BSN Nederland. Studiegids Najaar 2006. MBA-programma fase 2 en 3. BSN Nederland de Action Learning business school



Vergelijkbare documenten
Business School Nederland Studiegids

Studiegids. Voorjaar 2008

Opleidingsgids Najaar 2008

Opleidingsgids Voorjaar 2009

Opleidingsgids. Voorjaar 2010

Business School Nederland. Fast track MBA 2011

je en jij interactief mobiel uit vertrouwelijk aantekeningen Business School Nederland Marsroute Fast track MBA 2011 Centrale ligging

FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

Regels voor het schrijven, begeleiden en beoordelen van MAscripties

Examinering NEVI PLP leergang 2013/2014 (onder voorbehoud van wijzigingen)

LEIDERS VAN MORGEN MD NETWERK VOOR HR EN MD PROFESSIONALS

DEELEXAMENREGLEMENT 'BETONTECHNOLOGISCH ADVISEUR'

: Afstudeerproject BSc KI : Bachelor Kunstmatige Intelligentie Studiejaar, Semester, Periode : semester 2, periode 5 en 6

Boost uw carrière. Zo kiest u de MBAopleiding die bij u past. Deze whitepaper is mede mogelijk gemaakt door

Reglement Bachelorscriptie Geschiedenis Vastgesteld op , verbeterd en goedgekeurd door de examencommissie op

Management & Organisatie

Scriptiereglement Faculteit Rechtsgeleerdheid

Functieprofiel: Adviseur Functiecode: 0303

Premaster Managementwetenschappen

BABZ-opleiding Basisjaar en Specialisatie Burgerzaken

Beschrijving Basiskwalificatie onderwijs

Utrecht Business School

Workshop. Complexe Onderhandelingen

PROJECT PLAN VOOR DE IMPLEMENTATIE VAN EEN STANDAARD SITE VOOR DE VERENIGING O3D

Utrecht Business School

Inschrijfformulier Executive Master in Business Administration

Artikel 1 Toepassingsbereik

Scriptiereglement (Ex artikel 4.14 Onderwijs- en examenregeling van de masteropleidingen)

Aanvullende informatie

Afspraken tussen EVC aanbieder en EVC kandidaat. EVC-procedure Masteropleiding Archeologie. 1 v-3

Scriptiereglement Faculteit Rechtsgeleerdheid

Studiehandleiding Ba-scriptie Kunsten, Cultuur en Media

Breidt netwerk min of meer bij toeval uit. Verneemt bij bedrijven wensen voor nieuwe

Taken en competenties gecertificeerde secretarissen en coördinatoren

Utrecht Business School

Afdeling VAVO. Praktische opdracht HAVO/VWO. Handleiding

Programma Groepsontwikkeling Werkwijze programma Groepsontwikkeling. Inhoudsopgave

Studiehadleiding. Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging

1. Inleiding. 2. Aanvang

RICHTLIJNEN KERKELIJK EXAMEN

Utrecht Business School

Utrecht Business School

BROCHURE Workshop Coachend Leidinggeven. Coachend Leidinggeven. Sales Force Consulting

ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT DEFINITIES

Contract Awareness voor staf- en bureaumedewerkers

Reglement Onderzoekscollege en Bachelorscriptie Europese Studies

van onderwijs en onderwijsondersteuning binnen Directeur onderwijsinstituut

Onderwijs- en examenreglement ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT DEFINITIES

Utrecht Business School

Succesvol implementeren

Afdeling VAVO. Praktische opdracht VMBO. Handleiding

Team Alignment. En als mensen nu echt hun verantwoordelijkheid nemen? Transformational Programs by TLC

Voorlichting 4-HAVO. Profielwerkstuk. 7 april 2016

Utrecht Business School

Algemene Informatie Profielwerkstuk Landsexamen Aruba Mavo/Havo/Vwo

STUDIEGIDS (v. 3.0) INLEIDING

Kwaliteitscriteria en Diepgang

Utrecht Business School

Utrecht Business School

Bachelor of Business Administration (MER opleiding)

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek

Utrecht Business School

Rekenkamercommissie Wijdemeren

FORMULIER FUNCTIEPROFIEL

Reglement bachelorwerkstuk

Faculteit Rechten. Universiteit Hasselt. Reglement betreffende de bachelorscriptie (derde bachelor rechten)

Reglement voor de Permanente Educatie van in het LRGD ingeschreven deskundigen 7 december 2015

Lange cursus beschrijving van de cursus: ITIL basics

Veel gestelde vragen lijst Deeltijd Human Resource Management

Utrecht Business School

Basisinformatie Opleiding

Opleiding Verpleegkunde Leerondersteuning Stage (LOS)

Management & Organisatie

EXAMENREGLEMENT FACTORING MANAGEMENT

Bachelorproject (15 EC), BSK. Docent: MSc, Drs. C. Nagtegaal

REGLEMENT COLLEGIAAL OVERLEG ESTATE PLANNERS

Inhoud. Inleiding 9. 5 Planning Leerdoelen en persoonlijke doelen Het ontwerpen van het leerproces Planning in de tijd 89

Toetsprotocol. leerjaar 1, 2 en 3H/V

Aanmeldformulier Executive MBA

Examenreglement SVCK

Protocol Werkplekleren Student ESoE. Minor Educatie & Communicatie Variant II

REGLEMENT PERMANENTE EDUCATIE REGISTER OPERATIONAL AUDITORS

Workshop: De (operationeel) medewerker als Ambassadeur - Werken voor en bij je klant -

Faculteit der Geesteswetenschappen Cluster Filosofie. Bachelor scriptiereglement voor de opleiding: Wijsbegeerte

Handleiding Scriptie Blok 1/3 Master Film- en Televisiewetenschap Universiteit Utrecht

Utrecht Business School

SPO. Examenreglement. Algemene bepalingen

UITVOERINGSREGELS KYNOLOGISCHE OPLEIDINGEN

WERKSTUK Taalexpert PRIMO

Utrecht Business School

Examenreglement

Reglement voor de Permanente Educatie van in het NFFI ingeschreven deskundigen 23 oktober 2015

Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar Regeling Externe toezichthouders bij examens

stimuleert ondernemerschap BRochure STEVE

Handboek. beroepsgericht leren. Een handreiking voor het ontwerpen en ontwikkelen van beroepsopleidingen

Masterdiploma Werk Mentor... 2 POP Logboek Modules Vrijstelling... 3

Werkwijze Praktijktest

Centrum voor Thuisbeademing Maastricht

Transcriptie:

BSN Nederland Studiegids Najaar 2006 MBA-programma fase 2 en 3 BSN Nederland de Action Learning business school

Copyright BSN I, najaar 2006 Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van BSN International. Uitgezonderd hiervan zijn kopieën/prints e.d. ten behoeve van de studie bij BSN voor eigen gebruik van de deelnemer/student. 2 BSN Nederland de Action Learning business school

Inhoud HOOFDSTUK 1 - BSN NEDERLAND 5 1.1. Action Learning MBA 5 1.2. De docenten 7 1.3. De set adviser 7 HOOFDSTUK 2 - STUDIEMATERIAAL 9 2.1 Core courses 9 2.2 Databanken 10 2.3 Bibliotheek 10 2.4 Q-projects 10 HOOFDSTUK 3 - PROCEDURES EN REGELS 11 3.1 Afwezigheid 11 3.2 Evaluatie van de bijeenkomsten 11 3.3 Niet op tijd inleveren van opdrachten 11 3.4 Overschrijden normale studieduur 12 3.5 Bezwaar tegen beoordelingen 12 3.6 Inzage ALPen en dissertations 12 3.7 Fraude 12 HOOFDSTUK 4 - BIJEENKOMSTEN 13 4.1 Locatie 13 4.2 Programmaopzet en benamingen 13 4.2.1 Voorbereiding 13 4.2.2 Action Learning Projecten 14 4.2.3 Oriëntatie op fase 3 15 4.2.4 Intervisie 15 4.2.5 Viva Voce 15 BSN Nederland de Action Learning business school 3

