Hoofdstuk 4 Portefeuille opbouw Doel: bouwen van een slimme beleggingsportefeuille, om zodoende per jaar 10% aandelenrendement plus 3 x 2% extra rendement te genereren. En dat met een beheersbaar risico. Zodat je straks deze portefeuille met een hefboom van 2 kan beheren.
Het bouwen van een goed gespreide portefeuille met een zo hoog mogelijk rendement en een, voor zover mogelijk, beperkt risico is een grote uitdaging. Het bestaat aan de ene kant uit de bouwstenen en aan de andere kant uit het op de juiste wijze bouwen van een krachtige muur met al deze bouwstenen. Deze muur moet vooral bestand zijn tegen negatieve verrassingen. We beleggen immers met een hefboom van 2. Dus hebben we ook enorm veel last van de negatieve uitschieters die nu eenmaal af en toe plaatsvinden in financiële markten. Voor we aan het bouwen slaan, laten we eerst een blik werpen op de bouwstenen. Bij de bouw van onze portefeuille kunnen we uit de volgende bouwstenen kiezen: Aandelen 10% rendement 16% volatiliteit Alternatives 7% rendement 7% volatiliteit Voor een uitgebreide analyse van welke aandelen en/of alternatives we gebruiken verwijs ik naar Hoofdstuk 5 en Hoofdstuk 7. Voorlopig richten we ons alleen op de totale categorie. Bij alternatives kun je denken aan hedge funds, high yield obligaties, private equity, vastgoed, grondstoffen en overigen. Volatiliteit is een wiskundige maatstaf voor de beweeglijkheid van bijvoorbeeld aandelenkoersen, en meet het risico. Sharpe-maatstaf Een normale portefeuillebenadering, dus zonder hefboom, zal al snel bestaan uit een combinatie van aandelen en alternatives. Maar in welke verhouding? Op het eerste gezicht lijken de alternatives duidelijk het aantrekkelijkst. 1% rendement voor iedere 1% volatiliteit. Terwijl je voor aandelen 1,6% risico moet lopen voor 1% rendement. Klaar als een klontje: iedereen aan de alternatives. Maar dat is toch niet helemaal eerlijk. Risicovrij kan iedere idioot 1% maken. Dus moeten we meten hoeveel extra rendement je kunt krijgen per hoeveelheid extra risico. Dat noemt men ook wel de Sharpe-maatstaf. Aandelen leveren dan 9% extra rendement bij 16% volatiliteit. Dat leidt tot een Sharpe-maatstaf van 0.56. PoRTEFEUILLE OPBOUW 35
Alternatives leveren dan 6% extra rendement bij 7% volatiliteit. Dat leidt tot een betere Sharpe-maatstaf van 0.86. Alternatives blijven dus favoriet! Een nadeel is wel dat niemand echt snapt wat die alternatives nou eigenlijk inhouden. Termen als midsize buyout private equity fund of een enhanced credit hedge fund voelen toch iets anders dan onze vertrouwde aandelen RD Shell. En die keren 5% dividend uit per jaar, en dat elk jaar. En kan je elke dag kopen of verkopen in plaats van eens per drie maanden of iets dergelijks. Desalniettemin, vertrouw deze black box genaamd alternatives voorlopig nu maar even. Straks in Hoofdstuk 5 gaan we er wel in detail op in. Correlatie Tsja, dan moet ik eigenlijk wel kiezen voor een 100% belegging in alternatives. Niet al te veel risico en best een aardig rendement. Had mijn pensioenfonds dit rendementsvooruitzicht voor de komende 20, 30 of 40 jaar, dan spraken we nu niet over het korten van pensioenen! En fijn is dat ik af ben van die teleurstellende aandelen. Want dat geleuter over 10% rendement en 5% dividendrendement klinkt wel leuk, maar aan aandelen hebben we het afgelopen decennium geen droge boterham verdiend. Of zie ik nu toch wat over het hoofd? Duh, uiteraard. Het is natuurlijk niet zo dat het ABP, met 300 miljard toch geen onbenullige belegger, het volledig bij het verkeerde eind heeft. Want ondanks een forse uitbreiding van de categorie alternatives beleggen zij ook nog voor 40% in aandelen. Zijn ze daar dan niet op de hoogte van dit prachtige boek waarin zojuist is gekozen voor alternatives? Welnee, zij hebben, net als iedere geavanceerde belegger, van nog een getalletje genaamd