Eindrapportage Effecten Missie voor Missie



Vergelijkbare documenten
Effectmeting Missie voor Missie. Datum 13 december 2007 Missie voor Missie

Wat vinden uw cliënten van de zorg thuis?

Rapport Cliëntervaringsonderzoek. Thuiszorg Dichtbij Groningen. Ervaringen met de Palliatieve Zorg Verslagjaar 2014

18 tips om te werken aan je eigen inzetbaarheid

maandag 11 mei inleveren! STAGE BOEK 2015 VAN.AFDELING...

Samenvatting uit het Tevredenheidsonderzoek 2012 / 2013

Vragenlijst Personeel Werk en privé in balans

EFFECTIVITEITSONDERZOEK PROFESSIONAL ORGANIZING. NBPO Oktober Oktober 2014

Vergelijking resultaten

Evaluatieverslag mindfulnesstraining

Vul hieronder als eerste jouw naam in en de datum waarop je deze scan hebt ingevuld!!

Ellen van Wijk - Ruim baan voor creatief talent B 3. Survey commitment van medewerkers

Onderzoek werknemers met kanker

VZW LOOPBAANCENTRUM. Tevreden. met je huidige. werksituatie?

Begrijpen Beleven Bouwen Geluk op de werkplek. Peiling onder Nederlandse werknemers 5 januari 2016

Persoonlijk rapport van: Marieke Adesso 29 Mei

RAPPORTAGE WACHTKAMERINTERVIEWS

Medewerkerstevredenheidsonderzoek

Onderzoek werknemers met kanker

pggm.nl Mantelzorg en dementie in de beleving van PGGM&CO-leden

Signaalkaart Werkgeluk

Persoonlijke gegevens 1/12

Bijlagen. Tevredenheid van potentiële werknemers

Rubrics vaardigheden

De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft)

UITKOMSTEN MARKTONDERZOEK OMGANG MET PSYCHISCHE PROBLEMEN OP HET WERK

SoHuman PROFIT/NON-PROFIT PARTICULIEREN SCHOLIEREN [INZICHT IN GEDRAG EN COMMUNICATIE]

Rubrics vaardigheden

Het functioneringsgesprek

Timemanagement? Manage jezelf!

Ik wilde een opdracht ontwikkelen voor leerlingen die voldoet aan de uitgangspunten van competentiegericht leren.

Wandel coaching Beleef jouw introductie

OPLEIDING LEIDINGGEVEN IN DE KINDEROPVANG. Een opleiding om hoger op te komen

Praktijkinstructie Bedrijfsoriëntatie 1 (CAL01.1/CREBO:50240)

13 Acquisitietips. AngelCoaching. Coaching en training voor de creatieve sector

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Internetpanel Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Resultaten peiling 30: Communicatie nieuw Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

Burn-out: een geluk bij een ongeluk

Rapport Cliënttevredenheidsonderzoek. Sociale Activering (Jobfactory) SMO Helmond

Beginnen met leidinggeven :36 Pagina 1. Beginnen met leidinggeven

Hoofdstuk 6. Bezoek burgerzaken

Online onderzoek Uw werknemers

Rekenen Groep 4-1e helft schooljaar.

Young People Coaching Experience

Rapport Duurzame Inzetbaarheid

MOTIVATIE-ONDEZOEK MEDEWERKERS

Tevredenheid van familieleden en mantelzorgers met casemanagement bij dementie

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou!

Cliëntenaudit Bureau ABC

INZETBAARHEIDS ASSESSMENT

E-CURSUS 1: WELKE WAARDEN ZIJN VAN WEZENLIJK BELANG VOOR JOU?

CP16. ziek- en betermelden

Werken in een andere sector of branche: iets voor u?

Evaluatie Weerbaarheidtraining voor volwassenen Koekkoek & Co

Training Resultaatgericht Coachen

Evaluatie PMA Training Gesprekken met leerlingen - Da Vinci College

Gelukskoffercoaching. Ik kan in drie woorden vertellen wat ik geleerd heb: I love me. Wael, 11 jaar. Gelukkig zijn kun je leren!

employabilityscan Vul de employabilityscan in op Impuls Intranet Op de employabilityscan krijg je automatisch feedback.

Medewerkerbetrokkenheid. 1. Werk aan medewerkertevredenheid. Betrokkenheid uit jezelf. Waarom zou iemand het maximale inzetten voor een werkgever?

Instructie 1. Heb jij je voelsprieten uitstaan? De relatie met je cliënt

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

18 december van 10. Op vakantie na een niertransplantatie; NP online enquête

Blijvend belang training, 49 respondenten

Welkom. Neem contact op zodat wij aan de hand van uw situatie specifieker kunnen aangeven wat wij kunnen betekenen. Werkgever. Werknemer.

HART VOOR DE MENS, LIEFDE VOOR HET VAK. GORTcoaching.nl. Het coachbureau met hart voor de mens en liefde voor het vak

Toelichting werkklimaatonderzoek

Het financiële struisvogelgedrag van vrouwen. Financiële educatie aan vrouwen: hoe doe je dat?

PRIORITEITEN. drs. Ellen Bulder 1 SITUATIE

Wijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie

Wat vinden uw bewoners van de zorg?

Vul hieronder als eerste jouw naam in en de datum waarop je deze scan hebt ingevuld!!

