Studiehandleiding Praktijkleren plp 1 Reflecteren



Vergelijkbare documenten
Studenten handleiding Competentie Ontwikkel Moment

SW-B-K1-W2 (C) Maakt een plan van aanpak. Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf

SW-B-K1-W3 (C) Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf

BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 5 Persoonlijke ontwikkeling Reflecteren

Handleiding Coaching/stagereflectie

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk

Proeve van Bekwaamheid. Terugblikken en vooruitkijken (3) Crebonummer Opleiding Onderwijsassistent Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

HANDLEIDING PRAKTIJKLEREN BLOK 1.4 VERKORT STUDIEJAAR

Training. Interactieve vaardigheden

Jaar 1 Studiejaar

Proeve van Bekwaamheid. Terugblikken en vooruitkijken (1) Crebonummer: Opleiding Onderwijsassistent Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE. Ondersteuningsmagazijn. Beroepstaak E Beginner

2. WERKWIJZE IN SUPERVISIE

MZ-PBSD-B-K1-W4 (C) Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf

Begaafde leerlingen komen er vanzelf... Implementatie van een verandering van de pedagogische beroepspraktijk op basis van praktijkgericht onderzoek.

Het participeren in een voortgangsgesprek van een stagiaire

Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster

De Haagse Hogeschool Faculteit voor gezondheid, voeding en sport. HBO-Verpleegkunde Voltijd/Deeltijd/Duaal Studiejaar: Jaar: 4

MZ-PBSD-B-K1-W1 (C) Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf

Geen fabriekswerk. Roeien met de wind mee en de stroom tegen. Jac Willekens

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE. Ondersteuningsmagazijn. Beroepstaak E Beginner

Inhoud. Inleiding 9. 5 Planning Leerdoelen en persoonlijke doelen Het ontwerpen van het leerproces Planning in de tijd 89

Datawarehousing BIM. Modulecode: BIMDTB06 Modulehouder: H.D.A. de Wit Publicatiedatum: mei 2014 Studiejaar: Studielast: 2 punten

DE WAARDE VAN ZELF (LEREN) KIEZEN

Proeve van Bekwaamheid. Dagelijkse werkzaamheden (1) Crebonummer Opleiding Onderwijsassistent Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Je oefent deze vaardigheid in het praktijklokaal aan de hand van het handelingsformulier Voorlichting geven.

Proeve van Bekwaamheid. Begeleiden. Crebonummer: Opleiding Onderwijsassistent Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL NIET KOPIËREN EXAMENBANK PROVE2MOVE

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Training. Zakelijk communiceren

In de praktijk (en later in projectgroepen) leer je op een andere manier dan op school.

MZ-PBSD-B-K1-W3 (C) Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf

De mentor als coach. Piet BUYSE

Training. Presenteren en instrueren

Cursus. Omgaan met pesten en ingrijpende gebeurtenissen

Opleiding: HBO-V, Hogeschool van Amsterdam

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

NEDERLANDS Spreken en gesprekken voor 1F Deel 4 van 5

5. Waarin onderscheid deze organisatie zich van vergelijkbare organisaties? 9. Wat vinden die zorgvragers/klanten/cliënten belangrijk denk je?

MZ-PBSD-B-K1-W2 (C) Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf

Leercoaching in het hbo. Student

Training. Talentherkenning

Organisatie van werkzaamheden

Voorbeeld REFLECTIEVERSLAG

Werkplekboek. Kinderbegeleider duaal Het schoolgaande kind (3-12jaar)

Module 9 Kennis delen en coachen

NIET KOPIËREN. De leerling en ik EXAMENBANK PROVE2MOVE. Proeve van Bekwaamheid. Crebonummer 93500

Praktijk oriëntatie. Maatschappelijke zorg. Niveau 3 + 4

Rekenen Groep 7-2e helft schooljaar.

Reflectie #Zo dus! Hieronder vind je een aantal oefeningen om te leren reflecteren waar je zelf mee aan de slag kunt.