correlatie gebruik gemaakt. Rendement en volatiliteit zijn natuurlijk de bepalende factoren, maar er is meer. Aandelen en alternatives, of aandelen en obligaties (deze categorie laat ik in dit boek buitenwege vanwege onze hefboom) bewegen namelijk lang niet altijd in dezelfde richting. Soms stijgt de een en daalt de ander. En zeker bij veilige staatsobligaties wil dit effect behoorlijk sterk zijn. Wat is nu het effect van het optreden van dit gebrek aan correlatie (wiskundige beschrijving van de mate waarin diverse variabelen in dezelfde richting bewegen)? Nou, een hele mooie. Laten we eens aannemen dat de correlatie tussen aandelen en alternatives 36 Van Stuiver tot MiljARDair
0.5 is. Dit is een zogenaamde positieve correlatie. Correlaties liggen altijd tussen de -1 en +1. -1 betekent dat ze per definitie altijd in tegenovergestelde richting werken. Zo is de correlatie tussen mijn humeur en de beursontwikkeling bijna gelijk aan +1. Ik word vrolijk van stijgende beurzen en de hoeveelheid geld die dit in het laatje brengt. En zo is de relatie tussen de hoeveelheid werk die ik overdag doe en de hoeveelheid alcohol die ik de avond daarvoor bij het stappen naar binnen heb gegoten vrijwel perfect negatief gecorreleerd. Hoe meer je gezopen hebt, des te groter de kater en des te lager je productiviteit de volgende dag. Een hoge positieve correlatie klinkt heel fijn, maar is nu juist niet waar we naar op zoek zijn. Als aandelen en alternatives altijd dezelfde kant op bewegen, en in bijna dezelfde mate, dan heeft het vervangen van de een voor de ander in een portefeuille bijna geen effect op de beweeglijkheid van de portefeuille. Het mooiste is als belegging I elke even maand met drie procent stijgt en de oneven maand met een procent daalt. Kom je na een jaar op plus 12%. En dat belegging II bijvoorbeeld iedere oneven maand met 2% stijgt en elke even maand gelijk blijft. Kom je na een jaar ook op plus 12%. Beide beleggingen hebben een verwacht rendement van 12%. Belegging I heeft wel een hoger risico, want er zijn positieve maar ook negatieve maanden. Als je ze echter allebei voor 50% in een gemengde portefeuille opneemt, ziet het totale rendement er opeens een stuk stabieler uit. Deze gemengde portefeuille heeft namelijk iedere maand een positief rendement van +1%. Wow, die portefeuille wil ik hebben!, denkt elke verstandige belegger. En dan met een hefboom! En die portefeuille moet hij ook kiezen. 12% rendement met 0% risico. Rendement is immers iedere maand +1%. Belegging I en II hebben dan ook een vrijwel perfecte negatieve correlatie. In de oneven maand excelleert belegging II en in de even maand belegging I. PoRTEFEUILLE OPBOUW 37
Beleggers zijn altijd op zoek naar die negatieve correlatie. En dat moeten we ook zeker blijven doen, al het blijft zoeken naar de steen der wijzen. Er zijn weinig gevallen van duidelijk negatief gecorreleerde beleggingen, die ook op lange termijn negatief gecorreleerd blijven. Ik ben al hartstikke blij als we beleggingen vinden die 0 correlatie met elkaar hebben. Dus niet positief en niet negatief. Totaal onafhankelijk. Ook daarbij geldt dat het samenvoegen van deze twee beleggingen een duidelijke verlaging van het risico met zich meebrengt. Laten we stellen een halvering. De optimale mix We zagen hierboven dat het verwachte rendement natuurlijk weer 12% blijft, maar stel dat de volatiliteit ongeveer de helft bedraagt dan die van de individuele beleggingen. Ook lekker, twee keer zo weinig risico! Dat betekent dat je belegging I aan belegging II kunt toevoegen met 100% geleend geld en het totale risico toch niet toeneemt! Klinkt nog steeds fantastisch Doen! Stel je nu eens voor dat deze beleggingen niet belegging I en belegging II heten, maar aandelen en alternatives. Met name veel hedge funds hadden tot de crisis van 2008 een verwacht rendement van rond de 9% en claimden