINDEREN IN VERGELIJKING MET EENTALIGE KINDEREN: EEN PILOOTSTUDIE

Narratieven als diagnostisch instrument voor kinderen met SLI

Narratieve Vaardigheden van Eentalige en Meertalige Kinderen met en zonder een Taalontwikkelingsstoornis: Implicaties voor de Praktijk

ONDERZOEK OVER EN MET STAP

Plotstructuur en vloeiendheid in narratieven

Hebben jonge kinderen met SLI een groter risico op dyslexie?

Fonologische therapie: kies de beste behandeling!

Communicatie via Scherm De behandeling van de taalproductie van kinderen met een specifieke taalontwikkelingsstoornis - een metalinguïstische aanpak

Meertaligheid en taalstoornissen. Jan de Jong Universiteit van Amsterdam

Taalontwikkeling en ruimtelijke verwijzingen bij kinderen met SLI

Taal en gedrag. Afke Posthuma, logopedist. NVLF congres Tine Mersmann

Werkgeheugen en TOS. Brigitte Vugs. Klinisch Neuropsycholoog Koninklijke Kentalis

Capita Selecta 28 november 2014 RTNA

Functionele geletterdheid en interactie met kinderen Akke de Blauw

Kinderen met specifieke taalstoornissen Trends en topics

Wat is een specifieke taalontwikkelingsstoornis? dr Ellen Gerrits, logopedist Congres TaalStaal 9 november 2012 Koninklijke Auris Groep

11/15/2010 NVLF Inhoud workshop. Wat is autisme? (3) Taal in de diagnostiek en behandeling van kinderen en jongeren met autisme

Voorwoord. Kwaliteitskringproduct Beschrijvingen bij logopedische onderzoeken KK245 Woerden 2

Inhoud. DEEL 1 Theorie taal, lezen, TOS, leesstoornissen, dyslexie. DEEL 2 TOS: Diagnostiek en aanpak van technisch lezen en spellen

Vroegsignalering taalontwikkelingsstoornissen Symposium Het jonge kind

Samen naar woorden zoeken

Audiologisch centrum, spraaktaalteam

Vroegtijdige herkenning van taalontwikkelingsstoornissen (TOS)

Achtergrond project. Deelonderzoeken. Pragmatische taalproblemen? Onderzoeksgroep

Werkgeheugen bij kinderen met SLI. Indeling presentatie. 1. Inleiding. Brigitte Vugs, 19 maart Inleiding 2. Theoretische achtergrond

Behandeling van Executieve Functies bij kinderen met TOS Bevindingen en implicaties van een pilot-studie

Ik heb vragen rond 'expressieve taalstoornis' of 'taalstoornis' alleen en begon nu wat te twijfelen of dat synoniemen zijn voor dysfasie of niet.

Van waar we komen. Eric Manders 24/09/2014. Pragmatisch onderzoek. Procedures voor pragmatisch onderzoek

Het leren van Engels bij kinderen met TOS

Werkgeheugen en executieve functies. Opzet presentatie. 1. Executieve functies. 1. Executieve functies. 1. Werkgeheugen. 1.

Het effect van behandeling bij SLI

Kenmerken van peuters met een taalontwikkelingsstoornis

Het ORWELL project: hoe leren basisschoolleerlingen Engels

THERAPIEPLAN Logopedie

ZINnig Innovatie van taaltherapie voor kinderen met complexe taalproblemen. ZINnige informatie over het project

Diagnostiek van spraaken taalstoornissen op het AC

Een vergelijking tussen taalproblemen in kinderen met ASS en kinderen met SLI/TOS

De TestWijzer. Een overzicht van diagnostisch instrumentarium voor spraak-taalonderzoek bij kinderen in de leeftijd 0;6-15;11 jaar

Pragmatiek bij kinderen

Stoornis of breder? De stoornis beschrijven De 5 aspecten in een handzaam schema! Casuïstiek Conclusie

Passende diagnostiek bij dove en slechthorende kinderen? Simea Congres Passend onderwijs: kiezen voor kansen

Beter bij de Les. Marthe van der Donk, Ariane Tjeenk-Kalff, Anne-Claire Hiemstra-Beernink

Taalontwikkelingsstoornissen

Bilingualism and Cognition: The Acquisition of Frisian and Dutch Mw. E. Bosma

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Language development in children with psychiatric impairment. Blankenstijn, C.; Scheper, A.R.

