7 Voorwoord 5 Inleiding: karakteristieken van de vennootschapsbelasting 19 1 Wie is onderworpen aan de vennootschapsbelasting? 29 1.1 Toepassingsvoorwaarden 29 1.1.1 Rechtspersoonlijkheid 29 A Belgische vennootschappen 29 B Uitgesloten van rechtspersoonlijkheid 30 C Buitenlandse vennootschappen 31 1.1.2 Fiscale woonplaats in België 31 1.1.3 Exploitatie van een onderneming of winstgevende verrichtingen 32 1.2 Uitgesloten rechtspersonen 33 1.2.1 Onvoorwaardelijk uitgesloten rechtspersonen 33 1.2.2 Voorwaardelijk uitgesloten rechtspersonen 33 1.2.3 Verenigingen zonder winstoogmerk met toegelaten verrichtingen 34 A Alleenstaande of uitzonderlijke verrichtingen 34 B Het beleggen van fondsen ingezameld binnen de statutaire opdracht 34 C Verrichtingen die slechts bijkomstig op nijverheids-, handels-, of landbouwverrichtingen betrekking hebben of niet volgens nijverheids- of landbouwmethoden worden uitgevoerd 34 1.3 Schematisch denkschema 36 1.4 Bijzondere gevallen 37 1.4.1 De landbouwvennootschap 37 1.4.2 De vennootschap met sociaal oogmerk 37 1.4.3 De Post 37 1.4.4 OFP s 37 2 De aangifteprocedure in de vennootschapsbelasting 38 2.1 Aanslagjaar en boekjaar 38 2.2 Begin en einde van de belastingplicht 39 2.3 De aangifteplicht 39 2.3.1 Aangifteformulier en verplichte bijdragen 39 2.3.2 Elektronische aangifte vennootschapsbelasting via BIZTAX 40 2.3.3 Aangiftetermijn 42 2.3.4 Geldigheid van de aangifte 43 2.3.5 Bewijskracht van de aangifte 43 2.3.6 Sancties i.v.m. de aangifte 43 3 Vaststelling van de belastbare grondslag 44 3.1 Indeling van de winst volgens bestemming 44 A Correcties op het niveau van de kosten en opbrengsten 44 B Correcties op het niveau van de resultaatverwerking 45 3.2 Belastbare basis via de acht bewerkingen 46 3.3 Synthese 46 3.4 Forfaitaire minimumgrondslag 48 4 De aftrekbare beroepskosten van vennootschappen 49 4.1 Voorwaarden voor aftrekbaarheid 49 4.1.1 Band met de beroepswerkzaamheid 49 4.1.2 Tijdens het belastbaar tijdperk gedaan of gedragen 51 A Moment van aftrek 52 B Gebruik van overlopende rekeningen voor kosten 53
8 4.1.3 Om belastbare inkomsten te verkrijgen of te behouden 54 4.1.4 Bewijs van de echtheid en het bedrag van de kosten 54 4.2 Overzicht van de voornaamste soorten beroepskosten 55 4.3 Kosten met betrekking tot onroerende goederen 55 A Betaalde huurwaarborg 56 B Betaling van huurgelden aan bedrijfsleiders 56 4.4 Intresten van leningen 56 4.4.1 Beperking van de aftrekbaarheid 57 4.4.2 Onbeperkt aftrekbare intresten 57 4.4.3 Intresten betaald aan buitenlanders in belastingparadijzen 58 4.4.4 Intresten betaald aan bedrijfsleiders 59 4.4.5 Oefening 59 4.5 Bezoldigingen van werknemers 60 4.5.1 Formele verantwoordingsvoorwaarde 60 4.5.2 Voorziening voor vakantiegeld 61 4.6 Bezoldigingen van bedrijfsleiders 62 4.6.1 Aftrekbaarheid van de bezoldigingen 62 4.6.2 Formele verantwoordingsvoorwaarde 62 4.6.3 Bestuurdersvergoedingen betaald aan vennootschappen 64 4.7 Kosten om voordelen van alle aard te verschaffen 64 4.7.1 Formele verantwoordingsvoorwaarde 65 A Algemene regel 65 B Afwijking 