resultaten te behalen die redelijk onafhankelijk waren van de rendementen op aandelenmarkten. Als dat ook echt zo zou zijn geweest/nog steeds zo is, dan is mijn boek vrijwel klaar nu. We kopen dan van onze eigen honderd euro tweehonderd euro aandelen en tweehonderd euro alternatives. Het risico is dan twee keer zo hoog als bij een belegging van honderd euro in aandelen, maar dat risico zijn we (zie Hoofdstuk 3) bereid te lopen. Als het ons maar 29% oplevert. Huh, waar komt die 29% nu weer vandaan, we moesten toch 40% per jaar doen? Ja, da s waar, maar zonder hefboom moeten we 16% per jaar doen en inclusief hefboom van 2 dus 32%. En inclusief hefboom en rente van 3% kom je hier nu eenmaal op uit. Om echt aan de 40% te komen moet je echt extra sparen in het begin, of wat bijlenen. Nu, vierhonderd euro aan aandelen en alternatives levert 4 x 8,5% = 34% op. Minus 3 x 3% rente is plus 25%. Voilà, bijna klaar! Helaas, in tijden van stevige crisis blijkt die correlatie opeens toch vaak positief te zijn. Als er immers wereldwijd een stevige vertrouwenscrisis of financiële crisis is, dan vlucht iedereen uit zijn risicovollere beleggingen, ook uit de hedge funds. PoRTEFEUILLE OPBOUW 39
En die bleken soms lastige beleggingen te bezitten, die ze ook weer niet zonder forse prijsdruk konden verzilveren om hun beleggers geld uit te keren. Kortom, aandelen en hedge funds bleken in tijden van crisis een duidelijk positieve correlatie te bezitten. In 2008 daalden aandelen met 38%, hedge funds met 19%. Dus een portefeuille zoals hierboven beschreven is niet echt het antwoord. Wat dan wel? De oplossing is vrij simpel en lijkt wel wat op die 200/200 van het voorbeeld. Het betreft een optimale mix van aandelen en alternatives, gebruik makend van de beperkte correlatie. Aandelen 175 Rendement 10% Volatiliteit 16% Alternatives 125 Rendement 7% Volatiliteit 7% Totaal 300 Rendement 8.75% Volatiliteit 11% Dus stel ik voor om voor elke 100 die je bezit er 300 te beleggen. Maar wel op zo n manier dat het risico ongeveer gelijk is aan een belegging van 200 aandelen. Wat levert dat op? Zoals je ziet 3 x 8,75% ofwel 26.25%. Minus 2 x 3% rente, houd je ongeveer 20% over. Nog niet het gewenste rendement, maar dat moet ook volgen uit het behalen van een hoger rendement dan 10% op je aandelen. Daarover meer in Hoofdstuk 7 Aandelenselectie en Hoofdstuk 6 Opties. Het levert in ieder geval meer op dan tweehonderd aandelen (je belegt nu ook duidelijk meer; in totaal 300 in plaats van 200). Dat is namelijk 2 x 10% minus 3% rente ofwel 17%. En het risico? Je loopt 3 x 11% risico, en bij 200 aandelen 2 x 16%. Dus 33% versus 32% risico, vrijwel gelijk Dus hieruit blijkt onomstotelijk dat het toevoegen van alternatives leidt tot een hoger rendement zonder een duidelijk hoger risico. Dit komt deels door het correlatie effect, en deels omdat alternatives een superieure risico/ rendementsverhouding hebben. Al is lang niet iedereen het daar over eens. De kosten binnen de categorie alternatives liggen immers erg hoog en er gebeuren nogal wat ongelukken. Resultaten zijn veel moeilijker meetbaar en als je ook alle 40 Van Stuiver tot MiljARDair
gesloten of mislukte fondsen meerekent is het nog maar de vraag of de risico/ rendementsverhouding ook echt beter is. Maar mij maakt dat niet uit, het gaat mij om de combinatie! En als die goed functioneert en wij ons aandelenrendement kunnen opkrikken van 10% naar 14% (en alternatives van 7% naar 8%) komen we uiteindelijk bij ons doel. En dat doel is 16% rendement (voor hefboom), ofwel 29% na hefboom. Eventjes uitrekenen of dat ons gaat lukken Aandelen 175 Rendement 14% Vola 16% Alternatives 125 Rendement 8% Vola 7% Totaal 300 Rendement 11.5% Vola 11% Wat levert het op? Zoals je ziet 3 x 11,5% ofwel 34,5%. Minus 2 x 3% rente, houd je ongeveer 28,5% over. Vrijwel het gewenste rendement! Sterker