Vertrouwelijk INDIVIDUEEL RAPPORT Anneke Onderwijs

Inge Test

PeerEducatie Handboek voor Peers

RAPPORT CLIËNTAUDIT 2012 / BLIK op WERK KEURMERK. DaAr Werkmaatschappij van Stichting GGnet. 1 Inhoudsopgave

Het hoe en waarom van Personeelsgesprekken

Juridische medewerker

EEN LEVEN LANG LEREN

8 8 8, ,3. Cliëntenaudit door het Keurmerkinstituut

Starters-enquête. 9 september Een initiatief van AOb-Groene Golf en het NCRV-programma Altijd Wat

Enquête SJBN

Employee Support en Menea

Effectmeting onder leerlingen en leraren

Rapport Voorbeeld adviseur. Voorbeeld adviseur2. voorbeeld Rapportage

ONDERZOEK NAAR WERKDRUK EN STRESS IN VLAAMSE HOGESCHOLEN VRAGENLIJST ATP, OHP EN CONTRACTUELE BEDIENDEN

Reflectiegesprekken met kinderen

Antwoorden Rekenen Groep 5-1e helft schooljaar

Aan de slag met de Werk Ster!

Inhoud Voorwoord Steekproefsamenstelling Resultaten Conclusies

Wat gaan we doen? Wat is bevlogenheid? Wat heb je er aan? (als werkgever, als werknemer) Hoe er op sturen? Binden en boeien! Wie wil er wat mee?

Werkdruk in het onderwijs

Vragen gesteld in het evaluatieformulier + Antwoorden

Vertrouwelijk INDIVIDUEEL RAPPORT Wilma Zorg

Factsheet persbericht

Rapportage Droombaan. BIJ Voorbeeld. Naam: Datum:

Ervaringen van (ex)kankerpatiënten. terugkeer naar werk. Colofoon. Nieuwsbrief

Analyse WMO thuiszorg

Samenvatting rapportage. Baan je toekomst: werken aan duurzame inzetbaarheid. Contractcatering

SPEELWIJZE WERKPLEZIER SPEL - Bladzijde 1 / 11

Loopbanen in het onderwijs? Analyse van de loopbaanontwikkeling van onderwijspersoneel

Transcriptie:

Eindrapportage Effecten Missie voor Missie Opdrachtgever: Maecon de Graafschap drs. S.M. Kleefstra drs. A.C.M. Winters- van der Meer Utrecht, maart 8

is dé zakelijke dienstverlener voor de Nederlandse gezondheidszorg. Zij beschouwt het als haar opdracht om haar klanten te ondersteunen bij het formuleren, implementeren en evalueren van hun beleid, gericht op verbetering van doeltreffendheid, doelmatigheid en kwaliteit van de zorg. Vanuit haar betrokkenheid bij de Nederlandse gezondheidszorg wil toonaangevend zijn in de markt, betrouwbaar zijn als partner en excelleren op het gebied van advies, onderzoek, informatievoorziening en opleiding. Stichting, Utrecht, juni 7. Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit werk mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Stichting. Publicatie van cijfers en/of tekst uit dit werk als toelichting of ondersteuning bij wetenschappelijke artikelen, boeken of scripties, is toegestaan mits daarbij geen sprake is van commerciële doeleinden en voor zover de bron duidelijk wordt vermeld. Uitgever Papendorpseweg 65, 3528 BJ Utrecht Postbus 85, 358 AE Utrecht Telefoon - 2345 678 Fax - 2345 677 prismant@prismant.nl ISBN 9-5376-!!!! Bestellingen Publicaties zijn te bestellen via www.prismant.nl. is een wettig gedeponeerd dienst- en warenmerk. P:/KV/525 eindrapportage Missie voor Missie

Inhoudsopgave 1. Onderzoeksopzet 5 1.1 Missie voor Missie 5 1.2 Effectmeting 6 1.3 Leeswijzer 8 2. Voormeting 9 2.1 Algemene kenmerken van de respondenten 9 2.2 Persoonskenmerken 2.3 Werkomstandigheden 12 3. Resultaten tweede meting 17 3.1 Vragen na afloop van het traject 18 3.2 Is er een effect tussen de voor- en? 18 3.3 Innermatch 36 3.4 Isotoon training 46 3.5 IVT Koerszoeken 51 3.6 Training EigenwijZ 69 3.7 Antwoorden op de open vragen (overige trajecten) 73 4. Interviews 81 5. Samenvatting 83 Bijlage 1 Coachingstraject 85 Bijlage 2 Stuurgroep 87 Bijlage 3 Vragenlijsten 89

4

1. Onderzoeksopzet 1.1 Missie voor Missie Iedereen begrijpt dat je innerlijke drijfveren en het werk dat je doet met elkaar in overtemming moeten zijn. Lastiger is het om het hierover te hebben. Nog spannender is het om te ontdekken dat er methoden zijn die helpen de verbinding tussen wat je echt drijft en inspireert en wat je dagelijks doet te herstellen. Dat is de kern van Missie voor Missie. Bij de methodieken die ingezet worden bij Missie voor Missie kunnen mensen bij wie de drijfveren (de missie) en dagelijkse activiteiten niet goed bij elkaar aansluiten, een coachingstraject volgen. Hier leer je: - ontdekken wat je werkelijk drijft en inspireert; - ontdekken hoe te werken vanuit een innerlijke gedrevenheid en positieve overtuiging; - bontdekken hoe bij te dragen aan een positieve en constructieve werkomgeving; - sneller werk of ander werk te vinden. De coachingbedrijven binnen Missie voor Missie richten zich niet primair op het aanleren of verdiepen van kennis en vaardigheden. In tegenstelling tot veel ander coachingsaanbod. Die aanpak is vaak niet voldoende voor mensen die worstelen met diepere levensvragen. Het project Missie voor Missie is een Equal-project en wordt gefinancierd met gelden uit het Europees Sociaal Fonds. Missie voor Missie geeft ondersteuning bij het integreren van de persoonlijke missie in het werkzame leven. Mensen die deze steun kunnen gebruiken hebben de verbinding tussen hun werk, persoonlijke wensen en inspiratie niet helder voor ogen of willen hun loopbaan een nieuwe impuls geven. Soms tobben ze hierdoor zelfs met hun gezondheid of zijn langdurig arbeidsongeschiktheid geraakt. Deze zogenoemde missieve problematiek vraagt om een eigen aanpak. Missie voor Missie is een aanvulling op het reguliere aanbod van coachingstrajecten die meer gericht zijn op kennis en vaardigheden. 1.1.1 Doelen van Missie voor Missie Bij het arbeidsproces betrokkenen (werkgevers en verwijzers, beïnvloeders en deelnemers) in de regio Overijssel en Gelderland onderkennen dat er een verband is tussen missieve problematiek en uitval, dreigende uitval en werkloosheid. Met als uiteindelijk resultaat dat: Verwijzers - Het aanbod van missieve trajecten goed en eenduidig is omschreven en daarmee toegankelijk zodat verwijzers de trajecten effectief kunnen inzetten. - Mensen die indiceren krijgen de juiste informatie en trainingen om missieve problematiek te signaleren en onderkennen. 5