65 4.7.2 Verstrekking van voordelen zonder beroepsrelatie 66 4.8 Kosten eigen aan de werkgever 66 4.8.1 Bewijslast 67 4.8.2 Forfaitaire vergoedingen 67 A Verplaatsingskosten met auto, motorfiets of bromfiets 67 B Forfaitaire vergoeding voor dienstreizen in België 68 C Forfaitaire vergoeding voor dienstreizen in het buitenland 68 4.9 Loonbonussen voor werknemers 69 4.10 Werkgeversbijdragen voor aanvullende verzekeringen 69 4.10.1 Aanvullende verzekering ten voordele van de werknemers 69 A Formele voorwaarden voor de aftrekbaarheid van premies 70 B Begrenzing aan de aftrekbaarheid 70 4.10.2 Aanvullende verzekering ten voordele van de bedrijfsleiders 70 A Wettelijke voorwaarden voor de aftrekbaarheid van de premies 70 B Begrenzing van de aftrekbaarheid 71 C Klassieke bedrijfsleidersverzekering 71 D Externe IPT 71 E Interne IPT 72 4.11 Pensioenen toegekend aan gewezen personeelsleden 72 4.12 Commissies en erelonen betaald aan derden 73 A Wanneer moet een fiche 281.50 worden opgesteld? 73 B Wanneer moet er geen fiche 281.50 worden opgesteld? 73 C Buitenlandse genieters 73 D Praktische richtlijnen voor de vermeldingen op de fiches 73 4.13 Afschrijvingen 76 4.13.1 Afschrijfbare basis 77 4.13.2 Fiscaal aanvaardbare afschrijvingsmethoden 77 A Lineaire afschrijvingsmethode 78 B Degressieve afschrijvingsmethode (art. 64 WIB92) 78 C Afschrijving naar wens 81 D De verdubbelde lineaire afschrijving 82 4.13.3 Gebruikelijke afschrijvingspercentages 83 A Materiële vaste activa 83 B Immateriële vaste activa 84 C Bindend karakter van het toegepaste percentage 85
9 4.13.4 Begin en einde van de afschrijvingen 85 A Begin 85 B Einde 87 4.13.5 Bijkomende aankoopkosten 88 4.13.6 Afschrijvingsexcedenten 88 4.13.7 Afschrijvingstekorten 88 4.13.8 Afschrijvingen op de herwaarderingen van vaste activa 89 4.14 Waardeverminderingen 89 4.15 Bijzondere vennootschapsbijdrage 89 4.16 Uitgaven in het kader van een pc-bonus 90 4.17 Oefeningen 91 5 De belastbare reserves 94 5.1 Overzicht van de belaste reserves 95 5.2 Beweging van de belaste reserves 96 5.3 De zichtbare reserves 96 5.3.1 Belastbare reserves in kapitaal en de belastbare uitgiftepremies 97 A Belang van het gestorte kapitaal 97 B Kapitaalverhogingen 97 C Kapitaalverminderingen 99 5.3.2 Belastbaar gedeelte van de herwaarderingsmeerwaarden 100 A Boekhoudkundige bepalingen 100 B Fiscaal regime 101 C Herwaardering na verkrijging om niet 102 D Bijkomende mogelijkheden 103 E Verkoop van geherwaardeerde activabestanddelen 103 5.3.3 Wettelijke reserve, beschikbare reserves en onbeschikbare reserves 104 5.3.4 Overgedragen winst of verlies 105 5.3.5 Belastbare voorzieningen 106 5.3.6 Andere in de balans vermelde reserves 106 5.3.7 Andere belaste reserves 107 5.4 De onzichtbare of verdoken reserves 107 5.4.1 Onderwaarderingen van activa 108 A Afschrijvingsexcedenten 108 B Rechtstreeks in kosten geboekte activa 111 C Belastbare waardeverminderingen 113 D Onderwaardering van de voorraad 114 E Onderwaardering van vorderingen 115 F Onderwaardering van de overlopende actiefrekeningen 116 G Gratis