Inventarisatie variabelen Rekenmodel JGZ 4 tot 19-jarigendeel. 21 december 2005



Vergelijkbare documenten
Functioneel ontwerp rekenmodel JGZ. 21 december 2005

Blauwdruk rekenmodel JGZ Eindrapport gezamenlijke werkgroep Z-org en GGD Nederland. 21 december 2005

Benodigde formatie Stichting Geynwijs Een toelichting op de berekening

Volgens hetzelfde artikel moet het Platform Jeugdgezondheidszorg (JGZ) deze helderheid geven.

Stand van zaken notitie Integrale Jeugdgezondheidszorg.

Algemeen Bestuur GGD-RR. Datum vergadering: Agendapunt nr.: Onderwerp: Benchmark GGD (Gemeentelijke GezondheidsDiensten) Nederland

7,4 (op basis van 7 GGD en) 0% 58% Er is in Fryslân één provinciale stuurgroep, daar zijn wij geen lid van. 7,2 (op basis van 5 GGD en)

GEMEENTE HOOGEVEEN. Voorstel voor burgemeester en wethouders. Onderwerp: Conceptbegroting GGD Drenthe

NIEUWSBRIEF. Integrale Jeugdgezondheidszorg Regio WEST BRABANT

Bij de verschillende gemeentelijke diensten is informatie opgevraagd over of en hoe een integrale kostprijs berekend wordt.

Bijlage 2 bij Ondermandaat- en volmachtbesluit directeur Bedrijfsvoering Regio Twente 2016

Ter informatie is tevens de productbegroting 2006 bijgevoegd.

Uitvraag 2013: resultaten beschikbaar. September In deze nieuwsbrief. Uitvraag 2013: resultaten beschikbaar. Doorontwikkeling GBO-indicatoren

Portefeuillehouder : W.J.J. Ligtenberg Datum collegebesluit : 16 februari 2016 Corr. nr.:

JEUGDGEZONDHEIDSZORG 4-19 JAAR

O P L E G N O T I T I E

Collegevoorstel 105/2003. Registratienummer Opgesteld door, telefoonnummer L.Deurloo, Programma openbare gezondheidszorg

BESLUIT OPSCHRIFT. Vergadering van 18 maart Onderwerp Beantwoording raadsvragen in zake: Vragenlijsten GGD - Besluitvormend

Achtergrondinformatie formatiemeter 2014

Concept Beleidsbegroting september 2008 Gemeente Hoogeveen

O P L E G N O T I T I E

Verslag implementatie bezuinigingsmaatregelen JGZ 2014

Inleiding. PC/10/0506/imzhand 29 juni 2010 bureau HHM Pagina 2 van 9

Subsidieaanvraag VVE extra middelen periode 01 november 2012 t/m 31 december 2012

gemeente Eindhoven 3 Maatschappelijke effecten en het meetpunt voor succes

GGD Drenthe} College van burgemeester en wethouders van de Drentse gemeenten/ Leden van de Drentse gemeenteraden

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Informatie voor professionals

PIJLER 1: Monitoring, signalering en advisering

JEUGDGEZONDHEIDSZORG 4-19 JAAR

De2e begrotingswijziging 2017 wordt besluitvormend geagendeerd voor de vergadering van het Algemeen Bestuur op 14 juli 2017.

Regionale Uitvoering Bbz. Kostprijs producten

Bijeenkomst met aanbieders Wmo ambulant Haarlem e.o. Onderzoek naar tarieven 2018 Wmo ambulant

Memo advies uitgangspunten kostprijs berekeningen. Voor de WMO & Jeugdzorg Regio Midden Holland

Een juiste interpretatie van een calculatie hangt af van de onderliggende gegevens. 1 Gebruikt u in de calculatie de bruto of de netto grondstofprijs?

De jeugdgezondheidszorg als bondgenoot bij preventie en begeleiding van jongeren en seks

Project: Ontwikkelen van Outcome-indicatoren voor de Zorg Advies Teams, Tilburg Dossiernummer: ZonMw,

WAARDERINGSKAMER NOTITIE. Betreft: Managementsamenvatting benchmarkresultaten Datum: 19 november 2003 Bijlage(n):

Memo. Kostenstructuur CBS. December 2017

De opdracht van de RDOG Hollands Midden in grote lijnen Sjaak de Gouw 12 oktober 2011 Leiderdorp

Taakherschikking binnen de Jeugdgezondheidszorg

Integratie van jeugdgezondheidszorg, jeugdzorg en jeugd GGZ in de wijkteams: een meerwaarde voor kind en gezin?

d. Met deze beleidsregel vervalt Artikel 9.4 lid b van de beleidsregel Extramurale zorg CA-289 (2008).

1. Inleiding. Het gaat daarbij om de volgende wijzigingen:

Uitwerking berekening Risicomodel sector SO 2014

Uitkomsten kostprijsonderzoek Wmo

Jeugdhulp Holland Rijnland. Bekostiging Ontwikkeltafel

STAAT VAN DE GEZONDHEIDSZORG 2005 Het functioneren van de jeugdgezondheidszorg in 2004 STAATSTOEZICHT OP DE VOLKSGEZONDHEID

Bijeenkomst met BW MO aanbieders Haarlem e.o. Onderzoek naar tarieven 2018 Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang

Meer greep op uw financiële bedrijfsvoering

Aanbiedingsformulier voor AB

Bijeenkomst met aanbieders Wmo ambulant Haarlem e.o. Onderzoek naar tarieven 2018 Wmo ambulant

Overdracht bekostiging ontoereikend budget sbo- en so scholen en grensverkeer

Memo onderbouwing en financiële gevolgen pgb-tarieven

TECHNISCH RAPPORT HOOFDSTUK 1 PASSEND ONDERWIJS. De Staat van het Onderwijs 2015/2016. April 2017

Informatiebijeenkomst tarieven integraal ambulante jeugdhulp. 22 maart Intern vertrouwelijk

AMC. Landelijke capaciteit meting in de Jeugdgezondheidszorg - Factsheet-

Doorontwikkeling behandeling FOT JEUGD

1. Opening. 2. Presentatie over de kern van het concept Ondersteuningsplan. 3. Bespreken van het concept Ondersteuningsplan.