Aantekeningen naar aanleiding van de workshop van Ellen Gerrits tijdens het congres TOS in Utrecht op 18 mei 2017

Ondersteuningaanbod voor peuters met problemen in de ontwikkeling. Lex Wijnroks (UU) 22 juni 2015

Diagnostiek en indicatiestelling met het testinstrumentarium ESM. Ludo Verhoeven Expertisecentrum Nederlands Radboud Universiteit Nijmegen

Vroege spraak- en taalontwikkeling

gebaren bij jonge kinderen met TOS

Interactief voorleesboek

TOS signalering: alarmsignalen en mijlpalen. Margot Visser-Bochane Als Taal geen Feestje is,

Dubbeldiagnose dyslexie en dysfatische ontwikkeling. Parallelsessie C: Dubbeldiagnoses: dubbele zorg? Januari 2012 Petra van de Ree

Dyslexie en Hoogbegaafdheid

Speakaboo. Een observatie-instrument voor de (spraak)ontwikkeling in de thuistaal. TOS-ASS Kennisdag, ,

Narratieve vaardigheid

Protocol Project Uniforme signalering spraaktaalproblemen. kinderen INHOUD

Uitgangsvragen en aanbevelingen

Executieve Functies en Werkgeheugen. Dr. Dorine Slaats Klinisch neuropsycholoog

Hé eh..., zegt Anne. De logopediste zegt niets. Anne wisselt snel van onderwerp. Wij hebben ooit mais gegeten, maar dan in het klein, zegt ze.

CHC - Werkdocument benadering het zeer lage IQ. Talige personen met vermoedelijke ML boven 7 jaar

CELF-4-NL & CELF Preschool-2-NL

Executive functioning bij kinderen met een ontwikkelings- of gedragsstoornis

Precursors of Narrative Ability: An In-Depth Study of Three Dutch Children A.T. de Blauw

Peuters met TOS in kaart gebracht

DIFFERENTIAALDIAGNOSTIEK TOS BIJ HET JONGE KIND

Pragmatische taalvaardigheid bij kinderen met enkelvoudige ADHD problematiek

Citation for published version (APA): Parigger, E. M. (2012). Language and executive functioning in children with ADHD Den Bosch: Boxpress

Comprehensive Aphasia Test (CAT) CAT workshop juni Evy Visch-Brink

Doeltreffendheid interventie Communicatie via Scherm : de verbetering van metalinguïstische en taalvaardigheden van kinderen met een TOS.

Vragen en antwoorden n.a.v. webinar Brigitte Vugs op

Behandeling van Communicatief Meervoudig Beperkte kinderen

Leerlingen met autisme effectief ondersteunen bij sociale interactie in de klas (thematisch overzichtsartikel)

MRI. fmrt. HELP mijn kind heeft huiswerk! Frontaal kwab. In het lichaam kijken zonder het te hoeven openen. Hersenen

TOS en Dyslexie. De grenzen van mijn taal....zijn de grenzen van mijn wereld

Schema Afasie. 1 De logopedist neemt bij het vermoeden van een afasie de ScreeLing af, bij voorkeur binnen een week na de beroerte.

xxxxxxxxxxxxxxx 11/19/2010

Omgaan met TOS bij meertaligen. M. Julien, Siméa Congres Lunteren, 6 & 7 april

Taalontwikkeling bij kinderen met 22q11.2DS

PEUTERS MET TOS. Vroeg, 23 mei 2019, Utrecht. Marthe Wijs - van Lonkhuijzen

OUDERAVOND KRITISCH EN BEGRIJPEND LUISTEREN. Rianne Broeke 28 april 2015

Transcriptie:

Diagnostiek en behandeling van vertelvaardigheid bij TOS: The state of art in NL Dr. Annette Scheper Klinisch linguist, senior onderzoeker Congres Vertel vaardig 28 november 2015 OBA Amsterdam

Rode draad van vandaag Vertelvaardigheid: normale ontwikkeling & TOS Diagnostiek van vertelvaardigheid Interventies voor vertelvaardigheid Doeltreffendheid van interventies 2

Normale vertelontwikkeling: er was eens... Bij het vertellen van een verhaal zijn verschillende vaardigheden betrokken (Berman & Slobin, 1994): Talige kennis Integratie van fonologische, morfologische, syntactische, semantische en pragmatische kennis Communicatieve vaardigheden Inleven in de luisteraar (T0M) Cognitieve vaardigheden Plannen en organiseren van informatie Fantasie en creativiteit Auditieve + visuele aandacht Geheugen 3

