ZEG ROODKAPJE, WAAR GA JIJ HENEN? Door Bie Valgaeren

Vergelijkbare documenten
ALTIJD IS KORTJAKJE ZIEK Door Tania Polak

KLEIN KLEIN KLEUTERTJE Door Tania Polak

IK BEN EEN MUZIKANTJE Door Kim Wagemans

B. Lessuggesties bij het lied Zeg, Roodkapje, waar ga je heen? 1. Wilde dieren versus huisdieren

Onder moeders paraplu Door Helga Gehre

SCHIPPER, MAG IK OVERVAREN? Door Kim Wagemans

Het is herfst (Rotraut Susanne Berner) Door Helga Gehre

Roodkapje en haar zieke voorleesoma

Leve de lente! (Rotraut Susanne Berner) Door Helga Gehre

Lang zal hij leven Door Tania Polak

De boom staat op de berg Door Kim Wagemans

Picknick met taart (Thé Tjong-Khing) Door Kim Wagemans

Luisteren: muziek (A2 nr. 3)

LEERKRACHTGEDEELTE ACTIVITEIT HOE-FILE: HOE MAAK IK HET UIT? VAN LIEF NAAR EX.

Spreken. Les 3: Wat zeg je? De supermarkt. SPREKEN NIVEAU A1

Lesleidraad. Beste docent

EEN AFSPRAAK MAKEN VOOR EEN INTAKEGESPREK

Lestip 'Roodkapje was een toffe meid'

Spreken. Les 6: Wat zeg je? Telefoon. SPREKEN NIVEAU A1

WELKOM BIJ BOMBERBOT! LES 2: SEQUENTIES I LES 2: SEQUENTIES I WAAR GAAT DEZE LES OVER? INTRODUCTIE

Poppenkastverhaaltje Sprookje

DE SPROOKJESPARADE. Rolverdeling:

Spreken. Les 6: Wat zeg je? Telefoon OPDRACHTKAART.

Zonnige zomer (Rotraut Susanne Berner) Door Tania Polak

Luisteren: muziek (A2 nr. 2)

SPELLINGBOEK 2 DEEL B

We wensen u veel leer- en ontdekplezier bij de voorbereidingen op uw bezoek aan Roodkapje! Onderdeel Omschrijving Begeleiding Benodig de tijd 3.

Superboom. Kinderen onderzoeken op basis van een detail op een afbeelding hoe de volledige

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.

DADA EN POMPIDOM GROEP 1-2

Liefde, voor iedereen gelijk?

Spreken. Les 3: Wat zeg je? De supermarkt OPDRACHTKAART.

DOCENTENHANDLEIDING KINDEREN DIE GEWOON KIND WILLEN ZIJN

De zomer van Atlas 2018

Kijk naar de prenten van de bekende kunstenaar Andy Warhol. Kan je bij elke afbeelding het juiste product en de keersom geven?

Hallo wereld! Schrijf een reisverhaal

Hallo wereld! Schrijf een reisverhaal

Driekoningen Door Kim Wagemans. Deze lessuggesties zijn geschreven voor laaggeschoolde anderstaligen, richtgraad 1.1. (vanaf module 2).

Kinderrechten. Doelstellingen. Materiaal

Kijk op: nt2taalmenu wordt gemaakt door: Frans Snik, Ed Kniesmeijer en René den Nijs.

1. Vertellen vanuit een andere focalisator opdracht 2 bij p.3 en 4 (3 kinderen) Vaardigheid: Vertellen in eigen woorden. Verwoorden wat je ziet en

Strategieles Sleutelschema s niveau A

Werkblad: Gedrag van honden

afrondende suggesties worden gebruikt om dieper op het onderwerp in te gaan als daar tijd voor is.

Aan de slag met de teksttrainer. Ilse Mestdagh en Gerti Wouters

Luister naar het lied en lees mee met de tekst. Kies telkens het juiste woord.

