HC 9, 17-11-2011 Letsel- en overlijdensschade & smartengeld

Vergelijkbare documenten
Artikel 185 WW. Spoorboekje

B35 Schadevergoeding: algemeen, deel 2

Inleiding. Het systeem II 15. Causaal verband Relativiteit Groepsaansprakelijkheid. Aansprakelijkheid voor personen

Themasessie Evenementenveiligheid VRU 1

HC 8, , schadebegroting 3 (causaliteit)

Voordeelstoerekening LSA 2018

Symposium Omkering van bewijslast. 27 oktober 2017 Rotterdam Studiekring Normatieve Uitleg

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Financiële voordelen voor de aansprakelijke verzekeraar bij letsel en overlijdensschade? Door: mr. Nicole M. Bilo

Voorwoord 13. Lijst van gebruikte afkortingen Inleiding Het thema De opzet 26. Deel I 29

Rb. 's-gravenhage 6 juli 2012, LJN BX2021, JA 2012/183. Trefwoorden: Sommenverzekering, Voordeelstoerekening, Eigen schuld

Proportionele aansprakelijkheid. Prof.mr. E. Bauw Universiteit Utrecht

JURISPRUDENTIE AANSPRAKELIJKHEIDSRECHT

De verzekerings(on)mogelijkheden van werkgeversaansprakelijkheid

Datum 8 juni 2011 Onderwerp De op het goed werkgeverschap gebaseerde verzekeringsplicht

Voorrang hebben versus overschrijding van de maximumsnelheid

Het effect van de Wnra op de schaderegeling. 7 november 2017 mr. J. (Jasper) W.F. Overtoom

Toelichting Bedrijfsregeling 7: Schaderegeling schuldloze derde

Schadebegroting en berekening in mededingingszaken

Juridische aspecten van de behandeling van beroepsziektezaken. mr Veneta Oskam en Derk-Jan van der Kolk NIS, 16 mei 2013

Hoge Raad 23 november 2012, LJN: BX5880: als twee vechten om een been, mag de WAM-verzekeraar van de medeschuldenaar er mee heen?

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Letselschade Theorie en praktijk

Expertises beroepsziekten en bedrijfsongevallen

Een rechtseconomische analyse van het Nederlandse onrechtmatigedaadsrecht. Louis Visscher

Platform WOW Aansprakelijkheid en wegbeheer

Verkeersaansprakelijkheid Vergoeding van personenschade in Europees perspectief. Mr S.P. de Haas Prof.mr T. Hartlief

Wetsvoorstel verruiming vergoeding letsel- en overlijdensschade Bijeenkomst NIS 5 juni 2014

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. A.M.S. Westenbrink, secretaris)

DE REDACTIE PRIVAAT VAN TRANEN, DUITEN, DIJKEN EN SLUIZEN OVER VERGOEDING VAN AFFECTIESCHADE EN SHOCKSCHADE IN NEDERLAND NA 1 JANUARI 2019

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aansprakelijkheid bij stages

Jubileumcongres Beursbengel

Lijst van gebruikte afkortingen

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Leergang Verzekeringsrecht Magna Charta Eigen schuld Jacco van de Meent

Schadevergoeding bij dienstongevallen Het oordeel van de Centrale Raad van Beroep. door

Zaaknummer : S21-87 Datum uitspraak : 3 oktober 2017 Plaats uitspraak : Zeist

Omgaan met aansprakelijkheidsrisico's, vrijwaringsbedingen en verzekerbaarheid

Contractsduur, uitvoering en wijziging overeen-komst

Kinderen hebben de toekomst ; ernstig gekwetste kinderen ook?

Convenant loonregres

Hoge Raad, 12 januari 2001

Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster

Samenloop van verzekeringen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

WERKGEVERS- AANSPRAKELIJKHEID

Wie zijn wij? 11 maart 2014

Rapport. Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/190

Inhoudsopgave. AthenaSummary Universiteit van Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid Bachelorjaar 1

ECLI:NL:RBMNE:2017:2000

Het wetsvoorstel Wet deelgeschilprocedure voor letsel- en overlijdensschade

Convenant verhaalsrecht BSA en Verbond 2015 Convenant verhaalsrecht BSA en Verbond

13 Arbeidsongevallen en beroepsziekten

Rechtbank Maastricht 26 oktober 2011, nr. HA RK 11-88, LJN BU7197 (mr. J.F.W. Huinen, mr. T.A.J.M. Provaas en mr. E.J.M. Driessen)

Datum van inontvangstneming : 14/09/2012

Aansprakelijkheid ondernemers paardenbranche

Convenant met BSA Schaderegelingsbureau B.V. inzake het standaardiseren van processen van werkgeversregres

Programma van vandaag. Aansprakelijkheid van (brede) scholen

Algemene Voorwaarden Welisa, 01/01/2019

Algemene leveringsvoorwaarden Clensch

Titel I Algemene bepalingen. Artikel 1 Toepassingsgebied

Verhaal van kosten van arbeidsongeschiktheid

Algemene voorwaarden van Zurreyl Service Utrecht kvk

Algemene voorwaarden Reteracontrols Schout Wernertslaan RL Nuenen Versie geldig vanaf: 15 april Artikel 1 Definities en toepasselijkheid

Onrechtmatige daad. Benadeling van de boedel. Misbruik van rechtspersoonlijkheid.

Civiele Procespraktijk

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M. Veldhuis, Secretaris)

Eiseres zal hierna [A] genoemd worden. Gedaagden zullen hierna ieder afzonderlijk [B] en [C], alsmede gezamenlijk [B] c.s. genoemd worden.

Burgerlijk Wetboek boek 7 titel 12. Aanneming van werk. Afdeling 1. Aanneming van werk in het algemeen

Civiele Procespraktijk

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. D.B. Holthinrichs, secretaris)

Mededelingsplicht, onderzoeksplicht, onrechtmatigheid en eigen schuld 1

De Rechtbank Den Haag lijkt uitsluitsel te geven Verrekening van voordeel bij de arbeidsongeschiktheidsverzekering

Over bedrijfsgeheimen en billijke vergoedingen. Eerste bijeenkomst VAAU 4 juli 2018 Sjef de Laat

Ongevallenverzekering motorrijtuigen

Ongelijkheidscompensatie bij stelplicht en bewijslast in het civiele arbeidsrecht en het ambtenarenrecht

NJ 2002, 214, Verkeersaansprakelijkheid. Reflexwerking van art. 31 (oud) WVW/art. 185 WVW en van de zgn. 100%- en 50-% regel? Eigen...

