Meerjarenplan (MJP) 2013-2016 Chemie MJA3 en MEE



Vergelijkbare documenten
Meerjarenplan energie-efficiency (MJP) periode Chemische industrie

MJA-Sectorrapport 2012 Chemische industrie

MEE-Sectorrapport 2012 Chemische industrie

MJA MEERJARENPLAN RUBBER- EN KUNSTSTOFINDUSTRIE (1062/2013) Opgesteld door de NRK. Auteurs: Jolanda Neeft Erik de Ruijter INHOUDSOPGAVE

MJA Routekaart ICT 2030 en SER Energieakkoord

Meerjarenplan Energiebesparing

MEERJARENPLAN ENERGIE EFFICIENCY ICT-sector

MJA-Sectorrapport 2013 Chemische industrie

Meerjarenplan Energie-efficiency Nederlandse Universiteiten Samenvatting van de universitaire Energie Efficiency Planne n

Energiebesparing grote uitdaging voor chemische industrie

MJA3 ICT-sector. Jeroen van der Tang. Manager Duurzaamheid & Milieu Nederland ICT

MEE-Sectorrapport Papier- en kartonindustrie

Presentatie SIM MEA-Industrie & LEA. Ron Bissels 16 april 2018

MJA: verleden, heden en toekomst

MJA-Sectorrapport 2014 Tapijtindustrie

MJA-Sectorrapport 2014 Cacao-industrie

ICT-sector. Inhoud. Interviews. Algemeen. MEE-sectoren. MJA Industrie MJA VGI. MJA Diensten. MJA Vervoer. Begrippenlijst.

MJA3 ICT-sector. Jeroen van der Tang. Manager Duurzaamheid & Milieu Nederland ICT

MJA-Sectorrapport 2013 Cacao-industrie

MJA-Sectorrapport 2012 Kalkzandsteen- en cellenbetonindustrie

MJA-Sectorrapport 2012 Textielservicebedrijven

Helmonds Energieconvenant

MJA Sectorrapport 2011 Aardappelverwerkende industrie

MJA-Sectorrapport Afvalwaterzuiveringsbeheer

Vereenvoudigde aanpak MJA

MEE-Sectorrapport 2011 METALLURGISCHE INDUSTRIE. Datum: 24 augustus 2012

Praktische voorstellen voor energiebesparing in haven en industrie. Alex Ouwehand Directeur NMZH

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Communicatieplan CO 2 -prestatie

MJA- Sectorrapport 2013 ICT

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. MEE-Sectorrapport 2014 Nederlandse Glasindustrie

MJA-Sectorrapport 2015 Cacao-industrie

MJA3-Bedrijfsrapport 2012 Railsector

Meerjarenplan MJA

Op weg naar een duurzame energievoorziening in Mark Dierikx Directeur Generaal Energie, Telecom en Mededinging

MJA-Sectorrapport 2012 Universitair Medische Centra

Het Energiebeleid van komende jaren. dr.j.a. Vijlbrief DG Energie, Telecom en Markten

KLIMAAT, ENERGIE EN GRONDSTOFFEN

MJA-Sectorrapport 2012 Wetenschappelijk onderwijs

MEE-Sectorrapport 2013 Metallurgische industrie

MJA-Sectorrapport 2015 Koffiebranderijen

MJA-Sectorrapport 2013 Aardappelverwerkende industrie

Datum 9 oktober 2015 Betreft Resultaten 2014 Meerjarenafspraken Energie-efficiëntie MJA3 en MEE

MJA-Sectorrapport 2014 Financiële dienstverleners

Communicatieplan

Procesefficiëntieverbetering 2013 t.o.v. 2012: 1,1% (8,2% t.o.v. 2005)

MEE-Sectorrapport 2014 Raffinaderijen

MEE CONVENANT. Protocol Monitoring, procedure

Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL

MJA-Sectorrapport 2014 Textielindustrie

MEE-Sectorrapport 2011 Bierbrouwerijen

MJA-Sectorrapport 2011 Koffiebranderijen

Sectorrapport Metallurgische industrie 2011 (MJA-3)

MJA Sectorrapport 2011 Frisdranken, Waters en Sappen

Industrie koppelen aan het warmtenet Rotterdam. Verkenning van kansen voor aansluiting van acht bedrijven in Botlek/Pernis op het warmtenet

