Vrijwilligers monitoring Martijn Schiphouwer / Henk Mensinga Programma 14 april 2016 10:00 10:25 Inloop met koffie / thee 10:25 10:35 Welkom door Rob Veenman, bestuurder HHNK 10:35 10:40 e opening door dagvoorzitters Jeroen van Herk en Herman Wanningen 10:40 11:00 Arjan Kikkert 11:00 11:20 Jim Gregory 11:20 11:40 Katja Phillippart 11:40 12:00 Edo Goverse 12:00 13:30 Lunch + Excursie 13:30 14:15 Parallelle sessies 1 14.15 14:30 Pauze + sessie wisseling 14.30 15:15 Parallelle sessies 2 Inzicht in vistrek Hendry Vis / Bas van den Boogaard / Martijn Dorenbosch Vispassage Bart Schaub / Rik Beentjes Inzicht in vistrek Peter Philipsen / Ben Griffioen 15:15 15:20 Terug in plenaire zaal 15:20 15:40 Terugkoppeling sessies 15:40 16:00 Afsluiting Jeroen van Herk en Herman Wanningen 16:00 17:00 Borrel
Ecologische Verbindingszone Noordzeekanaal en ommelanden Het Noordzeekanaal is van bijzonder belang voor diadrome vissoorten; niet alleen kwalitatief, ook kwantitatief speelt dit waterlichaam een rol van nationale betekenis op het gebied van vismigratie. Het Noordzeekanaal is echter geen startpunt of eindbestemming. Omdat de migratieroutes van regionaal belangrijke soorten door de beheergebieden van verschillende beheerders lopen, is een gezamenlijke aanpak noodzakelijk. Om de (migratie)knelpunten op een efficiënte wijze aan te pakken, is de Ecologische Verbindingszone Noordzeekanaal en ommelanden in het leven geroepen. Het is een samenwerkingsverband tussen Rijkswaterstaat West-Nederland- Noord, provincie Noord-Holland, Hoogheemraadschappen Hollands Noorderkwartier, Rijnland, Amstel, Gooi en Vecht, en Gemeente Amsterdam, Haven Amsterdam en Sportvisserij Midwest Nederland. Het partnership is in 2012 officieel bekrachtigd. Doel van de samenwerking is gedefinieerd als: Het vergroten van het ecologisch, financieel en communicatief rendement van de investeringen in vismigratie en ecologie door samenwerking tussen publieke, maatschappelijke en private partijen in het Noordzeekanaalgebied. De organisatiestructuur, financiering en wijze van aanpak van de problematiek heeft geresulteerd in mooie en soms onverwachte gevolgen en kan goed als matrix dienen voor andere samenwerkingsverbanden. Arjen Kikkert Consistency and Best Practice A history of fish pass approval in England and Wales There has been legislation in place for a Government minister to approve all fish passes for salmon in the UK since 1880. For the last 20 years this duty has been carried out by the Environment Agency using a process that has been extended to cover all technical fish passage solutions. The challenges and benefits of such an approach are discussed, together with new initiatives such as crowd sourcing fish passage information using smart phone apps and developing a European Standard for assessing fish passage performance. Jim Gregory
Wat wij van het verleden kunnen leren historische en recente gevolgen van het afsluiten van de Zuiderzee voor trekvissen De gevolgen van de afsluiting van de Zuiderzee in 1932 waren duidelijk zichtbaar in de hoeveelheden door de visserij gevangen vis uit de Waddenzee en het IJsselmeer. Visvangsten in het IJsselmeer namen na de afsluiting voor sommige soorten (b.v. ansjovis) af, terwijl die van andere soorten vis (b.v. paling) juist tijdelijk toenamen. De combinatie van de afsluiting en de sterke visserijdruk bracht de bestanden van sommige soorten hier uiteindelijk tot een historisch dieptepunt (b.v. spiering). Deze ontwikkelingen, gecombineerd met waargenomen