Samenwerken maakt sterker

Overzicht formatie leerplicht- en RMC-taken

Voor bedrijven t/m 15 medewerkers Meer greep op uw financiële bedrijfsvoering

BEGROTINGSWIJZIGING (concept)

Terugkoppelsjabloon kostprijsmodel RZ15A

2016 Gemeentelijke rapportage Gezondheidsbevordering Jeugd

Uitwerking van de Stappen Voor- en vroegschoolse educatie in Salland

ons kenmerk: behandeld door: Pim Lamers datum: 17 februari 2016

Bespreeknota wijziging Besluit Begroting en Verantwoording

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Utrecht

Subsidiëring thuiszorgorganisaties betreffende de jeugdgezondheidszorg 0-4 jarigen in 2003

RIVM Centrum Jeugdgezondheid Marja Verwoerd. Landelijke kop JGZ. Kenniskring Jeugdgezondheidszorg 26 mei 2008

Tweede Kamer der Staten-Generaal

CONCEPT Tarieven 2019

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2 e Bestuurlijke rapportage 2017 GGD HN

Samenvatting projectplan Kwaliteit en Vergelijkbaarheid

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Haaglanden en Rijn Gouwe

Onderdeel 3 (verruiming van taken tot een bedrag van ƒ ,--) omvat de volgende posten:

Aanvulling op het ondersteuningsplan Samenwerkingsverband PO Optimale Onderwijskans.

Werkorganisatie DEAL-gemeenten

agendanummer afdeling Simpelveld VI- IBR 23 juli 2012 Wet op de basistarieven Hulp bij het huishouden 844

Tariefsopbouw nieuwe producten gemeente Eindhoven. Eindhoven 22 juli 2015

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zuid- en Oost-Gelderland

2016 Gemeentelijke rapportage Gezondheidsbevordering Jeugd

2. Financieel kader gemeenschappelijke regelingen in de regio van Hollands-Midden

Gemeente Zoetermeer Vraag en antwoord naar aanleiding van fysieke overlegtafel vrij inzetbare voorzieningen op 25 juni 2015

G e m e e n t e S l u i s

Kostenverrekenmodel. Financiële randvoorwaarden. Bijlage bij raadsvoorstel 20 februari 2014

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 3 van 10

1 e HERZIENING BEGROTING Omgevingsdienst Brabant Noord

Ontwerp Begrotingswijziging 2019 GGD

Leidt triage en taakherschikking in de JGZ tot meer zorg op maat? 24 mei Janine Bezem Congres Jeugd in Onderzoek

Op weg naar verbeterde kostprijzen grz

Wijzigingen tekst verordening WMO t.o.v. Verordening WMO 2017

van: werkgroep werkgebieden; Astrid Ottenheym (directeur Passend primair onderwijs N-K)

KNELPUNTEN JGZ BASISTAKENPAKKET JGZ 10 JAAR LATER

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Noord-Gelderland

Financiële sessie GGZ 2018

Quickscan Wcpv. 6 oktober 2006

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zeeland

Transcriptie:

Inventarisatie variabelen Rekenmodel JGZ 4 tot 19-jarigendeel 21 december 2005

1 Inleiding GGD Nederland (GGD NL) en de Landelijke Vereniging Thuiszorg (LVT) zijn in samenspraak met de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) een traject gestart om te komen tot een landelijk rekenmodel JGZ. DE LVT richt zich in eerste instantie op het 0 tot 4-jarigendeel. GGD NL ontwikkelt een voorstel voor het 4 tot 19-jarigendeel. GGD NL heeft een extern adviseur gevraagd hierbij te ondersteunen. De adviseur wordt bijgestaan door een werkgroep, waarin een aantal GGD en is vertegenwoordigd. De samenstelling van de werkgroep is opgenomen in bijlage 1. Het doel van de exercitie is te komen tot een uniform begrotingsmodel, waarbinnen eenduidige definities en uitgangspunten worden gebruikt. Het model moet aansluiten bij de benchmark van GGD NL. GGD NL heeft ervoor gekozen een hulpmiddel voor de JGZ-afdelingen te ontwikkelen, waarmee de benodigde formatie voor het uitvoeren van de Jeugdgezondheidszorg kan worden bepaald. Daarmee wordt voorkomen dat het JGZ-model en de GGD productbegroting met elkaar conflicteren. Het JGZmodel levert de formatieberekening die als input dient voor de GGDbegroting. De uitkomsten van financiële doorrekening in de GGD-begroting kunnen vervolgens door de afdelingen JGZ worden gebruikt om op detailniveau de kostprijs van de JGZ-producten te bepalen. Voordat het model technisch verder wordt uitgewerkt, heeft de werkgroep geanalyseerd welke gegevens nodig zijn om het model te kunnen gebruiken. Voor het uniforme deel van het basistakenpakket zijn de producten eenduidig gedefinieerd. Voor het maatwerk is een lijst met producten opgenomen die al door verschillende GGD en wordt gebruikt. GGD en kunnen, als zij met de gemeenten andere maatwerkproducten afspreken, de lijst in het model zelf aanpassen. Er is per product een analyse gemaakt van de variabelen die bepalend zijn voor de inzet van de benodigde fte s voor de uitvoering van de JGZ. De werkgroep heeft hierbij gekeken of deze variabelen landelijk kunnen gelden of dat ze afhankelijk zijn van regionale verschillen. De GGD en kunnen met behulp van de landelijke normen toelichten waarom zij op onderdelen hiervan afwijken. Diverse initiatieven die door verschillende GGD en in het land al waren opgestart, zijn als input gebruikt voor de ontwikkeling van het landelijke rekenmodel. 05.0377jg, 21 december 2005 1