verworven activa 117 5.4.2 Overwaarderingen van passiva 118 A Overschatting van leveranciersschulden 118 B Overdreven waarborg- of garantieverplichtingen 120 C Andere overwaarderingen van passiva 120 5.5 Aanpassingen van de begintoestand van de belastbare reserves 120 A Meerwaarden op aandelen (art. 192, 1 WIB92) 121 B Terugneming van belaste waardeverminderingen op aandelen 123 C Meerwaarden op personenwagens 124 D Terugbetalingen en regularisaties van niet aftrekbare belastingen 126 E Opname van gestort kapitaal bij kapitaalverminderingen om de boekhoudkundige verliezen aan te zuiveren 127 F Vrijstelling tax shelter erkende audiovisuele werken 129 G Gewestelijke premies en kapitaal- en intrestsubsidies 131 H Definitieve vrijstelling van opbrengst uit schuldkwijtschelding via WCO 134 5.6 Oefeningen 135 6 De vrijgestelde reserves 142 6.1 Overzicht 142 6.2 Waardeverminderingen op handelsvorderingen 143
10 6.2.1 Definitief verloren vorderingen 143 6.2.2 Waarschijnlijke verliezen op handelsvorderingen 143 A Fiscale vrijstellingsvoorwaarden 144 B Boekhoudkundige en fiscale verwerking 145 C Speciaal geval: kwijtgescholden schuld via WCO 146 6.3 Voorziening voor risico s en kosten 146 A Fiscale vrijstellingsvoorwaarden 147 B Boekhoudkundige en fiscale verwerking 148 C Toepassingsgevallen 149 6.4 Uitgedrukte niet-verwezenlijkte meerwaarden 151 A Fiscale vrijstellingsvoorwaarde: onaantastbaarheidsvoorwaarde 151 B Drie uitzonderingen op de vrijstelling 152 C Afschrijvingen op geherwaardeerde activa 152 D Uitgedrukte meerwaarden door wijzigingen van de muntpariteit 153 E Niet-uitgedrukte niet-verwezenlijkte meerwaarden 153 6.5 Vrijgestelde verwezenlijkte meerwaarden andere dan de gespreid te belasten 154 A Monetair gedeelte van de verwezenlijkte meerwaarde 156 B Meerwaarden door belastingvrije fusie, splitsing, omzetting 157 C Meerwaarden op aandelen ingevolge een intra-europese aandelenruil 159 D Verwezenlijkte meerwaarden op aandelen 159 E Verwezenlijkte meerwaarden op personenwagens 160 6.6 Gespreid te belasten verwezenlijkte meerwaarden 160 A Toepassingsgebied 160 B Wederbeleggingsverplichting 161 C Gespreid taxatiestelsel 164 D Boekhoudkundige verwerking 165 E Formulier 276K 165 F Voorbeelden 166 G Deel van de meerwaarde gespreid belasten 168 H Vervreemding van een herbeleggingsactief 169 I Verdeling bij fusie en splitsing 169 J Overzicht van de belastbaarheid van verwezenlijkte meerwaarden 170 6.7 Verwezenlijkte meerwaarden op bedrijfsvoertuigen 171 6.8 Verwezenlijkte meerwaarden op binnenschepen 174 6.9 Verwezenlijkte meerwaarden op zeeschepen 177 6.10 Investeringsreserve 177 A Begunstigde vennootschappen 178 B Berekening van de investeringsreserve 178 C Onaantastbaarheidsvoorwaarde 183 D Bijkomende begrenzing voor de komende jaren 183 E Investeringsverplichting en behoudingsverplichting 185 F Formaliteiten 186 G Latere belastbaarheid van de reserve 186 H Nalatigheidsintresten 186 6.11 Tax shelter erkende audiovisuele werken 187 6.12 Andere vrijgestelde bestanddelen 191 6.12.1 Kapitaalsubsidies 191 A Boekhoudkundige