Gemeente Lopik. Breed inwonersonderzoek. Definitieve rapportage 5 april 2016



Vergelijkbare documenten
Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Moerdijk

Gemeente Roosendaal. Klanttevredenheidsonderzoek Wmo over Concept. 11 augustus 2014

Gemeente Alphen-Chaam

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Gemeente Winterswijk Wmo klanttevredenheidsonderzoek

Gemeente IJsselstein. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Concept 12 juli 2016

Gemeente Steenbergen. Wmo klanttevredenheid over juli 2014

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

Burgerpanel Gorinchem. 1 e peiling: Sociale monitor. Juli 2014

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Gemeente Nederweert. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 30 juni 2017

Huurdersorganisatie WBSG

Hoofdstuk 19. Vrijwilligerswerk (en mantelzorg)

Gemeente Ommen. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 28 juli 2017

Moerdük. ge meente. o 80% ervaart de geboden ondersteuning als nuttig RAADSINFORMAT EBRIEF

Gemeente Zeist. Wmo-klanttevredenheidsonderzoek over juli 2015

Woningstichting De Gemeenschap

Gemeente IJsselstein. Wmo-klanttevredenheidsonderzoek over juli 2015

Betrokkenheid van buurtbewoners. Uitgevoerd door Dimensus in opdracht van gemeenten Leiden, Leiderdorp en Oegstgeest Vergelijking gemeenten 2015

Gemeente Woerden. Klanttevredenheid Wmo over juli 2014

Woningbouwstichting De Gemeenschap

Hoofdstuk 31. Mantelzorg

Gemeente Barneveld. Onderzoek effecten decentralisaties in de gemeente Barneveld. 17 augustus 2015

Gemeente Montfoort. Wmo-klanttevredenheidsonderzoek over augustus 2015

AA EN HUNZE PANEL. Resultaten peiling 5: Zorgen voor elkaar. Januari 2016

1 Startersonderzoek Doesburg

Gemeente Landsmeer. Wmo-klanttevredenheid over juni 2014

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo Zelfstandig wonen. Gemeente Opmeer Juli 2014

Gemeente Utrechtse Heuvelrug

VRIJWILLIGERSWERK IN MOERDIJK

BURGERPANEL CAPELLE OVER EENZAAMHEID

Uitgevoerd door Dimensus Huishoudelijke Hulp gemeente Oosterhout 2016

Uitslag enquête Wmo-beleid gemeente Heumen

18% 16% 14% 12% 10% 8% 6% 4% 2% 0% jaar jaar jaar 65+ Man Vrouw Ja Nee. Deventer gemiddelde

Welzijnsbezoek. Voorbeelden van aanpassingen aan het huis die nodig zijn:

Cliëntervaringsonderzoek Wmo gemeente Simpelveld

Hoofdstuk 14. Mantelzorg

Gemeente Dalfsen. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

Hoofdstuk 20. Vrijwilligerswerk

Gemeente Druten. Onderzoek naar mantelzorg en vrijwilligerswerk. Concept. 16 juni 2014

Hoofdstuk 21 Mantelzorg

Burgeronderzoek gemeente Beverwijk December 2017

minder dan 5 jaar tussen de 5 en de 10 jaar tussen de 10 en de 15 jaar langer dan 15 jaar

Bij deze bieden wij u de resultaten aan van het onderzoek naar de eerste effecten van de decentralisaties in de gemeente Barneveld.

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Burgeronderzoek Bodegraven-Reeuwijk. Gemeente Bodegraven-Reeuwijk Juli 2012

Waar staat je gemeente. Gemeente Enschede

Hoofdstuk 22 Vrijwilligerswerk

Inwonersenquête 2015

Gemeente Beuningen. Wmo klanttevredenheidsonderzoek over Concept. 3 april 2014

fluchskrift

Sociale samenhang in Groningen

Burgeronderzoek gemeente Velsen November 2017

Gemeente Bergen op Zoom

3401 BK IJsselstein Postbus AA IJSSELSTEIN t f e

Wmo-kanteling. Raadpleging Inwonerpanel Dongen

28 november Onderzoek: Mantelzorgen

De ondersteuning voor elkaar

Sociale contacten, vrijetijdsbesteding en praktische ondersteuning

CLIËNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK BREED SOCIAAL LOKET GEMEENTE EDAM-VOLENDAM

Sociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014

Sandwichgeneratie in de gemeente Haaren

Zorg verlenen en zorg ontvangen 2012

Burgeronderzoek gemeente Heemskerk December 2017

Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd

Sociale steun. 1 Conclusies. 2 Kracht van het netwerk. Hoe stimuleren we het beroep op het eigen netwerk?

Groningers positief over sociale contacten in de woonbuurt

Inhoudsopgave Inleiding Leeswijzer 1. Wet maatschappelijke ondersteuning 2. Het gesprek voorbereiden 3. Tot slot

Om een beeld te krijgen van wat er speelde onder de inwoners van Leveroy en om duidelijk te krijgen wat eventuele behoeftes waren heeft de

1. Resultaten van het onderzoek

Zorg en ondersteuning in de gemeente Veere. Goed voor elkaar

Gemeente Aalburg, gemeente Werkendam en gemeente Woudrichem

Onderzoek wonen: Best. Rapport

Cliëntervaringsonderzoek Wmo en Jeugdwet

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Rapportage Enquête Mantelzorgondersteuning 2012

Rapport. Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren

Fries burgerpanel Fryslân inzicht

Feitenkaart Mantelzorgers

Cliëntondersteuning. Tips voor het keukentafelgesprek. Hoe kan ik mij voorbereiden op het gesprek met de Wmo-consulent van de gemeente?