Remedies. Mr. W.L. Valk

DE AANSPRAKELIJKHEID VOOR ONRECHTMATIGE DAAD

Inhoudsopgave. AthenaSummary Universiteit van Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid Bachelorjaar 1

t twaalfuurtje van deze week 9 april 2014

Branchetoetsdocument branchekwalificatie: Materiële schade en verzekeringsrecht

Civiele Procespraktijk

INFORMATIE VOOR CLIENTEN DIE ALS GEVOLG VAN EEN SCHADE VEROORZAKENDE GEBEURTENIS LETSEL HEBBEN OPGELOPEN

Toezicht en aansprakelijkheid

Tweede Kamer der Staten-Generaal

MEMORANDUM. Dit advies is daarom zo onpraktisch omdat voldoende duidelijkheid nooit zal worden verkregen.

BS Verzekeringsrecht

Symposium Relativiteit EUR - Wouter den Hollander 4 november 2016

Aansprakelijkheid in de techniek. mr. K.E.G.H. (Klaas) van der Kolk

Niet-nakoming van overeenkomsten: toerekenbaar tekortschieten (wanprestatie)

Proportionele aansprakelijkheid bij onzeker causaal verband

ALGEMENE LEVERINGSVOORWAARDEN

De verplichtingen van De Financiële Experts gaan nooit verder dan door De Financiële Experts schriftelijk is bevestigd.

een bad hair day? De Billijke vergoeding:

NIS-bijeenkomst 17 januari Herstelcoach Actualiteiten. Arlette Schijns

Verantwoordelijk voelen of aansprakelijk zijn! Aanbesteden?

Transcriptie:

HC 9, 17-11-2011 Letsel- en overlijdensschade & smartengeld Letsel- en overlijdensschade Centrale artikelen: art. 6:107, 107a en 108 BW. Deze bepalingen zijn uiterst beperkend. Uitsluitend degene die binnen de omschrijving van de bepalingen vallen, maken aanspraak op letselschade respectievelijk schade bij overlijden. Arrest Rockwool/Poly: twee bedrijven op 1 terrein, bij het ene bedrijf komen giftige stoffen vrij (overtreding hinderwetvergunning) en van het andere bedrijf worden werknemers ziek. Bedrijf moet tijdelijke krachten inhuren om het bedrijf draaiende te houden. Zijn dit kosten die gevorderd kunnen worden bij het bedrijf die giftige stoffen los liet? Nee, bepalingen van letselschade zijn uiterst beperkt, deze kosten vallen er niet onder. Ratio achter de beperkte toepassing van deze artikelen: als deze artikelen niet beperkt werden toegepast zou dit in de meeste gevallen de ondergang (faillissement) van de aansprakelijke persoon meebrengen. Degene die echt het letsel oploopt moet centraal worden gesteld! Letselschade, art. 6:107 BW Voorop staat dat het gaat om eigen schade van de gelaedeerde. Het kan zowel gaan om vermogensschade of om niet vermogensschade (smartengeld) Vormen van vermogensschade: - Ziekte- en herstelkosten - Kosten van blijvende invaliditeit (speciale voeding, kleding etc) - Inkomensschade (moet geschat worden) - Overige vermogensschade Uitgangspunt is dat alleen de schade van de gelaedeerde zelf vergoed wordt. Schade van derden wordt wel vergoed in geval van verplaatste schade. Dit is schade die eigenlijk de gelaerdeerde zelf komt, maar wat uiteindelijk is afgeschoven/verplaatst naar een derde (bijvoorbeeld vervoerskosten die een buurman maakt om de gelaedeerde elke keer naar het ziekenhuis te brengen). Art. 6:107a BW als uitzondering op het uitgangspunt van art. 6:107 BW schade van derden wordt niet vergoed. Een werkgever wiens werknemer onrechtmatig letsel is toegebracht, kan loon dat doorbetaald moet worden vorderen bij de aansprakelijke persoon als schadevergoeding (lid 2). Een werknemer heeft tijdens ziekte immers recht op doorbetaling van loon. De werkgever heeft een vordering inzake doorbetaald loon en inzake reintegratiekosten en wordt begrensd door het civiele plafond. Dit geldt bijvoorbeeld niet voor een vervangende kracht of omzetkosten. Strikte toepassing van dit artikel. Derden hebben in uitgangspunt geen recht op schadevergoeding, 2 uitzonderingen: - Schadeverzekering (subrogatie, art. 6:150 en 7:962 BW) - Uitkerende instantie (zelfstandig regresrecht). Ook hiervoor geldt het civiele plafond. Overlijdensschade, art. 6:108 BW - Lid 1 :gederfd levensonderhoud, levensonderhoud dat wegvalt. - Lid 2: begrafeniskosten Niet iedereen is gelijk in de zin van art. 6:108 BW. De nabestaanden worden ingedeeld in verschillende kringen, sub a t/m d. Het artikel geldt alleen als je valt onder een van de in sub a t/m d genoemde gevallen valt. De exechtgenoot wordt bijvoorbeeld niet genoemd en kan dus geen aanspraak maken op schade ex art. 6:108 BW. Telt de vermogenspositie van de nabestaanden mee? Arrest Pruisken Organice Dhr. Pruisken woont samen met mevr. Schut. Dhr. Pruisken verdient 90.000 gulden en mevr. 60.000 per jaar. Op gegeven moment verongelukt mevr. Schut en dhr. Pruisken spreekt de aansprakelijke persoon van het ongeluk aan. Hij stelt een vordering in en de wederpartij stelt uiteraard dat meneer voldoende geld verdient en dat hij dus niet behoeftig is. HR: Er moet geen onderscheid worden gemaakt tussen sub a t/m c. De behoeftigheid geldt voor elke kring van nabestaanden. In alle gevallen gaat het om de vraag naar behoeften van de langstlevenden in de betekenis die aan die term ook in art. 1:397 lid 1 BW toekomt. Het gaat er dus om of je je levensstijl kunt voortzetten zoals je gewend was. Het gaat er niet om of je zonder de schadevergoeding ook prima rond kan komen. De behoeften moeten gerelateerd worden aan de huishouding van het specifieke geval. 22