MJA-Sectorrapport 2012 Tankopslag en -overslagbedrijven

MJA-Sectorrapport 2011 Fijnkeramische industrie

MJA-Sectorrapport 2014 Koffiebranderijen

Rotterdam, 23 mei Geachte heer Van der Touw, beste Ab,

MEE-Sectorrapport 2015 Raffinaderijen

Bijlage E: samenvatting convenanten energie efficiency

MJA-Sectorrapport 2013 Koffiebranderijen

MJA-Sectorrapport 2011 Railsector

Communicatieplan Croon CO2 Footprint

Communicatie CO2 footprint. versie mei 2015

MJA-Sectorrapport 2012 ICT

Verslag VNCI stakeholderdialoog 2013

Voortgangsrapportage. Voortgang van CO 2 reductieplan van Genap B.V (tm juni) Copyright 2016 Genap B.V.

Communicatieplan CO2-prestatieladder

Communicatieplan CO 2 -prestatie

Workshop J De kracht van een klimaatfonds. 05 april 2011

MJA-Sectorrapport 2012 Metallurgische industrie

MJA3-Bedrijfsrapport 2013 Railsector

Slimme Aanpak Energiebesparing voor de industrie

Voortgangsrapportage Voortgang van CO2 reductieplan van Genap B.V (tm juni)

Mark Frequin. Voormalig Directeur-Generaal Energie en Telecom Ministerie van Economische Zaken

Communicatieplan Certificering op CO 2 -prestatieladder

EEP-ronde Inhoud. - Belangrijke aandachtspunten - Nieuwe onderdelen in het EEP - Instrumenten en hulpmiddelen - Indiening via het e-mjv

Communicatieplan. CO 2 -prestatieladder Reijm Groep I B.V. Conform 2.C.1, 2.C.2, 2.C.3 en 3.C.2. Niveau 3

Voortgangsrapportage

Pilot Benchmarking Groene ICT. 01 januari december 2012

EfficiEncy Duurzaam. EnErgiEbEsparing. Warmte en koude. KEnnis industrie. energie financiering. instrumenten. GebouwDe omgeving

Communicatieplan Certificering op CO 2 -prestatieladder

De Overheidsvisie op de bio-based economy in de energietransitie

MEE-Sectorrapport 2012 Metallurgische industrie

MEE-Sectorrapport 2013 Raffinaderijen

Welkom! Wifi: Muntgebouw Wachtwoord: Muntgebouw1

MJA-Sectorrapport 2012 Nederlandse olie- en gasproducerende industrie

MJA-Sectorrapport 2011 Kalkzandsteen- en cellenbetonindustrie

Netwerkbijeenkomst VAVI, VIGEF & NEBAFA

Energie uit afvalwater

3.C.2. Communicatieplan Grijsen (januari 2017)

Communicatieplan CO 2 -prestatie

Datum 4 december 2018 Betreft Resultaten 2017 Meerjarenafspraken energie-efficiëntie MJA3 en MEE

Communicatieplan CO 2 -reductie

Communicatieplan Certificering op CO2-prestatieladder

Communicatieplan CO 2 -prestatieladder

Klimaatakkoord: Kijkje in de keuken. Coen Bernoster

MEE-Sectorrapport 2011 Papier- en Kartonindustrie

Transcriptie:

Meerjarenplan (MJP) 2013-2016 Chemie MJA3 en MEE A. Context Meerjarenplan Chemie Dit Meerjarenplan energie-efficiency geeft voor de periode 2013-2016 weer welke activiteiten de VNCI van plan is te ontplooien ondersteunend aan de gestelde doelstellen van de chemische industrie in de convenanten MJA3 en MEE. Hierbij is zowel gekeken naar de kortere termijn gericht op waar bedrijven in de huidige EEP periode mee bezig zijn als naar de langere termijn en de doelstelling van de sector om 40% CO2 reductie in de keten te realiseren in 2030. Profielschets van de branche: De chemische industrie is een branche waarin energiekosten en energiebesparing altijd een grote rol heeft gespeeld. Voortdurende procesverbetering door innovatie en engineering oplossingen is een natuurlijke zaak, met name vanwege de noodzaak om de kosten voortdurend te reduceren vanwege het mondiale concurrentiekarakter van de branche. Investeren daarentegen is in deze tijd steeds minder vanzelfsprekend. De prijsverschillen met regio s als de VS op gebied van energie en grondstoffen zijn dusdanig groot als gevolg van de winning van schaliegas dat investeringen en masse daar gedaan worden waar deze kosten het laagste zijn. Voor de branchevereniging VNCI betekent dit dat energiebeleid een duidelijk speerpunt is, voor zowel de energie-intensieve als de minder energie-intensieve bedrijven. De energie-efficiency convenanten MJA3 en MEE vormen voor de sector belangrijke instrumenten om dit beleid vorm te geven. In de periode 1989 2000 heeft de branche, in het kader van de MJA1, de doelstelling van 20% energie-efficiency verbetering overtroffen en 25% weten te realiseren. Aan de MJA1 nam vrijwel de gehele branche deel. Na de MJA1 zijn de grote en middelgrote ondernemingen, met een energieverbruik van meer dan 0,5 PetaJoule/jaar per inrichting, in grote meerderheid gaan deelnemen aan het BL-13-249 Pagina 1 van 9

