Uitnodigingsagenda MIRT 2015 15.0011028. U treft deze uitnodigingsagenda hierbij ter vaststelling aan. Alleen ter besluitvorming door het College

Vergelijkbare documenten
INTEGRALE MIRT-AGENDA STEDELIJK NETWERK ARNHEM-NIJMEGEN UITNODIGINGS- AGENDA MIRT 2015

Samenwerkingsagenda Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en de Provincie Gelderland

Antwoord op vragen concretisering Duitse plannen Economic Board

Een nieuwe ruimtelijke visie voor de regio Arnhem-Nijmegen?

Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Collegevoorstel Openbaar Embargo, tot nader order

Adhesiebetuiging elektrificatie Maaslijn

Onderwerp: Bestuursakkoord en Investeringsagenda Stedelijk Netwerk Arnhem - Nijmegen

investeringsagenda Investeringsagenda

Ondertekening Retaildeal

Beter worden in wat we samen zijn!

Snelfietsroute Nijmegen-Mook-Cuijk

1. Wethouder Tiemens te machtigen voor het ondertekenen van het Gelders Energie Akkoord.

Brainport Eindhoven/ A2-zone (Brainport Avenue)

Station Nieuwe Meer Het internationale & inclusieve woon- en werkgebied van Nieuw West

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om:

Economische Monitor Stedelijk netwerk. Arnhem-Nijmegen CONCEPT. Rozendaal Rheden Doesburg. Arnhem. Zevenaar. Renkum. Westervoort. Duiven Montferland

Openbaar. Rijk van Nijmegen Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Collegevoorstel.

Strategische Agenda. Concept strategische agenda Regio Midden-Holland Vast te stellen in: AB Regio Midden-Holland 6 juli 2016

Strategische Agenda Helmond. Coalitie-onderhandelingen 4 april 2018

Nota inzake Economic Development Board

Beleidscommissie Strategische raadsagenda. Visie op positionering Harderwijk 9 februari 2017

Topsectoren en de Samenwerkingsagenda EZ-provincies-MKB

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om:

Doel Doel van het programma VvW:

Metropoolregio Amsterdam (MRA) Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT)

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om:

2. Kennis te nemen van de uitvoeringsagenda van de Ruimtelijk-economische koers U10 Samen op weg naar een Uitvoeringsagenda (bijlage 2).

Impuls klantprofielen kandidatenverkenner en grensoverschrijdende arbeidsbemiddeling

Hier komt tekst Agenda Utrecht. Utrecht.nl

Nieuwe kansen in de verhouding tussen huurder en verhuurder van laboratoria. Jeff Gielen, 28 oktober

1. Wethouder Jeene te machtigen om de intentieovereenkomst Internationaal Onderwijs Gelderland te tekenen.

NOVI-perspectiefgebied Utrecht, Gezond Stedelijk Leven voor Iedereen

Met de brief in de bijlage stellen we de raad op de hoogte van de meest actuele stand van zaken.

Binnenstadsvisie Eindhoven

Healthy Urban Living Slim, Gezond en Groen

Bijlage 2. Human Capital Agenda s

Campus Zeeland Investeren in economische structuurversterking in de Zuidwestelijke Delta

Topgebied Energie: kansen voor Oost-Nederland Workshop - H. Datum 05 april 2011

Beantwoording brief aan Mooiland,Talis en Portaal

Openbaar. Groen Verbindt. Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad (uiterlijk ) Collegevoorstel.

Ondernemersfonds 2015 Subsidie Huis voor de Binnenstad

Werkplan Centrum XL 2015/2016

Campus Zeeland Investeren in economische structuurversterking in de Zuidwestelijke Delta

In november 2017 wordt het event Made in Maastricht gehouden. De kern van het event is een

Masterplan Recreatie & Toerisme. Consulterende Startnotitie

Zienswijze conceptbegroting 2017 Gemeenschappelijk Orgaan Regio Arnhem Nijmegen. Onze zienswijze is dat wij instemmen met de conceptbegroting 2017.

Gelderse Corridor. Focus: Logistieke kracht en hoogwaardige tuinbouwsector

KRIMP INLEIDING. voor de welvaart. Bevolking -1,2% Banen -4% In 2012 hebben het Ministerie van Binnenlandse Zaken en de provincie Zuid-Holland

Nijmegen Waalfront Trekker Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Public Affairs. Public Affairs. Adaptieve Agenda Zuidelijke Randstad november 2013

Presentatie Actieplan FoodValley

Ruimte voor de maatschappij van morgen BRAINPORT SMART VILLAGE

Krachten bundelen, kennis delen en allianties vormen

Samen naar een toekomstbestendige vrijetijdseconomie

Agendapunt commissie: 8. W.Bischoff O6raad00804

Ruimtelijk strategische visie Regio Rivierenland. Ben Brink, wethouder Dennis Kramer, adviseur Ruimte

Verzoek aan provincie om bijdrage aanlegkosten Dorpensingel

1. Deel te nemen aan de stichting Legal Valley 2. De brief aan de raad als reactie op de ingediende wensen en bedenkingen vast te stellen

Deelname aan Nijmeegse Economie Circulair 3.0

Sociaal Economisch Masterplan: Uitvoeringsagenda Netwerk Noordoost

STRATEGISCHE AGENDA Verbinden, inspireren en activeren

Economische kracht van de maritieme sector in de Zuidvleugel (van tweede Maasvlakte tot Gorinchem) verder versterken door inzet op vier lijnen:

FLEVO CAMPUS. Feeding the City

innovatiebevordering RIS3 MKB OPZuid Europees Innovatieprogramma voor Zuid-Nederland overheden living labs koolstofarme economie cross-overs design

Stadsregio Arnhem Nijmegen. Wim Dijkstra en Roel Wever 5 Juni 2014

Naar meer scherpte in de Rijk-Regio agenda voor innovatiestimulering. Berry Roelofs Principal Consultant

Dynamische en bruisende Spoorzone dromen realiseren achter het spoor, we gaan ervoor

Subsidiemogelijkheden EFRO Oost-Nederland

Aanpak arbeidsmarkt Zuidoost-Nederland Illustratie regionaal arbeidsmarkt dashboard. Inleiding

Besluit tot coördinatie procedures Ressen/Bouwmarkt

Nijmegen Fietsstad. Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Embargo tot 19 mei Onderwerp. Programma Mobiliteit

Meerjarenprogramma Ambitiedocument

Beantwoording schriftelijke vragen Groen Links over aanbesteding doelgroepenvervoer

Rotterdam Stadshavens

Ruimtelijk strategische visie Regio Rivierenland

Het creëren van een innovatieklimaat

Toelichting criteria kleine projecten Brabant C versie

Sessie Verstedelijking en Mobiliteit => Onderdeel Mobiliteit. provincie Zuid-Holland

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar

Gemeente Delft RZONDEN 27 MAUI Geachte leden van de gemeenteraad,

Succesvol samenwerken in de Regio Eindhoven. Plaats voor een heading

Klimaatadaptatie in Zwolle (IJsselvechtdelta)

Plannen Economische Agenda

Gezien het voorstel PS van Gedeputeerde Staten betreffende de Begroting 2019;

Convenant EBU en U10 regio

Ambitiedocument

Relatie met het coalitieakkoord/collegewerkprogramma/eerder aangenomen moties en gedane toezeggingen:

F4: Investeren in trekkracht. Samenvatting. Verkenning economische samenwerking F4

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten --

UPDATE CITYMARKETING & EVENEMENTENBELEID

NOTITIE REGIONALE SPEERPUNTEN GROENE HART AGENDA NIEUWKOOP

Statenmededeling aan Provinciale Staten

DE ECONOMISCHE KRACHT VAN ALMERE

Volmacht aan Arnhem voor uitvoeren aanbesteding doelgroepenvervoer

l. De samenwerking in de Gemeenschappelijke Regeling Regio West-Brabant te richten op economisch-ruimtelijke structuurversterking.

Bespreekpunt: Herkent het BORA de geformuleerde ambitie, kaders en vraagstelling voor de Dialoog Regioprofilering?

HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH

Portefeuillehouder Verkeer Edwin Konings, Chiel de Jager

Versterken van de topsectoren: Life Science and Health, Ruimtevaarttechnologie, Biobased Economie

Economie. Gekwalificeerd personeel voor het bedrijfsleven

Transcriptie:

Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Uitnodigingsagenda MIRT 2015 Programma Economie en Werk, Mobiliteit, Stedelijke Ontwikkeling BW-nummer Portefeuillehouder T. Tankir en H. Tiemens Samenvatting In april van dit jaar heeft het college de nota Samen bouwen aan een gezond enenergiek stedelijk netwerk. Integrale MIRT¹-agenda Stedelijk Netwerk Arnhem-Nijmegen vastgesteld. Op verzoek van het Rijk en de provincie hebben de provincie en de gemeenten Arnhem en Nijmegen, in samenspraak met de regiogemeenten, de afgelopen maanden hard gewerkt aan een concreet actieplan en het verder aanbrengen van focus in het geheel van de programma s, processen en projecten. Daarbij is de focus gelegd op drie icoonprogramma s: 1) versterken campusontwikkeling, 2) bruisende binnensteden aan de rivier en 3) smart energy. Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr. RO10, Matthijs Lenis, 9182 Datum ambtelijk voorstel 28 oktober 2015 Registratienummer 15.0011028 U treft deze uitnodigingsagenda hierbij ter vaststelling aan. Ter besluitvorming door het college Vaststellen van bijgevoegde Uitnodigingsagenda MIRT 2015. Paraaf akkoord Datum Steller Matthijs Lenis Alleen ter besluitvorming door het College Besluit B&W d.d. 3 november 2015 Conform advies Aanhouden Anders, nl. nummer: 3.18 Bestuursagenda Paraaf akkoord Datum Portefeuillehouder 1 Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport 15.0011028

Collegevoorstel 1 Probleemstelling In april van dit jaar heeft het college de nota Samen bouwen aan een gezond en energiek stedelijk netwerk. Integrale MIRT 1 -Agenda Stedelijk Netwerk Arnhem-Nijmegen vastgesteld. In de MIRT-Agenda werken de regio, de provincie Gelderland en het Rijk sinds 2012 samen aan de opgaven voor de versterking van de regionaal ruimtelijk-economische en infrastructurele opgaven van het stedelijk netwerk Arnhem-Nijmegen, door het gezamenlijk formuleren en uitvoeren van projecten en acties die hieraan bijdragen. Op verzoek van het Rijk en de provincie hebben de provincie en de gemeenten Arnhem en Nijmegen, in samenspraak met de regiogemeenten, de afgelopen maanden hard gewerkt aan een concreet actieplan en het verder aanbrengen van focus in het geheel van de programma's, processen en projecten. Wij hebben de uitkomst een Uitnodigingsagenda genoemd om Rijk, provincie, gemeenten, Economic Board (ondernemers, onderwijs) en anderen, uit te nodigen te participeren. 2 Juridische aspecten Formeel gezien is deze MIRT agenda geschreven voor het Rijk en dient als basis voor eventuele toekomstige MIRT onderzoeken en verkenningen. Hoewel het Rijk heeft aangegeven dat de middelen tot 2028 zijn belegd, geven zij ook het signaal af, dat er voor goede projecten altijd wel geld gevonden moet kunnen worden en willen zij met ons over onze opgaven het gesprek aangaan. Het maken van een MIRT-Agenda is echter niet alleen voor onze relatie met het Rijk van belang. De provincie Gelderland heeft aangegeven dat zij de MIRT-Agenda ziet als de belangrijkste bouwsteen voor uitwerking van de gebiedsopgave Versterking van het stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen uit de Omgevingsvisie Gelderland en ook als richtinggevend voor andere gezamenlijke opgaven. We hebben, mede daarom, de MIRT-Agenda opgezet als de ruimtelijk-economische agenda van de regio. 3 Doelstelling Het vaststellen van de Uitnodigingsagenda MIRT 2015. 4 Argumenten In de MIRT-Agenda agenderen we voor het Rijk de 'klassieke' infrastructurele investeringsopgaven, zoals: - wegen: de doortrekking van de A15, de verbreding van de A12, aanpak 'bajonet A50- A12-A50', knooppunt Bankhoef (A50) en de optimalisatie van het onderliggend wegennet; - spoor: de spoorverbinding Arnhem-Düsseldorf, versnelling van de IJssellijn Zwolle- Roosendaal inclusief het knelpunt bij Ravenstein, versterking van de ICE-verbinding Amsterdam-Frankfurt en elektrificatie van het spoor Arnhem-Winterswijk en de Maaslijn, - water: stimuleren van containeroverslag in de regio (Railterminal Gelderland), - dijken, kades, waterberging- en afvoer (Deltaprogramma). 2 Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport 15.0011028

Collegevoorstel Vervolgvel 2 Icoonprogramma's Met de MIRT-Agenda hebben we onze regionale projecten kunnen prioriteren en focussen in een drietal icoonprogramma's, te weten: - Campusontwikkeling. Met dit programma willen we, onder meer, de clusters rond Heijendaal, Novio Tech Campus, Industriepark Kleefse Waard en Science Park Arnhem (Van Hall Larenstein-Hogeschool van Arnhem en Nijmegen) versterken en cross-overs tussen onderwijs en ondernemingen bevorderen. - Bruisende binnensteden aan de rivier. De binnensteden van Arnhem en Nijmegen zijn niet alleen van belang voor de inwoners van beide steden, maar fungeren als motoren voor de regionale en provinciale economie. Levendige binnensteden zijn essentieel als ontmoetingsplaatsen, verschaffen innovatievermogen, trekken (en behouden) talentvolle mensen, maar bijvoorbeeld ook toeristen. Beide binnensteden staan echter onder druk. Met dit programma willen de kracht van de binnensteden weer vergroten. - Smart Energy. Het stedelijk netwerk heeft bewezen een stevige dosis ambitie en een goed vestigingsklimaat te hebben voor circulaire economie, slimme en duurzame mobiliteit en energietransitie. Hoewel het cluster nog niet heel groot is, kan dit cluster door hard te werken aan innovaties, tot groei komen. Het stedelijk netwerk wil zich ontwikkelen tot een omgeving waar de technologie ontwikkeld wordt, kan worden getest (proeftuin) en kan worden uitgerold. Naast deze drie icoonprogramma's zijn er binnen de steden en de regio nog veel andere programma's en projecten belangrijk voor het stedelijk netwerk als geheel en voor de betrokken gemeenten zelf. De stuurgroep MIRT heeft voor de bovengenoemde drie programma's gekozen omdat ze het meest bijdragen aan de gewenste 'hefboom' om het economisch tij in de regio ten goede te keren en/of de bijdrage aan de herkenbaarheid van het economisch profiel van het stedelijk netwerk. 5 Klimaat Op dit thema wordt de komende jaren stevig ingezet middels het icoonprogramma Smart Energy. Voor Nijmegen wordt met name ingezet op doorontwikkeling van de GDF Suez locatie, naast doorontwikkeling van smart mobility, circulaire economie en het warmtenet. 6 Financiën De kosten voor de uitwerking in een Uitnodigingsagenda worden gedeeld door de drie opstellers (Gelderland, Arnhem en Nijmegen). De budgetten voor de uitvoering van de programma's en projecten zijn soms reeds bestemd (lopende projecten), maar zullen voor een groot deel nog moeten worden geregeld. Soms per project, soms collectief. Dit kan bijvoorbeeld via een aanvraag bij de provincie in het kader van de gebiedsopgaven of door een bijdrage van Rijk of anderszins. 7 Participatie en Communicatie Op verzoek van de Stadsregio Arnhem Nijmegen zijn vorig jaar de provincie Gelderland en de gemeenten Arnhem en Nijmegen begonnen met het opstellen van de MIRT-Agenda. Zowel de stadsregio, als de colleges van provincie en Arnhem en Nijmegen hebben de MIRT- Agenda in april 2015 vastgesteld. De Uitnodigingsagenda MIRT 2015 is een verdere uitwerking (concretisering en prioritering) van de in hoofdstuk 9 opgenomen projecten. Het 15.0011028