- De effectiviteit van missieve trajecten is aangetoond. Werkgevers - Missieve trajecten zijn voor werkgevers een onderdeel van het instrumentarium waarmee werknemers zijn te motiveren. - Missieve trajecten zijn onderdeel van het ziekteverzuimbeleid, de inzet ervan leidt tot een lager ziekteverzuim. Ook zijn missieve trajecten onderdeel van het re-integratiebeleid, ze leiden tot meer geslaagde plaatsingen en tot kostenbeperking. Deelnemers - Deelnemers aan de trajecten worden zich bewust van hun missieve problematiek. Na deelname aan een missief traject kunnen zij hun missie integreren in hun werk, hun zelfsturend vermogen is vergroot. 1.1.2 Doelgroepen Bij partnerorganisaties: Deelnemers Indicatiestellers en verwijzers: Arbo-artsen, bedrijfsmaatschappelijk werk, managers, afdelingen P&O Extern Kandidaten op eigen initiatief Kandidaten met een IRO-budget Zorginstellingen Onderwijs UWV Gemeenten Ministerie SZW Brancheorganisaties Verzekeraars 1 1.2 Effectmeting Maecon de Graafschap vroeg een effectstudie te doen naar de effecten van de missieve trajecten. Deze studie omvat ten eerste het ontwikkelen van een gezamenlijk begrippenkader waarin de missieve methoden beschreven zijn en het ontwikkelen van een vragenlijst. Ten tweede omvat deze studie het meten van de effecten van de missieve methoden bij personen in een voor- en. Hierover vindt analyse en rapportage plaats. Het effectonderzoek is in te delen in twee stappen. 1 Website www.missievoormissie.nl 6

1. Het ontwikkelen van een gemchappelijk begrippenkader voor de geselecteerde missieve methoden, samen met de opdrachtgever, coaches en verwijzers. Vervolgens ontwikkelen we een meetinstrument voor het meten van effecten van zogenoemde missieve methodieken. 2. Het meten van de effecten van de toepassing van de missieve methodieken. De meting kent twee uitkomstmaten, kwalitatieve en kwantitatieve uitkomsten. voert het onderzoek uit door deelnemende cliënten op twee momenten te bevragen, voorafgaande aan en na afloop van de missieve trajecten. Dit gebeurt door het tweemaal afnemen van een vragenlijst met daarin open en gesloten vragen. Ook neemt tweemaal bij een steekproef van respondenten semi-gestructureerde telefonische interviews af. Onze ervaring heeft ons geleerd dat wij met dergelijke aanvullende interviews een waardevolle verdiepingsslag kunnen maken op resultaten van de vragenlijst. 1.2.1 Stap 1. Ontwikkelen begrippenkader en meetinstrument Samen met de opdrachtgever, coaches en verwijzers is het in eerste instantie van belang om te komen tot een gezamenlijk begrippenkader waarin we de geselecteerde missieve methodieken kunnen plaatsten. Het gaat dan om het beschrijven van aspecten als drijfveren, missie, zingeving etc. Dit begrippenkader dient als kader voor ontwikkeling en implementatie van en publicatie over missieve methodieken. Het vormt ook de basis van de te meten aspecten en effecten van de missieve methoden. Cruciaal voor het effectonderzoek is een goede voorbereiding waarbij de volgende vragen centraal staan: wat willen we meten en hoe moeten we dat meten? Het gaat in deze stap om het concreet krijgen en operationaliseren van de te meten criteria aan de hand van het ontwikkelde gemchappelijke begrippenkader. vertaalt dit, in afstemming met de opdrachtgever, in een vragenlijst en een leidraad voor interviews. In de vragenlijst neemt zowel open als gesloten vragen op. Gesloten vragen zijn gericht op het verkrijgen van kwantitatieve gegevens over bijvoorbeeld ziekteverzuim of kwaliteit van leven. De open vragen geven inzicht in de meningen en opvattingen van respondenten. 1.2.2 Stap 2. Daadwerkelijk effectonderzoek verzorgt als onafhankelijk onderzoeksbureau het logistieke proces: ontwerp, druk van de vragenlijsten en verzending van de lijsten voor de voor- en. De vragenlijst kan naast op papier- ook via internet aangeboden worden. De ingevulde schriftelijke vragenlijsten worden in een retourenvelop teruggestuurd naar. draagt zorg voor het inscannen van de vragenlijsten. Na de eerste meting analyseert het databestand. Een steekproef van twintig respondenten wordt geïnterviewd en er vindt een tussenrapportage plaats. Deze tussenrapportage wordt besproken met de stuurgroep. Vervolgens vindt een tweede meting op dezelfde wijze plaats. Na de analyse van de tweede meting en vergelijking van beide meetmomenten vindt de eindrapportage plaats. In de rapportage brengt ontwikkelingen in kaart. Kwantitatieve uitkomsten uit de vragenlijsten worden getoetst op significante verschillen en overzichtelijk weergegeven. Ontwikkelingen in de kwalitatieve uitkomsten 7

