Fysiotherapie (6-Nov-2004)



Vergelijkbare documenten
Lichamelijk onderzoek

Diagnostiek aan de schoudergordel. Model orthopedische geneeskunde ( James Cyriax) (Dos winkel)

Cornelis Visser. Locatie Leiderdorp & Alphen a.d. Rijn.

Functional Equine Taping


Skillslab handleiding

Fracturen en luxaties hand

Een 40 jarige man met hevige pijn ter hoogte van het distale deel van de bovenarm bij een worp tijdens honkbal

De primaire frozen shoulder Stenvers, Jan Derek

IMPINGEMENT VAN DE SCHOUDER

Enkeltrauma. Onderzoek en behandeling na een inversietrauma. (door de enkel zwikken)

De combinatie van radiografie en echografie voor het onderzoek van de knie in de praktijk (15-Nov-2003)

Luxaties van schouder elleboog en vingers. Compagnonscursus 2012

Maatschap Orthopedie Zaans Medisch Centrum

Ykja, is een IJslander, een merrie van 13 jaar oud en roodbont. Ze wordt gebruikt om recreatief te rijden, ze staat dag en nacht in een paddock.

Het Steindler-effect bij het obstetrisch plexus brachialis letsel : Elleboog flexie ondanks paralytische m.biceps.

NVAB Richtlijn Klachten aan Arm, Nek of Schouder. Werk en KANS Hoge School Leiden. Dr. Leo. A.M. Elders

M. supraspinatus. Origo: Insertio: Innervatie: Functie: Fossa supraspinata. Tuberculum maius. N. suprascapularis. Abductie arm

Huisartsensymposium anno HAS AZ Monica 1

* short head: eind van coracoid van scapula * long head: supraglenoid deel scapula. * Ulna. * halverwege voorkant humerus.

De schouder. Dirk van Oostveen Orthopaedisch chirurg. Jeroen Bosch Ziekenhuis Orthopedie en Traumatologie s-hertogenbosch

Anatomie. Hier volgen 50 opgaven. Bij elke opgave zijn drie antwoorden gegeven. Slechts één van deze antwoorden is het goede.

Life is movement. Rust, roest. roest en revalidatie?! Returning my horse to work? Revalidatieprogramma. Wat is revalidatie? Doel van revalidatie?

Palpatie. De pijnlijke schouder: Klinisch onderzoek en infiltraties. Inspectie v. d. Schouder. Passieve R.O.M. Horizontale Adductie

De biceps en elleboogfunctie. Functie. Functie: flexie. Functie: flexie. Functie: flexie 15/11/ elleboog buigers?

Revalidatie cervicale wervelzuil Informatiebrochure patiënten Informatiebrochure patiënten

Tabel van de perifere zenuwen [terminale takken]: bovenste extremiteit

Theorie - herexamen Anatomie 23 mei 2008

Inleiding. Anatomie. Humerus

Zin en onzin van manueel onderzoek en behandeling bij cervicobrachialgie. Dr. G. VYNCKE

S. van der Veen, arts. 1

Afdeling Handchirurgie

Verdiepingsmodule. Vaardigheid schouderonderzoek. Schoudersklachten: Vaardigheid schouderonderzoek. 1. Toelichting. 2. Doel, doelgroep en tijdsduur

Post-Op braces S t a b i l i s e r e n e n i m m o b i l i s e r e n p r o d u c t i n f o r m a t i e

COMPENSEREN VAN FUNCTIONELE BEPERKINGEN BIJ NEUROLOGISCHE AANDOENINGEN

Posterolaterale hoek letsels

Fase 1: Verwijzing, aanmelding en initiële hypothese. Screening. Hypothese: Er is mogelijk sprake van liespijn als gevolg van rode vlaggen.

SAMENVATTING. Schouder pijn na een beroerte.

