Wat heeft de jeugd nodig?



Vergelijkbare documenten
BelangenOrganisatiesOverijssel. Maak de transitie jeugdzorg tot een succes!

BelangenOrganisatiesOverijssel. Transitie jeugdzorg; Handel alsof het je eigen kind is!

7 Het zorgaanbod jeugdzorg Inleiding Provinciale jeugdzorg (voormalige jeugdhulpverlening) 135

Transitie Jeugdzorg. 2 april 2014 Ronald Buijs Directeur Yulius KJP

Stelselwijziging jeugd. Informatie 20 februari 2013

BelangenOrganisatiesOverijssel. Een sterke positie innemen

Welke AFSPRAKEN gelden bij partijen die betrokken zijn bij de JEUGDZORG in Zeeland?

Veranderingen in de Jeugdzorg Zeeland: Vraag- en antwoord

Jeugdzorg verandert. Decentralisatie +

De ondersteuning en zorg voor kinderen en hun opvoeders wordt in het huidige stelsel gefinancierd door meerdere partijen:

Jeugdzorg in Brabant. Statencommissie Zorg Welzijn Cultuur 19 oktober 2007

Beleid Jeugdhulp. De aanpak in Stein, de Westelijke Mijnstreek en Zuid-Limburg

Vereniging van Nederlandse Gemeenten BAOZW Annelies Schutte en Wim Hoddenbagh

Jeugdarts en de Jeugdwet 2015

Centra voor Jeugd en Gezin in Nederland

Samenwerking JGZ - Jeugdzorg

Jeugdhulp in Nissewaard

Inzicht in de jeugdzorg en de samenhang met gerelateerde domeinen

Passend Onderwijs & Transitie Jeugdzorg 16 september 2013

Factsheet decentralisatie jeugdzorg t.b.v. informatie bijeenkomst voor de raad van Gouda d.d. 1 februari 2012

Informatiebijeenkomst

ZORG VOOR JEUGD FRYSLÂN OP KOMPAS INVOEGEN EN AANSLUITEN. Samenvatting

Regionaal en lokaal Beleidskader Transitie Jeugdzorg Route Zuidoost

Betreft: Veranderingen in de jeugdhulp en het overgangsrecht - informatie voor ouders en verzorgers van kinderen in jeugdhulp

Jeugdzorg naar gemeenten

Jeugdzorg naar gemeente: agenda voor inhoudelijke vernieuwing

Transitie Jeugdzorg en Jeugdgezondheidszorg. Contactpersonenavond AJN Zuid-Holland 19 september 2013

Onafhankelijke cliëntondersteuning vanuit cliëntenperspectief. De stand van zaken medio 2015

Decentralisatie Jeugdzorg. Van transitie naar transformatie. Samen maken we het mogelijk!

Hoofdstuk 2. Gemeente

Participatie van jeugd en ouders in gemeenten

Medisch specialist ziekenhuis

Startnotitie. Projectnaam : Transitie jeugdzorg. Ambtelijk opdrachtgever : André van Nieuwpoort. Bestuurlijk opdrachtgever :

Stelselherziening Jeugdzorg. Platform Middelgrote Gemeenten

Highlights conceptwetsvoorstel Jeugdwet juli 2012

Managementsamenvatting Regionaal Beleidskader Route Zuidoost

Wethouder Johan Coes Gemeente Hellendoorn. Wethouder Jan Binnenmars Gemeente Twenterand. Wethouder Dianne Span Gemeente Wierden

Transitie en transformatie van de zorg voor jeugd

Welke kansen geeft decentralisatie van de Jeugdzorg voor Welzijn? Voorjaarsworkshop Verdiwel 7 april 2011 Inleiding Wiel Janssen

Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling. Sociaal medische contractering Jeugd. Organisatie wijkteams

DECENTRALISATIES SOCIAAL DOMEIN. Raadsvoorstellen 2014

de jeugd is onze toekomst

Wat verandert er voor jeugdigen en gezinnen met jeugdhulp?

Jeugdhulp. Regio Gooi en Vechtstreek. Marjet van Elten Beleidsadviseur Jeugd en Onderwijs

Om het kind. Hervorming zorg voor de jeugd Kennisnetwerk JGZ OCW. Justitie J&G. Provincie. Gemeenten. Gemeentefonds VWS.

AEEC0F C92EC0EDAAB0D4FFDtxt Aan de leden van de gemeenteraad,

Heel het Kind Samenvatting van de concept kadernota

Transformatie jeugdzorg: samen werken aan vernieuwing

Transitie Jeugdzorg. Woerden, 17 oktober 2013

Triple P en Transitie Jeugdzorg 24 april Yvonne van Westering, Nederlands Jeugdinstituut Margreet de Jongh, SO&T

Pedagogische civil society: Gemeenschappelijke activiteiten van burgers rondom het grootbrengen van kinderen.

Eerder en Dichtbij. Projectplan

Slimme verbindingen voor gezond opvoeden en opgroeien

N.B. Voor Haaglanden geldt dat de taken die in dit plaatje bij de provincie liggen de verantwoordelijkheid zijn van het stadsgewest Haaglanden.

Transitie Jeugdzorg. Door José Vianen; Adviseur

Bureau Jeugdzorg Gelderland Bereikbaar en Beschikbaar

Weten wat er verandert in de jeugdhulp in 2015? Deze lijst geeft antwoord op de meest gestelde vragen.

De slimste route? Vormgeven toegang

Medezeggenschap van kinderen en jongeren en de nieuwe Jeugdwet

Contouren van een nieuw jeugdstelsel

Transitie Jeugdzorg. Van zorgen voor naar zorgen dat. Informatiebijeenkomst voor raadsleden Elburg 7 mei 2012

Over zorg voor de jeugd en de Jeugdwet. hoorn.nl

Raadscommissievoorstel

De Jeugdwet en pleegzorg: transitie en transformatie?!

Bestuurlijke afspraken in het kader van de voorbereiding transitie Jeugdzorg

Toekomstige ontwikkelingen transitie jeugdzorg Rotterdam

Krachten bundelen voor De toekomst van Zwolle

Vragen en antwoorden Jeugdzorg gemeente De Bilt voor inwoners, versie december 2014

KANSRIJK OPGROEIEN IN LELYSTAD

Transformatie Jeugdzorg

Transitie Jeugdzorg. Presentatie PMA Donderdag 24 november Monique te Wierik Beleidsadviseur Gemeente Apeldoorn

6 februari 2012 Voortgang Transitie Jeugdzorg Raadsinformatieavond Haaren februari 2012

INLEIDING. Openingsfilm

Ik krijg ondersteuning bij de opvoeding en zorg voor mijn kind. Wat verandert er in 2015?

hoofdlijnennotitie Decentralisatie Jeugdzorg Westelijke Mijnstreek

Vragen en Antwoorden voor huidige cliënten jeugdhulp

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

Jeugdwet Informatieblad Ieder(in) Juli 2014

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Het organiseren van een Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (AMHK)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Transitie landelijk en basispakket Jeugdgezondheidszorg. Afdeling Utrecht, 24 mrt 2014 Jeugdarts, laat van je horen!