Benchmarkconvenant. Deze inrichtingen vertegenwoordigden gezamenlijk ruim 96% van het energieverbruik van de branche. Kleine ondernemingen, met inrichtingen met een energieverbruik minder dan 0,5 PetaJoule/jaar, hebben zich in meerderheid aangesloten bij de MJA2. De voormalig deelnemers aan het Benchmark convenant zijn in 2009 merendeels overgegaan naar het MEE convenant en de MJA2 deelnemers naar het MJA3 met een aantal verschuivingen binnen deze groepen afhankelijk van hun deelname aan CO2 emissiehandel. De branche hecht eraan dat zoveel mogelijk een integrale benadering wordt gehanteerd tussen de MJA3 en het MEE, bijvoorbeeld in het opzetten van de routekaart en de Overleg groep Energie efficiency (OGE). Huidige populatie: MEE: 26 ondernemingen met 58 inrichtingen Energieverbruik: 318,7 PJ; MJA: 64 inrichtingen Energieverbruik: 40,2 PJ (N.B.: cijfers 2011) Verder zijn de leden van de VNCI eraan gehouden uitvoering te geven aan het Responsible Care programma van de branche, waar Product Stewardship deel van uitmaakt. De VNCI zet erop in om energiemanagement systemen zoals gepromoot worden via de convenanten MJA3 en MEE maar ook CARE+ op termijn integraal onderdeel worden van dit Responsible Care programma. Duurzaamheid is één van de leidende principes van de branche, die daaraan o.a. invulling geeft middels de convenant afspraken en Product Stewardship. MJP als onderdeel van de routekaart Vanuit de convenanten MJA3 en MEE en als onderdeel van de topsector aanpak zal de VNCI zich met haar leden inspannen om de voorstudie verder uit te werken tot de routekaart chemie. De sector heeft haar routekaart zowel in Nationaal verband als in Europese context (Cefic) eind 2012 gelanceerd. Deze routekaart wordt up to date gehouden op www.routekaartchemie.nl De uitvoering van de Routekaart is feitelijk een break-down van de periode 2011-2030 in kleinere stappen tot het niveau waarop bedrijven maatregelen in hun vierjarige EEP s opnemen die weer bijdragen aan de realisatie van de routekaart. Schematisch ziet dit er als volgt uit: Routekaart Energie 2012-2030 MJP MJP. MJP EEP EEP EEP. EEP De routekaart Energie en het innovatieprogramma Chemie vormen samen de bouwstenen voor de agenda van de topsector Chemie. Het routekaart traject vraagt een grote inzet vanuit de VNCI en de bedrijven en vormt tevens de de kapstok voor activiteiten in het kader van de convenanten.

