Taal op Maat SPELLING BLOK 1: les 1 en 2 Het voorvoegsel be-, ge-, ver-, me-, te- in een woord hetkennen en het woord correct teschrijven (cat.



Vergelijkbare documenten
Leerlijnen groep 5 Wereld in Getallen

BLOK 2: les 1 en 2. groep 4) en leren de woorden correct te schrijven (cat. 14) REGEL: 14: Lange klanken aan het eind van een klankgroep:

Hieronder ziet u per 2 blokken wat er getoetst wordt in groep 4

Leerlijnen groep 6 Wereld in Getallen

Leerlijnen groep 4 Wereld in Getallen

Aanbod rekenstof augustus t/m februari. Groep 3

Groep 3. Getalbegrip hele getallen. Optellen en aftrekken. Geld

Kennis van de telrij De kinderen kunnen tellen en terugtellen tot 10 met sprongen van 1 en van 2.

Leerstofoverzicht groep 3

Leerlijnen groep 3 Wereld in Getallen

Lesbrief 2, groep 5/6. 27 oktober 2017

Lesbrief groep 5/6. Beste ouders,

Lesbrief groep 5/6. Beste ouders,

Lesbrief groep 5/6. Beste ouders,

Leerlijnen groep 7 Wereld in Getallen

Tafelkaart: tafel 1, 2, 3, 4, 5

Lesbrief 4, groep 5/6. 24 januari 2018

Lesbrief 1, groep 5/6. 22 september 2017

tussendoelen: Hoeveelheden & getallen: Koppelen van hoeveelheden aan getallen (tot en met 20) Hoeveelheden d.m.v. getallen (tot en met 20) noteren

Leerstofaanbod groep 4

Groep 5 Leerroute 3< 1F Leerroute 2= 1F (maatschrift) Leerroute 1 = 1S Periode 1

Leerroutes Passende Perspectieven Alles telt groep 5 blok 1

Leerlijnenmatrix De wereld in getallen 4 e editie

Leerlijnenoverzicht groep 3 t/m 8

Rekenzeker. Weet binnen een context wat bedoeld wordt met bij elkaar doen, erbij doen, eraf halen en dit vertalen naar een handeling

Leerstofoverzicht groep 6

Groep 6. Uitleg voor ouders (en kinderen) over de manieren waarop rekenen in groep 6 aan bod komt. Don Boscoschool groep 6 juf Kitty

Tussendoelen rekenen-wiskunde voor eind groep 4

Bij het cijferend optellen beginnen we bij de eenheden en werken we van rechts naar links:

Aandachtspunten. blok 1, les 1 blok 1, les 6 blok 2, les 1 blok 3, les 8. blok 1, les 3 blok 1, les 11 blok 3, les 1

Leerlijnen voor groep 3-8

Na afloop van de Paasviering gingen we met de kleuters eieren zoeken.

Lesbrief 4 van groep 3, 4, 5

Ontwikkelschema Rekenen Groep 1

Aandachtspunten. blok 1, les 3 blok 2, les 3 blok 2, les 6 blok 3, les 3 blok 3, les 6

Reken zeker: leerlijn kommagetallen

Leerlijnen rekenen: De wereld in getallen

Proefwerken juni 2017

Nummer januari 2015

Overig nieuws Hulp ouders bij rekenen deel 3.

GETALLEN Onderdeel: Getalbegrip Doel: Je bewust zijn dat getallen verschillende betekenissen hebben.

Reken zeker: leerlijn kommagetallen

Lesopbouw: instructie. 2 Instructie. 1 Start. Blok 4 Week 2 Les 1

Klok dag en nacht. Hulpkaart OPTELLEN/AFTREKKEN

Tussendoelen rekenen-wiskunde voor eind groep 5

Inhoud kaartenbak groep 8

Leerlijnen groep 6 Wereld in Getallen

Vrijdag 3, maandag 6 en dinsdag 7 april Kinderen vrij ivm met Pasen en studiedag team

Groep 1/2 Groep 1/2 heeft afgelopen periode gewerkt aan het thema dieren. Welke dieren leven in de dierentuin en welke op de kinderboerderij?

Passende perspectieven rekenen met De wereld in getallen. Jiska van Hall en Bronja Versteeg

Takenoverzicht. Rekenrijk Groep 6.

Rekenen. Meten De begrippen groot/klein, voor/achter, hoog/laag etc Lengte: meten met natuurlijke maten (lichaam als maatstaaf nemen)

WELKOM IN GROEP 4 SCHOOLJAAR Informatieboekje voor ouders OBS DE HAARSCHOOL

Taaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen

Thema 6. Thema 1. Thema 8. Thema 2. Thema 5. Thema 3. Thema 7. Thema 4

pagina 1 van 12 VAN IN

Wat doen we in groep 6

Leerdoelen groep 7. Pluspunt rekenen

Tussendoelen domein GETALLEN, subdomein Getalbegrip

Leerlijnen groep 8 Wereld in Getallen

Wat betekenen de getallen? Samen bespreken. Kies uit kilometer, meter, decimeter of centimeter.