van de vragenlijst worden beschreven. Door de antwoorden uit de interviews is het mogelijk uitkomsten te plaatsen, te verklaren en meer te laten leven. 1.3 Leeswijzer In hoofdstuk 2 leest u over de resultaten van de. Wat zijn algemene kenmerken van de deelnemers? Hoe beoordelen zij hun kwaliteit van leven? Hoe staan zij in hun werk? In hoofdstuk 3 volgen de resultaten van de tweede meting. Zijn er significante verschillen tussen de voor- en de? Vier trajecten worden verder uitgediept. In hoofdstuk 4 beschrijven we de resultaten van de gehouden interviews. Hoofdstuk 5 ten slotte levert de samenvatting van de effectstudie. In de bijlagen vindt u de deelnemende coachingstrajecten, de stuurgroep en de vragenlijsten. 8

2. Voormeting 2.1 Algemene kenmerken van de respondenten In totaal hebben 214 respondenten de (eerste) vragenlijst ingevuld. Er zijn vijf personen die twee maal een eerste vragenlijst hebben ingevuld, omdat zij een tweede (vervolg)traject gingen volgen. Er zijn in totaal 139 navragenlijsten binnen gekomen (65 procent). Hieronder volgen enkele kenmerken: Van de respondenten is 83 procent vrouw, 17 procent man. De werkgever is van 38 procent Ggnet, van procent van de respondenten Gelre ziekenhuizen, van 17 procent de Stichting Sutfene en van 7 procent Maecon de Graafschap. 7 procent van de respondenten komt van overige instellingen. Twee procent heeft geen werkgever, maar een uitkering. Van de respondenten is 43 procent tussen de en 49 jaar, 24 procent tussen de en 39 jaar, ruim een kwart tussen de 5 en 59 jaar en 7 procent tussen de en 29 jaar. Een half procent is jonger dan en ouder dan 6 jaar. 43 procent van de respondenten heeft HBO als opleidingsniveau, 31 procent geeft aan MULO/MAVO/MBO/VMBO gevolgd te hebben. Elf procent heeft HA- VO/MMS/HBS/Gymnasium of VWO, negen procent een universitaire opleiding en vijf procent lager beroepsonderwijs. Een half procent heeft geen opleiding afgerond. 86 procent doet betaald werk, 13 procent heeft een (volledige) uitkering. Een procent geeft aan vrijwilligerswerk te doen. Het werkniveau is voor 46 procent van de respondenten MBO-niveau, 43 procent werkt op HBO-niveau. Vijf procent werkt op LBO-niveau en zes procent op universitair niveau. Zestien procent van de respondenten heeft een leidinggevende functie, 84 procent niet. Dertig procent van de respondenten werkt 2 tot en met 5 jaar in deze functie, 29 procent korter dan twee jaar. 24 procent werkt langer dan jaar in deze functie, en zeventien procent 6 tot en met jaar. Tweederde van de respondenten is gehuwd/samenwonend, 18 procent is alltaand. Vijftien procent is gescheiden. Van de respondenten heeft 51 procent kinderen jonger dan 18 jaar, 28 procent heeft geen kinderen en 21 procent heeft kinderen ouder dan 18 jaar. Van de respondenten heeft 84 procent geen zorg voor anderen. Welke trajecten hebben de respondenten gevolgd? Naam traject n Percentage Loopbaanbegeleiding Gelreziekenhuizen 4,7 Innermatch 38 17,8 Isotoon training 9,3 IVT Koerszoeken 37 17,3 Omzin 13 6,1 9

Oplossingsgericht coachen 13 6,1 Lineasol 3 1,4 ZKM Maecon de Graafschap 4,7 ZKM Perspectief in Praktijk 12 5,6 ZKM-IVT 4 1,9 Training EigenwijZ 19 8,9 Overig 18 8,3 Onbekend 17 7,9 Totaal 214 2.2 Persoonskenmerken De vraag op de vragenlijst luidt: geef aan bij welke omschrijving u zichzelf het meest vindt passen. Het gemiddelde is 2,66. De groep is in het algemeen vriendelijk, zorgvuldig, onzeker, tobberig en zorgzaam. Descriptive Statistics extravert-introvert vriendelijk-onvriendelijk zorgvuldig-onzorgvuldig stabiel-instabiel zelfstandig-volgzaam flexibel-star ondernemend-passief egocentrisch-zorgzaam zorgeloos-tobberig denker-doener zeker-onzeker Valid N (listwise) Std. N Minimum Maximum Mean Deviation 192 1 5 2,79 1,87 199 1 5 1,79,767 198 1 5 1,91,871 199 1 5 2,68 1,28 198 1 5 2,6,927 199 1 5 2,21,993 199 1 5 2,33,975 198 2 5 3,9,888 198 1 5 3,49,928 196 1 5 2,93 1,38 198 1 5 3,16 1,44 187 Hoe reageert men op moeilijke situaties? Vraag Volstrekt Eens/ Volstrekt Ik probeer 16,2 44,2,8 17,8 1, me eraan te onttrekken Afreageren 12,2 38,1 28,4,3 1, op omgeving Ik wacht af 7,1 43,1 26,4 21,8 1,5