HOOFDSTUK 5 - OPDRACHTEN 17 5.1 In te leveren opdrachten 18 5.2 Opdrachten 18 5.2.1 Fase 2 19 5.2.1.1 Organisatieverslag (OV) 19 5.2.1.2 Evaluatie Management Leerervaringen (EML 1) 19 5.2.1.3 Action Learning Project (ALP) 20 5.2.1.4 VAL opdrachten 23 5.2.1.5 International Management 23 5.2.1.6 Persoonlijk Effectiviteits Paper (PEP) 24 5.2.2 Fase 3 25 5.2.2.1 Organisatieanalyse (OA) 25 5.2.2.2 De Dissertation 27 5.2.2.3 Literatuur Onderzoek (LO) 28 5.2.2.4 Masters Project (MP) 28 5.2.2.5 Project Monograph (PM) 29 5.2.2.6 Dissertation Abstract 30 5.2.2.7 Evaluatie van Management Leerervaringen (EML2) 30 5.3 Begeleiding gedurende de dissertation fase 31 5.4 Aanbieden van de dissertation 33 HOOFDSTUK 6 - WAARDERING EN EXAMEN 35 6.1 Beoordelaars 35 6.2 Beoordelingsschema 36 6.3 Gradingsysteem 36 6.4 Viva Voce 38 6.5 Afronden MBA-programma 39 Bijlagen I II III IV V VI VII VIII IX Databanken op Internet Format subsetvragen Executive MBA Format ALP-voorstel (max. 3 A4-tjes) BSN-beoordelingsaspecten en de relatie met de leercyclus lnterne beoordeling dissertation MBA Dissertation Abstract Overeenkomst inzage Dissertation en Project Monograph Relevantie van de dissertation voor de organisatie Format Dissertation proposal 4 BSN Nederland de Action Learning business school

Hoofdstuk 1 - BSN Nederland In dit hoofdstuk wordt informatie gegeven over BSN Nederland (de Action Learning MBA) en de belangrijkste betrokken partijen, zoals de docenten en de set adviser. Dit hoofdstuk is opgenomen in de studiegids om een goed beeld te verkrijgen van de organisatie BSN Nederland en de filosofie achter de studieprogramma s. Voor hier mee van start kan worden gegaan, zal in deze introductie eerst nader worden ingegaan op de kwaliteitserkenningen van BSN Nederland en Action Learning. Nationaal en Internationaal erkende MBA-graad Als een van de eerste instituten is BSN Nederland door DVC 1 gevalideerd en sinds 2003 officieel door de overheid (NVAO 2 ) erkend. Bovendien is BSN Nederland Academic Partner van International Management Centres Association (IMCA) gevestigd te Buckingham, UK. Ten behoeve van IMCA dienen aan het einde van de studie twee Engelstalige samenvattingen te worden gemaakt, de Project Monograph en de Dissertation Abstract. Alle overige opdrachten worden in het Nederlands geschreven. De academische aard van de opleiding brengt met zich mee dat het programma met een bepaalde regelmaat wordt aangepast. Dergelijke programmatische en/of inhoudelijke wijzigingen kunnen tot gevolg hebben dat deze gids op sommige punten gedateerd is. Het spreekt vanzelf dat de studenten en andere betrokkenen zo snel mogelijk op de hoogte worden gebracht wanneer dit het geval is. Action Learning BSN Nederland hanteert de methodiek van Action Learning, ontwikkeld door Reg Revans. Revans, in de jaren zestig de eerste hoogleraar bedrijfskunde in Engeland, heeft met managers gewerkt in Europa, Amerika, Afrika en India. Bovendien was hij President Emeritus van IMCA, de Britse partner van BSN. Na zijn overlijden in januari 2003, heeft onder andere Michael J. Marquardt zijn werkzaamheden over genomen. Bij Action Learning staat de ontwikkeling van de student en de organisatie centraal. Studenten leren de juiste vragen te formuleren bij de knelpunten en problemen die de manager in zijn dagelijks werk tegenkomt. Bovendien is Action Learning ook ondersteunend bij het bestuderen van managementliteratuur doordat de deelnemer onderscheid leert maken tussen meer en minder relevante informatie. 1.1. Action Learning MBA Om het rendement van de studie voor zowel de student als de organisatie te vergroten heeft BSN Nederland gekozen voor resultaatgericht onderwijs in de vorm van Action Learning. Dit betekent dat naast het verkrijgen van meer theoretische kennis de nadruk wordt gelegd op het vergroten van ervaringskennis. Kenmerken van Action Learning zijn: - nadruk op het uitwisselen van kennis en ervaring; - ontwikkelingsbehoefte van de deelnemer wordt gehanteerd als uitgangspunt; - directe toepassing van theorie in de praktijk. De studenten leren door de theorie direct in de praktijk toe te passen. Dit komt met name tot uiting in de opdrachten die moeten worden uitgevoerd en geïmplementeerd binnen de eigen organisatie. Deze vorm van 1 Dutch Validation Council 2 Nederlandse Vlaamse Accreditatie Organisatie BSN Nederland de Action Learning business school 5

educatie daagt de student uit het geleerde direct in de praktijk te toetsen. De studenten werken in kleine groepen, subsets genoemd, waarin gezamenlijk de lessen worden voorbereid, opdrachten worden uitgewerkt en ervaringen worden gedeeld. De subset is een belangrijk element bij Action Learning en staat daarom centraal tijdens de opleiding. Actuele vraagstukken De studenten worden geacht op zeven managementwerkvelden een actueel vraagstuk binnen de eigen organisatie op te lossen. Op grond van de rapportage over de probleemanalyse, het zoeken en kiezen van de oplossing en het implementatieplan wordt het geleerde getoetst. Voor een optimaal resultaat is actieve deelname aan subset- en setbijeenkomsten, waarin wederzijds gebruik gemaakt kan worden van de ervaringsdeskundigheid van de verschillende studenten, een belangrijke voorwaarde. Vertrouwelijkheid Gezamenlijk zorgen de studenten in een Action Learning programma ervoor dat díe kennis en vaardigheden verkregen worden, die voor ieders ontwikkeling als manager nodig zijn. Dit betekent met name een (pro- )actieve opstelling naar docent, set adviser en medestudenten. Het spreekt voor zich dat de informatie die tijdens het hele studieprogramma wordt uitgewisseld vertrouwelijk is en als zodanig moet worden behandeld. Verschillende fasen De Action Learning MBA van BSN Nederland in onderverdeeld in twee fasen (fase 2 en 3). Voor de deelnemers die nog niet beschikken over voldoende werk- en studie-ervaring is fase 1, het Algemeen Management Programma (AMP), een voorbereidend studieprogramma. Fase 2 wordt gezien als de kern van het studieprogramma, bestaat uit 7 managementwerkvelden, onderverdeeld in 7 core courses 3 : - Operations Management; - Human Resource Management; - Marketing Management; - Financieel Management; - Strategisch Management; - Informatie Management; - International Management. Tijdens deze fase worden de Action Learning Projecten (ALPen) uitgevoerd. Dit houdt in dat elke core course wordt afgesloten met een opdracht, het Action Learning Project (ALP). Door middel van deze opdrachten (en dit geldt ook voor de dissertation in de derde fase) wordt de student getraind om problemen die binnen de organisatie spelen met behulp van een effectieve benadering tot een oplossing te brengen. In het begin van de tweede fase zal hieraan tijdens de core course Operations Management en de workshop Projectrapportage speciale aandacht worden besteed. Daarnaast is er nog een extra workshop gericht op Veranderkunde, waarin inzicht wordt verkregen in de gevolgen die het implementeren van veranderingstrajecten kan hebben op de organisatie van de student. Het is voor studenten bij BSN en iedereen die in het bezit is van een MBA-titel of daarvoor studeert mogelijk zich verder te verdiepen in een bepaald onderwerp of vakgebied. Dit kan door middel van een major. Op dit moment worden de volgende majors aangeboden: Sales, Insurance, Leiderschap en Veranderkunde. Voor meer informatie kunt u zich wenden tot de afdeling programmavoorlichting (info@bsnnederland.nl). Voortdurende reflectie op de eigen ontwikkeling c.q. het leerproces neemt binnen de Action Learning methodiek een belangrijke plaats in. De studenten houden daarom een logboek bij van de persoonlijke leerervaringen. Kernvragen zijn: wat wil ik leren en leer ik wat ik zou willen leren? En als dit laatste niet of 3 MBA Sales verschilt hierin. Deze heeft nog een 8 e core course, te weten Sales Management 6 BSN Nederland de Action Learning business school