AAN DE SLAG DIT BEN IK

afrondende suggesties worden gebruikt om dieper op het onderwerp in te gaan als daar tijd voor is.

Spreken. Les 2: Wat zeg je? Bus, tram en trein. SPREKEN NIVEAU A1

Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Prentenboeken: Les 10: Hoe zeg ik nee. Lesoverzicht. Basis

Luisteren: muziek (B2 nr. 1)

Acht leesadviezen voor thuis

VOORBEELDMATERIAAL HOEKENBOX LEERJAAR 4 TAAL

Luisteren: muziek (B2 nr. 4)

Module BE NT2 01 Data Operationalisering contacturen Operationalisering projectwerk. Module BE NT2 02 LUISTEREN 1

Werkwoordspelling. Tegenwoordige tijd persoonsvorm

Zonnevangers met een functie

Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting

LESBRIEF. THEATER ZAMZAM i.s.m. Stefan Boonen & Frank Daenen. Meer informatie over de schrijver van het boek en de theatertekst:

Werkvolk gezocht. Bij lesmateriaal, bij deze les op de site, vind je het nodige lesmateriaal voor deze les:

BROKKENKAARTEN IN DE KLAS

De olifant die woord hield

Kleine Pien op reis. INFORMATIEBRIEF Eropuit - Sprookjes. Aan de ouders van groep 1 en 2,

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

VOORBEELDMATERIAAL HOEKENBOX LEERJAAR 6 TAAL

werkbladen, telefoons en opnametoestel

DOCENTENHANDLEIDING KINDEREN DIE GEWOON KIND WILLEN ZIJN

Vergaderen. Wat is dat? Waarom moet dat? Dit is het boekje van..

Leerlingboekje les 11 en 12. Schrijfopdracht 6 Echte vrienden. Groep 7

Alice in Wonderland.

R o o d k a p j e - M a r i o n S n ij d e r s. d e

Handleiding. UNICEF Handleiding lessuggestie Schoolplein groep 3-4. Schoolplein

werkblad en computers met internetaansluiting

De leerlingen kleuren prenten in aan de hand van informatie waarover de andere leerling beschikt.

WERKEN MET VERHALEN VAN DE HODJA

ÇA VA?! Jaarthemabivakspel. Een spel om te spelen op kamp - voor alle afdelingen.

Activiteit 8. Taal Kringgesprek Ik ben bang... Doelen. Materiaal. Voortaak

Voorbereiding post 1. Van wolf tot hond Groep 5-6

Les 17 Zo zeg je dat (niet)

werkbladen thema 5 werk

Startopdracht. Startopdracht. Startopdracht. Startopdracht. Startopdracht. Zoek op wat de betekenis is van het woord media en. in de witte kader.

150 Tips om kinderen te laten zien dat je om ze geeft!

TOETSTAAK 10: ZAPPEN. 1. Materiaal nodig voor deze toetstaak. 2. Het afnemen van de toets taak

Lesbrief. Voetstappen Kader Abdolah

Kinderrechten. Doelstellingen. Materiaal

Activiteit 14. Muziek Pompoenlied. Doelen. Materiaal. Voortaak

Tips voor Taal Hoe stimuleer je de taalontwikkeling van je kind?

Luisteren: muziek (A1 nr. 4)

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN

Moedig je groep aan voordat jullie aan het werk gaan. Wanneer iemand even vastzit, zeg je bijvoorbeeld: Kom op, je kunt het wel.

Zonnepanelen op school. Team 1: Meten Onderzoek naar de opbrengst van zonnepanelen. Jullie gaan meten wat zonnepanelen aan energie opbrengen

Wat doen de kleuters deze week?

Groep 4 - Les 9: Pesten en plagen - AANGEPASTE LES

WOORDENSCHAT - MIDDENBOUW Met woorden aan de gang

Muziek Singer Songwriter 1. Workshop Handleiding. Singer Songwriter 1. wat is jouw talent? 1. Singer Songwriter 1

LEERKRACHTGEDEELTE ACTIVITEIT: ZEG HET MET EEN T- SHIRT

Luisteren: muziek (A2 nr. 2)

Spreken. Les 2: Wat zeg je? Bus, tram en trein OPDRACHTKAART.