Ik vraag 1,5 18,1 25,1 51,8 3,5 hulp Ik zet dingen 2,5 8, 19,1 59,3 11,1 op een rij In beslag 7,,7 37,2,1 5, nemen Laat merken 1,,9 24,5 45,9 7,7 Maak me 16,3 38,3 27,6 16,8,5 niet druk Kwaliteit van leven Op de vraag Ik voel me gezond antwoordt meer dan de helft vaak. 22 procent antwoordt zo nu en dan. Vraag nooit zelden Zo nu en vaak Zeer vaak dan Goed privéleven,5 7,6 19,7 44,9 27,3 Voldoende 1, 7,6,8 45,2 25,4 steun Comfortabele 2, 11,6 41,9 44,4 woonruimte vriendenkring,5 5,1 18,7 43,4 32,3 ontspanning 1, 12,1 31,8 41,4 13,6 Financiële 31,8 33,8 24,7 7,1 2,5 problemen balans 3,6 13,9 39,2 36,6 6,7 Zestig procent van de respondenten heeft een levensmotto 61 procent heeft momenteel een goed leven 56 procent ziet de toekomst goed of rooskleurig tegemoet. Ziekte Iets meer dan veertig procent van de respondenten heeft zich 1 keer ziekgemeld het afgelopen jaar, 32 procent 2 tot 5 keer. Dit was meestal -2 dagen, maar bij 28 procent toch langer dan 2 weken. 75 procent geeft aan dat de ziekte niets met werk te maken had. Het betrof bij 31 procent fysieke klachten, bij 21 procent psychische klachten en bij 48 procent overig (griep etc). Meer dan 7 procent had zich om deze reden niet vaker ziek gemeld. 57 procent heeft het hier wel met de leidinggevende over gehad. 11

2.3 Werkomstandigheden 2.3.1 Werkomstandigheden-persoonlijk In het algemeen voelen de respondenten zich thuis in de organisatie. Het werk past bij hen, men heeft er plezier in, het is lichamelijk en/of geestelijk niet te zwaar en men heeft wel het idee dat men het werk goed doet en een positieve bijdrage levert aan de organisatie. Wel is het zo dat 31 procent van alle respondenten niet tevreden is met het werk, de uitdaging onvoldoende is en dat talenten onvoldoende tot hun recht komen. 45 procent van de respondenten is niet meer zo opgetogen als vroeger en dertig procent staat s ochtends moe op. Vraag Volstrekt Eens/ Volstrekt Voel me 2,8 14,6 28,1 47,8 6,7 thuis in org Werk past 1,1 15,8 29,4 44,6 9, bij mij Andere 5,1 23,2 24,9 34,5 12,4 baan Plezier in 2,2 12,8 25,7 5,3 8,9 werk Lichamelijk 32,6 44,4 11,8 7,3 3,9 te zwaar Tevreden 2,2 28,7 28,7 36,5 3,9 met werk Voldoende 4, 21,5 23,7 45,8 5,1 energie Geestelijk 2,8 22,5 21,3 41, 12,4 inspannend werk Voldoende 3,4 25,4 25,4 37,9 7,9 uitdagend drukte 8,7 31,8 21,4 28,3 9,8 Talenten 7,3,9 29,2 28,6 2,8 komen tot recht Gunstige 4,5 5,6,1 53,6 26,4 werktijden ziekmelding 3,4 8, 5,1 5,9 32,1 Twijfel aan,6 47,4 19,4 9,7 2,9 zin van werk Problemen 2,3 16,6 26,9 48, 6,3 goed oplossen Positieve 2,9 5,7 25,1 52,6 13,7 12

bijdrage opgetogen 3,4 17,7 24, 38,3 16,6 Doe werk 1,1 6,3 17,6 63,1 11,9 goed Uitgeput na 6,2 23,2 29,9 28,2 12,4 werk Moe bij opstaan 12,4 38,4,3 23,7 5,1 2.3.2 Werkomstandigheden-organisatie De respondenten zijn in het algemeen positief over hun werkomstandigheden en de organisatie. Tweederde kan zelf prioriteiten stellen, kan werk afwisselen, werkvolgorde en werkwijze regelen. De collega s en de leidinggevende worden in het algemeen goed beoordeeld. Meer dan 85 procent van de respondenten geeft aan goed met anderen te kunnen praten, driekwart kan de hulp van anderen inroepen, tweederde kan in werkoverleg problemen bespreken. De leidinggevende is betrokken, ook bij privéproblemen en geeft complimenten. Wel is het werktempo en werkaanbod volgens meer dan de helft van de respondenten (continu) hoog. Veertig procent vindt het werk emotioneel erg inspannend. Veertig procent van de respondenten geeft aan dat de communicatie en sfeer niet open zijn. Dertig procent kan geen nee zeggen zonder al te veel vervelende gevolgen. Tot slot geeft bijna dertig procent aan het afgelopen jaar te maken gehad te hebben met agressie, heeft 34 procent te maken gehad met vernederen, manipuleren, kleineren of negeren en is er bij 17 procent van de respondenten sprake van een conflict. Vraag Volstrekt Eens/ Volstrekt Voldoende 11,9 25,4 29,4 31,1 2,3 personeel Salaris in verhouding 8, 27,8 23,9 37,5 2,8 Beroep op collega;s 3,4 17,1,6 52, 6,9 Open sfeer 6,9 31,6 32,2 23,7 2,8 Voorkomen 6,9 16,6 33,1 34,9 8,6 fysieke klachten Hoog werktempo 3,4 15,3 27,8,3 13,1 Hoog werkaanbod 3,4 19,9 24,4 37,5 14,8 Goede planning 5,1 27,1 38,4 27,7 1,7 Lichamelijk 26,3 5,3 14,9 5,1 3,4 zwaar Emotioneel 5,7 26,3 28,,3 9,7 inspannend Voldoende 3,4,5 24,4 48,9 2,8 13