behandeling 191 B Fiscale behandeling 192 6.12.2 20 % van kosten gemeenschappelijk woon-werkvervoer 194 6.12.3 20 % extra aftrek voor kosten van beveiliging 196 6.12.4 20 % extra aftrek voor kosten van bedrijfsfietsen 197 6.12.5 20 % extra aftrek voor kosten van elektrische wagens 197 6.12.6 Oude investeringsreserve (aanslagjaar 1982) 198 6.12.7 Vrijgestelde voorziening voor sociaal passief 198 6.12.8 Technische voorzieningen van verzekeringsondernemingen 198 6.12.9 Voorraadactualisering door erkende diamanthandelaars 198 6.13 Oefeningen 200
11 7 Verworpen uitgaven 203 7.1 Overzicht 203 7.2 Niet-aftrekbare belastingen 204 7.2.1 Overzicht van de niet-aftrekbare belastingen 204 7.2.2 Niet-aftrekbare belastingen uit de boekhouding 206 A Belastingen op het resultaat van het boekjaar 207 B Belastingen op het resultaat van vorige boekjaren 208 C Voorziening voor belastingen en de betwistingen van een aanslag 211 D Praktische werkwijze 213 7.2.3 Niet-aftrekbare belastingen buiten de boekhouding: FBB 213 7.2.4 Aftrekbare belastingen 214 7.2.5 Oefeningen 215 7.3 Gewestelijke belastingen, heffingen en retributies 217 7.4 Geldboeten 218 A Principe 218 B Uitzonderingen 219 C Terugbetalingen van boeten 220 7.5 Niet-aftrekbare pensioenen, kapitalen, werkgeversbijdragen en premies 221 7.5.1 Niet-aftrekbare pensioenbijdragen 221 A Principe 221 B De 80 %-grens bij de aftrek van premies 221 C Voorbeeld van 80 %-beperking 226 D De 100 %-grens 227 E Onbeperkt aftrekbare bijdragen 228 7.5.2 Niet-aftrekbare pensioenen 229 A Principe 229 B De 80 %-grens bij pensioenuitkeringen 229 7.5.3 Oefeningen 230 7.6 Niet-aftrekbare autokosten 230 A Aftrekbaar percentage 230 B Bedoelde voertuigen 232 C Niet-geviseerde personenwagens 234 D Bedoelde kosten 234 E Niet-beoogde kosten 235 F Autokosten eigen aan de werkgever 235 G Doorgefactureerde autokosten 236 H Voordelen van alle aard wegens privégebruik van firmawagens 237 I Meer- en minderwaarden 240 J Ontvangen schadevergoedingen 241 K CO 2 -taks op firmawagens 241 L Kosten van verdelers van nieuwe wagens 242 M Kosten van vervangwagens 242 N Onredelijke autokosten 242 O Oefeningen 243 7.7 Niet-aftrekbare receptiekosten 246 A Principe 246 B Administratieve uitzonderingen 247 C Doorgefactureerde receptiekosten 247 D Oefening 247 7.8 Kosten van relatiegeschenken 248 A Principe 248 B Uitzonderingen 249 C Relatiegeschenken en voordelen van alle aard 250 D Oefening 251 7.9 Niet-aftrekbare restaurantkosten 251 A Principe 251 B Bewijs 251 C Uitzonderingen 252 D Schrapping administratieve toleranties 252
12 E Terugbetaalde restaurantkosten eigen aan de werkgever 253 F Doorgefactureerde restaurantkosten 253 G Oefening 255 7.10 Kosten van niet specifieke beroepskleding 256 A Principe 256 B Specifieke beroepskleding 256 C Voordelen van alle aard 256 7.11 Overdreven intresten 257 7.12 Intresten voor een gedeelte van bepaalde leningen 258 A Principe 258 B Voorwaarden 258 C Aftrekbeperking 259 7.13 Toegekende abnormale of goedgunstige voordelen 260 A Principe 260 B Bedoelde abnormale of goedgunstige