Gemeente Zandvoort B&W-ADVIES Verordening Nadere regels Beleidsnota Overig Na besluit (B&W/Raad): Uitgaande brief verzenden Stukken retour Publicatie Afdeling / werkeenheid: OB/OV Auteur : M. de Vries Datum : 7 mei 2015 Regnr. : 2015/04/002202 Zaaknr. : Z2015-000652 Onderwerp: Aanvraag omgevingsvergunning Zuiderduin 4 portefeuillehouder Burgemeester Wethouder 1 Wethouder 2 Wethouder 3 Raadsbesluit: Actieve informatieplicht raad: 0 par ' Secretaris par Leidinggevende., Wettelijk kader: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), Algemene wet bestuursrecht (Awb), Besluit omgevingsrecht (Bor) Gevraagd besluit aan B&W: Tijdelijke omgevingsvergunning (kenmerk: 2015-VV-030) te verlenen voor het wijzigen/verplaatsen van het strandpaviljoen en het plaatsen van vijf seizoensgebonden strandbungalows voor maximaal tien jaar op perceel Strandafgang Zuiderduin 4 (Azzurro) en ten behoeve hiervan af te wijken van het bestemmingsplan "Strand en Duin", de Parkeernormennota 2012 en op drie onderdelen van de Visie op accommodatiebeleid Voor het genomen besluit, raadpleeg de besluitenlijst van B&W. Openbaarheid : ja Toelichting: 1/6
Consequenties: Financieel:nee Personeel: nee Juridisch: nee Facilitair: nee Communicatie: nee WKPB: nee Advies ingewonnen bij: OR: n.v.t. RIJK: Overig: Consequenties zijn in het advies toegelicht Bijlagen: aanvraag 1. Bestuurlijke samenvatting (aanleiding, probleemstelling, scenario's). Principeaanvraaq (vooroverleg) Strandpaviljoen Azzurro op perceel Strandafgang Zuiderduin 4 te Zandvoort (hierna: aanvrager) heeft op 8 september 2014 een principeaanvraag ingediend voor het plaatsen van vijf seizoensgebonden strandbungalowsl. Een dergelijke ontwikkeling is in strijd met de gebruiks- en bouwvoorschriften van het vigerende bestemmingsplan "Strand en Duin". Voor het medewerking verlenen aan een afwijking van het bestemmingsplan dient hiervoor genoemde ontwikkeling te voldoen aan de Visie op verblijfsaccommodaties vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 18 februari 2014. De Visie op verblijfsaccommodaties (hierna: Visie) is vastgesteld als zijnde beleid voor het college van burgemeester en wethouders (hierna: college) om van bestemmingsplannen te kunnen afwijken. De principeaanvraag was in strijd met een aantal onderdelen van de Visie, hetgeen ter afsluiting c.q. voldoening van de principeaanvraag is gecommuniceerd naar de aanvrager. (officiële) aanvraag omqevinqsverqunninq Op 10 februari jl. heeft de aanvrager een aanvraag om een tijdelijke omgevingsvergunning ingediend voor het wijzigen/verplaatsen van het strandpaviljoen en het plaatsen van vijf seizoensgebonden strandbungalows voor maximaal tien jaar op het perceel Strandafgang Zuiderduin 4 (Azzurro). Strijdigheden bestemmingsplan De aanvraag is in strijd met artikel 4, eerste lid, onder a, juncto artikel 4, tweede lid, van het vigerende bestemmingsplan "Strand en Duin". Op basis van het ter plaatse geldende planologisch regime is dagrecreatie (lees: ontspanning in de vrije tijd waarbij geen gebruik wordt gemaakt van overnachtingsmogelijkheden) toegestaan en bebouwing ten dienste van de bestemming. Het plaatsen van vijf seizoensgebonden strandbungalows is hiermee in strijd, nu niet meer gesproken kan worden van dagrecreatie als bedoeld in het bestemmingsplan "Strand en Duin". Visie op verbliffsaccommodaties Blijkens de Visie voert de gemeente Zandvoort een stimulerend beleid en zal waar mogelijk medewerking verlenen aan verzoeken tot vestiging van strandbungalows. In geval het betreffende verzoek niet binnen het bestemmingsplan past, zullen Burgemeester en Wethouders van Zandvoort c.q. de gemeenteraad van Zandvoort gebruik maken van hun bevoegdheid om af te wijken van het bestemmingsplan, indien aan de economische en ruimtelijke criteria als bedoeld in paragraaf 7.8.3 van de Visie wordt voldaan. 1 Een principeaanvraag is een vorm van vooroverleg en kan niet worden beschouwd als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. 2/6