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 16 oktober 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Voor en met elkaar : burgerinitiatieven worden beloond

Wmo-loket. In gesprek over wat u nodig heeft aan ondersteuning

Moerd U k RAADSINFORMATIEBRIEF

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN

Interactief bestuur. Omnibus 2017

HULPDIENST NIJMEGEN. Beleidsnotitie

Is jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg

Mantelzorg, waar ligt de grens?

Cliëntervaringsonderzoek Wmo BMWE gemeenten 2016 Gemeente Bedum AHA! marktonderzoek en marketingadvies

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Onderzoek Digipanel: Contacten met vrienden, familie en buren

Dé mantelzorger bestaat niet

Zelfstandig wonen: de mening van senioren en mantelzorgers uit de stadsregio Rotterdam

Hoofdstuk 24 Financiële situatie

Onderzoek en Statistiek Gemeente Lelystad Telefoon:

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

absoluut % van totaal % van 55+ < % - Huishoudens

Onderzoek naar de belasting en ondersteuningsbehoefte van mantelzorgers in de gemeente Leeuwarden; factsheet

Interactief bestuur. Omnibus 2009

Transcriptie:

Gemeente Lopik Breed inwonersonderzoek Definitieve rapportage 5 april 2016

DATUM 5 april 2016 TITEL Breed inwonersonderzoek ONDERTITEL Definitieve rapportage OPDRACHTGEVER Gemeente Lopik Boulevard Heuvelink 104 6828 KT Arnhem Postbus 1174 6801 BD Arnhem info@companen.nl www.companen.nl (026) 351 25 32 @Companen BTW NL001826517B01 IBAN NL95RABO0146973909 KVK 09035291 AUTEUR(S) Josien Westgeest Cathelijne Bouwkamp PROJECTNUMMER 331.105

Inhoud Samenvatting 1 1 Inleiding 3 1.1 Onderzoeksmethoden 3 1.2 Respons 3 1.3 Leeswijzer 4 2 Ondersteuning verlenen aan anderen 5 2.1 Mantelzorg 6 2.2 Vrijwilligerswerk 7 3 Ondersteuning ontvangen van anderen 9 3.1 Hulpvraag en hulp vragen 9 3.2 Mantelzorg 10 3.3 Vrijwilligershulp 10 3.4 Grens tussen professionele en vrijwillige zorg 11 4 Zelfstandig (blijven) wonen 13 Bijlage 1 15

Samenvatting Algemeen In oktober en november 2015 heeft Companen in opdracht van de gemeente Lopik een brede internetenquête gehouden onder alle huishoudens. In totaal heeft 13% van alle huishoudens hieraan deelgenomen. Deze rapportage biedt inzicht in de resultaten van dit brede inwonersonderzoek. Belangrijke uitgangspunten van de participatiesamenleving zijn dat er meer betrokkenheid van de burger wordt gevraagd en dat de burger zelfstandiger wordt. Zorgvragers zullen meer zelf moeten organiseren en terugvallen op hun sociale netwerk. Dit betekent dat zij meer hulp van familie, vrienden en buurtbewoners moeten inschakelen. Het onderzoek laat zien dat er in de gemeente Lopik relatief veel inwoners zich op vrijwillige basis als vrijwilliger of mantelzorger inzetten voor (mensen uit) hun sociale omgeving en/of dorp. Bovendien blijkt dat de Lopikers het voor bepaalde soorten ondersteuning prettiger vinden om te worden ondersteund door mantelzorgers of vrijwilligers dan door professionals. Ondersteuning verlenen aan anderen Voor het bieden van hulp aan anderen lijkt afstand (en sociale cohesie) een belangrijke factor. Waar de helft van de respondenten bereid is een dorpeling te ondersteunen, is minder dan 17% geneigd inwoners uit andere dorpen te helpen. Het aandeel mantelzorgers in de gemeente Lopik ligt twee keer zo hoog als het landelijk gemiddelde van 20%. De mantelzorgers verlenen voornamelijk ondersteuning aan mensen uit de directe omgeving. Gemiddeld besteedt men ongeveer 8 uur per week aan de zorg. Van alle respondenten zet meer dan de helft (56%) zich op vrijwillige basis in voor één of meerdere organisaties. Men verricht vooral werkzaamheden voor verenigingen. Van de 40% die nog geen vrijwilligerswerk verricht, is 17% bereid dit wel te doen als men ervoor gevraagd wordt. Ondersteuning ontvangen van anderen Van alle respondenten geeft 37% aan (soms) belemmeringen te ervaringen bij het uitvoeren van alledaagse bezigheden. Een ruime meerderheid van de respondenten (80%) heeft één of meerdere personen om op terug te vallen voor hulp, mocht dat nodig zijn. Daarentegen kan 10% kan bij niemand aankloppen wanneer zij ondersteuning nodig hebben. Hulp vragen aan anderen vindt 42% moeilijk. Met name bij mensen uit de directe omgeving blijkt men het vervelend te vinden. Een kleine groep van de respondenten die belemmeringen ervaren (14%) wordt ondersteund door mantelzorgers. Bijna 40% van alle respondenten lijkt het prettig om ondersteund te worden door een vrijwilliger. Het merendeel van de respondenten vindt het voor veel zaken prettiger dat een vrijwilliger of mantelzorger hen hierbij ondersteunt dan dat een professional dit doet. De enige echte uitzondering hierop vormt persoonlijke verzorging. Bijna 70% vindt dit een taak voor beroepskrachten. Van de huidige vrijwilligersorganisaties binnen de gemeente wordt weinig gebruik gemaakt. Slechts een vierde van de respondenten weet welke diensten de instanties bieden. 331.105/g Breed inwonersonderzoek 1