B. Terugblik brancheactiviteiten 2009-2012 In deze periode zijn op sectorniveau een aantal grote projecten opgepakt, waarvan de Routekaart De Sleutelrol waarmaken de grootste impact voor de komende jaren heeft. Als onderdeel van de Routekaart zijn al een aantal projecten opgestart die de komende jaren verder vervolg zullen krijgen. Daarnaast zijn er projecten opgepakt om best practices rondom energiemanagement te delen (CARE+ en interne methodiek van AkzoNobel) waarvan de afronding en de uitkomsten in Q2/Q3 van 2013 gedeeld zullen worden. Verder heeft de sector een warmteinventarisatiestudie opgepakt samen met de sectoren Raffinaderijen en Papierindustrie om op deze wijze samen met de overheid te kunnen onderzoeken hoe deze sectoren in hun warmtebehoefte kunnen voorzien. Ter voorbereiding van een stakeholderdialoog is in kaart gebracht wat de milieuimpact van de sector is en is bovendien een handreiking ontwikkeld voor bedrijven die met Life Cycle Analysis aan de slag willen. Verder zijn er diverse rekenvoorbeelden uitgewerkt waarmee bedrijven hun ketenmaatregelen eenvoudiger kunnen doorrekenen. C. Vooruitblik Hieronder wordt voor MJA3 en MEE op hoofdlijnen weergegeven wat uit de analyse van de EEP s voor de periode 2013-2016 naar voren is gekomen: MJA3 samenvatting Aantal geplande maatregelen zeker 208 60 4 272 vw 158 46 7 211 onzeker 98 33 13 144 totaal 464 139 24 627 Absolute besparing (TJ) zeker 1.488 354 39 1.882 voorwaar 924 770 83 1.777 delijk onzeker 393 175 437 1.005 totaal 2.805 1.299 559 4.663 Besparing (%) zeker 4,0% 1,0% 0,1% 5,1% vw 2,5% 2,1% 0,2% 4,8% onzeker 1,1% 0,5% 1,2% 2,7% totaal 7,6% 3,5% 1,5% 12,6% Som zeker + vw 6,5% 3,0% 0,3% 9,9%

Vermeden CO 2 -uitstoot (ton CO 2 ) zeker 89.266 26.261 2.909 118.436 voorwaardelijk 58.597 46.888 6.127 111.612 onzeker 25.316 14.134 24.592 64.042 totaal 173.179 87.283 33.628 294.090 Voorwaarden (voor zover benoemd) Voorwaarde DE KE PE Eindtotaal (leeg) 0 8 24 32 Beschikbaarheid budget 2 6 34 42 Gunstige investeringsbeslissing 1 2 24 27 Positieve uitkomst proeffase 0 5 19 24 Onderdeel van onderhoud/verandering 0 0 16 16 Geen nadelig gevolg voor kwaliteit 0 4 9 13 Instemming management 1 4 7 12 Economische situatie 0 3 5 8 Acceptatie door markt/klant 0 5 0 5 Verkrijgen vergunning/contract 2 0 1 3 Beschikbaarheid van afnemers 0 1 0 1 Beschikbaar budget ivm economische 0 0 1 1 situatie Overig, te weten: 1 8 18 27 Eindtotaal 7 46 158 211 Type maatregelen Type aantal 1 Stoom/heetwater 86 2 Warmte overige 56 3 Verlichting 44 4 Elektriciteit overige 42 5 Elektromotoren 28 6 Warmtedistributie 22 7 Perslucht (alg) 17 8 Klimaatbehandeling 16 9 Scheidingstechniek 17 10 Verbranding (alg) 17 MEE samenvatting Aantal geplande maatregelen PE KE DE Totaal zeker 172 28 1 201 vw 130 30 3 163 onzeker 142 111 12 265 totaal 444 169 16 629 Absolute besparing (TJ)

zeker 7.508 1.419 0 8.927 vw 3.463 3.853 314 7.630 onzeker 4.337 1.819 346 6.503 totaal 15.308 7.091 660 23.059 Besparing (%) zeker 2,3% 0,4% 0,0% 2,7% vw 1,1% 1,2% 0,1% 2,3% onzeker 1,3% 0,6% 0,1% 2,0% totaal 4,7% 2,2% 0,2% 7,0% Som zeker + vw 3,3% 1,6% 0,1% 5,0% Vermeden CO 2 -uitstoot (ton CO 2 ) PE KE DE Totaal zeker 597.467 125.644 0 723.111 vw 191.561 553.360 17.762 762.684 onzeker 215.794 147.095 25.230 388.119 totaal 1.004.823 826.098 42.993 1.873.914 Voorwaarden Voorwaarde PE KE DE Totaal Beschikbaarheid budget 39 2 41 Geen nadelig gevolg voor kwaliteit 26 1 27 Gunstige investeringsbeslissing 12 2 1 15 Economische situatie 12 7 19 (leeg) 9 2 11 Overig, te weten: 9 4 13 Onderdeel van onderhoud/verandering 7 1 8 Instemming management 7 1 8 Positieve uitkomst proeffase 4 1 5 Verkrijgen vergunning/contract 3 2 2 7 Acceptatie door markt/klant 2 7 9 Totaal 130 30 3 163 Type maatregelen Type Aantal 1 Stoom/heetwater 77 2 Warmte overige 60 3 Verbranding (alg) 37 4 Elektriciteit overige 26 5 Verlichting 15 6 Warmtewisselaars 14 7 Luchtventilatiesysteem 14 8 Elektromotoren 12 9 Elektriciteitopwekking 11

