Ondersteuningsplan SWV Zuid-Holland West (VO Haaglanden) Een samenvatting van het ondersteuningsplan op basis van de elementen die volgens de MR/GMR van RESPONZ vanuit het (V)SO- van belang zijn bij de beoordeling en het checken van een ondersteuningsplan. Basisondersteuning Dit gaat over het niveau van de basisondersteuning en de gevolgen hiervan voor de mogelijkheden voor, en de gewenste rol van, het (V)SO in de expertiseoverdracht naar het regulier onderwijs. Waar zitten de omissies in de expertise en vaardigheden van het regulier onderwijs? Basisondersteuning is vastgesteld, vormgeving daarvan passend binnen concept van de school. (p.10) De basisondersteuning is omschreven in 10 standaarden, uitgewerkt in concretiseringen. Scholen beschrijven hun basisondersteuning op deze standaarden in SOP. Schoolbesturen verantwoordelijk voor kwaliteit basisondersteuning. (p.14) Doelstelling: Op 1 augustus 2015 hebben alle scholen basisondersteuning op orde. (p.23) Welke resultaatafspraken kunnen hierover worden gemaakt? Hoe ziet het toewijzings- en toeleidingsproces eruit? Welke visie op (V)SO spreekt uit het document? Iedere school levert een bijdrage aan de extra ondersteuning, afhankelijk van expertise en draagkracht. (p.10) Bovenschoolse voorziening (OPDC) als vorm van extra ondersteuning buiten de school, waar leerlingen kortere of langere tijd onderwijs kunnen volgen. In directiekringen zijn afspraken gemaakt over extra ondersteuning: allemaal hetzelfde, of verschillende mogelijkheden op de scholen. Als geen passende plek, dan in eerste instantie bespreken in directiekring. Lukt plaatsing op passende plek niet, dan voorleggen aan bestuur SWV. (p.16/17) Het SWV zal de specifieke deskundigheid van scholen voor VSO behouden. Het regulier onderwijs heeft speciaal onderwijs nodig voor leerlingen die de ondersteuningsmogelijkheden van het regulier onderwijs te boven gaan. (p.10) VSO wordt gezien als onmisbaar onderdeel van het totale onderwijsaanbod. (p.19) Arrangeren De rol van het (V)SO bij de wijze van arrangeren en de invulling van het deskundigenadvies. Hoe ziet het proces eruit en op welke manier kan het (V)SO hier een bijdrage aan Voorbeelden van maatwerkarrangementen op p.15-17, o.a.: ondersteuning/begeleiding vanuit cluster 3/4 school voor leerling of docenten.
leveren? Eén instrument om ondersteuningsvraag voor extra en diepteondersteuning in beeld te brengen: VPI. (p.18) Commissie van deskundigen beoordeelt aanvraag. Commissie bestaat uit onafhankelijk voorzitter (gedragsdeskundige) en minimaal twee deskundigen uit pool van deskundigen uit scholen en jeugdhulp. Voorzitter kiest leden. (p.18) Aanvraag extra ondersteuning: o Wat heeft school gedaan (basisondersteuning) o Ondersteuningsbehoefte? (VPI) o OPP o Handelingsdeel o Ouders betrokken bij aanvraag? o Welke extra ondersteuning? (expertise, geld, materiaal) (p.18) Bij aanvraag voor TLV naast bovenstaande punten: IQ en leerachterstanden, welke diepte-ondersteuning (i.p.v. extra ondersteuning). (p.20) Aanvraag wordt ingediend bij loket instroom, besluit binnen 4 weken. Loketmedewerkers checken compleetheid aanvraag en ondersteunen, indien noodzakelijk, school bij compleet maken dossier. Loketmedewerkers sturen dossier met pré-advies naar CvD. (p.19) Aanmelding voor cluster 3 vindt plaats bij desbetreffende VSOschool. School stelt samen met aanleverende school dossier op voor CvD. Aanmelding voor cluster 4 bij loket instroom. (p 20) Voor EMB-leerlingen die overstappen van SO naar VSO wordt lichte procedure gevolgd, zoals beschreven in richtlijn van PO/VOraad. (p.20) Niet meer de diagnostiek van de stoornis staat centraal, maar de Welke verschillen in de wijze van uitvoering hiervan zijn wenselijk t.o.v. het vraag 'wat heeft de leerling, met zijn/haar beperking, nodig om onderwijs passend bij eigen niveau te volgen'? Focus op ontwikkelingsmogelijkheden (p.11) oude systeem van slagboomindicering? Flexibilisering versus standaardisering Welke trajecten zijn wenselijk om te standaardiseren en dus efficiënter aan te bieden? Extra ondersteuning Het desgewenst opnemen van bestaande arrangementen (bijv. Op de Rails/ Herstart) in de afspraken over voorzieningen voor extra ondersteuning. Welke voorzieningen Knooppunt blijft bestaan.
