Stichting Pensioenfonds AVEBE 2009



Vergelijkbare documenten
Stichting Pensioenfonds AVEBE 2008

SPNG. veranderingen. was voor. een jaar van grote. Verkort jaarverslag 2013 >

jaarverslag 2014 Stichting Pensioenfonds Randstad

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram

VERKORT JAARVERSLAG 2017

jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Randstad

Stichting Metro Pensioenfonds Populair jaarverslag 2008

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari Samenvatting cijfers per 31 december 2014

VERKORT JAARVERSLAG 2016

Geef pensioen de aandacht die het verdient. Jaarbericht Stichting Pensioenfonds

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013.

HOLLAND IMMO GROUP INSINGER DE BEAUFORT BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni Geen accountantscontrole toegepast

HERSTELPLAN 31 maart 2009

HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni Geen accountantscontrole toegepast

Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux

Marktwaardedekkingsgraad per 30 september ,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013.

Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

Dekkingsgraad 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012.

Balans per 31 december 2017

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van miljoen naar miljoen ( miljoen ultimo Q4 2013).

Kwartaalbericht. 2e kwartaal 2015 Den Haag, 14 juli Samenvatting cijfers per 30 juni 2015

HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni Geen accountantscontrole toegepast

HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni Geen accountantscontrole toegepast

Datum Briefnummer Behandeld door Doorkiesnummer N.W. Dijkhuizen 630

Herstelplan 2015 Compartiment SPDHV

Verkort jaarverslag 2013

Buitengewone vergadering van deelnemers 22 november 2010

Deelnemersvergadering. Haarlem 26 juni 2017 Boxmeer 29 juni 2017 Oss 29 juni 2017

Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics. Verkort Jaarverslag 2009

Dekkingsgraadsjabloon inclusief DC kapitaal Stichting Pensioenfonds TNO

Bijlage 17 e Nieuwsbrief Stichting Pensioenfonds Croda

stichting pensioenfonds wonen

Verkort jaarverslag In de verkorte versie van het jaarverslag leest u op hoofdlijnen hoe het jaar 2014 voor het pensioenfonds is verlopen.

Beleggingsrendement 3% over het vierde kwartaal van 2012 (14,4% over geheel 2012); waarde van de beleggingen gestegen naar miljoen.

Pensioen Nieuws. Terugblikken, vooruitkijken. Financiële crisis nog niet voorbij. #3 juli 10. Pensioenfonds

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

27 september Deelnemersvergadering

Stichting Bewaarder Holland Immo Group XI/ Retail Residential Fund te Eindhoven

STICHTING BEWAARDER COMMODITY DISCOVERY FUND AMERSFOORT JAARREKENING 2014

Belanghebbendenvergadering. 24 september 2015

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het derde kwartaal gestegen van miljoen naar miljoen ( miljoen ultimo Q4 2013).

Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Tweede kwartaal april 2012 t/m 30 juni Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad

Haarlem 19 juni 2018 Boxmeer 21 juni 2018 Oss 21 juni 2018

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

STICHTING DEPOSITARY QUANTRUST MACRO FUND AMERSFOORT JAARREKENING 2013

Toeslagverlening. Versie

Brochure Toeslagverlening

Toeslagverlening Uitgave mei 2015

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Toeslag- verlening Uitgave mei 2015

Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw

2010: Pensioen wereld volop in de schijnwerpers

1e kwartaal 2017 Den Haag, april 2017

Terugblik 2011 in cijfers

Persbericht. ABP verlaagt pensioen in 2013 met 0,5% Ondanks goed rendement stijgt dekkingsgraad in 2012 onvoldoende

Brochure. Toeslagverlening

3. Jaarrekening Stichting KHO-Heliomare

2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG

Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. Algemene Vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Oegstgeest, 3 september 2018

REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE

Toeslagverlening. Versie

2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

Verslagstaten ondernemingspensioenfondsen

Pensioenen... Herstelplan 2017

Verkort jaarverslag 2017 Pensioenfonds Cargill

Stichting Pensioenfonds SABIC

Jaarverslag verkorte versie STICHTING BEROEPSPENSIOENFONDS LOODSEN

Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam

Verslag deelnemersvergadering 2013, gehouden op dinsdag 10 december 2013 om uur in het Golden Tulip Alkmaar, Arcadialaan 6 te Alkmaar.

J A A R V E R S L A G 2016 ( F I N A N C I E E L ) S T I C H T I N G P E N S I O E N F O N D S M E R C E R. 16 juni 2017

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting:

Jaarinformatie Stichting Pensioenfonds C1000 over het verslagjaar (opgesteld op basis van het jaarbericht 2012)

4e kwartaal 2015 Den Haag, 21 januari 2016

Deelnemersvergadering 17 september 2009

Actuariële en bedrijfstechnische nota

Haarlem 18 juni 2019 Boxmeer 20 juni 2019 Oss 20 juni 2019

Pensioenbijeenkomst. 22 maart 2018

BALANS PER 31 DECEMBER 2016 (na resultaatbestemming) ====================== IMMATERIËLE VASTE ACTIVA

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2012 t/m ultimo juni Samenvatting:

Extra informatie pensioenverlaging

STICHTING JIMMY NELSON FOUNDATION TE AMSTERDAM. Rapport inzake jaarstukken 2016

BEWAARDER RE WONINGFONDS IV BV DIRECTIEVERSLAG 2016

Toeslagverlening. Versie

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

Brochure. Toeslagverlening

STICHTING BEWAARDER COMMODITY DISCOVERY FUND. (Voorheen Stichting Bewaarder Gold & Discovery Fund) AMERSFOORT JAARREKENING 2012