Collegevoorstel Vervolgvel 3 maken van de MIRT-Agenda heeft de onderlinge bestuurlijke en ambtelijke relaties een positieve 'boost' gegeven. Het opstellen van de MIRT-Agenda is begeleid door een stuurgroep bestaande uit burgemeester Van Asseldonk (Overbetuwe), gedeputeerde Schouten (Gelderland) en wethouders Tiemens en Tankir (Nijmegen), Mink en König (Arnhem). Daaronder fungeerde een regie-/projectgroep van ambtenaren van de provincie, Arnhem en Nijmegen. Daarnaast zijn er programmaclubs bij elkaar gekomen, dwars door de verschillende organisaties heen, per icoonprogramma. Vaststelling van deze Uitnodigingsagenda vindt plaats in de colleges van Arnhem, Nijmegen en Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland. De projectgroep heeft actief betrokkenen (gemeenten, waterschappen, provincie, onderwijsinstellingen en dergelijke) benaderd om informatie en heeft een tweetal ambtelijke bijeenkomsten voor regiogemeenten (met de contactambtenaren voor RO, Wonen, EZ, mobiliteit en duurzaamheid) en Rijk georganiseerd, om de opgehaalde informatie en voorstellen te toetsen en te verrijken. Daarnaast heeft de projectgroep in verschillende ambtelijke en bestuurlijke (portefeuillehouders)overleggen (Duurzaamheid, Economie, Mobiliteit) presentaties gegeven over inhoud en proces en input opgehaald. Op 28 september jl. heeft een delegatie, bestaande uit enkele leden van de Economic Board regio Arnhem-Nijmegen en enkele bestuurders en ambtenaren, de concept- Uitnodigingsagenda aan minister Schultz van Haegen (IenM) kunnen toelichten, ter voorbereiding op het formele BO (Bestuurlijk Overleg) MIRT voor Landsdeel Oost (Overijssel en Gelderland) op 5 november 2015. Daarnaast hebben Arnhem, Nijmegen en de provincie 1 oktober jl. een ambtelijke delegatie van het Rijksgebiedsteam (IenM, EZ), aangevuld met betrokkenen van ProRail en NS, rondgeleid langs een aantal van onze belangrijkste opgaven in de steden. 8 Uitvoering en evaluatie De volgende stap is de MIRT-Agenda aanbieden en bespreken met de minister van IenM op 5 november a.s. in BO MIRT voor Landsdeel Oost en met haar afspreken om de uitwerking samen ter hand te nemen. Op 3 november, na vaststelling van de Uitnodigingsagenda door de colleges van Arnhem, Nijmegen en de provincie Gelderland, zullen Arnhem, Nijmegen en de provincie gezamenlijk een persbericht uitgeven. Dit persbericht volgt. De regiogemeenten en de leden van de Economic Board regio Arnhem-Nijmegen zullen de agenda met begeleidend schrijven toegezonden krijgen. De Uitnodigingsagenda en de icoonprogramma s moeten in de komende periode verdere uitwerking krijgen. De hierin ontstane samenwerking tussen de gemeenten en de provincie, ook in regioverband krijgt daarom een vervolg. Met het vaststellen van de Uitnodigingsagenda is de opdracht van de Stuurgroep MIRT voltooid. 15.0011028

Collegevoorstel Vervolgvel 4 Om de geformuleerde opgaven en de uitwerking van de gebiedsopgave voor de regio Arnhem-Nijmegen in de komende periode vorm te kunnen geven moet opnieuw gekeken worden naar de wijze van governance. Hierin is een belangrijke rol weggelegd voor het Gemeenschappelijk Orgaan (GO), dat zich aan de vooravond van oprichting bevindt. Via het GO kan de Uitnodigingsagenda verder geoperationaliseerd worden en kan gezamenlijk invulling gegeven worden aan het proces rondom de regionale uitwerking van de gebiedsopgave. We willen de ambtelijke werkgroepen per icoonprogramma in stand houden, om de voortgang, samenhang, kennisuitwisseling op ambtelijk niveau te kunnen bewaken. Op bestuurlijk niveau zijn de regiogemeenten aangehaakt via de portefeuillehoudersoverleggen Economie en Mobiliteit en wordt ook van daaruit sturing gegeven aan het verdere proces. Samen met de provincie wordt in de komende weken verkend n hoe de Uitnodigingsagenda in de gebiedsopgaven Versterking van het stedelijk netwerk Arnhem-Nijmegen wordt ingebracht. De provincie is nu bezig hierover met partijen van gedachten te wisselen. 9 Risico Door het vaststellen van de voorliggende Uitvoeringsagenda, loopt de gemeente géén risico. De risico's zitten in de uit te voeren icoonprogramma's en projecten. Een risico is dat sommige regiogemeenten het gevoel hebben/houden dat dit een product is van de steden en dat zij zich onvoldoende in de programma's herkennen. Bijlage: Uitnodigingsagenda MIRT 2015 15.0011028

Uitnodigingsagenda MIRT 2015 Integrale MIRT-Agenda Stedelijk Netwerk Arnhem-Nijmegen 1. Focus op drie iconen 1.1. Introductie Voor u ligt de Uitnodigingsagenda MIRT 2015 van het stedelijk netwerk Arnhem-Nijmegen. Deze agenda is een uitwerking en concretisering van de Integrale MIRT-Agenda die in 2015 is vastgesteld in de Stadsregio Arnhem-Nijmegen. In het nieuwe tijdperk zonder Stadsregio Arnhem-Nijmegen, hebben de gemeenten Arnhem, Nijmegen en de provincie Gelderland, met hernieuwd elan, in samenspraak met de regiogemeenten, nauw samengewerkt aan een verder uitgewerkte MIRT-Agenda. Met recht kan gezegd worden dat hiermee een nieuwe en gedragen basis ligt onder de regionale samenwerking in het stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen, waarbij we meer focus hebben aangebracht in de speerpunten en projecten voor de komende jaren. Met als uiteindelijk doel: het versterken van de ruimtelijk-economische ontwikkeling van het stedelijk netwerk Arnhem-Nijmegen. Kansen in het stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen Het stedelijk netwerk Arnhem-Nijmegen is op de Gelderse en Nederlandse schaal een speler van formaat en er liggen veel kansen om de economische prestatie te verbeteren. Dat is ook nodig, omdat de economische crisis zijn effect op het stedelijk netwerk heeft gehad. Er is een ruim aanbod aan educatie en kennisontwikkeling, waardoor het stedelijk netwerk een broedplaats is van innovatie en duurzaamheid. Dit kan verder worden uitgebouwd, in de sectoren waarmee we ons kunnen profileren (life sciences/health, energy, food) en op de locaties waar het ertoe doet. Denk aan de campussen zoals Heijendaal of Industriepark Kleefse Waard. Het stedelijk netwerk functioneert als één stedelijke agglomeratie (ook wel daily urban system genoemd). Inwoners van het stedelijk netwerk passeren vele malen per dag de gemeentegrenzen zonder dat ze dit zich realiseren. De verwevenheid van wonen, werken, alsook recreëren is een van de belangrijkste troeven van het stedelijk netwerk Arnhem-Nijmegen. In deze stedelijke agglomeratie zijn er veel gevarieerde woonmilieus te vinden (van grootstedelijk tot suburbaan), binnen een aantrekkelijke omgeving met volop mogelijkheden voor recreatie, zoals de fraaie parken (grootste landschapspark van West-Europa park Lingezegen), bossen (waaronder de Veluwe), dijken en uiterwaarden, plassen en weilanden, glooiende stuwwallen, moerassige graslanden en heidevelden. Onze binnensteden zijn een visitekaartje voor de regio en trekken jaarlijks ca. 25 miljoen bezoekers. Het voorzieningenniveau in onze binnensteden, belangrijk voor de (boven)regionale aantrekkingskracht op bewoners, bezoekers en 'creatieven' staat echter onder druk. Wij willen deze ontwikkeling keren door juist in deze MIRT-Agenda hierop in te zetten. Uitnodigingsagenda: samen projecten ter hand nemen Het stedelijk netwerk Arnhem-Nijmegen heeft daarom deze Uitnodigingsagenda opgesteld. Deze Uitnodigingsagenda zal de leidraad voor de regio zijn voor de komende jaren. Maar de agenda biedt ook de gelegenheid aan het Rijk om te participeren in de uit te zetten processen. Een innovatieve en robuuste economie van het stedelijk netwerk Arnhem-Nijmegen is immers in het belang van ons allen (regionaal en landelijk). Bewust is hier sprake van de uitnodigings- in plaats van de uitvoeringsagenda. Met het woord Uitnodigingsagenda benadrukken wij dat we samen met de partners uit het onderwijs en Uitnodigingsagenda MIRT 2015 (19 oktober 2015) 1

