Opleiding op de post. December 2013. Annette van der Laan, senior beleidsmedewerker (SBOH) Yvonne Guldemond Hecker, huisarts



Vergelijkbare documenten
DE OPLEIDINGSCOÖRDINATOR OP DE HUISARTSENPOST

Dienstdoen op de post

Huisartsenpost. AIOS op de EVALUATIE PROJECT

Bijlage 2: Richtlijn inzet HDS-gelden

Handreiking LEREN EN WERKEN OP DE HUISARTSENPOST

Pilot. Zelfstandige Periode op de Huisartsenpost. Pilot Zelfstandige Periode op de Huisartsenpost. Projectbureau Aios op de Huisartsenpost.

Door aios op de huisartsenpost

~. ~~ ~ ~ V ~~~ in opleïding MANTELOVEREENKOMST HUISARTSOPLEIDING NEDERLAND - SBOH -INEEN. ORGál~ISEERT DE EERST!UN

Met subsidie en ontvangen stagevergoedingen financiert de SBOH sinds 1989 de huisartsopleiding en

Richtlijn video-opnames door aios in de huisartspraktijk*

AIOS OP DE HUISARTSENPOST

AIOS OP DE HUISARTSENPOST

HANDBOEK CONSULTOPNAMES

AIOS OP DE HUISARTSENPOST

LEOh. Landelijke Evaluatie Opleider huisartsgeneeskunde. Naam huisartsopleider. Plaats praktijk. Opleidingsjaar. jaar 1. jaar 3. Moment van invullen

HET LEERWERKPLAN. Bijlage C. Het leerwerkplan. Pagina 1 van 8 Versiedatum: 01 juli 2013

Richtlijn consultopnames door aios

Dienstdoen door aios op de huisartsenpost

Wat doet de SBOH? Waar doet de SBOH het van?

LEOh. Landelijke Evaluatie Opleider huisartsgeneeskunde. Naam aios. Groepsnummer aios. Naam huisartsopleider. BIG-nummer Plaats praktijk

UITNODIGING. Vaardigheidstraining telefonie (regie-arts stage) voor 3 de jaars AIOS

Speel open kaart. Actieplan

Opstellen en beheren van regionale documenten

LOKAAL TOETSPLAN HUISARTSOPLEIDING UMCG

Lokaal toetsplan Huisartsopleiding UMCG Bijlage A bij het Instituutsreglement

Stageleerwerkplan (SLWP), versie 11 januari 2017

Verhuizing. Stakeholdersbijeenkomst met Raad van Toezicht

Naar een Landelijk Opleidingsplan Huisartsgeneeskunde

Huisartsopleiding Leiden

Huisartsopleiding Leiden

Agenda 3e voortgangsgesprek van aios en opleider (ca. maand 9)

De Aandachtsfunctionaris 1

De mensen van de huisartsenpost Wie er werken en wat ze doen

Draaiboek:. tel: fax: Hoofd Carrousel Gezamenlijke Consulten : Dr. J.

Uitvoeringsregeling Toetsing en Beoordeling Huisartsopleiding tweede opleidingsjaar. versie juni 2015

Audit HOVUmc voorjaar 2013

Leer meer van de dagelijkse praktijk. KBA s als handvat voor aios en opleiders

Daarnaast betaalt de SBOH voor haar werknemers alle opleidingskosten aan. aantal aios per opleidingsinstituut

Praktijksituatie Activiteiten Wat moet je daarvoor kunnen Voorgeschreven medicatie complexe neurologische patiënt in kaart brengen op kosten

Leerwerkplan formats

Functiebeschrijving Hoofd Opleidingsinstituut Huisartsgeneeskunde LUMC

Hij draagt in deze hoedanigheid zorg voor:

De nazorg van pleegzorg voor pleegouders

Landelijk opleidingsplan Interne geneeskunde 2019

Instituutsreglement. Huisartsopleiding VUmc. Maart 2012

Lokaal Toetsplan Huisartsopleiding UMCG Bijlage A bij het Instituutsreglement

Ontwikkeling, herziening, beheer en toegankelijkheid protocollen verloskunde in verzorgingsgebied RCU / GCMN

Verslag 1 e fase project optimale transmurale voedingszorg voor de ondervoede patiënt

Werken op de huisartsenpost. Fysieke triage

Video registratie van Korte praktijkbeoordelingen. Lex Linsen, coördinator medisch onderwijs Catharina Ziekenhuis

Beleid en implementatie aanpak ouderenmishandeling.

GEAR Reflectieverslag 2015

Taak- Functieomschrijving Aandachtsfunctionaris Huiselijk Geweld en Kindermishandeling

NHG/LHV-Standpunt. Het elektronisch huisartsendossier (H-EPD) Gelukkig staat alles in mijn dossier, dokter. standpunt

Domein 4 Leeromgeving

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Werkwijze(r) ANIOS Urologie

Het individuele opleidingsplan (IOP)

Overdracht en samenwerking 1 e en 2 e lijns diëtisten bij de dieetbehandeling van ondervoede patiënten.

NVAVG: instructie arts al dan niet in opleiding tot specialist werkzaam in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking

1. Inleiding. 2. Doelstelling CIHN

Klachtenregeling. Directeur De directeur van Pool Management & Organisatie b.v.

Opleider zijn houdt je scherp. Huisartsopleider worden? Delen leren inspireren

Procedurebeschrijving indeling opleidings/stage praktijken

Uitvoeringsregeling Toetsing en Beoordeling Huisartsopleiding

Inventarisatie De coassistent in het buitenland

Begeleider of beoordelaar: wanneer draagt u welke pet?

Richtlijn problemen in de opleidingssituatie, inclusief ontkoppelingen. mei 2018, Jan Winters.

Spoedgeval s avonds of in het weekend? Wij zijn er voor u!

Naar een Landelijk Opleidingsplan Huisartsgeneeskunde

Protocol niet goed functionerende opleider

Presentatie Rapport project Instroom

Profiel huisartsopleider en opleidingspraktijk Kerngegevens van huisartsopleider(s) en van de praktijk

Huisartsopleiding. Kennismakingsbrochure. Huisarts: specialist in veelzijdigheid! a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a

Opleiding. Praktijkmanagement in de huisartsenzorg Dé opleiding voor en door praktijkmanagers van morgen.

Instituutsreglement OPLEIDINGSINSTITUUT IGT

OPLEIDERSTWEEDAAGSE UITNODIGING VOOR HUISARTSOPLEIDERS EN SEH-OPLEIDERS VERBONDEN AAN DE HUISARTSOPLEIDING TE LEIDEN.

Overdrachtsprotocol behorend bij het overdrachtsformulier peuter-kleuter gemeente Oss

Bijlage behorend bij hoofdstuk van het jaarverslag 2004 HDT-Oost

Het organiseren van een MDO

Hoofdstuk 1. Inleiding.

Wmo-werkplaats Twente. Scholingshandleiding voor cursist en trainer. Samenwerken met vrijwilligers

Bijlage A. Lokaal Toetsplan Huisartsopleiding UMCG

Opleiding. Praktijkmanagement in de huisartsenzorg Dé opleiding voor en door praktijkmanagers van morgen.

SAMENWERKING HUISARTSENPOST + ACUTE GGZ RAPPORTAGE VAN DE ONDER HUISARTSENPOSTEN GEHOUDEN INTERVIEWS

NEN Zorg en Welzijn HaZo24 HuisartsenZorg 24 uur

Implementatie van een digitaal consultatie formulier. Kunnen we de communicatie rond arts bezoek verbeteren?

EVALUATIE EN PLANNING

Takenpakket van het O team, Secretariële ondersteuning en aantal

Update resultaten pilot EPA-gericht opleiden

Mijn 7 grootste inzichten in ICT in de zorg uit de afgelopen 15 jaar

Functieprofiel: Manager Functiecode: 0202

Evaluatieverslag Pilot ZWOP

Functieprofiel: Senior Managementassistent Functiecode: 0305

Functieprofiel: Teamleider Functiecode: 0203

Aanleiding. Probleemstelling en onderzoeksopzet. Samenvatting procesevaluatie doorzorgfunctionaris

Vrijwilligersbeleid vereniging X

Huisartsopleiding Leiden Kwaliteitsverbeterplan Systematische evaluaties externe stages GGZ en Ouderen

De patiënt wil één aanspreekpunt, de huisarts lagere. werkdruk en de verzekeraar goede zorg voor het geld.

