PROJECT BRABO GRUP HOOGSPANNINGSLIJN ZANDVLIET LILLO - LIEFKENSHOEK. Kennisgeving Plan-MER



Vergelijkbare documenten
Een overzicht van de mer-procedure en bespreking van de terinzagelegging van de kennisgeving

Netversterking 380 en 150kV in de Antwerpse Haven

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen. Pascal Van Ghelue Geograaf Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen

Goedkeuringsverslag milieueffectrapport

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen

PROJECT BRABO - ELIA BOUW EN EXPLOITATIE VAN DE HOOGSPANNINGSLIJN ZANDVLIET LILLO MERCATOR. Kennisgeving Project-MER

HOE REAGEREN OP DE KENNISGEVING VAN EEN PLAN- MILIEUEFFECTRAPPORT?

HANDLEIDING PARTICIPATIE IN HET M.E.R.-PROCES

Hoogspanningsstation Kinrooi-Maaseik Van Eyck

Gemeente Schilde RUP "De Vogelenzang " Procesnota Juli 2018

Hoogspanningslijn Aftakking Lokeren 150kV

RUP Dennenstraat Gemeente Lanaken. Procesnota Juli 2018

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

GEMEENTE HEUVELLAND RUP Brandweerkazerne. Procesnota mei 2019

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Aanleg hoogspanningsleiding Zandvliet-Lillo.

Richtlijnen voor het Project-MER Oiltanking AGT

Gemeente Bocholt RUP AFSCHAFFING OMLEIDINGSWEG N747 KAULILLE. procesnota november 2018

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

RUP Tabaart Stad Bilzen. Procesnota oktober 2017

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

voor de vaststelling van ruimtelijke uitvoeringsplannen, vermeld in artikel 3, de toepasselijke procedureregels van de Vlaamse Codex Ruimtelijke

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

RUP Ibogem Procesnota juni Gemeente Kruibeke

RUP Hippodroom Stad Tongeren. Procesnota Maart 2018

Scopingsadvies Project-MER Hervergunning en uitbreiding van een varkenshouderij : Messely Klaas te Kortrijk

Gemeente Beveren RUP TEXAMSITE. Procesnota januari 2019

Gemeentelijk Ruimtelijk UitvoeringsPlan Wijziging BPA Kleine Kromstraat

Scopingsadvies Project-MER Modernisering van het Albertkanaal tussen de Noorderlaanbrug en de sluis van Wijnegem

ZELZATE RUP EUROHAL. Procesnota

Wanneer is een plan of programma plan-m.e.r.- plichtig?

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding van een veeteeltbedrijf : De Lindehoeve/Carrebrouck Koen te Diksmuide

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

RUP Oude Dokken Gent

Milieueffectrapport voor het uitbreiden van een varkensbedrijf

Gemeente Wijnegem Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Somtrans. Procesnota Dossier WIJ1024

Terinzagelegging Kennisgeving voor MER Eurostadium 25 augustus Karen Polfliet Arcadis Belgium

RUP Omvormen kleine industriegebieden. Stad Lier Procesnota

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Gemeente Wijnegem Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Wommelgemsteenweg. Procesnota Dossier WIJ1022

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

essentieel voor de energiebevoorrading

Provincieraadsbesluit

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van slachtkuikenbedrijf Pollo NV te Oud-Turnhout

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

Aanbevelingen voor het opstellen van een kennisgevingsdossier. MER-forum 10 juni 2004

voorontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oostelijke Tangent - Temse Verslag plenaire vergadering

Beslissing over het verzoek tot ontheffing van de project-mer-plicht. Duurzaam Beheerplan Boven-Zeeschelde

RUP Leidingstraat Herentals Ham. Nota voor Publieke Consultatie

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project:

Wanneer is een plan of programma plan-m.e.r.- plichtig?

adviezen n.a.v. planmer-screening

Goedkeuring milieueffectrapport. Kerncentrale van Doel hernieuwing van de Vlarem-vergunning

leeswijzer bij de kenningsgevingsnota Plan-MER ontsluiting Haspengouw - E40

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project:

RUP Decof. Procesnota. Fase: Startnota. Mei Plan_id: RUP_36008_214_00409_0001

afbakening zeehavengebied Antwerpen

GRUP Leidingstraat Zomergem Opwijk Nota voor Publieke Consultatie. Plan-milieueffectenrapport

2 planningsproces. ting van: DD-MM-JJJJ

Uitbreiding historisch gegroeid bedrijf Aertssen te Stabroek. geïntegreerd planproces gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

Richtlijnen voor het Project-MER Belgoprocess bouw gebouw 167X opslag vaten

AANVULLENDE NOTA VERZOEK TOT ONTHEFFING VAN DE PLAN-MER PLICHT

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Gemengd Regionaal Bedrijventerrein Veedijk te Turnhout.

Gecontroleerd overstromingsgebied met gereduceerd getij Bovenzanden

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

Een blik op de ruimtelijke planning in Vlaanderen

Jouw stem in het Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan

Amendementen. op het ontwerp van decreet

WAT IS DE SITUATIE VANDAAG?