Algemene gegevens Om te beginnen willen wij graag wat algemene informatie van u ontvangen. Uw gegevens worden geanonimiseerd verwerkt.

Bestuurlijke afspraken in het kader van de voorbereiding transitie Jeugdzorg

Transitie Jeugdzorg en Passend Onderwijs

Zorg voor jeugdigen in Nederland

Raadsvergadering 27 februari en 6 maart 2014 Datum

Hoe staan we ervoor? Transformatie in wording. Inge Bakker Kennispunt Twente

Toolkit Cliëntenparticipatie Zorg en Welzijn

Informatienota voor de raad

Cliëntenperspectief op de compensatieplicht

Veelgestelde vragen over de veranderingen in de jeugdzorg per

Centrum voor Jeugd en Gezin

Aanpak: CJG-aanpak. Beschrijving

DE JEUGD- & GEZINSBESCHERMER

Van Wmo-adviesraad naar een Adviesraad Sociaal Domein Katwijk

Advies conceptwetsvoorstel Jeugd. Geachte,

Toetsingskader Kwaliteit opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

RAADSINFORMATIEBRIEF

Transcriptie:

BelangenOrganisatiesOverijssel Wat heeft de jeugd nodig? Handreiking voor cliëntenparticipatie tijdens en na de transitie jeugdzorg vanuit cliëntenperspectief Rapportage 2013

BelangenOrganisatiesOverijssel is een samenwerkingsverband van Overijssel Platform VG, Platform Mantelzorg Overijssel, SENtrum Ouderen en Zorgbelang Overijssel. P/a Kievitstraat 9, 7557 AP Hengelo, T. 074-250 01 55 F. 074-242 75 67 info@belangenorganisatiesoverijssel.nl www.belangenorganisatiesoverijssel.nl

Inhoudsopgave Inleiding 4 1. Het jeugdzorgstelsel en de jeugdwet 5 1.1 Algemene jeugdvoorzieningen 5 1.2 De eerste lijn 6 1.3 De tweede lijn 6 1.4 Nieuwe jeugdhulpstelsel 7 2. Meedenken en meedoen 9 2.1 Het doel 9 2.2 Partners 9 2.3 BelangenOrganisatiesOverijssel 9 2.4 Participatieladder 10 3. Participatie vanuit het perspectief van de burger 11 3.1 Lokale participatie: Wat willen kinderen, jongeren en hun ouders graag? 11 3.2 Jongerenparticipatie 11 3.3 Advies BelangenOrganisatiesOverijssel over jongerenparticipatie 12 3.4 Lokale participatie: wat vinden Wmo-raden belangrijk? 12 3.5 Advies BelangenOrganisatiesOverijssel over participatie Wmo-raden 13 3.6 Regionale en provinciale clientenparticipatie 13 3.7 Stem van de jongere 13 3.8 Cliëntenplatform Jeugd 14 3.9 Wat doet het Cliëntenplatform Jeugd? 14 3.10 Advies BelangenOrganisatiesOverijssel over het Cliëntenplatform Jeugd 15 3.11 Monitor jeugd 15 3.12 Overzicht cliëntenparticipatie 15 4. Checklist participatie transitie jeugdzorg 16 4.1 Voorbereiding 16 4.2 Uitvoering 16 4.3 Terugkoppeling en evaluatie 16 5. Concrete doelen voor gemeenten en Wmo-raden 17 5.1 Doel en doelgroep 17 5.2 Planning 17 5.3 Communicatie en informatie 17 5.4 Benaderen 17 5.5 Investeren 17 5.6 Klachtopvang 17 6. Bronnen en meer informatie 18 6.1 Bronnen 18 6.2 Meer informatie 18 Wat heeft de jeugd nodig 3

Inleiding Voor u ligt een praktische handreiking voor gemeenten en Wmo-raden om te komen tot sterke, lokale en regionale vormen van cliëntenparticipatie op maat. Het ontwerp gaat uit van de wensen van de lokale belangenbehartigers, de mogelijkheden van de gemeenten, maar ook van de deskundige adviezen van landelijke organisaties. Het resultaat is gericht op sterke cliëntenparticipatie bij gemeenten en bij de aanbieders van de toekomstige zorg en ondersteuning. Het resultaat is een handreiking voor gemeenten en Wmo-raden over hoe zij tijdens en na de transitie jeugdzorg de participatie kunnen vormgeven. Gemeenten kunnen kinderen, jongeren en hun ouders, belangenbehartigers en burgers op verschillende manieren betrekken bij de transitie jeugdzorg. Betrokkenheid van deze groepen kan op inhoudelijk niveau - bijvoorbeeld meedenken over de invulling van het aanbod voor jongeren binnen de gemeente- maar ook op meer beleidsmatig niveau - meedenken over richtlijnen en nieuw beleid. In hoofdstuk één wordt de huidige situatie van het zorg en hulpaanbod voor jongeren en wat er gaat veranderen besproken. In hoofdstuk twee leest u meer over wat participatie is en welke niveaus worden onderscheiden. In het derde hoofdstuk wordt aangegeven aan welke manier van participatie jongeren, cliëntenraden, Wmo-raden en andere belangenbehartigers de voorkeur geven en hoe zij de situatie graag willen zien in Overijssel. Er wordt dan tevens een pilot besproken die BelangenOrganisatiesOverijssel heeft opgezet in samenwerking met betrokkenen zoals jongerenraden, cliëntenraden, pleegouderraden en Wmoraden. In het vierde hoofdstuk vindt u een checklist die u kunt gebruiken om na te gaan of het beleid binnen uw gemeente voldoet aan de criteria die jongeren, hun ouders en belangenbehartigers hebben opgesteld. Tot slot staan in het vijfde hoofdstuk concrete doelen vanuit cliëntenperspectief voor gemeenten en Wmoraden. Dat participatie in de praktijk niet even gemakkelijk is blijkt wel uit de vele signalen die BelangenOrganisatiesOverijssel hierover binnen krijgt vanuit cliëntenraden, jongerenraden, (pleeg)ouders en Wmo-raden. De transitie jeugdzorg is een mogelijkheid om participatie te verbeteren. Of u nu projectleider, manager, bestuurder, jongere, jongerenraadslid, cliëntenraadslid of Wmo-raadslid bent. Deze handreiking is bedoeld als inspiratie om participatie vorm te geven op een manier die bij uw gemeente past en waarin uw gemeente tijdens en na de transitie jeugdzorg, kwaliteit op maat kan leveren aan de (jonge) burgers in uw gemeente, regio of provincie. Cliëntenparticipatie moet ook ná de transitie jeugdzorg geborgd worden bij gemeenten. Om de participatie in de nieuwe jeugdzorg goed vorm te geven is het belangrijk dat de cliëntenparticipatie voortgang vindt en gedragen wordt door gemeenten. Daarbij is onafhankelijke ondersteuning van groot belang. Op deze manier zullen er in 2015 én daarna per gemeente of per regio sterke vrijwillige belangenbehartigers zijn, die mee kunnen praten en op een juiste manier kunnen adviseren omtrent de lokale en regionale ontwikkelingen en besluiten rond de nieuwe jeugdzorg. Wat heeft de jeugd nodig 4