Inleiding bij het protocol De zeven fasen bij de overgang van de voorschoolse instelling naar de basisschool.

Transcriptie:

Opleiding op de post December 2013 Annette van der Laan, senior beleidsmedewerker (SBOH) Yvonne Guldemond Hecker, huisarts

Inhoud: Inleiding 3 Resultaten 5 - Verankering Leidraad Diensten 5 - Realisering randvoorwaarden op de huisartsenpost.. 6 - Opleidingsklimaat op de huisartsenpost 8 - Besteding van de SBOH-gelden 17 Conclusie 20 Gebruikte afkortingen 22 Bijlagen 1. Aanbevelingen. 25 2. Ingevulde scorelijsten 29 3. Plan van aanpak evaluatie 31 4. Checklist 33 5. Scorelijst 35 6. Overzicht besproken huisartsenposten 37 7. Juridische informatie t.a.v. feedback-module 39 8. De handreiking Leren en werken op de huisartsenpost 41 Losse bijlage: Aios op de HAP implementatieoverzicht juni 2013 Evaluatie opleiden op de huisartsenpost december 2013 2/50

Inleiding In 2007 werd de landelijke projectgroep Aios op de huisartsenpost opgericht met vertegenwoordigers van de hoofden van de opleidingsinstituten, de SBOH, de LOVAH en de VHN. De projectgroep had de opdracht een aantal zaken uit te werken die voortvloeiden uit het Project Vernieuwing Huisartsopleiding (Rapport Diensten). De projectgroep leverde in 2007 de nota Aios op de Huisartsenpost, Leidraad voor het leren dienstdoen kortweg de Leidraad Diensten en in 2008 een mantelovereenkomst SBOH-VHN, met voorbeeldovereenkomsten tussen HDS en opleidingsinstituut en tussen HDS en SBOH. De mantelovereenkomst weerspiegelt de tripartiete verantwoordelijkheden voor het opleiden op de post, waarbij de opleidingsinstituten samen met de opleiders verantwoordelijk zijn voor inhoud en kwaliteit, de huisartsenposten voor de facilitering en de randvoorwaarden en de SBOH voor de financiering. De Mantelovereenkomst beschrijft tevens de vergoeding die de HDS en kunnen ontvangen als tegemoetkoming in de kosten die ten behoeve van de opleiding gemaakt worden en aan welke voorwaarden moet worden voldaan om voor deze vergoeding in aanmerking te komen. In de periode 2008 2011 is door het projectbureau Aios op de HAP met betrokken partijen veel energie gestoken in de implementatie van de Leidraad Diensten en het verbeteren van de opleidingssituatie op de huisartsenposten. Op 1 januari 2012 is het Project Aios op de HAP beëindigd en is de uitvoering van de verdere implementatieactiviteiten ingebed in de reguliere opleidingsstructuur. Eind 2012 hebben SBOH, VHN en Huisartsopleiding Nederland opdracht gegeven een evaluatieonderzoek uit te voeren. Zie voor het plan van aanpak van de evaluatie de bijlagen. Het onderzoek is uitgevoerd door Annette van der Laan, senior beleidsmedewerker van de SBOH en verbonden geweest aan het project Aios op de HAP, en Yvonne Guldemond-Hecker, huisarts en inhoudsdeskundige op het gebied van opleiden op de post. In het najaar 2012 en het voorjaar 2013 is, in afstemming met de opleidingsinstituten, een rondgang georganiseerd langs een aantal huisartsenposten (één per opleidingsinstituut). Bij het bezoek aan een huisartsenpost zaten meestal de volgende personen aan tafel: de manager van de post, de opleidingscoördinator, de coördinator diensten van het opleidingsinstituut en de onderzoekers. Aangezien de Amsterdamse posten al door het opleidingsinstituut waren bezocht, vond hier een gesprek plaats met de hoofden en de coördinatoren diensten van AMC-UvA en VUmc. Een overzicht van de bezochte posten staat in de bijlagen. Bij de evaluatiegesprekken werd de landelijk ontwikkelde checklist Evaluatie Opleiding op de post 1 (bijlage) gebruikt. Om de HDS en met elkaar te kunnen vergelijken werd de, eveneens landelijk ontwikkelde, scorelijst (bijlage) gebruikt. Met behulp van deze twee instrumenten werden de volgende vier onderdelen in kaart gebracht: 1 Deze checklist is een afgeleide van de checklist Randvoorwaarden Leren op de huisartsenpost, die weer gedestilleerd is uit de tabel meetaspecten van het IQ healthcare visitatie-instrument en bedoeld als onderlegger bij evaluatiegesprekken tussen opleidingsinstituten en huisartsenposten. Evaluatie opleiden op de huisartsenpost december 2013 3/50

1. Verankering van de Leidraad Diensten. 2. Realisering randvoorwaarden op de huisartsenpost: Introductiecursus; Spreekruimte aios, inlogcode aios; Faciliteiten als video/opnameapparatuur en feedbacksysteem. 3. Opleidingsklimaat op de huisartsenpost Ruimte voor onderwijs en tijd om te leren: mogelijkheden voor observatie en feedback; Zelfstandig dienstdoen / beheer bekwaamheidsverklaringen; Het leren van de telefoonartsfunctie; Afstemming werkzaamheden aios Taken opleidingscoördinator Initiatieven opleiders Samenwerking Draagvlak 4. De besteding van de SBOH-gelden. Van ieder gesprek werd een verslag gemaakt en een scorelijst ingevuld. Verslag en scorelijst werden vervolgens ter instemming voorgelegd aan de betrokkenen. De gespreksverslagen vormen de basis van dit evaluatieverslag. Evaluatie opleiden op de huisartsenpost december 2013 4/50

Resultaten evaluatie 1. Verankering van de Leidraad Diensten. Resultaat De inhoud van de Leidraad Diensten is redelijk bekend onder de aios en bij het management van de posten, minder onder opleiders en nauwelijks onder huisarts-niet-opleiders en overige medewerkers op de post. De Leidraad Diensten wordt door de opleidingsinstituten verspreid onder aios en huisartsopleiders. Daarnaast wordt de Leidraad Diensten door de opleidingscoördinatoren en de posten onder de aandacht gebracht tijdens de introductiecursussen, d.m.v. nieuwsbrieven, mails, mondeling op de post en bij nascholing e.d.. Eén post meldt de Leidraad Diensten te hebben opgenomen in het kwaliteitssysteem. De meeste posten hebben de afspraken (gebaseerd op de Leidraad Diensten) rondom het opleiden op de post vastgelegd in een protocol. De posten die dit nog niet hebben gedaan zijn geïnteresseerd in een landelijk voorbeeldprotocol. De indruk bestaat dat de Leidraad Diensten redelijk bekend is onder de aios. Maar er is niet goed zicht op de daadwerkelijke bekendheid van de Leidraad Diensten, met name onder opleiders, huisarts-nietopleiders en overige medewerkers op de post. Eén post heeft de indruk dat ook opleiders en aios onvoldoende bekend zijn met de inhoud van de Leidraad Diensten. De opleidingscoördinator op deze post is van mening dat dienstdoen nog te weinig in het curriculum is ingebed: Vanuit het opleidingsinstituut zou er meer aandacht moeten zijn voor het leren dienstdoen. Met name het verschil tussen dienstdoen op de post en consultvoering op de huisartsenpraktijk wordt onvoldoende benadrukt. Veel opleiders denken dat productie draaien door de aios voldoende is. Het opleidingsinstituut heeft de rol om de opleiders te trainen (denk aan video, observatie en feedback). Aanbevelingen - Huisartsopleiders vanuit het opleidingsinstituut beter informeren over inhoud en toepassing van de Leidraad Diensten. - De afspraken ten aanzien van het leren dienstdoen op de post vastleggen in een protocol, waarbij de Leidraad Diensten als uitgangspunt geldt. Hiervoor een landelijk voorbeeldprotocol maken. - Huisarts-niet-opleiders op de posten door de opleidingscoördinator en het management beter informeren over inhoud en toepassing van de Leidraad Diensten. - Huisartsopleiders uitnodigen voor het bijwonen van de introductiecursus op de post. Evaluatie opleiden op de huisartsenpost december 2013 5/50