10 Klimaatbehandeling 10 Uit deze analyse komt naar voren dat er op het gebied van procesefficiency zowel voor de MJA3 als voor de MEE bedrijven nog een aanzienlijk verbeterpotentieel wordt gezien. Daarnaast worden er ook een aantal maatregelen voorzien die in de keten tot forse besparing kunnen leiden. Hieronder worden de activiteiten beschreven die de VNCI oppakt die naast de langere termijn ook ondersteunend zijn aan de bedrijven voor de huidige EEP periode. Aanvullende brancheactiviteiten rondom energie efficiency: SpiCE3 / CARE+ De Europese koepelorganisatie waar de VNCI deel van uitmaakt (Cefic) heeft in een internationaal project (CARE+) een handboek/aanpak ontwikkelt waarmee bedrijven kunnen onderzoeken welke energiebesparende maatregelen zij kunnen nemen. De VNCI heeft samen met AgNL een project opgepakt om te onderzoeken of het CARE+ te integreren is met de in 2001 door de VNCI gepubliceerde Leidraad voor energie efficiency en de bij AgNL bekende maatregelenlijsten. Daarbij heeftakzo Nobel zich bereid getoond om haar kennis op dit vlak aan branchegenoten beschikbaar te stellen door middel van een aantal pilots. De uitkomsten hierover worden in Q2/Q3 2013 naar buiten gebracht. Met SpiCE3 wordt de komende 2 jaar op een aantal manieren verder gewerkt aan het verspreiden van best practices en energiemanagement. De VNCI draagt aan dit project bij door de komende 2 jaar 4 workshops te organiseren voor haar leden en kennis in te brengen op het SpiCE3 web-platform. Voor de vormgeving van deze workshops werkt de VNCI graag samen met AgentschapNL om te kijken hoe deze het beste ingezet kunnen worden om het kennisniveau te vergroten. In dit traject wordt nadrukkelijk ook een koppeling gelegd met de informatie in de Chemiewijzer. Gebruikersgroepen De VNCI wil de komende periode op het type maatregelen dat in de EEP s vaker genoemd is (veel utiliteitssystemen) met haar leden kijken op welke wijze zij ondersteuning kunnen gebruiken, bijvoorbeeld in de vorm van gebruikersgroepen. Hier wordt ook gekeken naar kansrijke onderwerpen uit de Routekaart zoals isolatie. Hierbij zal de VNCI ook kijken op welke wijze aangesloten kan worden op regionale samenwerkingsverbanden zoals Deltalinqs om de efficiency van kennisoverdracht te vergroten. Procesintensificatie: Gericht op de echte procesvernieuwingen zal de VNCI in lijn met de routekaart haar inzet op proces-intensificatie continueren. Onder de routekaart is een samenvatting geschreven van de bevindingen uit de quickscans en de verdiepende scans van de afgelopen jaren. Hiervoor zal samengewerkt worden met ISPT en PIN-NL. (Rest)warmte en WKK: De VNCI heeft samen met de Raffinaderijen en de Papierindustrie een warmteinventarisatie uitgevoerd. Aan de hand van dit rapport zijn een aantal gesprekken gevoerd met het Ministerie van Economische Zaken. Ook in het SER traject voor een energieakkoord voor duurzame groei wordt door de VNCI ingezet op meer aandacht voor de benutting van restwarmte en de efficiente opwekking van warmte /elektriciteit door middel van WKK. De VNCI zal de komende periode zich

blijven inzetten voor het invullen van de randvoorwaarden die nodig zijn voor realisatie van (rest)warmte projecten en WKK. Aanvullende branche activiteiten rondom ketenefficiency initiatieven in het verlengde van de uitkomsten Routekaart. Voor de VNCI staat de actieagenda van de Routekaart centraal voor de activiteiten in het kader van energie en klimaat. De actieagenda voor de periode tot en met 2016 ziet er schematisch als volgt uit: De routekaart kent zes concrete oplossingsrichtingen: 1. Energie-efficiëntie: het tegengaan van energieverspilling in het eigen proces; 2. Vervanging fossiele grondstoffen: door inzet van hernieuwbare grondstoffen (biomassa) voor de productie van chemische producten; 3. Carbon Capture and Storage of Usage (CCS/CCU): CO2 afvangen en vervolgens opslaan of gebruiken (recyclen); 4. Recycling van materiaalstromen, ofwel het sluiten van de materiaalketen: hergebruiken van producten en materialen na het gebruik; 5. Duurzame producten: bijdragen aan de ontwikkeling van duurzame producten voor eindgebruikers; 6. Duurzame energie: zelf opwekken of inkopen van duurzame energie De VNCI wil op alle 6 oplossingsrichtingen het komend jaar 2 projecten initieren. De VNCI vraagt ondersteuning van Agentschap NL bij het opstarten van deze