middelen agressie 28,4 34,7 8, 23,3 5,7 Vernederen etc 24,4,1 11,4 29, 5,1 conflict 25,6 36,9,5 13,1 4, Zelf prioriteiten 1,1 11,3 21,5 53,1 13, stellen Werktempo 3,4 29,1 29,7 33,1 4,6 regelen Werk afwisselen 2,3 11,3,9 57,1 8,5 Werkvolgorde 1,7 13,1 25, 48,9 11,4 Inspraak in 2,3 27,3 22,7 43,8 4, veranderingen Werkplek verlaten 2,8,2 13,6 52,5,9 praten 1,1 1,7,8 68,8 17,6 Hulp van anderen,6 8,5 16,8 6,2 14,2 Vast werkoverleg 1,1 12,,6 54,9 11,4 Zelf problemen 1,7 5,1 19,9 61,9 11,4 oplossen Nee zeggen 4,6 26,3 32, 33,1 4, Normale pauzetijden 6,3 17,6 16,5 47,2 12,5 Goede werksfeer 1,7 11,4 33, 47,2 6,8 Ondersteuning 1,7 12,5 31,8 47,2 6,8 collega s complimenten 9,8 19,5 19, 43,1 8,6 Goede communicatie 6,8 23,3 33, 31,8 5,1 duidelijkheid 6,8 19,9 28,4,3 4,5 privéproblemen 3,4 13,1 27,3 47,7 8,5 Leidinggevende 5,2 17,3 31,8 35,3,4 stimuleert onzekerheid 19,4 37,1, 16, 7,4 14

2.3.3 Verschillen tussen de werkgevers Ggnet heeft de meeste respondenten geleverd: 7 (37,6 procent), Gelre ziekenhuizen leverde 56 respondenten (,1 procent) en Sutfene 32 (17,2 procent). Maecon de Graafschap leverde 12 personen (6,5 procent). Nog twaalf mensen kwamen via overige organisaties (6,5 procent). Vier mensen respondenten hebben een uitkering (2 procent). Zijn er ook verschillen in hoe de respondenten hun werkomgeving en organisatie beoordelen? Jazeker. Hieronder volgen enkele opvallende zaken. We hebben hierbij overigens niet naar significantie gekeken. 48 procent van de respondenten van de Gelreziekenhuizen vindt dat deze organisatie niet zorgt voor voldoende personeel, ten opzichte van 39 procent van Sutfene en 32 procent van Ggnet 64 procent van de respondenten van de Gelreziekenhuizen vindt het werktempo hoog, ten opzichte van 61 procent van Sutfene en 43 procent van Ggnet 39 procent van de respondenten van Ggnet heeft het afgelopen jaar te maken gehad met agressie, ten opzichte van 26 procent uit Sutfene en procent uit de Gelreziekenhuizen Ook het te maken hebben met kleineren, negeren, manipuleren en vernederen heeft 39 procent van de respondenten van Ggnet het afgelopen jaar meegemaakt, ten opzichte van 32 procent uit de Gelreziekenhuizen en 29 procent uit Sutfene 19 procent van de respondenten van de Gelreziekenhuizen geeft aan zelf geen prioriteiten te kunnen stellen in het werk, ten opzichte van 7 procent bij Ggnet en 7 procent bij Sutfene Verder geeft 46 procent van de respondenten uit de Gelreziekenhuizen aan niet zelf (met anderen) het werktempo te kunnen bepalen, ten opzichte van 28 procent bij Ggnet en 21 procent bij Sutfene 35 procent van de respondenten van Ggnet geeft aan dat zij geen inspraak hebben bij veranderingen, ten opzichte van 23 procent bij Sutfene en procent bij de Gelreziekenhuizen Problemen bespreken in een vast werkoverleg kan 6 procent van de respondenten uit Ggnet, ten opzichte van 64 procent bij Gelreziekenhuizen en 84 procent bij Sutfene 42 procent van de respondenten uit de Gelreziekenhuizen geven aan geen nee te kunnen zeggen zonder al te veel vervelende gevolgen, ten opzichte van 19 procent bij Ggnet en 36 procent bij Sutfene 28 procent van de respondenten van Ggnet vindt dat hun leidinggevende niet duidelijk is over te behalen doelen en resultaten, ten opzichte van 24 procent bij de Gelreziekenhuizen en 19 procent bij Sutfene tot slot vindt 17 procent van de respondenten van de Gelreziekenhuizen dat de werksfeer niet zo goed is, ten opzichte van 7 procent bij Ggnet en procent bij Sutfene 15