Zelfstandig (blijven) wonen Een ruime meerderheid 73% van de 60-plussers en 82% van de respondenten die (soms) belemmeringen ervaren is niet van plan binnen vijf jaar te verhuizen. Voor de groep verhuisgeneigden (21%) lijkt de leeftijd mee te spelen in de termijn waarop men wenst te verhuizen. Hoe ouder de respondent, des te korter de termijn waarbinnen men wil verhuizen. Twee derde van de respondenten kan alleen thuis blijven wonen als er aanpassingen worden gedaan aan de woning en/of men gebruik gaat maken van zorgdiensten. Voor de meeste respondenten zijn een traplift, kleine aanpassingen zoals het plaatsen van handgrepen en beugels en het rolstoeltoegankelijk maken van de woning, de meest noodzakelijke voorzieningen. 331.105/g Breed inwonersonderzoek 2

1 Inleiding De nieuwe Wmo en de kanteling van de maatschappelijke ondersteuning brengt voor inwoners grote veranderingen met zich mee. Niet alleen inwoners die ondersteuning ontvangen, merken de gevolgen van de nieuwe werkwijze. Ook andere inwoners worden daarmee geconfronteerd als in hun omgeving iemand kampt met problemen met zijn of haar zelfredzaamheid. Van de sociale omgeving wordt immers een grotere bijdrage verwacht in de ondersteuning van kwetsbare inwoners. In opdracht van de gemeente Lopik heeft Companen onderzoek verricht dat inzicht geeft in de motieven van inwoners om zich in te zetten voor de ondersteuning van mensen in hun omgeving (of hun gemeenschap). 1.1 Onderzoeksmethoden Internetenquête De brede inwonersenquête is afgenomen via internet, met uitzondering van een tiental respondenten die de enquête op eigen verzoek telefonisch heeft afgerond. Om het bereik van het onderzoek te vergroten, is de uitnodiging om aan de internetenquête deel te nemen huis-aan-huis verspreid. Ieder huishouden heeft op deze manier de mogelijkheid gekregen om in de maanden oktober en november 2015 aan het onderzoek mee te doen. De vragenlijst had betrekking op de volgende thema s: de sociale cohesie in Lopik; de uitvoering van vrijwilligerswerk en mantelzorg en de bereidheid hiertoe; het vragen van hulp en ondersteuning aan anderen; zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen. Panelgesprek Als aanvulling op de enquête heeft er op maandagavond 14 december 2015 een panelgesprek plaatsgevonden. Hiervoor zijn alle bewoners die zich in de enquête hadden aangemeld, uitgenodigd. In totaal waren circa 40 inwoners van de gemeente Lopik aanwezig. Met hen is gereflecteerd op de uitkomsten van het onderzoek en besproken hoe bewoners en de gemeente gezamenlijk de zorg voor Lopikers zo goed mogelijk kunnen organiseren ondanks bezuinigingen en dergelijke. 1.2 Respons In totaal hebben 665 respondenten aan het onderzoek meegewerkt. Dit komt neer op 13% van alle huishoudens in de gemeente Lopik. In Tabel 1.1 is te zien dat de behaalde respons per kern redelijk overeenkomt met dit gemeentelijke gemiddelde. Tabel 1.1: Gemeente Lopik. Respons Breed inwonersonderzoek 2015. Kern Aantal respondenten Aantal huishoudens Responspercentage Benschop 163 1242 13% Jaarsveld 6 110 5% Lopik 392 3058 13% Lopikerkapel 43 418 10% Polsbroek 61 421 14% Totaal aantal respondenten 665 5249 13% 331.105/g Breed inwonersonderzoek 3

Jaarsveld vormt hierop echter een uitzondering in negatieve zin: slechts 5% van de huishoudens uit deze kern heeft deelgenomen aan de enquête. 1.3 Leeswijzer De structuur van deze rapportage is als volgt: Hoofdstuk 2: De mate waarin men hulp verleent aan anderen, onder andere in de vorm van mantelzorg en vrijwilligerswerk. Hoofdstuk 3: De mate waarin men een ondersteuningsbehoefte heeft en professionele en/of vrijwillige hulp ontvangt van anderen. Hoofdstuk 4: In hoeverre wil en kan men zelfstandig blijven wonen in de huidige woning en welke aanpassingen zijn hiervoor noodzakelijk? In de rapportage zijn groene kaders opgenomen. Hierin wordt per thema beschreven wat er tijdens het panelgesprek is besproken. 331.105/g Breed inwonersonderzoek 4