voordelen 261 C Hoedanigheid van de verkrijger van het voordeel 261 D Voorrang van artikel 54 op artikel 26 WIB 262 E Voorrang van art. 49 op art. 26 WIB92 263 F Oefeningen 264 7.14 Sociale voordelen 264 A Principe 264 B Niet-aftrekbare sociale voordelen 265 C Aftrekbare sociale voordelen 267 D Oefening 272 7.15 Voordelen uit maaltijd-, sport-, cultuur- of ecocheques 273 A Voordelen uit maaltijdcheques 274 B Voordelen uit sport- en cultuurcheques 275 C Voordelen uit ecocheques 276 7.16 Liberaliteiten 277 7.17 Waardevermindering en minderwaarden op aandelen 277 A Principe 277 B Uitzonderingen 278 C Oefening 282 7.18 Terugnemingen van vroegere vrijstellingen 283 7.19 Werknemersparticipaties 283 7.20 Vergoeding ontbrekende coupon 286 7.21 Kosten tax shelter erkende audiovisuele werken 287 7.22 Gewestelijke premies en kapitaal- en intrestsubsidies 287 7.23 Niet-aftrekbare betalingen aan belastingparadijzen 287 7.24 Andere verworpen uitgaven 288 7.24.1 Kosten voor jacht, visvangst, yachten of andere pleziervaartuigen en lusthuizen 288 A Principe 288 B Uitzondering 289 7.24.2 Kosten die op onredelijke wijze de beroepsbehoeften overtreffen 290 7.24.3 Intresten, retributies en prestatievergoedingen betaald aan belastingplichtigen in een belastingparadijs 290 7.24.4 Steekpenningen 291 7.25 Globale oefening op de verworpen uitgaven 291 8 Uitgekeerde dividenden 295 8.1 Belastbare individuen 296 8.1.1 Gewone dividenden (code 050) 296 A Voordelen toegekend aan aandelen en winstbewijzen 296 B Terugbetalingen van maatschappelijk kapitaal, uitgiftepremies en winstbewijzen 299 C Intresten van voorschotten 300 8.1.2 Uitgekeerde dividenden bij de verkrijging van eigen aandelen (code 051) 306 8.1.3 Uitgekeerde dividenden bij de gedeeltelijke verdeling van het vermogen (code 052) 307 8.1.4 Uitgekeerde dividenden bij de gehele verdeling van het vermogen (code 053) 307
13 8.2 Tarief van de RV voor uitgaande dividenden 308 8.2.1 Basistarief = 25 %, 15 % of 10 % 308 8.2.2 Vrijstelling van RV via Moeder-dochterrichtlijn 308 8.3 Oefeningen 310 9 Eerste bewerking: vaststelling van de fiscale winst/het fiscale verlies 313 9.1 Negatief fiscaal resultaat 313 9.2 Positief fiscaal resultaat 314 10 Tweede bewerking 316 10.1 Werkelijk resultaat uit de zeescheepvaart waarvoor de winst wordt vastgesteld op basis van tonnage 317 10.2 Werkelijk resultaat uit activiteiten waarvoor de winst niet wordt vastgesteld op basis van de tonnage 319 10.3 Aftrekbeperking 319 10.4 Omdeling van de winst naar oorsprong 324 10.4.1 Principe 324 10.4.2 Rol van de dubbelbelastingverdragen 325 10.4.3 Belang van het geografisch onderscheid 325 A Inkomsten uit landen zonder dubbelbelastingverdrag 325 B Inkomsten behaald of verkregen in landen waarmee België wel een verdrag heeft afgesloten tot vermijding van dubbele belasting 325 10.4.4 Omdeling van de winst naar oorsprong 326 A Bepalen van belastbare winst of verlies per land 326 B Onderlinge verliescompensatie 329 10.5 Oefening op de tweede bewerking 330 11 Derde bewerking: aftrek van niet-belastbare bestanddelen 