BEWAARDER RE WONINGFONDS VI BV DIRECTIEVERSLAG 2015

2e kwartaal 2017 Den Haag, juli 2017

Bijlagen. Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland. Versie 1 januari 2013 PENSIOENREGLEMENT UNISYS PENSIOENKAPITAALPLAN

ONDERWERP PRESENTATIE IS EEN STELSELWIJZIGING IN BELANG VAN U ALS DEELNEMER? GENOEMDE ONTWIKKELINGEN / PROBLEMEN OM ONS PENSIOEN STELSEL TE WIJZIGEN

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni 2015

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

2009: een actief jaar met interessante ontwikkelingen

Transcriptie:

2009 Dit rapport heeft 54 pagina s

Inhoudsopgave Profiel van het Pensioenfonds 2 Organisatie 3 Kengetallen 6 Bestuursverslag 8 Jaar van herstel 8 Goed Pensioenfondsbestuur 8 Pensioenbeleid 10 Beleggingsbeleid 13 Financieel beleid 16 Actuariële zaken 17 Oordeel van het verantwoordingsorgaan 20 Reactie van het bestuur 21 Balans per 31 december 2009 22 Staat van baten en lasten over 2009 23 Bestemming saldo baten en lasten 24 Kasstroomoverzicht over 2009 24 Toelichting behorende tot de jaarrekening 2009 25 Actuariële verklaring 49 Accountantsverklaring 51 Overzicht verzekerden 53 Demografie 54 1

Profiel van het Pensioenfonds Stichting Pensioenfonds AVEBE (vanaf hier het Pensioenfonds ) is opgericht op 25 maart 1993 en statutair gevestigd in Foxhol. Het Pensioenfonds is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer 41015259. Het Pensioenfonds is een ondernemingspensioenfonds en is aangesloten bij koepelorganisatie OPF. Het Pensioenfonds heeft als doelstelling het verlenen of doen verlenen van pensioenen en uitkeringen aan zijn deelnemers, gewezen deelnemers (ex-werknemers van AVEBE en de van de door de directie van AVEBE aangewezen verbonden ondernemingen) en aan hun nabestaanden. Het Pensioenfonds voert deze taken uit in opdracht van de volgende ondernemingen: Onderneming Vestigingsplaats AVEBE U.A. Foxhol Spareparts & Services Stadskanaal Dit jaarverslag betreft een normaal boekjaar dat loopt van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2009. 2

Organisatie Bestuur Het Pensioenfonds staat onder leiding van een bestuur, dat is samengesteld uit (vaste) vertegenwoordigers van de werkgever en (periodiek aftredende) vertegenwoordigers van de werknemers en pensioengerechtigden. Op 31 december 2009 was het bestuur als volgt samengesteld: Functie Naam Namens Benoemd Aftredend Voorzitter De heer T.J.H. (Hans) Miedema Werkgever 27 augustus 2003 n.v.t. Secretaris De heer J. (Joris) Vos Pensioengerechtigden 1 juli 2006 1 juli 2012 Vice-voorzitter De heer J.B. (Bert) Bos Werknemer 1 juli 2005 1 juli 2011 Lid De heer F. (Fred) Oostland Werkgever 1 december 2005 n.v.t. Lid De heer W.B. (Wolter) Bouwmeester Werkgever 1 mei 2006 n.v.t. Lid De heer M. (Mark) Mijnen Werknemer 1 augustus 2007 1 juli 2010 Het Pensioenfonds heeft geen werknemers in dienst en de bestuursleden worden niet betaald voor deze functie. Het bestuurslid namens de pensioengerechtigden ontvangt wel een onkostenvergoeding. Het bestuur vergadert minimaal twee keer per jaar en verder zo vaak als de voorzitter of twee andere leden van het bestuur dit wenselijk achten. Tijdens het verslagjaar is het bestuur 8 keer bij elkaar gekomen, te weten op 30 januari, 25 februari, 25 maart, 29 mei, 2 juli, 28 augustus, 25 november en 11 december 2009. Dagelijks bestuur De heren Miedema en Oostland vormen samen het dagelijks bestuur, binnen de one tier board. Het dagelijks bestuur wordt hierbij ondersteund door een extern adviseur. Het dagelijks bestuur heeft uitsluitend bevoegdheden die zijn vastgelegd in de statuten en reglementen van het Pensioenfonds, overeenkomstig de vastlegging in de actuariële en bedrijfstechnische nota (abtn). Deskundigheid Elk pensioenfondsbestuur moet deskundig zijn op alle 7 door DNB geformuleerde deskundigheidsgebieden. Eind 2007 maakten de pensioenkoepels de deskundigheidseisen meer concreet door een onderverdeling in kennisniveau 1 en 2. Alle bestuursleden voldoen inmiddels aan deskundigheidsniveau 1. 3