Cursus. Verdieping kinderen met specifieke begeleidingsvragen Deel 1

Persoonlijk Ontwikkelplan Fase 1 - portfolio Opleiding tot hooggevoeligheidsdeskundige

Eindverslag stage jaar 1

Colofon. Uitgeverij: Edu Actief b.v Auteur(s): Lily Benjamin - Merens

Module 1 Zelfkennis en zelfontwikkeling

Je voert een gesprek met een zorgvrager waarin jij hem adviseert over aanpassingen in zijn leefwijze.

GROEPSDYNAMICA STUDIEHANDLEIDING

Brunelleschi. De Dom van Florence

Training. Begeleiden

NIET KOPIËREN. Niet iedereen is gelijk EXAMENBANK PROVE2MOVE. Proeve van Bekwaamheid. Crebonummer 93500

Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg

Keuzedeel Doorstroom naar niveau 3 Zorg en Welzijn

Proeve van Bekwaamheid. Thematisch werken. Crebonummer Opleiding Onderwijsassistent Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL EXAMENBANK PROVE2MOVE

Cursus. Evalueren begeleiding van activiteiten

Cursus. Autistisch spectrum

4. Een vervolgopleiding kiezen

Training. Opvoeden zonder vooroordelen

C E S R T lectoraat Sociale Integratie

Begeleide interne stage

Werkplekboek. Kinderbegeleider duaal Baby s en peuters (0-3 jaar)

Training. Coachend begeleiden

Je voert een gesprek met een zorgvrager waarin jij hem adviseert over aanpassingen in zijn leefwijze.

Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg

Keuzedeel Internationaal II: werken in het buitenland deel A

Cursus. Activiteiten ontwikkelen

Colofon. Uitgeverij: Edu Actief b.v Auteur: Marijke Willems. Inhoudelijke redactie: Jo-Anne Schaaf

Cursus. Creëer een veilig seksueel klimaat

Reflecteren. Uit: Intrapersoonlijk Vaardigheden leraren en competenties. Hoofdstuk 2 Vaardigheden. Inleiding

Colofon. Uitgeverij: Edu Actief b.v Auteur(s): Lily Benjamin - Merens

Intervisie Wat is het? Wanneer kun je het gebruiken?

Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg

Cursus. Netwerk versterken

Eindverslag SLB module 12

Spiekbriefjes. Bij Eerste Hulp bij begeleiding in de BPV

Reflectie. Werkplekleren. EM2X0 Gonny Schellings

Opleiding Verzorgende IG PROEVE

Werken aan communicatie 1

Een stagiaire instrueren en begeleiden bij het uitvoeren van leeractiviteiten en werkzaamheden

Deel = Overige onderdelen

Intervisie. Helpende Z&W versnelde leerroute. ROC Mondriaan, School voor Zorg en Welzijn, Leiden

Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg

Cursus. Leerlingen met specifieke begeleidingsvragen

Rekenen Groep 6-2e helft schooljaar.

Vakken terugkomprogramma internationale stagestudenten SJD

Bijlage 2-9. Richtlijnen voor de prestatie

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

Standaard-actieplan stage 2 (PL2)

Cursus. Vakinhoud en leergebieden primair onderwijs (geschiedenis)

Opleiding Verzorgende IG PROEVE

Cursus. Leren kun je leren

Transcriptie:

Studiehandleiding Praktijkleren plp 1 Reflecteren Cluster Zorg HBO- Verpleegkunde 1e jaar 2014-2015 1

Colofon: Naam opleiding: Verpleegkunde Studiejaar: 2014-2015 Periode: 3 of 4 Cohort: 2014-2018 Onderwijsonderdeel: Praktijkleren - reflecteren Osiriscodes: Zie praktijkleren 1 Studiepunten: 1 EC Datum: Juni 2014 Auteurs: Marjo Bink/Evelien van Niekerken Revisiedatum: Juni 2015 Studiebelasting: Activiteit Bijeenkomsten: 4 x 1 uur 4 uur Studiebelasting (SBU) Voorbereiding opdrachten: inbreng en reflectie Toetsing Totaal 20 uur 4 uur 28 SBU = 1 EC NB. 1 EC komt overeen met 28 studiebelastingsuren. Copyright: 2014, Hogeschool Leiden Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt worden, in enige vorm of enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enig andere manier, zonder vooraf schriftelijk toestemming van Hogeschool Leiden, Zernikedreef 11, 2333 CK Leiden. 2