De aanvraag voldoet op drie onderdelen na aan de Visie om van het bestemmingsplan "Strand en Duin" af te wijken: 1. De initiatiefnemer dient met de gemeente een planschadeovereenkomst te sluiten, waarbij eventuele planschade voor rekening komt voor de initiatiefnemer. 2. Per verzoek voor strandbungalows dient een goede ruimtelijke onderbouwing door initiatiefnemer te worden geleverd. 3. Als parkeernorm geldt één parkeerplaats per recreatiewoning (strandbungalows). Deze parkeerplaatsen kunnen niet op eigen terrein worden gerealiseerd. Hiervoor dient voldaan te worden aan paragraaf 4.3.1 van de Parkeernormennota zoals vastgesteld 9 oktober 2012. Ad 1 Planschade kan optreden als gevolg van een verleende omgevingsvergunning waarbij wordt afgeweken van het bestemmingsplan. Planschade bestaat bijvoorbeeld uit waardevermindering van een onroerende zaak of inkomensderving van een bedrijf/onderneming. Het strand is eigendom van de Staat en de naastgelegen duinen is eigendom van de gemeente Amsterdam. Het ligt niet in de lijn der verwachting dat de waarde van het desbetreffende deel van het strand en het aangrenzende duingebied zullen dalen. Strandpaviljoen Paal 69 ligt op ±110 meter afstand in noordelijke richting en strandpaviljoen South Beach op ±218 meter in zuidelijke richting, zodat ook in dat opzicht geen planschade zal ontstaan. Ter bevestiging van het voorgaande is uit een planschaderisicoanalyse, opgesteld door Pasmaat advies ten behoeve van een eerder ingediende aanvraag (en later weer ingetrokken) door strandpaviljoen Paal 69, gebleken dat er geen kans bestaat op planschade. Nu planschadeovereenkomst onwaarschijnlijk is, is het in het kader van de belangenafweging onredelijk om de aanvrager kosten te laten maken voor het laten opstellen van een planschaderisicoanalyse. Een dergelijke analyse is vereist om een rechtsgeldige planschadeovereenkomst af te sluiten. Dit betekent dat de aanvrager een ruimtelijke onderbouwing hoeft in te dienen. Ad 2 Een goede ruimtelijke onderbouwing is wettelijk verplicht indien medewerking wordt verleend aan het afwijken van een bestemmingsplan met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (uitgebreide procedure). Per 1 november 2014 is het Besluit omgevingsrecht en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo) gewijzigd, waardoor voor onderhavige aanvraag niet langer de uitgebreide procedure geldt, maar de reguliere procedure. De Visie is op dit onderdeel achterhaald door hiervoor genoemde wetswijziging. Ad 3 Op het eigen perceel kan niet in de benodigde parkeervoorziening van 1 parkeerplek per strandbungalow worden voorzien. Dit kan worden opgelost met een parkeerovereenkomst aan de hand van de Parkeernormennota 2012. De Parkeernormennota hanteert echter een maximale afstand van 500 meter van de accommodatie tot de openbare parkeerplaats waar het abonnement kan worden afgenomen. De afstand van Parkeerterrein de Zuid tot het zuidelijkste punt van de boulevard is ca. 640 meter. De afstand van de strandbungalows tot de parkeerterrein