nog, meer dan dat. Want wat er feitelijk gebeurt gedurende het jaar is dat er op basis van het tussentijds gestegen vermogen extra wordt bijgekocht. Dit om de hefboom in stand te houden. Over deze bijkopen wordt ook weer wat rendement gemaakt. In de praktijk komen we daarom rond de 29%, ofwel 16% zonder hefboom. Het enige wat me moeten doen is alternatives vinden die 8% rendement bieden met 7% vola, niet al te positief gecorreleerd zijn met aandelen (Zie Hoofdstuk 5 voor deze zoektocht), en voor 4% betere performance in onze aandelen zoeken. Daarvoor verwijs ik naar Hoofdstuk 6 en Hoofdstuk 7. Zijn we klaar? Nee, portefeuillebouwen bevat nog iets extra s. Aangezien je in Hoofdstuk 7 gaat lezen over welke aandelen onze voorkeur hebben vind ik het belangrijk om vooraf vast op te merken dat aandelen met een lager risico dan gemiddeld duidelijk mijn voorkeur hebben. Ik heb sowieso weinig op met stuiterbalaandelen als bijvoorbeeld ArcelorMittal, maar aangezien wij een hefboom van 2 gebruiken zijn ze dus ook nog eens dubbel zo gevaarlijk. De normale aandelenbelegger in Arcelor kan al stuiterend de rit uitzitten, maar wij moeten bij een flinke daling verkopen omdat de risico s te groot worden met het kleinere resterende vermogen en omdat de bank een probleem krijgt met onze margin (zie Hoofdstuk 8 en Hoofdstuk 9). PoRTEFEUILLE OPBOUW 41
Tijdens die zoektocht naar veiligere aandelen en/of beter renderende aandelen ben ik in de loop der jaren op een interessante strategie gestuit. LowVol strategie Onderzoek wijst uit dat laag risico aandelen op lange termijn een iets hoger rendement halen, en dat met een reductie van de volatiliteit met maar liefst een derde deel! Dit onderzoek komt van Robeco (quant afdeling). Als bijkomend voordeel betalen deze LowVol aandelen ook een hoger dan gemiddeld dividendrendement. Deze LowVolstrategie (vs. het kopen van de wereldindex) heeft voor onze strategie duidelijke voordelen. Wij beleggen immers met geleend geld en zijn op zoek naar een hoog rendement. Maar ook met als nadeel een hoog risico en een negatieve cashflow in de vorm van te betalen rente. Dus als we de aandelenbeleggingen invullen met LowVol aandelen, krijgen we een portefeuille met een iets hoger verwacht rendement en met tevens een lager risico. Valutarisico Een van de elementen die het totale risico van de portefeuille bepalen is het valutarisico. Laten we beginnen met het belangrijkste valutapaar: de EUR/USD. Als eurobelegger hebben we in de wereldindex te maken met een weging van circa 50% in dollar en dollar gerelateerde valuta. Ongeveer 20% bestaat slechts uit de EUR en 30% uit een samenraapsel van GBP, JPY, CHF, Scandinavische munten en diverse emerging market munten. Eerst het belangrijkste valutapaar de EUR/USD. De volatiliteit van dit valutapaar is een stuk lager dan dat van de wereldindex zelf. Die heeft (zonder afdekking valutarisico) een langjarige volatiliteit van 16%, de volatiliteit van de EUR versus de USD bedraagt ongeveer 6%. Gelukkig is het niet zo dat voor het Amerikaanse deel van de portefeuille de volatiliteit 22% bedraagt (16% plus 6%), dat zou overigens ook wel fors zijn en niet passen bij de door ons nagestreefde hefboom van 2. 42 Van Stuiver tot MiljARDair
Sterker nog, de wereldwijde volatiliteit van 16% is INCLUSIEF het hier behandelde valutarisico. De 16% is immers de volatiliteit van de totale wereldindex, gemeten in EUR. En volatiliteiten mag je sowieso nooit bij elkaar optellen, omdat de correlatie tussen de volatiliteiten nooit 1 is. Ofwel, het is niet altijd zo als de beurs daalt dat de dollar dan ook daalt. Gelukkig maar! Onderzoek wijst uit dat als je bij beleggingen in de wereldindex de valuta afdekt naar de EUR, het totaalrisico van deze beleggingen afneemt met 2% à 3% op jaarbasis. En dat is een hele aantrekkelijke verlaging. Want als de volatiliteit daalt met 2,5%, dan