Het vertellen van een verhaal Een narratie geeft inzicht in verschillende taallagen, zoals fonologische, lexicale, morfosyntactische en pragmatische kennis bij de normale en afwijkende taalontwikkeling (Reilly, Losh, Bellugi & Wulfeck, 2004) Narratieve vaardigheden vormen de brug tussen mondelinge taalproductie en schriftelijke taalproductie (Westby, 2005) Een narratie legt een dwingend semantisch kader op aan de verteller, waardoor de relatieve sterke en zwakke taalvaardigheden aan de oppervlakte komen (Wetherell, Botting & Conti-Ramsden, 2007) 4

Het vertellen van een verhaal Uitspraak van Labov (1984): The child must learn how to select and arrange verbalized events to guide the listener towards realization of the plot its temporal/causal sequence and its evaluation. 5

Vertelvaardigheid * Passieve ontwikkeling loopt voor op actieve ontwikkeling stippellijn = passief lijn = actief * Taalniveaus bouwen in ontwikkeling op elkaar voort * De pragmatische ontwikkeling start vanaf de geboorte en loopt door alle taallagen heen (Gilles & Schaerlaekens, 2000) 6

Normale vertelontwikkeling: plotstructuur (Berman & Slobin,1994) 4-6 jaar relateren van gebeurtenissen aan elkaar leren 6-8 jaar verwoorden van een afgeronde episode 7/8 jaar vertellen overkoepelende plotstructuur of plot op micro-structuur (samenhang/cohesie binnen uiting) en op macro-structuur (samenhang/coherentie over uitingen heen) 4-6 jaar Event 1 Event 2 Event 3 Event 4 Event 5 Event 6 6-8 jaar Episode 1 Episode 2 >7/8jaar Plot 7

Causaal netwerkmodel (Trabasso, van den Broek & Suh, 1989) De plotstructuur van de frog story bestaat uit: Setting [S] > gebeurtenis [E] > interne reactie [IR] hoofdpersoon > Doel/Goal - Actie/Action - Uitkomst/Outcome [GAO] units Het kind moet leren om de S, E, IR en GAO units talig te realiseren. S E IR I G A O (+,-,0) Voorbeeld De jongen wil zijn kikker terug [G] en roept hem buiten in het bos [A]. Maar daar is de kikker niet [O-]. 8

Soorten verteltaken (Duinmeijer, de Jong & Scheper, 2012) STRUCTURE ELICITATION PROCEDURE STUDIES (example) None Spinillo and Pinto 1994 Visual - child s own drawing Spinillo and Pinto 1994 - one picture Justice et al. 2006 - logical picture sequence Bishop and Donlan 2005 - picture book Berman and Slobin 1994 Auditory - theme/introduction Merritt and Liles 1987;1989 - story Dodwell and Bavin 2008 Auditory + visual - story alongside logical sequence of pictures Ripich and Griffith 1988 - story alongside picture book Botting 2002 - story alongside a movie Gazella and Stockman 2003 = story generation = story retelling 9

%plotelementen Normale vertelontwikkeling: navertellen plotstructuur Geen norm! 100 90 80 70 Duinmeijer, de Jong & Scheper (2012) n=8-10 per leeftijdsgroep 60 50 40 30 20 10 0 6 jaar 7 jaar 8 jaar 9 jaar leeftijd 10

Normale vertelontwikkeling: navertellen plotstructuur (Jansonius et al., 2014) %ongrammaticaliteit 100 90 80 70 60 50 40 30 20 Duinmeijer, de Jong & Scheper (2012) n=8-10 per leeftijdsgroep 10 0 6 jaar 7 jaar 8 jaar 9 jaar leeftijd 11

Normale vertelontwikkeling: zelf vertellen plotstructuur Frog story %plotelementen 100 90 80 70 60 50 Blankenstijn & Scheper (2003) n=15 per leeftijdsgroep (uit: Roelofs, 1998) Duinmeijer, de Jong & Scheper (2012) n= 8-10 per leeftijdsgroep 40 30 20 10 0 plot 4 jaar 5 jaar 6 jaar 7 jaar 8 jaar 9 jaar leeftijd 12

Normale vertelontwikkeling: zelf vertellen morfosyntaxis Frog story %ongrammaticaliteit 50 45 40 35 30 25 Blankenstijn & Scheper (2003) n=15 per leeftijdsgroep (uit: Roelofs, 1998) 20 15 10 Duinmeijer, de Jong & Scheper (2012) n=8-10 per leeftijdsgroep 5 0 4 jaar 5 jaar 6 jaar leeftijd 7 jaar 8 jaar 9 jaar 13