bedrijfsleven en met overheden in de Economic Board regio Arnhem-Nijmegen, de projecten ter hand nemen. Daarnaast gaan we de samenwerking aan met andere regio s, zoals Food Valley (Ede- Wageningen), Brainport (Eindhoven), Rijnmond en onze Duitse buren. Maar wij nodigen ook graag breder uit om een bijdrage te leveren. Zo zien wij uit naar initiatieven van individuele ondernemers en burgergroepen. Samen maken we het stedelijk netwerk sterk. 1.2. Drie icoonprogramma's In de BVNL-rapportage "Beleidsstrategieën ter versterking van het ruimtelijk economisch vestigingsklimaat in Regio Gelderland" wordt ons stedelijk netwerk opgeroepen te werken aan een herkenbaar economisch profiel, waarbij consistent langjarig beleid moeten worden gevoerd ter versterking van het vestigingsklimaat en de economische positie van de regio. In onze integrale MIRT-agenda wordt daarom een verdere focus aangebracht in het geheel van projecten, zoals we die hebben opgenomen in onze nota " Samen bouwen aan een gezond en energiek stedelijk netwerk." We kiezen in deze Uitnodigingsagenda bewust voor een drietal icoonprogramma's, omdat we er van overtuigd zijn dat een geconcentreerde inzet te verkiezen is boven een brede benadering. We hebben gekozen voor icoonprogramma's waarvan we verwachten dat investeringen hierin de grootste hefboomfunctie hebben voor het totale stedelijke netwerk en in nationaal en internationaal opzicht verschil kunnen maken. Daarmee zullen de icoonprogramma's bijdragen aan een herkenbaar economisch profiel van het stedelijk netwerk Arnhem-Nijmegen. Andere reden waarom we voor deze iconen kiezen is dat ze aansluiten op de aanwezige kwaliteiten in de regio en onze strategische ligging op de transportassen in de Rhine-Alpine én North Sea-Baltic Core Network Corridor. Én de iconen sluiten aan op belangrijke wereldwijde trends zoals het groeiende belang van kenniseconomie, de aantrekkingskracht van de steden en de duurzame toepassingen van energie en grondstoffen. Samenwerking is essentieel bij de uitwerking van de icoonprogramma s. Het is nu zaak om dit verder uit te bouwen en vast te houden aan de koers! De drie icoonprogramma's zijn: 1. Het versterken van de campusontwikkeling Arnhem-Nijmegen en de cross-overs tussen de verschillende campussen/bedrijfsleven. Het stedelijk netwerk beschikt over vele hogere onderwijsinstellingen: een universiteit en drie hbo-onderwijsinstellingen. In de regio zijn ook een aantal kennisclusters gevestigd zoals Campus Heijendaal (met Radboudumc, Radboud Universiteit en Hogeschool van Arnhem en Nijmegen) in Nijmegen en in Arnhem/Rheden het cluster Van Hall Larenstein-Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en ArtEZ. Daarnaast zijn de Novio Tech Campus, Arnhems Buiten en Industriepark Kleefse Waard (ook wel IPKW genoemd) bij uitstek ondernemersgedreven locaties waar starters, bedrijven en innovatieve kennis bij elkaar komen en valorisatie plaatsvindt. (Sportcentrum) Papendal fungeert als kennislocatie waar food en health elkaar ontmoeten. Het is zaak om deze sterke uitgangspositie verder uit te bouwen door nog meer samenwerking te realiseren tussen kennis en het bedrijfsleven, business development, doorontwikkeling van het MKB, netwerkontwikkeling, een betere profilering en internationale positionering en, acquisitie, alsmede door de uitvoering van de volgende programmaonderdelen: - Combinatie van hard- en software : niet-fysieke en fysieke investeringen gaan hand in hand: denk aan het verbeteren van de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt, het faciliteren van startups, het stimuleren van business development, acquisitie, kennisdeling en aandacht voor de fysieke omgeving zoals infrastructuur en aantrekkelijke gebieden voor studenten en werknemers. - het geven van een kwaliteitsimpuls aan Campus Heijendaal en het doorontwikkelen van Novio Tech Campus; Uitnodigingsagenda MIRT 2015 (19 oktober 2015) 2

- het inhoudelijk en fysiek samenbrengen van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en Van Hall Larenstein op Science Park Arnhem, daarvoor voorzieningen toe te voegen en een verbinding te leggen met de omgeving; - het opzetten van integraal programma voor startups en spin-offs en het inzetten op creatieve ontwikkel- en experimenteerlocaties; - de regionale uitwerking van het Techniek- en Zorgpact. De Economic Board regio Arnhem-Nijmegen zal hierbij een centrale rol vervullen. Hiermee sluiten we ook aan bij een belangrijke beleidsaanbeveling in de BVNL-rapportage: Koppel wetenschappelijk kennis en het regionaal bedrijfsleven beter aan elkaar, fysiek en/of organisatorisch, met als doel een innovatievere en concurrerende (regionale) economie. 2. Het ontwikkelen van bruisende binnensteden aan de rivier. Arnhem en Nijmegen vormen de motor van de regionale en provinciale economie. Levendige binnensteden zijn hiervoor essentieel, het zijn de ontmoetingsplaatsen in stad en regio en verschaffen innovatievermogen. Juist hierdoor worden jonge en talentvolle mensen aangetrokken. De stedelijke voorzieningen zoals detailhandel en het onderscheidende culturele aanbod dragen bij aan de aantrekkelijkheid; niet alleen voor de eigen inwoners van de regio, maar ook voor een groter gebied dat zich uitstrekt tot in Duitsland. Jaarlijks trekken de binnensteden van Arnhem en Nijmegen zo'n 25 miljoen bezoekers. De eerder genoemde BVNL-rapportage stelt dat het voorzieningenniveau in onze binnensteden onder druk staat door het verdwijnen en uitblijven van vernieuwing. De rapportage beveelt een vergroting van de agglomeratiekracht van de voorzieningen aan. Het stedelijk netwerk zal zich richten op de (her)ontwikkeling en profilering tot levendige en leefbare steden, waarin gewoond, gewerkt en verbleven wordt. Wij willen de potenties van beide binnensteden vergroten door: - De complementariteit van de steden Arnhem en Nijmegen te benadrukken, door het versterken van een onderscheidend en aantrekkelijk aanbod aan voorzieningen en karakter van de beide steden - Het versterken van het ondernemerschap in de binnensteden, o.a. door leegstand anders in te zetten, investeringsregelingen, gebiedsprofielen en het verder versterken van de creatieve industrie in de steden. - het versterken van de relatie tussen de rivier en de binnenstad (Waal - Nijmegen en Nederrijn - Arnhem). Met het gezicht naar de rivier, in plaats van met de rug; - het versterken van de relatie van tussen de stations en de binnensteden, als logische onderdelen daarvan en niet als te nemen barrières; - een transformatie te bewerkstelligen van de binnensteden van place to buy (gericht op detailhandel) naar place to meet (gericht op ontmoeten, beleven en verblijven); - een herijking van de regionale programmering van werklocaties (onder meer op het gebied van detailhandel en kantoren); 3. Smart Energy. Het stedelijk netwerk heeft bewezen een stevige dosis ambitie en een goed vestigingsklimaat te hebben voor circulaire economie (biobased economy), duurzame (of smart) mobiliteit en energietransitie. Het stedelijk netwerk Arnhem-Nijmegen heeft volgens de BVNL-rapportage een nog niet heel groot, maar wel goed ingebed cluster 'energie', dat innovatief is. BVNL stelt dat er hier hard aan innovaties wordt gewerkt, waardoor het cluster juist tot groei kan komen. Het stedelijk netwerk Arnhem- Nijmegen wil zich ontwikkelen tot een omgeving waar de technologie ontwikkeld wordt, kan worden getest (proeftuin) en kan worden uitgerold. De regio als eigen launching customer. Uitnodigingsagenda MIRT 2015 (19 oktober 2015) 3