is dat een verlaging van de volatiliteit met bijna een zesde deel! Waar je overigens wel bij op moet passen, want bij forse dalingen wil het nogal eens voorkomen dat de USD aansterkt tegenover alle andere valuta en jouw daling dus hoger uitvalt Maar cijfers zijn cijfers, en als we, na onze portefeuille goed gespreid te hebben (met defensievere LowVol aandelen), de volatiliteit nog verder kunnen verlagen zonder daar rendement voor op te geven (middels afdekken van valuta naar de EUR), dan zijn we natuurlijk een uilskuiken als we daar niets mee doen! Sommige beleggingsfondsen doen dit afdekken automatisch voor je. Wel zo prettig aangezien het zelf veel werk met zich meebrengt. Om het optimaal te doen moet je namelijk wel wekelijks de omvang van je valutapositie aanpassen op basis van de koersbewegingen, zodat je altijd iedere valuta voor 100% hebt afgedekt. En een goed gespreide, wereldwijde portefeuille bestaat al snel uit een valuta of tien (bijvoorbeeld EUR, USD, GBP, CHF, JPY, CAD, AUD, SEK, HKD en BRL). Als je zelf een portefeuille beheert van 100.000 dan is dat natuurlijk een hele hoop gedoe. In dat geval kan het opnemen van sommige fondsen die dit al voor je doen (zoals het BNP Global High Income Equity Fund) een uitkomst voor je zijn. Kom je qua omvang een stuk groter uit, dan is het aanhouden van rekeningen in vreemde valuta een uitkomst. Dit wordt uitgebreid beschreven in Hoofdstuk 11 Lenen. Door het lenen in de valuta waarin je aandelen koopt, betekent dit dat je op het startpunt nog geen valutarisico loopt. Pas als de koersen gaan muteren - en dat gaan ze - ontstaat er een verschil tussen de waarde van je beleggingen in bijvoorbeeld USD en je schuld in USD. Dit gebeurt zowel bij verliezen als bij winsten, dus hieraan is niet te ontkomen. 44 Van Stuiver tot MiljARDair
Als je portefeuille echt een grote omvang aanneemt, bijvoorbeeld vanaf 10 miljoen, dan kun je overwegen om zelf voor de belangrijkste valuta termijntransacties aan te gaan. Maar zelfs dan loert een nadeel om de hoek. Voor die valutatransactie, die bedoeld is als afdekking en dus in een verlaging van je risico s resulteert, wil de bank wel weer extra margin aanhouden. En die margin kan net vervelend zijn als de beurs met 20% daalt en je die ruimte hard nodig hebt! Kortom, dit werkt niet goed voor onze strategie. Gelukkig kunnen we een heel eind komen met het debet staan op je USD rekening. Mits de renteopslag niet te hoog is En er is nog een optie. Namelijk de put optie. Of de call optie. In beide gevallen beleg je vaak alleen voor het topje van de ijsberg in de vreemde valuta. Bij een call optie XOM jan 13 80 die je koopt voor USD 9, loop je alleen het valutarisico van 9 USD. Althans bij de start. Tenzij je die USD 9 van je USD rekening af laat schrijven, dan is je startrisico 0 USD. Vervolgens stijgt Exxon, en dus ook jouw optie, daarmee naar USD 20. Daarmee stijgt jouw dollarrisico natuurlijk met 11 USD. Maar over de eerste 80 USD (de uitoefenprijs van de optie) die Exxon noteert loop jij GEEN valutarisico! Dus als in de tussenliggende periode de dollar met 25% is gedaald en Exxon is gestegen, maak jij gewoon winst. En heb je te maken met een lagere volatiliteit dan de Nederlandse belegger die aandelen Exxon Mobil heeft gekocht omdat hij denkt dat het aandeel gaat stijgen. Die krijgt er namelijk wel het valutarisico bij! Ook met turbo s en CFD s als instrument (zie Hoofdstuk 11) kun je het valutarisico fors inperken. Door je totale portefeuille uit aandelen, opties, turbo s en CFD s te laten bestaan, aangevuld met een lening in de diverse valuta voor je hefboom, kun je bij benadering stellen dat je de portefeuille helemaal afdekt voor valutarisico. En dat is ook de reden dat ik om te meten hoe goed de performance van mijn portefeuille is, deze afmeet tegen de MSCI World Index in lokale valuta. Dat is immers de MSCI World Index met de laagste volatiliteit. En die lage volatiliteit is voor ons heilig. We willen immers wel veel geld verdienen, maar het liefst met een zo laag mogelijk zinvol risico. PoRTEFEUILLE OPBOUW 45