Provincieraadsbesluit

Vallei van de Benedenvliet/Grote Struisbeek tussen E19 en A12

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Infomoment Verapazbrug

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van een slachtkuikenbedrijf. Aerts Kristof te Beerse

BETREFT: plan MER screening

RUP s Kernen Gemeente Zaventem. Procesnota september RUP Zaventem Noord RUP Zaventem Zuid RUP Nossegem RUP Sterrebeek RUP Sint-Stevens-Woluwe

PITTEM RUP DE POSTERIJ

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

Openluchtrecreatieve verblijven PRUP Molenzijdse Heide (Merksplas) en Hof van Eeden / t Heultje (Westerlo)

Aanvullende nota milieuscreening PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1'

Pittem RUP Ruimtelijke kwaliteit centrum pittem

RUP AZ Nikolaas Stad Sint-Niklaas. Procesnota

RUP SITE ECA LEEGSTRAAT

Brabantnet sneltram A12

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

RUP AZ Nikolaas Stad Sint-Niklaas. Procesnota

college van burgemeester en schepenen Zitting van 8 februari 2013

De gemeenteraad. Ontwerpbesluit

Regiostelplaats Antwerpen-Oost

E R K E N N I N G M E R - D E S K U N D I G E A A N V R A A G F O R M U L I E R

RUP Zaventem Noord RUP Zaventem Zuid RUP Nossegem RUP Sterrebeek RUP Sint-Stevens-Woluwe Gemeente Zaventem. Procesnota januari 2019

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project:

RUISELEDE RUP ZORGDORP

afbakening zeehavengebied Antwerpen

RUP Leidingstraat Tessenderlo (Schoonhees) Diest (Webbekom) Nota voor Publieke Consultatie

Plan-MER-Verslag. Plan: Initiatiefnemer:

PROCESNOTA RUP BEKINA PROVINCIE: OOST-VLAANDEREN GEMEENTE: KLUISBERGEN. Dossier nr RUP BEKINA DE ONTWERPERS:

Startnotitie voor de milieueffectrapportage. Samenvatting. Hoogspanningsverbinding Doetinchem-Wesel 380kV Traject Doetinchem Duitse grens

Transcriptie:

PROJECT BRABO GRUP HOOGSPANNINGSLIJN ZANDVLIET LILLO - LIEFKENSHOEK Kennisgeving Plan-MER

COLOFON Opdracht: Project Brabo Hoogspanningslijn Zandvliet - Lillo - Liefkenshoek Kennisgeving Plan-MER Opdrachtgever: ELIA ASSET N.V. Keizerslaan 20 1000 Brussel Opdrachthouder: Antea Belgium nv Posthofbrug 10 2600 Antwerpen T : +32(0)3 221 55 00 F : +32 (0)3 221 55 01 www.anteagroup.be BTW: BE 414.321.939 RPR Antwerpen 0414.321.939 IBAN:BE81406209046124 BIC: KREDBEBB Antea Group is gecertificeerd volgens ISO9001 Identificatienummer: 2239383014/gpa Datum: status / revisie: 31 Oktober 2012 definitief - versie 4 Vrijgave: Gert Pauwels, Account Manager Controle: Gert Pauwels, Account Manager MER-deskundige Projectmedewerkers: Gert Pauwels, Projectleider Heleen Van Cauwenberghe, Adviseur junior Antea Belgium nv 2013 Zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Antea Group mag geen enkel onderdeel of uittreksel uit deze tekst worden weergegeven of in een elektronische databank worden gevoegd, noch gefotokopieerd of op een andere manier vermenigvuldigd.

Initiatiefnemer en begeleiding: Initiatiefnemer: Elia ASSET N.V. Keizerslaan 20 1000 Brussel Team van deskundigen MER-coördinator Gert Pauwels Deskundigen: Jan Parys: mens-sociaal-organisatorische aspecten Gert Pauwels: bodem en water Cedric Vervaet: landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie Kristof Goemaere: Fauna en Flora

INHOUD DEEL 1 KENNISGEVING... 4 1 INLEIDING... 7 1.1 ONDERWERP VAN HET PLAN-MER... 7 1.2 INITIATIEFNEMER... 7 1.3 WAT IS EEN MILIEUEFFECTRAPPORT?... 7 1.4 WAAROM EEN MER?... 8 1.5 DOELSTELLING KENNISGEVING EN VAN DE TERINZAGELEGGING... 9 1.6 TERMIJN EN LOCATIE VAN DE TERINZAGELEGGING... 9 1.7 WAT ZIJN NUTTIGE INSPRAAKREACTIES?... 10 1.8 WAT GEBEURT ER MET DE INSPRAAKREACTIES?... 10 1.9 TOETSING AAN DE MER-PLICHT... 10 1.10OVERZICHT VAN DE PROCEDURE... 12 2 BESCHRIJVING VAN HET PLAN... 16 2.1 DOELSTELLINGEN... 16 2.2 ALGEMENE SITUERING PLANGEBIED... 17 2.3 PLANOLOGISCHE CONTEXT... 19 2.4 ALGEMEEN BELEID ELIA VOOR NIEUWE HOOGSPANNINGSVERBINDINGEN... 22 2.5 HISTORIEK EN ALTERNATIEVEN... 22 2.6 RELATIE MET ANDERE PROJECTEN... 29 2.7 SPECIFIEKE EIGENSCHAPPEN HOOGSPANNINGSLIJN ZANDVLIET-LILLO-LIEFKENSHOEK... 30 3 JURIDISCHE EN BELEIDSMATIGE RANDVOORWAARDEN... 34 4 HET OPSTELLEN VAN HET MER... 51 4.1 WERKINGSSFEER VAN HET MER... 51 4.2 SELECTIE VAN DE SIGNIFICANTE MILIEUDISCIPLINES... 51 4.3 AFBAKENING VAN DE REFERENTIESITUATIE, DE ONTWIKKELINGSSCENARIO S ENDEGEPLANDESITUATIE... 52 4.4 GESTUURDE ONTWIKKELING... 53 4.5 METHODOLOGIE EFFECTBESCHRIJVING EN BEOORDELING... 53 5 METHODOLOGIE PER MILIEUDISCIPLINE... 58 5.1 BODEM EN GRONDWATER... 58 5.2 OPPERVLAKTEWATER... 61 5.3 FAUNA EN FLORA... 62 5.4 LANDSCHAP, BOUWKUNDIG ERFGOED EN ARCHEOLOGIE... 71 5.5 MENS: RUIMTELIJKE ASPECTEN, HINDER... 73 5.6 STRALING EN MENS: GEZONDHEID... 75 6 VOORSTEL INHOUDSTAFEL PLAN-MER... 81 6.1 ALGEMEEN... 81 6.2 INLEIDING... 81 6.3 HOOFDSTUK: BESCHRIJVINIG VAN HET PLAN... 81 6.4 HOOFDSTUK: RANDVOORWAARDEN... 81 6.5 HOOFDSTUK: BESCHRIJVING VAN DE REFERENTIESITUATIE, GEPLANDE SITUATIE EN ONTWIKKELINGSSCENARIO S... 82 6.6 HOOFDSTUK: METHODOLOGIE EFFECTBEOORDELING EN INGREEP-EFFECTRELATIES... 82 2239383014/gpa_V4 - Plan-MER RUP Hoogspanningslijn Zandvliet Lillo - Liefkenshoek - Kennisgeving pagina 1