onvoldoende het geval is, welke vragen moet ik dan stellen om dit wel te realiseren?. De informatie uit het logboek vormt de basis voor de realisatie van een van de laatste opdrachten, de Evaluatie van Management Leerervaringen (EML2). Om zich meer bewust te worden van de manier waarop kennis en kunde verworven kan worden en inzicht te krijgen in hoe men zelf het makkelijkst leert, wordt aan het begin van de studie specifiek aandacht besteed aan leerstijlen. Ook worden handvatten gegeven voor de ontwikkeling van de verschillende stijlen 4. Fase 3 is een zeer individuele fase, die vooral in het teken staat van het afstudeerproject (de dissertation). Dit is een veelomvattend traject bestaande uit een literatuuronderzoek en een praktijkdeel, het Masters Project. Tijdens deze fase vinden ook gezamenlijke voortgangsgesprekken en intervisiebijeenkomsten plaats. Mondelinge verdediging van de dissertation vindt plaats tijdens de Viva Voce sessie. Een positieve uitslag resulteert in de titel Master of Business Administration. Tijdens de jaarlijkse Graduation Ceremony zal de bul worden uitgereikt. 1.2. De docenten De docenten van BSN Nederland beschikken allen over een gedegen vakkennis en een ruime praktijkervaring. Zij zijn naast hun docentschap werkzaam in het bedrijfsleven als consultant, directeur van een eigen bedrijf of als werknemer in een bepaald vakgebied. In het MBA-programma zijn zij medeverantwoordelijk voor de inhoudelijke kant van het studieprogramma. Door de combinatie vakkennis en praktijkervaring, wordt het studiemateriaal regelmatig aangepast en kunnen er continu actuele situaties worden behandeld. De begeleiding van de studenten door de docent betreft enerzijds de setbijeenkomsten waarin de informatiebehoeften van de verschillende studenten het uitgangspunt vormen. De subsetvragen leveren hiervoor belangrijke input. Anderzijds betreft dit de begeleiding bij de keuze van een onderwerp en het voorstel van het Action Learning Project (ALP). In de derde fase treedt een van de core course docenten gewoonlijk op als interne examinator (internal) bij de beoordeling van de dissertation en de Viva Voce. De CV's van docenten zijn te vinden op de website van BSN Nederland. 1.3. De set adviser Elke subset krijgt een set adviser toegewezen. De set adviser stimuleert, begeleidt en adviseert tijdens het leerproces en fungeert voor de set als vaste contactpersoon bij BSN Nederland. De start up sessie, de bijeenkomst ter oriëntatie op Fase 3 en de intervisie sessies worden door de set adviser begeleid. De set adviser is tevens beoordelaar van enkele opdrachten (o.a. EML 1 en 2, het organisatie verslag, de organisatieanalyse en het dissertation proposal). Tijdens de Viva Voce, waar de dissertation wordt verdedigd, fungeert de set adviser als voorzitter van de Examencommissie. 4 Instrument Leerstijlen, Peter Honey & Alan Mumford BSN Nederland de Action Learning business school 7

8 BSN Nederland de Action Learning business school

Hoofdstuk 2 - Studiemateriaal Voor we in dit hoofdstuk ingaan op het studiemateriaal en de aangeboden databases voor onderzoek wordt eerst een kort overzicht weergegeven van de MBA-programma s die worden gevoerd door BSN Nederland. Het studiemateriaal behorende bij de MBA-programma s is specifiek ontwikkeld voor het desbetreffende vakgebied. Om het materiaal zo actueel mogelijke te houden vindt er regelmatig er een update plaats. Alle MBA programma s bestaan uit zes core courses waarin de managementwerkvelden worden behandeld en een course International Management. Elke course, met uitzondering van HRM en FM, moet worden afgesloten met een Action Learning Project (ALP). De core courses HRM en FM worden afgesloten met een opdracht binnen de digitale leeromgeving. De student schrijft voor de andere core courses een projectvoorstel en legt dit ter beoordeling voor aan de docent. Na de laatste studiebijeenkomst start de student daadwerkelijk met het project. Ter ondersteuning worden er tijdens de core course Operations Management en de workshop Project Management instructies gegeven. Tevens wordt door BSN Nederland de mogelijkheid gegeven om van een aantal databases gebruik te maken. De MBA Programma's die worden aangeboden door BSN Nederland zijn: - Executive MBA - MBA Jump! - MBA Insurance - MBA Sales 2.1 Core courses Het studiemateriaal per core course bestaat uit: - een studiewijzer met opgaven en artikelen; - één of twee handboeken. De studiewijzer bestaat uit drie onderdelen, te weten (1) visie, (2) instrumenten en (3) integratie. Tijdens het eerste onderdeel staat het vormen van een visie op het betreffende vakgebied, mede op basis van literatuur, centraal. De wat-vraag komt hierbij aan de orde. Doelstelling is het bereiken van een algemeen perspectief van het ter discussie staande onderwerp. Tijdens het tweede onderdeel is de focus gericht op de methoden, instrumenten en werkwijzen die beschikbaar zijn om een specifiek managementgebied te beheersen en/of verder te ontwikkelen. Het doel van het derde en laatste onderdeel is integratie. Het onderwerp wordt in samenhang gebracht met andere onderwerpen. Integratie in de praktijksituatie van de student kan plaatsvinden nadat een visie is gevormd en inzicht is verworven in diverse instrumenten. Tevens krijgt tijdens het onderdeel integratie het betreffende managementgebied een plaats in de ontwikkeling van de organisatie als geheel. Tijdens de opstartdag wordt nadere uitleg gegeven over de te volgen werkwijze binnen de digitale leeromgeving voor de core courses HRM en FM. Voor de core course International Management geldt een afwijkende opzet. In de studiewijzer behorende bij deze course zal ook een beschrijving van de opzet van de course worden opgenomen. International Management bestaat uit 2 studiedagen. De studiedagen zullen worden afgesloten met een groepsopdracht en eventueel (facultatief) een buitenlandreis. De literatuur behorende bij de courses staat vermeld in de studiewijzer. BSN Nederland de Action Learning business school 9

