Module BE NT2 01 Data Operationalisering contacturen Operationalisering projectwerk. Module BE NT2 02 LUISTEREN 1

Transcriptie

1 LUISTEREN 1 Module BE NT2 01 Data Operationalisering contacturen Operationalisering projectwerk Alle relevante gegevens begrijpen in een enkelvoudige instructie (prescriptieve teksten) van een onbekende op beschrijvende Relevante gegevens selecteren in een mededeling, gesprek (informatieve teksten), De gedachtegang volgen in een social talk gesprek (informatieve en narratieve teksten) met een onbekende op beschrijvende SPREKEN 1 Vragen en geven van informatie in een gesprek met een onbekende op beschrijvende LEZEN 1 Herkennen van belangrijke formulieren, documenten, brieven en kaarten, alledaagse papieren (o.m. rijbewijs, identiteitskaart) (informatieve teksten) van onbekenden op beschrijvende SCHRIJVEN 1 Invullen van personalia in formulieren (informatieve teksten) van onbekenden op beschrijvende Luisteren 2 Module BE NT2 02 Relevante gegevens selecteren in een telefoongesprek, klacht, beleving, mening (informatieve teksten) van een onbekende op beschrijvende Informatie persoonlijk en overzichtelijk ordenen in een uitnodiging, afspraak (informatieve teksten) van/met een onbekende op structurerende Spreken 2 Vragen en geven van informatie in een gesprek, telefoongesprek (informatieve teksten) met een onbekende op structurerende Maken en afzeggen van een afspraak (informatieve teksten) met een onbekende op beschrijvende Formuleren van een enkelvoudige instructie (prescriptieve teksten) aan een onbekende op beschrijvende Lezen 2

2 Alle relevante gegevens begrijpen in een enkelvoudige instructie (prescriptieve teksten) van een onbekende op beschrijvende (persuasieve teksten) van een bekende op beschrijvende Schrijven 2 Uit mondelinge en schriftelijke informatie concrete gegevens noteren in lijstje, afspraak, agenda (informatieve teksten) voor een bekende op beschrijvende Spreken 3 Module BE NT2 03 Formuleren van, reageren op een uitnodiging, mededeling (informatieve teksten), Formuleren van, informeren naar een beleving, mening, klacht, probleem (informatieve teksten) van een onbekende op beschrijvende Deelnemen aan social talk gesprek (informatieve en narratieve teksten) met onbekenden op beschrijvende Lezen 3 Relevante gegevens selecteren in een tabel, schema, bord, uitnodiging, mededeling, wens-en ansichtkaart, lijstje, personalia in formulieren (informatieve teksten), reclame, oproep, verzoek (persuasieve teksten) van onbekenden op beschrijvende (persuasieve teksten) van een onbekende op structurerende De hoofdgedachte achterhalen in een vereenvoudigde tekst (informatieve en narratieve teksten) van een onbekende op beschrijvende Schrijven 3 Schrijven van een berichtje, wens-en ansichtkaart, kattebelletje (informatieve teksten) voor onbekenden op beschrijvende Uit mondelinge en schriftelijke informatie concrete gegevens noteren in lijstje, afspraak, agenda (informatieve teksten) voor een onbekende op structurerende

3 Luisteren 4 Module BE NT2 04 Alle relevante gegevens begrijpen in een enkelvoudige instructie (prescriptieve teksten) van een onbekende op beschrijvende. Relevante gegevens selecteren in een mededeling, gesprek (informatieve teksten),. Spreken 4 Vragen en geven van informatie in een gesprek met een onbekende op beschrijvende. Lezen 4 Herkennen van belangrijke formulieren, documenten, brieven en kaarten, alledaagse papieren (o.m. rijbewijs, identiteitskaart) (informatieve teksten) van onbekenden op beschrijvende. Schrijven 4 Invullen van personalia in formulieren (informatieve teksten) van onbekenden op beschrijvende. Luisteren 5 Module BE NT2 05 De gedachtegang volgen in een social talk gesprek (informatieve en narratieve teksten) met een onbekende op beschrijvende. Spreken 5 Vragen en geven van informatie in een gesprek, telefoongesprek (informatieve teksten) met een onbekende op structurerende. Maken en afzeggen van een afspraak (informatieve teksten) met een onbekende op beschrijvende. Lezen 5 Alle relevante gegevens begrijpen in een enkelvoudige instructie (prescriptieve teksten) van een onbekende op beschrijvende. (persuasieve teksten) van een bekende op structurerende.

4 Schrijven 5 Uit mondelinge en schriftelijke informatie concrete gegevens noteren in lijstje, afspraak, agenda (informatieve teksten) voor een bekende op beschrijvende. Luisteren 6 Module BE NT2 06 Relevante gegevens selecteren in een telefoongesprek, klacht, beleving, mening (informatieve teksten) van een onbekende op beschrijvende. Informatie persoonlijk en overzichtelijk ordenen in een uitnodiging, afspraak (informatieve teksten) van/met een onbekende op structurerende. Spreken 6 Formuleren van een enkelvoudige instructie (prescriptieve teksten) aan een onbekende op beschrijvende. Formuleren van, reageren op een uitnodiging, mededeling (informatieve teksten),. Lezen 6 Relevante gegevens selecteren in een tabel, schema, bord, uitnodiging, mededeling, wens-en ansichtkaart, lijstje, personalia in formulieren (informatieve teksten), reclame, oproep, verzoek (persuasieve teksten) van onbekenden op beschrijvende. Schrijven 6 Schrijven van een berichtje, wens-en ansichtkaart, kattebelletje (informatieve teksten) voor onbekenden op beschrijvende. Spreken 7 Module BE NT2 07 Formuleren van, informeren naar een beleving, mening, klacht, probleem (informatieve teksten) van een onbekende op beschrijvende. Deelnemen aan social talk gesprek (informatieve en narratieve teksten) met onbekenden op beschrijvende. Lezen 7 (persuasieve teksten) van een onbekende op structurerende.