Verantwoordingsorgaan In 2008 benoemde het Pensioenfonds de drie leden van het verantwoordingsorgaan. De samenstelling van het verantwoordingsorgaan is als volgt: Naam De heer H. Berends (voorzitter) De heer R. Apeldoorn (secretaris) De heer E. Boot Namens Werkgever Werknemers Pensioengerechtigden De belangrijkste taak van het verantwoordingsorgaan is een oordeel geven over het handelen van het bestuur, het uitgevoerde beleid en toekomstige beleidskeuzes. Daarnaast heeft het verantwoordingsorgaan op een aantal gebieden adviesrecht. Intern toezicht Voor het intern toezicht is gekozen voor een one-tier board. Belangrijkste overwegingen om het intern toezicht op deze manier in te vullen waren: efficiency, effectiviteit en doelmatigheid. Door de keuze voor een one-tier board moet er onderscheid gemaakt worden tussen uitvoerende en niet-uitvoerende toezichthoudende bestuursleden. Het Algemeen bestuur is verantwoordelijk voor het Algemeen beleid, houdt toezicht op en geeft advies en/ of instructies aan het Dagelijks bestuur. Omdat het intern toezicht binnen het bestuur zelf gepositioneerd is, moet ervoor gezorgd worden dat het onafhankelijk ten opzichte van uitvoerende bestuursleden kan functioneren. Om dit te waarborgen is de taakverdeling tussen Dagelijks en Algemeen bestuur duidelijk vastgelegd in de statuten. In de statuten wordt duidelijk onderscheid gemaakt in functie, taak en verantwoordelijkheid tussen Dagelijks en Algemeen bestuur, alsook dat het Algemeen bestuur toezicht houdt op het Dagelijks bestuur. Compliance officer De compliance officer is belast met het toezicht op de naleving van de op grond van de gedragscode geldende bepalingen. De compliance officer adviseert verbonden personen over de uitleg en toepassing van bepalingen zoals die zijn opgenomen in de gedragscode. Het Pensioenfonds heeft de heer J. Russchen aangesteld als compliance officer. Externe dienstverleners Het voeren van de deelnemers-, financiële en uitkeringsadministratie is sinds 2006 uitbesteed aan Aon Pension Services, wat per 1 september 2009 onder A&O Pensioen Services ( A&O ) in Zwolle valt. De Helpdesk van A&O is het eerste aanspreekpunt voor onze (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden. A&O verzorgt voor meerdere pensioenfondsen de administratie, waarbij gebruik wordt gemaakt van het gecertificeerd kwaliteitssysteem SAS 70- type II. Eenmaal per jaar worden de beschreven systemen door een onafhankelijke accountant beoordeeld op het voldoen aan de gestelde normen. AEGON Investment Management B.V. ( AEGON Investment ) beheert het vermogen van het Pensioenfonds. De overeenkomsten met F&C Netherlands B.V. ( F&C ) en Kempen Capital Management N.V. ( Kempen ) zijn opgezegd; inmiddels is hiervoor een nieuwe partij geselecteerd. De selectieprocedure verkeert in de eindfase. 4

Towers Watson adviseert sinds juli 2008 het bestuur van het Pensioenfonds. De certificerend actuaris en de certificerend accountant van het Pensioenfonds zijn allebei verbonden aan Ernst & Young. De verplichtingen van het Pensioenfonds zijn vrijwel geheel herverzekerd bij AEGON. De overeenkomst met AEGON loopt sinds 1 januari 2007, en eindigt op 31 december 2011. 5

Kengetallen 1 (bedragen in duizenden euro s) 2007 2006 2005 Deelnemersaantallen Deelnemers 1.360 1.353 1.417 1.546 1.627 Gewezen deelnemers 2.210 2.267 2.298 1.645 1.502 Pensioengerechtigden 1.609 1.561 1.524 1.465 1.498 Totaal 5.179 5.181 5.239 4.656 4.627 Reglementvariabelen 2 Toeslag actieven in % 0 0 2,00 0 0 Toeslag inactieven onvoorwaardelijk in % 2,50 1,50 1,30 1,45 0,82 Toeslag inactieven gedeeltelijk onvoorwaardelijk in % 0 0 1,30 0 0 Toeslag inactieven voorwaardelijk in % 0 0 1,30 0 0 Premiebaten en pensioenuitkeringen Feitelijke premie 15.086 14.680 17.762 23.327 17.973 Kostendekkende premie 18.541 13.268 16.534 Pensioenuitvoeringskosten 920 792 1.270 666 749 Pensioenuitkeringen Ouderdomspensioen 13.054 12.108 10.438 11.306 9.571 Invaliditeitspensioen 77 143 161 176 143 Nabestaandenpensioen 3.173 2.970 2.850 2.749 2.647 Wezenpensioen 23 20 37 35 37 Afkopen 31 31 7 11 6 Overige 113 94 79 171 177 Totaal 16.471 15.366 13.572 14.448 12.581 1 2 Kengetallen worden opgenomen conform de oorspronkelijk definitieve jaarrekening. De toeslagenpercentages betreffen de percentages per primo van het verslag. 6

2007 2006 2005 Beleggingsportefeuille 3 Vastgoedbeleggingen 0 0 0 34.563 23.447 Aandelen 0 0 0 107.976 110.877 Vastrentende waarden 0 0 0 238.110 234.918 Derivaten 0 0 0 0 0 Overige beleggingen 4 7.397 7.110 11.125 6.690 6.490 Vermogensituatie en solvabiliteit Pensioenvermogen 5 450.903 436.160 370.392 396.341 378.871 Pensioenverplichtingen 6 391.616 379.077 307.018 318.393 298.749 Aanwezig Eigen Vermogen (EV) RTS 15,1% 15,1% 20,6% - - Aanwezig Eigen Vermogen (EV) APP - - - 24,5% 26,8% Minimaal Vereist Eigen MVEV 103,5% 103,5% 103,5% Vereist Eigen Vermogen, (VEV) 103,5% 103,5% 103,5% 3 4 5 6 M.i.v. 2007 worden de beleggingen voor risico herverzekeraar conform RJ 610 niet meer op de balans gepresenteerd. M.i.v. 2007 betreft dit beleggingen risico deelnemers voor module I en module III; vergelijkende cijfers zijn alleen module III. M.i.v. 2007 wordt het vermogen exclusief het buffervermogen (20% van de verplichtingen) van de herverzekeraar opgenomen. M.i.v. 2007 wordt de pensioenverplichting opgenomen tegen RTS, de jaren daarvoor tegen APP. 7