2.2 Databanken Ter ondersteuning van de studie hebben BSN studenten de mogelijkheid aanvullende literatuur te zoeken via de geautomatiseerde databestanden van EBSCO. EBSCO is een Engelstalige database waarin veel artikelen staan die kosteloos zijn te downloaden. Deze database bevat artikelen uit meer dan 1400 management tijdschriften zoals Newsweek, The Economist en Harvard Business Review. Op deze database hebben studenten van BSN Nederland automatisch een abonnement. U bereikt de site van EBSCO via de studentensite van bsnnederland (www.bsnnederland.nl). Kies in het menu inloggen de optie studenten. U dient de volgende gegevens in te voeren: - gebruikersnaam: mbabsnnl - wachtwoord: VoorStudenten De database van EBSCO kunt bereiken onder de menuoptie andere sites. U dient de volgende gegevens in te voeren: - username: Bsinternational - password: internetmba Verder wordt aan studenten aanbevolen om gebruik te maken van de database van Harvard Business School (http://www.hbsp.harvard.edu). Tegen betaling (met creditcard) kunnen veel artikelen worden gedownload, de prijzen zijn redelijk. 2.3 Bibliotheek BSN Nederland beschikt over een eigen collectie managementliteratuur, artikelen en uitgewerkte Action Learning Projecten. Deze worden niet uitgeleend, maar worden als ondersteuning ter inzage aangeboden. Met name in de ontwerpfase is dit bruikbaar om inspiratie op te doen. 2.4 Q-projects BSN Nederland biedt haar studenten de mogelijkheid om (ook) te leren van uitgevoerde opdrachten van medestudenten. Daarvoor is Q-projects in het leven geroepen, een database op de website van BSN Nederland, die toegankelijk is voor studenten en oud-studenten, en waarin samenvattingen van ALPen en dissertationdocumenten zijn opgenomen. De studenten dienen er zelf op toe te zien dat de samenvattingen die zij inleveren zodanig zijn geschreven dat deze door medestudenten mogen worden ingezien en dus geen bedrijfsgevoelige informatie bevatten. 10 BSN Nederland de Action Learning business school

Hoofdstuk 3 - Procedures en regels Studenten die zich aanmelden voor de Action Learning MBA van BSN Nederland worden ingedeeld in een groep, de set genoemd. Voor elke set wordt door BSN Nederland een programma opgesteld. Het kan voorkomen dat een student een aantal maal niet bij de setbijeenkomst aanwezig kan zijn. In overleg met de set adviser kan de student, indien de planning dit toelaat, enige flexibiliteit in het studieprogramma aanbrengen. Bovendien moet de student een aantal opdrachten uitwerken. In relatie tot deze opdrachten worden in dit hoofdstuk procedures beschreven die van belang zijn voor student. 3.1 Afwezigheid Het bijwonen van subsetbijeenkomsten en plenaire sessies behoort tot een van de voorwaarden waaronder de MBA-opleiding met goed gevolg kan worden afgesloten. Het kan voorkomen dat dwingende redenen het onmogelijk maken om een of meerdere bijeenkomsten bij te wonen. BSN Nederland hanteert de regel dat maximaal 3 core course sessies gemist kunnen worden zonder dat dit negatieve gevolgen heeft voor de te behalen MBA-creditpunten. Per core course mag dit niet meer dan één dag zijn. Wanneer een student twee of meer bijeenkomsten mist dan is deze verplicht het betreffende onderdeel opnieuw te volgen. Eventueel kan, indien tijdig aangegeven, worden nagegaan of de bijeenkomst kan worden gevolgd in een andere set. 3.2 Evaluatie van de bijeenkomsten Het is de bedoeling dat de bijgewoonde plenaire sessies worden afgesloten met een evaluatie. Hiertoe krijgt u per email een uitnodiging. U wordt bevraagd over de docent, het studiemateriaal en uw eigen bijdrage. Invullen van het formulier kost ongeveer 5 minuten en is verplicht. De uitkomst van de evaluatie wordt gebruikt door BSN Nederland om de opleiding te verbeteren. 3.3 Niet op tijd inleveren van opdrachten Er kunnen dringende redenen zijn die leiden tot een vertraging van het studieprogramma en/of het inleveren van de opdrachten. Wanneer dit het geval is (of dreigt te worden) dient de student hierover contact op te nemen met de set adviser. De set adviser zal samen met de student nagaan of er mogelijke alternatieven voor verdere voortgang zijn. In principe bestaat er maar een (beperkte) mogelijkheid om uitstel te verkrijgen voor het inleveren van een opdracht. Doorgaans betreft dit een uitstel van enkele weken. De ervaring heeft uitgewezen dat dit geen problemen hoeft op te leveren voor de studieplanning waarvoor de student zich bij aanvang heeft aangemeld. In uitzonderlijke gevallen is het mogelijk om voor een enkele opdracht uit de tweede fase uitstel voor een langere periode te krijgen. Hiervoor geldt een maximum van één jaar nadat de laatste core course sessie heeft plaatsgevonden. Wordt deze termijn niet gehaald dan moet de core course opnieuw worden gevolgd waarbij wederom kosten in rekening worden gebracht. Het kan voorkomen dat bepaalde omstandigheden leiden tot een fundamentele stagnatie in het studieprogramma: de student moet teveel bijeenkomsten missen of is niet in de gelegenheid meerdere opdrachten op tijd in te leveren. In dergelijke situaties bestaat de mogelijkheid een deel van het programma over te slaan en dit op een later moment - in een andere set - te volgen. Hierover moet ook altijd overleg worden gepleegd worden met de set adviser. Voor deze aanpassing in het studieprogramma worden administratiekosten in rekening gebracht. BSN Nederland de Action Learning business school 11

Indien het studiemateriaal in de tussentijd is aangepast, zullen de nieuw te verstrekken materialen ook in rekening worden gebracht. In alle gevallen moet rekening gehouden worden met een maximale studieduur van 4 jaar gerekend vanaf de start up sessie. 3.4 Overschrijden normale studieduur Bij overschrijding van de normale studieduur van 2½ jaar wordt aan de student een nieuwe set adviser toegewezen. Samen met de student wordt een tijdspad afgesproken zodat overschrijding van de maximum studieduur wordt voorkomen. Deze regeling geldt niet voor MBA Jump! studenten. 3.5 Bezwaar tegen beoordelingen Indien een student het niet eens is met een beoordeling kan hij schriftelijk bezwaar indienen bij de set adviser. Uitgebreide argumentatie is hierbij vereist. De set adviser zal contact opnemen de beoordelaar, die beslist of deze de beoordeling herziet. Is dat niet het geval dan gaat het protest met de beoordeling naar een andere beoordelaar voor een tweede beoordeling. Deze beoordeling is bindend. 3.6 Inzage ALPen en dissertations BSN Nederland beschikt over een database met samenvattingen van ALPen en dissertations: Q-projects. Met behulp van uitgebreide zoekmogelijkheden op onderwerp en auteur kunt u desgewenst, met name in de ontwerpfase, hiermee inspiratie opdoen. Q-projects is via de studentensite te benaderen. Indien men meer over de gevonden ALP of dissertation wil weten kan er desgewenst, via de set adviser, contact worden opgenomen met de auteur. Als de ALP of dissertation onder embargo is geschreven zal deze echter niet ter inzage van de student komen. Het verdere contact tussen auteur en student verloopt in principe niet via BSN Nederland. 3.7 Fraude De student zal de binnen het programma te vervaardigen opdrachten zelf maken. Opdrachten die tot stand komen door middel van fraude en/of op grond van plagiaat worden beoordeeld met 10 punten (op een schaal van 100). De student riskeert mede geschorst, dan wel verwijderd te worden van de (deel-)opleiding, zonder dat dit de opdrachtgever ontheft van de betalingsverplichting. Bij iedere opdracht en onderzoek wordt geput uit werk van anderen. Dat is geen enkel probleem, integendeel, zolang de student maar vermeldt dat er uit andermans werk is geput, aan wie het is ontleend en zolang er maar niet teveel is geciteerd. Dit kan ook uit ALPen, organisatie analyses en dissertations van andere studenten zijn. Geeft de student geen bronvermelding, dan wordt deze beschuldigd van plagiaat, ook als het gaat om delen van teksten die van internet zijn gehaald. Studenten die worden verdacht van plagiaat moeten verantwoording afleggen voor een commissie. Deze commissie geeft de student de mogelijkheid om zichzelf te verdedigen en bepaalt de uiteindelijke strafmaatregel.. 12 BSN Nederland de Action Learning business school