2. Realisering randvoorwaarden op de huisartsenpost Resultaat De randvoorwaarden op de posten zijn over het algemeen voldoende gerealiseerd. Vrijwel alle aios krijgen een introductiecursus en kunnen beschikken over een adequate spreekkamer. Er zijn twee problemen: het gebruik van de feedbackmodule blijft achter bij de verwachting en de videoapparatuur is wel aanwezig, maar wordt onvoldoende gebruikt. Introductiecursus De introductiecursus wordt op alle posten twee à driemaal per jaar gegeven. Vrijwel overal wordt de presentie van de aios gecontroleerd en daar waar dat niet gebeurt, zijn afspraken gemaakt om presentielijsten te gaan bijhouden. Het blijkt zelden voor te komen dat aios de introductiecursus missen. Als een aios toch de introductiecursus mist, zoeken aios en opleider, veelal in samenwerking met de opleidingscoördinator, naar een alternatieve, individuele oplossing om de aios toch goed op de post te introduceren. Tijdens de evaluatiegesprekken is het belang van de introductiecursus en de controle op het bijwonen daarvan nogmaals benadrukt, met name in kader van de Inspectie: de aios mag niet werken op de post totdat introductie heeft plaatsgevonden. Indien de aios niet bij de introductiecursus aanwezig is geweest, dient er een alternatieve introductie te worden geregeld. Spreekruimte aios, inlogcode aios Vrijwel alle posten beschikken over een aparte spreekkamer of over voldoende ruimte voor aios. Op twee posten is er een aparte spreekkamer voor aios (met videoapparatuur) met een verbinding naar de naastgelegen kamer van de opleider. Deze setting verlaagt de drempel voor observatie, overleg en feedback. Aios hebben overal een eigen inlogcode of werken met de UZI-pas. Op sommige posten is dit geen persoonlijke code maar een de aios van HAO-X -code. De inlogcode van de aios is meestal gekoppeld aan de huisartsopleider. Faciliteiten als video/opnameapparatuur en feedbacksysteem. Op alle posten is inmiddels opnameapparatuur geplaatst of aanwezig (in een kast), maar er wordt nog onvoldoende van de apparatuur gebruik gemaakt. Management van de posten en de opleidingscoördinatoren zijn van mening dat het opleidingsinstituut minimaal 1 opname op de huisartsenpost zou moeten eisen, om te stimuleren dat van de opnameapparatuur gebruik wordt gemaakt. Op de terugkomdag zou meer aandacht besteed kunnen worden aan consultvoering op de post aan de hand van video-opnames die gemaakt zijn op de post. Knelpunt hierbij is dat op veel posten het opgenomen materiaal de post niet mag verlaten. Om dit probleem te vermijden zijn er landelijk plannen voor het opslaan van opnames op een centrale server, waarmee de opnames door middel van een toegangscode alleen toegankelijk zijn voor aios en opleider. Wellicht dat dit systeem in de toekomst belemmeringen wegneemt. Een alternatief voor dit probleem is het rechtstreeks observeren van de aios met videoapparatuur vanuit een andere ruimte. Dit kan nu al op sommige posten waarbij de opleider vanuit een andere ruimte via het videocircuit met de aios meekijkt. Een bijkomend voordeel is dat de opleider in deze setting direct na het consult feedback kan geven. Dit neemt niet weg dat de mogelijkheid moet bestaan om consulten van de post te bespreken op de terugkomdag op het instituut. Evaluatie opleiden op de huisartsenpost december 2013 6/50

Vanuit de posten is er behoefte aan een standaard toestemmingsformulier dat voldoet aan de eisen van het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP). Op 5 van de 7 posten is een feedbackmodule geïnstalleerd. Op de posten waar de feedbackmodule wordt gebruikt, is het percentage huisartsen dat van de module gebruikt maakt, nog onvoldoende. De meerwaarde van het feedbacksysteem wordt door de huisartsen wel ingezien, maar de inlogprocedure wordt als lastig ervaren. Aangezien de inlogprocedure inmiddels net zo gemakkelijk is als internetbankieren, is dit een non-argument. Een ander argument dat wordt genoemd is dat er onzekerheid bestaat over de vraag of de privacy goed is geregeld. Ook dit argument lijkt ongegrond te zijn. Zie bijlage juridische informatie t.a.v. feedbackmodule. Het is belangrijk huisartsen (opnieuw) te enthousiasmeren 2. Een opleidingsinstituut heeft als suggestie om accreditatiepunten toe te kennen aan het geven van feedback. Als er gebruik wordt gemaakt van de feedbackmodule, loopt de terugkoppeling aan aios via de opleider. Aanbevelingen: - Stimuleren dat videoapparatuur op de post wordt ingezet, door bij voorbeeld verplicht te stellen dat aios minimaal één video-opname van een consult op de post opnemen in hun portfolio of door op de post gemaakte video-opnames te bespreken op de terugkomdag met aandacht voor de specifieke aspecten van consultvoering op de post. - De op de post aanwezige videoapparatuur inzetten voor rechtstreekse observatie van de aios vanuit een andere ruimte. - Een standaard toestemmingsformulier ontwerpen dat voldoet aan de eisen van het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP). - Onderzoeken welke factoren het gebruik van de feedbackmodule belemmeren en op welke wijze deze weggenomen kunnen worden - Het gebruik van de feedbackmodule door alle huisartsen op de post stimuleren. - Technische mogelijkheden onderzoeken dat de aios zelf toegang heeft tot de feedbackmodule en niet (zoals nu) alleen via de opleider, - Onderzoeken of in het kader van intercollegiale toetsing accreditatiepunten aan het geven van feedback kunnen worden toegekend. Best practice - CHP Zuid-Oost-Brabant (Helmond): Project implementatie feedbackmodule 2 Op de CHP Zuid-Oost Brabant is een aparte projectmedewerker aangesteld voor de implementatie van de feedbackmodule om ervoor te zorgen dat de module breed door de huisartsen op de post wordt gebruikt. Evaluatie opleiden op de huisartsenpost december 2013 7/50

