I. BESLISSING DE WIJZIGING. I.A. Algemeen. II.A. Beschrijving van de inrichting



Vergelijkbare documenten
I. BESLISSING DE WIJZIGING. I.A. Algemeen. II.A. Beschrijving van de inrichting

I. BESLISSING DE WIJZIGING. II.A. Beschrijving van de inrichting

I. BESLISSING DE WIJZIGING. I.A. Algemeen. II.A. Beschrijving van de inrichting

I. BESLISSING HET VERZOEK. I.A. Algemeen. II.A. Beschrijving van het verzoek en de inrichting

De inrichting is gelegen aan De Schans nummers 14 en 16 te Soest, kadastraal bekend gemeente Soest, sectie A, nummers 5385 en 5387.

Reinigingsbedrijf Midden Nederland. Soest

I. BESLISSING DE AANVRAAG. I.A. Algemeen. II.A. Beschrijving van de aanvraag

I. BESLISSING. I.A. Algemeen

I. BESLISSING. I.A. Algemeen

I. BESLISSING HET VERZOEK. I.A. Algemeen. II.A. Beschrijving van het verzoek en de inrichting

I. SAMENVATTING BESLUIT

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het besluit. betreffende de Wet milieubeheer. voor de inrichting. G. Hindriks, Oosterwijk WZ 24 H te Nieuw-Dordrecht

I. BESLISSING DE MELDING. II.A. Beschrijving van de melding en de inrichting

I. SAMENVATTING BESLUIT

I. BESLISSING DE WIJZIGING. I.A. Algemeen. II.A. Beschrijving van de inrichting

I. BESLISSING. I.A. Algemeen

De locatie is gelegen in Schalkwijk (gemeente Houten) kadastraal bekend: HTN04 I 414G. Het uitvlakken zal plaatsvinden op bovengenoemd perceel.

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT BESCHIKKING MILIEUASPECT INRICHTINGEN (artikel 3.10 lid 3 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht )

Beslissing. De aanvraag

I. BESLISSING DE MELDING. I.A. Algemeen. II.A. Beschrijving van de melding en de inrichting

I. BESLISSING DE MELDING. I.A. Algemeen. II.A. Beschrijving van de melding en de inrichting

Afdeling Vergunningen

II.B Aanleiding voor het indienen van de aanvraag Als reden wordt opgegeven de aanleg van een tracé voor een nieuwe drinkwatertransportleiding.

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

I. BESLISSING DE MELDING. I.A. Algemeen. II.A. Beschrijving van de melding en de inrichting

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR H. SMIT V.O.F. SCHROOT- EN METAALHANDEL TE BORGER

ONTWERP-BESLUIT TOT INTREKKEN OMGEVINGSVERGUNNING GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Het werk is gelegen aan de Hoofdweg 94, 3474 JH te Zegveld, kadastraal bekend gemeente Woerden, sectie H, nummer 231.

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE MILIEUTOETS. verleend aan. Franse auto?

Definitieve beschikking

Afdeling Vergunningverlening

1.1. Bodembeschermende voorzieningen en maatregelen

1.1. Bodembeschermende voorzieningen en maatregelen

TEERDE STATEN VAN GELDERLAND. Ingevolge artikel 8.24 Wet milieubeheer 1 FEITEN

De intrekking heeft betrekking op 203 schapen ouder dan 1 jaar, inclusief lammeren tot 45 kg (B1).

II.B Aanleiding voor het indienen van de aanvraag Als reden voor de demping van de sloot wordt opgegeven rationele agrarische bedrijfsvoering.

De locatie is gelegen aan de Oud Wulfseweg ten zuiden van nr. 23, kadastraal bekend gemeente Houten, sectie D, nr. 319.

De inrichting is gelegen aan de Graanweg 17 te Moerdijk, kadastraal bekend Klundert, sectie C, nummer 1995.

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Intrekking omgevingsvergunning bouwen Medwaste Control Benelux B.V.

