MIT Oost 2016 Frequently Asked Questions Versie: 9 mei 2016 Dit overzicht dient ter beantwoording van telefonisch of per email gestelde vragen. Hieraan kunnen geen rechten worden ontleend. De desbetreffende regelgeving is bindend. 1. Wanneer kunnen aanvragen voor MIT Oost 2016 worden ingediend? o Aanvragen indienen kan vanaf 10 mei 2016 0.00 uur tot 1 september 2016 17.00 uur. 2. Hoe laat gaat het loket open? o Het loket opent 10 mei 2016 om 0.00 uur. 3. Hoe kan ik een subsidieaanvraag indienen? o U wordt verzocht uw subsidieaanvraag digitaal in te dienen via het SubsidiePortaal. U vindt de link naar het SubsidiePortaal op de website www.op-oost.eu. Alleen digitaal via het SubsidiePortaal ingediende aanvragen worden in behandeling genomen. 4. Wat is de procedure als het budget wordt overtekend? o Subsidie wordt toegekend op volgorde van binnenkomst van complete aanvragen (datum & tijdstip van indiening). Zodra een subsidieaanvraag is ontvangen, volledig is en aan alle basiscriteria en voorwaarden van de uitvoeringsregeling voldoet, wordt er subsidie verleend zolang er nog financiële ruimte is (het 'subsidieplafond' nog niet is bereikt). o Is een aanvraag onvolledig, dan geldt de datum van de ontvangen aanvulling als officiële datum van ontvangst van de aanvraag. De behandeltermijn is daardoor langer. 5. Geldt ook het tijdstip van indienen? o Ja, zie ook het antwoord op vraag 4. 6. Zijn er een voorbeeld aanvraagformulier en formats voor het projectplan en overige verplichte bijlagen beschikbaar? o Het voorbeeld aanvraagformulier en de formats voor het projectplan en de overige verplichte bijlagen worden beschikbaar gesteld via de website www.op-oost.eu. 7. Is het mogelijk al voor de openstelling van 10 mei 2016 een projectvoorstel in te dienen om vooraf te bespreken en te toetsen? o Het is binnen de regeling MIT Oost 2016 niet mogelijk om vooraf een projectvoorstel in te dienen en/of te laten toetsen. 8. Is het mogelijk om zowel een aanvraag te doen voor een haalbaarheidsstudie als ook voor een innovatieadviesproject? o Ja, dit is mogelijk. U moet dan twee aanvragen indienen.
9. Ik heb een subsidieaanvraag ingediend; hoe nu verder? o Op een aanvraag wordt binnen 13 weken na ontvangst van de volledige aanvraag beslist. 10. Voor welke sectoren is de regeling MIT Oost 2016 bedoeld? o Subsidie wordt slechts verstrekt indien de subsidiabele activiteit plaatsvindt in een S3-sector of een S3-sector in combinatie met een ondersteunende sector. Onder S3- sector worden de volgende sectoren verstaan: (Agro)Food, Health, High Tech Systemen & Materialen of Energie- en Milieutechnologie. Onder ondersteunende sector worden de volgende sectoren verstaan: ICT, Water, Creatieve industrie, Chemie of Maakindustrie. o Daarnaast is het van belang dat de subsidiabele activiteit past binnen de Innovatieprogramma s Topsectoren (Gelderland) of het Regionaal Economisch Beleid (Overijssel). 11. In de regeling wordt vermeld dat de activiteit moet plaatsvinden in een S3 sector of S3 ondersteunende sector. Mag de aanvrager ook externe MKB partijen inhuren uit de bouw of technisch design voor de ontwikkeling van een prototype, waarbij de MKB leverancier niet direct een relatie heeft met de S3 ondersteunende sector? o Zoals de regeling aangeeft, moet de subsidiabele activiteit altijd plaatsvinden in een S3-sector, eventueel in combinatie met een ondersteunende sector. Daarnaast dient de subsidiabele activiteit te passen binnen de Innovatieprogramma s Topsectoren (Gelderland) of het Regionaal Economisch Beleid (Overijssel). Dit is het uitgangspunt bij de beoordeling van de subsidiabiliteit van de activiteit. Het is mogelijk externe partijen in te huren conform de regels MIT Oost 2016. 