1. Het jeugdzorgstelsel en de jeugdwet Om duidelijk te krijgen hoe de cliëntenparticipatie van de jeugdzorg vorm gegeven kan worden, leggen we eerst uit hoe de jeugdzorg nu is vormgegeven en wat er gaat veranderen. De jeugdsector is versnipperd, dit blijkt uit onderstaand overzicht van het huidige Nederlandse jeugdzorgstelsel: Bron: http://www.nji.nl/ 1.1 Algemene jeugdvoorzieningen Er bestaan in Nederland de algemene jeugdvoorzieningen, ook wel de pedagogische basisvoorzieningen, de voorliggende voorzieningen of de nulde lijn genoemd. Dit zijn bijvoorbeeld scholen, kinderopvang, en sportverenigingen. Deze voorzieningen zijn gericht op de ontwikkeling van kinderen. Hier kan aan preventie worden gedaan, zodat alledaagse opvoedingsvragen en problemen niet ontsporen. Daarnaast zijn het ook de plaatsen, waar met een goede signalering ernstige problemen vroegtijdig opgespoord kunnen worden en snel zijn te verhelpen. Hierdoor kunnen ergere situaties worden voorkomen. Het jeugdbeleid is erop gericht deze voorzieningen te versterken, zodat professionals alledaagse problemen zelf snel en goed kunnen oplossen en ernstiger problemen kunnen signaleren. In een aantal gemeenten wordt ook het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) als ontmoetingsplaats voor opvoeders gezien. Woningbouwcorporaties, arbeidsbemiddeling en vrijetijdsbesteding zijn ook belangrijk voor het gezond opgroeien van kinderen en jongeren. Een goede huisvesting, dagbesteding (arbeid, school, vrije tijd) en een inkomen boven het minimale bijstandsniveau zijn voor jongeren en gezinnen belangrijke voorwaarden om goed te functioneren. Jeugdbeleid is er daarom ook op gericht om de samenwerking met deze voorzieningen te stimuleren. Deze voorzieningen worden door uiteenlopende instanties gefinancierd. De gemeente wordt geacht in haar preventieve jeugdbeleid de regie te voeren. Wat heeft de jeugd nodig 5

1.2 De eerste lijn Onder de eerste lijn vallen de jeugdgezondheidszorg, de opvoed- en opgroeiondersteuning, de advisering aan jongeren en opvoeders en de lichte hulpverlening. Volgens de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Wet publieke gezondheid (Wpg) zijn gemeenten verantwoordelijk voor de realisering van een goed aanbod op dit terrein. In een gemeente kunnen veel verschillende instanties dit aanbod verzorgen. Denk hierbij aan bijvoorbeeld kraamzorg, thuiszorgorganisaties, consultatiebureaus, GGD-en, pedagogische adviesbureaus en jeugdzorgaanbieders. Deze zorgen ondermeer voor deskundigheidsbevordering van professionals en de uitvoering van preventieprogramma s in de basisvoorzieningen, vroegtijdige signalering en het zo vroegtijdig mogelijk aanpakken van problemen (vroeghulp). De financiering van deze voorzieningen loopt via verschillende kanalen. De bedoeling is dat al deze instanties gaan samenwerken in een CJG. De gemeente is hiervoor verantwoordelijk. Op het snijvlak van de eerste en de tweede lijn opereren in het onderwijs de zogeheten zorg- en adviesteams (ZAT s). Deze zijn ervoor om scholen te ondersteunen bij de snelle signalering en aanpak van zorgleerlingen en te zorgen voor een adequate verwijzing en samenhangende hulp aan leerlingen die meer gespecialiseerde zorg nodig hebben. In een zorg- en adviesteam nemen vaak verschillende instanties deel, zoals het CJG (in het bijzonder de jeugdgezondheidszorg), bureau jeugdzorg, professionals van school, maatschappelijk werk, leerplichtambtenaren en politie. 1.3 De tweede lijn De tweede lijn bestaat uit de volgende onderdelen: Zorgaanbieders van de provinciaal gefinancierde jeugdzorg. De hulp omvat de intensief ambulante hulpvormen en vormen van intensieve, gespecialiseerde pedagogische thuishulp bij met name multiprobleemgezinnen, de daghulp (semi-residentiële zorg), de dag- en nachthulp (residentiële zorg) en de pleegzorg. Ook de gesloten jeugdzorg -door sommigen ook wel aangeduid als de derde lijn - behoort tot deze groep. De provincies krijgen voor al deze zorgvormen een doeluitkering van het Rijk. De door zorgverzekeraars gefinancierde geestelijke gezondheidszorg voor jeugdigen (jeugd-ggz). Deze omvat de ambulante ggz en de kinder- en jeugdpsychiatrische zorg (poliklinische en klinische zorg). Een deel valt nog onder de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en kan als een patiëntgebonden budget (pgb) worden uitgekeerd. De via de AWBZ gefinancierde licht verstandelijke gehandicaptenzorg voor jeugdigen (jeugd-lvg). Ook hier vinden we uiteenlopende zorgvormen, eventueel als persoonsgebonden budget (PGB) uit te keren. De jeugdbescherming (Raad voor de Kinderbescherming en de gezinsvoogdij), de justitiële jeugdinrichtingen en de jeugdreclassering. Het ministerie van Justitie financiert deze voorzieningen, voor een deel via de provincies. De gespecialiseerde onderwijsvoorzieningen, zoals de ondersteuning van leerlingen met speciale behoeften met een leerling-gebonden budget, reboundvoorzieningen, het speciale onderwijs in de clusters 1 t/m 4. In cluster 4 komen veel kinderen die in verband met gedragsproblemen en stoornissen als autisme ook veel met jeugdzorg te maken hebben. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap financiert dit. Er is nieuw beleid op dit terrein ingezet onder de naam passend onderwijs, waarbij regio s zelf verantwoordelijk worden voor het realiseren van een sluitende inrichting van zorgsystemen en speciale voorzieningen in het onderwijs. Wat heeft de jeugd nodig 6