5 De hoofdgedachte achterhalen in een vereenvoudigde tekst (informatieve en narratieve teksten) van een onbekende op beschrijvende Schrijven 7 Uit mondelinge en schriftelijke informatie concrete gegevens noteren in een lijstje, een afspraak,een agenda (informatieve teksten) voor een onbekende op structurerende. Luisteren 8 Module BE NT2 08 De cursist kan op beschrijvende relevante gegevens selecteren in een aankondiging, bericht (informatieve teksten) De cursist kan op beschrijvende de gedachtegang volgen in een social talk gesprek (informatieve en narratieve teksten) met bekenden De cursist kan op beschrijvende de hoofdgedachte achterhalen in een fragment uit een informatieve radio -en TV uitzending (informatieve teksten) De cursist kan op beschrijvende alle relevante gegevens begrijpen in een instructie (prescriptieve teksten) Spreken 8 De cursist kan op beschrijvende reageren op een bericht (informatieve teksten), een advies, voorstel, oproep (persuasieve teksten) De cursist kan op beschrijvende deelnemen aan een social talk gesprek (informatieve en narratieve teksten) met bekenden De cursist kan op beschrijvende informatie vragen en geven in een gesprek, telefonisch gesprek (informatieve teksten) Lezen 8 De cursist kan op beschrijvende alle relevante gegevens begrijpen in een eenvoudige gebruiksaanwijzing, instructie (prescriptieve teksten). De cursist kan op beschrijvende relevante gegevens selecteren in een formulier (informatieve teksten) Schrijven 8 De cursist kan op beschrijvende een formulier invullen voor een onbekende (informatieve teksten) De cursist kan op structurerende relevante gegevens noteren in een lijst, agenda (informatieve teksten)

6 Luisteren 9 Module BE NT2 09 De cursist kan op beschrijvende relevante gegevens selecteren in een reclameboodschap, advies, oproep (persuasieve teksten) De cursist kan op beschrijvende de gedachtegang volgen in een social talk gesprek (informatieve en narratieve teksten) met onbekenden De cursist kan op beschrijvende de hoofdgedachte achterhalen in een plenaire uitleg (informatieve tekst) De cursist kan op structurerende relevante gegevens selecteren in een gesprek, telefoongesprek (informatieve teksten) Spreken 9 De cursist kan op beschrijvende een bericht (informatieve teksten) en een advies, voorstel, oproep (persuasieve teksten) formuleren De cursist kan op beschrijvende deelnemen aan een social talk gesprek (informatieve en narratieve teksten) met onbekenden De cursist kan op beschrijvende een instructie formuleren (prescriptieve tekst) De cursist kan op beschrijvende informeren naar een mening, probleem, klacht, beleving (informatieve teksten) Lezen 9 De cursist kan op beschrijvende relevante gegevens selecteren in een folder, advertentie, telefoonboek (informatieve teksten) De cursist kan op beschrijvende de hoofdgedachte achterhalen in een eenvoudig artikel (informatieve teksten) De cursist kan op structurerende relevante gegevens selecteren in een uitnodiging, bericht, brief (informatieve teksten) Schrijven 9 De cursist kan op beschrijvende informatie geven in een boodschap, mededeling, persoonlijke brief, uitnodiging voor bekenden (informatieve teksten). De cursist kan op structurerende relevante gegevens noteren bij een gesprek (informatieve teksten)

7 Luisteren 10 Module BE NT2 10 De cursist kan op beschrijvende de hoofdgedachte achterhalen in een fragment uit een TV-feuilleton, verhaal (narratieve teksten) De cursist kan op structurerende de hoofdgedachte achterhalen in een plenaire uitleg (informatieve tekst) De cursist kan op structurerende relevante gegevens selecteren in een probleem, klacht, mening, beleving (informatieve teksten) Spreken 10 De cursist kan op structurerende informatie vragen en geven in een gesprek, telefonisch gesprek (informatieve teksten) De cursist kan op structurerende een instructie formuleren (prescriptieve tekst) De cursist kan op beschrijvende een mening, probleem, klacht, beleving (informatieve teksten) formuleren Lezen 10 De cursist kan op beschrijvende de hoofdgedachte achterhalen in een verhaal (narratieve teksten) De cursist kan op beschrijvende relevante gegevens selecteren in een tabel, schema (informatieve teksten) De cursist kan op structurerende relevante gegevens selecteren in reclame, oproep (persuasieve teksten) Schrijven 10 De cursist kan op beschrijvende informatie geven in een beschrijving, semiformele brief, uitnodiging, persoonlijke brief voor bekenden (informatieve teksten).