Energietransitie is een intrinsiek doel van de regio, maar het levert ons ook kennisontwikkeling en -export, werkgelegenheid en economische groei op. Belangrijke onderdelen zijn: - circulaire economie op innovatiehubs (campussen); - smart mobility (slimme en duurzame mobiliteit); - energietransitie (bijvoorbeeld de uitrol van warmtenetten); en cross-overs met andere sectoren. Daarmee geven we ons energieprogramma een onderscheidend profiel mee ten opzichte van andere regio's. Logistiek. Naast deze drie icoonprogramma's die direct voortvloeien uit de MIRT studie Arnhem- Nijmegen, komt er in ons stedelijk netwerk steeds scherper een vierde icoonprogramma in beeld vanuit de MIRT-studie Goederencorridor Oost en de Gelderse Corridor. In het verlengde hiervan is inmiddels in de regio Arnhem-Nijmegen en het Rivierengebied een kopgroep gevormd, die zich buigt over een nadere invulling van de visie op logistiek en een verdere invulling met deelprogramma's en projecten. Hoewel de uitwerking van dit icoonprogramma plaatsvindt vanuit de trajecten MIRT-studie Corridor Oost en de Gelderse Corridor - en daarmee verder in onze Uitnodigingsagenda niet meer voorkomt - willen wij hier het belang van deze ontwikkeling op het gebied van logistiek voor de economische kracht van onze regio benadrukken. In de Gelderse Corridor komen ook ruimtelijke kwaliteit en recreatie en toerisme aan de orde. Figuur 1. (Ruimtelijk) verbeelding Integrale MIRT-Agenda stedelijk netwerk Arnhem-Nijmegen Uitnodigingsagenda MIRT 2015 (19 oktober 2015) 4

1.3. Uitwerking In deze uitnodigingsagenda staan de drie icoonprogramma's centraal. Verschillende facetten van de icoonprogramma's worden belicht en ze krijgen inhoud door er projecten aan te verbinden. Deze projecten verschillen onderling sterk. Een aantal projecten is de komende jaren al zichtbaar (zijn soms al gestart); andere projecten verkeren nog in het onderzoeksstadium. Van belang is dat de projecten die hier naar voren komen allen reëel zijn. In de zin dat er partijen zijn die zich als trekker hebben opgeworpen en dat er draagvlak voor ontwikkeling bestaat. De financiële dekking is nog niet overal volledig, maar sluit goed aan bij de adaptieve agenda waaraan wij als stedelijk netwerk, samen met onze partners, zoals de Economic Board regio Arnhem-Nijmegen, werken. Van belang is bestuurlijke slagkracht te tonen, door als overheden gezamenlijk (Rijk, provincie en gemeenten), de icoonprogramma's en projecten meerjarige continuïteit te bieden, gericht op een uitnodigend vestigingsklimaat. Wij nodigen iedereen hierbij uit om met ons samen de opgaven, waar ons stedelijk netwerk voor staat, op en aan te pakken. 1.4. Hoe verder De MIRT-Agenda is het ruimtelijk-economische en infrastructurele kader voor het stedelijk netwerk Arnhem-Nijmegen en verbindt ons als Rijk, provincie, gemeenten in onze opgaven voor de komende jaren. De in de MIRT-Agenda opgenomen icoonprogramma zullen per project verder inhoudelijk (qua hard- en software), financieel, juridisch worden uitgewerkt. De ingestelde stuurgroep MIRT blijft functioneren en zal met name de taak krijgen de voortgang van de uitvoering te bewaken. De Economic Board regio Arnhem-Nijmegen speelt een belangrijke rol bij de uitvoering van de icoonprogramma s. We denken dat het zinvol is dat de begeleidingsgroepen (met daarin medewerkers van de verschillende overheden) die zijn geformeerd rond de drie icoonprogramma s in stand blijven en een rol krijgen bij de uitwisseling van de kennis tussen de projecten en programma s en afstemming in de regio te bevorderen. Uitnodigingsagenda MIRT 2015 (19 oktober 2015) 5

2. Basisvoorwaarden 2.1. Inleiding Vanzelfsprekend is het benutten van de economische potentie alleen mogelijk wanneer aan de basisvoorwaarden is voldaan van een vlotte en veilige bereikbaarheid van en naar, en binnen het stedelijk netwerk, en wanneer de regio deltaproof is. Hierbij speelt de Rijksoverheid een belangrijke rol met onder andere het MIRT- (onder meer Goederencorridor Oost) en het Deltaprogramma. Een andere basisvoorwaarde voor een duurzame economische ontwikkeling in het stedelijk netwerk is afstemming tussen de provincie en de gemeenten over de programmering van de woon- en werklocaties in de regio. 2.2. Bereikbaarheid Een goede bereikbaarheid en doorstroming zijn van belang voor economische ontwikkeling. Dit geldt op internationaal (ligging op twee Ten-T-corridors, Trans-European Transport Network-assen), nationaal, regionaal en ook op lokaal niveau; binnen de steden en dorpen. De hoofdstructuur van wegen, water en spoor bepalen tezamen de bereikbaarheid van de regio. Bovendien is ook het onderliggende net van belang voor het verloop van verplaatsingen van personen en goederen. Figuur 2. Ten-T corridors in Europa Uitnodigingsagenda MIRT 2015 (19 oktober 2015) 6

Bijzonder aan deze regio is de vervlechting van intraregionale of (inter)nationale verkeersstromen op zowel de weg als op het spoor, in combinatie met het beperkt aantal rivierovergangen; zie het kaartje hieronder. Dit biedt economisch gezien kansen, maar behoeft ook extra aandacht om de aansluiting goed te borgen. Figuur 3. (Spoor)wegen en water in het stedelijk netwerk Arnhem-Nijmegen De BVNL-rapportage " Beleidsstrategieën ter versterking van het ruimtelijk economisch vestigingsklimaat in Regio Gelderland" onderschrijft deze analyse en stelt dat het (inter)nationaal doorgaand en lokaal verkeer gebruik maken van dezelfde stukken infrastructuur, hetgeen leidt tot congestie, vertraging, overbelasting, waardoor het netwerk als geheel kwetsbaar is. De BVNL-rapportage geeft daarom ook de volgende aanbevelingen mee, die wij concreet vertalen in de volgende programma's en projecten: Verbeter de bereikbaarheid van het stedelijk netwerk. De doortrekking van de A15 en de verbreding van de A12 zijn gestart. Ook de spoorverbinding Arnhem-Düsseldorf, waarvan de Duitse concessiehouder de trekker is, is in uitvoering en het station Arnhem Centraal wordt dit jaar nog geopend. Belangrijk voor het stedelijk netwerk Arnhem- Nijmegen is de versterking van de internationale ICE-verbinding met de stedelijke regio, en specifiek de positie van Arnhem hierin. Deze projecten betekenen veel voor de bereikbaarheid van het stedelijk netwerk en de verbinding met het Duitse achterland. Elektrificatie van de Maaslijn is een ander project dat de bereikbaarheid van het stedelijk netwerk en van de Campus Heijendaal in het bijzonder vergroot. De provincie Limburg is hiervan de initiatiefnemer, maar deze verbetering is voor het stedelijk netwerk Arnhem-Nijmegen eveneens van grote betekenis. Uitnodigingsagenda MIRT 2015 (19 oktober 2015) 7