dienen behouden te blijven? Welke aantoonbare resultaten en opbrengsten zijn hiervan beschikbaar? Aandacht voor specifieke doelgroepen (bijv. ZMOLK ers/emb) Hierbij valt te denken aan de richtlijn EMB van PO- Raad Voor EMB-leerlingen die overstappen van SO naar VSO wordt lichte procedure gevolgd, zoals beschreven in richtlijn van PO/VOraad. (p.20) Jeugdwet & Passend Onderwijs De afspraken over de verbinding tussen ondersteuning in het onderwijs en de jeugdwet vanuit de gemeente tijdens OOGO. Hebben de gemeenten de complexiteit van de doelgroepen voldoende in beeld? Samenwerking met gemeenten op terrein van jeugdhulp, leerplicht, leerlingenvervoer, huisvesting en toeleiding naar arbeid. (p.11) Welke behoeften heeft het (V)SO t.a.v. de aansluiting met de jeugdwet? Hoe is de afstemming met de aanpalende SWV-en georganiseerd? Op welke thema's wordt deze samenwerking gericht? Regionale samenwerking SWV PO. Maandelijks overleg SWV VO Westland, Zuid Holland West, Delft en Zoetermeer. Afstemming op terrein van: o (toewijzings)instrumenten o aanbod flexvoorzieningen o inhoud basisondersteuning o toelatingsprocedure cluster 3 en 4 o beschikbaarheid bovenregionale jeugdhulptrajecten. Doel: voorkomen onnodig grensverkeer en vereenvoudigen communicatie (p.38) PO: BOVO- afstemming overgang PO/VO. (p.36) VO: zie boven.
Hoe wordt uitvoering gegeven aan de Tripartiete Overeenkomst? Hoe omgaan met AB komende periode? Overige punten/onderdelen uit ondersteuningsplan relevant voor SO Personeel Tripartiete overeenkomst wordt niet expliciet genoemd. SWV neemt personeel van het Knooppunt, dat nu in dienst is van Pleysier College, over (p.46) Voor cluster 3 zal SWV namens scholen in overleg gaan over inhuur van diensten. Expertise AB cluster 3 is zo specifiek, op maat en aan school gebonden dat deze constructie de flexibiliteit biedt die nodig is. (p.42) Cluster 4: gesprek over opting out. (p.43) Overig Eerste twee jaren worden gebruikt om ervaring op te doen en te monitoren. Vervolgens vanaf medio 2015 werken aan nieuw ondersteuningsplan. (p.5) Deelname LWOO en rugzakje minder dan landelijk gemiddelde, deelname PRO hoger dan landelijk gemiddeld. (p.7) Directiekringen, o.a. directiekring VSO, hebben input geleverd op relevante punten ondersteuningsplan. Eén schoolleider van directiekring VSO is lid van stuurgroep. Principe geld volgt leerling: school die leerling met extra of diepte-ondersteuning begeleidt krijgt middelen. (p. 11) Idealiter: iedere school vast bedrag extra ondersteuning. Nu onvoldoende informatie. Komende twee jaren informatie verzamelen over toedeling, daarna mogelijk vast bedrag extra ondersteuning. (p.19) In de eerste 2 jaren wijkt CvD bij toekennen van TLV niet af van zorgzwaarte zoals die voor invoering van Passend Onderwijs was. Als TLV afloopt en er geen reden is voor een nieuw arrangement diepte-ondersteuning, wordt begeleidingsplan terugkeer opgesteld. Procedure wordt nog uitgewerkt i.s.m. cluster 3 en 4 scholen. In principe dekkend aanbod SWV. Kanttekeningen daarbij op p.22/23. SWV streeft naar thuisnabij onderwijs, is realistisch uitgangspunt gezien brede aanbod cluster 3 en 4. Toch ongeveer 160 leerlingen onderwijs buiten de regio; in komende periode inventarisatie van redenen niet thuisnabij onderwijs. Streven is om dit aantal te verminderen, met mogelijk resultaat dat minder leerlingen gebruik maken van leerlingenvervoer. (p.34). Zorg over instroom (toename) en uitstroom (later) cluster 3 als gevolg van beperking instroom KDC en sluiting AC, dit kan gevolgen hebben voor capaciteit cluster 3 scholen. (p.34) Rugzakjes die per 1 augustus 2014 aflopen, worden met een jaar verlengd. In schooljaar 2014/2015 eventueel nieuwe aanvraag voor 2015/2016. Rugzakjes die aflopen per 1 augustus 2015, worden met nog een jaar verlengd.
Planning voor herindicatie zittende leerlingen door SWV wordt voor 1 augustus 2014 uitgewerkt in overleg met VSO-scholen. Bij lasten van SWV is uitgangspunt dat VSO beperkt kan groeien als gevolg van herschikking. (p.46) Oormerken van niet bekostigde AWBZ-uitgaven door VSO. (p.46) Aanbevelingen MR Over welke onderdelen kunnen MR-leden (vanuit RESPONZ-perspectief) vragen stellen of aanbevelingen geven in OPR? Bovenstaande tekst is een samenvatting van het ondersteuningsplan. Als er geen tekst staat, is hierover niets vermeld in het ondersteuningsplan. Mogelijke onderwerpen ter bespreking in de OPR: Kunnen alle VSO-scholen aanspraak doen op AWBZcompensatiemiddelen? Wat wordt procedure? Meerjarenbegroting is niet bijgesloten; gereserveerde bedrag vergelijken met aanvragen van dit schooljaar is niet mogelijk. Dit schooljaar door VSO Den Haag ongeveer 40.000 euro aangevraagd. Groeiregeling VSO wordt genoemd op pag. 46/47, maar komt verder niet in de tekst terug. Concrete uitwerking mist dus nog.