12. Wat wordt binnen de Regeling MIT Oost 2016 verstaan onder een haalbaarheidsstudie? o De Regeling MIT Oost 2016 definieert een haalbaarheidsstudie als volgt: een haalbaarheidsstudie is het onderzoek en de analyse van het potentieel van een project, met als doel de besluitvorming te ondersteunen door objectief en rationeel de sterke en de zwakke punten van een project, de kansen en risico's in kaart te brengen, waarbij ook wordt aangegeven welke middelen nodig zijn om het project te kunnen doorvoeren en wat uiteindelijk de slaagkansen zijn. 13. Wat wordt binnen de Regeling MIT Oost 2016 verstaan onder een innovatieadviesproject? o De Regeling MIT Oost 2016 definieert een innovatieadviesproject als volgt: een innovatieadviesproject is een door een kennisinstelling of een onafhankelijke adviesorganisatie, niet zijnde de aanvrager, verrichte activiteit bestaande uit het, al dan niet op basis van te verrichten nader onderzoek, adviseren over een toepassingsgerichte kennisvraag van een ondernemer, uitgaande van voor de ondernemer nieuwe kennis met betrekking tot de vernieuwing van producten, productieprocessen of diensten, dan wel het verstrekken van innovatiesteun in de
vorm van innovatieadviesdiensten of innovatieondersteuningsdiensten als bedoeld in artikel 2, nummers 94 en 95 van de Algemene groepsvrijstellingsverordening. 14. Hoe wordt voor haalbaarheidsprojecten en innovatieadviesprojecten MIT Oost 2016 omgegaan met bevoorschotting? o Indien het om een subsidiebedrag gaat van minder dan 25.000,- vindt de betaling van de gehele subsidie in één bedrag plaats. o Indien het om een subsidiebedrag gaat van meer dan 25.000,- wordt een voorschot verleend van maximaal 80% van het verleende subsidiebedrag. 15. Kan er sprake zijn van cumulatie met Europees geld? o Nee, er mag binnen haalbaarheidsprojecten en innovatieadviesprojecten geen sprake zijn van cumulatie met Europees geld. 16. Wat zijn de verplichte bijlagen voor haalbaarheidsprojecten en innovatieadviesprojecten MIT Oost 2016? o Voorbeeldformulieren en de laatste stand van zaken t.a.v. de formats voor het projectplan en de overige verplichte bijlagen kunt u vinden op de website www.op-oost.eu. Zie ook het antwoord op vraag 52 voor een uitgebreide toelichting op de bijlagen. 17. Wat is de Innovatieagenda in het kader van MIT Oost 2016 of sluit dat aan bij de landelijke Innovatieagenda? o Haalbaarheidsprojecten en innovatieadviesprojecten binnen MIT Oost 2016 dienen plaats te vinden in een S3-sector of een S3-sector in combinatie met een ondersteunende sector. Ook dient het project t te passen binnen de Innovatieprogramma s topsectoren. 18. Kan de subsidie voor een MIT haalbaarheidsproject worden aangevraagd door 2 samenwerkende MKB-bedrijven waarbij er één MKB-bedrijf is gevestigd in Overijssel en het andere MKB-bedrijf is gevestigd in Gelderland? o Subsidie wordt verstrekt aan MKB-ondernemingen en niet aan samenwerkingsverbanden bestaande uit meerdere MKB-ondernemingen. Zie voor nadere informatie inzake de aanvrager van de subsidie de regelgeving. 19. Projecten voor zowel Gelderland als Overijssel moeten worden ingediend bij het Subsidieportaal Gelderland? o Alle subsidie aanvragen in het kader van haalbaarheidsprojecten en innovatieadviesprojecten MIT Oost 2016 dienen in het Subsidieportaal van de provincie Gelderland te worden ingediend. Een link naar dit portaal vindt u op de website www.op-oost.eu. Alleen digitaal via het Subsidieportaal ingediende aanvragen worden in behandeling genomen.