Theorie-examen anatomie 25 januari 2008

Cursus Ontspanningsmassage. Bijlage spieren. Trapezius

Afdeling Handchirurgie

Lieven De Wilde, MD, PhD Alexander Van Tongel, MD Department of Orthopedic Surgery Gent University Hospital

ANATOMIE EN FYSIOLOGIE

Schouderpathologie voorde huisarts

DE SCHOUDER van BINNEN naar BUITEN. Wietske Wind Thom van der Sloot

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

REVALIDATIESCHEMA SCHOUDER

Theorie-examen anatomie 12 januari 2007

Rotator cuff scheur. De meeste scheuren treden op in de supraspinatus maar andere delen van de pees kunnen ook zijn aangedaan.

Theorie-examen Anatomie 13 januari 2006.

Ligamentaire laesie enkelgewricht

Skillslab handleiding

RICHTLIJNEN BIJ REVALIDATIE NA EEN OPEN CUFF REPAIR

Schouderoperatie. oefeningen en richtlijnen. Paramedische afdeling

Schouderoperatie wegens inklemming

Perifere zenuwschade postoperatief: is het nu de anesthesist of de chirurg? Leen CARDON, M.D., LL.M.

Fysiotherapie na een hernia-operatie

PREVENTIEF HANDELEN & WAT TE DOEN BIJ.. BLESSURES

Richtlijn bij revalidatie na een SLAP REPAIR

Drukverbanden, tape- Constructies en bandages

Stretchen. Inleiding. Waarom stretchen?

17Spierklachten en ontstekingen

Graad 1 verzwikking: Lichte overrekking en geringe beschadiging van de vezels (fibrillen) van het ligament.

CARPALE INSTABILITEIT

Oefenschema bij een massieve scheur in de rotator cuff. (rotatorenmanchet)

Schouderklachten. Schouderinstabiliteit

Schuitemaker fysiotherapie en manuele therapie bv - Amsterdam

SCOREFORMULIER SCOREFORMULIER. Oef. Score 1 Score 2 Letter Oplossing

Gesloten vragen Functionele Anatomie II

Proefexamen Sportmassage theorie

MANUELE THERAPIE. Onderzoek Patiënt

Tennis en elleboog. Babette Pluim, sportarts Samen de elleboog omarmen

Schouder, bovenrug en bovenarm

RICHTLIJN BIJ REVALIDATIE NA EEN GESLOTEN EN OPEN BANKART

Afdeling Handchirurgie

OVER FT DIAGNOSTIEK bij patiënten met SCHOUDERPIJN , Klimmen, deel 2, Gerard Koel.

Handchirurgische technieken

woensdag 17 oktober 12 Dr. Catherine Gorris Fysische Geneeskunde en Revalidatie h.-hartziekenhuis Lier Symposium peesletsels 13/10/2012

Gebruikershandleidingen

Henny Leentvaar (Sport)Massage. Functie testen. Datum: 14 mei Opgesteld door: Henny Leentvaar

Evaluatietechnieken ter objectivatie van de gevolgen van een whiplashtrauma

ROM wrist joint & ROM elbow joint

Wat zorgt voor de stabiliteit? Instabiliteit ontstaat wanneer er iets mis met het actieve of passieve systeem.

** Flexie van de pols wordt ook wel palmairflexie genoemd, extensie van de pols wordt ook dorsaal flexie of dorsaal extensie genoemd.

Opbouw Bij ongetraindheid de werphouding (Links:abduction/external rotation) en reiken achter de rug (Rechts : hyperextension) vermijden.