Gezien het belang van het instrument en de noodzaak tot onderlinge afstemming tussen de GGD en (en de LVT), worden de variabelen ter besluitvorming aangeboden aan het bestuur van GGD NL. In het te ontwikkelen rekenmodel worden vastgestelde landelijke normen opgenomen. De GGD en kunnen naast deze normen hun eigen inzet invullen. In het model wordt dan meteen zichtbaar waar de verschillen tussen landelijke normen en eigen uitvoering zitten. 2 Uitgangspunten 2.1 Producten In bijlage 2 is een overzicht opgenomen van de producten die in het rekenmodel opgenomen worden. Hierbij is onderscheid gemaakt in: a b Uniforme producten van het basistakenpakket De uniforme producten van het basistakenpakket worden in principe door alle GGD en uitgevoerd voor hun gemeenten. Op dit moment is dit nog niet het geval, maar in de (nabije) toekomst zullen de GGD en naar het pakket toegroeien. Maatwerk producten van het basistakenpakket Het maatwerk is opgedeeld in de productgroepen die in het basistakenpakket worden onderscheiden. In elke productgroep moeten de gemeenten activiteiten ontplooien. Alleen de mate waarin en de wijze waarop is een beleidsvrijheid van de gemeente. Bij iedere productgroep is een aantal producten opgenomen die nu door verschillende GGD en (die vertegenwoordigd waren in de werkgroep) aan hun gemeenten worden geleverd. De bijgevoegde productlijst sluit aan bij de benchmarkvragenlijst. Tijdens het opstellen van dit rapport (maart/april 2005) is het platform JGZ bezig met het uitwerken van een nieuw voorstel voor de indeling uniform/ maatwerk. Met de eventuele aangepaste indeling is in deze notitie nog geen rekening gehouden. Na besluitvorming over het voorstel van het platform JGZ zal de productindeling in het model aangepast moeten worden. De variabelen per product zullen hierdoor niet veranderen. Het model zal zodanig opgezet gezet worden dat ook de toedeling van een product naar uniform of maatwerk als een variabele wordt gezien. 05.0377jg, 21 december 2005 2

2.2 Productiviteit Een belangrijke factor bij het bepalen van het benodigde aantal fte is de productiviteit per discipline. Met productiviteit wordt hier bedoeld, de tijd die per fte daadwerkelijk kan worden besteed aan het leveren van de diensten. De beschikbare tijd wordt gecorrigeerd voor afwezigheid (ziekte, verlof) en voor indirecte uren (uren die wel worden gewerkt, maar die niet specifiek zijn toe te rekenen aan een bepaald product, bijvoorbeeld algemeen werkoverleg, productontwikkeling, kwaliteit). Bij de afwezigheid zijn de volgende onderdelen onderscheiden: - ziekteverzuim (uitgedrukt in een percentage van de beschikbare uren) - verlof (aantal reguliere vakantiedagen, exclusief ATV; deze is al verrekend in de beschikbare uren) - feestdagen (aantal feestdagen per jaar) - gemeentelijke dagen (in sommige regio s hebben de gemeenten extra vrije dagen, bijvoorbeeld met de kermis, carnaval of andere lokale feesten) - leeftijdsdagen - overig verlof. Bij de indirecte (niet aan een specifiek product toe te wijzen) uren zijn de volgende componenten opgenomen: - overleg: - werkoverleg - functioneringsgesprek - personeelsbijeenkomst. - scholing/productontwikkeling: - bijscholing - accreditatie - kwaliteit/innovatie. - voorwaardenscheppende uren (niet nader gespecificeerd, kan per GGD variëren; in de oude norm zaten hierin administratieve handelingen en reistijd opgenomen). In bijlage 3 is de opzet van de berekening van de productiviteit opgenomen. De productiviteit zal op onderdelen per GGD verschillen. 05.0377jg, 21 december 2005 3

2.3 Reistijd De wijze waarop de reistijd in de normering wordt verwerkt, is een onderwerp waar de werkgroep uitgebreid stil bij heeft gestaan. Reistijd is een factor die regionaal heel verschillend kan zijn. Enerzijds door het gebied waarin de GGD actief is (veel kleine scholen in verschillende steden, de uitgestrektheid van het gebied). Anderzijds wordt de reistijd bepaald door de gemaakte keuzes in de bedrijfsvoering (PGO s op de scholen of op de GGD, reizen niet altijd werktijd (woon-werk als eigen tijd)). Tot slot heeft de wijze waarop de PGO s ingepland worden invloed op de reistijd en op de effectiviteit waarop de medewerkers kunnen functioneren. De vraag is nu of de reistijd moet worden verdisconteerd in de uitvoeringsnormen van de verschillende activiteiten, of dat het beter is om de reistijd mee te nemen in de berekening van de productiviteit. Elke methode heeft zijn voor- en nadelen. In afwijking van ons advies heeft de werkgroep ervoor gekozen om de reistijd op te nemen in de uitvoeringsnormen van de producten. Deze keuze bemoeilijkt de onderlinge vergelijkbaarheid van de zuivere tijd die wordt besteed aan de producten en de doelmatigheid. In de werkgroep is daarom afgesproken dat de reistijd wel apart inzichtelijk moet worden gemaakt en dat bij het aanleveren van gegevens ten behoeve van de benchmark de reistijd apart kan worden opgegeven. 1 Dit vraagt een specifieke registratie. 2.4 Algemeen dossierbeheer Naast de specifieke handelingen van een dossier voor een onderzoek of overleg, dient het gehele archief onderhouden te worden. Ook als kinderen niet gezien worden in een bepaald jaar, vraagt het dossier aandacht. Het hebben van een volledig en up-to-date dossier, is een belangrijke basisvoorwaarde voor het functioneren van de JGZ. 1 Veel GGD en beschikken (nog) niet over een geavanceerd tijdsregistratiesysteem dat deze informatie eenvoudig kan aanleveren. Voor deze GGD en betekent de gekozen werkwijze een administratieve verzwaring. 05.0377jg, 21 december 2005 4