Versterk het onderliggend wegennet als een onafhankelijk netwerk. Het stedelijk netwerk Arnhem- Nijmegen wil dit bereiken door een multimodale aanpak van (slimme en 'groene') spoor-, weg-, fietsen OV-projecten: - verbetering van de stations en de kwaliteit van de openbare ruimte Nijmegen CS, Nijmegen Heijendaal, Arnhem Velperpoort en Arnhem Presikhaaf, alsmede de kwaliteit van de openbare ruimte bij de stations en de aanpak van Spoorknoop Oost; - het versterken van fietsverbindingen en -faciliteiten, zoals routing en fietsenstallingen bij de stations van Arnhem en Nijmegen, een fietsbrug over de Nederrijn, de pontverbindingen en diverse snelfietsroutes; - Trolley 2.0, proef met waterstofbussen, de uitvoering van de OV-visie en Green Deal (openbaar toegankelijke elektrische) laadinfrastructuur; - via Beter Benutten wordt ruimte gegeven aan slimme en duurzame distributie; - slimme verplaatsingen krijgen in deze regio veel aandacht. Innovaties als SLIM Reizen (samen leidend in mobiliteit), ITS (intelligente transport systemen, waarbij informatie- en communicatietechnologieën in voertuigen en de transportinfrastructuur worden geïntegreerd om het verkeer veiliger, efficiënter, betrouwbaarder en milieuvriendelijker te maken), gedragsverandering van de reiziger, zelfrijdende voertuigen, multimodaal en dynamisch verkeersmanagement krijgen de ruimte. Onderzoek de mogelijkheden van ontvlechting van het internationaal en regionaal verkeer. Hiervoor is op korte termijn, met name het logistieke multimodale knooppunt A15-corridor van belang. Wat de goederencorridor betreft loopt het MIRT-onderzoek (Corridor Oost). Resultaten uit dit onderzoek zullen wederom op de regionale en landelijke agenda komen. Voor 2016 willen we het Rijk uitnodigen, om: - aan de hand van de nieuwe inzichten rond de bereikbaarheidsindicator nadere afspraken te maken over het hoofdwegennet met als speciale aandachtspunten de bajonet A12-A50 en het knooppunt Bankhoef (A50); - op basis van de uitkomsten van de studie Versnelling IJssellijn met ons na te denken en te besluiten over vervolgstappen. Ook in relatie tot de kruisende lijnen, inclusief de spoorknoop Arnhem-Oost en de spoorbrug Ravenstein. De betrouwbaarheid van de spoorverbindingen blijft een opgave en maakt deel uit van de agenda van de Spoortafel en Lange Termijn Spoor Agenda Oost; - kansen benutten tot synergie en meekoppeling van verbetering nationale netwerk (PHS) met lokale ingrepen; - op basis van de uitkomsten van de studie Railterminal Gelderland (RTG) na te denken en te besluiten over vervolg rond realisatie; - te starten met de ontwikkeling van het nieuwe programma Beter Benutten Vervolg (2018-2022). - te werken aan een verdere versterking van de ICE voor het stedelijk netwerk en voor Oost-Nederland als totaal; - te participeren in de verbeteringen rond Station Nijmegen CS (besluitvorming in 2016); - een verkennende studie rond de stations Nijmegen Heijendaal en Arnhem Presikhaaf op te starten. - samen met het stedelijk netwerk te werken aan een succesvol Velocity (in 2017). 2.3. Deltaprogramma De ligging aan de rivieren heeft grote invloed op het landschap, de economische mogelijkheden, alsook de veiligheid. De waterveiligheid en het voorkomen van wateroverlast vraagt voortdurend actie en investeringen van Rijk, regio en waterschappen. In de afgelopen vijf jaar is in het rivierengebied gezamenlijk gewerkt aan het ontwikkelen van de Voorkeursstrategie Rivierengebied. Uitnodigingsagenda MIRT 2015 (19 oktober 2015) 8

Deze voorkeurstrategie maakt onderdeel uit van het Deltaprogramma en is tevens als strategisch kompas opgenomen in het Nationaal Waterplan. Nieuwe veiligheidsnormen moeten recht doen aan de aanzienlijke verstedelijking die de regio heeft doorgemaakt en de komende jaren zal doormaken. Het vraagt forse investeringen in dijken en kades, in waterberging en -afvoer in het middengebied (zoals in Park Lingezegen). Waar mogelijk treffen wij maatregelen, gericht op waterveiligheid en stedelijke ontwikkeling, gecombineerd met andere projecten ('meekoppelen') om kosten te besparen en meerwaarde te creëren. Voor Rivierklimaatpark IJsselpoort is een separaat MIRT-traject gestart dat zijn eigen traject met het Rijk zal doorlopen. Wij verzoeken het Rijk om in aanpak en programmering samen op te trekken met de regio door: De meekoppelkansen met regionale gebiedsontwikkeling maximaal te benutten. Door de waterschappen worden urgente dijkverbeteringstrajecten uit het HWBP (Hoogwaterbeschermingsprogramma) voortvarend uitgevoerd. Het gaat hier om trajecten Nederrijn-Lek, Waal, IJssel en Maas. Er wordt daarbij al voorzichtig geanticipeerd op de nieuwe normering. Sommige dijkverbeteringsopgaven worden hierdoor urgenter. Bij andere dijkversterkingstrajecten wordt geanticipeerd op de nieuwe normering door meer tijd te nemen voor een ruimere verkenningsfase en hierdoor ook ruimte te creëren voor een zorgvuldig gebiedsproces en een uitwerking van de samenhang met rivierverruiming en meekoppelkansen. Regionale partijen spannen zich in om meekoppelkansen bij regionale gebiedsontwikkelingen tijdig in beeld te hebben, zodat bij de grote versterkingsopgaven geen kansen gemist worden. Kansen zijn aan de orde bij meerdere projecten: - Park Lingezegen in de Kop van de Betuwe. Vergroting van de waterberging en de waterveiligheid staat nadrukkelijk op de agenda in de komende fase van het regionale Park Lingezegen. - Binnenstad van Arnhem. Bij noodzakelijke kadevernieuwing op de noordoever van de Nederrijn (Rijnkade) liggen kansen voor een combinatie van waterveiligheid en een kwaliteitsimpuls van het rivierfront van de binnenstad. - Soortgelijke meekoppelkansen liggen bij de verdere ontwikkeling van het stedelijke Waalfront en het zuidelijk deel van de Waalsprong (Hof van Holland, Veur-Lent, Hoge Bongerd, de Stelt) in Nijmegen. - Wijkvernieuwing in Malburgen (Arnhem) en aanpak van waterveiligheid op de zuidelijke oever van de Nederrijn. - In Wijchen is sprake van meekoppelkansen van gebiedsontwikkelingsopgaven en infrastructuur (vergroting capaciteit spoorbrug; 'flessenhals Ravenstein' met de aanpak van waterveiligheid van de Maas. Actieve participatie in regionale pilots. We vragen om actieve betrokkenheid van het Rijk bij een aantal verkenningen en pilots die de regio nu start, gericht op 'water', 'klimaat' en gebiedsontwikkeling. Het gaat hierbij om: - Analyse 'Waterveiligheid Kop van de Betuwe' (meerlaagse veiligheid); - Pilot Zoetwatervoorziening in de Kop van de Betuwe; - Klimaatbestendig Rijk van Nijmegen en Land van Maas en Waal; - Stresstest Arnhem; - Waterveiligheid Maas. Uitnodigingsagenda MIRT 2015 (19 oktober 2015) 9

2.4. Programmering werklocaties De markt voor bedrijventerreinen, perifere detailhandel en kantoorlocaties is regionaal. Voor een duurzame economische ontwikkeling van het stedelijk netwerk Arnhem-Nijmegen is het van belang dat de gemeenten samenwerken bij het aanboren van de markt voor werklocaties. Momenteel is er sprake van een overaanbod in de regionale planvoorraad. Het weer in balans brengen van vraag en aanbod is een vraagstuk dat alleen in regionaal verband kan worden aangepakt en ruimtelijk en financiële consequenties heeft. De provincie en de gemeenten zijn samen, in het kader van onze MIRT-Agenda, bezig de bestaande afspraken te herijken. Om dit traject te laten slagen is commitment nodig van alle betrokkenen, maar ook volledige onderlinge transparantie over harde en zachte plannen, afspraken met derden en financiën. Commitment en bereidheid tot transparantie zijn door alle gemeenten en de provincie Gelderland naar elkaar toe uitgesproken en er wordt momenteel constructief gewerkt om deze opgave gezamenlijk op te lossen. 2.5. Overweging We hebben als stedelijk netwerk Arnhem-Nijmegen bewust gekozen voor een focus in onze Uitnodigingsagenda op drie iconen. Er zijn natuurlijk nog andere projecten en programma s belangrijk. Deze programma's, projecten en sectoren blijven voor ons wel degelijk van belang om het stedelijk netwerk in haar kracht te brengen, maar dragen minder bij aan de gewenste 'hefboom' en/of de herkenbaarheid van het economisch profiel van het stedelijk netwerk Arnhem-Nijmegen. Denk bijvoorbeeld aan: - De sector maakindustrie (van Wijchen tot Nijmegen) en van Arnhem tot de Liemers; Deze sector biedt ook veel werkgelegenheid op VMBO en MBO niveau. Het bieden van voldoende werkgelegenheid op dit niveau is een opgave in de steden en de regio. Overigens is er sprake van een relatie tussen de icoonprogramma s en de maakindustrie. Beide sectoren zijn onderling sterk verbonden en profiteren van elkaars succes; - Het belang van het tuinbouwcluster Lingewaard (Bergerden, Huissen-Angeren en Agropark samen). Het tuinbouwcluster is van groot belang voor de regio en ondersteunend aan de icoonprogramma's. Als productielocatie en proeftuin voor innovaties waar het gaat om de cross-overs tussen food en health, als grote leverancier en afnemer van duurzame energie (belangrijke schakel in het warmtenet Arnhem-Nijmegen) en als gebruiker/leverancier van de logistieke corridor. Intensivering van de samenwerking met partijen binnen Nordrhein-Westfalen is vanwege de afzet belangrijk voor de verdere versterking van de tuinbouwsector; - wijkvernieuwing. Het stedelijk netwerk Arnhem-Nijmegen heeft, zowel in de twee steden alsook daarbuiten, een omvangrijk areaal van woningen in jaren 70- en 80-wijken, de zogenaamde 'bloemkool-wijken'. Veel woningen en de wijken zijn niet levensloopbestendig. Daarbij zijn de woningen energetisch vaak niet optimaal. Er ligt dus een opgave deze woningvoorraad te vernieuwen; - de sector toerisme en recreatie; als stedelijk netwerk, ingebed in een rijke landschappelijke setting, liggen hier aanzienlijke potenties. Op regionale en nationale schaal gaat het o.m. om nieuwe recreatie- en belevingsconcepten, zoals de Limes (door het Rijk voorgedragen voor de UNESCO werelderfgoedlijst) en de Liberation Route. Uitnodigingsagenda MIRT 2015 (19 oktober 2015) 10