1. Welke structuur verbindt trochanter minor met de linea aspera? Linea pectinea

Schouderoperatie. oefeningen en richtlijnen. Paramedische Ziekenhuiszorg. Het schoudergewricht

Inhoudsopgave Titel Schouder, Protocol na bicepstenotomie... 2 Doel... 2 Toepassingsgebied... 2 Werkwijze/ Uitvoering... 2

Arthroscopische Stabilisatie (Bankart herstel)

Schouderimpingement. Productplan FNN. FysioNetwerk Nederland, versie

Preventieve en correctieve mobiliserende gymnastiek bij chronische respiratoire aandoeningen

Fysiotherapie na acceleratie deceleratie trauma. Fysiotherapie na acceleratie deceleratie trauma. Fysiotherapie na acceleratie deceleratie trauma

Revalidatie: Biodex-meting. Dr. Sam Hendrix Fysische Geneeskunde & Revalidatie 15 november 2014

DEEL II: HET ONDERSTE LIDMAAT (vervolg)

Diagnostiek Kliniek: anamnese: aard letsel (hoogenergetisch?), pre-existente afwijkingen, aard en tijdsduur zwelling, belastbaarheid

Schouder instabiliteit

Aanpak van acute knieletsels in de eerste lijn. Dr. Bex Steven Huisarts/sportarts KSTVV Lotto-Belisol

RICHTLIJNEN BIJ REVALIDATIE NA. Partiële clavicula resectie

Fysiotherapeutische instructies na een schouderprothese. Afdeling Orthopedie

Transcriptie:

In: 21de Studiedag van de / 21ème Journée d'étude de la Belgian Equine Practitioners Society - BEPS, BEPS (Ed.) Publisher: Belgian Equine Practitioners Society, Luik, Belgie Internet Publisher: Publisher: International Veterinary Information Service (www.ivis.org), Ithaca, New York, USA. Fysiotherapie (6-Nov-2004) P. Herbots Institute for Kine- & Physiotherapy in Animals, Gent, Belgium. Vertaald door: Medewerkers/Collaborateurs, Faculteit Diergeneeskunde, Universiteit Gent, Merelbeke, Belgie & Faculté de Médecine Vétérinaire, Université de Liège, Liège, Belgique., (6-Nov-2004). Technieken gebruikt in de fysiotherapie Massage: Palpatie Lymfedrainage Spiermassage Dwarse fricties Stretching - Fasciatherapie Mobilisatie Ultrason: Microvibraties - Diepe warmte Stimulatie fibroblastenactiviteit (cf Tendinitis) Oedeemresorptie Hematoomresorptie Gate-control: pijndemping Bloedcirculatie Endorfine Spierversterking Laser: Bio-fotostimulatie Regeneratie van lymfekanalisatie Geen zin op verse wonde Warmte - Koude Ionisatie Magneetveld (Acupunctuur - Osteopathie) Opstellen van een Reëducatie - bewegingsprogramma Indicaties voor Fysiotherapie Spierletsels na trauma - postoperatief: Gate control (pijndemping) Endorfines Circulatie Ultrason: oedeemresorptie Lymfedrainage Cryotherapie

Tendinitis : Acuut: Opwaartse lymfedrainage Ultrason: fibroblasten stimuleren vanaf dag 5-7 Laser: lymfevatenherstel Iontoforese Koude - Cryotherapie Reëducatie Chronisch: Dwarse fricties Iontoforese Laser Ultrason Recuperatie van n. Suprascapularis-traumata: TENS Laser Rugproblematiek: Massage (diagnostisch)!! TENS!!!! Reëducatie!! Zadel Bewegingsonderzoek Oude wonden: o.a. zadeldruk: Circulatie Endorfines!! Laser Fysiologische en biochemische effecten van immobilisatie op het spierweefsel (FW Booth, Clin. Ortop. & Clin. Res., 1987) Vermindering van de spierspanning. De spieren zijn sneller vermoeid. Lage niveaus van overblijvend glycogeen en ATP. Grotere stijging van lactaat gedurende werk. Verminderde capaciteit om vetzuren te oxideren gedurende werk. Graad van atrofie Er werd een significante daling van de proteïnesynthese in de spieren vastgesteld zes uur na immobilisatie van het lidmaat (Goldspink, 1977). De atrofie start na een periode van 1-3 dagen. Het absoluut verlies van spiermassa of eiwit is het grootst gedurende de eerste 5 dagen. Er wordt 14-17% vermindering van de vezelomvang van de spier vastgesteld vanaf 72 uur immobilisatie (Lindboe, 1984). Na 5 weken in een ellebooggips hadden gezonde mensen een vermindering van 5% van de armomtrek en 35% van het strekvermogen (McDougall, 1980). Het algemeen besluit van deze studies is dat de spierkracht per eenheid van dwarsdoorsnede onveranderd blijft, maar dat de totale spierkracht per spiergroep daalt. 3. Fysiotherapeutische behandeling van spierletsels 3.1. Algemene regels Dag 1-7: totale rust om verdere bloedingen te voorkomen. Afkoelen van de letsels: gedurende 72 uur om de twee uur 30 minuten afkoelen met ijs. Drainerende massage van de spierbuik, de peesinserties en de weefsels rond de laesie.