3. Opleidingsklimaat op de huisartsenpost De meeste posten staan positief ten opzichte van het opleiden van aios op de post. Zij realiseren zich het belang hiervan en zijn bereid een en ander te faciliteren. Aios worden inmiddels goed geaccepteerd als werkers op de post, ook door de huisarts-niet-opleiders en het personeel van de post. Echter ten aanzien van ruimte voor onderwijs en tijd om te leren, bestaan er per post en per opleidingsinstituut grote verschillen. Het opleidingsklimaat is onderzocht aan de hand van de volgende aspecten: Ruimte voor leertijd: leergesprekken, observatie en feedback, korte praktijkbeoordelingen Zelfstandig dienstdoen / Beheer van de bekwaamheidsverklaringen Het leren van de telefoonarts-functie Afstemming werkzaamheden aios Taken opleidercoördinator Initiatieven opleiders Samenwerking Draagvlak Ruimte voor leertijd: leergesprekken, observatie en feedback Resultaat Er wordt nog weinig ruimte voor leergesprekken, observatie en feedback gecreëerd. Korte Praktijkbeoordelingen aan de hand van KPB-lijstjes, vinden niet plaats. Opleidingscoördinatoren/opleidingsinstituten en posten hebben verschillende visies ten aanzien van nut en noodzaak van leergesprekken op de post. Op de CHP Nightcare in Heerlen wordt tijd voor feedback en/of leergesprek tussen huisartsopleider en aios ingeroosterd: aios en opleiders stemmen met de assistente aan het begin van de dienst af op welke manier ze ruimte willen hebben voor onderwijs, mits de drukte van de dienst dit toelaat. Echter op de meeste posten zijn geen afspraken gemaakt over ruimte en tijd voor nabesprekingen: die gaan vaak tussen de bedrijven door. Leergesprekken vinden vaak de volgende dag in de huisartsenpraktijk plaats. In de CHP Nijmegen wordt gewerkt met een aparte agenda voor het HAO-aios-koppel. Door parallel binnen die agenda te werken, kunnen zij nabesprekingstijd creëren. Het is dan dus niet nodig apart ruimte in tijd in te roosteren. AMC-UvA en VUmc geven aan dat er niet voldoende ruimte is voor observatie en feedback. Opvallend is dat opleidingscoördinatoren/opleidingsinstituten en posten verschillende visies hebben ten aanzien nut en noodzaak van leergesprekken op de post. Toch lijkt directe feedback op het handelen een groot leereffect te hebben. In het artikel Stand van zaken De korte praktijkbeoordeling 3 wordt het belang van snelle feedback dan ook benadrukt. Aangezien het koppel hao-aios ook tijd wint als ze allebei consulten voeren, valt het te rechtvaardigen om leertijd in te roosteren. Gedurende de avonden zal dat op veel posten geen problemen geven, in het weekeinde is het inroosteren van leertijd alleen mogelijk als er tijd is. 3 Stand van zaken De korte praktijkbeoordeling van beoordeling naar begeleiding, Ned. Tijdschr Geneeskd. 2013;157:A5587. Evaluatie opleiden op de huisartsenpost december 2013 8/50

Aanbevelingen - Stimuleren van observatie en feedback door opleidingsinstituten/opleidingscoördinatoren, bij voorbeeld door directe observatie met behulp van de video te adviseren en korte praktijkbeoordelingen (KPB) op te laten nemen in het portfolio. - Laten onderzoeken of het leereffect bij directe feedback groter is. - Opleiders bewust maken van het belang van leertijd, observatie en feedback op de post. - De handreiking Leren en werken op de huisartsenpost (bijlage), die handvatten bevat om leertijd op de post vorm te geven, opnieuw onder de aandacht brengen. - De Leidraad Diensten evalueren en updaten. Best practice - CHP Nightcare Heerlen: aan het begin van de dienst wordt, in overleg met het koppel opleider/aios, afgesproken hoe tijdens de dienst de ruimte voor leertijd ingevuld wordt. Zelfstandig dienstdoen Resultaten Op vrijwel alle posten is zelfstandig dienstdoen mogelijk als de aios in het bezit is van bekwaamheidsverklaringen. Er bestaan landelijk echter grote verschillen in de wijze waarop de strikte voorwaarden t.a.v. zelfstandig dienstdoen, zoals opgenomen in de Leidraad Diensten, geïnterpreteerd worden. Aan de ene kant zijn er opleiders die toch op de post blijven, soms omdat de post niet toestaat dat de opleider op afstand is, soms omdat de opleider de aios niet durft los te laten, soms omdat er onzekerheid bestaat over mogelijke tuchtrechtelijke consequenties. Aan de andere kant zijn er opleiders die hun aios geheel alleen dienst laten doen, en niet conform de aanbevelingen de dienst samen opstarten en afsluiten, zodat er feitelijk geen sprake meer is van een opleidingssituatie, maar van (onreglementair) productie draaien. Een aantal posten geeft aan behoefte te hebben aan een periode van zelfstandig werken, zoals Zelfstandige Week op de Post (ZWOP). De Leidraad Diensten beschrijft een aantal strikte voorwaarden waaronder geheel zelfstandig dienstdoen van de aios kan plaatsvinden: o De opleider is steeds direct voor de aios bereikbaar en beschikbaar; o De aios stemt er zelf mee in dat de opleider in principe niet fysiek aanwezig is; o De opleider dient desgevraagd de situatie ter plekke te komen beoordelen. Van de betreffende huisartsenpost wordt verwacht, dat er rekening houdend met de lokale geografische situatie afspraken gemaakt worden over de tijdslimiet, waarbinnen de opleider ter plaatse dient te zijn (bijvoorbeeld op basis van het protocol m.b.t. het oproepen van een achterwacht); o De aios is in het bezit van de bekwaamheidsverklaringen in de betreffende taakgebieden; o De directeur van de huisartsenpost of de opleidingscoördinator heeft een kopie van de bekwaamheidsverklaring ontvangen; o De opleider beschikt over een auto met voldoende mogelijkheden (kaartsysteem of navigatiesysteem) om zo nodig naar het adres te gaan waar de aios zich bevindt; o De opleider is bij aanvang van de dienst samen met de aios op de huisartsenpost aanwezig om de andere dienstdoende huisartsen en de eerstverantwoordelijke assistente te informeren over de gemaakte afspraken en de bereikbaarheid; Evaluatie opleiden op de huisartsenpost december 2013 9/50

o o o Het koppel aios-opleider moet in staat geacht worden om minimaal de productie van één huisarts te leveren; De opleider is bereikbaar en beschikbaar om bij te springen als door het werktempo van de aios de workload voor de op de huisartsenpost aanwezig huisartsen teveel gaat oplopen, dit naar het oordeel van de leidinggevende op de huisartsenpost; De opleider overlegt bij afsluiting van de dienst met de aios over het verloop van de dienst en eventueel opgetreden problemen. In de Leidraad Diensten is tevens het juridisch kader geschetst waarbinnen opleider en aios zich bewegen en staat omschreven welke verantwoordelijkheden zij hierin hebben. Dit kader is getoetst door prof. mr. W. Kastelein. Zo staat bij de opleider de volgende verantwoordelijkheid omschreven: 4b. De opleider T.a.v. de patiëntenzorg: De opleider is verantwoordelijk voor de patiënten waarmee hij4 een behandelrelatie aangaat, ook als hij deze huisartsgeneeskundige zorg tijdens het dienstdoen (onder zijn begeleiding) overdraagt aan een aios. In die zin is de opleider eindverantwoordelijk voor de door de aios geleverde patiëntenzorg. Echter, als de aios in de door hem geboden patiëntenzorg een individuele fout maakt, is de opleider in tuchtrechtelijke zi niet verantwoordelijk, mits: 1. De opleider zich ervan heeft vergewist dat de kwaliteit van de organisatie op de huisartsenpost zodanig is dat de aios in staat geacht kan worden om adequate patiëntenzorg te leveren (zoals de aanwezigheid van protocollen en werkwijzen, de aanwezigheid van voldoende ondersteunend personeel en het afstemmen van de opdrachten op de werkdruk in relatie tot de personele bezetting). 2. De opleider heeft gezorgd voor een adequate begeleiding van de aios, te weten: - de opleider moet zich er steeds van vergewissen of de zorg voor een patiënt aan de aios gedelegeerd kan worden: is de aios bekwaam op dit gebied? - de opleider moet achteraf beoordelen of de door de aios geleverde patiëntenzorg adequaat is geweest; - de opleider moet zich ervan vergewissen dat de aios in staat is om goed in te schatten wanneer hij de opleider moet consulteren; - de opleider is te allen tijde voor de aios bereikbaar en beschikbaar voor consultatie en overleg; - de opleider dient desgevraagd de situatie ter plekke te komen beoordelen. Bij de CHP Nightcare in Heerlen en de CHP Nijmegen wordt regelmatig zelfstandig dienst gedaan, zodat aios de kans krijgen dit te oefenen met toepassing van de afspraken zoals ze in de leidraad geformuleerd zijn. Bij geschikte bekwaamheid ook aan het einde van het eerste jaar. Bij capaciteitsproblemen veroorzaakt door aios wordt de opleider opgeroepen. Bij de CHP Zwolle wordt aangegeven dat zelfstandig dienstdoen weliswaar mogelijk is als aios bekwaamheidsverklaring heeft, maar dat er nog geen gestructureerd programma voor zelfstandig dienstdoen is. Opleiders hebben soms schroom om aios los te laten. Gebeurt nog niet veel. Bij CHP West Friesland krijgt de aios pas een bekwaamheidsverklaring als een 2e waarnemend opleider de aios heeft getoetst. Daarbij wordt aangegeven dat het voor opleiders vaak onduidelijk is hoe getoetst moet worden. Waar moet de beoordelaar op letten? De ontwikkeling van de KBA s door Huisartsopleiding Nederland kan daar waarschijnlijk behulpzaam bij zijn. Voorts meldt CHP West- Friesland dat niet alle opleiders zich aan de regels houden. De opleidingscoördinator aldaar vindt het lastig die opleiders daarop aan te spreken. De opleider vindt dat hij het zelf kan bepalen. AMC- UvA/Vumc melden dat zelfstandig dienstdoen steeds meer conform de Leidraad wordt uitgevoerd, d.w.z. dat de opleider mee opstart en afsluit. Voorheen kwam de opleider vaak niet als de aios zelfstandig dienst deed, waardoor er feitelijk geen sprake meer was van een opleidingssituatie, maar 4 Overal waar hij of zijn staat kan ook zij of haar worden gelezen. Evaluatie opleiden op de huisartsenpost december 2013 10/50