6.7 HOOFDSTUK: BESCHRIJVING EN EVALUATIE VAN DE MILIEUEFFECTEN EN DE REMEDIËRENDE MAATREGELEN... 82 6.8 HOOFDSTUK: GEWESTGRENSOVERSCHRIJDENDE EFFECTEN... 82 6.9 HOOFDSTUK: LEEMTEN IN DE KENNIS EN VOORZIENE POST-EVALUATIEPROGRAMMA S... 82 6.10HOOFDSTUK: EINDBESPREKING... 83 6.11HOOFDSTUK: WERKGELEGENHEID EN INVESTERING... 83 6.12HOOFDSTUK: NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING... 83 7 TEAM VAN MER-DESKUNDIGEN... 84 8 VERKLARENDE WOORDENLIJST EN AFKORTINGEN... 85 9 LITERATUURLIJST... 87 DEEL 2 BIJLAGEN... 88 TABELLEN Tabel 1: Juridische en beleidsmatige randvoorwaarden...35 Tabel 2 Identificatie van sleutel-, optie- en niet-relevante disciplines voor het plan...51 Tabel 3: waardeschaal effectenbeoordeling...55 Tabel 4: ingreep-effectenschema potentiële permanente effecten...55 Tabel 5: Beoordelingscriteria bodem...61 Tabel 6: beoordelingscriteria voor de discipline fauna en flora (plan-mer-niveau)...70 Tabel 7: Beoordelingscriteria en significantiekader voor de milieudiscipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie...73 Tabel 8: beoordelingscriteria discipline Mens (plan-mer-niveau, permanente effecten)...75 Tabel 9: beoordelingscriteria discipline Warmte en stralingen...80 FIGUREN Figuur 1 Typedoorsnede werkstrook ondergrondse aanleg HS-lijn onder Scheldelaan...29 Figuur 2: Onderdelen hoogspanningsverbinding...30 Figuur 3: Schematische voorstelling van boorpalen met grote diameter...31 Figuur 4: Aanduiding van de permanente en overige gebieden Ecologische Infrastructuur in het noordelijk deel van de Antwerpse haven...66 Figuur 5: Avifaunistisch belangrijke pleistergebieden (kleurindicatie: lichtblauw: regionaal; middenblauw: nationaal; donkerblauw: internationaal); broedgebieden (kleurindicatie: lichtgroen: regionaal; middengroen: nationaal; donkergroen: internationaal). Belangrijke migratiebewegingen van vogels omvatten slaaptrek (rode lijn), voedseltrek (bruine lijn) en seizoenstrek (oranje lijn). Broedkolonies: groene bollen (bron: Vogelatlas, AGIV, 2008)....69 Figuur 6 belastingsverdeling bestaande hoogspanningslijnen in Vlaanderen...78 BIJLAGEN Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Overdracht initiatiefnemerschap Kaarten Grafisch plan RUP Hoogspanningslijn Lillo-Zandvliet 2239383014/gpa_V4 - Plan-MER RUP Hoogspanningslijn Zandvliet Lillo - Liefkenshoek - Kennisgeving pagina 2

KAARTEN Kaart 1 Situering op topografische kaart...90 Kaart 2 Situering op orthofoto...90 Kaart 3 Situering op gewestplan...90 Kaart 4 Referentiesituatie bodem...90 Kaart 5 Referentiesituatie fauna en flora...90 Kaart 6 Referentiesituatie landschap...90 Kaart 7 Referentiesituatie mens...90 Kaart 8 Referentiesituatie water...90 2239383014/gpa_V4 - Plan-MER RUP Hoogspanningslijn Zandvliet Lillo - Liefkenshoek - Kennisgeving pagina 3

DEEL 1 KENNISGEVING 2239383014/gpa_V4 - Plan-MER RUP Hoogspanningslijn Zandvliet Lillo - Liefkenshoek - Kennisgeving pagina 4