Arrest Backum/Achmea (niet in klapper, wel in boek) Geldt de behoeftigheidseis ook voor gevallen waarin de huishoudelijke arbeid is weggevallen? Ja, de concrete omstandigheden zijn bepalend voor het bepalen van de behoefte, maar twee aspecten moeten geabstraheerd worden: - Van het feit dat er geen reële kosten zijn gemaakt - Van het feit of er een stiefouder is Met deze bovenstaande aspecten mag géén rekening worden gehouden! Immateriele schadevergoeding: smartegeld, art. 6:106 BW Er wordt alleen smartegeld betaald als de wet dit uitdrukkelijk zegt. Zeer strikte toepassing. Smartegeld dient 2 doeleinden: - Herstel van het geschokte rechtsgevoel - Compensatie (evenredigheid tussen de hoogte van de schadevergoeding en de geleden schade) Het gaat om vergoeding van immateriële schade en alle regels over schadevergoeding zijn dus van toepassing, bijvoorbeeld de verjaringstermijn. Art. 6:106 lid 1 Sub a: het oogmerk om immateriële schade toe te brengen (het vernielen van iets wat van grote waarde is voor iemand) Sub b: dit bevat drie heel verschillende gevallen.: - Lichamelijk letsel - Eer en goede naam, bijvoorbeeld onjuiste beschuldiging - Aantasting in de persoon algemeen. (hieronder valt geestelijk letsel bijvoorbeeld) Sub c: aantasten van de nagedachtenis van de overledene. Het moet gaan om aantasting van eer en goede naam. Smartengeld gaat over een naar billijkheid vast te stellen bedrag. Er is grote vrijheid bij de begroting hiervan. Bij letselschade wordt onder andere rekening gehouden met de aard en ernst van het letsel. Daar zijn enige vaste richtcriteria, maar over het algemeen grote vrijheid van de rechter. Kan je smartengeld vragen over een periode dat je in coma hebt gelegen? Het is moeilijk om recht te doen aan verdriet door middel van geld. Boek nr. 248. Affectie- en shockschade Taxibusarrest In dit arrest wordt een strikte scheiding gemaakt tussen affectieschade (het verdriet dat je ondervindt)en shockschade (gevallen waarin er echt sprake is van geestelijk letsel). Affectieschade komt in ons stelsel niet in aanmerking voor schadevergoeding, shockschade wel. Het kan namelijk zo zijn dat naast andere schade ook shockschade ontstaat. De handeling waardoor de schade is ontstaan kan dan aangemerkt worden als onrechtmatig tegen diegene die shockschade hieraan heeft overgehouden. Bij shockschade moet het echt gaan om een (psychiatrisch) ziektebeeld. Er moet onrechtmatig zijn gehandeld tegenover degene die shockschade heeft opgeleverd door werkelijke confrontatie met het ongeval. Dat was in dit arrest wel het geval, want de vrouw had het ongeluk zien gebeuren en was daardoor in een soort psychose geraakt. Arrest Kleijnen/Reaal verzekering De Hoge Raad houdt vast aan de strikte grenzen van het taxibusarrest. Bij vergoedbaarheid van shockschade dienen strikte grenzen te worden gehanteerd. Indien shockschade niet direct voortvloeit uit werkelijke confrontatie met het ongeval, wordt er geen schade vergoed. Bijzondere vragen en problemen Arrest Spiraaltje ( HR 21 februari 1997, NJ 1999/145) Mevrouw had een spiraaltje laten plaatsen. Deze moest echter vervangen worden en hiervoor ging zij naar een arts. De arts had het spiraaltje netjes verwijderd, maar was vergeten een nieuwe te plaatsen. De vrouw kreeg ongewenst een kind en wilde de kosten van opvoeding en verzorging voor het kind vorderen van de arts. Kan dit aangemerkt worden als vermogensschade en is er wel een causaal verband? De HR kijkt naar art. 6:98 BW. Er is geen reden om hier niet toe te rekenen, dus de vrouw kan de opvoedingskosten gewoon vorderen. De opvoedingsplicht van de ouders staat hieraan niet in de weg. Dat een kind niet als schadepost mag worden gebruikt is een argument, maar geen overtuigend argument. Welke kosten 23