Hoofdstuk 4 - Bijeenkomsten In dit hoofdstuk wordt informatie gegeven over de programmaopzet en de benamingen die worden gebruikt in het kader van Action Learning, de voorbereiding van de core courses en de Action Learning Projecten. Tevens zal kort worden ingegaan op een aantal aanvullende bijeenkomsten zoals de introductie van fase 3, intervisie en de opdracht waarmee de opleiding wordt afgesloten, de viva voce (verdediging). 4.1 Locatie Tenzij er een andere locatie is aangegeven vinden de studiebijeenkomsten vinden plaats bij BSN Nederland, te Buren. Het adres is: BSN Nederland De Raadskamer Herenstraat 25 4116 BK Buren T.: (0344) 57 90 30 F.: (0344) 57 90 50 www.bsnnederland.nl Uitgewerkte opdrachten verzenden naar het postadres van BSN Nederland t.a.v. de studentenadministratie. Het postadres van BSN Nederland is: BSN Nederland Postbus 709 4116 ZJ Buren 4.2 Programmaopzet en benamingen 4.2.1 Voorbereiding Voor de start van de studiebijeenkomsten behoren de studenten zich individueel en in subset-verband voor te bereiden. Huisactiviteiten Opdrachten die de student, ter voorbereiding, individueel moet uitvoeren staan beschreven in de studiewijzer onder de paragraaf huisactiviteiten. De huisactiviteiten bestaan met name uit het lezen van literatuur en artikelen en het beantwoorden van vragen. Het is niet primair van belang dat de studenten de literatuur diepgaand analyseren. Academische kennis vergaren is immers niet het hoofddoel van een Action Learning MBA-opleiding. Een selectieve lezing en bestuderen van wat de student belangrijk vindt voor zijn eigen situatie is daarom in het algemeen afdoende. Waar nodig wordt bij de specificatie van de activiteiten aangegeven welke passages zeer belangrijk zijn. Subsetactiviteiten Aansluitend aan de huisactiviteiten moeten de subsetactiviteiten worden uitgevoerd. Tijdens de subsetactiviteiten staat de gedachtewisseling met andere studenten centraal. Gezamenlijk moet worden getracht inzicht te krijgen in de materie, in bepaalde problemen en in de praktische mogelijkheden om de gang van zaken in de eigen organisatie te verbeteren. Eén week voordat de plenaire sessies plaatsvinden, BSN Nederland de Action Learning business school 13

moet elke subset per e-mail zijn vragen aan de docent én set adviser kenbaar maken. In de vragen moet duidelijk naar voren komen waar de relevantie van de vraagstelling voor de werkzaamheden/organisatie van de studenten liggen. Er moet expliciet worden gestreefd naar een zo concreet mogelijk beeld dat als input voor de bijeenkomst aan de docent wordt voorgelegd. De adresgegevens van de docent staan op het curriculum vitae vermeld dat tegelijk met het studiemateriaal wordt geleverd. Een kopie van de mail moet aan de set, en de set adviser worden toegezonden. Logboek De studenten worden geacht aantekeningen te maken van de huis- en subsetactiviteiten, in het logboek. Reflectie op het Action Learning proces vormt een van de beoordelingsaspecten en deze aantekeningen kunnen op termijn worden gebruikt bij het maken van het Action Learning Project (ALP), waarmee de core course wordt afgesloten. BSN Nederland heeft er naar gestreefd de activiteiten zo te formuleren dat zij een direct antwoord bieden op vragen die van belang zouden kunnen zijn bij het maken van het Action Learning Project. De studenten kunnen, waar nodig, ook zelf tot het formuleren van vragen overgaan. Bovendien is het logboek van belang voor het registreren van de leerervaringen tijdens het hele Action Learning MBA-programma. Over de leerervaringen dient de student te rapporteren in de EML2 (Evaluatie Management Leerervaringen), die aan het eind van de studie als laatste opdracht moet worden ingeleverd. 4.2.2 Action Learning Projecten Tijdens de studie wordt op verschillende momenten aandacht besteed aan de opzet en uitvoering van Action Learning Projecten. Ten eerste wordt door de docenten tijdens de setbijeenkomst ingegaan op de specifieke eisen per core course. De docent (en de medestudenten) bespreekt de voorstellen tijdens de plenaire sessies. Aanvullend worden een tweetal workshops gehouden, te weten Projectrapportage en Veranderkunde. Tijdens Projectrapportage gaat de aandacht uit naar het schrijfproces en het onderzoeksproces, Veranderkunde richt zich op de impact die de implementatie van een ALP kan hebben op de organisatie. Hierdoor ontstaat de driedeling: (1) voorbereiding, (2) de uitvoering, en (3) de nazorg. Ontwerpen van een ALP Het goed uitvoeren van een Action Learning Project (ALP) vergt nogal wat tijd en inspanning van de student én support vanuit het bedrijf. In het begin van de opleiding wordt in één van de setbijeenkomsten van Operations Management specifiek aandacht besteed aan de eisen die aan het ALP worden gesteld. Voor het goed uitvoeren van een ALP wordt beroep gedaan op de nieuw te ontwikkelen vaardigheden. Daarom is het voortraject gefaseerd ingepland. De student dient voor elke opdracht een concept voorstel, ter goedkeuring, bij de docent in te leveren. Zie bijlage III in deze studiegids of de website (www.bsnnederland.nl) voor het te gebruiken format. Na goedkeuring kan men starten met de uitwerking van het ALP project. Zie hiervoor hoofdstuk 5. De eerste ALP (over het algemeen Operations Management) die men inlevert, is een concept ALP, die door Request For Comment (RFC) 5 op de geldende criteria wordt beoordeeld. Indien de student niet tevreden is met het eerste resultaat dan is er de mogelijkheid om binnen 3 weken een tweede bijgestelde versie ter beoordeling in te leveren. De beoordeling van deze ALP geldt dan als definitief. Bij een score van lager dan 40 móet de ALP worden overgedaan 6. Veranderkunde Deze course bestaat één dag. De course gaat over geplande veranderingen, voortkomend uit de ALPen, waar de student invloed op zou willen of kunnen uitoefenen. Onderwerpen die aan de orde komen zijn o.a. de oorzaak gevolg relaties, het dilemma tussen zelfstandig handelen en gestuurd worden, het creëren van bedoelde en onbedoelde effecten van veranderingsprocessen, weerstand, diagnosemodellen om situaties te analyseren en te beoordelen en er wordt aandacht besteed aan de vermogens, attitude en werkwijze van de 5 Onafhankelijke organisatie die de beoordelingen verzorgt 6 De beoordelingssystematiek staat beschreven in hoofdstuk 6 14 BSN Nederland de Action Learning business school