van puur productie draaien en (ongeoorloofd) waarnemen. Deze situatie bestaat nog in Den Haag, waar de opleiders bij een zelfstandige dienst van de aios niet naar de post komen en alleen telefonisch de dienst nabespreken. Huisartsenpost Primair geeft ook aan dat zelfstandig dienstdoen niet geheel conform voorwaarden van de Leidraad Diensten wordt gedaan: opstarten en afsluiten door opleider is hier niet verplicht. Bij de CHP Rijnmond is in de statuten opgenomen dat de opleider op de post aanwezig moet zijn. Wel mag de aios alleen visite rijden (na bekwaamheidsverklaring). Er is sprake van onbekendheid t.a.v. consequenties: wat wel en niet kan/mag. Er is op de posten veel discussie of de opleider aanwezig dient te zijn. Voor de opleiding van de aios (ervaren van de druk) is het beter als de opleider op afstand is. Binnen CHP Rijnmond zit de opleider vaak in de huiskamer. Er blijkt tevens sprake van onduidelijkheid omtrent de autorisatie. Tuchtrechtelijk geldt dat als aios zelfstandig kan werken en een bekwaamheidsverklaring heeft, de opleider de aios niet meer hoeft te autoriseren. Een aantal posten geeft aan er behoefte aan te hebben om in de toekomst een Zelfstandige Week op de Post (ZWOP) organiseren. Deze posten betreuren het dat de ZWOP voorlopig landelijk geen doorgang vindt. Aanbevelingen - Zorgen voor een eenduidige uitleg van de Leidraad en de voorwaarden waaronder zelfstandig dienst kan worden gedaan. - De Leidraad Diensten evalueren en updaten. - Definiëren wat het doel van zelfstandig dienstdoen is, wat er onder wordt verstaan en de wijze waarop er invulling aan kan worden gegeven binnen de regionale mogelijkheden. - Ontwikkelen van verschillende wijzen waarop zelfstandig leren dienstdoen kan worden vormgegeven als onderdeel van de lijn spoedeisende geneeskunde binnen de huisartsopleiding. - Definiëren van de kwalitatieve norm, die uitgaat van een x-aantal zelfstandige diensten. - Een beslissing nemen over het al dan niet invoeren van een ZWOP. Opleidingsinstituten en posten kunnen hierin ook zelf initiatieven nemen. Ook kunnen zij al beginnen met het invoeren van ZWOPachtige constructies, zoals observatie en feedback door superviserend opleider, ZWOPPEN per rol, dus een functie per keer (consultarts, visite-arts of telefoonarts e.d.). - Nadenken over invoering van toetsing van de aios door een tweede, externe opleider. - Opleiders trainen in het toetsen van de aios binnen de huidige ontwikkeling van de KBA s. Beheer van de bekwaamheidsverklaringen Resultaat Op de posten worden de bekwaamheidsverklaringen goed beheert. Echter niet alle opleidingsinstituten gebruiken de bekwaamheidsverklaringen in de beoordeling van de aios zoals bij de go-no go, terwijl de opleidingsinstituten de Leidraad Diensten wel hebben opgenomen in het opleidingsplan Bij alle posten is het beheer van de bekwaamheidsverklaringen goed geregeld, zij het op verschillende wijze: - Bekwaamheidsverklaringen worden vaak door de managementassistente beheert. - Bekwaamheidsverklaringen worden bij de start van elke zelfstandige dienst door de assistente gecheckt. - Bekwaamheidsverklaringen worden afgevinkt in kolom koppellijst of opgenomen in logboek; - Bekwaamheidsverklaringen worden op de post in een klapper bewaard; Evaluatie opleiden op de huisartsenpost december 2013 11/50

- Opleidingsinstituut levert lijst van aios met een bekwaamheidsverklaring aan bij de opleidingscoördinator. - Op sommige posten worden, zodra de aios bekwaamheidsverklaringen heeft, rechten in Callmanager toegekend aan de aios: de aios hoeft dan niet meer geautoriseerd te worden door de opleider. Het opleidingsinstituut in Groningen geeft aan de verklaringen maar mondjesmaat binnen te krijgen. Aanbeveling - Checken of de Leidraad Diensten door de opleidingsinstituten is opgenomen in het opleidingsplan. - Bekwaamheidsverklaringen opnemen in het portfolio diensten van de aios. Telefoonarts-functie Resultaat Het leren van de telefoonartsfunctie is nog beperkt uitgewerkt en dient beter en gestructureerd vormgegeven worden. Zowel door het instituut, als opleidingscoördinator, opleider als posten. De telefoonarts heeft naast het uitvoeren van de telefonische consulten ook de taak om de triage-assistenten te superviseren (wel of geen visite rijden, wanneer ambulancedienst inschakelen enz.) en autoriseren. Ook het aansturen van de visite rijdende huisartsen (zoals prioritering van de visites) behoort tot de taak van de telefoonarts. Dit taakgebied heeft van alle taakgebieden op de post de hoogste moeilijkheidsgraad en kan pas uitgevoerd worden als de aios voldoende ervaring als consultarts en visitearts heeft opgedaan. (uit de Leidraad Diensten). Het is niet op alle posten even goed mogelijk om de telefoonarts-functie te leren. Bij MUMC zijn er plannen ontwikkeld om aios die op posten zitten waar die functie niet te leren is, onder te brengen bij andere posten, waar de functie wel te leren valt. De aios van de post Maastricht en Heuvelland bij voorbeeld, kunnen hiervoor terecht op de CHP Nightcare in Heerlen. Bij een aantal posten speelt het probleem dat sommige opleiders nauwelijks telefoondiensten doen. Bij deze posten wordt namelijk gewerkt met een vaste groep huisartsen die speciaal opgeleid zijn tot callcenterartsen. Dit speelt ook in Den Haag, waar gewerkt wordt met regieartsen op het callcenter dat in een apart gebouw gehuisvest is. Een mogelijke oplossing voor dit probleem is het boventallig inzetten van callcenterartsen/telefoon/regieartsen als waarnemend opleiders voor aios. Bij CHP Rijnmond is de functie juist lastig te leren omdat er geen sprake is van een aparte functie en een van de consultartsen de telefoonartsfunctie vervult. Bij de CHP West Friesland zijn er oa. mogelijkheden tot meeluisteren, meelopen met triagisten en andere opleiders: ook hier toetsing door 2e opleider voor de bekwaamheidsverklaring van telefoonarts. Aios worden ook uitgenodigd voor de regie-artstraining. Binnen de posten van AMC-UvA/VUmc variëren de mogelijkheden om deze functie te leren. In Amsterdam worden trainingen georganiseerd voor regie-artsen en triage-assistentes waarop opleiders en aios kunnen intekenen. Bij huisartsenpost Haarlem is als oplossing bedacht dat alleen opleiders de regie-artsen-functie mogen uitoefenen. Bij de CHP Nijmegen zijn de mogelijkheden om de telefoonartsfunctie te leren zeer goed. Hier draait een speciaal project TAT, TelefoonartsTraining, waarbij telefoonartsen apart worden getraind om aios te begeleiden. Dit project wordt gefinancierd uit de SBOH-gelden. Evaluatie opleiden op de huisartsenpost december 2013 12/50