moeten er precies vergoed worden? Het gaat om de gemiddelde kosten voor verzorging en opvoeding van een kind. De extra kosten die de ouders maken komen voor hun eigen rekening. In deze zaak wordt ook het volgende nog aangevoerd. Mevrouw blijft na de geboorte van het kind de eerste jaren thuis van haar werk om het kind op te voeden. Kunnen deze gederfde inkomsten ook gevorderd worden? Er moet gekeken worden of haar keuze om tijdelijk niet te gaan werken in de gegeven omstandigheden als redelijk kan worden beschouwd. Affectieschade wegens het enkele verdriet wordt in ieder geval niet vergoed. Rechtsvergelijkende Engelse uitspraak: Unsuccesful vasectomy. Hier was ongeveer hetzelfde aan de hand, maar de Engelse rechter heeft enkel smartengeld toegekend, omdat de moeder door de pijn va de bevalling heen moest. Er werd hier geen vergoeding van kosten van opvoeding en verzorging aangenomen. Precies het tegenovergestelde van Nederlandse uitspraak. Hier wordt juist de affectieschade vergoed. Academisch ziekenhuis Leiden X (Baby Kelly) Hier is sprake van een fout tijdens de zwangerschap van de moeder. De moeder vraagt om een prenataal onderzoek, want er komen veel afwijkingen/ziektes voor in haar familie voor en ze wil het kind weg laten halen als het inderdaad een van deze afwijkingen heeft. Door de verloskundige/arts wordt geen aanleiding gezien voor een prenataal onderzoek, dus dit wordt toch niet uitgevoerd. Uiteindelijk blijkt het kind bij de geboorte toch afwijkingen te hebben. De moeder had in dit geval een overeenkomst met de verloskundige, maar is het nalaten van het prenatale onderzoek ook onrechtmatig jegens de vader van het kind? En is er wel sprake van een causaal verband? HR: Weliswaar komt een beslissing tot afbreking van een zwangerschap in laatste instantie aan de moeder alleen toe, de belangen van de vader zijn daarbij ten nauwste betrokken dus het is ook onrechtmatig ten opzichte van de vader. Over het causale verband: de HR hanteert een ruime toerekening dus er is een causaal verband aanwezig. Welke kosten moeten nu vergoed worden? De ouders moeten in de positie worden gebracht waar zij zouden zijn geweest zonder de fout van de verloskundige en dat is de positie waarin zij helemaal geen kosten voor opvoeding en verzorgen hadden hoeven maken. Als de verloskundige namelijk wel onderzoek had verricht, was het kind nooit geboren. Alle kosten voor opvoeding en verzorging moeten dus vergoed worden. Heeft de moeder en evt. de vader nog recht op smartengeld? Er is geen sprake van geestelijk letsel, want enkel verdriet is daarvoor niet voldoende. Maar er is wel inbreuk gemaakt op het recht van de moeder tot fundamentele zelfbeschikking. Niet meer zelf de keuze hoe ze hun gezin willen inrichten. De ouders zijn in hun persoon aangetast. Uit de aard van deze fout geldt dit voor de vader precies hetzelfde. Dus ook recht op smartengeld. De ouders stellen ook nog een vordering in namens baby Kelly zelf. Zij stelt een vordering in omdat zij ter wereld is gekomen. Het contract tussen de moeder en de verloskundige is mede gericht op het verlenen van de noodzakelijk zorg aan de nog ongeboren vrucht en dus op grond hiervan de baby, middels haar ouders, zelf een vordering instellen. De toewijzing van de vordering van Kelly is gebaseerd op het feit dat moet worden aangenomen dat het ziekenhuis en de verloskundige onrechtmatig tegen haar hebben gehandeld door het tekort schieten in de nakoming van de zorgplicht die zij ook tegen de ongeboren vrucht hadden. Naast deze vordering komt ook hier de immateriële schade voor vergoeding in aanmerking, want ook hier is namelijk sprake van aantasting in de persoon door de handicaps die haar ouders haar namelijk hadden willen besparen. Eindconclusie: alle schade moet worden vergoed, niet alleen de extra kosten voor de handicap. Maar wat al aan Kelly uitgekeerd wordt, hoeft niet nogmaals aan de ouders uitgekeerd te worden. Artikel van Wissink in literatuurklapper: heeft Kelly misschien een vordering tegen haar eigen ouders? HC 10, 24-11-2011 Causaliteit Twee kernproblemen in het schadevergoedingsrecht: - Wat is schade? - Is er voldoende verband, oftewel is er een causaal verband? Causaliteitsnorm is te vinden in art. 6:98 BW. Het gaat om een juridisch, normatief begrip dat een oorzakelijk verband aanduidt. Het minimumvereiste voor een causaal verband is de condicio sine qua non. Dit wil zeggen: de oorzaak moet een noodzakelijke voorwaarde zijn voor de schade. Als de schade ook was opgetreden zonder die oorzaak is er geen causaal verband. Een ander criterium dat je kunt toepassen is het adequatiecriterium: is de schade het redelijkerwijs te verwachten gevolg van de wanprestatie of de onrechtmatige daad? Als degene die de onrechtmatige daad pleegt het gevolg/de schade kon voorzien, dan is daarmee voldoende verband gegeven tussen de daad en de schade. Dit 24

criterium is lange tijd gehanteerd, maar uiteindelijk te beperkt gebleken. Want wat moet je bijvoorbeeld doen als je iemand aanrijdt met een ziekte, waardoor diegene niet of niet volledig hersteld? Dat was niet te voorzienbaar, dus is het dan wel toe te rekenen? Dus het nieuwe criterium dat nu gehanteerd wordt in art. 6:98 BW is de toerekening. Kan de schade worden toegerekend (naar redelijkheid)? Voordeel van dit criterium is dat het precies zegt waar het om gaat, waarbij twee normen/criteria van belang zijn: - Aard van de schade (letselschade, zaakschade etc) - Aard van de aansprakelijkheid Nadeel van dit criterium is dat het vrij weinig hou vast biedt. Het is een open norm en veel regels zijn noodzakelijk. De adequatienorm is nog steeds belangrijk bij de toepassing van art. 6:98 BW. Ook is de verwijderdheid van de schade van belang. Bij grotere schuld wordt er over het algemeen ruimer toegerekend. Betekent dit dus minder ruime toerekening bij risicoaansprakelijkheid? Nee, niet altijd, je moet kijken naar de strekking van die risicoaansprakelijkheid en naar de aard van de schade. Een voorbeeld hiervan is het volgende arrest. Arrest Boekema - X Casus: Een café-restaurant brandt tot de grond toe af door brandstichting die verricht is door een aantal kinderen (dus sprake van risicoaansprakelijkheid). De eigenaar van het café huurde het pand van de veemarkthallen even verderop. Door het afbranden van het café is het huurcontract met de veemarkthallen van rechtswege geëindigd en de eigenaar van de veemarkthallen was niet van plan aan de eigenaar van het café weer zo n voordelig huurcontract aan te bieden. Welke schade kan de café-eigenaar nou vorderen? Kan de eigenaar gederfde inkomsten vergoed krijgen omdat hij niet meer zo goedkoop een pand kan huren? Of is deze schade te ver verwijderd? HR: de inkomensschade is naar zijn aard in het algemeen gesproken het alleszins voorzienbare gevolg van een brand als onderhavige. Er is sprake van een risicoaansprakelijkheid, maar gezien de aard van de schade is er geen reden om het causaliteitsverband te beperken. Bij het schenden van een veiligheidsnorm of verkeersregel wordt er altijd ruim toegerekend. Ook gevolgen van persoonlijke kwetsbaarheid (lichamelijk en geestelijk) van het slachtoffer worden toegerekend aan de dader, behalve in het geval van bijzondere omstandigheden die echter beperkt moeten worden opgevat. Deze factor weegt mee bij het begroten van de schade De omkeringsregel Op wat voor manier helpt de omkeringsregel de gelaedeerde? Soms brengt de redelijkheid en billijkheid mee dat in een bepaald geval het causale verband wordt aangenomen. De aangesprokenen heeft wel de gelegenheid om aan zijn aansprakelijk te ontkomen als hij aan kan tonen c.q. aannemelijk kan maken dat de schade ook was ontstaan zonder zijn handeling. De omkeringsregel werd onder andere toegepast in het skeelerarrest. Hier was het aan de skeelerschool om aannemelijk te maken dat de vrouw ook geen helm op had gezet als ze er wel op hadden gewezen. Wanneer wordt de omkeringsregel toegepast? 3 eisen: - Het moet gaan om schending van een norm die ziet op het voorkomen van een specifiek gevaar voor schade - De normschending moet in het algemeen in aanmerkelijke mate dit gevaar vergroten - En het gevaar moet zich uiteraard ook verwezenlijkt hebben Er moet niet te makkelijk gegrepen worden naar de omkeringsregel. Het specifieke gevaar is een hard criterium en moet dus echt aanwezig zijn (bijv. arrest Bildtpollen). Over het algemeen zijn verkeersregels en veiligheidsnormen specifiek genoeg. De werking van de omkeringsregel is echter niet hiertoe beperkt. Wat een lastig terrein is, is de medische aansprakelijk. De algemene norm van art. 7:453 BW is niet voldoende om de omkeringsregel aan te nemen bij schending hiervan. Dit betekent niet dat de omkeringsregel helemaal niet toegepast kan worden bij medische missers. Er moet bijvoorbeeld een protocol aan ten grondslag liggen wil een beroep op de omkeringsregel opgaan. Alternatieve causaliteit Alternatieve causaliteit komt aan de orde als er meerdere schadeveroorzakers zijn. Uit art. 6:99 BW volgt dat iedere veroorzaker aansprakelijk is voor het geheel, tenzij iemand bewijst dat deze schade niet het gevolg is van 25