20. Kunnen interne loonkosten worden opgevoerd als subsidiabele kostenpost binnen een haalbaarheidsproject MIT Oost 2016? o Het is mogelijk om interne loonkosten mee te nemen in de begroting als subsidiabele kostenpost. De aanvrager kiest voor het berekenen van personeelskosten uit één van de volgende methoden: a. de vaste uurtariefsystematiek; b. de loonkosten plus vaste opslagsystematiek; c. de integrale kostensystematiek. Indien u kiest voor optie a bedraagt het vaste uurtarief 35, -. Meer informatie over interne loonkosten kunt u vinden in de specifieke regelgeving welke u kunt vinden op de website www.op-oost.eu onder Haalbaarheid en Innovatieadvies (MIT Oost 2016). 21. Voor de subsidie haalbaarheidsprojecten en innovatieadviesprojecten MIT Oost 2016 staat op de website van OP Oost dat er tenminste 7 weken van tevoren een aanvraag moet worden ingediend. Geldt dit zowel voor aanvragers in Overijssel als in Gelderland? o Voor aanvragers uit de provincie Gelderland inzake haalbaarheidsprojecten en innovatieadviesprojecten MIT Oost 2016 geldt dat een aanvraag om subsidie tenminste zeven weken voor de aanvang van de subsidiabele activiteit wordt ingediend. 22. Subsidie wordt geweigerd indien de aanvrager in totaal reeds driemaal of maximaal 100.000 subsidie heeft ontvangen dan wel binnen het ten tijde van de aanvraag geldende subsidieplafond reeds subsidie heeft ontvangen." Welke subsidies worden hierin meegeteld (voucher OP-Oost, eerder MIT-haalbaarheidsprojecten etc.)? Heeft dit enkel betrekking op subsidies die dit jaar zijn afgegeven of ook in eerdere jaren? o Subsidieaanvragen voor haalbaarheidsprojecten worden geweigerd indien de aanvrager: In totaal in de periode van 36 maanden voorafgaand aan het moment van indiening reeds 100.000,- of meer subsidie heeft ontvangen voor haalbaarheidsprojecten. In totaal in de periode van 36 maanden voorafgaand aan het moment van indiening reeds driemaal een subsidie heeft ontvangen voor haalbaarheidsprojecten. Binnen het ten tijde van de aanvraag geldende subsidieplafond reeds subsidie voor een haalbaarheidsproject heeft ontvangen. o Subsidieaanvragen voor innovatieadviesprojecten worden geweigerd indien de aanvrager: In totaal in de periode van 36 maanden voorafgaand aan het moment van indiening reeds driemaal een subsidie heeft ontvangen voor innovatieadviesprojecten. Binnen het ten tijde van de aanvraag geldende subsidieplafond reeds subsidie voor een innovatieadviesproject heeft ontvangen.
23. De normale procedure binnen SUM is dat na indiening van de aanvraag er een formulier gegenereerd wordt dat binnen 5 dagen getekend retour gestuurd moet worden. Is het tijdstip van het terugsturen van de handtekening na indiening nog bepalend voor de selectieprocedure van de provincie? Indien het antwoord m.b.t. de bovenstaande vraag ja is, is het dan mogelijk om namens de geautoriseerde aanvrager middels een machtiging dit formulier te ondertekenen? o SUM wordt regelmatig aangepast. De procedure voor MIT Oost 2016 is conform de voor deze regeling geldende aanvraagprocedure. 24. Ons bedrijf is opgericht in Utrecht, maar is momenteel statutair gevestigd in Nijmegen, met een R&D-locatie in Utrecht. Klopt het dat we hiervoor bij de provincie Gelderland de MIT aanvraag in kunnen dienen of valt dit onder Utrecht? o Alleen aanvragers gevestigd in de provincie Gelderland en de provincie Overijssel komen in aanmerking voor de subsidie. 25. Kun je als MKB-onderneming meerdere subsidieaanvragen voor haalbaarheidsprojecten of innovatieadviesprojecten indienen? o Nee, dat is niet mogelijk. Elke MKB-onderneming kan binnen de ten tijde van de aanvraag geldende subsidieplafonds voor haalbaarheidsprojecten en innovatieadviesprojecten per type project slechts één keer subsidie aanvragen. 26. Welke rapportageverplichtingen zijn er? o Er dient een eindrapportage te worden ingediend conform voorwaarden in de beschikking. 27. Hoe dienen uren te worden bijgehouden? Is hiervoor een verplicht format of mag een eigen urenregistratiesysteem gebruikt worden? o Indien loonkosten als subsidiabele kostenpost onderdeel uitmaken van de aanvraag dient het aantal gewerkte uren van de betrokken medewerker in de administratie met bijhorende loonkosten te worden vastgelegd. Het gebruik van een eigen urenregistratiesysteem is toegestaan indien het voldoet aan de voorwaarden als gesteld in de regelgeving. 28. Is een onderbouwing van de kostenbegroting ook nodig bij de aanvraag van een haalbaarheidsproject? Zo ja, hoe gedetailleerd moet deze dan zijn? o Een subsidieaanvraag voor een haalbaarheidsproject dient een onderbouwde kostenbegroting te bevatten. Hoe deze onderbouwd dient te worden kunt u vinden in het modelprojectplan MIT 2016 Haalbaarheidsprojecten. 29. Is het toegestaan voor een MKB-onderneming die reeds 100.000,- toegezegd heeft gekregen vanuit de R&D samenwerkingsprojecten via OP-Oost een aanvraag in te dienen, zonder in de knel te komen met een subsidieplafond?