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Intrekking omgevingsvergunning Medwaste Control Benelux B.V.

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WET MILIEUBEHEER VOOR NV AREA REINIGING TE HOOGEVEEN

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Gelet op het bepaalde in de Wet milieubeheer besluiten wij dat:

1.2 Kennisgeving activiteit 1 Milieu

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

De verandering betreft: het plaatsen van een opslagloods ten behoeve van de opslag van non-ferro metalen.

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

* *

Aan de aanvraag hebben wij de volgende activiteit toegevoegd: - Planologisch afwijken (art. 2.1, lid 1 onder c Wabo);

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

I. SAMENVATTING ONTWERP BESLUIT

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

1 Inleiding. 2 Beschikking. Gemeente Montfoort t.a.v. de heer J. Dronkert Postbus ZG MONTFOORT. Geachte heer Dronkert,

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Dit besluit is genomen op basis van de artikelen 2.1 en 2.2 en paragraaf 2.3 van de Wabo.

Aan deze procedure is een projectnummer gekoppeld. Gelieve bij correspondentie dit nummer (19972) te vermelden.

DCMR milieudienst. wmmm. Rijnmond

BESLUiT TOT fntrekken OMGEVINGSVERGUNNING GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

BESCHIKKING D.D. 23 APRIL NR. MPM7609 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

2. Procedure De melding ingevolge artikel 8.19 Wet milieubeheer gedateerd 30 augustus 2006 is bij ons ingekomen op 31 augustus 2006.

Aan: Gemeente Baarn T.a.v. de heer W. Stolp Postbus BA Baarn. Geachte heer Stolp,

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Besluit omgevingsvergunning beperkte milieutoets Rits Scooters T.a.v. mevr. R. Imanse Hugo de Vriesstraat CT Nieuw Vennep

Gelet op het bepaalde in de Wet milieubeheer besluiten wij dat:

ONTWERP-BESLUIT TOT WIJZIGING VOORSCHRIFTEN OMGEVINGSVERGUNNING GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Intrekking omgevingsvergunning

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

OMGEVINGSVERGUNNING *D * D

ONTWERP-BESLUIT TOT WIJZIGING VOORSCHRIFTEN OMGEVINGSVERGUNNING GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

SAPA Profiles NL BV Postbus AB DRUNEN. Melding ex artikel 8.19 Wet milieubeheer

De melding hoort bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer nr. MW , d.d. 23 april 1996.

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor de activiteit milieuneutraal veranderen. Rockwool B.V.

Aan: VvE Diensten Nederland Eindhoven BV VvE Hoofdsplitsing Het Slot te Bunnik T.a.v. de heer T. van Gurp Verdunplein SZ Eindhoven

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

BESCHIKKING. Milieuneutrale omgevingsvergunning

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Aan het einde van het besluit staat op welke wijze u in beroep kunt gaan. Daar treft u ook de digitale ondertekening.

Voor de bezwaarmogelijkheid verwijzen wij kortheidshalve naar bijgaand besluit. Een gewaarmerkt exemplaar van uw melding doen wij u hierbij toekomen.

2. Procedure De melding ingevolge artikel 8.19 Wet milieubeheer, gedateerd 4 december 2007, is bij ons ingekomen op 5 december 2007.

provinci renthe 1.1. Ondenrerp Wij hebben op 2 december 2014 een verzoek ontvangen van Cubri Pallet en Handelsmaatschappij

OMGEVINGSVERGUNNING 1e Kruisweg 22 in Oud-Beijerland

BESCHIKKING AMBTSHALVE WIJZIGING VERGUNNING WET MILIEUBEHEER

Risico s beperken, leefbaarheid vergroten.

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde staten van Limburg. Verzoek wijziging milieuvoorschriften. Haven Maastricht B.V.