In de Wet op de jeugdzorg is geregeld dat het bureau jeugdzorg indicaties afgeeft voor jeugdzorg in de tweede lijn. Het bureau jeugdzorg is tevens verantwoordelijk voor taken van het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling en de uitvoering van jeugdbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering. De bureaus jeugdzorg vallen onder de provincies, zij krijgen hiervoor een doeluitkering van het rijk. In de praktijk lopen indicaties voor zorg uit de zorgverzekeringswet en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) niet alleen via bureau jeugdzorg, maar ook via de huisartsen en het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ). Jeugdbescherming, justitiële jeugdinrichtingen en jeugdreclassering worden - conform de wet - ingezet op aanwijzing van de rechter. Speciale commissies of indicatieorganen van het onderwijs kennen aan leerlingen gespecialiseerde onderwijsvoorzieningen toe. In de Wet op de jeugdzorg is geregeld dat een indicatiebesluit van het bureau jeugdzorg de cliënt een opeisbaar recht op jeugdzorg geeft. Dit recht staat in het beleid momenteel ter discussie: de vraag naar jeugdzorg groeit explosief en dat roept de vraag op of dit recht op de lange termijn is waar te maken. In de verschillende voorzieningen binnen de tweede lijn vinden we vaak dezelfde jongeren en gezinnen. Bron: http://www.nji.nl/ 1.4 Het nieuwe jeugdstelsel De gemeente wordt in 2015 verantwoordelijk voor al deze verschillende vormen van hulp en zorgaanbod voor kinderen en jongeren. Hieronder wordt dit uitgelegd in een tabel. Het nieuwe beleid is er dan ook op gericht betere samenwerking of integratie van voorzieningen tot stand te brengen. Wat heeft de jeugd nodig 7

Het nieuwe stelsel van jeugdhulp is erop gericht dat ieder kind gezond en veilig kan opgroeien, kan groeien naar zelfstandigheid en kan deelnemen aan het maatschappelijk verkeer, rekening houdend met zijn ontwikkelingsniveau. Ouders zijn hiervoor eerst verantwoordelijk. Als dit niet vanzelf gaat, komt de overheid in beeld. Dan moet het jeugdstelsel snel, goed en op maat functioneren: Geen kind buiten spel. Omdat het huidige stelsel verschillende tekortkomingen laat zien, is deze stelselwijziging gericht op: een omslag (transformatie) naar meer preventie en eerdere ondersteuning. uitgaan van de eigen kracht van jeugdigen en hun ouders. minder snel medicaliseren van problemen. integrale aanpak met betere samenwerking rond gezinnen en (jeugd)hulp op maat. De nieuwe Jeugdwet regelt dat de gemeenten vanaf 2015 verantwoordelijk worden voor alle ondersteuning, hulp en zorg aan kinderen, jongeren en opvoeders. Wat heeft de jeugd nodig 8

2. Meedenken en meedoen Hoe komt u tot sterke, lokale, regionale of provinciale vormen van cliëntenparticipatie? Er is geen vast format voor participatie te geven. Elke gemeente is anders. Wat bij de een werkt, werkt bij de ander minder goed. Wel zijn er overeenkomsten en overstijgende zaken die regionaal of provinciaal opgepakt kunnen worden. Om na te gaan hoe u komt tot sterke vormen van participatie gaan we eerst na wat participatie tijdens en na de transitie inhoudt. Participatie is de invloed die kinderen, jongeren en hun ouders, belangenbehartigers en burgers hebben op de ontwikkeling en invulling van het beleid tijdens en na de transitie jeugdzorg. 2.1 Het doel Voordat u bezig gaat met participatie is het belangrijk dat u weet wat uw doel is. Stel uzelf en anderen waarmee u samen werkt de vraag waarom u participatie zo belangrijk vindt. Participatie is geen doel op zich maar een middel om iets te bereiken. Wat maakt dat u participatie belangrijk vindt? Een antwoord zou kunnen zijn: Omdat het beleid beter wordt wanneer betrokkenen zelf meedenken. Dit is een veelgehoord antwoord. Toch kan deze door diverse personen anders worden opgevat zodat u na een tijdje toch vastloopt. Om duidelijk te kunnen achterhalen wat uw doel is zult u uzelf en de mensen met wie u samenwerkt wellicht vaker dezelfde vraag moeten stellen om steeds concreter uw doel vast te stellen. Een voorbeeld zou kunnen zijn: Wij vinden participatie belangrijk omdat we tijdens en na de transitie jeugdzorg, kwaliteit op maat willen leveren aan de (jonge) burgers in onze gemeente. Bent u vervolgens nog niet helemaal tevreden over de concreetheid van uw doel dan kunt u deze stap herhalen net zolang totdat u en de mensen met wie u samenwerkt zich kunnen vinden in het doel en dezelfde invulling van het doel voor ogen hebben. 2.2 Partners Ga vervolgens na wie u wilt laten participeren en op welk niveau. Het huidige zorg- en hulpaanbod voor kinderen, jongeren en ouders is ingewikkeld. Men ziet door de bomen vaak het bos niet meer. Er is behoefte aan samenhang en krachtenbundeling. Nu de financiering en de aansturing bij gemeenten komt te liggen, is dit een kans op samenwerking en een integrale aanpak. In veel gemeenten steekt men in op preventie en een laagdrempelig aanbod. Sluit hierin aan op zaken die al goed lopen. Bezuinig effectieve methodes niet weg. Vind niet opnieuw een wiel uit. Maak gebruik van de kennis en kunde die er is. Zorg voor een goed totaalaanbod, daarbij is kennis van de lokale situatie nodig. 2.3 BelangenOrganisatiesOverijssel BelangenOrganisatiesOverijssel heeft jarenlange ervaring op het brede gebied van zorg voor jeugdigen en ouders. Onze Wmo-adviseurs kunnen gemeenten ondersteunen bij de transities en aanverwante ontwikkelingen (AWBZ, jeugdzorg, Wet werken naar vermogen en Passend onderwijs). BelangenOrganisatiesOverijssel kent de Overijsselse gemeenten en is een onafhankelijke partij die in die regio kan ondersteunen bij samenwerking, het opstellen van (visie)notities en het praktisch begeleiden van de transitie. Denk bij het in kaart brengen van hen die te maken hebben met de transitie jeugdzorg ook aan kinderen, jongeren en hun ouders, cliëntenraden van jeugdzorginstellingen, jongerenraden, Wmo-raden, cliëntenraden van centra voor jeugd en gezin, pleegouders, ouderraden van (speciaal onderwijs) scholen enz. Dit klinkt voor de hand liggend, maar helaas gebeurt het nog veel te weinig. Kinderen, jongeren, Wmo-raden en cliëntenraden geven veelal het zelfde signaal: We worden niet gehoord! Help ons want er is niemand die luistert naar wat wij te zeggen hebben. Wat heeft de jeugd nodig 9