veranderingen in vissen op verschillende ruimteschalen (van fuikvangsten in het Eems estuarium tot indices voor de visbestanden in de Noordzee), geven aan dat een verbetering van lokale omstandigheden kan leiden tot een verbetering van lokale visbestanden. Naast reductie visserij en het aanbieden van geschikte (brakwater) leefgebieden, kunnen lokale visbestanden verder worden versterkt door het verbeteren van de verbindingen tussen het zoete water en de zee. Potentiële maatregelen in dit verband omvatten visvriendelijke spui- en schutbeheer en vispassages, variërend van relatief eenvoudige (b.v. vistrappen) tot zeer complexe (b.v. vismigratierivier) oplossingen. Er bestaan echter nog grote onzekerheden over het optimale ontwerp van deze oplossingen, met name bij overgangen tussen zoet en zout. Het opzetten van een internationale Vismigratie Testfaciliteit bij Kornwerderzand met als doel om deze onzekerheden te verkleinen zou leiden tot efficiëntere investeringen om de bestanden van trekvissen in de Waddenzee te versterken, en zou internationaal uniek en van wereldwijd belang zijn. Katja Philippart Met kruisnet trekvissen monitoren in het Noordzeekanaal Binnen het programma Ecologische Verbindingszone Noordzeekanaal en Ommelanden loopt een driejarige monitoring om het aanbod van trekvissen in kaart te brengen. 2016 is het derde seizoen. Dit gebeurd met kruisnet (1x1 meter) bij 18 locaties in de periode maart t/m juni met hulp van ruim 50 vrijwilligers. De focus ligt hierbij op de intrek van glasaal (jonge paling) en driedoornige stekelbaars. Tijdens de presentatie worden de voorlopige resultaten besproken. Edo Goverse
Vrijwilligersmonitoring geeft onbetaalbaar inzicht In verschillende samenwerkingsverbanden is langs het Noordzeekanaal en in andere regio s inmiddels een grootschalig vrijwilligersnetwerk opgebouwd voor de kruisnetmonitoring van glasaal en andere (trek)vissen. We beschouwen het thema aan de hand van de volgende vragen; Waar komt dit idee vandaan, waarom doen we dit onderzoek en hoe is het georganiseerd? Welke resultaten krijgen we uit de monitoring en wat kunnen we daarmee? Zijn er bezwaren en nadelen die kleven aan inzet van vrijwillige amateurs en hoe kan de kwaliteit worden gegarandeerd? Zijn het eenmalige projecten of kunnen we er wat mee op de lange termijn? Martijn Schiphouwer Vrijwilligers inzet lust of last Vrijwilligers zijn een mooie welkome aanvulling op de werkzaamheden van een Waterschap. Door goede afspraken met de betreffende organisaties te maken kunnen werkzaamheden worden verricht die bij bv waterschappen een lage prioriteit hebben maar voor de georganiseerde hengelsport van groot belang zijn. Door hierbij samen te werken ontstaat een vertrouwensrelatie en wederzijds begrip. De inzet kan zijn op het gebied van monitoring van de KRW doelen, onderhoud oevers en bij diverse projecten. Goed voorbeeld hiervan is Vissen voor Verbinding in de Volksmond beter bekent als het Zeeforelproject. Aan de hand van diverse praktijkvoorbeelden laten we zien wat de meerwaarde van de inzet van vrijwilligers is voor het Waterschap. Is de het inzetten van vrijwilligers een Lust of Last? Henk Mensinga Hengelsportfederatie Groningen Drenthe Vismigratie onder het kanaal Het riviertje de Boven Regge wordt via een onderleider onder het Twentekanaal door geleid. Deze duiker is de langste en diepste onderleider van Nederland. In opdracht van Waterschap Vechtstromen onderzocht VisAdvies de vispasseerbaarheid met behulp van PIT telemetrie. Tijdens de presentatie wordt ingegaan op de vismigratiebewegingen en de relatie met de heersende omstandigheden (debiet, watertemperatuur, etc.). Dit geeft een interessante kijk op wat vissen wel en niet kunnen. Is de onderleider in voldoende mate vispasseerbaar? Hendry Vis