Team Referentie Doorkiesnummer Faxnummer adres Onderwerp

Milieuverzorging van Kaathoven BV Eversestraat SR SINT-OEDENRODE. Melding ex artikel 8.19 Wet milieubeheer

2. Procedure De melding ingevolge artikel 8.19 Wet milieubeheer gedateerd 4 januari 2007 is bij ons ingekomen op 11 januari 2007.

WIJZIGINGSVERGUNNING WET MILIEUBEHEER

Burgemeester en wethouders van Woensdrecht, gezien de aanvraag ingekomen d.d. : 29 mei 2015 : Gemeente Woensdrecht Postbus AA HOOGERHEIDE

Transcriptie:

Afdeling Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht BESCHIKKING van GS van Utrecht Tel. 030-2589111 www.provincie-utrecht.nl Datum 16 juni 2009 Team Milieubeheer Nummer 2009INT243526 Referentie R. Abbas Uw brief van Doorkiesnummer 030 258 3668 Uw nummer Faxnummer 030 258 2990 Bijlage Voorschriften E-mailadres Rudolf.Abbas@provincie-utrecht.nl Onderwerp Ambtshalve wijziging ex artikel 8.23 van de Wet milieubeheer I. BESLISSING I.A. Algemeen Gelet op het bepaalde in de Wet milieubeheer (hierna: Wm), de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb), en op hetgeen onder hoofdstuk II en volgende wordt overwogen, besluiten wij: - ingevolge artikel 8.23, eerste lid, van de Wm, tot ambtshalve wijziging van de op 31 juli 2001 (kenmerk; 2001WEM002312i) aan Gebr. Van Dam Auto s verleende Wm-vergunning; - de wijziging omvat het aanpassen van de voorschriften 2.3.2.2, 3.2.1 en 3.2.5 van de revisievergunning van 31 juli 2001 aan het Besluit beheer autowrakken (zie bijlage, voorschriften 2.3.2.2, 3.2.1, 3.2.5) en het toevoegen van voorschriften voor demontage en neutralisatie van airbags en gordelspanners (zie bijlage, voorschriften 3.11.1 tot en met 3.12.36); - deze beschikking bekend te maken op 23 juni 2009; - de wijziging geldt tot 14 september 2011. II. DE WIJZIGING II.A. Beschrijving van de inrichting De inrichting is bestemd voor het bewaren en demonteren van autowrakken, de inkoop, reparatie, stalling en verkoop van vrachtauto s en het bewaren en verkopen van onderdelen en banden. De inrichting is gelegen aan de Diemerbroek 17 te Papekop, kadastraal bekend onder gemeente Oudewater sectie D, nrs 1498, 1499, 1500 en 1501. Op grond van categorie 28.4, onder a, 4º en categorie 28.4, onder d van bijlage I van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer (hierna: Ivb) zijn wij bevoegd gezag voor de inrichting. Afdeling Vergunningverlening/Team Milieubeheer 1 Beschikking d.d. 16 juni 2009/ nr. 2009INT243526