Rekenen. Doelen in groep 7

Leerlijn Spreken & luisteren groep 5

Leerlijnenpakket STAP incl. WIG. Rekenen Rekenen. Datum: Schooltype BAO (Regulier) Herkomst Landelijk Periode DL -20 t/m 200

Takenoverzicht. Rekenrijk Groep 8.

REKENEN. Kerndoel 1: De leerlingen herkennen hoeveelheden en kunnen deze vergelijken Ordeningsbegrippen kennen 1.2. Ordenen van hoeveelheden

Inleiding 7. Deel 1 BASISVAARDIGHEDEN SPELLING 9

Scoreblad bewis 01. naam cursist: naam afnemer: werkpunt. niet goed. tellen. getalbegrip. algemeen bewerking en. optellen en.

Routeboekje. Taal op maat. Groep 5. Dit boekje is van:

pagina 1 van 10 VAN IN

REKENEN. Kerndoel 1: De leerlingen herkennen hoeveelheden en kunnen deze vergelijken Ordeningsbegrippen kennen 1.2. Ordenen van hoeveelheden

pagina 1 van 12 VAN IN

Routeboekje. bij De wereld in getallen. Groep 5A Blok 4. Van...

Dyslexiebehandeling. Informatiepakket leerkracht:

Overzicht rekenstrategieën

REKENEN OP MAAT GROEP 4

Kinderen kunnen optellingen en aftrekkingen aangeboden in een context maken tot en met 20.

Nieuwsbrief groep 3 januari 2018

Leerdoelen groep 8. Pluspunt rekenen

Nieuws vanuit groep 4

Aandachtspunten. Aandachtspuntenlijst 3, bij blok 7, 8 en 9. Specifieke aandachtspunten/observaties. Leerinhoud/ Observatie

GETALLEN VERHOUDINGEN METEN MEETKUNDE VERBANDEN

Overstapprogramma 6-7

Takenoverzicht. Talrijk Groep 8.

Nieuwsbrief no. 21. Vrijdag 29 januari 2016

Getallen en getalrelaties

Doelenlijst 5: GETALLEN onderdeel KOMMAGETALLEN

Doorgaande lijn rekenen - een voorbeeld

Aandachtspunten. blok 8, les 3 blok 8, les 11. blok 8, les 3 blok 9, les 6 blok 9, les 11. blok 7, les 3 blok 7, les 8 blok 9, les 6

Overzicht categorieën Taal actief groep 7

doelenkatern leerjaar Blok Pagina Blok 1 2 tot 11 Blok 2 12 tot 20 Blok 3 21 tot 29 Blok 4 30 tot 37 Blok 5 38 tot 44 Blok 6 45 tot 53

w e r k b o e k a n t w o o r d e n blok Hoeveel keer moet ik 15 gooien? 60 punten Matz wil 60 punten halen met blikgooien. Maak sommen.

Getallen en breuken. 1 Doel: helen in breuken verdelen en helen uit de breuk halen. Herhalen

A 1 RS+ 1. Rekensprong Plus 1 (c) Van In, lesnr domein lesonderwerp lesnr domein lesonderwerp lesnr domein lesonderwerp

Rapportboekje. Leerling: Groep/ unit:

REKENEN. Kerndoel 1: De leerlingen herkennen hoeveelheden en kunnen deze vergelijken Ordeningsbegrippen kennen 1.2. Ordenen van hoeveelheden

Didactisch groepsoverzicht Rekenen

Routeboekje. bij Pluspunt. Groep 4 Blok 1. Van...

Visuele Leerlijn Spelling

Wim De Grieve Page 1. Blok Les H/N Lesdoelen Socles Calculer Calculer & 3.4 Traitement de données

Transcriptie:

Leerlijnen groep 5 Wereld in Getallen Week REKENEN 1 Boek 5a: Blok 1 - week 1 Oriëntatie Getallen tot en met 1000 Tafels 0 t/m 6 en 10 Herhalen strategieën Herhalen hele, halve uren en kwartieren Lengte; herhalen m en cm +, - en x Optellen t/m 100 37 + 38 = 2 Boek 5a: Blok 1 - week 2 +en - over het eerste tiental Splitsen 15, 13, 11, 12 Oriëntatie Getallen tot en met 1000 - Tafels 0 t/m 6 en 10 - Introductie tafel van 7 Herhalen gepast betalen Introductie minuut Optellen 26+8+4+6 Aftrekken t/m 100 65 29= 3 Boek 5a: Blok 1 - week 3 7+8= / 27+8= 15-6= / 35-6= Oriëntatie Getallen tot en met 1000 op de getallenlijn Oefenen met deelsituaties Herhalen minuut Lengte; herhalen cm Verkennen symetrie Halveren De helft van de prijs (tot 100) Samenhang 55+. =100 / 100-55=. 4 Boek 5a: Blok 1 - week 4 7+8= / 27+8= 15-6= / 35-6= Getallen t/m 1000 Tafels 0 t/m 7 en 10 Oefenen met deelsituaties Herhalen minuut Verhoudingen Optellen t/m 100 Aftrekken t/m 100 92 89= / 33-25= Taal op maat TAAL 1. BIJ ONS THUIS a. functie van voorwerpen waarmee je een huis inricht b. tot een gezamenlijk standpunt komen a. begrippen rond inrichten van de keuken b. omschrijven dubbelwoorden soepkom is een kom om soep in te doen a. vaste lettervolgorde van alfabet a. overdrijving in een tekst herkennen b. zelf korte tekst schrijven met overdrijvingen 2. AAN TAFEL a. luisteren met luisteropdracht naar verhaal b. formuleren vragen en antwoorden in volledige zinnen over eetgewoonten (herhalking) a. begrippen rond tussendoortjes fruit, hartig, zoet, enz. b. omschrijven (herhaling) van de hapjes a. oefenen met vaste lettervolgorde van het alfabet (herhaling) b. alfabetiseren op de beginletter en op de eerste twee letters a. aantekeningen maken tijdens het luisteren naar een tekst b. lijsten maken (herhaling) en een recept voor pannenkoeken maken Taal op Maat SPELLING BLOK 1: les 1 en 2 Het voorvoegsel be-, ge-, ver-, me-, te- in een woord hetkennen en het woord correct teschrijven (cat. 11c) REGEL: 11c: Wooden met een stomme e vooraan: In woorden die beginnen met be-, ge-, ver-, me-, te-, hoor je een u voornna, maar je schrijft een e BLOK 1: les 3 en 4 De kinderen krijgen nogmaals de open lettergreep aangeboden (herhaling van stof uit groep 4) en leren de woorden correct te schrijven (cat. 14) oo, uu) dan schrijf je maar één a, e, o, u. BLOK 1: les 5 en 6 De kinderen krijgen nogmaals de open lettergreep aangeboden (herhaling van stof uit groep 4) en leren de woorden correct te schrijven (cat. 14) BLOK 1: les 7 en 8

Wereld in Getallen Week REKENEN 5 Boek 5a: Blok 1 6 Boek 5a: Blok 2 - week 1 Oriëntatie Tellen en terugtellen tot en met 1000 (sprongen 1, 10 en 50) Getallen t/m 1000 op getallenlijn Tafels 0 t/m 7 en 10 Introductie tafel van 8 Klokkijken hele en halve uren (digitaal) Lengte; introductie km Aftrekken t/m 100 Kleine verschillen 72 69= / 23-19= 7 Boek 5a: Blok 2 - week 2 Getallen t/m 1000 op getallenlijn Tafels 0 t/m 8 en 10 - Lengte; herhalen m en cm - Gewicht; Introductie gram 76-6= / 76-7= 63-14= / 63-15= In context 8 Boek 5a: Blok 2 - week 3 0 In geldcontext Tafels 0 t/m 8 en 10 Samenhang ; samenhang tussen delen en vermenigvuldigen Herhalen teruggeven tot 100 Vogelvluchtperspectief 0 216-5= / 416-5= / 616-5= Getallen t/m 1000 Taal op maat TAAL 3. HOE ZIE JIJ ER UIT a. beschrijven van een persoon (objectief en subjectief) b. discussiëren met elkaar over uiterlijk in relatie tot traditie, geloof of gewoonte (herhaling) a. begrippen rond uiterlijk mooi, mager, dik, mollig, enz. b. onderscheiden en benoemen (herhalen) van begrippen; bijv. Wat is mollig?; Wanneer is iemand mollig? a. alfabetiseren op de beginletter en op de eerste twee letters (herhaling) b. alfabetiseren op de derde en vierde letter a. een verslag schrijven van een dagje aan het strand in reeds eerder geoefende kleine stapjes, zoals aantekeningen maken b. korte zinnen maken en de zinnen uitbreiden 4. WAT DOE JE NOU a. vertellen zelfbedachte verhaaltjes met oorzaak-gevolg relaties b. begrippen met oorzaak-gevolg relaties: rennen/struikelen moe worden/gaan slapen, enz.. a. het alfabet (herhaling) b. ontdekken dat de uitspraak van een woord problemen kan veroorzaken bij het opzoeken van de betekenis in bijv. een woordenboek a. het oefenen van de W-vragen herhalen als onderdeel van de 5 W s b. details leren te gebruiken voor een goede beschrijving c. een beschrijving maken van een vreemd wezen Taal op Maat SPELLING BLOK 2: les 1 en 2 De kinderen krijgen nogmaals de open lettergreep aangeboden (herhaling van stof uit groep 4) en leren de woorden correct te schrijven (cat. 14) oo, uu) dan schrijf je maar één a, e, o, u. BLOK 2: les 3 en 4 De kinderen leren lange klanken aan het eind van een woord te herkennen en het woord correct te schrijven (cat. 15 REGEL 15: woord: woord een lange klank (aa, oo, uu) dan schrijf je maar één a, o, u. Hoor je een ee dan schrijf je er twee BLOK 2: les 5 en 6 De kinderen maken kennis met de gesloten lettergreep. Ze leren de verdubbelingsregel toe te passen en woorden met een gesloten lettergreep correct te schrijven (cat. 16) REGEL 16: Korte klanken aan het eind van een u) dan volgen er altijd twee BLOK 2: les 7 en 8