Inhoudsopgave Blz. 1. Algemene oriëntatie op de onderwijseenheid 4 1.1. Inhoud van de onderwijseenheid 4 1.1.1. Wat is reflectie? 4 1.1.2. Relatie reflectie en CanMeds 4 1.1.3. Doelstellingen 5 1.1.4. De werkwijze van reflecteren 5 1.2. Niveau van de deelcompetenties, deelcompetenties en relatie met plp 1 5 1.2.1. Niveau van de deelcompetenties 5 1.2.2. Deelcompetenties 5 1.2.3. Relatie met plp 1 6 2. Inhoud van het onderwijs 6 2.1. Algemene gegevens 6 2.2. Voorbereiding 6 2.3. De volgende bijeenkomsten 6 2.4. Vertrouwelijkheid 7 2.5. Overzicht bijeenkomsten 7 3. Toetsen en beoordelen 8 4. Organisatie 8 5. Bronnen/ literatuur 8 Bijlagen 1. Formulier zelfbeoordelende reflectie plp 1 2. Situatie-Prikkel-Vraag (Korthagen) 3

1. Algemene oriëntatie op de onderwijseenheid 1.1 Inhoud van de onderwijseenheid Deze handleiding beschrijft voor alle eerstejaars studenten van de opleiding Verpleegkunde de doelstellingen, de inhoud, de plaats van reflectie en verder alle richtlijnen die de praktische uitvoering van reflectie betreffen. De handleiding is zowel geschreven voor studenten als docenten en heeft twee functies. Het geeft aan hoe je je als student kunt voorbereiden op het reflectietraject en geeft praktische richtlijnen voor de uitvoering van het reflectieonderwijs. De handleiding geeft informatie over een aantal zaken, zoals: - de visie op reflecteren en de doelen van reflecteren; - de plaats van reflectie binnen de opleiding; - de werkwijze van reflectie; - de organisatie van reflectie; - de beoordelingscriteria van reflectie. In dit hoofdstuk vind je de verantwoording van reflectie. In hoofdstuk 2 worden de werkwijze en organisatie van dit onderdeel van het terugkomonderwijs uitgewerkt en in hoofdstuk 3 wordt de toetsing beschreven. Tot slot vind je de literatuurlijst en de bijlagen. In de bijlagen vind je aanvullende informatie zoals reflectiemodellen. 1.1.1. Wat is reflectie? Reflecteren begint met terugkijken naar eigen gedrag tijdens plp 1. Reflecteren doe je door vragen te stellen aan jezelf over je gedrag in plp 1. Reflecteren is dus stilstaan bij ervaringen tijdens je stage om van te leren. Wie reflecteert houdt zichzelf een spiegel voor. Je staat stil bij hoe je je werk uitvoert en bij hoe je met anderen communiceert. Je richt de blik naar binnen en stelt jezelf vragen: Waarom reageer ik zoals ik reageer? Waarom handelde ik zoals ik deed? Wat wilde ik ermee bereiken?. Reflecteren is een soort van feedback maar dan voor jezelf. Bij reflectie herleef je een situatie die je hebt doorgemaakt. Je doet dit hardop, bewuster, tijdens de bijeenkomsten op school met je medestudenten. Je begint bij wat er gebeurde en welke signalen er waren waar je op reageerde. Dan sta je stil bij je gevoelens en gedachten en hoe je de regie nam over je reactie. Je kijkt ook naar de resultaten van je handelen. 1.1.2. Relatie reflectie en CanMeds Bij reflectie ligt de nadruk op het CanMedsgebied De verpleegkundige als reflectieve professional. Het richt zich bovenal op competentie 4.4 Om inhoudelijk, procesmatige en moreel/ethische beslissingen te kunnen nemen die van invloed kunnen zijn op het welbevinden en kwaliteit van leven van de patiënt en naasten, reflecteert de hbo-verpleegkundige methodisch. 4