een gebeurtenis waarvoor diegene zelf aansprakelijk is. Er moet hiervoor sprake zijn van meerdere oorzaken, waarbij niet bekend is welke oorzaak de schadeveroorzakende is. Des-arrest Des is een geneesmiddel wat ooit op de markt is gebracht en wat heel veel vrouwen hebben gebruikt om een miskraam te voorkomen. Het middel diende hier inderdaad voor en heeft ook geholpen, maar de dochters die uit die vrouwen zijn geboren bleken op latere leeftijd allemaal een zelfde vorm van kanker te hebben. Het probleem was dat er heel veel producenten van het middel waren, maar niet bekend was welke moeder welk middel van welke fabrikant had geslikt. Kan hier art. 6:99 op losgelaten worden? HR: Ja, want het artikel wil de onbillijkheid wehnemen dat de behadeelde zelf schade moet dragen, omdat hij niet kan bewijzen wiens handeling causaal is voor zijn schade. Door dit artikel niet toe te passen zouden de dochters met lege handen staan, dit is onbillijk, dus 6:99 is toepasbaar. Een extra eis aan art. 6:99 wordt toegevoegd: de kring van schadeveroorzakers moet bekend zijn voor toepassing van art. 6:99 BW. Wat moeten de dochters nu stellen en bewijzen? - Ze moeten aantonen dat het desbetreffende bedrijf DES in het verkeer heeft gebracht en daarvoor aansprakelijk is - Dat er meer producenten zijn die dit middel in het verkeer hebben gebracht - Dat zij schade heeft geleden door DES gebruik - Dat het onmogelijk was om vast te stellen van welke fabrikant het middel was. Het kan zo zijn dat het middel in het verkeer is gebracht door iemand die op dat moment niet aansprakelijk was. Het middel was net op de markt en er kon totaal geen verwijt worden gemaakt aan degene die het middel in het verkeer heeft gebracht, aangezien hij niet van de gevolgen afwist. Belemmert dit de aansprakelijkheid op grond van art. 6:99 BW? Nee, want het ontheft de andere producenten niet van aansprakelijk. Dus ook in zo n geval aansprakelijkheid van de fabrikanten. Art. 6:99 is alleen mogelijk als iedere mogelijke dader de gehele schade kan hebben veroorzaakt. Als onzeker is waar de oorzaak van de schade ligt, wat doe je dan met intern verhaal tussen de meerdere schadeveroorzakers? Hoe bepaal je voor welk aandeel je op de ander regres kan hebben? Hierover gaat het arrest London Verzekeringen/Delta Lloyd. Als er sprake is van mengschade( door twee verschillende ongevallen is schade ontstaan) waarbij niet achterhaald kan worden welke schade door welk ongeluk is veroorzaakt, dan kan onder omstandigheden aansprakelijkheid voor gelijke delen worden aangenomen. HC 11, 01-12-11 Eigen schuld Proportionele aansprakelijk Arrest Nefalit/Karamus (boek nr. 201 a) Een werknemer is een aantal jaar lang blootgesteld aan asbest bij zijn werk. Hij heeft longschade opgelopen, maar niet duidelijk is of dit door de blootstelling aan asbest komt. Hij heeft namelijk ook zijn hele leven gerookt en het kan dus ook goed zijn dat dat de oorzaak van de longschade is. De werknemer probeert zijn schade te verhalen bij zijn werkgever, maar die zegt: jij hebt je hele leven gerookt, toon maar aan dat het daadwerkelijk de asbest is die de schade heeft veroorzaakt. Gaat dit op? Wie moet in dit geval stellen en bewijzen? Het is zowel voor de werkgever als de werknemer onmogelijk om te stellen en te bewijzen wat de precieze oorzaak is. De rechter benoemt over het algemeen dan ook een deskundige die iets kan zeggen over de veroorzakingswaarschijnlijkheid. Indien de kans groot is dat het veroorzaken van de schade de asbest is, dan wordt waarschijnlijk de werkgever voor het geheel aansprakelijk gehouden. Is de kans heel klein dat de asbest de schade heeft veroorzaakt, zal er geen vergoeding toe worden gekend en bij de gevallen die hier tussenin liggen wordt gebruik gemaakt van evenredige vermindering van de vergoeding (art. 6:99 BW). Bij evenredige vermindering wordt de werkgever aansprakelijk gehouden, maar met inachtneming van de evenredige vermindering. Het is in deze laatste gevallen namelijk niet redelijk om de vergoeding geheel toe te wijzen, dan wel af te wijzen. De HR let bij de vaststelling van de vergoeding zowel op de strekking van de norm als op de aard van de normschending. In dit geval moest de werkgever 75% van de schade vergoeden. Arrest Fortis Bank/X Het is een overeenkomst van vermogensbeheer tussen Fortis Bank en X. Er zijn bepaalde aandelen die daar buiten vallen. Deze aandelen dalen enorm in waarde. Onder de omstandigheden op die markt was Fortis Bank gehouden X te adviseren de aandelen te verkopen. Fortis Bank heeft onzorgvuldig gehandeld. Bijzonder in dit 26