Woord Vooraf Elia is de beheerder van het Belgische transmissienet voor elektriciteit. Elia s opdracht is van cruciaal belang voor de gemeenschap. De onderneming vervoert immers de elektriciteit van de producenten naar rechtstreekse verbruikers en naar de distributienetten waarop kleine verbruikers en decentrale productie aangesloten zijn. Elia zorgt er dus voor dat de elektriciteit kan uitgewisseld worden over de grenzen heen en afgenomen kan worden in de verbruikscentra. In het kader van de versterking van het Belgische elektriciteitsnetwerk en noodzakelijk om de bevoorrading van gans België en in het bijzonder het Zeehavengebied van Antwerpen te verzekeren, voorziet Elia de aanleg van een nieuwe hoogspanningslijn (380 kv) tussen de bestaande hoogspanningsstations te Zandvliet en Lillo en, via de oversteek van de Schelde, verder naar Liefkenshoek. Voor het bouwen van deze nieuwe lijngedeeltes moeten nieuwe masten en portieken geplaatst worden. Vanaf Liefkenshoek zal op de linkeroever verder aangesloten worden op een bestaande 150kV lijn die hiervoor opgewaardeerd worden naar 380kV tot het hoogspanningsstation Mercator (gelegen in Kruibeke). Volgens de geldende regelgeving dient, in het kader van een latere vergunningverlening voor de aanleg van die nieuwe hoogspanningslijn, een bestemmingswijziging uitgevoerd te worden. Dit zal gebeuren door middel van een gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan (GRUP), waarin een leidingstrook voor hoogspanningslijnen zal afgebakend worden. Aangezien de afbakening van een leidingstrook in een GRUP voor de doorkruiste gebieden plan-mer-plichtig is, wordt een aparte plan- MER opgemaakt voor deze leidingstrook, op initiatief van Elia. Met deze kennisgeving wordt het startschot voor de milieueffectrapportage gegeven. Op basis van deze kennisgeving krijgen het publiek, het maatschappelijk middenveld en alle betrokken instanties de mogelijkheid om kennis te nemen van de doelstelling, reikwijdte en detailleringsgraad van het voorgenomen plan en om opmerkingen te geven over de gewenste inhoud van de milieubeoordeling, en in het bijzonder over de belangrijke milieueffecten die ermee samenhangen en de manier waarop deze effecten bestudeerd worden. Deze kennisgeving is dan ook te beschouwen als een uitnodiging aan alle betrokkenen om mee te denken over de noodzakelijke inhoud van de milieubeoordeling van voorliggend plan. Frequent gebruikte terminologie in de kennisgeving: Onder de term plangebied verstaat men het gebied van de voorgenomen activiteit (aanduiding strook voor hoogspanningslijnen) binnen de perimeter van een concept van voorontwerp-rup. Het studiegebied wordt globaal gedefinieerd als het plangebied met daarbij het invloedsgebied van de effecten. De afbakening van het studiegebied is afhankelijk van het invloedsgebied van de afzonderlijke ingrepen en milieukarakteristieken. Dit kan per milieueffect verschillen. Leeswijzer Deze kennisgeving omvat 9 hoofdstukken, inclusief dit inleidende hoofdstuk. Hieronder is de inhoud vandezehoofdstukkenomschreven. Hoofdstuk 1 gaat verder in op de functie van milieueffectrapportage, schetst de procedure met afstemming op het RUP en geeft aan hoe de burger opmerkingen kan formuleren op de inhoudsafbakening van het op te maken MER; Hoofdstuk 2 situeert het plangebied geografisch; gaat in op de historiek, een beschrijving van de onderzochte randvoorwaarden en alternatieven en bovendien worden hier de doelstellingen van de invulling van het plan toegelicht; Hoofdstuk 3 schetst kort de juridische en beleidsmatige randvoorwaarden in tabelvorm; Hoofdstuk 4 gaat in op algemene methodologische aspecten omvat een algemeen ingreepeffectenschema; 2239383014/gpa_V4 - Plan-MER RUP Hoogspanningslijn Zandvliet Lillo - Liefkenshoek - Kennisgeving pagina 5

Hoofdstuk 5 reikt de basisgegevens aan waarop de effectbeoordeling zich zal baseren en geeft een toelichting omtrent de methodologie voor het bepalen van de referentiesituatie en de effecten per milieudiscipline. Ook een eerste aanzet tot de ontwikkelingsscenario s wordt hier gegeven; Hoofdstuk 6 bevat een voorstel voor de inhoudstafel van het MER; In hoofdstuk 7 wordt het Team van deskundigen voorgesteld; Hoofdstuk 8 omvat een verklarende woordenlijst met vooral niet in de tekst uitgelegde technische termen; Hoofdstuk 9 tenslotte is de literatuurlijst. 2239383014/gpa_V4 - Plan-MER RUP Hoogspanningslijn Zandvliet Lillo - Liefkenshoek - Kennisgeving pagina 6