1.1.3. Doelstellingen Algemene doelstelling De student reflecteert op het eigen handelen in laagcomplexe situaties binnen de verpleegkundige beroepsuitoefening op niveau 5 en vervult de rol van verpleegkundige als reflectieve professional. Subdoelstelling De student kan eigen stage ervaringen onderzoeken met betrekking tot de aspecten denken, voelen, willen en handelen. 1.1.4. De werkwijze van reflectie Tijdens plp 1 ga je reflecteren door middel van een situatie prikkelvraag (zie bijlage 2). Voorafgaand aan elke bijeenkomst beschrijf je een concrete, actuele en persoonlijke praktijkervaring, waarop je wilt terugkijken. Beschrijf deze situatie in één à twee zinnen. De situaties die je in de reflectie aan anderen kunt voorleggen zijn o.a.: je rol als stagiaire / toekomstig werknemer; macht en onmacht in het hulpverleningsproces; verantwoordelijkheden en aansprakelijkheden; normen en waarden, eigen socialisatie en beroepscode; stervensbegeleiding; agressie; perfectionisme en het eeuwige moeten; lichamelijkheid, seksualiteit en verplegen; bejegening van zorgvragers; samenwerking met andere disciplines, verpleegkundigen, verzorgenden. De situatie kan om een probleem gaan, maar ook betrekking hebben op een positieve ervaring. Schrijf de situatie in de ik-vorm. Beschrijf de prikkel die er voor jou van uitgaat. In positieve zin: wat verbaasde je in de situatie of waarover was je verrast? In het geval van een probleem: wat knelt er in deze situatie of waar heb je in deze situatie last van? Formuleer een vraag voor de reflectiebijeenkomst in één zin. De vraag is herleidbaar uit de concrete praktijksituatie. 1.2. Het niveau van de deelcompetenties, deelcompetenties en relatie met plp 1 1.2.1. Het niveau van de deelcompetenties De verpleegkundige als reflectieve professional, Dreyfus niveau 1 (de beginner). De beginner absorbeert algemene kennis in de vorm van objectieve regels, en houdt zich vast aan aangeleerde regels en plannen. Kan nog niet goed prioriteiten stellen en ziet niet wanneer een situatie afwijkt van de aangeleerde regels. Wacht op instructies. Leert het meest van informatie over basisbegrippen met een uitleg en algemene, heldere richtlijnen voor het handelen (Daley, 1999). 5