Aanbevelingen - Het leren van de telefoonartsfunctie verder uitwerken en vormgeven door onderwijsprogramma s te ontwikkelen (taak opleidingsinstituten) en door het faciliteren van training op de post (taak huisartsenposten). Hierbij tevens de mogelijkheden van bij voorbeeld scenario-onderwijs of serious gaming betrekken. - Callcenterartsen/telefoon/regieartsen boventallig inzetten als waarnemend opleiders voor aios. - Telefoonarts-trainingen ontwikkelen. Best Practice - CHP Nijmegen: Project TAT, TelefoonartsTraining, waarbij telefoonartsen apart worden getraind om aios te begeleiden. - Huisartsenpost Haarlem: alleen opleiders de regie-artsen-functie laten uitoefenen. Afstemming werkzaamheden aios Aios kunnen bij de start van de dienst op veel posten aangeven welke ziektebeelden/patiënten zij graag zouden willen zien in het kader van hun opleiding. Assistentes/chauffeurs worden over het algemeen niet actief betrokken bij feedback op aios. Er wordt over nagedacht om wellicht in de toekomst te gaan werken met 360 graden feedback. Aanbevelingen - Opleiders dienen te bewaken dat de aios een juiste afspiegeling ziet van het soort problemen dat zich aandient op de huisartsenpost en niet alleen de relatief eenvoudige problemen 5. - Daarnaast moet de aios de gelegenheid geboden worden om desgewenst specifieke patiënten of ziektebeelden te kunnen zien. - Huisartsenposten moeten een uitdraai kunnen geven van de contacten van de aios tijdens de dienst. - De aios moet op basis van deze uitdraaien in zijn portfolio kunnen laten zien welke soorten problemen hij gezien heeft en hoe vaak. Taken opleidingscoördinator Resultaten De opleidingscoördinatoren zijn vrijwel overal betrokken bij het organiseren van introductiecursussen. Daarnaast fungeren ze als aanspreekpunt bij problemen. Functie, taken en verantwoordelijkheden van de opleidingscoördinatoren zijn voor hen zelf meestal wel duidelijk, maar niet altijd even zichtbaar voor anderen. De opleidingscoördinatoren lijken nog onvoldoende plannen en projecten op te zetten om een goede invulling te geven aan de opleiding op de post. Opleidingscoördinatoren met een grote aanstelling die meerdere posten onder zich hebben, hebben niet goed zicht op de posten waar zij zelf niet werkzaam zijn. 5 In zijn proefschrift The patient mix of GP trainees and their trainers: gaps, disparities and active steering stelt Jip de Jong dat huisartsen in opleiding binnen de huisartspraktijk andere soorten patiënten te zien krijgen dan hun opleiders. Ook zijn er landelijk forse verschillen zichtbaar tussen de patiëntengroepen van aios huisartsgeneeskunde. Evaluatie opleiden op de huisartsenpost december 2013 13/50

Voor de meeste opleidingscoördinatoren zijn de taken en verantwoordelijkheden duidelijk. Het is voornamelijk een organisatorische functie, die zich toespitst op: - Mede organiseren van introductiecursus; - Contact met opleidingsinstituut en management post; - Zorgen voor HAP-protocol opleiden op de post; - Proces bewaking rondom bekwaamheidsverklaringen; - Trait d union zijn tussen de bij de opleiding betrokken partijen; - Communicatie; - Aanspreekpunt zijn/advies geven Er is niet goed zicht op of de taken en verantwoordelijkheden van de opleidingscoördinator ook duidelijk zijn voor opleiders en aios, de huisarts-niet-opleiders en de overige medewerkers op de post. Verder geeft een van de opleidingscoördinatoren aan dat zij niet goed zicht heeft op wat er tussen het koppel hao-aios gebeurt. In Maastricht proberen ze bovenstaande te verbeteren door tijdens de tweedaagse voor opleiders, de opleiders bij hun eigen opleidingscoördinator te zetten. Op andere posten ontstaan plannen om opleidersbijeenkomsten te organiseren op de post. Binnen AMC-UvA heeft de coördinator diensten om de 6 weken contact met de opleidingscoördinatoren en vinden functioneringsgesprekken plaats. Het plan aldaar is om 1x per jaar een gezamenlijke middag te organiseren voor de opleidingscoördinatoren van VUmc en AMC-UvA. UMCU en Primair hebben gekozen voor 1 opper -opleidingscoördinator die tevens de coordinator diensten is van het opleidingsinstituut. De taak van opleidingscoördinator op de posten van Primair wordt vervult door de medisch manager van die posten. Maastricht organiseert tijdens de terugkomdagen van de huisartsopleiders een lunchoverleg van de coördinator diensten met de opleidingscoördinatoren. Twee maal per jaar is er een groot overleg om de jaarplannen te bespreken. Ook vinden er functioneringsgesprekken met de opleidingscoördinatoren plaats. Erasmus MC heeft twee keer per jaar een overleg van de coördinator diensten met de opleidingscoördinatoren. De opleidingscoördinatoren van Erasmus MC zijn niet in dienst maar werken op declaratiebasis. De opleidingscoördinator van SMASH (Den Haag) geeft aan behoefte te hebben aan contact met andere opleidingscoördinatoren. Bij de CHP Zwolle werd duidelijk dat opleidingscoördinatoren met een aanstelling op HDS-niveau wel goed zicht hebben wat er op hun eigen post gebeurt, maar geen goed zicht hebben op de andere posten die ook onder de HDS vallen. Aanbevelingen - Zorgen dat de opleidingscoördinatoren duidelijker zichtbaar zijn op de post bij opleiders en huisartsen-niet-opleiders. - Aansturing vanuit de opleidingsinstituten verbeteren zodat de trait d union-functie beter tot zijn recht komt en de planning en organisatie van onderwijs op de post meer van de grond komt. De opleidingscoördinator zou hier verantwoording over af moeten leggen. - Vanuit opleidingsinstituut of vanuit Huisartsopleiding Nederland zorgen voor een (regionaal) netwerk van opleidingscoördinatoren ten behoeve van uitwisseling. - Zorgen dat opleidingscoördinatoren op postniveau functioneren en dat iedere post zijn eigen opleidingscoördinator heeft Evaluatie opleiden op de huisartsenpost december 2013 14/50