3.2. Spierletsels 3.2.1. Kneuzing Direct trauma veroorzaakt dikwijls een intramusculaire bloeding. Gevaar voor bloeding kan 24-48 uur aanhouden. Cold packs aanbrengen en besproeien met zachte waterstraal + boxrust Na 48 uur: lichte drainerende massage rond het letsel. Na 72 uur: iontoforese KI 2%. Na 10-15 dagen: Pulserende ultrasound (niet vroeger wegens gevaar voor bloeding) Lichte elektrische stimulatie (TENS) om de pijn weg te nemen, later om de circulatie van bloed en metabolieten en de spiercontractie te stimuleren. 3.2.2. Spiercontractruren of spierverrekkingen In het begin kan manken gezien worden. Indien niet behandeld, kan een lokale contractuur ontstaan. Stijfheid bij het verlaten van de stal. Niet mank in stap, maar wel in draf. Als het manke been aan de buitenkant van de cirkel is, kan de kreupelheid verergeren. Massage (TENS stimulaties), passieve stretching, ultrasound of diepe fricties op de triggerpunten (J Meagher). 3.2.3. Spierscheuren Dag 4-10: als er een hematoom gevormd is: punctie kan nuttig zijn. Stalrust tot ± dag 15. Fysiotherapie in de stal: acute fase Koude therapie. Lymfedrainage. Massage. Passieve bewegingsoefeningen. Passieve schoudermobilisatie: voor-, achter- en zijwaarts. Regeneratiefase. TENS, ultrasound. 3.2.4. Insertietendinitis Voornamelijk M. supra- en infraspinatus en M. deltoïdeus bij dravers, springpaarden en military paarden. Is pijnlijk bij bewegen, pijn bij extensie en adductie. Therapie: Koude therapie. Mobiliserende massage van de spierbuik en insertie van de pees. Dwarse frictie op de insertieplaats op het been. Pulserende ultrasound. Acupunctuur voor de schouderstreek. 8-10 dagen werkstop, stapwerk kan toegestaan worden. Revalidatie kan 30-45 dagen duren. 3.3. Revalidatie in het algemeen Eerst massage, daarna passieve mobilisatie van de schouder door het voorbeen naar voor, achter en zijwaarts te bewegen (zonder te forceren). Door de nekspieren te doen werken, tracht men meer gewicht op de schouder te brengen en de proprioceptie te verhogen. Als het paard deze passieve bewegingen toelaat, dan kan een horse-ball of een hooinet in de stal opgehangen worden. Het paard mag aan de hand gestapt worden tot het rustig is, daarna kan het op harde bodem gewerkt worden in rechte lijn aan een lange teugel en in brede cirkels. Let er steeds op om met het gekwetste lidmaat naar binnen