veranderaar zelf en hoe deze kan leren veranderen. Studenten krijgen inzicht in de kleurentheorie en leren daarmee te werken. De kennis die wordt verworven en de ervaringen die worden opgedaan door deze course moeten worden meegenomen in EML2. 4.2.3 Oriëntatie op fase 3 Ter voorbereiding op het realiseren van de dissertation wordt eveneens een bijeenkomst gepland. In tegenstelling tot de andere opdrachten bestaat de dissertation uit twee delen, te weten het Literatuur Onderzoek: een uitgebreid theoretisch onderzoek dat aan de praktijkstudie ten grondslag ligt; Masters Project: het praktijkonderzoek. Ook voor de dissertation geldt dat een goedgekeurd voorstel (proposal) een vereiste is voor inlevering van de eindopdracht. Dit voorstel moet bij de set adviser ter goedkeuring worden ingeleverd. Zie voor het format bijlage IX van de studiegids of de website (www.bsnnederland.nl). 4.2.4 Intervisie Intervisie is een belangrijk onderdeel van Action Learning. Het doel van intervisie is de professionaliteit van iemand vergroten door zijn persoon in relatie tot bepaalde ervaringen en vraagstukken te bespreken. Het is geschikt voor gemengde groepen met professionals uit verschillende disciplines. Het accent ligt vooral op reflectie, communicatie en probleemstelling. In het studieprogramma zijn verschillende data gepland voor intervisie. Algemeen doel van de intervisiebijeenkomsten is uitwisseling van kennis en vaardigheden op het gebied van ALPen, Literatuur Onderzoek en het Masters Project. Tijdens fase 2 start men met ALP-intervisie. Tijdens deze intervisie worden de ervaringen en vraagstukken rondom de ALP projecten gezamenlijk besproken. Deze kan worden gehouden per set of subset. Indien wordt besloten de intervisie per subset uit te voeren, moet dit worden afgestemd met de set adviser. Na afloop van de tweede fase vinden er - onder leiding van de set adviser intervisiebijeenkomsten plaats die gericht zijn op de voortgang van de dissertation. De bijeenkomsten dienen ervoor om de ontwikkelingen rond de realisatie van de dissertation met elkaar te bespreken waardoor enerzijds support kan worden verkregen en anderzijds support aan medestudenten kan worden verleend. BSN Nederland adviseert studenten om de intervisie met enige regelmaat te herhalen. 4.2.5 Viva Voce De Viva Voce vormt de afsluiting van het MBA-programma waarin de student ten overstaan van een Examencommissie de dissertation mondeling verdedigt. De commissie bestaat uit een interne examinator, een externe examinator en de set adviser die als voorzitter fungeert. De Viva Voce vindt ongeveer 6 weken na het inleveren van de laatste opdrachten plaats, en duurt precies één uur. Datum en tijdstip worden bepaald in overleg met de Examencommissie. BSN Nederland de Action Learning business school 15

16 BSN Nederland de Action Learning business school

Hoofdstuk 5 - Opdrachten Tijdens fase 2 en 3 moeten opdrachten worden uitgevoerd die aanzienlijk verschillen van opdrachten welke deel uitmaken van traditionele opleidingen en cursussen. Dit komt omdat BSN Nederland de methodiek van Action Learning hanteert. Wat leren door te doen impliceert. Het uitgangspunt bij Action Learning is dat er daadwerkelijk effectief en op een bij de manager en diens situatie en omgeving passende wijze wordt geleerd te handelen. Leren effectief te handelen is het centrale thema bij Action Learning. De manager zal in een Action Learning programma leren om effectiever te handelen om de beoogde doelen inderdaad te realiseren. Om de verdere ontwikkelingen, onderzoek en effecten op het gebied van Action Learning bij te houden is BSN Nederland aangesloten bij de Action Learning Association (ALA). Binnen het Action Learning MBA programma van BSN Nederland ligt de nadruk op het daadwerkelijk oplossen van vraagstukken, tot en met de implementatie. De studenten leren knelpunten te onderzoeken binnen een bepaalde systematiek en verbeteringen te initiëren en door te voeren in hun eigen organisatie. Mede daarom is Action Learning uitermate geschikt voor managers met een grote mate van verantwoordelijkheid of die eraan toe zijn een sprong vooruit te maken in hun loopbaan. De opdrachten worden schriftelijk/elektronisch beoordeeld met uitzondering van de Viva Voce. Tijdens de Viva Voce wordt de dissertation mondeling door de student verdedigd. Deze verdediging draagt ook bij aan het eindresultaat. Action Learning Project De student is verplicht om eerst een ALP-voorstel bij de docent in te leveren. Hierin dient een heldere probleemstelling te zijn opgenomen gevolgd door een goed plan van aanpak waarin wordt aangegeven hoe men van plan is te werk te gaan. Pas wanneer de docent hieraan goedkeuring heeft verleend kan de student met de ALP van start gaan. Zie het format in bijlage III van de studiegids of de website (www.bsnnederland.nl). Literatuur De Action Learning MBA is een sterk praktijk- en resultaatgericht programma op postacademisch niveau. Daarom moet er gestreefd worden naar een zo groot mogelijke objectiviteit bij de uitvoering van de projecten. De kwaliteit van de MBA-opleiding wordt onder andere gewaarborgd door het niveau van de opdrachten. De beoordelaars zullen daarom relevante literatuur op juist gebruik controleren. Dit laatste betekent dat de studenten in de rapporten, daar waar het relevant is, moeten verwijzen naar de betreffende literatuur, c.q. auteur(s). Dissertation Voor de dissertation geldt dat de set adviser eerst goedkeuring moet geven voordat met de interne examinator contact kan worden gezocht. De benodigde formats voor de dissertation periode zijn te vinden in de bijlagen V t/m IX van de studiegids of op de website (www.bsnnederland.nl). Nadat in het verdere vervolg allereerst ingegaan wordt op het gebruik van literatuur voor de opdrachten, wordt aangegeven welke werkstukken deel uitmaken van het programma en wordt ingegaan op inhoud, vorm en omvang. Deze kunnen per opdracht enigszins verschillen. Ook zal aandacht besteed worden aan het vereiste format en de presentatie van de werkstukken. Vertrouwelijk Nogmaals melden wij hier dat alle opdrachten door BSN Nederland als vertrouwelijk worden behandeld. Inzage van opdrachten van overige deelnemers is bij BSN Nederland niet mogelijk, tenzij de student hiervoor schriftelijke toestemming heeft gegeven. De door de student geschreven samenvattingen en BSN Nederland de Action Learning business school 17

uittreksels (abstract en monograph) mogen geen vertrouwelijke informatie bevatten omdat zij opgenomen worden in Q-projects, de database met zoekmogelijkheid ten behoeve van studenten en alumni. 5.1 In te leveren opdrachten BSN Nederland organiseert twee maal per jaar een workshop Projectrapportage waarin uitgebreid wordt ingegaan op de presentatie van de opdrachten. Tijdens de workshop wordt gebruik gemaakt van een reader waarin bruikbare richtlijnen staan voor de lay out van de tekst. Deze reader is te vinden op de studentensite. De sheets die worden gebruikt ter ondersteuning van de workshop staan ook op de studentensite van BSN Nederland. Het blijft echter bij richtlijnen: het zijn geen regels. De vuistregel is dat het een goed leesbare, duidelijk gestructureerde tekst moet zijn. Korte samenvatting Van elk Action Learning Project en dit geldt ook voor de dissertation moet een korte samenvatting van maximaal 10 regels, elektronisch, worden ingeleverd bij de studentenadministratie. Voor een outsider moet uit deze bijlage duidelijk blijken wat de aard van het project is geweest. Deze samenvattingen worden opgenomen in Q-projects, de database met samenvattingen die studenten en alumni van BSN Nederland kunnen inzien op de studentensite (www.bsnnederland.nl) en in de bibliotheek. Deze korte samenvatting mag geen vertrouwelijke (bedrijfsgevoelige) informatie bevatten. De e-mail adressen van de studentenadministratie zijn: cfranken@bsnnederland.nl en abentum@bsnnederland.nl. Aantal documenten Het geniet sterk de voorkeur uw werkstukken elektronisch (per e-mail) in te sturen. Als u uw werkstukken toch in gedrukte vorm wilt indienen, dan moet van elk werkstuk twee exemplaren worden ingeleverd. Bij de opdrachten staat, naast de exacte aantallen, tevens vermeld wat moet worden toegezonden. 5.2 Opdrachten Hieronder volgen korte beschrijvingen van de opdrachten, de eventueel te behalen credit punten en de bijbehorende procedures. Het betreft informatie over opdrachten in fase 2 (core courses) en opdrachten in fase 3 (de dissertation fase). De opdrachten in fase 2 moeten zijn afgerond vóór de student met fase 3 van start kan gaan. Opdrachten in fase 2 - Organisatieverslag (OV) - Evaluatie Management Leerervaringen 1 (EML 1) alleen voor vrijgestelden fase 1 - Action Learning Projecten (ALPen) - VAL opdrachten binnen de digitale leeromgeving - International Management (groepsopdracht) - Persoonlijk Effectiviteits Paper (PEP) in geval van een major 18 BSN Nederland de Action Learning business school