Wereld in Getallen Week REKENEN 9 Boek 5a: Blok 2 10 Boek 5a: Blok 3 - week 1 - Terugtellen met sprongen van 2, 100 en 200 - Getallen t/m 1000 op de getallenlijn Tafels 0 t/m 8 en 10 Deelsommen in context Klokkijken: (analoog / digitaal) Herhalen teruggeven to 100 Lengte - Herhalen: cm m en km - Welke maat kies je 0 748-4= / 748-40= / 748-400= zijn sommen makkelijk of moeilijk 11 Boek 5a: Blok 3 - week 2 Aanvullen tot 100 159+ =100 / 569+ =100 - Tafels 0 t/m 8 en 10 - Introductie tafel van 9 Samenhang - Optellen en aftrekken in context - Wat zijn de verstopte sommen? Klokkijken Herhalen minuten (digitaal) Introductie omtrek en oppervlakte Optellen t/m 100 30+30= / 30+28= / 29+28= Taal op maat TAAL PROJECT: Het kinderhotel ens deze projectweek werken de kinderen aan de inrichting van een Kinderhotel. Ze doen dit naar aanleiding van een advertentie in de krant. Ze werken in tweetallenaan een eindproduct: een ideeënboek volplannen voor het kinderhotel. Vaardigheidsdoelen: inschrijfformulier invullen passende naam bedenken voor het kinderhotel een web maken een inventarisatie maken afspraken formuleren met pictogrammen werken beschrijving maken van hotelkamers een brief schrijven 5. ONDER DE PLAK a. een standpunt formuleren b. een standpunt met argumenten verdedigen a. oefenen met begrippen over de school van vroeger en nu. a. kennis maken met taakgebruik van vroeger a. kennismaken met het stripverhaal b. oefenen in bijschriften onder plaatjes Taal op Maat SPELLING BLOK 3: les 1 en 2 De kinderen herhalen de strategie die hoort bij woorden met en korte klank aan het eind van een klankgroep (verdubbelingsregel) en leren de woorden correct te schrijven (cat. 16) REGEL 16: Korte klanken aan het eind van een u) dan volen er altijd twee BLOK 3: les 3 en 4 De kinderen krijgen de verenkelingsen verdubbelingsregel door elkaar aangeboden. Ze moeten beide categorieën (cat. 14 en 16) onderscheiden, de regels (strategieën) toepassen en de woorden correct schrijven oo, uu) dan schrijf je maar één a, e, o, u. Regel 16: Korte klanken aan het eind van een u) dan volen er altijd twee BLOK 3: les 5 en 6 De kinderen krijgen opnieuw de verenkelings- en verdubbelingsregel door elkaar aangeboden. Ze moeten beide categorieën (cat. 14 en 16) onderscheiden, de regels (strategieën) toepassen en de woorden correct schrijven oo, uu) dan schrijf je maar één a, e, o, u. Regel 16: Korte klanken aan het eind van een u) dan volen er altijd twee

Wereld in Getallen Week REKENEN 12 Boek 5a: Blok 3 - week 3 7+8= / 15-6= 17+8= / 35-6= Afhalen van honderdtallen 300-5= / 300-30 / 300-80 Samenhang en vernenigvuldigen 20= x4 / 20:4= Gewicht - Herhalen kilogram - Wat wijst de weegschaal aan Routes berekenen Aftrekken t/m 100 83-50= / 83-49= Optellen en aftrekken In context 13 Boek 5a: Blok 3 - week 4 9+ =15 / 17- = 8 Getallen t/m 1000 - Welke getallen kun je maken Introductie tientallentafels 4x..5= 4x50= - Herhalen gepast betalen - Muntteken Verhoudingen Afstand / tijd 82-79= / 503-497= Analogie 45+10 / 145+10 / 445+10 65-20 / 265-20 / 565-20 Taal op maat TAAL 6. a. aantekeningen maken b. navertellen met behulp van aantekeningen a. praten over mode b. oefenen met begrippen die betrekking hebben op mode a. kennismaken met reclametaal b. herkennen taalgebruik in reclame c. oefenen met reclameteksten a. verder kennismaken met stripverhalen b. oefenen met dialoogteksten c. oefenen met tekstballonnen en denkwolken Taal op Maat SPELLING BLOK 3: les 7 en 8 BLOK 4: les 1 en 2 De kinderen maken kennis met ingewikkelde verkleinwoorden. Ze leren dat ook andere spellingsregels toegepast moeten worden en leren ingewikkelde verkleinwoorden correct te schrijven (cat 13b) REGEL 13b: Ingewikkelde verkleinwoorden: In verkleinwoorden gelden ook nog andere regels. Denk eraan.