2 Ondersteuning verlenen aan anderen Dit hoofdstuk gaat in op de zelfredzaamheid en eigen kracht van de inwoners van de gemeente Lopik. Hierbij wordt ingegaan op verschillende belangrijke elementen uit de participatiesamenleving. Het gaat onder andere over onderwerpen als hulp bieden aan medebewoners, mantelzorg verlenen en vrijwilligerswerk verrichten. Hulp verlenen aan elkaar Een doel van het beleid van de gemeente Lopik is om inwoners te stimuleren om elkaar te ondersteunen als dat nodig is. Zoals in onderstaande figuur te zien is, gebeurt dit al veel in de gemeente en deelt bovendien 56% van de respondenten de gedachte dat buren elkaar helpen als dat nodig is. Figuur 2.1: Gemeente Lopik. Hulp en ondersteuning bieden aan elkaar. In mijn buurt zijn weinig mensen eenzaam 19% 28% 20% 32% Het moet weer normaal worden dat buren elkaar helpen als dat nodig is 56% 30% 10% 4% De eerste verantwoordelijkheid voor de ondersteuning van mensen met problemen ligt bij het eigen sociale netwerk 40% 26% 29% 5% In mijn dorp helpt men elkaar waar nodig 47% 32% 8% 13% Als ik hulp nodig heb, biedt familie of dorpsbewoners die 59% 20% 12% 8% Als iemand in mijn dorp hulp nodig heeft, bied ik die 52% 34% 8% 6% Als iemand uit een ander dorp hulp nodig heeft, bied ik die 17% 42% 30% 11% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Eens Neutraal Oneens Weet niet/geen mening Voor de meerderheid (59%) van de respondenten geldt dat zij voor hulp of ondersteuning terug kunnen vallen op familie of mensen uit het dorp. Toch vindt bijna 30% dat het sociale netwerk niet de eerste verantwoordelijkheid voor de ondersteuning moet dragen. Voor het bieden van hulp aan anderen lijkt afstand (en sociale cohesie) een belangrijke factor. Iets meer dan de helft biedt een bewoner uit hetzelfde dorp hulp, mocht dat nodig zijn. Gaat het echter om een hulpvraag van iemand uit een ander dorp in de gemeente, is nog maar 17% bereid hierop in te spelen. Bijna een derde geeft zelfs duidelijk aan in dat geval géén hulp te bieden. Energie steken in buren(-hulp) Lopik is een kleine gemeenschap met over het algemeen veel saamhorigheid en waar bewoners voor elkaar klaar staan. Een deel van de aanwezigen herkent het feit dat er relatief veel burenhulp geboden wordt echter niet. Volgens anderen is dit sterk afhankelijk van de mate waarin men zelf initiatief neemt en energie steekt in het leren kennen en onderhouden van contact met buren en andere dorpsbewoners. 331.105/g Breed inwonersonderzoek 5

2.1 Mantelzorg Onder mantelzorg verstaan we het regelmatig (meerdere keren per week) verlenen van zorg of ondersteuning aan een familielid, buur of vriend(in) die chronisch ziek is of een beperking heeft. Mantelzorgers hebben een zeer belangrijke taak in de verzorging van mensen met een hulpbehoefte. Zonder deze mantelzorgers zouden zij niet of nauwelijks in staat zijn om zelfstandig te kunnen blijven wonen. Circa 40 procent verleent mantelzorg Van alle respondenten verleent 43% mantelzorg. Onder de 35 tot 75 jarigen ligt het aandeel mantelzorgers wat hoger, terwijl van de overige leeftijdsgroepen ongeveer een kwart mantelzorger is. Er blijkt (bijna) geen verschil te zijn in het aandeel mantelzorgers onder mensen met en zonder betaalde baan. Het percentage van 43% is erg hoog vergeleken met landelijk onderzoek. Uit studies van het Sociaal Cultureel Planbureau blijkt namelijk dat ongeveer 20% van de volwassen Nederlanders mantelzorg verleent. Figuur 2.2: Gemeente Lopik. Aan wie wordt de mantelzorg verleend en welke ondersteuning biedt men? Ouder Ander familielid Partner Buurman of -vrouw Vriend(in) of kennis Uitwonend kind Inwonend kind 26% 17% 15% 13% 8% 7% 50% Vervoer (artsbezoek) Gezelschap houden Boodschappen doen Hulp bij administratie Klussen in huis of tuin Hulp in huishouden Vervoer (recreatief) Persoonlijke verzorging Anders 66% 56% 47% 44% 41% 35% 32% 20% 10% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 0% 20% 40% 60% 80% Mantelzorg wordt vooral verleend aan mensen uit de directe omgeving, meestal familie- of gezinsleden. Zo biedt de helft van de mantelzorgers in Lopik ondersteuning aan een ouder. De taken die mantelzorgers verrichten zijn zeer gevarieerd en bestaan in de meeste gevallen uit vervoeren en begeleiden bij het bezoeken van een arts of ziekenhuis, gezelschap houden en boodschappen doen. Slechts één op de vijf mantelzorgers neemt de persoonlijke verzorging van de hulpbehoevende op zich. Mantelzorg wordt van je verlangd Het bieden van ondersteuning aan een partner is volgens sommigen iets dat hoort bij je rol/plicht als echtgenoot. Dat zou voor iedereen normaal moeten zijn. Anderen geven aan dat vergeleken met vrijwilligerswerk, mantelzorg meer iets is waar je niet zozeer voor kiest. Een vrijwilliger gaat bijvoorbeeld vaak gewoon op vakantie, terwijl dit voor veel mantelzorgers lastig is. Gemiddeld 8 uur ondersteuning per week De frequentie en het aantal uren dat men mantelzorg biedt, verschilt per persoon. Voor 16% van de mantelzorgers betreft het de zorg voor de partner of een inwonend kind, waardoor het een (bijna) continue bezigheid is. Daarnaast is het bieden van ondersteuning voor 14% der mate wisselend, dat een gemiddelde tijdsbesteding lastig aan te geven is. 331.105/g Breed inwonersonderzoek 6