2.4 Participatieladder Meedoen of participeren, kan op verschillende manieren en niveaus van betrokkenheid. Om dit zichtbaar te maken heeft de socioloog Roger Hart de veel gebruikte participatieladder ontwikkeld met treden voor toenemende inbreng, betrokkenheid en verantwoordelijkheid. Manipulatie: kinderen of jongeren worden ingezet bij activiteiten die door volwassenen geïnitieerd zijn maar zij weten niet wat de doelen of activiteiten inhouden. Bijvoorbeeld een demonstratie waarvan zij het doel niet begrijpen en niet weten wat het inhoudt. Decoratie: kinderen of jongeren worden ingezet om een actie van volwassenen op te luisteren. Soms door ontroerende activiteiten of door dans en zang. Afkopen: kinderen of jongeren lijken een stem te krijgen, maar zij hebben totaal geen invloed. Bijvoorbeeld een panel waarin volwassenen de dienst uitmaken en kinderen erbij zitten voor de vorm. Informeren: het project of de activiteit wordt door volwassenen uitgevoerd en de jeugd wordt ad hoc betrokken door ze te informeren. Raadplegen: het project of de activiteit wordt door volwassenen uitgevoerd en de jeugd wordt geraadpleegd. De jeugd heeft inzicht in het proces en hun mening wordt serieus genomen. Adviseren: het project of de activiteit wordt gecoördineerd door volwassenen, maar de jeugd wordt bij onderdelen betrokken en om advies gevraagd. Dit kan gebeuren met behulp van bijvoorbeeld een enquête of vragenlijst. Bij deze vorm geven doelgroepen eenzijdig informatie zonder dat er discussie plaatsvindt. Zij hebben weinig invloed op wat er verder met deze informatie gebeurt. Coproduceren: de jeugd neemt het initiatief voor een project of activiteit en neemt besluiten over de uitvoering. Volwassenen hebben een begeleidende rol. (Mee)beslissen: de jeugd neemt het initiatief en voert het project uit. Volwassenen kunnen eventueel bij de besluitvorming betrokken worden. Een prachtig voorbeeld is het participatief jongerenwerk binnen LevelZ in Zwolle. Jongeren en begeleiders zijn gelijkwaardig aan elkaar. Jongeren participeren volledig. Zij bedenken hoe de zaken verlopen. Daar leren zij veel van en blijven enthousiast. Dit niveau is volgens Socioloog Roger Hart de hoogst haalbare vorm van participatie en is zeker aan te raden binnen gemeenten. De eerste drie niveaus worden vaak als participatie gepresenteerd, maar mogen volgens Roger Hart niet tot werkelijke jongerenparticipatie worden gerekend. In verschillende situaties kan voor verschillende niveaus van betrokkenheid gekozen worden. Pedagogisch gezien is het voor kinderen belangrijk dat zij de kans krijgen op verschillende niveaus te (leren) participeren. De participatie kan een structurele of incidentele vorm hebben. Wat heeft de jeugd nodig 10

3. Participatie vanuit het perspectief van de burger Wat zijn de wensen als het om participatie gaat? Wat willen jongeren, hun ouders, cliëntenraden en Wmoraden nou eigenlijk zelf? Op drie niveaus worden mogelijke vormen van cliëntenparticipatie besproken. Op lokaal, regionaal en provinciaal niveau. 3.1 Lokale participatie: Wat willen kinderen, jongeren en hun ouders graag? Jongeren en (pleeg)ouders participeren meestal op lokaal niveau. Zij kunnen ook meedoen en meedenken op regionaal, provinciaal of zelfs landelijk niveau maar in de praktijk blijkt dat zij voornamelijk op lokaal niveau participeren. Vaak wordt gedacht dat jongeren geen behoefte hebben om te participeren. Er wordt gedacht dat zij de kennis en kunde niet in huis hebben of gebrek hebben aan belangstelling. Deze vooronderstelling klopt niet. Jongeren willen wel degelijk participeren. Gráág zelfs. Jongeren beslissen graag over wat er met hen gebeurt. En daar hebben ze ook recht op. Kinderen en jongeren hebben volgens het VN-verdrag het recht om hun mening te geven over alle zaken die kinderen en jongeren aangaan. De overheid moet er voor zorgen dat kinderen of jongeren die mening kunnen uiten en dat er naar hen wordt geluisterd. Ik zou wel mee willen denken als het over speciaal onderwijs gaat. Daar weet ik veel vanaf want ik zit op het speciaal onderwijs. Ik hoef niet elke maand te vergaderen. Vraag het mij maar in een gesprek of als dat teveel tijd kost wil ik ook wel meedenken via facebook. Maar elke maand vergaderen? Nee, dat is niks voor mij. Dan gebruiken ze allemaal moeilijke woorden die ik niet begrijp en dan haak ik al snel af. De mening van kinderen en jongeren is erg belangrijk als het om zaken gaat die hen aangaan. Want beleid en regelgeving moeten afgestemd zijn op de behoeften die zij hebben. In onze jongerenraad zitten alleen maar jongeren van de havo of het vwo. Laatst vroeg de gemeente iets over passend onderwijs. Daar weet ik niets van. Ik ken niemand die daarmee te maken heeft. Ik denk niet dat onze jongerenraad een goede afspiegeling is van de jongeren in onze gemeente. 3.2 Jongerenparticipatie Jongerenparticipatie kent vele vormen. Bijvoorbeeld via een jongerenraad, Wmo-raad of een cliëntenraad. Toch geven veel jongeren aan dat dit niet de vorm van participatie is die bij hen past. Zij willen meestal meedenken over onderwerpen die hen aangaan. Die past bij de interesses die zij hebben en de dingen die zij goed kunnen. Ze willen vaak ergens kort bij betrokken worden en dus niet jarenlang in een raad participeren. Ze haken dan al snel af waardoor het lijkt of zij geen behoefte hebben om te participeren. Wat heeft de jeugd nodig 11