Bestuursverslag (bedragen in duizenden euro s) Jaar van herstel Na een jaar dat werd gedomineerd door de wereldwijde financiële crisis, volgde - vanaf maart 2009 - het economische herstel. Zo begonnen de koersen op de beurs weer te stijgen. Pensioenfondsen zagen hun dekkingsgraad vanaf maart weer stijgen. Bijna alle Nederlandse pensioenfondsen profiteerden van de -hogere beurskoersen en de licht stijgende rente. De Nederlandse pensioenwereld is nog niet helemaal hersteld van de gevolgen van de crisis; het Pensioenfonds evenmin. Maar we zijn zeker op de goede weg. Voor het Pensioenfonds betekende dit onder meer dat onze totale beleggingsportefeuille in 2009 weer een positief rendement behaalde (11,0%), vooral dankzij de -forse koersstijging van de aandelen. Hierdoor steeg ons vermogen, en kon ook onze dekkingsgraad, de verhouding tussen ons vermogen en onze verplichtingen, weer stijgen. Onze dekkingsgraad, voor toepassing van de toeslagenstaffels was begin 2009 nog 103%, 12 maanden later was de dekkingsgraad gestegen tot 112%. Het bestuur van het Pensioenfonds volgt de ontwikkeling van de dekkingsgraad op de voet, onder andere met behulp van de kwartaalrapportage. Nieuwe deelnemers Met ingang van 1 juli 2009 zijn de medewerkers van Purac opgenomen in het Pensioenfonds. Tot 2009 bouwden zij pensioen op via Pensioenfonds CSM. Per 31 december 2009 heeft er een collectieve waardeoverdracht plaatsgevonden van de bij pensioenfonds CSM opgebouwde rechten van deze medewerkers. Geen herstelplan Veel Nederlandse pensioenfondsen zagen hun dekkingsgraad in 2008 zo sterk dalen, dat zij in 2009 een herstelplan bij De Nederlandsche Bank ( DNB ) moesten indienen. Het Pensioenfonds hoefde dat niet te doen. Het Pensioenfonds heeft zijn pensioenverplichtingen namelijk grotendeels herverzekerd bij AEGON. In dat geval is een herstelplan niet nodig. Goed Pensioenfondsbestuur Integere bedrijfsvoering Elk Nederlands pensioenfonds moet maatregelen treffen die goed pensioenfondsbestuur waarborgen. Met de invoering van de Pensioenwet (per 1 januari 2007) zijn de principes voor Pensionfund Governance (PFG, Goed Pensioenfondsbestuur) - zoals bepaald door de Stichting van de Arbeid (STAR) - wettelijk vastgelegd. Deze 32 principes behandelen de volgende onderdelen: zorgvuldig bestuur, transparantie, openheid en communicatie, deskundigheid en verantwoording en intern toezicht. 8

Het beleid van het Pensioenfonds is gericht op een integere bedrijfsvoering. Deze verantwoordelijkheid is vastgelegd in artikel 143 van de Pensioenwet. Dit houdt onder meer in: Adequate administratieve organisatie en interne controle (AO/IC) en risicobeheersing; Analyse en beheersing van integriteitsrisico s; Voorkomen van belangenverstrengeling; Duurzame beheersing van (financiële) risico s; Iedere 3 jaar een continuïteitsanalyse. Intern toezicht en verantwoordingsorgaan Het bestuur van het Pensioenfonds besteedt - conform de Pensioenwet en de daarin opgenomen eisen voor goed pensioenfondsbestuur - veel aandacht aan de opzet en inrichting van de organisatie, inclusief de interne beheersing. Reglementair is vastgelegd hoe het bestuur omgaat met zijn rol en invulling geeft aan begrippen als goed bestuur, verantwoording en intern toezicht. In 2008 heeft het Pensioenfonds de drie leden van het verantwoordingsorgaan benoemd. In 2009 beoordeelden zij voor het eerst het handelen van het bestuur (over het boekjaar 2008), conform hun wettelijke taak. In 2010 deden zij dit opnieuw, nu over het boekjaar 2009 (zie verslag verantwoordingsorgaan). Voor het intern toezicht is, zoals beschreven, gekozen voor een one tier board. Belangrijkste overwegingen om het intern toezicht op deze manier in te vullen waren: efficiency, effectiviteit en doelmatigheid. Gedragscode Het Pensioenfonds heeft een gedragscode ingesteld voor alle bij het Pensioenfonds betrokken personen. Deze gedragscode geeft regels en richtlijnen ter voorkoming van verstrengeling van belangen van het Pensioenfonds en de privébelangen van betrokken personen, maar is ook bedoeld om gebruik of verspreiding van vertrouwelijke marktinformatie te voorkomen. Het uitgangspunt van de gedragscode is het bevorderen van transparantie en ervoor te zorgen dat alle aan het Pensioenfonds verbonden personen - ook voor bescherming van hun eigen belangen - duidelijk weten wat wel en wat niet geoorloofd is. De gedragscode is tevens bedoeld ter bescherming van de aan het Pensioenfonds verbonden personen in hun externe contacten met bijvoorbeeld zakelijke relaties. Communicatie UPO In 2009 is het Uniform Pensioenoverzicht (UPO) - ingevoerd in 2008 - aan de actieve deelnemers toegezonden. Het belangrijkste doel van het UPO is deelnemers op een toegankelijke manier meer inzicht in hun opgebouwde pensioen te geven. Toeslagenmatrix Pensioenfondsen moeten voorgeschreven teksten gebruiken bij het informeren van deelnemers over voorwaardelijke toeslagen (indexatie). Hierbij zijn pensioenfondsen verplicht de tekst van de voorwaardelijkheidsverklaring in zijn geheel over te nemen. Na een aantal tekstuele wijzigingen, sluit de toeslagenmatrix inmiddels beter aan op het toeslagenlabel (zie hierna). De gewijzigde toeslagenmatrix is per 1 januari 2009 verplicht. 9