te longeren en maak ook grote cirkels. Sluit het werk af met een drainerende massage. Als het paard na 14 dagen nog steeds niet mank is op stap, verander dan van richting, tracht de cirkeldiameter te verkleinen, drijf het stapritme op, gebruik TTEAM hindernissen, tracht het paard achteruit te doen stappen en tenslotte laat het paard bergopwaarts en bergafwaarts stappen op een hellend vlak. Als het manke been zich aan de buitenkant van de cirkel bevindt, dan zal het werkamplitudo van de spier vergroot worden. Het paard kan over grondhindernissen gestapt worden. Er kan gewicht op zijn rug gelegd worden of er kan op zachte ondergrond gestapt worden. Indien mogelijk kan het paard in een paddock van 10x10 meter losgelaten worden of er kan gebruik gemaakt worden van een voederbal op de stalvloer om meer gewicht op de voorhand te plaatsen. Proprioceptieve grondoefeningen (Pailloux). Als het paard dit intensief werk op stap verdraagt gedurende 30 minuten, dan kan lichte draf gestart worden. Enkel als het paard drafoefeningen van 15 minuten aankan zonder mank te worden, kan het werk onder het zadel gestart worden. Het centrum van het zwaartepunt van de ruiter moet naar achter geplaatst worden. ALS DE GROND TE HARD IS WORDEN DE HARDE STRUCTUREN BELAST ALS DE GROND TE ZACHT IS WORDEN DE ZACHTE WEEFSELS BELAST Geen galop voordat er gedurende 10-15 dagen drafwerk mogelijk is (al het gewicht komt namelijk op 1 voorbeen). 3.4. Pathologie in het schoudergebied 3.4.1. N. suprascapularis neuropathy (Sweeny) De N. suprascapularis ontspringt in het 6e en 7e cervicaal mergsegment en daalt af via de plexus brachialis, over het craniaal deel van de scapula, ongeveer 7 cm boven het tuberculum supraglenoïdale. Veroorzaakt een laterale instabiliteit van de schouder (binnen de 24 uur) en atrofie van IS + SS, veroorzaakt een buitenwaartse beweging van de schouder. De atrofie van de spinatus spieren begint 7-10 dagen na trauma. EMG kan ten vroegste vanaf 5-7 dagen na trauma gebeuren. Het duurt ongeveer 1 week vooraleer het axon distaal van de plaats van het letsel gedegenereerd is. Als het paard beweegt, is er gevaar voor luxatie, als gevolg van het ontbreken van mediale en laterale gewrichtsstabiliteit. Neuropraxie, axonotmesis en neurotmesis??? Cfr Dutton, 8 paarden, stalrust + conservatieve therapie. Alle paarden vertoonden een uitgesproken instabiliteit van de schouder. Deze instabiliteit herstelde binnen 3-12 maanden. Twee paarden hadden een volledig herstel van de SS & IS spiermassa op 15-18 maanden na trauma. Terugkeer tot pre-injury activiteiten. Als er geen duidelijk herstel is na 12 weken, dan kan chirurgische decompressie overwogen worden + 3 maanden postoperatieve recovery. Bij paarden kunnen de zenuwen helen met een snelheid van 1 cm/maand; Na herbezenuwing keren de spiermassa s grotendeels terug, met uitzondering van hun proximaal deel. Behandeling: Boxrust. De schouder stabiliseren met elastische verbanden of de schouder aan het lichaam tapen. Zet het paard met de aangetaste zijde tegen de muur. Indien traumatisch: afkoelen met ijs gedurende 24-48 uur tegen oedeemvorming. Lichte spierstimulatie om de circulatie te bevorderen en om de spieren te versterken. In geval van spierscheur, 10 dagen wachten alvorens de spierstimulatie aan te vatten. Vanaf dag 4-5, ultrasound therapie om oedeemvorming tegen te gaan. Laser op de N. suprascapularis vanaf dag twee. Plaats de kop op de M. subclavius en richt naar de rand van de scapula. Revalidatie. 3.4.2. Paralyse van de N. radialis De N. radialis ontspringt uit de 8e cervicale en 1e thoracale zenuwwortel. Via de plexus brachialis gaat hij verder naar beneden, over het distaal deel van de Teres major spier en dringt in de opening tussen Teres major en het lange en mediale hoofd van de Triceps brachii. Via het dorsolateraal oppervlak van het ellebooggewricht daalt de zenuw verder en bezenuwt de extensoren van carpus en ondervoet.