de Zuid is dus aanzienlijk meer dan 500 meter. De vraag is of met die grotere afstand de parkeeroplossing minder effectief is. Immers, feitelijk is het onmogelijk om op het strand te parkeren. En gasten die in de bungalows gaan slapen, weten dat deze niet per auto bereikbaar zijn. Vanaf de inwerkingtreding van bestemmingsplan "Strand en Duin" en de behandeling van de aanvragen om bouwvergunning is geen parkeernorm gegeven voor strandpaviljoens. Zou het strandpaviljoen zelf zijn uitgebreid, had dus niet in parkeerplekken hoeven te worden voorzien. Nu de volgens het bestemmingsplan toegestane vierkante meters voor een deel worden gebruikt voor strandbungalows, dienen dus wel parkeerplekken elders te worden afgenomen. 3/6
Het zou in het kader van de belangenafweging onredelijk zijn om vast te houden aan de 500 metereis, terwijl met de visie juist beoogd is op het zuidstrand strandbungalows mogelijk te maken. Opgemerkt dient te worden dat middels het afwijken van de Parkeernormennota indirect wordt voldaan aan het desbetreffende onderdeel van de Visie. Er wordt immers één parkeerplaats per recreatiewoning gerealiseerd middels een parkeerovereenkomst. Afwijken van beleid ingevolge artikel 4:84 Algemene wet bestuursrecht (inherente afwijkingsbevoegdheid), is een bestuursorgaan verplicht om de beleidsregel toe te passen, tenzij het toepassen daarvan wegens bijzondere omstandigheden onevenredig bezwarend is voor belanghebbenden. Onder een bijzondere omstandigheid wordt verstaan: een omstandigheid die het bestuursorgaan bij het vaststellen van de beleidsregels niet heeft meegenomen. Indien sprake is van een bijzondere omstandigheid, dan moet het bestuursorgaan afwijken van de beleidsregels, wanneer het toepassen van de beleidsregel onevenredige gevolgen heeft voor de belanghebbenden. Nu gebleken is dat de Parkeernormennota in 2012 is vastgesteld en de Visie op accommodatiebeleid is vastgesteld in 2014, is er sprake van een bijzondere omstandigheid - ontwikkelingen uit de Visie op accommodatiebeleid zijn niet verdisconteerd in de Parkeernormennota - en zou het onverminderd toepassen van de Parkeernormennota onevenredige gevolgen hebben voor de aanvrager. Derhalve is afwijken mogelijk en (juridisch) geboden. Het voorgaande geldt tevens voor de onderdelen uit de Visie met betrekking tot het afsluiten van de planschadeovereenkomst en het aanleveren van een goede ruimtelijke onderbouwing. Welstand, Bouwbesluit 2012, bereikbaarheid en natuurwetgeving Op 1 april 2015 heeft de Commissie voor welstand en monumenten geadviseerd dat het plan voldoet aan redelijke eisen van welstand. Aannemelijk is dat aan het Bouwbesluit 2012 wordt voldaan met 2 gelijkwaardige oplossingen: Bereikbaarheid voor hulpdiensten: strandbungalows zijn niet over de weg bereikbaar. Echter, brandweer en politie hebben in Zandvoort beschikking over 4-wiel aangedreven voertuigen en kunnen de strandbungalows bereiken. Ambulance is niet 4-wiel aangedreven, maar heeft piketregeling met reddingsbrigade. Die kunnen ambulancepersoneel, brandcard en materialen vervoeren. Situatie is in die zin niet anders dan voor de strandpaviljoens en voor de strandhuisjes van de verenigingen. De bereikbaarheid voor grotere blusvoertuigen op het strand is beperkt. In de zin van het Bouwbesluit is de inzet van de brandweer gericht op het voorkomen van uitbreiding van brand buiten het brandcompartiment. De afstand naar het naastgelegen paviljoen is dusdanig dat de kans op branduitbreiding buiten het brandcompartiment