Dat zinvol voeg ik niet voor niets toe. Net als met het spreiden van je aandelenbeleggingen, moet je hier ook streven naar uitschakelen van het zinloze risico. Valuta schommelen in de loop der decennia, maar hebben meestal niet al te veel richting. Dat geldt overigens niet voor zwak geleide economieën die hun uitweg soms zoeken in ongebreidelde inflatie, maar wel voor bijvoorbeeld USD en EUR. Aangezien de huidige koers van de EUR USD 35 jaar geleden ook al op de koersenborden stond, maakt het voor je rendement in the long run dus niet uit of je de USD continu hebt afgedekt of juist niet. Dus of je nu afdekt of niet, ik blijf voor aandelen 10% rendement per jaar voorspellen. Alleen de belegger die in die 35 jaar de dollar had afgedekt, had wel een lager risico gelopen. En dat geldt voor vrijwel alle valuta. Dus dekken we, zo goed en zo kwaad als het kan, de valutarisico s af. Dat gaat niet perfect, en dat is ook helemaal niet erg. Als je 80% tot 90% van het af te dekken bedrag kan realiseren, kom je prima weg met je risicoreductie. Daarom hanteer ik voor een goed gespreide wereldwijd beleggende portefeuille ook een volatiliteit van 14% en niet van 16%. Dus een reductie van 2%, de onderkant van de bandbreedte die uit onderzoek blijkt. Let wel, ik spreek hier over de verlaging van de volatiliteit, puur door valutaschommelingen. Hierboven beschreef ik reeds dat door een goede aandelenselectie de volatiliteit met maar liefst circa een derde deel kan worden terug gebracht. Dat is dus nog veel belangrijker; het verlaagde de volatiliteit van 16% naar 11%. PoRTEFEUILLE OPBOUW 47
Combineren LowVol en valuta afdekken Kan je deze twee effecten niet combineren? Jazeker, het verlagen van de volatiliteit door het selecteren van defensieve aandelen staat immers grotendeels los van het valutaonderwerp. Die verlaging door LowVol selectie komt immers tot stand als gevolg van marktposities van bedrijven, voorzichtige financieringsstructuur, keuze voor sectoren et cetera. Het afdekken van de valutarisico s van deze wereldwijde conservatieve aandelenportefeuille leidt tot een verlaging van 16% (MSCI World) via 12% (conservative wereldwijd), tot 10% voor de valutair afgedekte conservative strategie. Ongeveer een 35% lager risico. Ongelofelijk dat de meeste beleggers nog steeds op zoek zijn naar de steen der wijzen, en op zoek blijven naar dat ene Amerikaanse biotech bedrijf dat hun vermogen in een klap kan vertienvoudigen. Natuurlijk kan het, maar het gemiddeld rendement van deze belegger zal veelal niet hoger zijn, zijn risico helaas overduidelijk wel. Nu tot slot voor de derde maal mijn risicorendementsberekening, maar dan nu inclusief het verlaagde risico door defensievere aandelen en valuta afdekking, en met de hogere verwachte rendementen door de aandelenselectie (Hoofdstuk 7) en optiegebruik (Hoofdstuk 6). Ik stel de aandelenvolatiliteit op 12%, omdat niet in alle gevallen conservatief belegd kan worden en niet alle valuta afgedekt kunnen worden. Aandelen 175 Rendement 14% Vola 12% Alternatives 125 Rendement 8% Vola 7% Totaal 300 Rendement 11.5% Vola 9% Wat levert dat op? Zoals je ziet 3 x 11,5% ofwel 34,5%. Minus 2 x 3% rente, houd je ongeveer 28,5% over. En de totale volatiliteit daalt tot 3 x 9 = 27%. Dat is een stuk lager dan de 33% waarover we eerst nog spraken! Omgerekend naar een portefeuille zonder hefboom van 2 betekent dit een volatiliteit van slechts 13,5%... Minder dan de wereldindex dus. 48 Van Stuiver tot MiljARDair
Samenvatting Spreiden over verschillende aandelen om risico te verlagen, defensieve aandelen gebruiken, valutarisico afdekken, beperkt gecorreleerde alternatives toevoegen Just do it!