Opdrachten in fase 3 - Organisatieanalyse (OA) - Dissertation: * MBA Dissertation Abstract * Literatuur onderzoek (LO) * Master s Project (MP) * Project Monograph (PM) - Evaluatie van Management Leerervaringen 2 (EML 2) - Persoonlijk Effectiviteits Paper (PEP) in geval van een masterclass 5.2.1 Fase 2 5.2.1.1 Organisatieverslag (OV) Creditpunten: geen Door gebruik te maken van Action Learning is studeren bij BSN Nederland waar maar enigszins mogelijk gerelateerd aan de werksituatie van de student. Studenten wordt daarom gevraagd bij aanvang van het MBA-programma een korte schets van de werkomgeving beschikbaar te stellen aan docenten, set adviser en medestudenten, in de vorm van een organisatieverslag van maximaal 3 pagina s. Dit is het een verplicht onderdeel van het programma. Doelstelling Elke student werkt in een (sub)set. Het goed functioneren van de (sub)set veronderstelt dat de leden een globaal beeld hebben van elkaars werkomstandigheden; Wat geldt voor medestudenten geldt ook voor de set adviser en docenten. Zij dienen op de hoogte te worden gesteld van de organisatorische context van elke student. Inleveren Het organisatieverslag moet op papier in 30-voud worden ingeleverd tijdens de start-up sessie (voor medestudenten, set adviser, docenten en studentenadministratie). Alle exemplaren moeten worden voorzien van een (gekopieerde) foto. De beoordeling wordt gedaan door de set adviser. 5.2.1.2 Evaluatie Management Leerervaringen (EML 1) Creditpunten: geen Deze opdracht behoeft alleen te worden gemaakt door studenten die vrijstelling hebben gekregen voor fase 1. Doelstelling van deze opdracht is het evalueren van de management leerervaringen uit de voorgaande jaren (ca. 5 jaar). Deze opdracht is ontwikkeld om (1) structuur aan te brengen in het leerproces, (2) bewustmaking van dit leerproces, en (3) een duidelijk verband aan te brengen tussen de ervaringen die tijdens de studieperiode zijn opgedaan en het toekomstige leerproces. Het is van belang dat in deze evaluatie voldoende inzage wordt gegeven in de manier waarop de scholing aan de ontwikkeling van de student heeft bijgedragen en op welke manier de opgedane kennis is toegepast in de praktijk. Het melden van alleen feiten en conclusies is dus onvoldoende. BSN Nederland de Action Learning business school 19

Onderwerpen die aan de orde moeten komen zijn: - de opleidingen, trainingen en/of cursussen die de student heeft gevolgd, inclusief inhoud, onderwijsvorm, en tijdsperiode; - de waarde die de betreffende scholing heeft gehad; - de onderwijsvorm die de student het meest heeft aangesproken; - de toepasbaarheid; - de onderwerpen waarin de student zich verder wil ontwikkelen/verdiepen; - de doelstellingen voor de komende MBA-periode. Omvang van de opdracht Maximaal 5 pagina's Inleveren Per email sturen naar de set adviser. 5.2.1.3 Action Learning Project (ALP) Creditpunten: 15 per project De studenten zijn verplicht om voor elke core course een project binnen hun organisatie op te zetten en uit te voeren. In totaal zijn er zes ALPen (excl. de opdracht voor International Management). Aan het onderwerp en de onderzoeksopzet dient de betreffende docent op basis van een ingeleverd voorstel allereerst zijn goedkeuring te verlenen. Een ALP verbindt de concepten uit het studiemateriaal van de core courses en de (sub)setbijeenkomsten met de realiteit zoals die zich in de organisatie voordoet. Hierbij kan men denken aan het gevoerde beleid, aan bepaalde handelwijzen en aan discussiepunten die in een organisatie een rol spelen. Het is van belang dat de student in zijn organisatie ook een mentor heeft die de begeleiding van het project intern begeleidt en aanstuurt waar nodig. Hoewel het niet per se noodzakelijk is dat alle ALPen in de eigen organisatie worden uitgevoerd, gaat hier wel de voorkeur naar uit. BSN Nederland vindt het van belang dat de projecten binnen de directe invloedssfeer van de student liggen. Ook is het voor de studenten mogelijk om een ALP uit te voeren ten behoeve van een goed doel. Hierbij kan worden gedacht aan projecten in organisaties zoals bijvoorbeeld Vluchtelingenwerk, Artsen zonder Grenzen, Novib, Cordis, etc. Maar ook minder omvangrijke projecten ten behoeve van het goede doel zoals buurtwerk, scholen, verzorging en opvang, etc. Goede doel ALPen moeten aan dezelfde eisen voldoen als de reguliere ALPen. Ze worden dan ook volgens dezelfde systematiek beoordeeld. ALP-voorstel Voordat de student met het ALP kan starten moet er eerst een ALP-voorstel worden geschreven. In dit voorstel wordt kort aangegeven om welk probleem het gaat, wat het te verwachten resultaat is, hoe dit probleem wordt aangepakt, en welke instrumenten worden gebruikt. De docent zal het ALP-voorstel beoordelen. 20 BSN Nederland de Action Learning business school

Behalve dat er wordt gekeken naar de haalbaarheid van het project staan er drie vragen bij de beoordeling centraal, te weten: - Is het onderwerp niet te breed? - is het waarschijnlijk dat het knelpunt door de student opgelost kan worden (niet te hoog gegrepen)? - is het waarschijnlijk dat de oplossing geïmplementeerd gaat worden? - Het goedgekeurde, door de docent voorzien van handtekening, ALP-voorstel moet in de bijlage van de ALPen worden opgenomen. Plan van Aanpak In het rapport moet ook een hoofdstuk worden opgenomen dat het plan van aanpak weergeeft. In dat hoofdstuk behoort te worden ingegaan op de methodologische aspecten van het project. Tevens moet worden gemotiveerd en beargumenteerd waarom bepaalde instrumenten wel of juist niet zijn gebruikt. Daarnaast kan er dieper ingegaan worden op de literatuurlijst en het uit te voeren veldonderzoek. Het plan van aanpak word gezien als een methodologische verantwoording (vooraf), terwijl het ALP-voorstel alleen maar een voorstel is. In een ALP rapportage (en ook in de dissertation) dient overigens altijd beknopte informatie over de organisatie van de student te worden opgenomen waarin de context van de specifieke opdracht wordt geschetst. Ondanks het feit dat de examinatoren beschikken over het organisatieverslag is het niet de bedoeling dat dit OV geraadpleegd moet worden voor een goed begrip van het betreffende rapport. Flexibiliteit in de benadering van de problematiek wordt aangemoedigd; verschillende thema's kunnen centraal staan. In de hele studie en zeker bij de ALP is het belangrijk dat men de juiste vragen stelt. De theorie die in het studiemateriaal aan de orde is geweest, dient te worden toegepast in de alledaagse praktijk waarmee de studenten op hun werk worden geconfronteerd. Daarnaast is het vaak noodzakelijk dat ook alternatieve theorieën en informatie bij de ALP worden betrokken. BSN Nederland raadt studenten aan om de ALPen ook tijdens de subsetbijeenkomsten te bespreken. Met name met betrekking tot het plan van aanpak wordt aanbevolen om overleg te voeren met andere studenten. Standaard opzet De rapportage kent een standaardopzet, gebaseerd op een aantal elementen die ook in de beoordeling zijn terug te vinden. Hierin worden de volgende stappen gezet: Stap 1: Plan van aanpak Hierin moet de probleemstelling en een schets van de doelstelling(en) van de ALP worden weergegeven. Samengevat een beschrijving van het beoogde onderzoek en de daarbij te hanteren methoden, inclusief een argumentatie voor de keuzen die worden gemaakt; Stap 2: Onderzoek en analyse Weergave van de resultaten van het onderzoek en een nadere analyse van de bevindingen mede op basis van een vergelijking met gegevens uit de literatuur; Stap 3: Genereren en beoordelen alternatieven De conclusie(s) en aanbevelingen. Welke mogelijke acties kunnen ter verbetering ondernomen worden? En welke actie wordt waarom - aanbevolen? Meerdere oplossingen wegen en beargumenteerd een keuze maken; BSN Nederland de Action Learning business school 21