16

3. Resultaten tweede meting In totaal hebben 139 respondenten de navragenlijst ingevuld. Zij hebben de volgende trajecten gevolgd. Naam traject n Percentage Loopbaanbegeleiding Gelreziekenhuizen 6 4,3 Innermatch 25 18, Isotoon training 11 7,9 IVT Koerszoeken 31 22,3 Omzin 9 6,5 Oplossingsgericht coachen 7 5, Lineasol 1,7 ZMK Maecon de Graafschap 4 2,9 ZKM Perspectief in Praktijk 9 6,5 ZKM IVT 2 1,4 Training EigenwijZ 18 12,9 overig 9 7,3 onbekend 7 5, Totaal 139 Omdat de aantallen per traject voor drie trajecten voldoende zijn (meer dan en), hebben we die ook afzonderlijk bekeken. Dit zijn de trajecten Innermatch, Isotoon training, IVT Koerszoeken en training EigenwijZ. We bekijken in paragraaf 2.2 de antwoorden die alle respondenten samen gegeven hebben. In paragraaf 2.3 volgen de respondenten die het traject van Innermatch gevolgd hebben, in paragraaf 2.4 de respondenten die een Isotoon training gevolgd hebben, in paragraaf 2.5 de respondenten die het traject IVT Koerszoeken gevolgd hebben en in paragraaf 2.6 de respondenten die het traject van training EigenwijZ gevolgd hebben. In de zijn diverse open vragen gesteld. We geven de letterlijke antwoorden weer die respondenten gegeven hebben. 17

3.1 Vragen na afloop van het traject De vragenlijst bevat enkele vragen na afloop van het traject. Alle respondenten samen gaven de volgende antwoorden: 95 procent geeft aan dat het traject hen verder geholpen heeft 8 procent heeft meer inzicht in de werkstijl gekregen 84 procent heeft meer inzicht in de eigen drijfveren gekregen 75 procent weet waarom zij oorspronkelijk voor dit werk heeft gekozen 7 procent weet wat hij/zij wil bereiken in de loopbaan Driekwart weet hoe dit te bereiken 85 procent geeft aan dat het volgen van dit traject een rol gespeeld heeft in het werk, privéleven, vriendenkring, sociale omgeving en vrije tijd. Ziekte Tachtig procent van de respondenten was niet arbeidsongeschikt toen zij aan het traject begonnen, 7 procent was geheel arbeidsongeschikt. Meer dan zestig procent van de respondenten heeft zich nooit ziekgemeld tijdens het traject, 34 procent 1 keer. Dit was meestal -2 dagen (55 procent), maar bij 23 procent toch langer dan 2 weken. 81 procent geeft aan dat de ziekte niets met werk te maken had. In 62 procent van de gevallen was overig (griep etc) de reden van ziekte, bij 17 procent psychische klachten en bij 17 procent fysieke klachten. Gedurende het traject is 48 procent niet meer of minder gaan werken, is 34 procent weer aan het werk gegaan en is 7 procent gestopt met werken. Negen procent is meer gaan werken en vier procent is juist minder gaan werken. 3.2 Is er een effect tussen de voor- en? De respondenten hebben voor een groot gedeelte dezelfde vragen moeten beantwoorden, voor en na het traject. Interessant is om te kijken of er een (significant) verschil is in antwoorden. Met andere woorden: geven mensen een ander antwoord op dezelfde vraag nadat ze een missief traject gevolgd hebben? 3.2.1 Persoonsbeschrijving Hoe omschrijven de respondenten zichzelf als ze het traject afgerond hebben? Het gemiddelde is 2,4. Zij zijn in het algemeen nog steeds zorgzame, tobberige, zelfstandige, vriendelijke mensen. 18

We zien een significant verschil bij drie persoonsbeschrijvingen, dat wil zeggen dat de respondenten zich significant anders omschrijven bij de als dat zij bij de hebben gedaan. De respondenten omschrijven zichzelf: minder instabiel ( 2,68 en 2,25) minder tobberig ( 3,49 en 3,1) minder onzeker ( 3,16 en 2,) Descriptive Statistics extravert-introvert vriendelijk-onvriendelijk zorgvuldig-onzorgvuldig stabiel-instabiel zelfstandig-volgzaam flexibel-star ondernemend-passief egocentrisch-zorgzaam zorgeloos-tobberig denker-doener zeker-onzeker Valid N (listwise) Std. N Minimum Maximum Mean Deviation 134 1 12 2,57 1,277 135 1 4 1,78,7 134 1 4 1,9,869 135 1 4 2,25,78 135 1 4 1,72,75 134 1 5 1,92,885 134 1 5 2,7,869 133 1 5 3,77,928 134 1 5 3,1,922 135 1 5 2,7 1,2 135 1 5 2,,883 129 19

3.2.2 Hoe reageert u op moeilijke situaties? Respondenten reageren op twee vragen significant anders op moeilijke situaties nu ze het traject gevolgd hebben. Dat zijn de vraag of men zich helemaal in beslag laat nemen door problemen en of men zich afreageert op de omgeving. In de grafieken ziet u de frequentieverdeling van deze vraag bij de voor- en. Ik laat mij helemaal in beslag nemen door problemen 5 41,8 33,9 33,1,3,2 8,2 6,5 7,5 6,5 2,2 volstrekt mee mee noch mee De respondenten laten zich minder in beslag nemen door problemen. Ik reageer me af op de omgeving 5 38,539,1 36,1 14,3 11,5 volstrekt mee mee 25,4 noch 23,,5 mee 1,6 De respondenten reageren zich minder af op hun omgeving.