Als één blok samen. Laat 's morgens bij het binnenkomen de clip van de Phillibustas zien:

LES. les 1 rap rat, rap! THEMA 5. dit kan ik al! deze les gaat over... de a van rat. aan de slag! man, man, man SPELLINGBOEK

Transcriptie:

ZEG ROODKAPJE, WAAR GA JIJ HENEN? Door Bie Valgaeren Doelgroep Gealfabetiseerde cursisten NT2 die al een basisniveau Nederlands bereikt hebben (bijvoorbeeld einde Richtgraad 1.1) Doelstellingen Luistervaardigheid: - de cursisten kunnen gericht luisteren naar een narratieve (gezongen) tekst - de cursisten beleven luisterplezier Spreken: de cursisten kunnen mondeling een reconstructie van een tekst maken (chronologisch ordenen: wat gebeurt eerst, daarna, enz.) Schrijven: - de cursisten kunnen een gatentekst invullen na beluisteren - de cursisten kunnen associaties bij een woord noteren in een woordspin Lezen: de cursisten kunnen met enige hulp een sprookjesverhaal lezen in een eenvoudig leesboekje Materiaal - Lied Zeg Roodkapje. Een traditionele versie is gratis te downloaden op http://www.vreemdeeend.be/indeklas.htm, een zottere variant vind je op de Kapitein Winokio cd. - Foto van een wolf - Illustraties bij het sprookje van Roodkapje (bv. uit het sprookjesboek Boze wolven van Marianne Busser en Ron Schröder). Een aantal prenten van de hand van Gregory Verheecke vind je eveneens op http://www.vreemdeeend.be/indeklas.htm). - Werkblad 1: De wolf (zie bijlage) - Werkblad 2: Gatentekst Roodkapje (zie bijlage) Zeg Roodkapje, waar ga jij henen? 1

Lesverloop 1. AANBRENG VAN HET THEMA: DE WOLF - Toon een foto van een wolf. - Maak op het bord een woordspin rond het woord wolf. Laat de cursisten zeggen wat er in hen opkomt en stel eventueel vragen. Probeer zoveel mogelijk woorden op te roepen die ook in het liedje of verhaaltje voorkomen (bang, wild, beest, tanden, bijten, opeten, ). - Hang op bord nu de foto van de wolf op. Laat de cursisten werkblad 1 invullen. - Rond af met een klasgesprek: leven er in het land van de cursisten ook wolven en zo ja, waar? (in de bergen, in het bos, ) 2. OVERSTAP NAAR HET SPROOKJE - Vertel dat er in het Nederlands veel verhalen (voor kinderen = SPROOKJES) over wolven zijn. Eén sprookje gaat over een meisje met een rood mutsje, Roodkapje. - Toon de prent van Roodkapje. (De cursisten beginnen spontaan te praten het sprookje bestaat in vele talen). 3. RECONSTRUCTIE VAN HET VERHAAL MET PRENTEN - Deel tien prenten uit in de klas (vergroot uit het sprookjesboekje Boze wolven van Marianne Busser en Ron Schröder of uit een ander boek). - Laat de cursisten vertellen wat ze zien op de tekening (Hoeveel personen of dieren zie je? Wie zijn dat? Wat doen ze?) - Bespreek de goede volgorde van de tekeningen: welke tekening komt eerst? Hang de tekeningen op bord. Zo kom je tot het sprookje. - Zorg ervoor dat de woordenschat uit het liedje al aan bod komt. Welke tekening komt eerst? Hang de tekeningen op het bord en kom zo tot het sprookje. Zorg dat de woordenschat (grootmoeder, koekjes brengen, bos, oppassen, boze wolf, ) uit het liedje al wat aan bod komt. - In het sprookje komt op het einde ook de figuur van de jager voor. (Er zijn vele versies van dit sprookje, misschien loopt het in hun versie anders af, laat hen maar vertellen). 4. BELUISTEREN VAN HET LIEDJE: 1STE LUISTERRONDE Stel gerichte vragen: - Hoeveel mensen hoor je? (twee: een man (de wolf?) en een vrouw (Roodkapje)) - Welke woorden uit de woordspin hoor je in het liedje? - Wat gebeurt er met Roodkapje? 5. INVULLEN VAN DE GATENTEKST: 2DE LUISTERRONDE - De cursisten luisteren een tweede keer naar het lied en vullen werkblad 2 in. - Stop telkens bij de woorden die de cursisten moeten invullen. Zeg Roodkapje, waar ga jij henen? 2