Best practice Netwerkontwikkeling Huisartsopleiding Maastricht : - Op de jaarlijkse tweedaagse zitten de opleidingscoördinatoren met de opleiders van hun post aan tafel. Doel: Nieuwe plannen voorleggen aansluitend aan plenaire presentatie. Vragen en knelpunten bespreken. - Coördinator diensten heeft minimaal 6x per jaar gezamenlijk overleg met opleidingscoördinatoren. Initiatieven opleiders Resultaat Opleiders zijn vooral gericht op de begeleiding van de eigen aios op de post en niet met de opleidingssituatie op de post. Bovendien lijken opleiders niet goed op de hoogte te zijn van de inhoud van de Leidraad Diensten en weten onvoldoende wat de aios specifiek moeten leren op de post. Welke rol spelen de opleiders bij het optimaliseren van het opleidingsklimaat op de post? Op deze vraag blijven velen het antwoord schuldig; dit blijkt een grijs gebied. Men heeft de indruk dat opleiders vooral bezig zijn met de opleiding van de eigen aios en niet zozeer met de opleidingssituatie op de post. De indruk bestaat ook dat zij niet altijd op de hoogte zijn van de inhoud van de Leidraad Diensten en niet goed weten wat de aios moet leren op de post. De opleiders lijken zich niet altijd bewust van de specifieke leermogelijkheden van de post, waar het gaat om verschillen in consultvoering (tussen post en praktijk), het leren urgentie-denken (toestandsbeeld) ten opzichte van diagnostisch denken, het leren triëren en het leren samenwerken in een grotere organisatie waar je met z n allen verantwoordelijk bent voor de avond-, nacht- en weekenddienst. Er blijkt ook onduidelijkheid te bestaan over het afgeven van bekwaamheidsverklaringen: wanneer geeft de huisartsopleider een bekwaamheidsverklaring af? Waarop toetst hij? Waar let hij op? Gebruikt hij de checklist of korte praktijkbeoordelingen (KPB s)? Aanbevelingen - Verbeteren van de aansturing vanuit opleidingsinstituten ten aanzien van de opleiders. - Verbeteren van de communicatie tussen de opleidingscoördinatoren en de opleiders op de post, bij voorbeeld door bijeenkomsten voor de opleiders op de post te organiseren of op instituutsdagen de opleidingscoördinatoren met de opleiders van hun post aan tafel te zetten. - Aan opleiders duidelijk te maken welke specifieke aspecten van het dienstdoen op de post zij de aios moeten leren, zoals urgentiedenken versus diagnostisch denken, triëren, consultvoering op de post, en samenwerken in een grotere organisatie waar je met z n allen verantwoordelijk bent voor de avond-, nacht- en weekenddienst. - Opleiders leren hoe zij moeten toetsen. - Nadenken over een inhoudelijk / didactisch programma voor opleiders: centraal uitgedacht en regionaal uitgevoerd. Mogelijkerwijs zou dit programma voor opleiders ook kunnen worden verbreed naar huisartsen-niet-opleiders en zouden de posten erbij kunnen worden betrokken (denk ook aan ATLS e.d.) Evaluatie opleiden op de huisartsenpost december 2013 15/50

Samenwerking Over het algemeen is de samenwerking tussen de opleidingscoördinatoren en het management van de posten goed. Alleen bij de Amsterdamse posten werden negatieve geluiden vernomen over posten die geen inzage willen geven in de besteding van de middelen. De samenwerking van aios met andere medewerkers (assistenten/triagisten, chauffeur, andere huisartsen) verloopt over het algemeen zonder problemen. Draagvlak Het draagvlak voor opleiden op de post is op vrijwel alle posten goed. Posten lijken zich steeds meer bewust van het belang om aios goed op te leiden zodat zij straks vaardiger jonge waarnemers aan het werk hebben binnen de post. Er is bereidheid van de huisarts-niet-opleiders om de aios te betrekken bij leerzame casus tijdens de dienst. Wel wordt, door niet-opleidende huisartsen soms nog met scheve ogen gekeken als het koppel ruimte neemt voor onderwijs op de post, of als er zelfstandig dienst gedaan wordt door de aios. Aanbeveling Huisartsen-niet-opleiders meer betrekken bij de opleiding op de post tijdens de dienst, bij voorbeeld door introductie van de aios bij de huisartsen-niet-opleiders aan het begin van de dienst. Evaluatie opleiden op de huisartsenpost december 2013 16/50

4. De besteding van de SBOH-gelden Resultaat De door de SBOH ter beschikking gestelde gelden die bestemd zijn voor de randvoorwaarden en de introductiecursus (50%) worden overal goed ingezet. De meeste posten en opleidingscoördinatoren weten echter niet goed hoe ze de andere 50% van de SBOH-gelden in moeten zetten. Er bestaat een grote variatie in de wijze waarop dit geld is uitgegeven en ook ligt het nog vaak op de plank. Dit houdt in dat alleen al binnen deze 8 grote huisartsenposten het afgelopen jaar ruim 200.000,-- is blijven liggen of waarvan het onduidelijk is waaraan het besteed is. Opleidingsinstituten/opleidingscoördinatoren monitoren onvoldoende de besteding van de gelden. Opleidingsinstituten geven aan te weinig te kunnen sturen. Er wordt nauwelijks aanspraak gemaakt op de waarneemregeling voor waarnemend opleiders. Gelden aan de huisartsenposten In de Mantelovereenkomst SBOH-VHN is afgesproken dat de huisartsenposten van de SBOH een vergoeding ontvangen als tegemoetkoming in de kosten die ten behoeve van de opleiding gemaakt worden. Daarvoor dient de huisartsenpost te beschikken over voldoende afzonderlijke spreek- en onderzoekskamers voor het aantal aios huisartsgeneeskunde dat wordt opgeleid, apparatuur voor het maken van video-opnamen en bij voorkeur een feedback-module die de aios huisartsgeneeskunde vervolginformatie verstrekt over de door hem behandelde patiënten op de huisartspost. Daarnaast dienen de huisartsenposten aan de huisartsopleider tijd en gelegenheid te bieden om de aios huisartsgeneeskunde goed te begeleiden en dient de huisartsenpost twee keer per jaar een introductiecursus voor aios te organiseren. Van de SBOH-vergoeding geldt 50% als bijdrage in de kosten van huisvesting en inrichting en voor het organiseren van twee introductiecursussen en 50% voor het inzetten van waarnemers gedurende de tijd dat tijdens de diensten leergesprekken gehouden worden. De afgelopen jaren heeft de SBOH ook toegestaan dat deze gelden breder werden ingezet voor de stimulatie van het creëren van tijd voor onderwijs, observatie en feedback en de compensatie van de vertragingstijd voor de huisartsen door onderwijs. De door SBOH verstrekte gelden zijn binnen de acht bezochte posten in de afgelopen jaren besteed aan de volgende zaken: Eerste 50% Facilitaire voorzieningen: spreekkamer voor aios, videoapparatuur, elektronisch feedback systeem Introductiecursus. Tweede 50% Het inhuren van een extra huisarts/waarnemer tijdens drukke diensten, zodat de werkdruk afneemt. Het inhuren van een nurse practitioner ter ontlasting van de werkdruk voor de huisartsen. Het inhuren van waarnemers voor het doen van belastende diensten (zoals de nachtdienst op feestdagen). Het leergeld hoofdelijk omslaan over alle huisartsen als compensatie voor de ingezette tijd en ruimte bij het realiseren van onderwijs aan aios. Gerichte telefoonarts-training op de post (project TAT Nijmegen en Nightcare Heerlen). Evaluatie opleiden op de huisartsenpost december 2013 17/50

Naast deze voorbeelden werden er bij de evaluatiebezoeken diverse ideeën geopperd, waarvoor de SBOH gelden ingezet zouden kunnen worden, maar die nog niet concreet gerealiseerd werden of zich in de ontwikkelfase bevonden, zoals: Financiering van telefoonarts-onderzoek van Paul Giesen in Amersfoort. Cursus acute zorg op maat met SEH-artsen. Casuïstiek-besprekingen, MIP/VIM, calamiteitsbesprekingen. Cursus urgentiegericht denken. ABCDE-cursus voor huisartsen. Onderwijs geven aan aios/opleiders over telefonische triage op de post, kindermishandeling en acute vaatproblematiek. Op vier posten in Limburg wordt 50% van de gelden bij de SBOH gereserveerd totdat er een passende bestemming voor wordt gevonden. Onderbesteding De meeste posten weten niet goed hoe ze de 50% van de SBOH-gelden die bestemd zijn voor leertijd op de post, in moeten zetten. Op een van de posten ligt het geld nog op de plank. Op sommige posten worden de middelen niet ingezet zoals de bedoeling is. Zo heeft een huisartsenpost de gelden verdeeld onder de huisartsopleiders. Sommige posten zijn niet bereid verantwoording af te leggen over de ontvangen gelden. De meeste posten hebben de gelden geoormerkt als opleidingsgeld, maar bij sommige posten is onduidelijk waar de gelden aan zijn besteed. Meestal is er niet zozeer sprake van onwelwillendheid, als wel van onwetendheid. Blijkbaar schort het ook aan de monitoring van de besteding van de gelden en de signalering aan opleidingsinstituut en SBOH. Deze monitoring (op output-niveau) is een taak van de opleidingscoördinatoren, die namens het opleidingsinstituut de kwaliteit van de opleidingssituatie en de inzet van de gelden dienen te bewaken. Opleidingsinstituten en opleidingscoördinatoren zouden hier meer op moeten sturen door goede afspraken te maken met het management van de posten. De SBOH is van mening dat de besteding van de gelden vooral op output-niveau moet worden getoetst (vergelijkbaar aan de financiering van de huisartsopleiders). VUmc en AMC-UvA zijn het daar niet (geheel) mee eens. Bovendien is de situatie niet geheel vergelijkbaar: als opleidingsinstituut kun je bij niet-functionerende opleiders ingrijpen (door er geen aios meer naar toe te sturen), maar dat middel heb je bij de posten niet. De hoofden en coördinatoren van VUmc en AMC-UvA zijn van mening dat zij onvoldoende kunnen sturen, ondanks de afspraken die in de overeenkomst tussen opleidingsinstituut en post zijn vastgelegd. Het systeem zoals op veel posten in Limburg wordt toegepast, waarbij 50% van de gelden bij de SBOH worden gereserveerd totdat er een passende bestemming voor wordt gevonden zou een verbetering kunnen zijn, maar dan moet een dergelijk systeem wel kunnen worden opgelegd. Evaluatie opleiden op de huisartsenpost december 2013 18/50