3.2.3 Kwaliteit van leven We vonden zes significante verschillen in de beoordeling van de respondenten over de kwaliteit van hun leven. Respondenten antwoordden significant anders bij de dan dat zij deden nadat zij het traject gevolgd hadden op de volgende vragen: Ik voel me gezond Ik heb een goed privéleven Ik zorg voor voldoende ontspanning in mijn vrije tijd Mijn werk en privéleven zijn in balans Ik heb momenteel een goed leven Hoe ziet u uw toekomst tegemoet? Ik voel me gezond 8 7 6 55,6 66,9 5 1,6 7,3 4,5 21,,5 nooit zelden zo nu en dan vaak 18, 14,5 zeer vaak De respondenten voelen zich vaker gezond. 21

Ik heb een goed priveleven 5 42,3 47,4 33,8 2,3 8,9 4,5 21,1 12, 27,6 nooit zelden zo nu en dan vaak zeer vaak De respondenten geven aan een beter privéleven te hebben. Ik zorg voor voldoende ontspanning in mijn vrije tijd 6 54,1 5 1,6 13,8 6,8 33,3 21,8 nooit zelden zo nu en dan 39, vaak 17,3 12,2 zeer vaak De respondenten zorgen vaker voor ontspanning in de vrije tijd. 22

Mijn werk en prive zijn in balans 6 55, 5 4,2 1,6 15,8 9,3 37,5 18,6 nooit zelden zo nu en dan 34,2 vaak 15,5 8,3 zeer vaak De respondenten geven aan dat werk en privé nu vaker in balans zijn. Ik heb momenteel een goed leven 6 5 56,8 51,2 3,3 1,5 volstrekt mee 5,7 5,3 mee 29,3 12,9 nog mee,6 23,5 De respondenten geven aan dat zij momenteel een beter leven hebben dan bij de. 23

Hoe ziet u uw toekomst tegemoet? 7 6 5 58,2 52,4 21,8 14,9 16,917,2 8,2 4,8 4, 1,5 rooskleurig goed neutraal onzeker somber De respondenten zijn positiever over hun toekomst. 3.2.4 Werkomstandigheden-Persoonlijk Er zijn elf vragen op de vragenlijst die de respondenten significant anders beantwoorden nadat zij het traject gevolgd hadden. Dit zijn de volgende vragen: Ik voel me thuis in de organisatie Mijn werk past bij mij Ik heb plezier in mijn werk Ik ben tevreden met mijn werk Op mijn werk heb ik voldoende energie mijn werk is voldoende uitdagend Door drukte doe ik mijn werk niet goed Ik kan problemen goed oplossen Ik denk dat ik door mijn werk een positieve bijdrage lever aan het functioneren van de organisatie Ik ben niet meer zo opgetogen als vroeger Ik vind dat ik mijn werk goed doe 24

Ik voel me thuis in de organisatie 6 5 48,3 44,8 4,8 2,5 volstrekt mee 15,2 12,7 mee 27,626,3 nog mee,2 7,6 De respondenten geven aan dat zij zich meer thuis zijn gaan voelen in hun (nieuwe) organisatie. Mijn werk past bij mij 5 45,246,2 1,9 1,7 volstrekt mee 16,3 7,7 mee 25,23,9 nog mee 11,5,5 De respondenten geven aan dat hun (huidige) werk meer bij hen past. 25

Ik heb plezier in mijn werk 7 6 5 49,1 59,3 3,8,8 volstrekt mee 11,3 5,9 mee 26,4 19,5 nog mee 14,4 9,4 De respondenten geven aan meer plezier in hun werk te hebben. Ik ben tevreden met mijn werk 5 35,2 46,2 28,6 27,6 17,9 21,4 13,7 2,9,9 volstrekt mee mee nog mee 5,7 De respondenten geven aan meer tevreden te zijn in hun werk. 26

Op mijn werk heb ik voldoende energie 7 6 5 47,6 6,7 5,7,9 volstrekt mee 22,9 18,1 14,5 12,8 mee nog mee 11,1 5,7 De respondenten geven vaker aan meer energie te hebben op hun werk. Mijn werk is voldoende uitdagend 6 5 51,3 5,7 6,8 21, 9,4 22,9 18,8 38,1 12,413,7 volstrekt mee mee nog mee De respondenten geven vaker aan dat hun (huidige) werk voldoende uitdagend is. 27

Door drukte doe ik mijn werk niet goed 5 44,4 7,9 6, 29,7 23,8 31,6 27,7 12,,9 6, volstrekt mee mee nog mee De respondenten geven minder vaak aan dat ze door drukte hun werk niet goed kunnen uitvoeren. Ik kan problemen goed oplossen 7 6 5 52,9 62,6 1,9 volstrekt mee 12,5 3,5 mee 26,9 24,3 nog mee 9,6 5,8 De respondenten geven aan dat zij na het traject beter problemen op kunnen lossen. 28

Ik lever een positieve bijdrage aan het functioneren van de organisatie 7 6 61,2 54,8 5 4,8 5,8 5,2 1,7 volstrekt mee mee 23,1 17,2 nog mee 14,7 11,5 De respondenten hebben meer het gevoel dat ze een positieve bijdrage leveren aan het functioneren van de organisatie. Ik ben niet meer zo opgetogen als vroeger 3,8,3 17,1 31, 25,7 22,4 35,2 25, 18,1 11,2 volstrekt mee mee nog mee De respondenten geven aan dat zij na afloop van het traject meer opgetogen zijn dan vroeger. 29

Ik vind dat ik mijn werk goed doe 8 7 71,8 67,6 6 5 1,9 volstrekt mee 4,8 1,7 mee 15,2,3 nog mee 16,2,5 De respondenten hebben meer het gevoel dat zij hun werk goed doen. 3.2.5 Werkomstandigheden-Organisatie Er zijn tien vragen op de vragenlijst die de respondenten significant anders beantwoorden nadat zij het traject gevolgd hadden. Dit zijn de volgende vragen: Mijn salaris staat in verhouding tot wat ik doe Met emotionele problemen kan ik een beroep doen op mijn collega s Er is momenteel sprake van een conflict Ik kan met anderen het werktempo regelen Ik kan het werk afwisselen Ik kan werkvolgorde en werkwijze regelen Ik kan de hulp van andere inroepen Ik kan nee zeggen zonder al te veel vervelende gevolgen Er is een goede werksfeer Ik krijg goede ondersteuning van collega s