geval: X is een cliënt met verstand van zaken en was niet van plan alle adviezen van de bank op te volgen. Is de bank aansprakelijk? Hof past Nefalit/Karamus toe: er is een kans van 50% dat X de adviezen van Fortis bank niet had opgevolgd, dus schadevergoeding wordt gesteld op 50%. HR: (r.o. 3.8) er zit een bezwaar aan dat arrest, want er is een kans dat iemand aansprakelijk wordt gesteld, terwijl hij dat eigenlijk niet is. Dit bezwaar brengt mee dat de regel uit dat arrest terughoudend moet worden toegepast. Indien de rechter deze regel toepast, dient hij dit te motiveren. De regel van Nefalit/Karamus kan niet zomaar worden toegepast. Er moet gekeken worden naar de strekking van de norm en de aard van de normschending. Die terughoudendheid brengt mee dat de regel van Nefalit/Karamus niet wordt toegepast. Strookt niet met de aard en strekking van deze geschonden norm. Eigen schuld Er is schade toegebracht door iemand anders, maar er is een omstandigheid aan de kant van de gelaedeerde die ook mee heeft bijgedragen aan het ontstaan of de omvang van de schade. eigen = omstandigheden die aan de gelaedeerde kunnen worden toegerekend. Dit kunnen zowel eigen gedragingen van de gelaedeerde zijn, maar ook die van anderen die in zijn risicosfeer vallen. Met name degene voor wie in geval van schadeveroorzaking aansprakelijkheid zou hebben bestaan. Ook andere omstandigheden kunnen leiden tot eigen schuld van de gelaedeerde. schuld = moet ruim worden worden opgevat. Je moet je anders hebben gedragen dan een redelijk denkend mensen zou doen met het oog op zijn eigen belangen. Er is geen normovertreding of verwijtbaarheid vereist. Zowel het begrip eigen als schuld ruim opvatten! Hoe verdeel je de schadevergoeding? Welke norm hanteer je om de schade te verdelen? Je zou in eerste instantie denken aan verwijtbaarheid, maar dit is niet de hoofdmaatstaf. De maatstaf uit art. 6:101 is de causaliteit. Je moet kijken in hoeverre beide gedragingen hebben bijgedragen aan de veroorzaakte schade. De verwijtbaarheid speelt hierbij geen rol. Het gaat om de objectieve norm van de causaliteit. De causaliteit staat voorop, maar er is een correctiemogelijkheid naar billijkheid. Hierbij speelt de verwijtbaarheid wel een rol. Arrest Chan a-hung/maalsté Zowel de causaliteitsafweging als de eventuele toepassing van de billijkheidscorrectie aan de hand van de omstandigheden van het geval met feitelijke waarderingen zijn verweven en in belangrijke mate berust op intuïtieve inzichten, zodat voor desbetreffende oordelen slechts beperkte motiveringseisen kunnen worden gesteld. Hieruit blijkt dat het vaststellen van eigen schuld erg lastig is. N.b. buitengerechtelijke kosten worden parrallel vergoed aan de hoofdschade. Dezelfde verhouding wordt aangehouden als er sprake is van eigen schuld. Grote lijnen bij de billijkheidscorrectie - Uiteenlopende ernst van gemaakte fouten (dus toch de verwijtbaarheid) - Ernst van het ontstane letsel (kan leiden tot ruimere aansprakelijkheid) - Jeugdige leeftijd (tot 14 jr): geen toerekening wegens eigen schuld in een door andere in het leven geroepen gevaarssituatie. Arrest Lars Ruröde: ging meehelpen met melken in het weiland. De melkmachine werkte niet optimaal en Lars probeert het te redden, maar uiteindelijk verliest hij z n arm. Geen eigen schuld in zo n situatie. Kinderen mogen geen gedeelte van hun eigen schade betalen. Art. 185 WVW (motorvoertuigen) Hieraan is een vorm van kwalitatieve aansprakelijkheid gekoppeld. De eigenaar van het motorvoertuig aansprakelijk. Als iemand een auto leent en een ongeluk veroorzaakt, is niet de eigenaar aansprakelijk, maar de bestuurder o.g.v. 6:162 BW, dan dus geen kwalitatieve aansprakelijkheid. Als een motorvoertuig een ongeluk veroorzaakt met voetganger of fietser is bijna altijd de bestuurder van het motorvoertuig aansprakelijk. Hij kan hier alleen onder uit als hij aan kan tonen dat er sprake is van overmacht, maar dit wordt niet snel aangenomen. Er is alleen sprake van overmacht als iemand zich zo onvoorzichtig gedraagt dat je daarmee geen rekening hoeft te houden. Dit heeft vergaande consequenties op het gebied van de eigen schuld. Art. 185 WVW+ kinderen Voor kinderen tot 14 jaar geldt dat zij alle schade kunnen vorderen van de automobilist. De eigen gedraging voor het kind wordt niet meegerekend, hoe onvoorzichtig het kind zich heeft gedragen. Dit wordt ook wel de 100%- 27