Toeslagenlabel De invoering van het zogenaamde toeslagenlabel heeft heel wat voeten in aarde gehad. Het toeslagenlabel is een beeldmerk dat laat zien hoe waardevast het pensioen van een (gewezen) deelnemer of pensioengerechtigde is; nu en in de toekomst. In eerste instantie was een beeldmerk met bootjes ontwikkeld. Uit onderzoek bleek dat dit plaatje door veel mensen niet - (goed) werd begrepen. Vervolgens is een beeldmerk met muntjes ontwikkeld. Het toeslagenlabel wordt bepaald op basis van een continuïteitsanalyse. Daarna volgde een periode waarin pensioenuitvoerders keer op keer uitstel kregen bij het invoeren van het label. Dat had vooral te maken met de economische situatie op dat moment. Uiteindelijk besloot de AFM pas vanaf april 2010 te gaan controleren op het (juiste) gebruik van het label. Daarom besloten veel pensioenfondsen invoering van het toeslagenlabel tot die datum uit te stellen. Ook het pensioenfonds maakte gebruik van deze laatste uitstelmogelijkheid. Toezicht door de AFM De AFM is verantwoordelijk voor het toezicht op de communicatie van pensioenfondsen richting (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden. De AFM was in 2009 weer bijzonder actief, zie bijvoorbeeld Toeslagenlabel -hiervoor. Begin 2009 vulde het bestuur van het Pensioenfonds de zogenaamde self assessment van de AFM in. Hieruit bleek dat het Pensioenfonds - zoals verwacht - met name op het gebied van communicatie minder dan gemiddeld -scoorde. In 2009 heeft het Pensioenfonds zijn communicatie sterk verbeterd. Communicatieplan In 2009 heeft het Pensioenfonds een uitgebreid -(meerjarig) communicatieplan uitgewerkt. In dit plan staat precies beschreven wat het Pensioenfonds de komende jaren aan communicatie wil oppakken, en op welk moment. Nieuwe huisstijl Het Pensioenfonds ontwikkelde in 2009 een nieuwe huisstijl. De nieuwe huisstijl heeft duidelijk een meer moderne uitstraling, en was in 2009 onder andere te zien in de nieuwsbrief en de samenvatting van de pensioenregeling. De UPO s worden (nog) niet in de huisstijl opgesteld. Pensioenbeleid De basis pensioenregeling is een zogenaamde CDC-regeling ( collective defined contribution ). Dat wil zeggen dat de werkgever een vaste bijdrage betaalt aan het Pensioenfonds plus de afgesproken aanvullende bijdrage. Bij zo n pensioenregeling ligt het financiële risico niet bij de werkgever. Dit risico ligt voor de opgebouwde rechten bij AEGON en voor de toekomstige opbouw bij de deelnemers. De opgebouwde pensioenen zijn hierdoor gegarandeerd. Als de financiële positie van het Pensioenfonds en de bijdragen van de deelnemers en werkgever volgens wettelijke normen onvoldoende zijn, zal het bestuur ervoor zorgen dat de op te bouwen aanspraken evenredig worden verlaagd. Zodra de financiële positie verbetert, kunnen de verlagingen weer worden hersteld. Naast de CDC-regeling kent het Pensioenfonds enkele (kleine) beschikbare premieregelingen. 10

Premiebeleid Tussen de Coöperatie AVEBE U.A. en de Stichting Pensioenfonds AVEBE is bepaald dat de werkgever het Pensioenfonds jaarlijks een premie ter beschikking stelt die gelijk is aan de som van de volgende onderdelen: Een totale bijdrage ter grootte van 23,38% van de som van de jaarsalarissen van alle deelnemers aan de in het pensioenreglement omschreven pensioenregeling rekening houdend met de geldende parttimefactoren; De door de werkgever te betalen bijdrage voor de Anw-hiaatverzekering voor bepaalde categorieën (gewezen) deelnemers; De kosten voor de uitvoering en administratie van de pensioenregeling, alsmede kosten en vergoeding van het bestuur; De deelnemersbijdragen die geen onderdeel uitmaken van de hiervoor genoemde totale bijdrage van 23,38%; De werkgever heeft eenmalig een bedrag van 8 miljoen euro aan het fonds beschikbaar gesteld voor de financiering van de overgangsregeling. Deze overgangsregeling was bedoeld voor deelnemers die óp of ná 1 januari 1950 waren geboren én aan de volgende 2 aanvullende voorwaarden voldeden: o o Op 1 juli 1996 deelnemer in de toenmalige flexibele pensioenregeling waren; Ultimo 2005 deelnemer in één van de tot dat moment geldende pensioenregelingen waren. Toeslagenbeleid Bij het verlenen van toeslagen (indexatie) maakt het Pensioenfonds onderscheid tussen verschillende groepen: Groep 1: Pensioenen ingegaan of premievrij geworden vóór 1 april 1996; Groep 2: Pensioenen ingegaan of premievrij geworden vanaf 1 april 1996 tot 9 december 1999; Groep 3: Pensioenen ingegaan of premievrij geworden vanaf 9 december 1999; Groep 4: Opgebouwde pensioenen van de (actieve) deelnemers. Bij het bepalen van de hoogte van de toeslag, kijkt het Pensioenfonds naar twee indexen. Per groep is bepaald welke index gegeven wordt. De indexen waar de hoogte van de toeslag van afgeleid wordt, betreffen: De Consumentenprijsindex alle huishoudens (afgeleid, basisjaar 2006 = 100), zoals gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek ( CBS ) (hierna: prijsindex cq. prijsinflatie). Deze prijsindex wordt tot op één decimaal nauwkeurig berekend over een periode die loopt van de maand oktober tot de maand oktober van het volgende jaar. Ter verduidelijking: voor de toeslag per 1 januari 2010 kijkt het Pensioenfonds naar de prijsindex berekend over de periode van oktober 2008 tot oktober 2009. De algemene loonontwikkeling volgens de CAO van AVEBE (hierna: loonindex cq looninflatie). Naast de loon- en prijsindex kijkt het Pensioenfonds vooral naar de eigen financiële positie, zoals vastgelegd in de dekkingsgraad. De dekkingsgraad van het Pensioenfonds was op 31 december 2009 112%. 11