Er zijn twee soorten activiteiten onderscheiden met betrekking tot het dossier: a b Handelen in verband met een individueel contactmoment of individuele bespreking. Overig handelen; dit zijn alle handelingen die worden uitgevoerd met een dossier die niet zijn te koppelen aan een individueel contact of bespreking. De onder a genoemde activiteiten worden toegerekend aan de producten van de JGZ (PGO s, overleggen). Het 'overig handelen' binnen het algemeen dossierbeheer (ad b) kan op drie manieren verwerkt worden: 1 verwerken in de normtijden van de reguliere producten 2 als apart product opnemen 3 opnemen in de overhead (productiviteitsberekening). Eerder is aangegeven dat een goed archief een belangrijke voorwaarde is voor het uitvoeren van de JGZ. In de operatie De Jong wordt groot belang gehecht aan een sluitend cliëntvolgsysteem. Ten behoeve van de zorgcoördinatie wordt het streven naar een centraal dossier van groot belang geacht. Hier ligt een rol voor de JGZ. Daarom heeft de werkgroep ervoor gekozen om een apart productintegraal dossierbeheer op te nemen. Ook de LVT heeft hiervoor gekozen. 2.5 Disciplines Bij het doorrekenen van het basistakenpakket in 2002 is onderscheid gemaakt in drie disciplines (arts, verpleegkundige en assistente). Bij veel GGD en worden ook administratieve krachten ingezet bij de totstandkoming van de JGZ-producten. Er wordt in de normering een vierde discipline toegevoegd. In de WCPV (artikel 6) wordt tandzorg als een specifieke deskundigheid genoemd waarover de gemeenten (lees GGD) moeten beschikken. De Tandheelkundig Preventief Medewerker (TPM) kan dus al aparte discipline worden opgenomen. In de WCPV wordt ook een gedragswetenschapper (pedagoog/psycholoog) als een specifieke deskundigheid genoemd. Ook deze discipline kan - daar waar van toepassing - worden opgenomen bij de producten in het model. 05.0377jg, 21 december 2005 5

2.6 Communicatie naar aanleiding van een contactmoment Naar aanleiding van de contactmomenten vinden er drie soorten overleg plaats: - Overleg met scholen (bespreken bevindingen). Deze activiteit is opgenomen in de normtijd van de producten. - Overleg JGZ-team (bespreken risicokinderen). Deze activiteit is opgenomen in de normtijd van de producten. - Overleg met derden. Deze vorm van overleg valt onder bijkomende zorg. 2.7 Overhead GGD en gaan verschillend om met het verdelen van de overheadkosten naar de producten. De werkgroep adviseert, vanuit strategisch oogpunt, om in ieder geval overhead toe te rekenen aan het uniforme deel en het maatwerkdeel. Beide onderdelen zijn wettelijk verankerd en moeten worden uitgevoerd. Daarnaast is de werkgroep van mening dat alle huisvestingskosten getotaliseerd moeten worden en over alle gemeenten worden verdeeld. Het komt nu nog voor dat onderzoekslocaties per gemeente betaald worden. Dit levert overigens wel een probleem op voor een aantal GGD en waar de (deel)gemeenten de GGD hebben opgedragen om de werkelijke huisvesting per (deel)gemeente in rekening te brengen. De hoogte van de overheadkosten kan regionaal erg verschillend zijn. De GGD en zullen in beeld moeten brengen welke onderdelen in de overhead zijn opgenomen. Bij de gemeenten moeten zij uitleggen waarom de overhead afwijkt van andere GGD en. De benchmark kan hierbij gebruikt worden. Het voorstel van de werkgroep om in ieder geval ook maatwerk met overhead te belasten, leidt wel tot een verschil met de thuiszorg. Bij thuiszorgorganisaties wordt de volledige overhead toegerekend naar het uniform deel en wordt er aan maatwerkproducten geen overhead toegerekend. Indien gemeenten een offerte vragen voor een maatwerk- of plusproduct bij beide organisaties, komen er prijzen op tafel die niet helemaal vergelijkbaar zijn. 2.8 Extra zorg De werkgroep is van mening dat er bij de extra zorg ook administratieve ondersteuning moet worden opgenomen. Deze is in de norm 2002 niet apart benoemd en was deels verwerkt in de voorwaardenscheppende uren. De beschikbare tijd op basis van 30 procent extra zorg wordt verdeeld over alle disciplines. 05.0377jg, 21 december 2005 6

2.9 Intrede onderzoek nieuwkomers Het intredeonderzoek is bij de normering opgenomen onder extra zorg. De werkgroep stelt voor om dit contactmoment uit de extra zorg te halen en over te hevelen naar een apart contactmoment. Het percentage van de extra zorg hoeft hiervoor niet te worden aangepast, want door deze werkwijze wordt het volume van het aantal reguliere PGO s aangepast (als er door GGD en instroomonderzoeken werden uitgevoerd, werden deze verantwoord onder reguliere PGO s). Een PGO voor nieuwkomers vergt meer tijd dan een regulier PGO. De normtijden die zijn opgenomen, zijn gebaseerd op ervaringscijfers van de MOA en het MOA-protocol. 2.10 Logopedie Door TNO wordt een onderzoek uitgevoerd naar de wijze waarop de logopedische screening uitgevoerd moet gaan worden. Zodra dit onderzoek is afgerond en besluitvorming heeft plaatsgevonden, kan deze uitvoeringswijze in de normering worden meegenomen. Voorlopig neemt iedere GGD de eigen huidige werkwijze op. 2.11 PGO Voortgezet Onderwijs (VO) In de norm 2002 is een verschillende werkwijze voor vmbo en havo/vwo gehanteerd. Deze verdeling kan blijven bestaan. De werkgroep vindt dat er bij het onderzoek door de verpleegkundige (havo/vwo) ook administratieve ondersteuning moet worden opgenomen. De verpleegkundigen doen nu heel veel administratieve handelingen zelf en dat is volgens de werkgroep niet efficiënt. In de norm 2002 was wel 6 minuten voor de assistentes meegenomen (de administratieve voorbereiding en afhandeling van het PGO). Daarnaast stelt de werkgroep voor om een PGO in klas 2 van het vmbo uit te laten voeren door alleen een arts. De assistente heeft bij dit onderzoek geen duidelijke rol (naast administratieve voorbereiding, afhandeling en planning). De inzet van assistente voor de uitvoering van dit PGO kan vervallen (met uitzondering van planning en administratie). Omdat dit nu nog niet voor alle GGD en geldt (er zijn GGD en waar de assistente wel een actieve rol heeft bij PGO in klas 2), kan in het te ontwikkelen model de inzet van assistente worden ingevuld bij het product. 05.0377jg, 21 december 2005 7