o Zie vraag 22 en regelgeving MIT Oost 2016. 30. Wordt een octrooibureau dat ingeschakeld wordt voor het uitvoeren van een uitgebreid octrooionderzoek in octrooidatabases en -registers ook binnen genoemde subsidieregeling gezien als een onafhankelijke adviesorganisatie? o Op individuele casussen wordt niet inhoudelijk ingegaan. Voor nadere informatie wordt verwezen naar het antwoord op vraag 13. 31. Kunnen binnen één innovatieadviesproject meerdere leveranciers ingeschakeld worden? o Nee, dit is niet toegestaan. 32. Als het uiteindelijke bestede bedrag lager is dan het aangevraagde bedrag is dat problematisch of wordt het uit te betalen subsidiebedrag hierop aangepast? o Indien de subsidiabele kosten lager uitvallen dan is aangevraagd worden deze bij vaststelling gecorrigeerd. Indien nodig wordt het subsidiebedrag gecorrigeerd. 33. Is het toegestaan om bij een innovatieadviesproject een buitenlandse kennisinstelling in te schakelen? o Dit is afhankelijk van de aard van het innovatieadviesproject en op is voorhand niet uitgesloten. 34. Waar is de volmacht te vinden die een intermediair dient te gebruiken bij het indienen van een MIT-haalbaarheidsaanvraag? o Relevante documenten worden uiterlijk 10 mei via de webportal beschikbaar gesteld. 35. Dient een intermediair voor iedere klant een aparte login aan te maken in het subsidieportaal? o Het verdient de voorkeur om voor elke MKB-onderneming die een aanvraag wil doen een aparte login aan te maken. Technisch gezien kan een intermediair met een login meerdere aanvragen indienen. 36. Wat wordt precies bedoeld met schriftelijk bewijsstuk bijlage H? o Bijlage H betreft een eigen verklaring van de aanvrager waarin wordt aangegeven op welke wijze wordt voldaan aan de eisen m.b.t. voldoende economisch perspectief en de uitvoerbaarheid alsmede de technische en financiële risico s van de te onderzoeken activiteiten. Zie ook het antwoord op vraag 45. 37. In hoeverre moet de begroting worden onderbouwd met offertes? o Als kosten van externen worden opgevoerd moeten deze worden onderbouwd met een (nog niet getekende) offerte van de aanbieder.