14 Boek 5a: Blok 3 15 Boek 5a: Blok 4 - week 1 Tellen en terugtellen t/ m 1000 met sprongen van 2, 100 en 200 Optellen t/m 1000 95+8= / 195+8= Herhaling - Keersommen bedenken bij een gegeven antwoord Lengte - Herhalen cm, m en km - Welke maat kies je: cm, m of km? Grafieken Staafgrafiek aflezen en invullen 0 300-5 / 300-15 23+8+7 Kommanotatie Introductie in geldcontext 4,60 = euro + cent 16 Boek 5a: Blok 4 - week 2 getallen t/m 1000 Op de getallenlijn - Schrijf de buurgetallen op 444-85= / 404-17= Herhaling delen in context 56:8= / 32:8= Klokkijken Herhalen digitale tijden - Bij elke klok 2 digitale tijden Kalender Optellen en aftrekken over eerste tiental heen Teruggeven en gepast betalen 17 Boek 5a: Blok 4 - week 3 getallen t/m 1000 - Wat is het grootste getal: 282 of 228 - Waar horen de getallen op de getallenlijn - in geldcontext Tientallentafels 4x..5= / 4x50= Betalen met 50: - je hebt 50 en koopt steeds twee cadeautjes. Hoeveel geld houd je over 7. SPORT LEKKER MEE a. verschillende sportcategorieën herkennen b. het nut begrijpen van spelregels c. spelregels aangeven bij één bepaalde sport a. praten over sport b. oefenen met begrippen die betrekking hebben op sport a. onderzoeken van vaktaal rond sporten b. ontdekken dat sommige actiewerkwoorden meerdere betekenissen kunnen hebben a. een brief schrijven met volledige informatie 8. EEN KWESTIE VAN TIJD a. vergelijking maken tussen mens en natuur b. nadenken en spreken over veranderingen onder invoed van tijd c. oefenen in het vertellen van een chronologisch juist verhaal a. raten over tijd b. oefenen met begrippen die betrekking hebben op tijdsverloop in de natuur en bij de mens a. leren van de vaktaal van het weerbericht b. toepassen van de vaktaal van het weerbericht a. ervaren dat de gevoelswaarde en de vorm van woorden met elkaar te maken kunnen hebben b. vorm en inhoud op elkaar afstemmen c. woorden in een tekening uitbeelden BLOK 4: les 3 en 4 De kinderen maken kennis met samengestelde woorden. Ze leren deze te analyseren en te combineren en correct te schrijven (cat. 17a) REGELS 17a: Samengestelde woorden: Deze woorden bestaan uit twee losse woorden. Let op elk woord apart, maar schrijf ze aan elkaar BLOK 4: les 5 en 6 De kinderen maken kennis met samengestelde woorden waarbij de eindmedeklinker van het eerste woord dezelfde is als de beginmedeklinker van het tweede woors, of als assimilatie optreedt. Ze leren deze te analyseren en te combineren en correct te schrijven (cat. 17b) REGEL 17b: Ingewikkelde samengestelde woorden: Deze woorden bestaan uit twee losse woorden. Let op elk woord apart, maar schrijf ze aan elkaar BLOK 4: les 7 en 8 BLOK 5: les 1 en 2 De kinderen maken kennis met samengestelde woorden, waarvan een van de delen een ei of au bevat. De strategie van ei/au wordt herhaald en de kinderen leren de samengestelde woorden correct te schrijven (cat. 5) REGEL 5: woorden met ei, woorden met au: Je kunt niet horen met welke ei/ij of ou/au je een woord moet schrijven. Die woorden moet je onthouden.

18 Boek 5a: Blok 4 19 Boek 5b: Blok 1 - week 1 75+15= / 35-19= Optellen t/m 1000 Naar analogie 95+28= / 395+28= Herhalen 35:5= / 36:9= Klokkijken Schrijf 2 digitale tijden op Lengte in m en cm (kommanotatie) 185 cm = 1,85 m 0 295+72+28+8= Getallen samenstellen (context gewicht) 570=500+50+20 20 Boek 5b: Blok 1 - week 2 Volgorde getallen t/m 1000 Sorteer de getallen Naar analogie 105-28= / 505-28= Tafels tussen 10 en 20 Lengte: schrijf de goede maat op Klokkijken (digitaal en analoog) Aflezen tijdschema : alles 19 goedkoper Verhoudingen Uitrekenen van hoeveelheden: - hoeveel heeft de kok voor het recept nodig PROJECT: Boekie Woekie ens deze projectweek krijgen de kinderen post van leeftijdsgenoten die gestrand zijn op een onbewoond eiland. Naar aanleiding van die brieven maken de kinderen een aantal opdrachten. Vaardigheidsdoelen: inhoud en lay-out van een brief bekijken en bespreken een briefwisseling voeren een puzzel maken een verhaal schrijven spelregels bij een bordspel bedenken schriftelijke spelregels opvolgen de spelregels evalueren 9. BOODSCHAPPEN DOEN a. overleggen over klantvriendelijkheid (tweetallen) b. oefenen met slagzinnen in reclame betrekking hebben op de supermarkt b. Rubriceren werkplaatsen met achtervoegsel -erij (slagerij,..) a. Het verschil in functionele namen van gebouwen ontdekken en namen voor gebouwen bijv.: postkantoor, huze zeezicht b. Ervaren dat je veel kunt lezen op straat en op gebouwen a. materiaal verzamelen en ordenen om daarmee verhaal in klad te schrijven b. een verslag uitschrijven in het net BLOK 5: les 3 en 4 De kinderen ervaren dat bij verbuigingen een f vaak een v wordt en de s vaak een z. Ze oefenen met deze verbuigingen, ook in omgekeerde volgorde en leren woorden mer een f/v en s/z correct te schrijven (cat. 18) REGEL: 18: woorden met f/v en s/z: Als je een woord dat eindigt op een f of s langer maakt, wordt de f vaak een v en de s een z. BLOK 5: les 5 en 6 De kinderen ervaren dat bij verbuigingen een f vaak een v wordt en de s vaak een z. Ze oefenen met deze verbuigingen, ook in omgekeerde volgorde en leren woorden mer een f/v en s/z correct te schrijven (cat. 18) REGEL 18: woorden met f/v en s/z: Als je een woord dat eindigt op een f of s langer maakt, wordt de f vaak een v en de s een z. BLOK 5: les 7 en 8