1 Inleiding 1.1 Onderwerp van het plan-mer Dit dossier behandelt de aanleg van een nieuwe 380kV-hoogspanningslijn tussen het hoogspanningsstation Zandvliet en Liefkenshoek. Om de verbinding tussen Zandvliet en Liefkenshoek te kunnen aanleggen, is een nieuwe hoogspanningslijn nodig. Deze nieuwe hoogspanningslijn voorziet in de plaatsing van nieuwe masten en portieken tussen Zandvliet en Liefkenshoek. De totale lengte van de nieuwe hoogspanningslijn Zandvliet-Lillo-Liefkenshoek bedraagt ongeveer 11,4 km. In het kader van huidige regelgeving inzake ruimtelijke ordening dient voor deze nieuwe hoogspanningslijn een leidingstrook afgebakend te worden via een ruimtelijk uitvoeringsplan. In het kader van dezelfde regelgeving dient voor de opwaardering van de bestaande 150kV lijn tot 380kV tussen Liefkenshoek en het hoogspanningsstation Mercator, geen ruimtelijk uitvoeringsplan en plan MER opgemaakt te worden. De bestaande 150kV-lijn, vanaf de Schelde-oversteek op linkeroever (Liefkenshoek) tot aan hoogspanningsstation Mercator te Kruibeke wordt reeds op het gewestplan aangeduid als bestaande hoogspanningsleidingen. Deze opwaardering wordt dan ook niet als te behandelen onderwerp in dit plan-mer opgenomen. Het onderwerp van dit plan-mer is de afbakening van de leidingstrook voor de nieuwe hoogspanningslijn. In hoofdstuk 2 wordt dieper ingegaan op de specifieke eigenschappen van de bedoelde hoogspanningslijn. 1.2 Initiatiefnemer De bevoegde overheid voor de opmaak van het GRUP is de Vlaamse Overheid. Dit betekent dat de Vlaamse Overheid in principe ook de initiatiefnemer van het plan-mer is. Het besluit van de Vlaamse Regering van 19/06/2009 (B.S. 16/07/2009) met betrekking tot het overnemen van de verplichtingen inzake plan-milieueffectrapportage over ruimtelijke plannen van de bevoegde overheid, maakt het evenwel mogelijk dat de verplichting tot de opmaak van het plan- MER kan overgedragen worden. Door ELIA werd een aanvraagdossier opgemaakt en ingediend voor het overnemen van de verplichtingen inzake de plan-milieueffectrapportage. Deze aanvraag werd ingediend en de relevante correspondentie hieromtrent werd opgenomen in bijlage 1. De beslissing inzake de overdracht van het initiatiefnemerschap werd bevestigd op 15 juni 2012. De initiatiefnemer van de opmaak van het plan-mer is: ELIA Asset N.V. Keizerslaan 20 1000 Brussel 1.3 Wat is een milieueffectrapport? In een milieueffectrapport (MER) wordt gerapporteerd over milieueffecten van een voorgenomen plan of activiteit: de milieugevolgen voor mensen, planten, dieren, goederen, water, bodem, lucht, monumenten, de natuur en het landschap worden op een wetenschappelijke manier bestudeerd en beschreven. 2239383014/gpa_V4 - Plan-MER RUP Hoogspanningslijn Zandvliet Lillo - Liefkenshoek - Kennisgeving pagina 7

DewettelijkeeisenvandeinhoudvanhetMERzijnomschreveninhetMER-VRdecreetvan18 december 2002 1. Het MER wordt opgesteld door een team van erkende deskundigen en wordt na afwerking inhoudelijk getoetst door de Dienst Mer. Hierbij gaat de dienst Mer na of het MER alle voornoemde elementen bevat en dus alle vereiste informatie verschaft. Daarom is deze toetsing ook een soort kwaliteitscontrole. Gezien de doelstellingen van een MER dient er met o.a. volgende elementen duidelijk rekening te worden gehouden. Tijdelijke en permanente effecten dienen voor het voorgenomen plan zoveel mogelijk op een kwantitatieve manier te worden aangetoond. Alternatieven gegroeid in of gekend voor de m.e.r.-procesfase (aangereikt door de deskundigen, de administratie en de initiatiefnemer zelf) of komende vanuit de inspraakreacties, zoveel mogelijk beschrijven, ze mee opnemen in de effectvoorspelling of duidelijk motiveren waarom deze desnoods verworpen werden. Effecten (ook de gevoelige zones) en milderende maatregelen duidelijk situeren (op kaart met een voor iedereen werkbare schaal) m.a.w. aangeven waar welk effect optreedt en hoe groot dat effect is en duidelijk situeren waar best welke maatregelen genomen worden om de nadelige beoordeelde effecten te milderen en desnoods hoe groot het milderende effect is Effecten van het voorgenomen plan beoordelen, volgens vooraf bepaalde beoordelingscriteria, alsook deze van alle in het onderzoek mee opgenomen alternatieven met inbegrip van het volledig geremedieerd plan. Uiteraard dient de informatie in het MER objectief en volledig te zijn en gemakkelijk terug te vinden. Het rapport moet met aandacht voor de zorg zijn samengesteld. 1.4 Waarom een MER? Milieueffectrapportage (m.e.r.-proces) 2 is een instrument om de doelstellingen en beginselen van het milieubeleid te helpen realiseren, nl. het voorzorgsbeginsel en het beginsel van preventief handelen. Milieueffectrapportage is een juridisch-administratieve procedure waarbij vóórdat een activiteit of ingreep (projecten of beleidsvoornemens en plannen) plaatsvindt, de milieugevolgen ervan op een wetenschappelijk verantwoorde wijze worden bestudeerd, besproken en geëvalueerd. De achterliggende grondgedachte suggereert dat het beter is om de voor het milieu schadelijke activiteiten (plannen en projecten) vanaf een vroeg stadium in de besluitvorming te ondervangen en bij te sturen. Milieueffectrapportage dwingt de overheid mogelijke milieueffecten grondig in overweging te nemen vooraleer zij over de uitvoering van het plan of het project een besluit neemt. De overheid zal aan de hand van het milieueffectrapport haar uiteindelijke beslissing tot goedkeuring van het plan motiveren. Ook de burger kan het MER gebruiken voor het formuleren van opmerkingen tijdens het openbaar onderzoek in het kader van de RUP-procedure en vergunningsprocedure. De milieueffectrapportage is dus niet alleen van belang voor de overheid, maar ook voor de initiatiefnemer, waarbij de erkende deskundige de belangrijke taak heeft zowel de initiatiefnemer als de overheid objectief en op een wetenschappelijk verantwoorde wijze te duiden op de gevolgen op het milieu van het plan. 1 Decreet van 18 december 2002 tot aanvulling van het decreet van 5 april 1995 houden de algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel betreffende de milieueffect- en veiligheidsrapportage (B.S. 13-02-2003). 2 Milieueffectrapportage (m.e.r.) wordt gedefinieerd als "alle handelingen die nodig zijn voor opstellen en beoordelen van een Milieueffectrapport (MER)". Milieueffectrapportage is m.a.w. een proces (bron: www.mervlaanderen.be). 2239383014/gpa_V4 - Plan-MER RUP Hoogspanningslijn Zandvliet Lillo - Liefkenshoek - Kennisgeving pagina 8