Figuur 2.3: Gemeente Lopik. Aantal uur dat men gemiddeld per week aan mantelzorg besteedt. 13% 29% 26% 6% 26% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Tot 2 uur 2-4 uur 4-6 uur 6-8 uur Vanaf 8 uur De overige 70% van de mantelzorgers besteedt gemiddeld 8 uur per week aan de zorg en ondersteuning. Dat is vergelijkbaar met één werkdag uitgaande van een 40-urige werkweek. Ruim 40% van de respondenten die mantelzorg verlenen, spendeert hier slechts enkele uren per week aan. Vangnet voor mantelzorgers Veel bewoners geven aan dat zij genoeg voorbeelden kennen van overbelaste mantelzorgers. Zij nemen te veel taken op zich, als gevolg van de terugtrekkende overheid. Lastig hierbij is dat zij vaak zelf niet aangeven dat het te veel is. Bij het oppikken van dit soort signalen is behalve voor het sociale netwerk een rol weggelegd voor: - Huisarts - Breed Sociaal Loket (BSL) - Casemanager Naast het signaleren van dit soort gevallen, is het ook van belang dat er informatie geboden wordt. Bijvoorbeeld over respijtzorg en dergelijke alternatieven voor mantelzorgers. 2.2 Vrijwilligerswerk Vrijwilligers zijn essentieel voor het draaiende houden van de samenleving en van groot belang voor sportverenigingen, zorginstellingen, politieke en maatschappelijke organisaties. Bovendien zal er de komende jaren een groter beroep worden gedaan op vrijwilligers om (onder andere) de zorg betaalbaar te houden. Meer dan helft zet zich in als vrijwilliger Van alle respondenten uit de gemeente zet 56% zich op vrijwillige basis in voor één of meerdere organisaties. Van de groep 35 tot 75-jarigen is zelfs 60% actief als vrijwilliger. Het verschil in het aandeel vrijwilligers onder mensen met en zonder betaalde baan is verwaarloosbaar. De helft van de werkzaamheden wordt verricht in verenigingsverband. Andere veel genoemde activiteiten zijn ondersteuning van ouderen of mensen met een beperking, inzet voor een goed doel of de eigen wijk of buurt. 331.105/g Breed inwonersonderzoek 7

Figuur 2.4: Gemeente Lopik. Soort vrijwilligerswerkzaamheden die men verricht. Bij een vereniging 52% Ondersteuning hulpbehoevenden 31% Voor een goed doel In mijn buurt of wijk Op de school van mijn kinderen Bij een belangenorganisatie Bij de kerk Anders 15% 14% 9% 12% 23% 26% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% Van de groep respondenten die nog geen vrijwilligerswerk verricht, wil 17% dit wel doen als men ervoor wordt gevraagd. Opvallend is dat een kwart van deze geïnteresseerden jonger is dan 35 jaar. Figuur 2.5: Gemeente Lopik. Stellingen over je inzetten als vrijwilliger. Eigenlijk zou iedereen af en toe vrijwilligerswerk moeten doen 50% 25% 19% 6% Ik wil best vrijwilligerswerk doen, maar ik weet niet hoe ik me daarvoor moet aanmelden 4% 21% 61% 15% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Eens Neutraal Oneens Weet niet/geen mening Een belangrijke vraag is wat de beste manier is om deze potentiële vrijwilligers te motiveren om daadwerkelijk aan de slag te gaan. Uit bovenstaande figuur blijkt dat een kleine groep over de streep te trekken is door (meer) informatie te bieden over het verrichten van vrijwilligerswerk. Verder is de helft van de respondenten van mening dat alle bewoners van de gemeente Lopik af en toe vrijwilligerswerk zouden moeten doen. Werklozen verleiden tot vrijwilligerswerk Proberen om mensen die werkloos geworden zijn, aan het werk te houden door hen met vrijwilligerswerk in contact te brengen. Daarnaast onderzoeken in hoeverre lokale bedrijven werkplekken kunnen bieden voor (jonge) werklozen. 331.105/g Breed inwonersonderzoek 8