regel genoemd. Er komt de automobilist ook geen beroep toe op overmacht. De automobilist is namelijk voor 100% aansprakelijk. Er is 1 uitzondering: als er sprake is van opzet of aan opzet grenzende roekeloosheid, dan komt de automobilist wel een beroep toe op overmacht. Echter valt er weinig gedrag van kinderen onder deze noemer, dus er is in de praktijk vrijwel nooit sprake van een uitzondering op de 100%-regel. Art. 185 WVW + volwassenen Hier geldt de zogenaamde 50%-regel. Op grond van de billijkheid komt in ieder geval 50% van de schade voor rekening van de automobilist, ook al loopt de voetganger bijvoorbeeld door rood licht. Daarnaast is er een mogelijkheid voor een extra billijkheidscorrectie, bijvoorbeeld in geval van extra kwetsbaarheid van het slachtoffer. De aansprakelijkheid kan ook groter zijn wegens een ruimer causaal verband. Ook hier zijn uitzonderingen, namelijk in geval van overmacht van de automobilist en door opzet of aan opzet grenzende roekeloosheid aan de zijde van de schadelijder. Wat moeten we aan met het begrip opzet en aan opzet grenzende roekeloosheid? Hierover gaat het arrest X- NV/Noordhollansche. Het gaat hier om een voetganger die buiten de bebouwde kom op een tweebaansweg loopt, waar de maximale snelheid 80 km per uur bedraagt. Hij liep over de rechter weghelft, half dronken en in donkere kleding. De auto die daar aan kwam rijden zag de voetganger niet en reed hem aan. Dan geldt de regel dat de automobilist 50% van de schade minstens moet dragen. Is hier sprake van opzet of aan opzet grenzende bewuste roekeloosheid? Als daar namelijk sprake van is, dan valt de reden van de 50%-regel namelijk weg. Voor aan opzet grenzende bewuste roekeloosheid is in beginsel de bewustheid van het gevaar bij het slachtoffer vereist. Dit moet de aansprakelijke persoon stellen en bewijzen. Er kan worden volstaan met het bewijs van feiten en omstandigheden waaruit die bewustheid bij een voetganger of fietser vanaf 14 jaar mag worden afgeleid. Als je in het donker over een weg gaat lopen waar je 80 km/h mag rijden in donkere kleding, dan mag je daaruit opmaken dat de voetganger zich bewust was van het gevaar. De bijzondere beschermingsregels bij de 50% en 100%-regel geldt niet voor regresnemers. De gewone bepalingen gelden voor de regresnemers. Hierover meer in het boek. Reflexwerking van art. 185 WVW Als een automobilist is betrokken bij een ongeluk bij een niet gemotoriseerde verkeersdeelnemer en hij lijdt zelf ook schade, een deel van deze schade voor zijn eigen rekening blijft. Hij kan dus niet alles vergoed krijgen, het blijft deels voor zijn eigen rekening. Arrest Chan a-hung/maalsté Het gaat hier om een fietser (Chang a-hung) die op een fietspad rijdt tegen het verkeer in. Hij rijdt aan de verkeerde kant van de weg. Maalsté, die op een bromfiets rijdt, rijdt wel aan de goede kant van de weg en deze twee krijgen een ongeluk. Maalsté loopt hierbij schade op en raakt gedeeltelijk arbeidsongeschikt. Blijft nu een gedeelte van zijn geleden schade voor zijn rekening omdat hij op een bromfiets reed? Behoudens overmacht, blijft een gedeelte van de schade voor rekening van de motorrijder. In beginsel dus reflexwerking. Gelden de 50% en 100% -regels ook voor de reflexwerking? In die zin dat 50% voor rekening van de bromfietser blijft? Nee, deze regels worden in dit kader niet toegepast. De norm die moet worden gehanteerd is de causaliteit en de billijkheidscorrectie. Binnen deze billijkheidscorrectie zit ook hier veel ruimte. Via deze correctie wordt de fietser aansprakelijk gehouden voor de schade die de bromfietser lijdt. Samengevat: - Alleen bij overmacht volledige schadevergoeding - In andere gevallen blijft in beginsel een gedeelte voor rekening van de gemotoriseerde verkeersdeelnemer - De 100% en 50% -regel zijn bij de reflexwerking niet van overeenkomstige toepassing - Er moet gebruik gemaakt worden van de causaliteitsmaatstaf en de mogelijkheid van de billijkheidscorrectie. 28

HC 12, 08-12-12 Bijzondere redenen voor vermindering van de aansprakelijkheid Vervolg hc 11 Reflexwerking art. 185 WVW: kijken naar de reden van aansprakelijkheid. Bij art. 185 WVW geldt de 50- en 100%-regel. Werkt door reflexwerking door op andere bijzondere aansprakelijkheden. Een voorbeeld hiervan is art. 6:179 BW. Art. 6:101 BW Schadebeperkingsplicht: degene die schade lijdt mag niet toe gaan zitten kijken hoe de schade zich uitbreidt, maar moet zich inspannen om de schade te beperken. Maar wat kan van de geleadeerde gevergd worden? Voorbeeld waarin sprake is van een schadebeperkingsplicht is het arrest Koeman/Sijm Agro. Wat zijn de gevolgen als je niet aan deze plicht voldoet? Hierover verschillen de meningen. Je kunt zeggen alle schade voor de gelaedeerde komt, of dat alleen de schade die is ontstaan door het niet voldoen aan de schadebeperkingsplicht voor rekening van de gelaedeerde komt. Risico-aanvaarding: Je aanvaardt het risico door iets te doen, dus er ontstaat geen schadevergoedingsplicht. Dit is over het algemeen niet een juridisch te hanteren begrip. Wat daarmee bedoeld wordt valt uiteen in twee componenten: - Heeft degene die schade heeft veroorzaakt wel onrechtmatig gehandeld (binnen het kader van de risicoaanvaarding)? - Is er misschien ook sprake van eigen schuld doordat hij zich in bepaalde omstandigheden heeft begeven? Meerdere daders en eigen schuld, art. 6:102 lid 2 Iemand lijdt schade door toedoen van twee mensen, maar hij heeft zelf ook eigen schuld. Ervan uitgaande dat ieder evenveel bijdrage heeft geleverd aan de schade, dan leidt art. 6:102 lid 2 tot het volgende. ( in principe zijn ze alle drie voor 1/3 aansprakelijk Wat is het gedeelte van de schade dat de gelaedeerde kan vorderen van 1 schadeveroorzaker? Je moet daarvoor de mededader wegdenken en alleen naar hun eigen onderlinge rechtsverhouding kijken. In onderlinge verhouding hebben de gelaedeerde en 1 schadeverzoorzaker beide voor een even groot deel de schade veroorzaakt (beide 1/3), dus de gelaedeerde kan 50% van de schade vorderen bij de schadeveroorzaker. Kijken naar de onderlinge verhouding en niet het geheel. Er wordt wel een grens bepaald in dit artikel. De benadeelde kan niet meer krijgen in totaal dan waar hij recht op zou hebben indien naar het geheel van verhoudingen zou worden gekeken. Indien de benadeelde en de twee veroorzakers alle drie voor een even groot deel aansprakelijk zijn en de benadeelde van veroorzaker A al 50% vergoed heeft gekregen, dan kan hij bij B slechts het deel verhalen dat hij op 66,66% komt, dus 16% van de schade. Hij heeft immers voor 1/3 deel eigen schuld gehad. Hc 12 Twee bijzondere redenen voor vermindering van aansprakelijkheid 1. Matiging ex art. 6:109 BW Indien toekenning van volledige schadevergoeding zal leiden tot kennelijk onaanvaardbare gevolgen, mag de wetgever de vergoedingsplicht matigen. Als de schadevergoeding te zwaar rust op de schouders van de debiteur, dan is er de escape van de matiging. Deze matiging moet wel terughoudend worden toegepast. Het wordt slechts beperkt toegepast, maar het is wel van dwingend recht. Hoe bepalen we nu of een schadevergoedingsplicht gematigd moet worden of niet? Hiervoor zijn drie wettelijke criteria: De aard van de aansprakelijkheid. Sprake van ernstige verwijtbaarheid? Dan niet zo snel matigen. Matiging vindt eerder plaats indien er sprake is van risicoaansprakelijkheid. Rechtsverhouding Wederzijdse draagkracht. Vaak is de draagkracht van de debiteur beslissend. Naast deze criteria zijn vaak ook de mate van schuld is ook bepalend, maar in wisselende mate. Uitgangspunt: veel schuld, niet makkelijk matigen. De aard van de schade en ook of de aansprakelijke persoon zelf aanmerkelijke schade lijdt. Geen matiging mag worden toegekend voor zover de schuldenaar de aansprakelijkheid door verzekering heeft gedekt of had moeten dekken. Dit is het matigingsverbod van art. 6:109 lid 2 BW. 2. Voordeelstoerekening ex art. 6:100 BW Als een gebeurtenis niet alleen heeft gezorgd voor schade, maar ook voordeel heeft opgeleverd voor de gelaedeerde dan moet dit voordeel in mindering worden gebracht op de hoogte van de 29