3.3 Advies BelangenOrganisatiesOverijssel over jongerenparticipatie Houd de formele cliëntenparticipatie in uw gemeente in stand, maar verwacht niet van de jongerenraad dat zij alle zaken over jeugdhulpverlening weten. Vaak vormt de Wmo-raad of de jongerenraad geen goede afspiegeling van de jongeren in een gemeente. Zij denken wel goed mee over welke jongeren of hun ouders benaderd kunnen worden. Daarnaast kunnen zij advies geven over welke vormen van participatie geschikt zijn om diverse doelgroepen te benaderen. Zorg daarom voor uw gemeente of Wmo-raad dat u verschillende groepen kinderen, jongeren en hun ouders paraat hebt die u op een onderwerp zou kunnen bevragen. Denk hierbij niet standaard aan een zaaltje vol mensen maar kijk ook naar andere vormen van raadplegen. Sluit in de werving aan bij de leefwereld van jongeren. Werf face-to-face, via scholen, op het schoolplein, of door inzetten van bestaande netwerken/structuren (jongerenwerk) of het internet. Dit loopt over het alge meen beter dan willekeurig via flyers, nieuwsbrieven etc. Praat niet over maar met jongeren. De bereidheid vanuit de gemeente en Wmo-raden om open te staan voor jongeren en om jongerenparticipatie echt vorm te geven is heel belangrijk als het om jongerenparticipatie gaat. Neem jongeren serieus. Pas de taal aan wanneer u met jongeren te maken hebt. Neem de punten die zij aangeven serieus en kijk of het haalbaar is. Ook kunt u een combinatie van diverse methodes gebruiken. Denk hierbij aan klantenpanels, spiegelgesprekken, online cliëntenraadpleging, mystery guest, focus groepen of werken aan wensen. BelangenOrganisatiesOverijssel kan u desgewenst ondersteuning geven. Betrek kinderen, jongeren Wij vinden het fijn dat de regionale denktank cliëntenparticipatie jeugdzorg IJsselland met ons als beleidsambtenaren meedenkt op regionale zaken die niet lokaal geregeld kunnen worden. en hun ouders niet pas laat in het proces. Betrek ze tijdens én na de transitie jeugdzorg. Alleen dan houdt u de zorg en ondersteuning aan jongeren op maat. Gemeenten luisteren niet naar onze cliëntenraad. Ze zijn bezig met de transitie jeugdzorg maar wij worden niet betrokken! Ze maken wel afspraken met de instelling en beslissen wel óver ons! Maar wij worden niet gevraagd mee te denken! 3.4 Lokale participatie: wat vinden Wmo-raden belangrijk? Gemeenten maken een planning wanneer zaken afgerond moeten zijn. Belangrijk is om de Wmo-raden hierbij te betrekken. Soms worden de Wmo-raden pas in een later stadium of helemaal niet betrokken, waardoor er veel weerstand ontstaat. Dit is voor geen van de partijen prettig. Wat heeft de jeugd nodig 12

3.5 Advies BelangenOrganisatiesOverijssel over participatie Wmo-raden Het investeren in cliëntenparticipatie is waardevol bij beleidsvorming. Het is van belang is dat er op tijd gecommuniceerd wordt met de Wmo-raad en aangeven wordt wat er met de adviezen gaat gebeuren. Het is belangrijk om duidelijk aan te geven waar de Wmo-raad invloed op uit kan oefenen en welke afspraken al gemaakt zijn. Sommige zaken krijgen gemeenten vanuit de overheid opgelegd en daar is meestal niet veel ruimte voor verandering. Dit dient duidelijk aangegeven te worden bij de Wmoraad. Helderheid en transparantie zijn hierin belangrijk. Daarnaast geven Wmo-raden aan dat het belangrijk is om lokaal in te zetten op ervaringsdeskundige jongeren. Zij weten wat er speelt in de eigen gemeente en kunnen advies geven over wat volgens hen belangrijk is. Ook daarbij is participatiebudget en ondersteuning onmisbaar. 3.6 Regionale en provinciale cliëntenparticipatie De transitie jeugdzorg vormt een kansrijk aangrijpingspunt voor het ontwikkelen van beleid en aanbod dat aansluit bij de behoeften van jeugdigen en ouders. Niet alleen op lokaal niveau maar ook op zaken die regionaal geregeld worden. Wmo-raden geven aan niet alleen formeel op lokaal niveau te willen participeren. Ze willen ook graag op regionaal niveau participeren. Zij willen op regionaal niveau meedenken tijdens en na de transitie jeugdzorg. Van cliëntenraden, jongerenraden, pleegouderraden, (vertegenwoordigers van) jongeren die te maken hebben met GGZ problematiek, (vertegenwoordigers van) jongeren met een verstandelijke beperking, en raden vanuit (speciaal) onderwijs kreeg BelangenOrganisatiesOverijssel te horen dat zij graag op regionaal of provinciaal niveau willen meedenken. 3.7 Stem van de jongere Nu de verantwoordelijkheid van jeugdzorg in zijn geheel naar gemeenten gaat vragen de bovenstaande partijen zich af hoe de participatie van de jongeren geregeld zal worden. Het huidige aanbod voor jeugdigen en ouders is complex. Bovendien ontbreekt voldoende samenhang in het aanbod. Dat de financiering en de aansturing nu bij gemeenten komt te liggen, maakt een integrale aanpak mogelijk. Hierbij komt de nadruk op een preventief en laagdrempelig aanbod en op een De gemeente neemt ons niet serieus. Wij krijgen onvoldoende informatie. Hoe moeten we advies geven over informatie die we niet hebben? Als de gemeente niet zit te wachten op ons advies laten ze dat dan eerlijk zeggen. Daar heb je tenminste wat aan. Nu zit de Wmo-raad bij elkaar, stelt een goed advies op maar er gebeurt niets mee. Dat is heel frustrerend. goede verbinding naar zwaardere vormen van ondersteuning. Tot nog toe worden jongeren, cliëntenraden en andere vertegenwoordigers van cliënten in de jeugdzorg weinig betrokken bij de komende veranderingen. Gelukkig is de formele positie van cliëntenraden binnen instellingen goed geregeld. De cliëntenraden oefenen binnen de instelling invloed uit en geven advies. Helaas hebben zij richting gemeenten nog nauwelijks gehoor gekregen. Wat heeft de jeugd nodig 13