II.B. Aanleiding voor de wijziging Op 1 oktober 2007 is het gewijzigd Besluit beheer autowrakken (hierna: Bba) in werking getreden. In dit besluit is geregeld welke voorschriften opgenomen moeten worden bij het verlenen van een milieuvergunning voor autodemontagebedrijven. Onderhavige inrichting betreft een vrachtautodemontagebedrijf, zodat het Bba niet van toepassing is. Bij het verlenen van de revisievergunning zijn soortgelijke voorschriften opgenomen als in het Bba. Door het wijzigen van het Bba is een aantal van de voorschriften van de verleende milieuvergunning(en) verouderd en moeten daarom door deze ambtshalve wijziging worden aangepast. Op grond van artikel 8.23 van de Wm kan het bevoegd gezag beperkingen waaronder een vergunning is verleend en voorschriften die daaraan zijn verbonden, wijzigen, aanvullen of intrekken dan wel alsnog beperkingen aanbrengen of voorschriften aan de vergunning verbinden in het belang van de bescherming van het milieu. II.C. Beschrijving van de wijziging Het Bba is gewijzigd op de volgende punten: - vloeistofdichte vloeren bij de opslag van vloeistofhoudende wrakken en bij het aftappen van vloeistoffen of vloeistoffen bevattende onderdelen; - de lijst onder C.1 in de bijlage van het Bba (C1-stoffen) is uitgebreid met ontplofbare onderdelen, zoals airbags en gordelspanners, voor zover deze niet onschadelijk zijn gemaakt; - de lijst onder C.6 in de bijlage van het Bba (C6-stoffen) is aangepast; - de eisen voor de opslag van producten voor hergebruik is aangepast (onder D.2 in bijlage van het Bba). Hierdoor heeft de inrichtinghouder meer vrijheid in de wijze van opslag, zolang de mogelijkheid tot hergebruik of nuttige toepassing van product en materiaal niet wordt geschaad. Wij trekken alleen de voorschriften in die op grond van het Bba van 2002 zijn opgenomen en zijn gewijzigd door voorschriften zoals opgenomen in het Bba 2007. Deze laatste voorschriften zijn opgenomen in de bijlage bij deze beschikking. Volgens het gewijzigde Bba moeten ontplofbare onderdelen zoals airbags en gordelspanners binnen 10 werkdagen na ontvangst uit de autowrakken worden verwijderd. Voor het demonteren, neutraliseren en de opslag van airbags en gordelspanners worden aanvullende voorschriften aan de vergunning verbonden. Deze aanvullende voorschriften zijn gebaseerd op de NEN 7557, "Autodemontagetechnieken Neutralisatie airbags en gordelspanners uit autowrakken", Nederlands Normalisatie-instituut, april 2009. II.D. Huidige vergunningsituatie De huidige vergunningsituatie omvat de volgende vergunning: Soort Datum Nummer (Bevoegd gezag) revisievergunning 31 juli 2001 2001WEM002312i GS III. PROCEDURE VAN DE WIJZIGING III.A. Algemeen Met betrekking tot de ambtshalve wijziging is de procedure ingevolge afdeling 3.4 van de Awb van toepassing. Afdeling Vergunningverlening/Team Milieubeheer 2 Beschikking d.d. 16 juni 2009/ nr. 2009INT243526

III.B. Terinzagelegging De kennisgeving over de ontwerpbeschikking en bijbehorende stukken zijn gepubliceerd in een ter plaatse verschijnend regionaal weekblad op 14 april 2009. Vervolgens zijn de ontwerpbeschikking en bijbehorende stukken gedurende zes weken ter inzage gelegd bij de provincie Utrecht en bij de gemeente Oudewater, namelijk van 15 april 2009 tot en met 26 mei 2009. Naar aanleiding van de ontwerpbeschikking zijn, binnen de door de wet gestelde termijn, geen zienswijzen of adviezen ingekomen. IV. OVERWEGINGEN TEN AANZIEN VAN DE WIJZIGING IV.A. Artikel 8.8 tot en met 8.11 Wet milieubeheer Op grond van artikel 8.23, derde lid, van de Wm omvatten de artikelen 8.8 tot en met 8.11 van de Wm het toetsingskader voor de beslissing om ambtshalve de beperkingen die zijn verbonden aan een vergunning te wijzigen, aan te vullen of in te trekken. Op grond van artikel 8.8, derde lid, van de Wm moeten wij de krachtens artikel 8.45 gestelde regels in acht nemen. Bij het vaststellen van een besluit op grond van artikel 8.45 van de Wm is artikel 8.11, derde lid, van toepassing. In dat kader zijn de wijzigingen getoetst aan het belang van de bescherming van het milieu en het toepassen van de beste beschikbare technieken. Dit houdt in dat we het wijzigen van de vergunning in verband met het gewijzigde Bba in deze beschikking niet meer hoeven te toetsen op die punten. Andere wijzigingen van de vergunning die worden meegenomen in deze beschikking worden in de volgende paragraaf wel getoetst aan het belang van de bescherming van het milieu en het toepassen van de beste beschikbare technieken. IV.B. Inhoudelijke overwegingen - Wijzigingen Bba Soortgelijke voorschriften als in het Bba zijn voor het demonteren van vrachtautowrakken opgenomen in de revisievergunning van 31 juli 2001. De voorschriften van de revisievergunning die betrekking hebben op het gewijzigde Bba zijn de voorschriften 2.3.2.2, 3.2.1 en 3.2.5. Deze voorschriften worden vervangen door voorschriften, zoals deze zijn opgenomen in de bijlage bij deze beschikking. - Airbags en gordelspanners In autowrakken van tien jaar en jonger komen airbags en gordelspanners regelmatig voor. Hiervoor is in het in 2007 gewijzigde Bba opgenomen dat airbags en gordelspanners (als zijnde ontplofbare onderdelen) uit een autowrak verwijderd moet worden. Om deze onderdelen op een verantwoorde manier uit een autowrak te verwijderen is NEN 7557 opgesteld. Wij beschouwen het opnemen van voorschriften die zijn gebaseerd op NEN 7557 als het voorschrijven van de beste beschikbare technieken. De voorschriften 3.11.1 tot en met 3.12.36, zoals deze zijn opgenomen in de bijlage bij deze beschikking, worden aan de revisievergunning van 31 juli 2001 toegevoegd. V. CONCLUSIE V.A. Algemeen Gelet op bovenstaande overwegingen zijn wij van mening dat de vergunning van Gebr. Van Dam Auto s gewijzigd moet worden. Wij hebben derhalve besloten als weergegeven onder I. Afdeling Vergunningverlening/Team Milieubeheer 3 Beschikking d.d. 16 juni 2009/ nr. 2009INT243526