schadevergoedingsplicht. Het voordeel moet uit dezelfde gebeurtenis voortvloeien als waar de schade door is veroorzaakt. Arrest Vos/TSN. Vos en TSN zijn een overeenkomst aangegaan tot reparatie en onderhoud van opleggers toebehorend aan Vos. Vos zegt de overeenkomst op, maar dit was niet een gerechtvaardige beëindiging. Hierdoor leed TSN schade, want zij hadden hun capaciteit vrij gemaakt voor de opleggers van Vos. Maar TSN zit niet stil en haalt nieuwe opdrachten binnen en daarmee houdt hij zijn bedrijf gaande. Vos zegt: ik ben schadeplichtig, maar hij heeft nieuwe opdrachten binnengehaald, dus kan verrekenen. HR: het behaalde voordeel vloeit niet voort uit de ongerechtvaardigde beëindiging van Vos, maar uit de eigen inspanningen van TSN. Deze schade en voordeel vloeien dus niet voort uit dezelfde gebeurtenis en dus geen sprake van voordeelstoerekening. Voordeelstoerekening wordt slechts toegekend voor zover die redelijk is. Per schadepost wordt gekeken of daarop voordeel in rekening moet worden gebracht. Daarnaast moet er voldoende samenhang zijn tussen het voor- en nadeel. Wat doe je met sommenverzekeringen met personenschade? Wat is de invloed daarvan op de schadevordering? Bij overlijdensschade is dit niet aan de orde, omdat dit probleem opgaat in de component van de behoeftigheidseis. Wat doe je met letselschade? Iemand heeft uit voorzorg een ongevallenverzekering afgesloten voor een bepaald bedrag en raakt gewond door toedoen van een ander en die zegt: die verzekering is een voordeel en moet in mindering worden gebracht op de schade die ik moet vergoeden. Hierover gaat het arrest Verhaeg/Jenniskens. Van verrekening zal niet heel gemakkelijk sprake zijn. Je moet kijken naar de strekking van de verzekering. Indien deze ertoe strekt dezelfde schade te vergoeden als waarvoor de veroorzaker aansprakelijk is, kan er sprake zijn van voordeelstoerekening (in veel gevallen zou dit niet zo zijn). Wat indien de aansprakelijke persoon degene is die de premies heeft betaald? Moet er dan verrekend worden? Dit is nog niet helemaal zeker, van belang is wat het oogmerk was en of deze betalingen verplicht waren. Bij WA-verzekering geen verrekening! Uitgangspunt is niet verrekenen, er moeten bijzondere omstandigheden zijn wanneer dat wel het geval is. Arrest Ahold/Staat Wettelijke rente kan altijd gevorderd worden indien een geldsom te laat wordt betaald of afgelost, ongeacht of er hierdoor schade wordt geleden. Kan dit op grond van art. 6:100 BW in mindering worden gebracht? De strekking van de wettelijke rente verzet zich ertegen dat de gefixeerde schadevergoeding met toepassing van de regel van art. 6:100 BW wordt verminderd met het bedrag van een voordeel dat aan de schuldeiser toevalt als gevolg van de gebeurtenis die de schuldenaar tot schadevergoeding verplicht. Geen voordeelstoerekening bij wettelijke rente. Is matiging dan mogelijk? Dat lijkt aannemelijk, maar de HR zegt: matiging is op zich wel mogelijk, maar niet op grond van het feit dat er geen schade is geleden. De regeling van wettelijke rente is bijna geheel onaantastbaar. Doeleinden van het schadevergoedingsrecht De benadeelde zoveel mogelijk plaatsen in de situatie zonder normschending. Hier is een vergelijkend aspect in terug te kennen. Dit is het centrale punt in het schadevergoedingsrecht. Maar als gunstig neveneffect wordt ook wel genoemd preventie, straf of genoegdoening. Grenzen bij toepassing van het aansprakelijkheidsrecht. 1. Toegang tot het schadevergoedingsrecht. Het is niet zo dat voor elke vorm van nadeel een oplossing kan worden gevonden binnen het schadevergoedingsrecht. Een van de grenzen is dan ook de toegang. Arrest van Aalten c.s./vereniging voor Chr. Wet. Ond. Een jongetje Jeffrey is in het zwembad van de VU voor een zwemtherapie. Na zijn therapie gaat hij douchen en de therapeute loopt weg. Hij stond in een douchecabine en toen de therapeute terug kwam bleek de deur van de cabine open te staan, de douche aan, maar het jongetje weg. De moeder was overigens aan het douchen in de cabine ernaast. De moeder en de therapeute lopen naar het zwembad om de jongen te zoeken, maar hij zat klem tussen de zwembadrand en het trappetje en is verdronken. Wat wordt er gevorderd? Voor rechte verklaren dat de vereniging die de therapie verzorgde aansprakelijk is voor het overlijden van Jeffrey. Ze wilde geen schadevergoeding, maar verklaring dat het hun fout was om zo het overlijden te kunnen verwerken. HR: handhaving van zuiver emotioneel belang geeft geen toegang tot een procedure. 2. Toepassing. De rechter stelt de schade niet vast, maar begroot deze slechts. 30

Massaschade: heel veel mensen lijden dezelfde schade. Als iedereen apart naar de rechter gaat is het lastig om alle aanspraken op elkaar af te stemmen en hiervoor is een regeling in het leven geroepen. De mogelijkheid die de wetgever biedt is dat een stichting de gelaedeerden vertegenwoordigt en tot een regeling komt en deze kan vervolgens door de rechter algemeen verbindend worden verklaard. Deze afspraak geldt dan voor alle geleadeerden die de stichting hebben gemachtigd. Indien iemand het hier niet mee eens is, is er een uitweg in de opt-outregeling en zo behoudt die persoon een eigen rechtsingang om zijn schade te vorderen. De regeling voor massaschade is te vinden in art. 7:907 e.v. BW. 31