332 11.1 Aftrek van de bij verdrag vrijgestelde winst 332 11.2 Aftrek van vrijgestelde giften 333 A Vrijstellingsvoorwaarden 333 B Erkende instellingen 333 C Maximaal aftrekbaar bedrag 335 11.3 Vrijstelling aanvullend personeel 336 A Berekening van de personeelsaangroei 336 B Terugname va een vroeger verleende vrijstelling 337 C Te vervullen formaliteiten 338 11.4 Vrijstelling voor bijkomend personeel kmo 338 A Beoogde vennootschappen 339 B Beoogde personeelsleden 339 C Berekening van de personeelsaangroei en de vrijstelling 340 D Terugname van de vrijstelling 342 E Praktisch werkschema 343 F Toepassing 344 11.5 Vrijstelling stagebonus 345 11.6 Aftrek van andere niet-belastbare bestanddelen 346 11.7 Volgorde van aanrekening 346 11.8 Oefeningen 347 12 Vierde bewerking: aftrek van DBI en VRI 350 12.1 Aftrek van definitief belaste inkomsten (DBI) 351 12.1.1 Aftrekprincipe 351 12.1.2 Beoogde inkomsten 352 12.1.3 Voorwaarden voor de DBI-aftrek 352 A De deelnemingsvoorwaarde 352 B De taxatievoorwaarde 354 12.1.4 Aftrekbaar bedrag 362 A Aftrekpercentage = 95 % 362 B Aftrekpercentage = 100 % 362 C Basisbedrag 362
14 12.2 Aftrek van vrijgestelde roerende inkomsten (VRI) 364 A Bedoelde inkomsten 364 B Aftrekbaar bedrag 364 12.3 Uitoefening van de aftrek als DBI en VRI 365 A In beginsel aftrekbaar bedrag (art. 204 WIB92) 365 B Uitsluiting van de aftrek 365 C Beperking van de aftrek in functie van de verworpen uitgaven 365 12.4 Schematische werkwijze 367 12.5 Overdraagbaarheid van DBI-overschotten 367 12.5.1 Wet: overdracht voor dividenden uit EU-landen 368 12.5.2 DBI-overdracht volgens administratieve zienswijze 368 12.5.3 Overzicht 371 12.5.4 Apart vak voor de overdracht 371 12.5.5 Aanrekeningsvolgorde 372 12.6 Volgorde van aftrek bij buitenlandse winsten 372 12.7 Cijfervoorbeeld 373 12.8 Oefening 379 13 Vijfde bewerking: aftrek voor octrooi-inkomsten 380 13.1 Doelstelling 380 13.2 Beoogde begunstigden 380 13.3 Beoogde inkomsten 381 13.4 Berekening van de octrooi-aftrek 382 13.4.1 Vergoeding uit licenties op octrooien 382 13.4.2 Vergoedingen begrepen in de verkoopprijs eigen exploitatie 383 14.4.3 Verminderingen van de berekeningsbasis 383 13.5 Niet-overdraagbaarheid 384 13.6 Formaliteit 384 13.7 Uitgewerkt voorbeeld 385 13.8 FBB op buitenlandse octrooi-inkomsten 385 14 Zesde bewerking: aftrek voor risicokapitaal 386 14.1 Toepassingsgebied 386 14.2 Cumulatie met de investeringsreserve 387 14.3 Berekeningswijze 387 14.3.1 Boekhouding eigen vermogen als vertrekpunt 388 14.3.2 Eerste correctie: aandelen 389 14.3.3 Tweede correctie: buitenlandse vaste inrichtingen 390 14.3.4 Derde correctie: buitenlandse onroerende goederen 390 13.4.5 Vierde correctie: vermogensbesmettende activa 391 14.3.6 Vijfde correctie: herwaarderingsmeerwaarden, kapitaalsubsidies, belastingkrediet en voorraadactualisering 394 14.3.7 Zesde correctie: wijzigingen in de loop van het boekjaar 395 14.4 Notionele rentevoet 397 14.5 Aftrekbewerking 397 14.6 Overdraagbaarheid 397 14.7 Aftrekvolgorde 398 14.8 Aftrekverbod 399 14.9 Double dip operaties 399 14.10 Oefeningen 400 15 Zevende bewerking: aftrek van vorige verliezen 404 15.1 Principe 404 15.2 Bewijs van vorige verliezen 405 15.3 Door de bedrijfsleiders ten laste genomen verliezen 405 15.4 Verliesaftrek ingeval van controlewijziging 405 15.5 Verliesaftrek en verkregen abnormale of goedgunstige voordelen 406 15.6 Vennootschappen met buitenlandse inkomsten 407 A Principe van aanrekening 407 B Dubbele verliescompensatie 410