6. LEESOEFENING: HET LEESBOEKJE - De cursisten krijgen een leesboekje met het sprookje van Roodkapje. Ze kunnen thuis oefenen of je kan ook samen met hen fragmenten lezen in de klas. - Idee voor minder goede lezers: een luisterboekje met het verhaal dat voorgelezen wordt. Zo kunnen ze thuis oefenen (zelfs op technisch lezen en vlotheid). Zeg Roodkapje, waar ga jij henen? 3

BIJLAGEN Zeg Roodkapje, waar ga jij henen? 4

Werkblad 1: De wolf. 1. Aan welke woorden denk je als je deze foto ziet? Schrijf ze hieronder: Wolf 2. Ben jij bang van een wolf? Waarom? 3. Leven er in jouw land wolven? Zeg Roodkapje, waar ga jij henen? 5

Werkblad 2: Gatentekst Roodkapje (Henny Vrienten en Fay Lovsky) Luister naar het liedje en vul de volgende woorden in : alleen, bang, bos, gang, gevangen, heen, grootmoeder, laat, op, oud, wolf Zeg Roodkapje, waar ga je heen? Zo alleen, zo.. Zeg Roodkapje, waar ga je..? Zo. Ik ga naar. koekjes brengen In het bos, in het bos. Ik ga naar grootmoeder koekjes brengen. In het. Maar in het bos zijn wilde beesten. Pas maar op, pas maar In het bos is de boze... Pas maar op. Ik ben niet bang voor de boze wolf. Ik ben niet, ik ben niet bang. Ik ben niet bang voor de boze wolf, Ik ben niet bang. Nou dan moet je t zelf maar weten. Ga je gang, ga je... Ik ben oud genoeg om het zelf te weten. Ik ben niet bang, ik ben niet bang. Ik ben. genoeg om het zelf te weten. Bye! Kijk, Roodkapje is nu gevangen, t Is te laat, t Is te... Arm Roodkapje is nu.! t Is te laat, veel te laat! Zeg Roodkapje, waar ga jij henen? 6

Liedje : Roodkapje (Henny Vrienten en Fay Lovsky) Zeg Roodkapje, waar ga je heen? Zo alleen, zo alleen. Zeg Roodkapje, waar ga je heen? Zo alleen. Ik ga naar grootmoeder koekjes brengen In het bos, in het bos. Ik ga naar grootmoeder koekjes brengen. In het bos. Maar in het bos zijn wilde beesten. Pas maar op, pas maar op. In het bos is de boze wolf. Pas maar op. Ik ben niet bang voor de boze wolf. Ik ben niet bang, ik ben niet bang. Ik ben niet bang voor de boze wolf, Ik ben niet bang. Nou dan moet je t zelf maar weten. Ga je gang, ga je gang. Ik ben oud genoeg om het zelf te weten. Ik ben niet bang, ik ben niet bang. Ik ben oud genoeg om het zelf te weten. Bye! Kijk, Roodkapje is nu gevangen, t Is te laat, t Is te laat. Arm Roodkapje is nu gevangen! t Is te laat, veel te laat! Zeg Roodkapje, waar ga jij henen? 7