nihil is. Er zijn geen brandkranen op het strand en de zee is onbruikbaar als bluswater. Ook hier geldt dat de kans op uitbreiding buiten het brandcompartiment nihil is. Situatie is in die zin niet anders dan voor de strandpaviljoens en de strandhuisjes van verenigingen. Het advies van Brandweer Kennemerland voor deze aanvraag is positief. Hoe de bezoekers de strandbungalows bereiken is niet als criterium in de Visie opgenomen. Daar is dus in het kader van deze omgevingsvergunning geen standpunt over in te nemen. Het verlenen van de omgevingsvergunning geeft geen toestemming voor het rijden op het strand of in de duinen. Rijden op het strand en in de duinen is op lokaal niveau geregeld in de Algemene Plaatselijke Verordening en daar zal de aanvrager zich aan moeten houden. Bij de aanvraag is een ecologisch onderzoek ingediend. Dit onderzoek heeft betrekking op het aangrenzende Natura 2000 gebied en de Flora- en faunawet. Conclusie van dit onderzoek is dat geen vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet en/of ontheffing op grond van de Flora- en Faunawet noodzakelijk is. 4/6
Overigens rust voor het handhaven op beide wetten geen bevoegdheid bij gemeenten, maar respectievelijk bij Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland en de staatssecretaris van Economische zaken, Landbouw en Innovatie. 2. Wijzigingen ten opzichte van het bestaande beleid Het beleid wordt met het verlenen van de vergunning niet gewijzigd. Wel wordt van het beleid (Visie op verblijfsaccommodaties) afgeweken op onderdelen die bij het opstellen van het beleid blijkbaar niet voorzien waren of zijn achterhaald door een wetswijziging. 3. Alternatief voorstel Het college kan besluiten om de omgevingsvergunning te weigeren en hieraan de volgende overwegingen - doch nader uit te werken in de omgevingsvergunning - ten grondslag te leggen: - In de Visie wordt niet aangegeven op welke wijze rekening is gehouden met de eventuele gevolgen van onderhavige ontwikkeling op de openbare orde en veiligheid, zodat hieromtrent een nadere belangenafweging dient te worden gemaakt. - Bij het effectueren van de Visie is gebleken dat het realiseren van strandbungalows invloed heeft op het aspect 'verkeer'. Het aantal verkeersbewegingen neemt toe. - Ten tijde van het vaststellen van de Visie gold de uitgebreide procedure voor onderhavige ontwikkeling, zodat belanghebbenden in de gelegenheid zouden worden gesteld om zienswijzen in te dienen. Deze zienswijzen zouden nadien moeten worden meegenomen in de belangenafweging voorafgaand aan het nemen van een besluit. Nu dit niet is gebeurd dient het college deze belangenafweging alsnog te maken. - Blijkens de Nota participatiebeleid 2013 wordt bij de start van de ontwikkeling van nieuw beleid een kaderstellende startnotitie vastgesteld door het desbetreffende bestuursorgaan. Deze startnotitie moet altijd een participatieparagraaf bevatten. Hieraan is niet voldaan. Voorts wordt in de Nota participatiebeleid aangegeven dat een dergelijk beleidsvoornemen zich leent voor participatie. - In de Visie wordt niet aangegeven dat is onderzocht in hoeverre onderhavige ontwikkeling van invloed is op de milieuomstandigheden zoals geluid, geur, of andere vormen van overlast. Overigens is op de strandbungalows milieuregelgeving van toepassing (Activiteitenbesluit), net als op iedere andere onderneming. En op de bungalows is het Green Key-label van toepassing. Weigeren ten aanzien van planschadeovereenkomst en Parkeemormennota 2012 Het niet sluiten van