3.8 Cliëntenplatform Jeugd Op initiatief van diverse cliëntenraden zijn de krachten gebundeld zodat men samen een stem kan laten horen in een breed provinciaal Cliëntenplatform Jeugd. BelangenOrganisatiesOverijssel heeft samen met deze partijen dit platform opgericht en ondersteunt hen daarbij. Het Cliëntenplatform Jeugd biedt de mogelijkheid om effectiever en efficiënter mee te denken en mee te praten over de veranderingen die op hen afkomen. Het Cliëntenplatform Jeugd is provinciaal opgericht. Wel is afgesproken dat indien gewenst kleinere groepen gemaakt worden op regionaal niveau of op specialisme zodat gemeenten en andere partijen advies kunnen inwinnen op regionaal niveau of op een specifiek onderwerp. Enerzijds is het voor cliëntenraden, jongerenraden en hun vertegenwoordigers onmogelijk om met alle gemeenten in gesprek te gaan. Anderzijds gaan gemeenten meestal niet in gesprek met alle cliëntenraden, jongerenraden en hun vertegenwoordigers. We moeten daarom krachten bundelen. Gemeenten, jongerenraden en Wmo-raden kunnen het Cliëntenplatform Jeugd raadplegen, zich laten adviseren en gebruikmaken van de ervaringsdeskundigheid. Het Cliëntenplatform Jeugd is breed vertegenwoordigd. Denk hierbij aan jongeren, ouders, pleegouders, cliëntenraden, jongerenraden, GGZ vertegenwoordigers, VG vertegenwoordigers en Wmo raden cluster jeugd. Omdat alle zorg aan jeugdigen de verantwoordelijkheid van gemeenten wordt is het belangrijk dat in het Cliëntenplatform Jeugd zoveel mogelijk partijen vertegenwoordigd zijn. Ieder kan zijn eigen achterban raadplegen en betrekken. 3.9 Wat doet het Cliëntenplatform Jeugd? Het adviseren van gemeenten, Wmo-raden en instellingen over de transitie en de uitvoering van de nieuwe jeugdzorg. Het onderhouden van contacten met gemeenten, instellingen en cliënten. Het uitwisselen van ervaringen. Het inventariseren van wensen, behoeften en belangen. Het inventariseren van knelpunten en het aandragen van verbetervoorstellen. Het bevorderen van participatie en medezeggenschap van de jeugd en hun vertegenwoordigers. Het behartigen van de collectieve belangen van de jeugd en hun vertegenwoordigers. Dat participatie in de praktijk niet even gemakkelijk is blijkt wel uit de vele signalen die BelangenOrganisatiesOverijssel hierover binnen krijgt vanuit cliëntenraden, jongerenraden, (pleeg)ouders en Wmo-raden. De transitie jeugdzorg is een mogelijkheid om participatie te verbeteren. Of dat nu een projectleider, manager, bestuurder, jongere, jongerenraadslid, cliëntenraadslid of Wmo-raadslid betreft, het is belangrijk dat vóór, tijdens en ná de transitie jeugdzorg ervaringsdeskundigen betrokken worden. Het cliëntenplatform is een goed initiatief. Het is in het belang van de jeugdigen, ouders, en leden van raden; zij voelen zich serieus genomen en kunnen hun verhaal kwijt. Het is ook in het belang van gemeenten die met signalen en knelpunten de kwaliteit van zorg kunnen verbeteren Gooi dingen die goed werken niet weg. Sluit aan bij dingen die goed werken en kijk naar dingen die niet goed lopen. Pas die aan. Maar behoud de goede dingen. Dat is heel belangrijk! Wat heeft de jeugd nodig 14

3.10 Advies BelangenOrganisatiesOverijssel over het Cliëntenplatform Jeugd Het advies van BelangenOrganisatiesOverijssel is om het Cliëntenplatform Jeugd te formaliseren tot een participatieplatform, waar alle gemeenten gebruik van kunnen maken. Voor gemeenten is het overzichtelijk en praktisch om te communiceren met één partij. Dit scheelt tijd, energie Participatie kost geld. Het levert ook veel op, maar er moet ook in geïnvesteerd worden. Daarom moet de gemeente nu al bedenken hoe ze in ons willen investeren. en iedereen kan betrokken worden. Wel moeten er mogelijkheden geboden worden ter ondersteuning van het platform zowel tijdens als na de transitie jeugdzorg. Cliëntenparticipatie zal ook na de transitie jeugdzorg geborgd moeten worden bij gemeenten. Om de participatie in de nieuwe jeugdzorg goed vorm te geven is het belangrijk dat de cliëntenparticipatie in de nieuwe jeugdzorg voortgang vindt en gedragen wordt door gemeenten. Daarbij is onafhankelijke ondersteuning van groot belang. Op deze manier zullen er in 2015 en daarna per gemeente of per regio sterke vrijwillige belangenbehartigers zijn, die mee kunnen praten en op een juiste manier kunnen adviseren betreffende de lokale en regionale ontwikkelingen en besluiten rond de nieuwe jeugdzorg. 3.11 Monitor jeugd Daarnaast kunnen gemeenten ook meer inzetten op de monitor jeugd van BelangenOrganisatiesOverijssel. Om de ervaringen, meningen en ideeën van ouders, kinderen, jongeren en professionals te horen opende BelangenOrganisatiesOverijssel in 2013 de monitor Jeugd. Dit is een meldpunt voor kinderen, jongeren, ouders en professionals. Zij kunnen hun ervaringen melden over verschillende situaties rond de zorg voor jongeren. Dit hoeven niet alleen misstanden te zijn. Ook goede ideeën kunnen gemeld worden. Juist de gebruikers van zorg zijn de ervaringsdeskundigen en weten als geen ander waarop extra ingezet moet worden of waar juist bezuinigd zou kunnen worden. BelangenOrganisatiesOverijssel bundelt de meldingen in themagerichte rapportages. Wanneer gemeenten in hun gemeente extra aandacht besteden aan deze monitor jeugd kunnen zij hiermee hun voordeel doen en de signalen en ideeën omzetten naar betere zorg en ondersteuning op maat voor de (jonge) burgers in de gemeente. 3.12 Overzicht cliëntenparticipatie Wat heeft de jeugd nodig 15

4. Checklist participatie transitie jeugdzorg Participatie is niet altijd eenvoudig in te plannen in het beleid, zo blijkt uit de vele signalen die BelangenOrganisatiesOverijssel heeft binnengekregen. Daarom hebben we een checklist opgesteld die u voor uzelf kunt afvinken als het om participatie tijdens en na de transitie jeugdzorg gaat. 4.1 Voorbereiding Ik weet waarom ik participatie tijdens en na de transitie jeugdzorg belangrijk vind. Ik weet over welke onderwerpen de participatie moeten gaan en wat de situatie in onze gemeente of regio is. Ik weet hoe we lokale, regionale en bovenregionale participatie vorm willen geven. Ik weet welke niveaus van participatie ik nodig heb om het doel te bereiken. Ik weet wie ik moet betrekken wanneer ik participatie echt goed vorm wil geven. Ik heb voldoende budget voor participatie tijdens en na de transitie beschikbaar. Ik weet aan welke verwachtingen ik kan en wil voldoen. Ik weet welke verwachtingen ik heb van de participanten. Ik weet welke resultaten ik verwacht van de participatie. Participatie neemt tijd in beslag. Ik heb participatie meegenomen in de planning. Hierdoor voorkom ik dat de besluitvorming zoveel haast heeft dat het niet mogelijk is om burgerparticipatie in te zetten. Ik weet op welk moment van het project ik participanten wil betrekken. 4.2 Uitvoering Ik sluit in de participatie aan bij de doelgroep. Ik geef duidelijk aan de participanten aan op welk niveau van participatie ik hun inbreng verwacht. Dit om verkeerde verwachtingen te voorkomen. Ik voorzie de participanten van begrijpelijke, relevante en actuele informatie. Ik weet over welke vaardigheden de participanten moeten beschikken en / of ik bied de mogelijkheid om de participanten deze vaardigheden aan te leren. Deelnemers investeren tijd en moeite in participatie. Ik ben mij daarvan bewust en neem hen serieus. Zij investeren deze tijd en moeite niet zomaar. Ik zorg voor voldoende motivatie door rekening te houden met hun verwachtingen. Ik geef duidelijk aan wat ik met de inbreng van participanten van plan ben te gaan doen. Ik kom mijn afspraken na. 4.3 Terugkoppeling en evaluatie Ik koppel de resultaten terug. Ik evalueer met de participanten wat zij van het participatietraject vonden en waar nog zaken verbeterd kunnen worden. De verbeterpunten leg ik vast en waar mogelijk neem ik dit mee in een vervolg rondom participatie. Wat heeft de jeugd nodig 16