Stap 4: Implementatie Op welke wijze kunnen de verbeteringen worden aangebracht en welke rol kan de deelnemer daarin spelen? Welke tijdsplanning en actiepunten horen daarbij?; Stap 5: Reflectie Stil staan bij het behaalde onderzoeksresultaat en een vergelijking met het oorspronkelijke plan van aanpak is belangrijk om te constateren wat anders is gelopen dan beoogd en waarom. Stilstaan bij het procesverloop en evaluatie hiervan is een centraal kenmerk van Action Learning. Tevens moet bij reflectie aandacht worden besteed aan de persoonlijke leerstijlen. Tijdens de workshop Projectrapportage word uitgebreid op de organisatie ingegaan. Nadere informatie is terug te vinden op de website van BSN Nederland. Beoordeling De beoordeling van ALPen wordt gedaan door Request for Comment (RFC). RFC is onafhankelijk en aanbieder van diverse onderwijsondersteunende activiteiten zoals advies, commentaar en beoordelingen. BSN Nederland heeft er voor gekozen om de beoordeling van de ALP-en bij hen onder te brengen. De beoordelaars van RFC zijn gebonden aan de normeringen die BSN Nederland voorschrijft. Regelmatig vindt evaluatie van de beoordelingen, de instructies en de beoordelingssystematiek plaats. Hierdoor heeft elke beoordelaar hetzelfde ijkpunt zodat objectiviteit en kwaliteit wordt gewaarborgd. Contacten over de beoordeling door RFC verlopen via de set adviser. Het adres van RFC is: RFC Soesterbergsestraat 125 C 3768 MC Soest T.: (035) 523 90 23 F.: (035) 523 90 24 E.: info@requestforcomment.nl W.:www.requestforcomment.nl Procedure betreffende de rapportage De omvang van het rapport mag niet meer behelzen dan ongeveer 20 pagina s, exclusief bijlagen. Een uitzondering hierop is Strategisch Management. De omvang van deze ALP is 20 25 pagina s. Indien de student merkt dat zijn ALP een grotere omvang gaat krijgen dient deze contact op te nemen met de set adviser. De set adviser bekijkt samen met de student in hoeverre de ALP kan worden ingekort. Derhalve kan alleen in overleg met de set adviser een dergelijke ALP worden ingeleverd. Inleveren De ALP dient te worden ingestuurd in Wordformaat of PDF. De maximale omvang is 4MB. De naam van het document moet duidelijk herkenbaar zijn voor de beoordelaar en functioneel ten behoeve van archivering. Het format hiervoor is als volgt. Eerst de achternaam van de student zonder voorvoegsels; dan de geboortedatum (ddmmjj) zonder streepjes of punten; dan de afkorting voor de core course (OM, MM etc.). Voor International Management de afkorting IN gebruiken! Voorbeeld: Henk van der Pas levert een ALP HRM in. Die krijgt dan de naam: pas130467hrm De student kan, als hij daar op staat, de ALP ook op papier aan blijven bieden. Echter niet van beide mogelijkheden tegelijk gebruik maken, want dat kan administratieve problemen opleveren bij RFC (dat de digitale ALP al bij een beoordelaar ligt en de papieren ALP door een andere beoordeeld gaat worden bijvoorbeeld!). De student stuurt de ALP rechtstreeks naar RFC (info@requestforcomment.nl) en stuurt de ALP met de 10- regelige samenvatting (zie hoofdstuk 5.1) naar BSN Nederland (cfranken@bsnnederland.nl of 22 BSN Nederland de Action Learning business school

abentum@bsnnederland.nl). Het door de docent goedgekeurde ALP-voorstel moet, zoals al eerder gemeld, worden opgenomen in de bijlage van de ALPen. De eerste ALP die door de student wordt gemaakt kan als concept worden ingestuurd. Indien de student niet tevreden is met het eerste resultaat dan heeft deze de gelegenheid om binnen 3 weken een tweede bijgestelde versie ter beoordeling in te leveren. De beoordeling van deze ALP geldt dan als definitief. Echter bij een score lager dan 40 is overdoen noodzakelijk (zie ook hoofdstuk 8.3). Handreiking Tijdens de workshop projectrapportage wordt uitgebreid aandacht besteed aan de procedures rondom het schrijven van een ALP. Ook is er een uitgebreide handleiding ter ondersteuning beschikbaar op de studentensite. 5.2.1.4 VAL opdrachten Binnen de digitale leeromgeving moeten voor de core courses HRM en FM enige opdrachten uitgevoerd worden. Nadere informatie volgt bij de opstartdag. 5.2.1.5 International Management Creditpunten: 20 Tijdens International Management staan de zakelijke contacten met andere culturen centraal staan. Deze zevende core course is gedeeltelijk geplaatst in de derde fase. Het is aan te raden om deze course af te ronden voor met de dissertation van start te gaan. De structuur van deze core course verschilt ten opzichte van de core courses in fase twee en wordt gegeven in een blok van twee dagen. Opdracht Na afloop van deze course moeten de studenten een groepsopdracht maken vanuit de doelstelling dat de studenten aan den lijve ondervinden hoe het is om met het buitenland zaken te doen. De opdracht wijkt af van andere ALPen en staat vermeld in de studiewijzer van de core course. De studenten behoren twee weken voor de eerste setbijeenkomst International Management de subsetvragen én een ALP-voorstel in te leveren bij de docent. Het voorstel moet de volgende vier aspecten belichten (1) welk land wordt bezocht, (2) welke bedrijfstak het betreft, (3) welk product, goed of dienst het betreft, (4) en wat de dominante functionaliteit is (welke core course staat centraal: Operations, HRM, Marketing, Financieel, Informatie Management of Strategisch Management). Studiereis Aansluitend op deze course kunnen de studenten facultatief een studiereis organiseren. Neem bij de organisatie hiervan contact op met de set adviser. Studiereis MBA Jump! Voor het MBA Jump! programma is de studiereis een verplicht onderdeel. Studenten worden geacht deze core course in de eigen set te volgen. Slechts in uitzonderlijke gevallen is het mogelijk om voor de studiereis bij een andere MBA Jump! groep aan te sluiten, mits dit tijdig is afgestemd met de set adviser. Bij annulering, nadat tickets en hotel reeds zijn geregeld, worden de kosten inclusief administratiekosten bij de student in rekening gebracht. BSN Nederland de Action Learning business school 23