Het principe is eigenlijk eenvoudig: eerst denken en dan doen. Zo laat de milieueffectrapportage toe daadwerkelijk een preventief milieubeleid te voeren. Een MER is een informatief instrument en geen beslissingsinstrument. De beslissing die genomen wordt door de bevoegde overheid betreffende het al dan niet toelaten of vergunnen van een plan onderworpen aan de plan-mer plicht, houdt ook rekening met andere sectoren (sociale, economische en technische belangen) en met openbare inspraak. 1.5 Doelstelling kennisgeving en van de terinzagelegging Het voorliggende document behandelt de kennisgeving van de leidingstrook voor een hoogspanningslijn Zandvliet-Lillo-Liefkenshoek. De kennisgeving vormt de eerste procedurele stap in de opmaak van het milieueffectrapport. In deze kennisgeving worden, naast een beschrijving van het voorgenomen plan, de specifieke milieuaspecten beschreven die onderzocht zullen worden inclusief de verdere aanpak voor de beoordeling van deze aspecten. Het legt m.a.w. de diepgang van het MER vast zodat men zich duidelijk kan voorstellen wat er in het MER minimaal beschreven zal worden en hoe de effecten zullen worden beoordeeld. Het doel van de terinzagelegging van de kennisgeving is ten eerste om de betrokken inwoners en bedrijven op de hoogte te stellen van het voorgenomen plan en zijn mogelijke gevolgen op de omgeving. Ten tweede is het de bedoeling om concrete, zinvolle reacties uit te lokken (zie verder) waarmee de Dienst Mer rekening kan houden bij de opmaak van richtlijnen. De richtlijnen bakenen de inhoud af van de te bespreken en te onderzoeken onderwerpen in het milieueffectrapport. Door nuttige inspraakreacties van inwoners kan het onderzoek voor het milieueffectrapport inhoudelijk bijgestuurd worden. Meer informatie is beschikbaar in een folder die de Dienst Mer daarover heeft opgesteld. Deze folder vindt u op de webstek www.mervlaanderen.be. De folder kan u ook aanvragen via mer@vlaanderen.be. 1.6 Termijn en locatie van de terinzagelegging De voorliggende kennisgeving is gedurende een periode van maximaal 60 dagen 3 ter inzage bij de gemeente waarvan het grondgebied geheel of gedeeltelijk door het op te maken GRUP zal worden bestreken en van elke gemeente die aanzienlijke effecten kan ondervinden van het plan. Dit betreft de volgende steden en gemeenten: - Stad Antwerpen, Grote Markt 1, 2000 Antwerpen 4 - Gemeente Beveren, Stationsstraat 2, 9120 Beveren De nota is tevens beschikbaar op de websites van dienst MER en van de initiatiefnemer Elia. De opmerkingen en aanvullingen kunnen schriftelijk bezorgd worden aan het stads- of gemeentebestuur van Antwerpen of Beveren, of aan de dienst Mer op het onderstaande adres of e- mailadres. Geef in het adres en e-mailadres ook aan over welke plan-mer het gaat. Zo komt dit vlotter bij de desbetreffende dossierbehandelaar terecht. 3 Gelet op mogelijke grensoverschrijdende impact, wordt de termijn van de terinzagelegging opgetrokken van 30 naar 60 dagen, conform de bepalingen omtrent de grensoverschrijdende procedure. 4 Ook bij Districtshuis Berendrecht-Zandvliet-Lillo, Antwerpsebaan 140, 2040 Berendrecht- Antwerpen 2239383014/gpa_V4 - Plan-MER RUP Hoogspanningslijn Zandvliet Lillo - Liefkenshoek - Kennisgeving pagina 9

Zie voorbeeld hieronder: Adres Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Dienst Milieueffectrapportage (kamer 3P40) Plan-MER GRUP Leidingstrook hoogspanningslijn Zandvliet-Lillo-Liefkenshoek Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 Brussel E-mail mer@vlaanderen.be (met de vermelding Publieke inspraak: Plan-MER GRUP Leidingstrook hoogspanningslijn Zandvliet- Lillo-Liefkenshoek in de titel) De opmerkingen moeten ingediend worden binnen de 60 dagen vanaf de beslissing van de Dienst Mer over de volledigverklaring. 1.7 Wat zijn nuttige inspraakreacties? De terinzagelegging is geen openbaar onderzoek waarbij bezwaarschriften kunnen ingediend worden. Bezwaarschriften kunnen enkel ingediend worden tijdens het openbaar onderzoek dat georganiseerd zal worden naar aanleiding van de RUP-procedure en van de latere vergunningsaanvraag. Dit is dus tijdens de latere besluitvormingsprocedure en niet gedurende de m.e.r.-procedure. Het milieueffectrapport is bij een dergelijk openbaar onderzoek overigens bruikbaar als instrument om bezwaarschriften te onderbouwen maar ook een basis om ze te weerleggen. Het is dus in ieders belang dat het milieueffectrapport van goede kwaliteit is. Zoals eerder vermeld kan de Dienst Mer enkel zinvolle reacties gebruiken voor het opstellen van richtlijnen die de initiatiefnemer en de deskundigen moeten volgen bij het opstellen van het MER. Dit kunnen opmerkingen zijn over de vorm en presentatie van het MER maar ook inhoudelijke opmerkingen zoals opmerkingen over het voorgenomen plan zelf, over de alternatieven, over de beschrijving van de bestaande toestand, milieueffecten en milderende maatregelen, over de opvolging en evaluatie van de effecten, over de leemten in de kennis,. 1.8 Wat gebeurt er met de inspraakreacties? De dienst Mer bepaalt welke opmerkingen en aanvullingen aanleiding geven tot een uitbreiding of inkrimping van het onderzoek dat dient te gebeuren in het plan-mer. De richtlijnen, die door de dienst Mer worden opgesteld, vormen samen met de kennisgeving het eigenlijke onderzoekskader waar de onderzoekers mee moeten werken. Deze richtlijnen zijn een openbaar document en elke burger kan ze bij de milieuambtenaar van zijn gemeente opvragen. Deze richtlijnen zijn eveneens beschikbaar op de webstek www.mervlaanderen.be. 1.9 Toetsing aan de MER-plicht De wettelijke eisen van de inhoud van het MER zijn omschreven in het MER VR decreet van 18 december 2002. Dit decreet is ondertussen gedeeltelijk gewijzigd door het plan-mer-decreet van 27 april 2007 (BS d.d. 20 juni 2007) en de wijziging van 8 mei 2009 dat nu van toepassing is. De Vlaamse Regering keurde op 12 oktober 2007 (BS d.d. 07/11/2007) het besluit betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma's goed. Het besluit geeft uitvoering aan het plan-mer-decreet van 27 april 2007. 2239383014/gpa_V4 - Plan-MER RUP Hoogspanningslijn Zandvliet Lillo - Liefkenshoek - Kennisgeving pagina 10