Toeslagregeling per groep Groep 1 Pensioenen uit groep 1 vallen onder de onvoorwaardelijke toeslagregeling. De toeslag is gelijk aan de stijging van de door het CBS gepubliceerde afgeleide consumentenprijsindex voor alle huishoudens over de eerdergenoemde periode van oktober tot oktober voorafgaande aan de toeslagdatum (prijsindex). Om deze garantie tot waardevastheid zeker te stellen houdt het Pensioenfonds in eigen beheer een aparte voorziening aan. De toeslag voor deze groep was per 1 januari 2010 gelijk aan de ontwikkeling van de prijsindex in de referentieperiode: 0,4%. Groep 2 De toeslag voor pensioenen uit groep 2 is de hiervoor genoemde prijsindex gemaximeerd op de laagste van de algemene salarisontwikkeling volgens de CAO van AVEBE én de 5-jaars gemiddelde overrente. Hiervoor houdt het Pensioenfonds in eigen beheer een aparte voorziening aan. De toeslag voor deze groep was per 1 januari 2010 gelijk aan de ontwikkeling van de prijsindex in de referentie periode (0,4%). Groep 3 Het Pensioenfonds streeft ernaar de pensioenen uit groep 3 - de premievrije en ingegane pensioenen - te verhogen op basis van de prijsindex. Voorwaarde is wel dat de financiële positie naar het oordeel van het bestuur voldoende is. De toeslag bedraagt echter nooit meer dan de algemene loonontwikkeling volgens de CAO van AVEBE. De toekenning van de aanpassing is voorwaardelijk; er is geen recht op deze aanpassing, en het is ook voor de langere termijn niet zeker of en in hoeverre aanpassing zal plaatsvinden. Voor nog niet-toegekende toeslagen wordt niet gereserveerd en er wordt geen premie voor betaald. De toeslag voor deze groep was per 1 januari 2010 gelijk aan de ontwikkeling van de prijsindex in de referentieperiode (0,4%). Groep 4 Het bestuur streeft ernaar de opgebouwde pensioenaanspraken uit groep 4 jaarlijks per 1 januari aan te passen. De toeslag wordt gegeven als het Pensioenfonds hier - naar het oordeel van het bestuur - voldoende geld voor heeft. De toeslag bedraagt nooit meer dan het percentage van de algemene salarisontwikkeling volgens de CAO van AVEBE die van toepassing is over de hiervoor genoemde periode. De toeslagverlening is voorwaardelijk; er is geen recht op een toeslag en het is ook voor de langere termijn niet zeker of en in hoeverre toeslagen kunnen worden verleend. Voor nog niet-toegekende toeslagen wordt niet gereserveerd en er wordt geen premie voor betaald. De toeslag voor deze groep was per 1 januari 2010 gelijk aan de ontwikkeling van de prijsindex in de referentieperiode (0,4%). Voorwaardelijkheid toeslagen De toeslagen op de pensioenen die ná 9 december 1999 zijn ingegaan of premievrij zijn geworden, zijn voorwaardelijk. Toeslagen worden verleend voor zover de middelen van het fonds het toelaten. In de toeslagmatrix zoals gepubliceerd door SZW kan deze voorwaardelijke toeslag worden ondergebracht in toeslagcategorie D Voorwaardelijke toeslagtoezegging gekoppeld aan een ex-ante bepaalde maatstaf. Voor de onvoorwaardelijke toeslagen van de groepen 1 en 2 worden aparte voorzieningen aangehouden. 12