De mogelijkheden van edna bij de monitoring van trekvissen in het Noordzeekanaal Het Noordzeekanaal is een typisch overgangswater waarin een sterke scheiding aanwezig is tussen een zoute onderlaag en een zoete bovenlaag. Het visbestand dat in het kanaal aanwezig is wordt sterk beïnvloedt door het zoutgehalte van het water. Verschillende onderzoeken laten een rijke visfauna zien met zowel zoet- als zoutwater soorten. Daarnaast worden ook grotere trekvissen in het kanaal aangetroffen zoals zalm, zeeforel en rivierprik waardoor het kanaal een belangrijke migratie route lijkt vanuit zee. Recente onderzoeken laten hierbij zien dat sommige vissoorten in staat zijn om de sluizen in/nabij het kanaal te passeren. Het huidige onderzoek naar trekvissen in het Noordzeekanaal richt zich voornamelijk op knooppunten richting het achterland (polders) en zijn meestal specifiek gericht op soorten als bot, driedoornige stekelbaars, paling en spiering. Hoewel er in het Noordzeekanaal verschillende visonderzoeken zijn uitgevoerd is er weinig bekend over hoe het kanaal jaar rond door vissen gebruikt wordt. De MWTL monitoring in het Noordzeekanaal levert langjarige trends over het visbestand maar vindt slechts een keer per drie jaar plaats en is gebonden aan een specifieke uitvoeringsperiode en methodiek. Vooral over het voorkomen van minder algemene (trekvis)soorten in het kanaal als fint, elft, dun- en diklipharder, Atlantische zalm, zeeforel en rivier- en zeeprik is weinig bekend. Aanvullend op reguliere vismigratie studies, de MWTL monitoring en om meer kennis over het gebruik van het Noordzeekanaal door zoet- en zoutwatervissen te verkrijgen, is edna onderzoek een reële optie. Recent is in de Nieuwe Maas ter hoogte van Rotterdam edna ingezet om in een vergelijkbaar habitat als het Noordzeekanaal een beter inzicht te krijgen in de aanwezige vislevensgemeenschap. De edna-analyses brachten een aantal opmerkelijke resultaten aan het licht ten aanzien van bovengenoemde soorten. Bij een juiste ecologische interpretatie van edna technieken kan er mogelijk meer inzicht worden verkregen over het gebruik van het Noordzeekanaal door vissoorten die met traditionele visserijtechnieken onderbelicht blijven, bijvoorbeeld trekvissen en bepaalde zoutwatervissen. Bas van den Boogaard en Martijn Dorenbosch Passage Halfweg snelweg voor de vis naar Rijnland De nieuw aangelegde vispassage bij boezemgemaal Halfweg liet gelijk vanaf het begin zien dat dergelijke voorzieningen nuttig en nodig zijn voor trekvis. Duizenden glasalen en driedoornige stekelbaarzen vinden sinds ingebruikname in 2013 de weg naar Rijnlands gebied. Sinds de bouw van het boezemgemaal in 1972 was dit niet meer mogelijk voor vis komende vanuit het Noordzeekanaal naar de Amerikahaven. De passage is zo gebouwd dat brak water buiten het gebied van Rijnland kan blijven. Er wordt een lokstroom gecreëerd waar migrerende vis tegen in kan zwemmen. De monitoring vindt plaats aan de boezemzijde van de passage. Omdat de vis wordt opgevangen in een driehokkige fuik kunnen we ook naar bijvangsten kijken. Buiten echte trekvissen worden ook soorten zoals baarzen, snoekbaarzen, pos brasem en voorn aangetroffen in de fuik. In 2016 meten we het jaar rond om de optimale inzet van het gemaal te bepalen. De vraag is hoe verder met de monitoring? We weten dat de passage werkt. Daarmee voldoet Rijnland aan een van haar taken om vismigratie mogelijk te maken. Er zijn maar weinig plekken langs de Nederlandse kust zoals bij Halfweg waar lange trendmonitoring kansen biedt voor glasaal en stekelbaars. Het lijkt een gemiste kans als we hier niet mee door gaan. Bart Schaub