3. Icoonprogramma: Campusontwikkeling 3.1. Opgave Het icoonprogramma campusontwikkeling is gericht op het versterken van de locaties die als aanjager voor de kennisontwikkeling, (jong) talent en ondernemerszin werken. Het gaat hier in het bijzonder over de campussen van Arnhem en Nijmegen, die een sterk bovenregionale uitstraling kennen. In beide steden en de omliggende regio is van oudsher de ondernemerskracht sterk. Vanuit de overtuiging dat campusontwikkeling bij uitstek bijdraagt aan de economische groei en werkgelegenheid van onze regio willen wij hier sterk op inzetten. Bedrijven en kennisinstellingen profiteren direct van elkaar door kennisdeling en/of elkaars nabijheid. We zien campusontwikkeling als een combinatie van investeringen in hard- en software. Naast nietfysieke in investeringen in bijvoorbeeld het verbeteren van de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt, het faciliteren van startups, het stimuleren van business development, acquisitie, kennisdeling, voorzieningen en dergelijke, moeten we ook aandacht hebben voor de fysieke omgeving zoals infrastructuur en aantrekkelijke stationsgebieden voor studenten en werknemers. 3.2. Heden Campussen: bron van innovatie-ontwikkeling De gemeenten en de provincie Gelderland bundelen met bedrijfsleven en de kennisinstellingen de krachten voor de versterking van innovatieontwikkeling. De regio staat sterk met haar focus op health en energy, als onderdeel van het topsectorenbeleid van het Rijk. Er ligt een sterke verbinding met food, in de Wageningse regio. Health en energy (en daarbinnen de campussen) worden gezien als katalysatoren voor de brede economie en voor innovatie in de (sterke) maakindustrie van de regio. We koesteren deze sectoren en de cross-overs hierbinnen, en met andere sectoren. De brede basiseconomie, zoals logistiek, chemie, de creatieve sector en HTSM (high tech systemen en materialen), vormt het solide fundament en schept de randvoorwaarden om te kunnen excelleren. Daarmee vormt dit de motor van de regionale economie. Met de bestaande kennisnetwerken Health Valley, Green Tech Alliances, het business cluster Semicon, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, Radboud Universiteit, Radboudumc, Van Hall Larenstein, ArtEZ, Novio Tech Campus BV, Industriepark Kleefse Waard en Arnhems Buiten en vooral met veel sterke bedrijven werken we samen aan een goed vestigingsklimaat én economische ontwikkeling. Deze gefocuste inzet is ook nodig. De volledige regio onderkent dat. De werkgelegenheid in het stedelijk netwerk Arnhem-Nijmegen is geen vanzelfsprekendheid, evenals de positie van de kennisinstellingen. Ontwikkelingen als krimp in de Achterhoek en Limburg hebben effect op de instroom van studenten en betekenen ook een verandering op de arbeidsmarkt. De instroom van studenten is niet alleen van belang voor de kennisinstellingen, maar ook voor de leefbaarheid en aantrekkelijkheid van de regio (de regio kent nu zo een 50.000 studenten). De human capital agenda vraagt (onder veranderende omstandigheden) voortdurend aandacht. Sterke kennislocaties Nijmegen heeft een sterke universitaire basis met de Radboud Universiteit en Arnhem een bijzondere positie met drie hoger onderwijsinstellingen. De regio kent een aantal echte kennislocaties: Heijendaal (Radboudumc, Radboud Universiteit en Hogeschool van Arnhem en Nijmegen), Van Hall Larenstein en Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (Science Park Arnhem) en ArtEZ in Arnhem. Daarnaast zijn de Novio Tech Campus en Industriepark Kleefse Waard en Arnhems Buiten bij uitstek ondernemersgedreven locaties waar starters, bedrijven en innovatieve kennis bij elkaar komen. Honig en Coehoorn Uitnodigingsagenda MIRT 2015 (19 oktober 2015) 11

Centraal zijn creatieve ontwikkelplekken: onontbeerlijk en kenmerkend in het totale regionale palet van innovatieve locaties. Papendal fungeert als living lab en kennislocatie waar rond topsport de onderwerpen food en health bij elkaar komen. Ook is de link tussen Heijendaal (cluster health) en Wageningen (food) belangrijk en kansrijk om cross-overs tussen beide topsectoren te versterken en daarmee nieuwe producten en markten aan te boren. Deze locaties en de ontwikkeling van de keten daartussen hebben potentie als versnellingscentra voor de ontwikkeling van innovaties en menselijk kapitaal in én buiten de regio. Koppel wetenschappelijke kennis en het regionaal bedrijfsleven beter aan elkaar, fysiek en/of organisatorisch, met als doel een innovatievere en concurrerende (regionale) economie. Dit is ook een aanbeveling uit het rapport van BVNL. 3.3. Ambitie De basis van de innovatie verstevigen De campussen in de regio zijn bij uitstek de basis voor innovatie. Zij kennen een sterke dynamiek en zijn dus nooit af. Dit betekent dat we bereikbaarheid en andere randvoorwaarden voor deze locaties mee moeten laten groeien (qua hard- en software). Er is een verdere samenwerking en verbinding tussen verschillende concentraties van bedrijven en kennisinstellingen nodig. De ontwikkeling van een sterk dynamisch netwerk is daarvoor noodzakelijk. Werken aan structuurversterking voor economische ontwikkeling We werken aan drie subsporen om economische groei verder te realiseren. Het gaat om: Het benutten van het potentieel van startups en spin-offs. Het stimuleren van innovatie en business development bij het bestaande bedrijfsleven. Onder andere door het organiserend vermogen van het MKB verder te versterken, test- en innovatiefaciliteiten meer in gedeeld beheer en eigendom toe te voegen en de innovatie-agenda en vragen vanuit het bedrijfsleven te koppelen aan de Human Capital agenda (zie ook verderop). Het toevoegen van bedrijvigheid door aansluitend op de nationale acquisitie strategie de sterke kanten van de campussen voor het voetlicht te brengen. Bouwen aan een Human Capital agenda Het op orde hebben én doorontwikkelen van ons sociaal kapitaal is randvoorwaarde voor economische ontwikkeling. Het gaat bijvoorbeeld over de (internationale) werving van studenten en werknemers, het op in kaart brengen van de ontwikkeling van de vraag naar arbeid op het vlak van energie/techniek en health en de aandacht voor vakmanschap. Hier ligt ook een opgave om de aansluiting te verbeteren tussen werk op niveau van VMBO en MBO en het onderwijs en het versterken van de werkgelegenheid in deze sectoren. Er ligt in de regio een opgave om de werkgelegenheid op dit niveau ook te stimuleren. De Internationale profilering verbeteren De campussen maken in toenemende mate deel uit van (inter)nationale netwerken. (Inter)nationale positionering en aansluiting is nodig. De regio heeft nationaal en internationaal veel te bieden en wil en kan dit beter doen. Uitnodigingsagenda MIRT 2015 (19 oktober 2015) 12