3 Ondersteuning ontvangen van anderen Beroep (kunnen) doen op het sociale netwerk wordt de komende jaren steeds belangrijker. Het gaat hierbij niet alleen om toegang tot het sociale netwerk (vrienden, familie, buren), maar ook of men daadwerkelijk bereid is om hulp te (durven) vragen. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de hulpvraag en de wijze waarop deze wordt vervuld door professionele en vrijwillige ondersteuners. 3.1 Hulpvraag en hulp vragen Van alle respondenten geeft 37% aan (soms) belemmeringen te ervaringen bij het uitvoeren van alledaagse bezigheden. Ongeveer de helft van deze respondenten is 65 jaar of ouder. De meerderheid (61%) van deze respondenten met een hulpvraag ontvangt zorg of ondersteuning om deze problemen te verminderen. Bijna 74% wordt geholpen door mensen uit het sociale netwerk, 40% krijgt hulp van medisch specialisten en 27% ontvangt ondersteuning van de gemeente in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo). 80 procent kan terugvallen op sociaal netwerk Van alle respondenten geeft 80% aan één of meerdere personen te hebben om op terug te vallen mocht dat nodig zijn. Het is met name het sociale netwerk waarop men teruggrijpt (familieleden 87%, vrienden 55% en buren 44%), hoewel nog eens 19% aangeeft op mensen van de kerk terug te kunnen vallen. Eén op de tien respondenten kan bij niemand aankloppen wanneer zij hulp of ondersteuning nodig hebben. Figuur 3.1: Gemeente Lopik. Personen op wie men kan terugvallen voor hulp en ondersteuning. Buren Vrienden / kennissen Familie Gemeente Pulse Anderen 27% 32% 35% 56% 69% 77% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% Het vragen om hulp aan anderen vindt 42% van alle respondenten moeilijk en/of vervelend. Zij ervaren dit met name wanneer zij hun hulpvraag (moeten) voorleggen aan mensen uit hun directe omgeving. buren, vrienden of familie. Drempel hulp vragen verlagen Er is niet één oplossing om het makkelijker te maken om hulp te vragen aan anderen. Een combinatie van verschillende zaken werkt het best. - Informatie toegankelijk maken: niet alleen digitaal via website en/of filmpjes, maar ook via gemeentegids, regelmatige berichtgeving in lokale krant en contactpersonen. - Proactieve benadering van inwoners door gemeenten: bijv. jaarlijks een informatiebrief sturen met belangrijke zaken en adressen. 331.105/g Breed inwonersonderzoek 9

- Vrijwilligers die mensen actief benaderen om een netwerk te vormen: bijv. vanuit de Proeftuin (initiatief van een betrokken burger uit Lopik), wijk- en buurtverenigingen, kerken etc. - Ombudsman / wijkzuster : één of meerdere persoonlijke aanspreekpunten per kern bij wie men terecht kan met allerlei vragen en die doorverwijst naar de juiste plek voor het antwoord (een linking pin ). Het faciliteren zou gedeeltelijk door de gemeente en deels vanuit vrijwlligers kunnen komen. Tot slot ligt er ook een belangrijke verantwoordelijkheid bij inwoners zelf. Men zal zelf de eerste stap moeten zetten en zich moeten verdiepen in de beschikbare informatie en contactpunten en personen. 3.2 Mantelzorg Dat circa driekwart van de mensen die belemmeringen ervaren (112 respondenten), hulp of ondersteuning ontvangt van mensen uit het sociale netwerk, betekent niet dat deze groep mantelzorg ontvangt. Dit blijkt uit het feit dat slechts 14% van de respondenten met een hulpvraag (35 respondenten) aangeeft mantelzorg te ontvangen. Hieruit mogen we concluderen dat de eerste vorm van ondersteuning waarschijnlijk minder frequente en belastende hulp omvat. Figuur 3.2: Gemeente Lopik. Van wie ontvangt men de mantelzorg en welke ondersteuning krijgt men? (n=35) Partner Uitwonend kind Vriend(in) of kennis Ouder Ander familielid Buurman/-vrouw Inwonend kind 26% 17% 14% 9% 3% 37% 49% Hulp in huishouden Boodschappen doen Klussen in huis of tuin Vervoer (artsbezoek) Gezelschap houden Hulp bij administratie Persoonlijke verzorging Vervoer (recreatief) Anders 51% 37% 31% 29% 14% 77% 74% 74% 74% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Voor de helft van de hulpvragers geldt dat zij mantelzorg ontvangen van hun partner, uitwonende kinderen en vrienden of kennissen. Zij worden voornamelijk ondersteund bij huishoudelijke taken, het doen van boodschappen, klussen in en om huis en bij ziekenhuisbezoeken. 3.3 Vrijwilligershulp Over het ontvangen van hulp of ondersteuning van vrijwilligers zijn de respondenten erg verdeeld. Hoewel 38% aangeeft dit prettig te vinden, lijkt het 18% onprettig en weten de overige respondenten niet goed wat ze hiervan moeten vinden. Er zijn in de gemeente Lopik verschillende manieren om in contact te komen met vrijwilligers voor het vragen van hulp. Drie instanties die in de gemeenten zaken rondom vrijwilligershulp organiseren zijn: Zorg voor Elkaar: een website waar vraag en aanbod van vrijwilligerswerk wordt gepubliceerd. Handje Helpen: een organisatie die zorgvragers en vrijwilligers aan elkaar koppelt. 331.105/g Breed inwonersonderzoek 10