Cameramonitoring gemaal Kadoelen Amsterdam In het voorjaar van 2014 heeft hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier een sluisvispassage aangelegd bij gemaal Kadoelen in Amsterdam Noord. Teneinde de werking ervan te controleren hebben we dat najaar infra-rood camera s in de passage geplaatst. De camera s geven een interessant inkijkje in het gedrag van vissen in de passage. De berichtgeving hierover op internet zorgde voor veel belangstelling; op YouTube werden de filmpje in korte tijd 1000-den keren bekeken. Anders dan met de traditionele fuikmonitoring kunnen we tot op de minuut zien wanneer vissen de passage in zwemmen. De beelden van passerende paling zijn geanalyseerd en afgezet tegen de abiotische omstandigheden. De presentatie gaat verder in op de techniek van de cameramonitoring, de voordelen ervan maar ook de uitdagingen. Rik beentjes Het Noordzeekanaal voorbeeld voor KRW samenwerking in Rijn-West De succesvolle samenwerking tussen waterbeheerders rond het Noordzeekanaal (NZK) is een voorbeeld voor de KRW samenwerking rond vismigratie in Rijn-West. Samenwerking is nodig om trekvissen te helpen op hun weg van A naar B, over gebiedsgrenzen heen. Barrieres als sluizen en pompen moeten worden opgeheven, habitats en zoet-zout overgangen mworden gecreëerd. De gezamenlijke aanpak via de Routekaart Vismigratie Rijn-West heeft waterbeheerders geholpen hun vismigratiemaatregelen te prioriteren. De focus ligt daarbij op het creëren van zoveel mogelijk Rijks-regio overgangen en de monitoring van de gehele migratieroute. Recentelijk zijn in Rijn-West de aangelegde vishabitats in beeld gebracht en toegevoegd aan de Routekaart (natuurvriendelijke oeverse en paaiplaatsen). Niet alle gewenste vishabitats komen echter volledig tot ontwikkeling, o.a. door een relatief hoge nutriëntenbelasting. De KRW doelen voor vis worden niet overal gehaald. Trekvissen als paling en driedoornige stekelbaars stellen minder hoge eisen aan habitatkwaliteit. Zouden trekvissen in die gebieden niet een veel groter aandeel moeten hebben in de KRW-doelbepaling? En moeten vismigratie en habitat integraal worden gekoppeld, of juist niet? Peter Philipsen, Nature at Work Migratie bij het Sluizencomplex van IJmuiden Zijn de vissen ook snel-weg? Met kennis van het gedrag op verschillende schaalniveau, van gemaal, spuisluiscomplexniveau tot aan achterland kunnen we een goede slag maken naar het verbeteren van migratieroutes op grotere schaal. In het verleden is veel onderzoek gedaan naar gedrag van schieraal bij Europa s grootste gemaal en de daarbij gelegen sluiscomplex. Tijdens deze presentatie wordt een overzicht gegeven van de resultaten van en een interpretatie slag gedaan naar de resultaten. Daarnaast doet IMARES sinds 2012 een fuikenmonitoring in het najaar in samenwerking Visserij Service Nederland. Dit heeft enkele leuke en verrassende vangsten opgeleverd. De vraag blijft wel hoe de nieuwe situatie van het sluizencomplex migratie mogelijkheden zal bieden aan binnenkomende of vertrekkende vis? En zal het achterland daar ook van profiteren? Ben Griffioen