3.4. Processen en projecten De regio werkt voor haar sturing op de economische opgave samen in de Economic Board regio Arnhem- Nijmegen. Deze tripartite samenwerking is hét orgaan voor sturing, agendering en stimulans in de uitvoering. Maar daarnaast herhalen wij hier onze uitnodiging aan individuele burgergroepen en ondernemers, om met initiatieven te komen die onze gezamenlijke doelstellingen versterken. Om de economische kracht van de campussen en het stedelijk netwerk te versterken is het de komende jaren urgent te investeren in lokale projecten die de innovatieve locaties versterken en in regionaal generieke projecten met een versterkend effect op de bovengenoemde locaties. Het stedelijk netwerk Arnhem-Nijmegen ziet het als noodzakelijk om een sterk beeld te ontwikkelen voor de samenhang en complementariteit van verschillende locaties in beide steden en de maatregelen die nodig zijn om het stelsel van regionale innovatieve kennis- en werklocaties te versterken. In komende tijd zal de regio daaraan, samen met haar partners, werken. Met het Rijk en de topcampussen verkennen wij graag op welke wijze we kunnen aansluiten bij de acht landelijke topcampussen en de City Deals. Het stedelijk netwerk Arnhem-Nijmegen heeft een bijzondere propositie met haar keten van WO en HBO kennisinstellingen, haar sterke inhoudelijke oriëntatie, haar krachtige bedrijven en haar unieke positionering tussen Randstad en Ruhr. Partners: gemeenten Arnhem en Nijmegen, provincie Gelderland, kennisinstellingen, innovatieve werklocaties, bedrijven Financiering: onder meer regionale overheden Planning: eerste kwartaal 2015 Op de locatie Heijendaal in Nijmegen zijn Radboud Universiteit, Radboudumc en Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en (een deel) ROC Nijmegen geconcentreerd. De bereikbaarheid van de locatie vraagt naar de toekomst toe verdere verbetering. Elektrificatie van de Maaslijn en verbetering van het station zijn belangrijk voor de verdere ontwikkeling van de campus. Daarvoor is een kwaliteitsimpuls van Station Nijmegen Heijendaal gewenst. Op Heijendaal zullen partijen blijvend investeren in het ontwikkelen van onderzoek en onderwijs. Dit vertaalt zich in aanpassing en verbetering van (bestaande) gebouwen en openbare ruimte. Het incubatoraanbod en facilitering door integrale ondersteunende programma s daarbij vraagt verdere ontwikkeling. Specifiek aandachtspunt vraagt de internationale doelgroep van expats en studenten. Het gaat daarbij om wonen op de campus, specifieke voorzieningen zoals congresfaciliteiten, een Global Lounge (een ontmoetingsplek voor de internationale gemeenschap), et cetera. Partners: gemeente Nijmegen, Radboud Universiteit, Radboudumc, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, provincie Gelderland, ProRail, Rijk (ministerie van IenM) Financiering: divers. Voor de verbetering van het stationsgebied zal de haalbaarheidsstudie een beeld moeten geven. Daarnaast afhankelijk van benodigde ingrepen en investeringen: kennisinstellingen, gemeenten, provincie, Europese middelen Planning: 2015-2025, studies naar stationsontwikkeling opstarten In Arnhem is de locatie Hogeschool van Arnhem en Nijmegen-Van Hall Larenstein (Science Park Arnhem) de spil waar grote aantallen studenten bij elkaar komen. De locatie is nu nog uit elkaar liggend: naar de toekomst toe is het aanbrengen van een sterke samenhang (zowel inhoudelijk als fysiek) op de locatie, het in context brengen van de andere onderwijsinstellingen in de nabije omgeving (onder meer ROC RijnIJssel, ROC A12, Helicon, Leerpark Presikhaaf) en het toevoegen en ontsluiten van voorzieningen het wensbeeld. Hiervoor is een haalbaarheidsstudie naar dit concept, inclusief de randvoorwaarden met Uitnodigingsagenda MIRT 2015 (19 oktober 2015) 13

betrekking tot infrastructuur en bereikbaarheid (verplaatsing en vergroting van het perron van Station Arnhem Presikhaaf) van belang. Het toekomstbeeld vraagt een kwaliteitsimpuls in het bestaande gebied. Verbindingen tussen de afzonderlijke delen van de locatie, toevoegen van incubatorfaciliteiten en ondersteuning daarvan met integrale programma s zijn nodig. Het aantal startups en spin-offs op deze locatie kan omhoog. Deze locatie huisvest in haar nabije omgeving een forse internationale populatie. Dit vraagt om het toevoegen en toegankelijke maken van passende voorzieningen (wonen, sport, leisure, werkruimten, etc.) op de locatie. Voor de inhoudelijke lijnen op de locatie is onder meer het onderzoeken op haalbaarheid van een uniek en aanvullend programma voor de hogescholen samen (zoals een master op het gebied van energie- en milieutechnologie; EMT) een op te pakken vraagstuk. Partners: Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, Van Hall Larenstein, ArtEZ, ROC's, gemeente Arnhem, provincie Gelderland, ProRail, Rijk (ministerie van IenM) Financiering: divers. Voor de verbetering van het stationsgebied zal de haalbaarheidsstudie een beeld moeten geven. Daarnaast afhankelijk van benodigde ingrepen en investeringen: kennisinstellingen, gemeenten, provincie, Europese middelen Planning: 2015-2025, studies naar haalbaarheid stationsontwikkeling op te starten Industriepark Kleefse Waard en Novio Tech Campus en deels ook Arnhems Buiten (met hoogwaardige bedrijven) zijn krachtige ondernemersgedreven locaties. De regio neemt met deze locaties het rijksbeleid en de Agenda Stad ter harte: regio s, cluster en profileer. Industriepark Kleefse Waard (IPKW) wordt het (inter)nationale centrum waar starters, ondernemers, docenten, onderzoekers van technische universiteiten en de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en beleidsmakers elkaar vinden en versterken op energie en techniek vraagstukken. IPKW is een proeftuin voor circulaire economie en heeft als ambitie om het meest duurzame industriepark in Nederland te willen zijn. IPKW verbindt daarnaast maak en creatieve industrie met elkaar en werkt daartoe ook samen met center of expertise Future Makers van ArtEZ: een mogelijke opmaat naar een proeftuin Design & Technology. De Novio Tech Campus is het centrum van de ontwikkelingen life science/health en Semiconductorindustrie. Het doel is het ontwikkelen van een (inter-) nationaal centrum waar starters, ondernemers, docenten, onderzoekers en beleidsmakers van Radboud Universiteit en de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen elkaar vinden en versterken op de thema s life sciences/health en semiconductors en chemie. Deze sectoren zijn flink aan het groeien. Bedrijven, maar ook samenwerkingsverbanden van kennisinstellingen (bijvoorbeeld het IJ5Lab) hebben zich recent gevestigd. Rockstart draait het acceleratorprogramma voor E-health. Het is nu het momentum voor de versnelling. Daar moet de ontwikkeling van de Business Generator Nijmegen bij gaan helpen. Deze campusontwikkelingen staan in de regio in een samenhangend geheel van werklocaties. De behoefte en noodzaak is om te werken aan een integraal programma voor startups en spin-offs, de doorgroei daarvan (business development) en regionale aansluiting bij de rijksacquisitie-inzet. Community building rond de inhoud (bijvoorbeeld circulaire economie op IPKW) blijft naar de toekomst toe essentieel, evenals de support voor showcases (bijvoorbeeld Global Lounge). Partners: Industriepark Kleefse Waard, Novio Tech Campus, gemeente Arnhem, gemeente Nijmegen, provincie Gelderland, ProRail, Rijk, NFIA, Oost NV, Allego, MKB-bedrijven Financiering: publiek-private financieringsarrangementen, conform de eerdere en actuele investeringen in het gebied Planning: divers voor de verschillende onderdelen Uitnodigingsagenda MIRT 2015 (19 oktober 2015) 14