Financiering voor opleidingscoördinatoren De vergoeding voor opleidingscoördinatoren is gebaseerd op 0,1 fte huisarts (inclusief opslag van werkgeverslasten) per 20 aios die in opleiding zijn bij een huisartsopleider die verbonden is aan een gecontracteerde HDS. Sinds 2012 is deze vergoeding opgenomen in de reguliere financiering, namelijk in de P (prijs) per aios. Wij gaan ervan uit dat deze gelden worden ingezet waarvoor ze zijn bedoeld. Wel is aannemelijk dat de opleidingsinstituten die werken op declaratiebasis of waar vacatures zijn ontstaan, niet het gehele budget besteden. Waarneemregeling Er bestaat nog een aparte regeling Financiering waarnemend huisartsopleider op de huisartsenpost. Deze financiering is beschikbaar als de aios niet voldoende diensten kan doen of niet kan worden begeleid door zijn eigen opleider. In dat geval kan de huisarts die op verzoek van het opleidingsinstituut en/of de opleidingscoördinator deze opleider vervangt, een vergoeding declareren van 100,00 per dienst van minimaal 5 uur. Het maximaal beschikbare budget voor het instituut is gebaseerd op 80,00 per jaar per aios die in opleiding is bij een huisartsopleider. Het totale budget bedraagt 92.994,00. Op dit bedrag is door de opleidingsinstituten vrijwel geen aanspraak gemaakt. Aanbevelingen - De Mantelovereenkomst zodanig aanpassen dat er meer mogelijkheden worden gecreëerd om te kunnen sturen d.m.v. de gelden. Dit zou kunnen door 50% van de gelden te reserveren bij de SBOH. Om aanspraak te maken op deze gelden kunnen posten in overleg met het opleidingsinstituut projectaanvragen indienen (voor akkoord getekend door het hoofd).. Als het geld na 2 jaar niet is uitgegeven, komt het te vervallen en wordt het door de SBOH toegevoegd aan een nieuw te vormen fonds dat bestemd is voor de kwaliteit van opleiden op de huisartsenpost, bij voorbeeld voor onderzoek op de post of onderzoek Acute zorg. - Projectaanvragen zullen worden teruggekoppeld naar Huisartsopleiding Nederland, ter informatie / opname in database, ten behoeve van kruisbestuiving. - Als het hoofd (op advies opleidingscoördinator/coördinator diensten) aangeeft dat de randvoorwaarden niet voldoende zijn gerealiseerd, dan kan ook voor (een deel van) de eerste 50% eenzelfde reserveringsregeling gevolgd worden. - Invoeren dat de huisartsenposten jaarlijks een verantwoording van de gelden overleggen aan opleidingsinstituten en aan de SBOH (dit is ook een wens van de accountant van de SBOH). - Het budget voor de waarneemregeling zou kunnen worden toegevoegd aan het hierboven genoemde fonds. Evaluatie opleiden op de huisartsenpost december 2013 19/50

Conclusie Bij evaluatie van de opleiding op de huisartsenpost blijkt dat er een adequate infrastructuur aanwezig is en dat er goede opleidingsmogelijkheden zijn. Deze worden niet optimaal benut. Het onderwijs aan aios kan nog verbeterd worden, zoals ruimte voor onderwijs op de post, het zelfstandig werken en de telefoonartsfunctie. Er is een grote afstand tussen de instituten en de posten. De functie van de opleidingscoördinator moet verder uitgebouwd worden. Een gesignaleerd knelpunt is dat zonder landelijke aansturing een divergentie van de ontwikkelingen dreigt. Wij hopen dat de aanbevelingen in dit rapport de basis zijn voor verdere optimalisering van het opleidingsklimaat op de post. Met dit evaluatieverslag hebben wij een beeld geschetst van de stand van zaken ten aanzien van de implementatie (verankering) van de Leidraad Diensten, van de gerealiseerde randvoorwaarden op de huisartsenposten, het opleidingsklimaat en de besteding van de SBOH-gelden. We hebben kunnen constateren dat de Leidraad Diensten en de Mantelovereenkomst een goede bijdrage hebben geleverd aan de realisatie van betere opleidingsomstandigheden voor de aios op de huisartsenpost. De huisartsenposten beschikken veelal over de juiste faciliteiten (spreekkamers, videoapparatuur, feedbackmodule), er zijn overal opleidingscoördinatoren aangesteld, overal vinden introductiecursussen plaats, huisartsenposten bieden (veelal) een uitnodigende leeromgeving, de samenwerking tussen opleidingscoördinator en post is veelal goed te noemen en de aios worden door huisartsen en medewerkers op de post geaccepteerd. Echter, we hebben een grote diversiteit gezien in de manier waarop de instituten het leren dienstdoen en de Leidraad implementeren en wij denken dat streven naar meer uniformiteit wenselijk is. We constateren dat de opleidingsinstituten nog te ver af staan van wat er op de post gebeurt en het onderwijs op het instituut onvoldoende aansluit bij wat de aios op de post doet. Tevens ligt er een duidelijke taak voor de opleidingsinstituten om de opleiders te instrueren, hen bekend te maken met de Leidraad Diensten en hen duidelijk te maken wat zij de aios moeten leren op de post. De opleidingscoördinatoren zijn nog niet actief genoeg om als trait d union tussen instituut en post te fungeren: zij zouden hun aandacht ook meer kunnen richten op de opleiders op de post, het onderwijs op de post en op de huisarts-niet-opleiders op de post. Er lijkt sprake van een behoefte aan een netwerkstructuur instituut/ post/ opleider/ aios waarbij de opleidingscoördinator een centrale rol speelt. Het opleiden op de post is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van opleidingsinstituten (inhoudelijk) en huisartsenposten (facilitair). Zowel opleidingsinstituten als opleidingscoördinatoren zouden pro-actiever, in samenwerking met de post plannen en projecten voor onderwijs op de post kunnen ontwikkelen om ruimte en tijd voor onderwijs, leergesprekken, observatie en feedback te creëren. Er zijn een aantal onderwerpen die beter uitgewerkt kunnen worden, zoals zelfstandig dienstdoen en functioneren als telefoonarts, zowel wat betreft visie (wat moet een aios leren? ) als wat betreft onderwijs vanuit instituut en training op de post. Daarbij raden wij aan ook de aios (via de LOVAH) te laten meedenken om het onderwijs op de post te verbeteren. Opleiders zouden er goed aan doen niet alleen te focussen op de eigen aios, maar zich ook verantwoordelijk te gaan voelen voor het opleidingsklimaat op de post. Evaluatie opleiden op de huisartsenpost december 2013 20/50