21 Boek 5b: Blok 1 - week 3 - Zoek de foute sommen - 65-20= / 23+48= Optellen t/m 1000 (toepassing) Hoeveel oud papier halen ze op Introductie delen met rest: - Hoeveel blijven er over? Kalender (toepassing) - Lees de afvalkalender Gewicht (kilo en halve kilogram) - Evenveel 22 Boek 5b: Blok 1 - week 4 Getallen t/m 1000 in geldcontext 255-5= / 255-50= Toepassingen 107-38= / 307-38= - Tientallentafels: 3x20= / 8x60= - 5x34= / 9x52= Herhaling gepast betalen Blokkenbowsels en plattegronden +, - en x t/m 1000 22+ =30 / 72- =30 / 3x =30 Schatten Optellen meerdere getallen - Krijg je meer of minder dan 5 statiegeld 23 Boek 5b: Blok 1 24 Boek 5b: Blok 2 - week 1-75+ =75 / 100-35= Getallen t/m 1000 - tellen met sprongen van 20, 25 en 50 - Tientallentafels: 3x20= / 8x60= met rest 27:5= / 29:9= Gewichten (herhalen g en kg) - Welk gewicht hoort er bij? Introductie seconde t/m 1000 40+49= / 40+149= Schattend rekenen 205+398 10. BOMEN, BLOEMEN EN STRUIKEN a. luisteren naar een voorgelezen tekst b. vragen beantwoorden over de voorgelezen tekst c. tekst in eigen woorden navertellen betrekking hebben op bomen en struiken b. benoemen van onderdelen van planten c. dubbelwoorden (herhaling) a. woorden in alfabetische volgorde zetten (herhaling) b. de woorden omschrijven c. een bladzijde voor een woordenboek maken- a. vragen stellen met de 5W s (herhaling) b. een klassentekst maken met de antwoorden c. vervolgens een verhaal schrijven 11. TALENT a. luisteren met een luisteropdracht naar een gedicht b. het gedicht in eigen woorden navertellen betrekking hebben op creatief talent a. het verschil tussen standaardtaal en dialect b. teksten vertalen van dialect naar standaardtaal a. een beschrijving van een ingewikkeld voorwerp maken met gebruikmaking van veel details BLOK 6: les 1 en 2 De kinderen leren het begrip stam. Ze leren hoe die gevormd en correct geschreven wordt REGEL Stam: Ik-vorm van een werkwoord in de t.t.: Werkwoorden zijn woorden die aangeven wat je kunt doen De stam van een werkwoord is de ikvorm. Behalve en eraf halen, moet je vaak nog meer regels toepassen. BLOK 6: les 3 en 4 De kinderen leren het achtervoegsel ig herkennen. Ze ervaren dat uitspraak en spelling (meestal) niet met elkaar overeenstemmen en leren de woorden met -ig correct te schrijven (cat. 19) REGEL 19: woorden op -ig: Als je een aan het eind van een meerlettergrepig woord -ug hoort, schrijf je -ig. BLOK 6: les 5 en 6 De kinderen leren het achtervoegsel lijk herkennen. Ze ervaren dat uitspraak en spelling niet met elkaar overeenstemmen en leren de woorden met -lijk correct te schrijven (cat. 20) REGEL 20: woorden op -lijk: Als je een aan het eind van een meerlettergrepig woord -luk hoort, schrijf je -lijk. BLOK 6: les 7 en 8