38. Is er een machtigingsformulier beschikbaar als een intermediair namens een MKBondernemer een aanvraag indient? o Een machtigingsformulier wordt op de website beschikbaar gesteld. 39. Bij vraag 23 wordt gerefereerd aan de ondertekeningsprocedure in SUM, het subsidiebeheerssysteem van de provincie Gelderland en de volgorde van toekenning van subsidies. In hoeverre is het op tijd indienen van het getekende SUM-formulier bepalend voor de volgorde van toekenning? o Als het formulier binnen vijf dagen getekend retour is geldt het tijdstip van indiening van de aanvraag. Als het formulier niet tijdig retour wordt ontvangen, geldt het moment van registratie in het digitale postsysteem van de provincie. Post@gelderland.nl. Zie ook vraag 4. o Als een gemachtigde een formulier ondertekent namens een MKBondernemer dan dient de datum van de afgegeven machtiging op of voor de datum van het ondertekende formulier te liggen. 40. Mag de projectaanvraag ook in de Engelse taal worden ingediend? o Alleen aanvragen in de Nederlandse taal worden in behandeling genomen. 41. Welke omvang mag het projectplan hebben? Landelijk is dit vijf pagina s A4? o Bij voorkeur is het projectplan niet meer dan vijf A4. Er is geen maximum omvang voorgeschreven. 42. Het project mag in Gelderland niet binnen 7 weken na de indiendatum van start gaan. Is er ook een uiterste startdatum voor een ingediend project (bijv. x maanden na indiendatum)? o Projecten dienen te starten binnen 3 maanden na toekenning van de subsidie. 43. Is er voor het MIT Haalbaarheidsaanvraag nog een maximum verhouding tussen interne kosten en kosten derden? Bijvoorbeeld 2/3 deel onderbouwde externe kosten en 1/3 deel interne kosten. o Neen er is geen verhouding tussen interne kosten en kosten derden. 44. Aanvragen dienen te passen binnen de S3 sectoren van de provincies Gelderland en Overijssel. Tevens dienen ze aan te sluiten bij het economisch beleid van de betrokken provincie. Waar vind ik de informatie hierover? o Alle informatie over de betrokken topsectoren vind u op de website van OP Oost en de provincies. Tevens kunt u nog extra informatie vinden op de website van RVO over de landelijke regeling MIT: http://www.rvo.nl/subsidies-regelingen/aanvragen-mit 45. Wat wordt bedoeld met bijlage H en is hiervoor een model beschikbaar? o Projecten dienen voldoende economisch perspectief te hebben d.w.z.. moeten op termijn commercieel haalbaar zijn en niet afhankelijk zijn van subsidies of andere overheidsbijdragen. Projecten moeten uitvoerbaar zijn
o d.w.z. technisch haalbaar en binnen de gestelde termijn tot het gewenste resultaat te leiden. De technische risico's dienen zodanig te zijn dat het niet tot de routinematige werkzaamheden van de onderneming behoort. De financiële risico's dienen zo groot te zijn dat het niet tot het normale bedrijfsrisico behoort om het product of dienst te ontwikkelen. Het project dient voldoende innovatief te zijn zodat voldaan wordt aan de staatssteunbepalingen van de Algemene Groepsvrijstellings Verordening(AGVV). Bijlage H is een vormvrije eigen verklaring waarvoor geen model is voorgeschreven (zie ook vraag 36) en welke niet ondertekend hoeft te worden. 46. Aanvragen voor MIT Oost 2016 dienen te vallen onder de S3 sectoren van Gelderland en Overijssel. Waar kunnen aanvragen voor overige sectoren worden ingediend? o Voor het op de juiste wijze indienen van MIT aanvragen kan gebruik worden gemaakt van de zogenaamde Loketwijzer op de website van RVO. http://www.rvo.nl/subsidies-regelingen/mit-regeling/loketwijzer-mitregeling-2016 47. Voor sommige innovatieprojecten geldt dat ondernemers vanuit de holding werken voor de werkmaatschappij. Hoe moeten deze kosten worden verantwoord? o Aangezien er sprake is van verbonden ondernemingen, kunnen de kosten niet worden opgenomen als kosten derden. Voor het overige geldt voor de (personeels)kosten de onderliggende regelgeving zoals van toepassing voor MIT Oost 2016. 48. Een bedrijf is van plan om een aanvraag in te dienen voor een haalbaarheidsproject via het landelijke loket voor de topsector logistiek. Voor een ander haalbaarheidsproject wil men indienen bij MIT Oost onder de topsector Agri&Food. Betekent dit dat als de aanvraag voor logistiek wordt toegekend dat de aanvraag bij MIT Oost per definitie niet wordt toegekend? En vice versa? o Conform de regeling wordt door de provincies Gelderland en Overijssel geen subsidie toegekend als er reeds een subsidie voor een haalbaarheidsproject is afgegeven. RVO hanteert een soortgelijke richtlijn. 49. In het voorbeeld van het digitale aanvraagformulier wordt een bankverklaring gevraagd. Dit komt op het programmaspecifieke vragenformulier niet terug. Wat wordt hiermee bedoeld? o Dit kan een kopie zijn van een rekeningafschrift. Alleen indien via het door u gewenste rekeningnummer nog nimmer betalingsverkeer heeft plaatsgevonden met de Provincie, voegt u bij voorkeur een ongeldig gemaakt bankrekeningafschrift of anders een ander bewijsstuk waaruit blijkt dat u de rekeninghouder bent van de opgegeven rekening. Uit het bewijsstuk moet onomstotelijk blijken dat u rechthebbende bent van de middelen op het opgegeven bankrekeningnummer.