Het decreet verplicht dat bepaalde plannen van administratieve overheden van gewestelijk, provinciaal of lokaal niveau worden onderworpen aan een milieueffectenstudie, vooraleer zij definitief worden goedgekeurd. Wie een plan met aanzienlijke milieueffecten wil opmaken, moet eerst de milieueffecten en de eventuele alternatieven in kaart brengen. Er geldt evenwel enkel een plan-mer-plicht voor deze plannen en programma s die aanzienlijke milieueffecten kunnen hebben. Om al dan niet te kunnen besluiten tot een plan-mer-plicht moeten geval per geval de volgende drie stappen doorlopen worden: Stap 1: valt het plan onder de definitie van een plan of programma zoals gedefinieerd in het Decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid (DABM)? >> RUP s vallen onder deze definitie; Stap 2: valt het plan onder het toepassingsgebied van het DABM? >> dit is het geval indien: Het plan het kader vormt voor de toekenning van een vergunning (stedenbouwkundige, milieu-, natuur-, kapvergunning, ) aan een project; Het plan mogelijk betekenisvolle effecten heeft op speciale beschermingszones waardoor een passende beoordeling vereist is. Ruimtelijke uitvoeringsplannen vormen het kader voor de toekenning van een stedenbouwkundige vergunning, die pas kan worden verleend als het voorgenomen project zich in de bestemming bevindt die overeenstemt met de bestemming vastgelegd in het ruimtelijk uitvoeringsplan. Het GRUP vormt dus het kader op basis waarvan de stedenbouwkundige vergunning toegekend wordt. Het op te maken GRUP valt bijgevolg onder het toepassingsgebied van het DABM. Stap 3: valt het plan onder de plan-mer-plicht? >> Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen: Plannen die van rechtswege plan-mer-plichtig zijn (geen voorafgaande screening vereist): o Plannen die het kader vormen voor projecten uit bijlage I of II van het BVR van 10 december 2004 (project-mer-plicht) en bijlage II van de Europese Richtlijn én niet het gebruik regelen van een klein gebied op lokaal niveau noch een kleine wijziging inhouden én betrekking hebben op landbouw, bosbouw, visserij, energie, industrie, vervoer, afvalstoffenbeheer, waterbeheer, telecommunicatie, toerisme en ruimtelijke ordening (een GRUP voldoet per definitie aan deze laatste voorwaarde); o Plannen waarvoor een passende beoordeling vereist is, uitgezonderd deze die het gebruik bepalen van een klein gebied op lokaal niveau of een kleine wijziging inhouden. Plannen die niet onder de vorige categorie vallen en waarvoor geval per geval moet geoordeeld worden of ze aanzienlijke milieueffecten kunnen hebben >> screeningplicht Plannen voor noodsituaties (niet plan-mer-plichtig, maar hier niet relevant). Op basis van huidige kennis en stand van zaken betreffende het plan kunnen we stellen dat het GRUP hoogspanningslijn Zandvliet-Lillo-Liefkenshoek : gelegen is in een Natura2000-gebied, en derhalve een passende beoordeling noodzakelijk is een project is dat onder de desbetreffende rubriek 3b van bijlage II van het Besluit van de Vlaamse regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage (B.S. 17/02/2005) valt. Bijlage II.3.b: aanleg van industriële installaties voor het transport van elektrische energie via bovengrondse leidingen van 150 kv of meer over een lengte van 5 tot 15 km of die over een ononderbroken lengte van 1 km of meer in een bijzonder beschermd gebied gelegen zijn Uit het bovenstaande kunnen we afleiden dat het GRUP van rechtswege plan-mer-plichtig is. 2239383014/gpa_V4 - Plan-MER RUP Hoogspanningslijn Zandvliet Lillo - Liefkenshoek - Kennisgeving pagina 11