2.12 Speciaal Onderwijs (SO) De invoering van het rugzakje zal gevolgen hebben voor het aantal kinderen dat naar het SO gaat. Er zullen minder instroomonderzoeken en herhalingsonderzoeken SO zijn. Daarnaast zal in het reguliere onderwijs, door de instroom van kinderen die meer aandacht vragen, de extra zorg toenemen. Dit legt dus een druk op het percentage van 30%. Er zijn nog geen ervaringscijfers beschikbaar, maar de GGD en zullen deze ontwikkelingen in de gaten moeten houden. Wij adviseren de GGD en een registratie op te zetten, zodat de trendontwikkelingen zichtbaar kunnen worden gemaakt. In de oorspronkelijke normering 2002 is voor het SO in totaliteit een werkwijze gehanteerd. Het SO bestaat uit vier clusters. De plaatsingsonderzoeken en herhalingsonderzoeken van de verschillende clusters vragen een andere tijdsinzet. De uitsplitsing van het SO is opgenomen in de productenlijsten (bijlage 2) en de normering (bijlage 3). 2.13 Uniform/maatwerk Bij de toedeling van de producten naar uniform en maatwerk is de meest recente verdeling als uitgangspunt gehanteerd. Het platform JGZ is bezig met een voorstel over een nieuwe verdeling. Zodra besluitvorming hierover heeft plaatsgevonden wordt de nieuwe indeling in het model toegepast. 2.14 Groepsmonitoring Het verzamelen van gegevens t.b.v. Groepsmonitoring jeugd wordt op verschillende wijze uitgevoerd: via (digitale) gegevensverzameling op de school, middels enquêtes en op basis van registraties/landelijke Jeugdmonitor en de zgn. landelijke groeistudies. Het verzamelen van gegevens kan als gevolg van de ontwikkeling en invoering van het Integraal Dossier JGZ op andere wijze plaats vinden. Mogelijk, blijven huidige verzamelwijzen als het OMR- /JIS-formulier bestaan. De wijze van rapporteren is momenteel divers; mogelijk zal ook hierin verandering optreden als gevolg van de ontwikkeling en invoering van het digitaal Integraal Dossier JGZ. De hiervoor beschreven activiteiten vallen onder het uniforme deel van het basistakenpakket. Voor het uitvoeren van monitoring zal veelal gebruik gemaakt worden van de inzet van verschillende disciplines, bijvoorbeeld de epidemioloog. Deze inzet kan opgevoerd worden in het planningsmodel. De inzet van een epidemioloog mag hieraan worden toegerekend. 05.0377jg, 21 december 2005 8

2.15 GVO Het uitvoeren van individuele en collectieve voorlichting (projecten/- campagnes). De GVO-activiteiten toegesneden op jeugd maken onderdeel uit (van het maatwerkdeel) van het basistakenpakket en moeten in het rekenmodel worden meegenomen bij de JGZ. Deze inzet wordt dus meegenomen bij producten die te maken hebben met voorlichting ten behoeve van jeugd, ook als het wordt uitgevoerd door een ondersteunende afdeling. Voorlichting ten behoeve van de algemene bevolking waaronder jeugd dient bij het onderdeel gezondheidspreventie en bevordering verantwoord te worden. 2.16 Technische Hygiënezorg In de WCPV (tekst 13 juli 2002) wordt het fysieke milieu niet apart genoemd onder de jeugdgezondheidszorg. In de memorie van toelichting wordt onder de technische hygiënezorg aangegeven, dat gemeenten verplicht zijn om na te gaan waar een verhoogd risico op verspreiding van pathogene microorganismen bestaat. De gemeenten moeten maatregelen voorstellen om de risico s in te dammen. Als voorbeeld van de instellingen waar risico s bestaan, worden met name groep 1 en 2 van het basisonderwijs genoemd. In het basistakenpakket (het groene boekje van VWS) is monitoring van het fysieke milieu als activiteit opgenomen onder het uniforme deel van het basistakenpakket (product u 1.2.4). Ten tijde van het opstellen van het groene boekje was er nog geen landelijke standaard voorhanden voor het monitoren van het fysieke milieu. De inschatting was dat zodra het elektronische dossier beschikbaar komt, de monitoring op efficiënte wijze kan worden uitgevoerd. In het voorjaar van 2005 is door het Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid (LCHV) het conceptrapport Gezondheidsrisico s in een basisschool gemaakt. Nadat dit concept is vastgesteld, wordt een controlelijst ontwikkeld die door GGD en gebruikt kan worden bij het monitoren van het fysieke milieu. De huidige invulling van de technische hygiënezorg op (basis)scholen is erg wisselend per GGD. Bij veel GGD en is de THZ ondergebracht bij de afdeling AGZ. In het kader van het VISI-project is een normering afgesproken voor de technische hygiëne op basisscholen. In deze normering worden een hygiënist en een administratief medewerker (rapportage) ingezet. In sommige regio s is ervoor gekozen om de scholen niet meer te inspecteren, omdat scholen in het kader van de ARBO-wetgeving zelf verantwoordelijk werden voor de hygiëne en veiligheid op school. Daarnaast worden scholen ook geïnspecteerd in verband met de naleving van de verbruiksvergunningen. 05.0377jg, 21 december 2005 9

Om de uniforme activiteit te verankeren in het uniforme deel, stelt de werkgroep voor dit product op te nemen in het productenoverzicht. De inzet van de JGZ-medewerkers kan in het rekenmodel worden opgenomen. Indien de inspectie wordt uitgevoerd door een andere afdeling of andere disciplines, kunnen deze disciplines ook in het model worden opgenomen, zodat in een later stadium de kosten kunnen worden bepaald. 2.17 Beleidsadvisering In het groene boekje van het Ministerie van VWS wordt beleidsadvisering niet als apart product genoemd voor de GGD en. Het maken van het jeugd(gezondheids)beleid is een verantwoordelijkheid van de gemeenten. Het doel van de verschillende producten van het basistakenpakket is het verzamelen van gegevens op basis waarvan de gemeenten het beleid kunnen maken. Veel gemeente vragen bij het opstellen van het beleid hulp bij de GGD en. Hoewel het product beleidsadvisering niet apart wordt genoemd als maatwerkproduct in het basistakenpakket, wil de werkgroep dit product wel als apart onderdeel opnemen in het rekenmodel. 2.18 MOA De MOA vormt geen onderdeel van de WCPV. De aparte richtlijnen en JGZprotocollen van de MOA worden niet opgenomen in het basistakenpakket. Wel moeten deze activiteiten als plustaken in het landelijke rekenmodel ingevoerd kunnen worden. 3 Normering 3.1 Norm 2002 De door Van Naem & Partners gebruikte normtijden voor een PGO (rapport kosten basistakenpakket 2002) was als volgt opgebouwd: - onderzoekstijd 25 minuten - voor-/nabespreking 6 minuten Bij deze normtijden was geen rekening gehouden met niet aan het kind gerelateerde tijd (indirecte tijd, reistijd, organisatie, registratie, management en staftaken). 05.0377jg, 21 december 2005 10