o Naast de programmaspecifieke formulieren/bijlagen worden er dus ook een aantal algemene formulieren/bijlagen gevraagd om aan te leveren zoals de bankverklaring. 50. MKB ondernemers uit Gelderland of Overijssel kunnen een aanvraag om subsidie indienen voor de MIT Oost 2016 regeling. Dient de uitvoering ook plaats te vinden binnen de provinciegrenzen? o AsG 2016: Artikel 9 Weigeringsgronden, Het provinciebestuur weigert subsidie in ieder geval indien: de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd niet zijn gericht op de provincie, niet ten goede komen aan de ingezetenen van de provincie of op een andere wijze niet het belang van de provincie dienen. 51. Kunnen de kosten van een ondernemer vanuit een holding worden opgenomen in de aanvraag van een werkmaatschappij? o Aangezien er sprake is van verbonden ondernemingen, kunnen de kosten niet worden opgenomen als kosten derden. Voor het overige geldt voor de (personeels)kosten de onderliggende regelgeving zoals van toepassing voor MIT Oost 2016. o In de Regels Ruimte voor Gelderland 2016 is onder art 1.3.5 niet subsidiabele kosten opgenomen: kosten van personen of organisaties die organisatorisch, economisch of financieel zijn verbonden welke onderling in rekening worden gebracht. Kosten van verbonden ondernemingen zijn dus niet subsidiabel. 52. Welke bijlagen zijn verplicht bij het indienen van een aanvraag? o Zie ook vraag 16 en de website op-oost.eu. Voor de volledigheid wordt hieronder een overzicht gegeven van de bij te voegen bijlagen: o Het aanvraagformulier bestaat uit twee onderdelen, te weten een algemeen digitaal aanvraagformulier (1) en programmaspecifieke vragen (2). Per onderdeel zijn een aantal bijlagen verplicht: 1. Een algemeen digitaal aanvraagformulier met de bijlagen: - Legitimatie - Statuten (alleen voor stichtingen en verenigingen) - Jaarrekening de laatst opgemaakte jaarrekening met accountantsverklaring, zoals bedoeld in artikel 361 van het Burgerlijk Wetboek. Als u geen jaarrekening heeft, dan ontvangen wij graag een overzicht van de balans en de staat van baten en lasten en eventuele toelichting daarop of, indien deze bescheiden ontbreken, een verslag over de financiële positie op het moment van de aanvraag - Uittreksel KvK - Bankverklaring - Projectvoorstel (= bijlage D of E van de programmaspecifieke vragen) - Onderbouwing kostenbegroting (= opgenomen in bijlage D of E van de programmaspecifieke vragen)
- Bewijzen van toegezegde financiering - Indien van toepassing: machtiging incl. bewijs van tekenbevoegdheid, zoals een uittreksel van de Kamer van Koophandel (te herleiden naar uw persoon) 2. Programmaspecifieke vragen met de bijlagen: A. MKB verklaring B. Achterliggende berekeningswijze bij MKB-verklaring o.b.v. online MKBtoets (http://flt.uwe.be) C. Een openbare samenvatting D. Modelprojectplan Haalbaarheidsprojecten MKB (alleen voor haalbaarheidsprojecten) E. Modelprojectplan Innovatieadviesprojecten MKB (alleen voor innovatieadviesprojecten) F. Algemene voorwaarden hoofdstuk 1 AGVV (alleen voor haalbaarheidsprojecten) G. De minimis-verklaring (alleen voor innovatieadviesprojecten) H. Schriftelijk bewijsstuk (hoeft niet ondertekend) waaruit het economisch perspectief en de uitvoerbaarheid, alsmede de technische en financiële risico s van de te onderzoeken activiteiten blijken (alleen voor haalbaarheidsprojecten) I. Beknopt plan met een beschrijving van de kennisvraag en de doelstelling van het innovatieadviesproject alsmede de vermelding van de kennisinstelling of adviesorganisatie die het innovatieadviesproject gaat uitvoeren (bijvoorbeeld een ongetekende offerte). (alleen voor innovatieadviesprojecten) U dient de programmaspecifieke vragenlijst uploaden als bijlage bij onderdeel F van het digitale aanvraagformulier. U kunt de betreffende bijlagen A tot en met I te uploaden als Extra bijlagen onder onderdeel F van het digitale aanvraagformulier