projecten, door inhoudelijke kennis te mobiliseren en waar nodig projectondersteuning te bieden in het kader van de convenanten MJA3 en MEE. De Routekaart richt zich op 40% broeikasgasreductie en daarmee nadrukkelijjk breder dan energie efficiency. Een aantal onderwerpen zoals vergroening van grondstoffen en CCS/CCU is geen specifiek onderdeel van MJA3 en MEE maar dragen wel bij aan de overkoepelende doelstelling van deze convenanten. De VNCI vraagt daarom ook op deze onderwerpen een faciliterende bijdrage vanuit AgentschapNL / Ministeries EZ en I&M en per onderwerp te kijken onder welk programma de benodigde ondersteuning kan worden vormgegeven. Als voorbeeld zouden een aantal biobased activiteiten vormgegeven kunnen worden onder de Biobased Economy waarin de VNCI participeert in het zogenaamde agropapier-chemie cluster. Voorbeelden van projecten onder de routekaart: Verwaarden van de reststromen propaan naar propeen Recycling van kunststof materialen (bijvoorbeeld depolymerisatie) ism tapijt/textiel en NRK Tronox bouwmateriaal (filterkoek) als volwaardige vervanger van dure en schaarse primaire bouwstoffen, zoals grind en zand. Certificering van groene grondstoffen voor de chemie is al afgesloten. Life Cycle Analysis: In 2011 voerde de VNCI samen met Agentschap NL een aantal activiteiten uit gericht op het op sectorniveau en op bedrijfsniveau inzichtelijk maken van de carbon footprint. Dit traject is zowel vanuit de beleidsgroep Energie en Klimaat maar ook vanuit het Responsible Care groep van de VNCI geïnitieerd. Dit traject heeft geleid tot een handreiking voor bedrijven in de chemie die met Life Cycle Analysis aan de slag willen om hun keteneffecten zichtbaar te kunnen maken. De studie gericht op het inzichtelijk maken van de milieudruk van de Nederlandse Chemie is gebruikt in een stakeholder dialoog en zal verder opvolging krijgen in de wijze waarop gecommuniceerd wordt over milieuimpacts. De komende periode zal ook samenwerking worden gezocht met de World Bussiness Council of Bussiness Development op dit onderwerp. Communicatie en bijeenkomsten: De VNCI richt zich op het ondersteunen van haar leden op een aantal prioritaire speerpunten waaronder Energie en Klimaat. Hiertoe organiseert zij een aantal bijeenkomsten zoals de jaarlijkse themadag energie, klimaat en innovatie en de bijeenkomsten in het kader van de eerder genoemde activiteiten. Daarnaast besteden we aan energie en klimaat maandelijks ruim aandacht in het Chemie Magazine aan interviews met leden die hun ervaringen op uitgevoerde projecten op deze wijze delen. Via dit blad informeren wij ook extern over projecten zoals het Carbonfootprint traject of de PI scans. Naar de leden toe ziet de VNCI het als belangrijk aandachtspunt dat de communicatie rondom verschillende instrumenten (Green Deal, ETS, opzet van de agenda s topsectoren) in een logisch kader gebeurt om te voorkomen dat de leden door de spreekwoordelijke bomen het bos niet meer zien. De VNCI ziet het als haar taak om naast haar eigen communicatiekanalen hierin actief mee te denken in de verschillende werkgroepen die in VNO-NCW verband worden georganiseerd voor de convenanten MEE en MJA.

Capaciteit binnen de VNCI: De VNCI heeft een voltijd speerpuntmanager energie en klimaat aangesteld om extra aandacht te kunnen geven aan de energieconvenanten en in het bijzonder de routekaart. Daarnaast heeft de VNCI via SynchemPlus en het Europese project SpiCE3 additionele capaciteit ingeschakeld voor de komende 2 jaar om meer aandacht te geven aan energiemanagement en best practices.