25 Boek 5b: Blok 2 - week 2 Plaatswaarde van de cijfers Wat is de 8 waard in 781 Optellen t/m 1000 115+243= Deeltafels : 46:6= / 56:7= 8x25= / 5x32= Klokkijken digitaal Schrijf de tijden op Introductie decimeter Inwisselen 16 munten van 50 cent is. Oefenen met verhoudingstabellen 26 Boek 5b: Blok 2 - week 3 getallen t/m 1000 Ordenen van getallen - schrijf de getallen van klein naar groot 388-153= / 375-145= 6x7= / 6x70= / 6x17= met rest 27:5= / 29:9= Herhaling uren, minuten, seconden - Wat duurt even lang Positie bepalen - Waar zijn de opnames gemaakt? Optellen en aftrekken tot 100 53-7-3= / 8+9+12= Schattend rekenen Toepassingen - Hoeveel kost het ongeveer 27 Boek 5b: Blok 2 12. PLAAGGEESTEN EN PESTKOPPEN a. discussiëren n.a.v. een stelling over plagen en pesten b. bepalen of ze het met elkaar eens zijn of niet betrekking hebben op plagen en pesten b. een onderscheid maken in soorten plagen (plagen vliegenplaag) c. het beoordelen van vormen van kattenkwaad a. vergelijkingen met zo en als b. uitdrukkingen toepassenop personen n.a.v. omschrijvingen (bijv. een vrolijke Frans) c. bijnamen bedenken a. korte rijmende versjes schrijven b. een versje voor een poësiealbum schrijven PROJECT: De mannetjes ens deze projectweek krijgen de kinderen informatie over het verschijnsel tijd. Er wordt op verschillende manieren aandacht besteed aan de kalender, tijdwoorden en aan de klok Vaardigheidsdoelen: De kinderen krijgen inzicht in het verschijnsel tijd door: op verschillende manieren een tijdbalk te maken; te werken met tijdwoorden; verschillende manieren te bedenken om tijd te meten. BLOK 7: les 1 en 2 De kinderen maken kennis met de s als meervoudsvorm en als voorvoegsel bij dag-, dagdeel en seizoenaanduidingen en leren de woorden met s correct te schrijven (cat. 21) REGEL 21: Wooren met meervoud op s en woorden waar s vooraan staat.: Woorden met een lange klank achteraan krijgen in het meervoud een s. Behalve de ee. Sommige woorden krijgen vooraan s. BLOK 7: les 3 en 4 De kinderen herhalen de strategieën bij open en gesloten lettergrepen en leren deze lettergrepen correct te schrijven (cat. 14 en 16) oo, uu) dan schrijf je maar één a, e, o, u. REGEL 16: Korte klanken aan het eind van een u) dan volgen er altijd twee BLOK 7: les 5 en 6 De kinderen maken kennis met de i als weergave van de klank ie. Ze mieten de woorden met een i in plaats van een ie onthouden en correct leren schrijven (cat. 22) REGEL 22: De i heet ie: Woorden met een i in plaats van een ie. Deze woorden moet je onthouden.

28 Boek 5b: Blok 3 - week 1 0 320..=620 / 80..=750 Verkennen getallen tot ongeveer 2000 Deeltafels : 46:6= / 56:7= 10x57= / 5x57= / 2x57= Kalender - Het afsprakenboek van kapper Krul Introductie millimeter Plaatswaarde van de cijfers Wat is de 5 waard in 508 Schattend rekenen In geldcontext tot 30 29 Boek 5b: Blok 3 - week 2 Puzzel Optellen t/m 1000 136+243= / 648+155= met rest 21:5= / 23:4= Teruggeven tot en met 100 Inhoud - Introductie deciliter Optellen en aftrekken tot 100 - Machientjes: +99 / -99 Verhoudingen Toepassingen 13. ALLEMAAL TAAL a. luisteren naar informatie over soorten taal (spreektaal, gebarentaal, schrijftaal, e.d.) b. informatie reproduceren a. oefenen met begrippen rond formuleringen in (telefoon)gesprek, brief met onbekenden, telefoon opnemen, beleefd taalgebruik, correct spreken, e.d. b. leren inschatten op welke toon ze kunnen antwoorden a. vormen van taalgebruik toepassenaan de hand van een situatie (bijv. iemand de weg wijzen, iets vragen aan een vreemde of aan een vriendje) a. vragen stellen als voorbereiding op een interview b. de antwoorden in telegramstijl noteren BLOK 7: les 7 en 8 BLOK 8: les 1 en 2 De kinderen maken opnieuw kennis met de i als weergave van de klank ie. Ze mieten de woorden met een i in plaats van een ie onthouden en correct leren schrijven (cat. 22) REGEL 22: De i heet ie: Woorden met een i in plaats van een ie. Deze woorden moet je onthouden.