Ook zijn de volgende activiteiten bij de norm buiten beschouwing gelaten: - interne/externe contacten (exclusief nabespreking op scholen) - beleidsontwikkeling - organisatie en coördinatie van zorg - netwerken - epidemiologisch onderzoek - innovatie - deskundigheidsbevordering. Voor planning, dossierbeheer, opzoeken, aanvragen van dossiers, GBAmutaties en computerbeheer is administratieve ondersteuning nodig. De administratieve voorbereiding en afhandeling van het PGO zijn in de norm voorzien in de 6 minuten die bovenop de onderzoekstijd komen bij de assistentes. In 2002 zijn de indirecte kosten gebaseerd op gegevens van een aantal GGD en. Een deel van deze GGD had mogelijk een deel van de administratieve handelingen en/of planning ondergebracht bij een bedrijfsbureau dat onderdeel uitmaakte van de overhead van de afdeling. Op basis van deze praktijkgegevens zat een deel van administratie en planning in de opslag voor de indirecte kosten. De variabelen waarbij het gaat om uren, gelden voor alle relevante disciplines. 3.2 Aanpassen normering Een aantal GGD en dat is vertegenwoordigd in de werkgroep, heeft een inventarisatie ingevuld van de uitvoering van de JGZ. Hierbij is in principe uitgegaan van de (concept-)productenlijst van het rekenmodel (zie bijlage 2). Het was de bedoeling om op basis van deze inventarisatie te komen met een voorstel voor normen voor de uitvoering, maar de verschillen tussen de GGD en zijn groot en de tijd was te kort om hier goed over te debatteren. Zo zien we bijvoorbeeld bij het PGO groep 2 dat de inzet van de arts voor het contactmoment zelf bij alle GGD en heel dicht bij elkaar ligt, maar bij de overige activiteiten ontstaan verschillen die niet alleen door de reistijd worden veroorzaakt. De inzet van de arts voor dit PGO ligt tussen 31 en 40 minuten. Bij de assistentes is het verschil nog groter (tussen de 31 en 49 minuten). Ook bij de andere producten zien we verschillen tussen de GGD en. Verschillen in inzet van fte s tussen de GGD en worden mogelijk deels verklaard door verschillen in de omgeving waarin de GGD opereert. Bij de 0 tot 4-jarigenzorg is bij de verdeling van de financiële middelen rekening gehouden met omgevingsfactoren. 05.0377jg, 21 december 2005 11

De verdeling van de RSU is als volgt berekent: - 80% van de financiële middelen op basis van het aantal jongeren - 4,5% van de middelen op basis van het aantal lage inkomens - 4,5% van de middelen op basis van het aantal minderheden - 8% van de middelen op basis van het aantal kernen - 3% van de middelen op basis van het aantal hectaren. Bij de 4 tot 19-jarigenzorg bestaat een dergelijke verdeelsleutel niet, maar kan dus wel tot uitdrukking komen in verschillen in de uitvoering. Het is lastig om normen vast te stellen omdat de GGD en nog niet allemaal dezelfde producten leveren en omdat ervaringscijfers ontbreken om de variabelen allemaal in te kunnen vullen. Nadat de productenlijst en de variabelen zijn vastgesteld door het bestuur, worden de variabelen opgenomen in de benchmark en kunnen alle GGD en hun producten afstemmen op de vastgestelde productenlijst. Vanaf de benchmark 2006 (voorjaar 2007) komen vergelijkbare gegevens beschikbaar en kan op basis van ervaringscijfers van een groot aantal GGD en de best practice tot norm worden verheven. De werkgroep gaat een poging doen om in het voorjaar van 2005 met een voorlopige norm te komen. Alle variabelen zullen tegen het licht worden gehouden. Daar waar een redelijke overeenstemming wordt bereikt in de werkgroep, wordt voor dat onderdeel de voorlopige landelijke norm vastgesteld. Op de onderdelen waar grote verschillen bestaan en de werkgroep niet tot een eenduidig standpunt kan komen, wordt vooralsnog een landelijke norm opgenomen. De beschikbare gegevens worden besproken in de werkgroep, waarbij wij vooraf een analyse van de cijfers maken. In de periode tot juni zal gelijktijdig met de bouw van het model, de discussie over de normering worden gevoerd. De door de werkgroep voorgestelde normen worden in het model verwerkt. 05.0377jg, 21 december 2005 12

4 Variabelen uniform deel 4.1 Variabelen PGO s regulier onderwijs De werkgroep adviseert om zo veel als mogelijk inzet van disciplines te koppelen aan de activiteiten. Zij stelt voor om in de uitvoeringsnorm van een PGO de volgende activiteiten op te nemen: - planning - klassikale introductie - het onderzoek - nabespreking met school - bespreking in het JGZ-team - administratie/rapportage - individueel dossierbeheer - reistijd* - inrichten werkruimte*. * deze variabelen kunnen regionaal verschillen, de overige kunnen als landelijke norm worden gebruikt. De andere rekeneenheden die nodig zijn in het model: - Het aantal kinderen dat een PGO moet ondergaan. Hierbij dient te worden uitgegaan van het werkelijke aantal kinderen. - Het percentage dat bij de eerste oproep niet komt opdagen. Dit percentage kan regionaal verschillen. 4.2 Variabelen Speciaal onderwijs Bij de plaatsingsonderzoeken en de herhalingsonderzoeken SO gelden dezelfde variabelen als bij de PGO s regulier onderwijs, met uitzondering van de klassikale introductie, deze komt niet voor bij het SO. 4.3 PGO nieuwe instroom Bij het PGO nieuwe instroom gelden dezelfde variabelen als bij de PGO s regulier onderwijs, met uitzondering van de klassikale introductie. 05.0377jg, 21 december 2005 13