VI. AFSCHRIFTEN VI.A. Algemeen Het origineel van deze beschikking te zenden aan: - Gebr. Van Dam Auto s, Diemerbroek 17, 3464 HP Papekop; - burgemeester en wethouders van de gemeente Oudewater, Postbus 100, 3420 DC Oudewater; - het dagelijks bestuur van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, Postbus 550, 3990 GJ Houten. Tevens hebben wij deze beschikking openbaar gemaakt op het internetdomein van de provincie Utrecht: http://www.provincie-utrecht.nl. Gedeputeerde Staten van Utrecht, namens hen, mr J.L. Rosch Teamleider Milieubeheer (wnd) Afdeling Vergunningverlening Afdeling Vergunningverlening/Team Milieubeheer 4 Beschikking d.d. 16 juni 2009/ nr. 2009INT243526

Beroepsmogelijkheid Tegen dit besluit kan binnen zes weken na de dag van bekendmaking beroep worden ingesteld bij de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het beroep kan overeenkomstig het bepaalde in artikel 8:1 juncto art 7:1 van de Awb worden ingesteld door belanghebbenden die tijdig hun zienswijze over het ontwerpbesluit naar voren hebben gebracht of door belanghebbenden die geen zienswijze naar voren hebben gebracht maar die dat redelijkerwijs niet kan worden verweten of door belanghebbenden die zich niet kunnen vinden in de wijzigingen ten opzichte van het ontwerpbesluit. Het beroep staat open voor belanghebbenden. Het beroepschrift moet worden ondertekend en moet ten minste de volgende gegevens bevatten: - de naam en het adres van de indiener; - de dagtekening; - een omschrijving van de beschikking waartegen het beroep is gericht; - de gronden van het beroep. Bij het beroepschrift moet zo mogelijk een afschrift van de beschikking waarop het geschil betrekking heeft, worden overgelegd. Het beroepschrift moet in tweevoud worden gezonden aan de Raad van State, Afdeling bestuursrechtspraak, Postbus 20019, 2500 EA 's-gravenhage. Voor indiening van een beroepschrift is 150,- griffierecht verschuldigd voor een natuurlijke persoon en 297,- voor een rechtspersoon. Indien beroep is ingesteld tegen deze beschikking kan ook om een voorlopige voorziening worden gevraagd indien onverwijlde spoed dat vereist. Het verzoek moet worden gedaan bij de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak. Daarbij is hetzelfde griffierecht opnieuw verschuldigd. Afdeling Vergunningverlening/Team Milieubeheer 5 Beschikking d.d. 16 juni 2009/ nr. 2009INT243526