5. Concrete doelen voor gemeenten en Wmo-raden 5.1 Doel en doelgroep Omschrijf uw doel van participatie. Participatie is geen doel op zich maar een middel om iets te bereiken. Breng in kaart om wie het gaat. Wie zijn er bij betrokken? Denk aan het wijkteam, de ouderraad op school of op het kinderdagverblijf, cliëntenraden van in het CJG aanwezige organisaties, de Wmo-raad, cliëntenraden van instellingen, jongerenraden en pleegouderraden. Denk ook aan de verschillende typen doelgroepen. Houdt bijvoorbeeld rekening met leeftijd, religie en de sociaal economische status. Vraag een specifieke groep om advies. Een raad is niet altijd een afspiegeling van de werkelijke groep. 5.2 Planning Neem participatie op in de planning. Betrek de doelgroep zo vroeg mogelijk bij uw plannen. 5.3 Communicatie en informatie Zorg dat de informatie voor alle doelgroepen te begrijpen is. Geef informatie volledig en op tijd door, zodat participanten een goed advies kunnen geven. Maak informatie voor iedereen toegankelijk en herkenbaar. Twijfelt u of de informatie toegankelijk is? Test dit dan bij de doelgroepen. Geef aan over welke informatie u inbreng verwacht en communiceer dit duidelijk naar de doelgroep. Geef ook duidelijk aan wat er mogelijk is. Wanneer er alleen rechtdoor of linksaf gegaan kan worden moet u niet de indruk geven dat de doelgroep ook rechtsaf kan slaan. Kom afspraken na. Geef aan op welke termijn de participanten hun inbreng terug kunnen zien in concrete resultaten. Niet alleen informeren, maar echt betrekken. De terugkoppeling is heel belangrijk! 5.4 Benaderen Benader de doelgroep actief voor participatie. Benader groepen vanuit een open houding en neem hen serieus. U kunt participanten zelf ook een actieve rol geven in het bevragen en benaderen van andere participanten. Denk na over hoe u dit vorm zou willen geven. 5.5 Investeren Investeer in participatie. Goede participatie kost geld maar levert op termijn veel op. Zorg voor voldoende tijd en geld voor het participatietraject. Investeer in de vaardigheden van participanten. Reik hen tools, handvatten en ondersteuning aan om de taak op de juiste wijze uit te kunnen voeren. 5.6 Klachtopvang De mogelijkheid om klachten te uiten moet laagdrempelig en gemakkelijk te vinden zijn. Zorg voor een onafhankelijke klachtenopvang. BelangenOrganisatiesOverijssel kan hierin een rol voor u spelen. Wat heeft de jeugd nodig 17

6. Bronnen en meer informatie 6.1 Bronnen - Hart, R. A. (1992), Children s Participation: From Tokenism to Citizenship. Innocenti Essays, Unicef, Florence, Italy - Winter, M. de (1995), Kinderen als medeburgers: kinder- en jeugdparticipatie als maatschappelijk opvoedingsperspectief. Utrecht: De Tijdstroom. - Dossier transitie jeugdzorg: http://www.nji.nl/ - Ministerie van VWS en ministerie van Ven J (2013), Tran0sitieplan Jeugd. Den Haag, Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en ministerie van Veiligheid en Justitie. - Ministerie van VWS en ministerie van Ven J (2013), Kamerbrief aanbieding Transitieplan Jeugd. Den Haag, Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en ministerie van Veiligheid en Justitie. - Ministerie van VWS en ministerie van Ven J (2013), Aanbieding van eerste rapportage van Transitiecommissie Stelselherziening Jeugd. Den Haag, Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en ministerie van Veiligheid en Justitie. - Ministerie van VWS en ministerie van Ven J (2012), Wetsvoorstel professioneel werken in de jeugdzorg. Den Haag, Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en ministerie van Veiligheid en Justitie. - Transitiecommissie Stelselherziening Jeugd (2013), Transitiecommissie Stelselherziening Jeugd, Eerste rapportage. Den Haag, Transitiecommissie Stelselherziening Jeugd. - Nederlands Jeugdinstituut (2012), Highlights conceptwetsvoorstel Jeugdwet 18 juli 2012. Utrecht, Nederlands Jeugdinstituut. 6.2 Meer informatie Uitgebreide overzichten van voorbeelden over participatie zijn te vinden in het rapport Cliëntenparticipatie in beeld, inventarisatie van praktijk voorbeelden van cliëntenparticipatie van Vilans en Movisie (2009) of in de Toolkit Jeugdparticipatie Gemeenten van het Verwey-Jonker Instituut en Stichting Alexander. In deze onderzoeken gaat het om methodieken die bij de huidige gemeentelijke taken zijn ingezet voor jeugd- en cliëntparticipatie. JSO vervaardigde in 2009 een document van inspiratie tot participa tie waarin voorbeelden worden gegeven om participatie binnen het CJG structureel vorm te geven. Methodiek ABC Jongerencentrum LevelZ: http://www.level-z.nl/ Wat heeft de jeugd nodig 18

Colofon Dit is een uitgave van BelangenOrganisatiesOverijssel Uitvoerende partner Zorgbelang Overijssel in opdracht van Provincie Overijssel Samenstelling Anne-Wil Lensen, projectleider jeugdzorg Adres Kievitstraat 9 7557 AP Hengelo Tel: 074-250 01 55 Fax: 074-242 75 67 E-mail: info@belangenorganisatiesoverijssel.nl Website: www.belangenorganisatiesoverijssel.nl Hengelo, december 2013 Wat heeft de jeugd nodig 19