1.2.2. Deelcompetenties CanMeds 4.4: Om inhoudelijke, procesmatige en moreel/ethische beslissingen te kunnen nemen die van invloed kunnen zijn op het welbevinden en kwaliteit van leven van de patiënt en naasten reflecteert de HBO verpleegkundige. 1.2.3. Relatie met plp 1 Reflectie ondersteunt het praktijkleren. Met elkaar worden er praktijksituaties besproken. Jullie gebruiken ervaringen die je tegenkomt in je stage. Jullie gaan leren hoe je met elkaar op deze situaties terug kan kijken. Dit doe je door middel van het stellen van reflectieve vragen. Samen stilstaan bij ervaringen maakt dat je bewust bezig kunt zijn. Zo leer je van een situatie en van elkaar. Iemand die een praktijksituatie inbrengt in reflectie, vraagt niet om een beoordeling, maar vraagt de medestudent om kritisch mee te denken om zo de eigen situatie en het eigen handelen beter te doorgronden. Hiermee leg je een koppeling tussen het praktijkleren en reflecteren. 2. Inhoud van het onderwijs 2.1. Algemene gegevens Deze onderwijseenheid heeft een studieomvang van 1 EC. Er zijn vier reflectiebijeenkomsten van anderhalf uur gepland. De bijeenkomsten zijn onder begeleiding van een docent. Aan het einde van de reflectiebijeenkomst schrijven jullie een zelfbeoordelende reflectie (zie bijlage 1). Aanwezigheid is verplicht. 2.2. Introductiebijeenkomst en voorbereiding Tijdens de workshops voorafgaand aan plp 1 wordt je geïnformeerd over wat reflectie is, hoe je je moet voorbereiden, de werkwijze en de samenstelling van de groepen. 2.3. De volgende bijeenkomsten De situatie prikkelvraag stuur je minimaal 3 dagen voor de reflectiebijeenkomst op aan je medestudenten en docent. Elke bijeenkomst neem je een situatie-prikkel-vraag mee. Tijdens de bijeenkomst licht je deze toe en kies je samen met je studiegenoten en docent welke situatie-prikkel-vraag besproken gaat worden. Je studiegenoten stellen hun vragen op zo n manier dat ze de inbrenger helpen om duidelijk te krijgen welke factoren allemaal meespeelden in de situatie. Hierdoor krijg je beter inzicht in de omgevings- en persoonlijke factoren die een rol hebben gespeeld in de praktijksituatie. Op basis van de gezamenlijke reflectie kom je tot alternatieve handelswijzen. Je kunt aandachtspunten die voortkomen uit de reflectie opnemen in je evaluatieverslag. Je oefent deze alternatieve handelswijzen in nieuwe situaties in de praktijk. Door te leren van je eigen ervaringen, ontwikkel je je als beroepspersoon. De docent helpt je bij het formuleren van reflectievragen. Tijdens de bijeenkomsten kan een docent gebruik maken van werkvormen die aanzetten tot reflectie. Deze werkvormen geven meer structuur en diepgang aan reflectiemomenten die mogelijk zijn in je stage. Zie ook bijlage 2. 6

Voor de reflectiebijeenkomsten wordt gebruik gemaakt van het boek van Mirjam Groen (2011). Reflecteren: de basis, op weg naar bewust en bekwaam handelen. Noordhoff Uitgevers. Groningen/Houten. Aan het einde van de vier bijeenkomsten schrijf je een zelfbeoordelende reflectie, zie bijlage 1. 2.4. Vertrouwelijkheid Het ingebrachte materiaal is vertrouwelijk. De verslagen zijn niet openbaar. Dit geldt ook voor wat in de bijeenkomsten gezegd of gedaan wordt en het betreft zowel de docent als jou als student. 2.5. Overzicht bijeenkomsten Bijeenkomst Inhoud Aanwezigheid Voorbereiding Studiehandleiding lezen. Maak een situatieprikkelvraag. 1 Reflectie 1 verplicht Voorbereiding Lees hoofdstuk 1 en maak daarbij de behorende opdrachten Maak een situatieprikkelvraag 2 Reflectie 2 verplicht Voorbereiding Lees hoofdstuk 2 en maak daarbij de behorende opdrachten. Maak een situatieprikkelvraag. 3 Reflectie 3 verplicht Voorbereiding Lees hoofdstuk 3 en maak daarbij de behorende opdrachten. Maak een situatieprikkelvraag. 4 Reflectie 4 verplicht Schrijf een zelfbeoordelende reflectie. 7

3. Toetsen en beoordelen Toetsing De toetsing is onderdeel van praktijkleren 1. De toetsing voor praktijkleren 1 reflecteren bestaat uit: Zelfbeoordelende reflectie. Het verslag wordt een week na de laatste reflectiebijeenkomst bij de docent ingeleverd en je neemt het op in je stageportfolio. Herkansing Het is mogelijk dat er, om welke reden dan ook, niet aan een voorwaarde is voldaan. Er is dan een herkansing mogelijk. De herkansing vindt plaats conform het OER cohort 2014-2018. Beoordelingsregeling Voor de regels met betrekking tot toetsen wordt verwezen naar het Onderwijs- en Examenreglement. 4. Organisatie Rooster 1 e jaar Jaar EC Frequentie Inhoud Toetsing 1 1 4X Reflectie Voorbereiden 100% deelname 1 zelfbeoordelingsreflectieverslag 5. Bronnen/ Literatuur Groen M. (2011). Reflecteren: de basis, op weg naar bewust en bekwaam handelen. Noordhoff Uitgevers. Groningen/Houten. 8