Bijlage 1: Voorschriften Behoort bij de beschikking van GS van Utrecht, nr.: 2009INT243526 2.3.2.2 In aanvulling op voorschrift 2.3.2.1 mogen de volgende activiteiten alleen worden uitgevoerd op een vloeistofdichte vloer of voorziening die bestand is tegen inwerking van de desbetreffende vloeistoffen en tegen krachten die op de desbetreffende vloer of voorziening worden uitgeoefend: a. het opslaan van autowrakken die nog niet zijn ontdaan van vloeistoffen of vloeistof bevattende onderdelen; b. het aftappen van vloeistoffen of het demonteren van vloeistof bevattende onderdelen; c. het opslaan van vloeistoffen of vloeistof bevattende onderdelen. 3.2.1 Zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen 10 werkdagen, na de ontvangst van het autowrak worden de volgende stoffen, preparaten of andere producten, indien aanwezig, uit het autowrak afgetapt of gedemonteerd en vervolgens opgeslagen: - motorolie; - transmissieolie; - versnellingsbakolie; - olie uit het differentieel; - hydraulische olie; - remvloeistoffen; - koelvloeistoffen; - ruitensproeiervloeistoffen; - airconditioningsvloeistoffen; - benzine; - diesel; - LPG-tank, inclusief LPG; - accu, inclusief accuzuren; - oliefilter; - PCB/PCT-houdende condensatoren; - batterijen; - ontplofbare onderdelen, zoals airbags, voor zover deze niet onschadelijk zijn gemaakt. 3.2.5 Autowrakken worden binnen de inrichting ontdaan van de volgende stoffen, preparaten of andere producten: - banden en grote kunststofonderdelen, zoals bumpers, instrumentenborden en vloeistoftanks, indien deze materialen in een shredderinstallatie niet zodanig gescheiden worden dat ze als materiaal kunnen worden hergebruikt; - metalen onderdelen die koper, aluminium of magnesium bevatten indien deze metalen niet in de shredderinstallatie worden gescheiden; - glas; - katalysatoren; - onderdelen die lood, kwik, cadmium of zeswaardig chroom bevatten en als zodanig zijn voorzien van een aanduiding. Afdeling Vergunningverlening/Team Milieubeheer 6 Beschikking d.d. 16 juni 2009/ nr. 2009INT243526