De N. radialis heeft zowel een motorische als sensorische functie en bezenuwt de extensoren van elleboog, carpus en digitale gewrichten alsook de huid van de dorsolaterale zijde van de voorarm. De elleboog, de carpus en de digitale gewrichten kunnen niet gestrekt worden. Als het been naar voor geduwd wordt, kan het paard op het aangetaste been steunen. Bij het rechtstaande paard is de schouder gestrekt, de elleboog zakt af, de carpus en de ondervoet zijn in flexie en het lidmaat steunt met het dorsaal deel van de hoef op de grond. Het lidmaat wordt passief naar voor gesleept door de werking van de proximaal gelegen Pectoralis + Biceps brachii + Coracobrachiale spieren. He paard knikt over de dorsale zijde van de hoef. Dit is het gevolg van trauma in de schouderstreek of van hyperextensie of abductie van het voorbeen. Paarden met N. radialis paralyse geven geen tekenen van pijn. Het kan nochtans soms zeer moeilijk zijn om het onderscheid te maken tussen "kan niet" (neurogeen) en "wil niet" (pijn). Therapie: bij het stappen kan de eigenaar de voet naar voor trekken met een touw. Een elastische orthese kan aangebracht worden om de voet in extensie te brengen. Massage en passief bewegen van de betrokken spierbuiken. Spierversterking met TENS. Cfr revalidatie oefeningen. 3.4.3. Bursitis van de bursa bicipitalis Infectieus of in aansluiting met beschadiging van de pees van de Biceps brachii. De bursa ligt tussen de pees van de Biceps brachii en de intertuberale groeve van de humerus. Bij bepaalde paarden kan de bursa bicipitalis in verbinding staan met het scapulohumeraal gewricht en aldus kan dit leiden tot vals-positieve resultaten na inspuiten van lokale anesthetica. Na antibiotica en eerste herstel, start fysiotherapie met massage, koude/warmte, fricties, ultrasound en TENS (laser?, MFT?). 3.4.4. Verbening van de pees van de Biceps Brachii De patient heeft een verkorte craniale fase van de stap, landt op de teen van de voorvoet en heeft atrofie van de schouderregio. Therapie: onderliggende weefsels opwarmen, massage, ultrasound, iontoforese, TENS, 3.4.5. Osteochondrosis (dissecans) Postoperatieve behandeling. 3.4.6. Scapulafractuur In geval van onvolledige fractuur of van fractuur zonder verplaatsing kan geprobeerd worden met conservatieve behandeling. Er zal tractie ontstaan thv de inserties van de M. trapezius en infraspinatus. TENS, ultrasound, massage, mobilisatie, gewicht en proprioceptieve rehabilitatie. 3.4.7. Humerusfractuur De conservatieve behandeling start met 4 maanden boxrust. Ondertussen kan spierstimulatie aangewend worden om de spieren actief te houden. De belangrijkste complicatie van de behandeling is eventuele hoefbevangenheid op het andere been en letsels van de N. radialis, als die over de fractuurplaats loopt. 3.4.8. Myopathie Van de Biceps brachii, Triceps brachii en Extensor carpi radialis spier: differentiatie door diepe palpatie (spierzwelling en warmte), verhoogde CPK, pijn en eventueel myoglobinurie. Alle rechten voorbehouden. Dit document is beschikbaar on-line in www.ivis.org. Document No. P1305.1104.NL. Dit manuscript is gepubliceerd in de IVIS website met de toelating van de BEPS