Toeslagenstaffels Voor de genoemde voorwaardelijke toeslag worden de onderstaande toeslagenstaffels door het bestuur als leidraad genomen. Voor de deelnemers (groep 4) geldt: tot 105% dekkingsgraad geen toeslag tot 111% dekkingsgraad toeslag = 1/3 e prijsinflatie tot 117% dekkingsgraad toeslag = 2/3 e prijsinflatie tot 126% dekkingsgraad toeslag = prijsinflatie vanaf 126% dekkingsgraad toeslag = looninflatie Voor de overige gewezen deelnemers en pensioengerechtigden uit groep 3 geldt: tot 105% dekkingsgraad geen toeslag tot 111% dekkingsgraad toeslag = 1/3 e prijsinflatie tot 117% dekkingsgraad toeslag = 2/3 e prijsinflatie vanaf 117% dekkingsgraad toeslag = prijsinflatie Hierbij is de dekkingsgraad van het Pensioenfonds bepaald zonder rekening te houden met de garantie van AEGON. Ontwikkelingen deelnemersbestand In bijgaand overzicht is de ontwikkeling van het deelnemersbestand in aantallen weergegeven. In de kolom Percentage voorziening staat de procentuele verhouding van de groep deelnemers in de VPV. Deze voorziening is inclusief de opslag van 4% met betrekking tot het langlevenrisico. Aantal verzekerden Per 31 december 2009 Per 31 december 2008 Bedrag Percentage Aantal Bedrag Percentage VPV in voorziening verzekerden VPV in voorziening EUR EUR 1000 1000 Actieven 1.360 178.657 47,0 1.353 174.602 47,4 Gewezen deelnemers 2.210 45.939 12,1 2.267 49.601 13,5 Pensioengerechtigden 1.609 155.875 40,9 1.561 144.206 39,1 Uitlooprisico 2.050 1.950 Toekomstige kosten 9.095 8.718 Beleggingsbeleid Zoals eerder vermeld heeft het Pensioenfonds voor vrijwel alle verplichtingen een verzekeringscontract ( garantiecontract ) afgesloten met AEGON. De voorwaarden van dit contract geven het bestuur ruimte om - binnen de grenzen die AEGON stelt - een eigen beleggingsbeleid te ontwikkelen. Dit beleid wordt hierna beschreven. Strategische asset allocatie Uitgangspunt van het beleggingsbeleid blijft zoveel mogelijk rendement met zo weinig mogelijk risico s. Om dat te bereiken belegt het Pensioenfonds in principe 65% van het vermogen in vastrentende waarden en de overige 35% in zakelijke waarden (aandelen en indirect vastgoed). De performance van de totale beleggingsportefeuille kwam over geheel 2009 uit op 11,0%; de benchmark presteerde net iets beter (11,5%). 13

Actuele beleggingsportefeuille (in %) Zakelijke waarden 26,6% Vastrentende waarden 60,1% Vastgoed 4,3% Liquide middelen 9,0% Totaal 100,0% Het renterisico (zie toelichting 38 risico s) wordt dankzij deze asset allocatie voor circa 76% afgedekt. Hieronder ziet u een overzicht van de rendementen die de verschillende categorieën behaalden, en het rendement van de bijbehorende benchmarks. Performance beleggingen 2009 Categorie Portefeuille Benchmark Zakelijke waarden 31,1% 31,2% Vastrentende waarden 4,0% 4,6% Vastgoed 39,8% 39,8% Liquide middelen 1,0% 1,0% Gehele portefeuille 11,0% 11,5% Vastrentende waarden De performance op de portefeuille vastrentende waarden bleef met 4,0% een klein beetje achter op de benchmark (4,6%). Ultimo 2009 bedroeg het totaal belegde vermogen in de vastrentende waarden portefeuille circa 255,4 miljoen euro. Deze portefeuille bestaat voor een groot deel uit staatsobligaties en is voor een klein deel belegd in credits. Zakelijke waarden (Aandelen) De performance op de aandelenportefeuille was met 31,1% prima te noemen, ondanks een slechte start tijdens de eerste weken van 2009. Deze performance was vrijwel gelijk aan de benchmarkperformance van 31,2%. Het positieve rendement was vooral te danken aan het (wereldwijde) sterke herstel van de aandelenmarkten vanaf maart. Vastgoed Het Pensioenfonds belegt een klein deel (ongeveer 4%) van de portefeuille in indirect vastgoed. In 2009 behaalde onze portefeuille vastgoed een performance van 39,8%. Dit was gelijk aan de benchmarkperformance. Beheerders De beleggingsportefeuille is ondergebracht bij verschillende beheerders. De vastrentende waarden en zakelijke waarden worden beheerd door AEGON Investment Management B.V. (AEGON Investment) en F&C Netherlands B.V. (F&C). Het vastgoed wordt beheerd door Kempen Capital Management N.V. (Kempen). 14

Beleggingsjaar 2009 Het jaar 2009 begon met de diepste recessie sinds de Tweede Wereldoorlog. Vanaf de tweede helft van het jaar herstelde de wereldeconomie uit haar recessie en toonde positieve economische groei. Economische indicatoren herstelden en kwartaalcijfers van bedrijven lieten een positieve ontwikkelingen zien. Het economisch herstel werd geholpen door stimuleringsmaatregelen van overheden wereldwijd. Daarnaast verlaagden centrale banken hun rentes en hanteerden een zeer ruim monetair beleid. In de Verenigde Staten stabiliseerde de werkloosheid en herstelden de huizenprijzen, en het consumentenvertrouwen, sneller dan verwacht. De Federal Reserve (Fed) hield de rente op een niveau van tussen de 0,00% en 0,25%. Daarnaast heeft de Fed gedurende 2009 diverse maatregelen ondernomen om de kredietmarkten te normaliseren. In het vierde kwartaal kondigde de Fed aan te starten met het afwikkelen van noodleningen, waarbij werd herhaald dat rentes voor langere periode op een laag niveau zouden worden gehouden. Ook de Europese Centrale Bank (ECB) heeft in 2009 haar rentes significant verlaagd. In de eurozone verbeterde de productiviteitsgroei bij bedrijven en daarmee het economisch klimaat. Verschillende landen werden geconfronteerd met bezorgdheid over de hoogte van hun staatsschuld. Dit gold voornamelijk voor Griekenland en in mindere mate - Spanje en Ierland. Over het geheel behaalden de aandelenbeurzen van de meeste landen binnen de eurozone goede rendementen over 2009. Ook het economisch klimaat in Japan verbeterde gedurende 2009, waarbij de Japanse economie wist te profiteren van het aantrekken van de wereldhandel. De Japanse economie is van oudsher altijd sterk gericht geweest op de export. In het laatste kwartaal van 2009 verzwakte de Japanse munt enigszins waardoor het voor buitenlandse bedrijven aantrekkelijker werd om Japanse producten te importeren. Aandelenmarkten bereikten midden maart hun dieptepunt, waarna ze een rally inzetten tot aan het vierde kwartaal van 2009. Hierbij werden aandelenprijzen voortgestuwd door positieve verwachtingen omtrent een voorspoedig economisch herstel. Aan het einde van het jaar werden de verwachtingen betreffende economisch herstel ietwat getemperd door ongerustheid van beleggers met betrekking tot de kredietwaardigheid van -meerdere landen. De categorieën aandelen opkomende markten, wereldwijde aandelen, Amerikaanse aandelen en Europese aandelen behaalden in 2009 sterke positieve rendementen. 15