4.4 Logopedische screening Ook voor de logopedische screening gelden dezelfde variabelen als bij het speciaal onderwijs en de nieuwe instroom. De inzet wordt (nog) niet genormeerd. De uitvoeringsnormen worden bepaald op het moment dat de resultaten van het TNO-onderzoek bekend zijn en besluitvorming hierover heeft plaatsgevonden (zie 2.10) 4.5 Monitoring Bij monitoring zijn twee soorten activiteiten onderscheiden: - Verzamelen gegevens van individuele gegevens. De variabelen die hierbij horen zijn het aantal kinderen en de tijd per kind voor het verzamelen van de gegevens. - Verzamelen/rapporten van gegevens op groepsniveau. De variabelen die hierbij horen zijn het aantal kinderen en de tijd per kind voor het verzamelen van de gegevens. 4.6 Bijkomende zorg regulier onderwijs Voor de berekening van benodigde formatie voor de bijkomende zorg is het volgende nodig: - totale populatie 4 tot 19-jarigen (exclusief SO) - tijd per kind per discipline - planning - bespreking met derden - bespreking in het JGZ-team - administratie/rapportage - individueel dossierbeheer - reistijd*. * deze variabelen kunnen regionaal verschillen, de overige kunnen als landelijke norm worden gebruikt. In het model is een voorzet gedaan om de bijkomende zorg uit te splitsen naar verschillende activiteiten: - huisbezoek - onderzoek op verzoek/indicatie - controle onderzoek - kortdurende begeleiding (maximaal 3 contacten). 05.0377jg, 21 december 2005 14

De variabelen die per (deel)product van belang zijn: - aantal kinderen - planning - het onderzoek - bespreking met derden - bespreking in het JGZ-team - administratie/rapportage - individueel dossierbeheer - reistijd *. * deze variabelen kunnen regionaal verschillen, de overige kunnen als landelijke norm worden gebruikt. 4.7 Bijkomende zorg Speciaal Onderwijs De variabelen van de bijkomende zorg Speciaal onderwijs zijn hetzelfde als de variabelen van het regulier onderwijs. Bij het speciaal onderwijs kunnen per cluster andere normen gelden. In plaats van de totale populatie 4 tot 19 jaar wordt hier gerekend met de werkelijke aantallen speciaal onderwijs. 4.8 Begeleidingscommissie Speciaal Onderwijs (op de scholen zelf) De variabelen om de benodigde inzet van fte te bepalen zijn: - aantal scholen - frequentie - tijdsinzet per vergadering - bespreking in het JGZ-team - administratie/rapportage - individueel dossierbeheer - reistijd *. * deze variabelen kunnen regionaal verschillen, de overige kunnen als landelijke norm worden gebruikt. 4.9 Overleg geïndiceerde leerling speciaal onderwijs (schooloverstijgend (permanenten leerlingcommissies) onderdeel van weer samen naar school (WSNS) De indicatoren zijn gelijk aan 3.9. Alleen in plaats van het aantal scholen is de rekeneenheid hier het aantal samenwerkingsverbanden WSNS. 05.0377jg, 21 december 2005 15

4.10 Vaccinaties 9-jarigen (kostendekkend uitgevoerd) - aantal kinderen - organisatie/planning - uitvoering - administratie/rapportage - reistijd*. * deze variabelen kunnen regionaal verschillen, de overige kunnen als landelijke norm worden gebruikt. 4.11 Vaccinatie inhaal/nieuwkomers De variabelen zijn hetzelfde als bij de vaccinaties 9-jarigen. 4.12 Visusscreening Indien dit product apart wordt uitgevoerd, zijn de volgende indicatoren van belang: - aantal screeningen - het onderzoek - bespreking in het JGZ-team - administratie/rapportage - individueel dossierbeheer - reistijd*. * deze variabelen kunnen regionaal verschillen, de overige kunnen als landelijke norm worden gebruikt. 4.13 Overdracht dossier thuiszorg - aantal dossiers - percentage overdracht naar arts - percentage overdracht naar verpleegkundigen - dossieroverdracht - dossierbeheer - beoordelen dossier - reistijd*. * deze variabelen kunnen regionaal verschillen, de overige kunnen als landelijke norm worden gebruikt. 05.0377jg, 21 december 2005 16

4.14 Integraal Dossierbeheer (voorwaarde scheppend) - totaal aantal dossiers in beheer - tijdsinzet per dossier (exclusief individuele handelingen, deze zijn bij de verschillende activiteiten opgenomen). 5 Variabelen Maatwerkdeel Omdat het maatwerk per gemeente wordt afgesproken en de uitvoering per GGD verschillend is, wordt het maatwerk niet genormeerd. De variabelen worden wel in beeld gebracht om het mogelijk te maken het maatwerk ook in het rekenmodel op te nemen. 5.1 Voorlichting advies 4 tot 12-jarigen (Bao) - inzet op jaarbasis 5.2 Voorlichtingadvies 12 tot 19-jarigen (VO) - inzet op jaarbasis 5.3 Gezondheidsbevordering Speciaal onderwijs - inzet op jaarbasis 5.4 Gezondheidsbedreigingen 1e en 2e milieu - inzet op jaarbasis 5.5 Sociaal medisch team (SMT) Voortgezet onderwijs/zorgteams VO - aantal SMT - tijdsinzet per SMT 5.6 Consultatieteams Basisonderwijs/Zorgteams BaO - aantal consultatieteams - tijdsinzet per consultatieteam 05.0377jg, 21 december 2005 17

5.7 Buurtnetwerken - aantal buurtnetwerken - tijdsinzet per buurtnetwerk 5.8 Gestructureerd overleg overige zorgaanbieders gericht op individu - aantal overleggen zorgaanbieders - tijdsinzet per overleg zorgaanbieders 5.9 Samenwerkingsverbanden en netwerken - aantal samenwerkingsverbanden - tijdsinzet per samenwerkingsverband 5.10 Schoolgezondheidsbeleid basisonderwijs - aantal scholen - tijdsinzet per school 5.11 Schoolgezondheidsbeleid voortgezet onderwijs - aantal scholen - tijdsinzet per school 5.12 Lokaal/regionaal jeugdgezondheidsbeleid - inzet op jaarbasis 5.13 Beleidsadvisering - inzet op jaarbasis 05.0377jg, 21 december 2005 18