15 15.7 Beperkte verliesrecuperatie bij Belgische belastingvrije reorganisaties en inbrengverrichtingen 418 A Aftrekbeperking van de verliezen van een overnemende vennootschap/ inbrengverkrijgende vennootschap 418 B Overdrachtregeling van de verliezen van een overgenomen vennootschap naar de overnemende vennootschap 418 C Overgedragen verliezen van een vennootschap die belastingvrij een tak inbrengt 419 D Definitie van fiscale nettowaarde 419 15.8 Uitbreiding van de regeling inzake verliesverrekening 420 15.9 Oefeningen 421 16 Achtste bewerking: investeringsaftrek 424 16.1 In aanmerking komende activa 424 16.2 Uitgesloten investeringen 425 16.3 Eenmalige investeringsaftrek 427 A Gewone eenmalige investeringsaftrek 427 B 3 % eenmalige aftrek voor herbruikbare verpakkingen 428 C 13,5 % eenmalige investeringsaftrek 428 D 20,5 % eenmalige investeringsaftrek 429 E 30 % eenmalige investeringsaftrek 431 16.4 Gespreide investeringsaftrek 432 A Gewone gespreide investeringsaftrek 432 B 20,5 % gespreide investeringsaftrek 432 16.5 Overzicht van de percentages 433 16.6 Overdracht of buitengebruikstelling van de actiefbestanddelen 434 A Eenmalige investeringsaftrek 434 B Bijkomende gespreide investeringsaftrek 435 16.7 Overdraagbaarheid van de investeringsaftrek 435 16.8 Gebruik van de overgedragen investeringsaftrek 435 A Beperking van het te benutten bedrag van de overgedragen aftrek 435 B Verlies van de overgedragen investeringsaftrek 435 16.9 Te vervullen formaliteiten 436 A Algemeen 436 B Specifieke formaliteiten voor de verhoogde aftrek 436 16.10 Oefeningen 437 17 Beperking van de fiscale aftrekken 439 17.1 Bestanddelen van het resultaat waarop de aftrekbeperkingen van toepassing is 439 17.2 Verval van fiscale aftrekken bij wijziging in de controle van de vennootschap 440 A Begrip controle 440 B Rechtvaardiging 441 18 Tarief van de vennootschapsbelasting 442 18.1 Basistarief 442 18.2 Verminderd basistarief 443 18.2.1 Algemene regel 443 18.2.2 Uitsluitingen van het verminderde basistarief 443 A Financiële vennootschappen 443 B Vennootschappen in het bezit van andere vennootschappen 445 C Vennootschappen met te hoge dividenduitkering 446 D Vennootschappen met onvoldoende bedrijfsbezoldigingen 448 E Vennootschappen uit een groep met een coördinatiecentrum 450 F Beleggingsvennootschappen 450 G Erkende coördinatiecentra 451 18.2.3 Vermeldingen op de aangifte 451 18.3 Bijzondere tarieven van art. 216 WIB92 451 18.4 Afzonderlijke belastbare landbouwsteun 452