Bijlage 1: Formulier zelfbeoordelende reflectie plp 1 Toelichting: De student beoordeelt zichzelf door onderstaand formulier in te vullen. Een week na de laatste bijeenkomst lever je dit formulier bij de docent in en neem je het op in je stageportfolio. Student: Datum: Docent: Beoordelingsgebied: houden aan gemaakte afspraken - Is aanwezig op afgesproken tijdstip - brengt situatieprikkelvraag in - bereidt situatieprikkelvraag van medestudenten voor Beoordelingsgebied: interactieproces - luistert actief - stelt gesloten vragen - stelt open vragen - stelt verbredende vragen - stelt verdiepende vragen - stelt reflectieve vragen - kan doorvragen - kan een samenvatting geven - kan feedback geven - kan feedback ontvangen Beoordelingsgebied: inhoud situatieprikkelvraag - de student kan een betekenisvolle situatie beschrijven - er is een leervraag geformuleerd Beoordelingsgebied: reflecteren - kan eigen werkervaringen onderzoeken m.b.t. denken - kan eigen werkervaringen onderzoeken m.b.t. voelen - kan eigen werkervaringen onderzoeken m.b.t. willen - kan eigen werkervaringen onderzoeken m.b.t. handelen Ontwikkelingsdoelen voor plp 2: Studentnummer: Opmerking/aandachtspunten/voorbeelden 9

Bijlage 2: Situatie-Prikkel-Vraag-Methode De Situatie-Prikkel-Vraag-Methode is een reflectietool waarmee de student zijn ervaringen gestructureerd en doelgericht kan herinterpreteren. Daarbij moet de student eerst een situatie beschrijven, daarin een prikkel formuleren en uiteindelijk zichzelf een vraag stellen waarover hij wil nadenken. Dit gaat hij vervolgens aan de groep vertellen, waarbij de groep door verhelderingvragen de situatie kan beter begrijpen en op de vraag kan ingaan. Reflectiemodel van Korthagen Een veel gebruikt model daarbij is dat van F. Korthagen. Korthagen gebruikt vijf stappen om gestructureerd en stapsgewijs te reflecteren op je handelen. Let op: thuis heb je Situatie-Prikkel-Vraag kunnen voorbereiden. Je gaat nu in de groep verder met stap 2 en 3 van Korthagen, zie hieronder. Stap 2 Terugblikken op het handelen Je staat tijdens de reflectiebijeenkomst stil bij jouw ervaringen. Dat doe je met je medestudenten en de docent. De volgende vragen kunnen de groepsleden aan jou stellen: Wat is er gebeurd? (als de casus duidelijk is kan je verder gaan) Wat wilde ik? Wat wilde de ander? Wat voelde ik? Wat voelde de ander? Wat dacht ik? Wat dacht de ander? Wat deed ik? Wat deed de ander? Stap 3 Bewustwording van essentiële aspecten Tijdens stap 3 gaat het om het signaleren van mogelijke patronen en de gevolgen daarvan, en het inzicht krijgen in het waarom van het handelen, denken en voelen. Je kunt jezelf bijvoorbeeld de vraag stellen: is dit de eerste en enige keer dat ik dat gedrag merk? Of gebeurt dat vaker? Als er patronen worden gesignaleerd, kan theorie helpen bij het vinden van verklaringen voor die patronen. De volgende vragen kunnen jullie de inbrenger stellen: Wat vond je belangrijk? Wat is de samenhang tussen de antwoorden van stap 2? Is er overeenstemming tussen wat je wilde en deed, wat je deed en dacht, wat je dacht en voelde, wat je deed en voelde? Is er overeenstemming tussen wat je wilde en wat de ander deed, tussen wat je deed en wat de ander voelde? Is er overeenstemming tussen wat de ander deed en wat je voelde, tussen wat de ander deed en wat je dacht? Welke invloeden speelden daarbij een rol? Wat betekent dit voor jou? Wat is de kern van het probleem? Aan wie lag dat of was de interactie het probleem? Wat wil je anders doen en hoe ga je dit aanpakken? 10