Leren vertellen bij TOS of SLI Kinderen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS) / Specific Language Impairment (SLI) hebben vaak problemen op: fonologisch en morfosyntactisch gebied (microstructuur) (Leonard, 1998, 2014; Fey et al., 2004) pragmatisch gebied: in het begrijpen en/of produceren van verhalen (macrostructuur) (o.a. Merritt & Liles 1987, 1989; Botting, 2002; Miniscalco et al., 2007; Dodwell & Bavin, 2008; Epstein & Philips, 2009; Duinmeijer et al., 2012; Zwitserlood, 2014) Wisselwerking tussen micro/macrostructuur (Colozzo et al., 2011; Lam, 2012): òf > inhoud en < grammaticaliteit òf < inhoud en > grammaticaliteit 14

Leren vertellen bij TOS of SLI Kinderen met TOS/SLI hebben naast hun taalontwikkelingsstoornis ook vaak problemen in: - Aandacht - Executieve functies: Werkgeheugen Inhibitie Cognitieve flexibiliteit Planning & organisatie Relatie tussen vertelvaardigheid en werkgeheugen is duidelijk aangetoond (o.a. Gathercole, 2006; Montgomery, 2010; Laloi, 2015) Relatie tussen vertelvaardigheid en inhibitie en cognitieve flexibiliteit is nog niet duidelijk (o.a. Imbolter et al., 2006; Duinmeijer et al., 2012; Broedelet et al., 2015; Boelhouwer et al., 2016) 15

Prevalentie TOS TOS (SLI) 5-7% (Tomblin et al., 1997) ADHD 5% (Bishop, 2010) ASS 1% (Bishop, 2010) 16

Comorbiditeit Dyslexie/ problemen lezen en spelling 50% TOS 17

Diagnostiek Vertelvaardigheid Talige anamnese Observaties interactie (niet-vloeiende taalproductie, metalinguistiek) Intelligentieprofiel Testonderzoek - Woordbegrip: PPVT-III-nl (Schlichting, 2009) - Nonwoorden: NWR (Rispens & Baker, 2012) 18

Diagnostiek Vertelvaardigheid Zelf-verteltaak RAKIT verteltaak Frog Story Test MAIN verteltaak Na-verteltaak Schlichting verhaaltest RTNA Busverhaal test MAIN verteltaak Geel = eentalige NL kinderen Oranje = meertalige kinderen 19

Meetinstrumenten vertelvaardigheid: zelf vertellen Frog Story Test (Mayer, 1969; Scheper & Blankenstijn, 2013) leeftijd 4-18 jaar één- en meertalige kinderen complexe plotstructuur op basis van plaatjes zelf-verteltaak die een beroep doet op visuele verwerking en werkgeheugen Geen normering, wel vergelijkingscijfers: - 75 kinderen (Blankenstijn & Scheper, 2003; Roelofs, 1998) - 38 kinderen (Duinmeijer, 2010) - 50 kinderen (Boelhouwer, 2014) 20

Meetinstrumenten vertelvaardigheid: zelf vertellen en navertellen MAIN Multilingual Assessment Instrument for Narratives (Gagarina et al., 2011) leeftijd 3-10 jaar meertalige kinderen eenvoudige plotstructuur op basis van plaatjes verteltaak en naverteltaak die een beroep doet op integratie van informatie (auditieve aandacht, fonologisch KTG, werkgeheugen, visuele verwerking) 4 versies met vergelijkbare complexiteit begripsvragen nog niet genormeerd 21

Meetinstrumenten vertelvaardigheid: navertellen Test voor Taalproductie II Verhaaltest VT (Schlichting, 2010) leeftijd 4-10 jaar eenvoudige plotstructuur op basis van plaatjes naverteltaak die een beroep doet op integratie van informatie (auditieve aandacht, fonologisch KTG, werkgeheugen, visuele verwerking) normering 22

Meetinstrumenten vertelvaardigheid: navertellen RTNA Renfrew s Taalschalen Nederlandse Aanpassing Busverhaal test (Renfrew, 1997; Jansonius et al., 2014) leeftijd 4-10 jaar complexe plotstructuur op basis van plaatjes naverteltaak die een beroep doet op integratie van informatie (auditieve aandacht, fonologisch KTG, werkgeheugen, visuele verwerking) normering semantisch score, (nog) niet genormeerd voor plotstructuur 23