16 18.5 Afzonderlijke aanslag van 300% 453 18.5.1 Afzonderlijk karakter van de aanslag 453 18.5.2 Geviseerde uitgaven en inkomsten 453 A Niet-verantwoorde kosten 454 B Niet-verantwoordelijke voordelen van alle aard 455 C Verdoken meerwinsten 456 D Betaalde steekpenningen 459 18.5.3 Sanctie of strafsanctie 460 18.6 Aanvullende heffing erkende diamanthandelaars 460 18.7 Oefeningen 461 19 Verrekening van voorheffingen en voorafbetalingen 464 19.1 Stadia in de berekening van de vennootschapsbelasting: overzicht 465 19.2 Principe van de verrekenbaarheid van voorheffingen 466 19.3 Verrekening van niet-terugbetaalbare voorheffingen 467 19.3.1 Fictieve roerende voorheffing 467 19.3.2 Forfaitair gedeelte van de buitenlandse belasting (FBB) 467 A FBB voor buitenlandse royalties 468 B FBB voor buitenlandse octrooi-inkomsten 468 C FBB voor buitenlandse intresten 469 D Verenigbaarheid van het Belgische FBB-regime met de dubbelbelastingverdragen 472 19.4 Belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling 473 A Beoogde investering 473 B Keuzestelsel 473 C Eenmalig of gespreid belastingkrediet 473 D Belastingbesparing 474 E Overdraagbaarheid van het belastingkrediet 475 F Terugbetaalbaarheid van het niet-verrekende belastingkrediet 475 G Twee overgangsregelingen: omzetting van investeringsaftrek naar belastingkrediet 476 H Te vervullen formaliteiten 476 I Boeken van het belastingkrediet 476 J Controlewijziging 477 K Invloed op de notionele intrestaftrek 477 L Keuzeprobleem: investeringsaftrek of belastingkrediet 477 M Terugbetaling belastingkrediet 477 N Oefening 478 19.5 Verrekening van de terugbetaalbare roerende voorheffing 478 A Verrekenbaar bedrag 478 B Beperkingen op de verrekenbaarheid van roerende voorheffing 479 19.6 Voorafbetalingen 480 19.6.1 Jonge kleine vennootschappen 481 19.6.2 Vennootschappen die boekhouden volgens kalenderjaar 481 A Vervaldagen van de voorafbetalingen 481 B Belastingvermeerdering bij ontoereikbare voorafbetalingen 482 19.6.3 Vennootschappen die hun boekhouding niet per kalenderjaar voeren 484 A Boekjaar van twaalf maanden 484 B Boekjaar van meer dan twaalf maanden 484 C Boekjaar van minder dan twaalf maanden wegens aanvang van de activiteit 485 D Boekjaar van minder dan twaalf maanden als gevolg van een gewijzigde afsluitdatum van het boekjaar of afsluiting van de vereffening 486 19.7 Oefeningen 487 20 Bescheiden, opgaven en inlichtingen 488 20.1 Verplichte bescheiden en opgaven 488 20.2 Aangifteplicht m.b.t. betalingen aan belastingparadijzen 488
17 21 Liquidatie van de vennootschap 491 21.1 Aangifteplicht 491 21.2 Bepaling van de belastbare grondslag 492 A Belastbare winst 492 B Uitgekeerd dividend 493 21.3 Berekening van de belastbare grondslag 494 A Vaststelling van de beweging van de reserves 494 B Vaststelling van de uitgekeerde dividenden 494 C De notionele intrestaftrek voor een vennootschap in vereffening 495 21.4 Berekening van de belastingen 495 21.5 Roerende voorheffing 496 21.6 Simulatie 496 21.7 Met ontbinding en vereffening gelijkgestelde verrichtingen 496 21.8 Uitgewerkt voorbeeld 498 21.9 Oefening 501 22 Algemene oefening 502 Bijlagen 513 1 Aangifteformulier inzake vennootschapsbelasting 515 2 Opgaves 524