Vrijwilligerscentrale IJsselstein en Lopik: een website met informatie over vrijwilligerswerk en een vacaturebank. Figuur 3.3: Gemeente Lopik. Bekendheid en gebruik van bestaande vrijwilligersorganisaties. Zorg voor Elkaar 1% 22% 21% 46% 10% Handje Helpen 1% Vrijwilligerscentrale IJsselstein en Lopik 1% 24% 24% 22% 28% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Mee bekend en gebruikt Mee bekend Van gehoord Nooit van gehoord Weet niet 43% 38% 11% 10% Opvallend is dat de bekendheid van de vrijwilligersorganisaties in de gemeente Lopik erg beperkt is. Tevens wordt er erg weinig gebruik gemaakt van de diensten van deze instanties. Ongeveer twee derde van de respondenten heeft nog nooit gehoord van de organisaties of is wel bekend met de naam, maar weet niet (precies) wat zij doen. 3.4 Grens tussen professionele en vrijwillige zorg Eerder beschreven we het toenemende belang van mantelzorgers en vrijwilligers voor de samenleving. Naast de vraag of men dit over het algemeen een gewenste ontwikkeling vindt (38% vindt ondersteuning door vrijwilligers prettig) is het de vraag welke vormen van hulp men het liefst van welke ondersteunende partij ontvangen? Figuur 3.4: Gemeente Lopik. Stellingen over welke partij zorg dient te bieden. Verzorgd worden door familie of vrienden is beter dan zorg van een professional 12% 36% 46% 6% Als ik hulp nodig heb dan is het de taak van de gemeente om mij te helpen 41% 36% 17% 6% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Eens Neutraal Oneens Weet niet/geen mening Kijken we naar ondersteuning in het algemeen, blijkt dat iets meer dan een tiende van de respondenten de voorkeur geeft aan verzorging door familie of vrienden boven zorg van een professionele organisatie. Bijna de helft is het hier echter juist niet mee eens. Verder vindt ongeveer 40% van de respondenten dat de gemeente moet helpen wanneer zij behoefte hebben aan hulp of ondersteuning. In Figuur 3.5 is echter weergegeven dat respondenten in veel gevallen het minstens net zo prettig of prettiger vinden als er binnen hun sociale netwerk of met behulp van vrijwilligers een oplossing wordt gevonden. 331.105/g Breed inwonersonderzoek 11

Figuur 3.5: Gemeente Lopik. Welke partij(en) zouden welke soort(en) ondersteuning moeten verrichten? Vervoer bij artsbezoek 44% 31% 9% 17% Hulp bij administratie/regeltaken 30% 18% 30% 22% Boodschappen doen 29% 49% 3% 19% Gezelschap houden 28% 44% 3% 25% Vervoer bij recreatieve activiteiten 23% 48% 6% 23% Hulp in het huishouden 21% 25% 38% 16% Persoonlijke verzorging 16% 3% 68% 13% Klussen doen in huis of tuin 15% 51% 15% 19% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Mantelzorger Vrijwilliger Professional / zorgaanbieder Weet niet Wat opvalt uit bovenstaande figuur is dat de respondenten vrij uitgesproken zijn over welke zaken wel en juist niet tot het takenpakket van de professionals behoren. Het takenpakket van mantelzorgers toont redelijk wat gelijkenissen met de ondersteuning die men graag van vrijwilligers zou willen ontvangen. Over persoonlijke verzorging is men het meest uitgesproken. Een ruime meerderheid vindt het prettig om deze ondersteuning van een professionele zorgaanbieder te ontvangen. Dit beeld komt overeen met paragraaf 2.1 waarin we constateerden dat weinig mantelzorgers persoonlijke verzorging verlenen. Ongeveer de helft van de respondenten geeft er de voorkeur aan om vrijwilligers in te schakelen voor klussen in en om huis, boodschappen doen, vervoer naar clubs, vrienden of activiteiten en gezelschap houden. Het vervoer en de begeleiding bij bezoeken aan een arts of ziekenhuis is het meest weggelegd voor de mantelzorger. Over hulp bij de administratie en huishoudelijke taken zijn de meningen wel (meer) verdeeld. Er is een groep die het prettig vindt dat een professional deze hulp biedt, terwijl ook vrij veel respondenten graag zien dat mantelzorgers of vrijwilligers deze ondersteuning verlenen. Persoonlijke verzorging door proffesional - De deelnemers herkennen zich in de uitkomst dat persoonlijke verzorging meer is weggelegd voor de professionals en de andere zaken prima door mantelzorgers en vrijwilligers kunnen worden gedaan. - Mantelzorgers en vrijwilligers hebben meestal geen specialistische kennis en moeten daarom enigszins worden beschermd. Zonder het enthousiasme en inzet van de vrijwilliger te niet te doen, moet worden voorkomen dat men in situaties terecht komt waar men niet mee om kan gaan. Dit kan door: -> het houden van een intakegesprek -> begeleiden en/of trainen van vrijwilligers 331.105/g Breed inwonersonderzoek 12

4 Zelfstandig (blijven) wonen Veel mensen geven er de voorkeur aan zolang mogelijk zelfstandig te blijven wonen. Met de aanpassingen in de Wmo die in 2015 van kracht zijn geworden, wil de overheid faciliteren dat mensen zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen en andere mensen kunnen blijven ontmoeten. In dit hoofdstuk gaan we in op de woonwensen van de respondenten en de eventuele aanpassingen die benodigd zijn. Ruime meerderheid wil niet verhuizen Bijna driekwart van de respondenten in de leeftijd van 60 jaar en ouder zijn niet van plan op korte termijn te verhuizen (binnen circa 5 jaar) naar een (beter) geschikte woning. Figuur 4.1: Gemeente Lopik. Mate waarin 60-plussers op korte termijn willen verhuizen. 60 tot 75 jaar 2% 3% 16% 73% 6% Vanaf 75 jaar 2% 12% 7% 72% 7% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Ja, zo snel mogelijk Ja, binnen twee jaar Ja, maar niet binnen 2 jaar Nee Weet niet Van de 21% die wel van plan is te gaan verhuizen, wil slechts 2% zo snel mogelijk verhuizen. Verder lijkt de leeftijd mee te spelen in de termijn waarop men wenst te verhuizen. Het merendeel van de groep verhuisgeneigden vanaf 75 jaar wil binnen twee jaar verhuizen, terwijl de 60 tot 75-jarigen voor een langere termijn kiezen. Kijken we naar de groep respondenten die (soms) belemmeringen ervaren in het dagelijks functioneren, blijkt dat van hen 82% zo lang mogelijk in de huidige woning wil blijven wonen, eventueel door aanpassingen te doen. Belemmeringen bij verhuizen Een kleine minderheid die graag wil verhuizen krijgt te maken met zaken die het voor hen lastig maken de stap te zetten. Allereerst was het in de afgelopen tijd lastig om een woning te verkopen. Daarnaast krijgt men bij verhuizing naar een huurwoning te maken met een aanzienlijke verhoging van de maandlasten. Een derde punt is dat men veelal de vertrouwde buurt met het opgebouwde sociale netwerk moet verlaten. Geschiktheid huidige woning Om ervoor te zorgen dat men ook daadwerkelijk in de woning kan blijven wonen, moet ongeveer twee derde van de respondenten de woning aanpassen en/of gebruik gaan maken van zorgdiensten. 331.105/g Breed inwonersonderzoek 13