3.11. Demontage airbags en gordelspanners Algemeen 3.11.1. Binnen de inrichting moet informatie beschikbaar zijn over het werken aan airbag- en gordelspannersystemen. Het gaat hierbij om algemene informatie en specifieke informatie per automodel, waarin wordt beschreven hoe airbags en gordelspanners moeten worden gedemonteerd. 3.11.2. Binnen de inrichting moet een opslagcontainer aanwezig zijn voor de airbags en gordelspanners, die voldoet aan UN klasse 9. Demontage elektrische airbags en gordelspanners 3.11.3. Voordat de airbags en gordelspanners worden gedemonteerd, moeten de hoeveelheid en de locaties van de airbags en gordelspanners bekend zijn. 3.11.4. Voorkomen moet worden dat airbags en gordelspanners worden ontstoken, door: - het pyrotechnische systeem elektrisch te ontladen, voor aanvang werkzaamheden. De tijd is afhankelijk van merk/model; - te voorkomen dat elektrostatische ontlading kan optreden; - te controleren of de bedrading van de airbags en gordelspanners beschadigd is. Als dit het geval is moeten de twee ontstekingsdraden met elkaar worden verbonden; - voor het losmaken van de airbags en gordelspanners de connector los te koppelen of, als dat niet mogelijk is, de twee ontstekingsdraden met elkaar te verbinden. 3.11.5. Na demontage moeten de airbags en gordelspanners zo snel mogelijk in de daarvoor bestemde opslagcontainer worden opgeslagen. Demontage mechanische airbags en gordelspanners 3.11.6. Voorkomen moet worden dat airbags en gordelspanners worden ontstoken, door: - blokkering van het ontstekingsmechanisme. 3.11.7. Na demontage moeten de airbags en gordelspanners zo snel mogelijk in de daarvoor bestemde opslagcontainer worden opgeslagen. 3.12. Neutralisatie airbags en gordelspanners Algemeen 3.12.1. Binnen de inrichting moet informatie beschikbaar zijn over het werken aan airbag- en gordelspannersystemen. Het gaat hierbij om algemene informatie en specifieke informatie per automodel, waarin wordt beschreven hoe airbags en gordelspanners moeten worden geneutraliseerd. 3.12.2. Binnen de inrichting moet minimaal één medewerker werkzaam zijn die aantoonbaar over kennis beschikt van het neutraliseren van airbags en gordelspanners. Deze kennis kan worden opgedaan door het volgen van een specifieke training of door eerdere werkervaring of opleidingen. Afdeling Vergunningverlening/Team Milieubeheer 7 Beschikking d.d. 16 juni 2009/ nr. 2009INT243526

Ontsteken van elektrische en mechanische airbags en gordelspanners in een open auto op het buitenterrein 3.12.3. Voordat de airbags en gordelspanners worden ontstoken, moeten de hoeveelheid en de 3.12.4. Voorkomen moet worden dat airbags en gordelspanners worden ontstoken, door: - de contactsleutel te verwijderen; - te voorkomen dat elektrostatische ontlading kan optreden. 3.12.5. Voordat de airbags en gordelspanners worden ontstoken, moet worden gecontroleerd of de passagiersairbag is ingeschakeld. Als dat niet het geval is, moet deze worden ingeschakeld volgens de gegevens van de autoconstructeur. 3.12.6. Voordat de airbags en gordelspanners worden ontstoken, moet een geluidswerende deken over het wrak worden gelegd. 3.12.7. Voordat de airbags en gordelspanners worden ontstoken, moet de omgeving worden 3.12.8. Na het ontsteken van de airbags en gordelspanners moet worden gecontroleerd of alle airbags Ontsteken van elektrische airbags en gordelspanners in een gesloten auto op het buitenterrein 3.12.9. Voordat de airbags en gordelspanners worden ontstoken, moeten de hoeveelheid en de 3.12.10. Voorkomen moet worden dat airbags en gordelspanners worden ontstoken, door: - de contactsleutel te verwijderen; - te voorkomen dat elektrostatische ontlading kan optreden. 3.12.11. Voordat de airbags en gordelspanners worden ontstoken, moet worden gecontroleerd of de passagiersairbag is ingeschakeld. Als dat niet het geval is, moet deze worden ingeschakeld volgens de gegevens van de autoconstructeur. 3.12.12. Voordat de airbags en gordelspanners worden ontstoken, moeten: - de gordels zijn vastgeklikt; - de deuren en ramen gesloten zijn. Over het wrak moet een geluidswerende deken worden gelegd. 3.12.13. Voordat de airbags en gordelspanners worden ontstoken, moet de omgeving worden 3.12.14. Na het ontsteken van de airbags en gordelspanners moet worden gecontroleerd of alle airbags Ontsteken van elektrische airbags en gordelspanners in een hal met puntafzuiging in de auto 3.12.15. Voordat de airbags en gordelspanners worden ontstoken, moeten de hoeveelheid en de Afdeling Vergunningverlening/Team Milieubeheer 8 Beschikking d.d. 16 juni 2009/ nr. 2009INT243526