Bijlage 1 Samenstelling werkgroep S. de Gouw GGD ZHN W. Huisman GGD Amsterdam G. van den Bamborst GGD Zeeland M. Blom GGD ZOB M. Durand GGD Gelre-IJssel T. Groendijk GGD NML W. Hilgersom GGD MN E.J. Maarsingh GGD NWV J.E. Pijlman GGD Fryslân G. van der Schot GGD ZHW T. Snijders GGD Zeeland E. Jens GGD AM H. Visch GGD ZHE M. Moosting GGD ZW J. Lansink GGD regio Twente S. Neppelenbroek GGD NL A. Lodder GGD NL J. van Gastel Van Naem & Partners 05.0377jg, 21 december 2005 19

Bijlage 2 Overzicht producten basistakenpakket JGZ Deel 4-19 jarigen Producttype Benchmark Productnaam Uniform contactmoment 1 Preventief Gezondheids Onderzoek 5-jarigen (groep 2) Uniform contactmoment 2 Preventief Gezondheids Onderzoek 10-jarigen (groep 7) Uniform contactmoment 3 Preventief Gezondheids Onderzoek 13-jarigen (klas 2) HAVO/VWO Uniform contactmoment 3 Preventief Gezondheids Onderzoek 13-jarigen (klas 2) VMBO/LWOO Uniform contactmoment SO Plaatsingsonderzoek SBO/SVO Uniform contactmoment SO Plaatsingsonderzoek cluster 2, 3 en 4 scholen Uniform contactmoment SO Preventief Herhalings Onderzoek SBO/SVO 8,11,13 en 16 jaar Uniform contactmoment SO Preventief Herhalings Onderzoek cluster 3 (ZLMK) Uniform contactmoment SO Preventief Herhalings Onderzoek cluster 2 en 4 Uniform benchmark nieuw product PGO nieuwe instroom Uniform (?) preventieve logopedie Logopedische screening Uniform monitoring Groepsgerichte monitoring, verzamelen gegevens individueel Uniform monitoring Groepsgerichte monitoring, verzamelen groepsgegevens Uniform bijkomende zorg regulier onderwijs Extra zorg regulier onderwijs Uniform onderzoek op indicatie SO Extra zorg Speciaal Onderwijs Uniform onderzoek op indicatie SO Begeleidingscommissie Speciaal Onderwijs Uniform onderzoek op indicatie SO Overleg geïndiceerde leerlingen SO Uniform vaccinaties 9-jarigen Vaccinaties 9-jarigen (kostendekkend) 05.0377jg, 21 december 2005 20

Producttype Benchmark Productnaam Uniform vaccinaties inhaal/nieuwkomers Vaccinaties inhaal/nieuwkomers Uniform visusscreening Visusscreening Uniform overdracht dossier Integraal Dossier (overdracht 4-jarigen) Uniform nieuw (voorwaardescheppend ) product Integraal Dossier (beheer) Maatwerk technische hygiënezorg basisscholen Technische hygiënezorg basisscholen Maatwerk voorlichting/advies Voorlichtingsactiviteiten 4-12 jaar (BO/SO) Maatwerk voorlichting/advies Voorlichtingsactiviteiten 12-19 jaar (VO) Maatwerk Gezondheidsbedreigingen 1e en 2e milieu Gezondheidsbedreigingen 1e en 2e milieu (crisiszorg obv nacalculatie) Maatwerk zorgcoördinatie Sociaal Medisch Team Voortgezet Onderwijs Maatwerk zorgcoördinatie Consultatieteam Basisonderwijs Maatwerk zorgcoördinatie Buurtnetwerken Maatwerk zorgcoördinatie Gestructureerd overleg overige zorgaanbieders gericht op individu Maatwerk netwerken Samenwerkingsverbanden en netwerken Maatwerk netwerken Schoolgezondheidsbeleid Basisonderwijs Maatwerk netwerken Schoolgezondheidsbeleid Voortgezet onderwijs Maatwerk netwerken Lokaal/regionaal (jeugd)gezondheidsbeleid Maatwerk voorlichting/advies Gezondheidsbevordering Speciaal onderwijs (nnvt) Maatwerk beleidsadvisering Beleidsadvisering 05.0377jg, 21 december 2005 21

Bijlage 3 Schematische opzet productiviteit per discipline Productieve uren per fte per discipline arts vp assistente administr. Deeltijdfactor (= bezetting/fte) 1,00 1,00 1,00 1,00 Beschikbare uren Weken 52 52 52 52 Uren per week 36 36 36 36 Beschikbare uren op jaarbasis 1872 1872 1872 1872 Ziekteverzuim Verzuimpercentage 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% Uren ziekteverzuim op jaarbasis 0,00 0,00 0,00 0,00 Verlof Verlof 25 25 25 25 Feestdagen 7 7 7 7 Gemeentelijke dagen Overige verlof Leeftijdsdagen........ Totaal aantal dagen 32,00 32,00 32,00 32,00 Uren per dag 7,20 7,20 7,20 7,20 Uren verlof op jaarbasis 230,40 230,40 230,40 230,40 Werkbare uren Uren op jaarbasis 1641,60 1641,60 1641,60 1641,60 05.0377jg, 21 december 2005

arts vp assistente administr. Overleg Uren personeelsbijeenkomst Uren werkoverleg Functioneringsgesprek Uren overleg op jaarbasis 0 0 0 0 Scholing/productontwikkeling Uren bijscholing Kwaliteit/innovatie Uren accreditatie-bijscholing...... Uren scholing en opleiding 0 0 0 0 Uren voorwaardenscheppend/alg. adm........... Reistijd 0 0 0 0 Overige indirecte uren 0 0 0 0 Productieve uren op jaarbasis (afgerond) 1642 1642 1642 1642 05.0377jg, 21 december 2005