Financieel beleid Het eigen vermogen (x 1.000 euro) van het Pensioenfonds ontwikkelde zich - rekening houdend met de garantie van AEGON - in 2009 als volgt: Ontwikkeling eigen vermogen Beginstand 57.083 63.374 Toevoeging uit resultaat 2.204 -/- 6.291 Eindstand 59.287 57.083 Ontwikkeling financiële positie De dekkingsgraad, op basis waarvan de hoogte van de toeslag wordt bepaald, heeft zich de afgelopen jaren als volgt ontwikkeld: 2007* 2006 2005 Dekkingsgraad (per 31 december) 112% 103% 138% 125% 127% *In 2007 is de dekkingsgraad voor het eerst vastgesteld op basis van FTK en dus niet vergelijkbaar met eerdere percentages. Herstelplan De pensioenverplichtingen zijn grotendeels herverzekerd bij AEGON. Daarom hoeft het Pensioenfonds op het moment nog geen herstelplan in te dienen bij DNB. 16

Actuariële zaken Actuariële analyse De actuariële analyse van het saldo van baten en lasten kan als volgt worden weergegeven: RESULTAATANALYSE BOEKJAAR 2009 Omschrijving Baten (A) Lasten (B) Mutatie technische voorzieningen (C) Resultaat (A) - (B) - (C) Rendement en wijziging rentetermijnstructuur 3.601 910-125 2.816 Financiering 13.882 16.167-480 -1.805 Toeslagverlening t.l.v. pensioenfonds 3.093-2.649-444 Sterfte -44 44 Kosten 1.458 1.368-43 133 Overige verzekeringstechnische grondslagen 8-8 Waardeoverdrachten -1.122 82-1.204 Uitkeringen en diversen 16.812 16.471-6 347 Overige oorzaken technische voorzieningen -3 3 Opslag voor langleventrend (4%) 500-500 Andere Baten/Lasten 2.822 2.822 Resultaat boekjaar 37.453 38.091-2.842 2.204 In bovenstaande resultaatsanalyse is de mutatie garantievoorziening opgenomen. Uitkomsten van de solvabiliteitstoets Er is sprake van een toereikende solvabiliteit. Algemeen De VPV is berekend als contante waarde van de opgebouwde pensioenaanspraken voor de per 31 december 2009 actieve deelnemers en de contante waarde van de toegekende aanspraken van de gewezen en gepensioneerde deelnemers. De toename van de VPV bedraagt EUR 12.539. Per 31 december 2009 bedraagt de VPV EUR 391.616. 17

Ontwikkeling VPV eigen rekening In 2009 is de VPV eigen rekening afgenomen van EUR 15.454 tot EUR 13.003. De volgende tabel geeft een specificatie van deze toename/afname naar oorzaken. ONTWIKKELING VOORZIENING PENSIOENVERPLICHTINGEN VOOR RISICO VAN HET PENSIOENFONDS (VPV) VPV ultimo 2008 15.454 Interesttoevoeging (op basis van 2,544%) 357 Toeslagverlening t.l.v. fonds -2.649 Sterfte -44 Overige verzekeringstechnische grondslagen 8 Uitkeringen (incl. afkoop) -6 Vrijval voor kosten -43 Correcties -3 Wijziging rentetermijnstructuur ultimo 2009-571 Opslag voor langleventrend (4%) 500 Totaal mutaties -2.451 VPV ultimo boekjaar 13.003 Voorziening garantieregeling In het pensioenreglement is een garantiebepaling opgenomen voor een aantal deelnemers (zie toelichting 4 grondslagen voor de waardering en resultaat bepaling voor een uitgebreide toelichting). Voor de kosten van deze garantiebepaling heeft de werkgever in 2006 een bedrag van EUR 8.000 gestort. Het verloop van deze voorziening in 2009 is weergegeven in onderstaande tabel: OVERIGE TECHNISCHE VOORZIENING: VOORZIENING GARANTIEREGELING Bedragen Restant 31-12-2008 Stand per 31 december 2008 3.956 1-1-2009 Kosten garantieregeling 2009-480 1-1-2009 Rentebijschrijving, o.b.v. 2,544% marktrente DNB per 01-01-2009 89 Totaal mutaties -391 31-12-2009 Stand per 31 december 2009 3.565 18

Namens het bestuur, T.J.H. Miedema Voorzitter F. Oostland Bestuurslid Foxhol, 18 juni 2010 19