Vertelvaardigheid bij TOS: microstructuur Frog story de jongestje keek in de boom. de <#2> dinge was deraf <ge> gevallen. de kindje vawt deraf. het was de uil. het jongetje keek onder + en hij had 'm nergens gevonde. de hond ging alles kijke. en het jongetje zei +"waar ben je. hond zit <in> atter een <#3> steen vast. daar zat die op een <#3 eh> kangaroe <weet nie meer>. hij viel van het gras af en de hond ook. + plonsplons. + kwakkwak. daar is die in de vijver. + plonsplons. hij keek in t water. daar was de kikkers. achter de boomstam was de twee kikkers. + kom kikkers, da 's niet veilig. want daar komt een hele grote hijskraan. <eh> het kindje pakt hem allemaal op met de hond. en hij had <m> één in zijn hand. 24

Vertelvaardigheid bij TOS: microstructuur Frog story de jongestje keek in de boom. de <#4> dinge was deraf <ge> gevallen. de kindje vawt deraf. het was de uil. het jongetje keek onder + en hij had 'm nergens gevonde. de hond ging alles kijke. en het jongetje zei +"waar ben je. hond zit <in> atter een <#3> steen vast. daar zat die op een <#3 eh> kankaroe <weet nie meer>. hij viel van het gras [ravijn] af en de hond ook. + plonsplons. + kwakkwak. daar is die in de vijver. + plonsplons. hij keek in t water. daar was de kikkers. achter de boomstam was de twee kikkers. + kom kikkers, da 's niet veilig. want daar komt een hele grote hijskraan. <eh> het kindje pakt hem allemaal op met de hond. en hij had <m> één in zijn hand. Fonologische, semantische en morfosyntactische problemen 25

Frog story (Trabasso, van den Broek & Suh, 1989) macrostructuur 26

Vertelvaardigheid bij TOS: macrostructuur het jongestje staat op het krukje. en de hond keekte in het potje. en daar zat een kikker in. de jongetje ging slapen en het hondje ook. en die kikker <kimde> kan d'r niet uit. en die was wakker. en die hond zat op z'n rug. en de kikker was weg. hij keek in zijn schoen. en de hond keek in de pot. en de hond kreeg niet de uit meer. en hij kijkt uit de raam. en de hond had ook nog de pot op z'n hoofd. en de hond viel naar beneje. en de pot is nu van de hoofd af. 27

Vertelvaardigheid bij TOS: macrostructuur het jongestje staat op het krukje. en de hond keekte in het potje. plot en daar zat een kikker in. de jongetje ging slapen en het hondje ook. en die kikker <kimde> kan d'r niet uit. en die was wakker. en die hond zat op z'n rug. en de kikker was weg. plot hij keek in zijn schoen. en de hond keek in de pot. en de hond kreeg niet de uit meer. en hij kijkt uit de raam. en de hond had ook nog de pot op z'n hoofd. en de hond viel naar beneje. en de pot is nu van de hoofd af. plot Problemen realisatie plotstructuur 28

Behandeling vertelvaardigheid Top-down Pragmatiek Morfosyntaxis Semantiek Fonologie Bottom-up 29 29

Behandeling vertelvaardigheid: micro/macrostructuur hand-in-hand Macrostructuur Microstructuur 30

Behandeling vertelvaardigheid Micro-structuur Fonologische ontwikkeling minimale paren, foneembewustzijn, klank, lettergreep Semantische ontwikkeling passieve en actieve woordenschat bijwoorden voegwoorden (nevenschikkend en onderschikkend) lexicale werkwoorden om gebeurtenissen te beschrijven Morfosyntactische ontwikkeling transitieve werkwoorden met verschillende semantische rollen, bijvoorbeeld met schermspelen 31

Behandeling vertelvaardigheid Macro-structuur Welke behandelmethoden zijn beschikbaar? - 7 verhaalsymbolen (Van Kleef & Thomesen, 2002) - uitspelen van scripts voor functioneel taalgebruik (Van den Dungen, 2006) - Narratieve Taal-Teken-Therapie (Blankenstijn, 2005) - Story Grammar Training Kentalis (Daamen, de Groot & Scheper, 2013) Wat is een evidence-based methode? 32

Doeltreffendheid interventies vertelvaardigheid Story Grammar Training? Narratieve taaltekentherapie? Toolkit vertelvaardigheid? Trede 4 werkzaam Trede 1 potentieel Trede 2 veelbelovend Trede 3 doeltreffend Trede 1 + 2 In theorie effectief Trede 3 + 4 Bewezen effectief 33

Doeltreffendheid Story Grammar Training SGT (Duijf, 2014; Boersma, 2015)

Met dank aan Alle kinderen, ouders, leerkrachten, logopedisten Alle medewerkers & stagiaires Spraak & Taal Ambulatorium 35

Bedankt voor uw aandacht a.scheper@kentalis.nl