een planschadeovereenkomst is geen weigeringsgrond als de aanvrager daar wel toe bereid zou zijn. Nu geen planschade voorzienbaar is, is het niet redelijk de aanvrager kosten te laten maken voor het opstellen van een planschaderisicoanalyse. Indien het college meent dat wel een planschadeovereenkomst moet worden afgesloten, moet de aanvrager daartoe in de gelegenheid worden gesteld. Het weigeren op de afstand tot de parkeerplaats is moeilijk houdbaar, nu de Visie op verblijfsaccommodaties zicht juist mede richt op het zuidstrand en deze van later datum is dan de Parkeernormennota 2012. Pilot - evaluatie Het college kan, indien de omgevingsvergunning wordt verleend, kenbaar maken aan de aanvrager dat de verleende tijdelijke omgevingsvergunning wordt beschouwd als een pilot en voorafgaand aan de afloop van de termijn geëvalueerd zal worden. De aanvrager kan worden verzocht deel te nemen aan de evaluatie, maar is daartoe niet verplicht. Het college zal in ieder geval eenzijdig evalueren, nu dit de gangbare procedure is bij het effectueren van recentelijk vastgesteld beleid. 5/6
4. Korte historie en bestuurlijke context. Zie punt 1. 5. Relatie met de Structuurvisie Blijkens de structuurvisie Parel aan Zee+ wordt o.a. ingezet op het versterken van verblijfstoerisme. In paragraaf 4.2.7 van de structuurvisie wordt strandbungalows als een nieuwe vorm van verblijfsaccommodaties genoemd. 6. Wat zijn de resultaten van het overleg met de portefeuillehouder? Opmerkingen van de portefeuillehouder zijn verwerkt in dit B&W voorstel. 7. Zijn er consequenties voor (het werk van) andere afdelingen/met welke afdelingen is samengewerkt? Werkeenheid OB/RO 8. Wat zijn de resultaten van het overleg met het Regionaal Inkoopbureau IJmond/Kennemerland N.v.t. 9. Wie is bevoegd om het besluit te nemen: burgemeester, college of raad? College, eventueel in mandaat door afdelingshoofd. 10. Juridische consequenties. Mogelijkheid tot het maken van bezwaar tegen de vergunning. Op 12 mei 2015 zal het college een besluit moeten nemen, aangezien anders een van rechtswege verleende vergunning ontstaat. De termijn kan niet zonder instemming van de aanvrager verlengd worden. Een eventuele weigering van de omgevingsvergunning dient te geschieden met inachtneming van de rechtsnormen als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht alsmede de ongeschreven rechtsnormen. Reeds is gebleken dat de aanvraag voldoet aan de Visie op de accommodatiebeleid doch op drie onderdelen na. Het college van burgemeester en wethouders is met inachtneming van de inherente afwijkingsbevoegdheid geboden af te wijken op deze drie onderdelen van de Visie op accommodatiebeleid. Met dien verstande kan worden gesteld dat wordt voldaan aan de Visie op accommodatiebeleid, zodat een eventuele weigering niet deugdelijk gemotiveerd (motiveringsbeginsel) kan worden en in strijd zal zijn met overige algemene beginselen van behoorlijk bestuur., zoals het 'vertrouwensbeginsel' en het 'rechtszekerheidsbeginsel'. 11. Financiële, personele en organisatorische consequenties.(incl. Algemene Reserve) Indien het genomen besluit (weigering van de omgevingsvergunning) wordt vernietigd door de rechter, dient rekening te worden gehouden met financiële consequenties (schadevergoeding) en imagoschade 12. Majeure risico's. lmagoschade in geval van een ten onrechte geweigerde vergunning. 13. Ondernemingsraad. N.v.t. 14. Aanpak communicatie (inclusief eventuele speciale acties naar externe (direct) betrokkenen). Via afdeling OB. 6/6