3.12.16. Voorkomen moet worden dat airbags en gordelspanners worden ontstoken, door: - de contactsleutel te verwijderen; - te voorkomen dat elektrostatische ontlading kan optreden. 3.12.17. Voordat de airbags en gordelspanners worden ontstoken, moet worden gecontroleerd of de passagiersairbag is ingeschakeld. Als dat niet het geval is, moet deze worden ingeschakeld volgens de gegevens van de autoconstructeur. 3.12.18. Voordat de airbags en gordelspanners worden ontstoken, moet: - het wrak op de ontstekingslocatie geplaatst zijn; - de puntafzuiging in het wrak zijn geplaatst en geactiveerd zijn; - over het wrak een geluidswerende deken worden gelegd; en moeten: - de gordels zijn vastgeklikt; - de deuren en ramen gesloten zijn; 3.12.19. Voordat de airbags en gordelspanners worden ontstoken, moet de omgeving worden 3.12.20. Na het ontsteken van de airbags en gordelspanners moet worden gecontroleerd of alle airbags Ontsteken van elektrische airbags en gordelspanners in een auto binnen een speciale ontstekingsruimte 3.12.21. Voordat de airbags en gordelspanners worden ontstoken, moeten de hoeveelheid en de 3.12.22. Voorkomen moet worden dat airbags en gordelspanners worden ontstoken, door: - de contactsleutel te verwijderen; - te voorkomen dat elektrostatische ontlading kan optreden. 3.12.23. Voordat de airbags en gordelspanners worden ontstoken, moet worden gecontroleerd of de passagiersairbag is ingeschakeld. Als dat niet het geval is, moet deze worden ingeschakeld volgens de gegevens van de autoconstructeur. 3.12.24. Voordat de airbags en gordelspanners worden ontstoken, moet: - het wrak op de speciale ontstekingsruimte zijn geplaatst; - de afzuiging in de speciale ontstekingsruimte geactiveerd zijn; - over het wrak een geluidswerende deken worden gelegd; en moeten de gordels zijn vastgeklikt. 3.12.25. Voordat de airbags en gordelspanners worden ontstoken, moet de omgeving worden 3.12.26. Na het ontsteken van de airbags en gordelspanners moet worden gecontroleerd of alle airbags Ontsteken van mechanische airbags en gordelspanners in een hal met puntafzuiging in de auto 3.12.27. Voordat de airbags en gordelspanners worden ontstoken, moeten de hoeveelheid en de Afdeling Vergunningverlening/Team Milieubeheer 9 Beschikking d.d. 16 juni 2009/ nr. 2009INT243526

3.12.28. Voorkomen moet worden dat airbags en gordelspanners worden ontstoken, door: - de contactsleutel te verwijderen. 3.12.29. Voordat de airbags en gordelspanners worden ontstoken, moet het wrak op de ontstekingslocatie geplaatst zijn en moeten de gordels zijn vastgeklikt. 3.12.30. Voordat de airbags en gordelspanners worden ontstoken, moet de omgeving worden 3.12.31. Na het ontsteken van de airbags en gordelspanners moet worden gecontroleerd of alle airbags Ontsteken van mechanische airbags en gordelspanners in een auto binnen een speciale ontstekingsruimte 3.12.32. Voordat de airbags en gordelspanners worden ontstoken, moeten de hoeveelheid en de 3.12.33. Voorkomen moet worden dat airbags en gordelspanners worden ontstoken, door: - de contactsleutel te verwijderen. 3.12.34. Voordat de airbags en gordelspanners worden ontstoken, moet het wrak in de speciale ontstekingsruimte zijn geplaatst en moeten de gordels zijn vastgeklikt. 3.12.35. Voordat de airbags en gordelspanners worden ontstoken, moet de omgeving worden 3.12.36. Na het ontsteken van de airbags en gordelspanners moet worden gecontroleerd of alle airbags Afdeling Vergunningverlening/Team Milieubeheer 10 Beschikking d.d. 16 juni 2009/ nr. 2009INT243526