30 Boek 5b: Blok 3 - week 3 700-5= / 750-90= Verkennen getallen tot ongeveer 2000 8:4= / 80:4= / 800:4= Strategiën - 8x15= / 4x15= / 2x15= Klokkijken (annaloog / digitaal) 2 uur: kwartier later, half uur later Omtrek en oppervlakte - Hoe groot zijn de winkels 0 400-40+2= / 800+90-7= door vier, het vierde deel - Voor elk konijn even veel 31 Boek 5b: Blok 3 - week 4 Getallen samenstellen - Betaal 1000 op 3 manieren 863-454= / 477-269= context: 9 x 27= 120:4= / 120/8= / 120:12= 700-5= / 750-90= Lengte (km, m, cm, mm) - Welke maat kies je? Bouwplaten - Welke door past goed? Alles voor de halve prijs! Toepassingen Verhaalsommen 32 Boek 5b: Blok 3 33 Boek 5b: Blok 4 - week 1 Optellen en aftrekken tot 10000 190+ =200 / 1000- =780 Getallen verkennen t/m 10 000 - Hoeveel meter nog? Deeltafels : 48:8= / 45:9= 6x79= / 9x69= Herhaling cm, dm, m - Wat is langer 6 dm of 55 cm? Bereken de reistijd Verdubbelen 1, 2, 3 keer Decimale getallen In geldcontext - Hoeveel geld krijgen ze terug? 14. OVER STRATEN EN WEGEN a. discussiëren aan de hand van gegeven stellingen b. de meningen inventariseren c. komen tot een klassenstandpunt betrekking hebben op wegen en wegennet a. de functie van regels in het verkeer, in de taal, de spelling b. met de leestekens (punt, komma, vraagteken) oefene a. een brief schrijven waarbij motivatie en overtuigingskracht worden geoefend om een doel te bereiken (bijv. een solliciteren naar een plekje in een kinderkoor) 15. WAT EEN LEKKER BEKKIE a. luisteren naar een tekst over een mooi gebit b. overleggen in 2- of 3-tallen over de criteria voor een mooi gebit betrekking hebben op de tandarts en de tandartspraktijk b. uitdrukkingen met die woorden (bijv. met je mond vol tanden staan) a. hoofdletters, het vraagteken en het uitroepteken leren gebruiken b. de functie van de komma in lange zinnen a. vragen stellen met de 5W s (herhaling) b. antwoord geven op de vragen c. een verhaal schrijven met de antwoorden BLOK 8: les 3 en 4 De kinderen moeten oefenen met een open lettergreep, gesloten lettergreep en i voor ie. Deze woorden worden door elkaar aangeboden. (cat. 14, 16 en 22) oo, uu) dan schrijf je maar één a, e, o, u. REGEL 16: Korte klanken aan het eind van een u) dan volen er altijd twee REGEL 22: De i heet ie: Woorden met een i in plaats van een ie. Deze woorden moet je onthouden. BLOK 8: les 5 en 6 De kinderen herhalen het begrip stam; ze herkennen de moeilijkheden die bij de vorming van de stam spelen en passen de daarbij behorende regels toe. REGEL Stam: Ik-vorm van een werkwoord in de t.t.: Werkwoorden zijn woorden die aangeven wat je kunt doen. De stam van een werkwoord is de ik-vorm. Behalve en eraf halen, moet je vaak nog meer regels toepassen. BLOK 8: les 7 en 8

34 Boek 5b: Blok 3 - week 2 Waar ligt het getal het dichtst bij? Optellen t/m 1000 Met meerdere getallen - 96+45+66= Oefenen tempotoets tafels t/m 10 met rest 21:5= / 23:4= sduur - Kijk op het programmabord Oppervlakte, verhoudingen - Hoeveel moeten ze betalen? Verhoudingen afstand Schattend rekenen 1 kaartje kost 19,95. Hoeveel kosten 3 kaartjes ongeveer? 35 Boek 5b: Blok 3 - week 3 Getallen t/m 2000 - doortellen en terugtelle met sprongen Optellen en aftrekken tot 1000 Toepassingen 4x2x3= / 4x2x30= 73:3= / 147:7= Gepast betalen met briefjes van 50 en 20 Diagrammen - Lijngrafiek temperatuur Wat is meer 6x10 of 60+16? Toepassingen Verhaalsonnen 36 Boek 5b: Blok 4 16. GEEN DAG ZONDER KRANT a. overleggen in groepjes van vier (krantenredactie) over diverse opdrachten betrekking hebben op de krant b. het gebruik van vaktaal+ a. naamwoorden en naamwoordgroepen herhalen b. zinnen maken c. oefenen met extra woorden: aanwijswoorden, telwoorden, enz. a. woorden associëren rond een begrip en deze woorden ordenen b. met deze geordende woorden een tekst schrijven c. toepassen in een verhaaltje PROJECT: De mooiste van groep 5 ens deze projectweek nemen de kinderen een voorwerp van huis mee dat zij het allermooiste vinden. Ze richten aan het eind van de projectweek hun eigententoonstelling in waar hun voorwerpen te zien zullen zijn. Vaardigheidsdoelen: De kinderen krijgen inzicht in de begrippen mooi en kunst door: door deze begrippen te bespreken kunst te bespreken namen te bedenken voor een (kunst)voorwerp en er een korte tekst bij te schrijven De kinderen leren hoe ze een tentoonstelling moeten organiseren door: van te voren te bedenken wat er allemaal moet gebeuren een brief aan hun ouders te schrijven toegangskaartjes te maken uitnodigingen en een openingstoespraak te schrijven de tentoonstelling in te richten