Figuur 4.2: Gemeente Lopik. Levensloopgeschiktheid van de huidige woning naar hulpbehoevendheid respondent. Ja, met aanpassingen in de woning 18% 15% Ja, met gebruik van zorgdiensten 9% 12% Ja, met aanpassingen én zorgdiensten Ja, zonder aanpassingen of zorgdiensten 5% 2% 37% 42% Nooit belemmeringen Vaak / soms belemmeringen Nee, dan kan ik hier niet blijven wonen 20% 16% Weet niet 12% 13% 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% Het verschil tussen de groep met en zonder belemmeringen en de mate waarin hun woning geschikt (te maken) is, is relatief klein. Voorbereiden op de toekomst Een grote groep (nu nog jonge senioren) wil niet verhuizen en houdt zich niet bezig met het aanpassen van de woning aan de verslechterende gezondheid. Het is goed om te inventariseren welke rol de gemeente kan spelen bij het vergroten van de bewustwording. Woningaanpassingen De 126 respondenten die zo lang mogelijk in hun woning willen blijven wonen, maar dit pas kunnen verwezenlijken zodra er aanpassingen zijn gedaan, hebben met name behoefte aan een traplift, handgrepen en beugels en het rolstoeltoegankelijk maken van de woning. Zij vragen anderen om deze aanpassingen uit te voeren. Het vaakst stappen zij naar de gemeente, een aannemer en iemand uit hun sociale netwerk om deze veranderingen te verwezenlijken. Figuur 4.3: Gemeente Lopik. Welke woningaanpassingen zijn noodzakelijk en wie gaat deze uitvoeren? (n=126) Traplift Kleine aanpassingen Rolstoeltoegankelijk Slaapkamer beneden 37% 31% 25% 47% Vragen aan gemeente Aannemer / klusjesman Iemand uit omgeving 17% 36% 45% Badkamer beneden 2e toilet op verdieping Anders Weet niet 21% 8% 5% 13% Zelf Anders Weet niet 6% 14% 19% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 0% 10% 20% 30% 40% 50% Woningaanpassingen en alternatieven - Verstrekken van (informatie over mogelijkheden tot) subsidie voor het doen van aanpassingen in de woning. - Er zijn succesvolle voorbeelden van woonvormen waarin jongere doelgroepen met ouderen worden gecombineerd. De jongere huurders betalen een lagere huur in ruil voor ondersteuning van de oudere medebewoners. Is dit mogelijk in de gemeente Lopik? 331.105/g Breed inwonersonderzoek 14

Bijlage 1 Deze bijlage bevat nog enkele laatste uitwerkingen van de panelbijeenkomst. Het zijn meer algemene opmerkingen over de besproken thema s in dit onderzoek. Netwerk creëren Het creëren van een (vrijwilligers-)netwerk is volgens de deelnemers erg belangrijk. Op deze manier kunnen verschillende mensen van elkaars expertise profiteren de één is goed met computers en de ander houdt van tuinieren en komt niet alle verantwoordelijkheid neer op één persoon. Breed Sociaal Loket (BSL) - BSL zou niet alleen op afspraak toegankelijk moeten zijn. Het zou prettig zijn als je gewoon kunt binnenlopen en geholpen wordt. - Een groot deel van de aanwezigen weet niet precies wat het BSL is en waarvoor je er terecht kunt. Zij geven aan behoefte te hebben aan meer informatie over het loket. Wie gaat mij verzorgen? Een deel van de bewoners maakt zich zorgen over de toekomst. Nu zorg vanuit de overheid niet meer vanzelfsprekend is, vraagt men zich af hoe het hen zal vergaan als zij hulpbehoevend worden. Anderzijds geeft een groot deel aan zich hier geen zorgen over te willen maken: dat zien we dan wel. Betrekken bewoners voor betrokkenheid Men geeft aan het prettig te vinden dat de gemeente informatie over de huidige stand van zaken en eventuele plannen deelt met bewoners. Zij voelen zich hierdoor meer betrokken. Het raadplegen van bewoners om te peilen tegen welke zaken zij aanlopen en/of welke zaken juist goed gaan en het ophalen van goede ideeen en initiatieven wordt eveneens gewaardeerd. 331.105/g Breed inwonersonderzoek 15