1.10 Overzicht van de procedure 1.10.1 Plan-m.e.r.-procedure volgens generiek spoor De opmaak van het MER zal verlopen conform de procedure voor het opstellen van een plan-mer volgens het Decreet van 18 december 2002, gewijzigd door het Decreet van 27 april 2007. De opmaak van het plan-mer zal verlopen volgens het generiek spoor wat inhoudt dat de milieueffectrapportage plaats vindt voor de opmaak en voor de vaststelling van het GRUP. De kennisgeving wordt voorgelegd aan de actoren die door dienst MER bepaald worden. Deze actoren kunnen ook aanwezig zijn bij de richtlijnenvergadering van het plan-mer. De opmaak van een plan-mer o.b.v. het generiek spoor kan opgedeeld worden in verschillende fasen. 1. Opmaak kennisgeving Aan de hand van deze kennisgeving brengt de initiatiefnemer de Dienst Mer op de hoogte van het voorgenomen plan. Deze kennisgeving omvat tenminste: alle informatie die vereist is volgens artikel 4.2.8, 1, van het plan-mer-decreet voor de kennisgeving en inhoudsafbakening van het plan-mer, o.m.: een beschrijving van het plan/de voorgenomen activiteit relevante gegevens uit vorige rapportages, studies, de voorgestelde inhoudelijke aanpak van het m.e.r. een beschrijving en evaluatie van reeds onderzochte alternatieven de voorstelling van de erkende MER-coördinator en het team van MERdeskundigen. een beschrijving, verduidelijking en gebiedsafbakening van het voorgenomen GRUP met: in voorkomend geval: een beschrijving van de redelijke alternatieven voor dat GRUP of voor onderdelen ervan; de relatie met het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen of de ruimtelijke structuurplannen waarvan het een uitvoering is; een toelichting van de te volgen besluitvormingsprocedure voor het GRUP en het plan-mer. Daarin wordt aangegeven welke actoren betrokken zijn bij het planningsproces; de reden voor de opmaak van deze kennisgevingsnota en de mogelijkheid om tijdens de publieke consultatie opmerkingen of suggesties te doen over het voorstel van reikwijdte, detailleringsniveau en inhoudelijke aanpak van het plan-mer. De Dienst Mer neemt binnen de 20 dagen (termijn van orde) een beslissing over de volledigheid van de kennisgeving en betekent ze binnen deze termijn aan de initiatiefnemer. Na de volledigverklaring stuurt de dienst Mer een papieren versie van de kennisgeving onmiddellijk aan zowel de aangewezen instanties als aan de betrokken gemeenten. Eventuele opmerkingen en adviezen over de inhoudsafbakening van het MER moeten binnen 60 dagen aan de Dienst Mer bezorgd worden. De kennisgeving wordt besproken op een vergadering waarbij de Dienst Mer en de bevoegde overheid aanwezig zijn. Overheden en instanties die door de Dienst Mer geraadpleegd werden, kunnen eveneens een vertegenwoordiger sturen naar deze vergadering. De Dienst Mer maakt binnen de 20 dagen na het einde van de terinzagelegging een verslag op dat de richtlijnen voor het MER bevat. 2239383014/gpa_V4 - Plan-MER RUP Hoogspanningslijn Zandvliet Lillo - Liefkenshoek - Kennisgeving pagina 12

De richtlijnen hebben betrekking op: de reikwijdte, het detailleringsniveau en de inhoudelijke aanpak van het plan-mer; de bijzondere richtlijnen voor het opstellen van het plan-mer; beslissing over de voorgestelde erkende MER-coördinator en het voorgestelde team van MER-deskundigen. 2. Uitvoeringsfase Tijdens de uitvoeringsfase stelt het team van deskundigen het plan-mer op onder leiding van een erkende MER-coördinator. Dit plan-mer wordt opgesteld als een apart document dat in bijlage bij de toelichtingsnota kan toegevoegd worden. 3. Beoordelingsfase Na indiening van het plan-mer bij de dienst Mer controleert deze of het MER beantwoordt aan de inhoudelijke vereisten van de richtlijnen. De dienst Mer beslist binnen de vijftig dagen na ontvangst over de goed- of afkeuring van het plan-mer.. 1.10.2 Verder besluitvormingsproces 1.10.2.1 RUP-procedure Inleidend Er wordt tevens verwezen naar de beoordelingsfase plan-mer in voorgaande paragraaf. Het plan-mer dient goedgekeurd te zijn opdat het samen met het ontwerp-rup in openbaar onderzoek gaat. Het MER is niet alleen een hulp bij de besluitvorming maar moet ook "doorwerken in de besluitvorming" nl. "bij de beslissing van de overheid over het voorgenomen plan en de onderdelen en bij de uitwerking ervan wordt rekening gehouden met de goedgekeurde rapporten én met de opmerkingen en commentaren die werden uitgebracht". Het goedgekeurde plan-mer, het goedkeuringsverslag en de richtlijnen dienen rekening houdende met artikel 4.2.8 van het planm.e.r.-decreet samen in openbaar onderzoek te gaan met het ontwerp van plan nl. ontwerp van gewestelijk RUP (kortweg GRUP). I.f.v. de doorwerking in de besluitvorming zal het MER in de mate van het mogelijke bij de milderende maatregelen aangeven wanneer en hoe deze zullen/kunnen doorwerken (bv. rechtstreekse doorwerking in stedenbouwkundige voorschriften van het GRUP of in specifieke inrichtingsstudies, of in stedenbouwkundige aanvragen, ). Het ontwerp-rup inclusief plan-mer, dat naar de plenaire vergadering gaat, dient rekening gehouden te hebben met de officiële richtlijnen die zijn geformuleerd in de plan-m.e.r.-procedure. Het resultaat van de plenaire vergadering zal al dan niet een bevestiging inhouden van het voorstel van ontwerp-plan-rup eventueel met de nodige bijstelling. Algemeen GRUP s worden opgemaakt ter uitvoering van ruimtelijke structuurplannen. Ze betekenen een juridische verankering van de beleidsopties uit het structuurplan, met een actiegericht karakter. RUP s scheppen de ruimtelijke mogelijkheden (o.a. inzake bestemming, inrichting en beheer) voor de realisatie van een toekomstvisie m.b.t. de ordening van recreatiegebieden, commerciële centra, bedrijven en diensten, verkeers- en vervoersinfrastructuur, groene ruimten enz.. 2239383014/gpa_V4 - Plan-MER RUP Hoogspanningslijn Zandvliet Lillo - Liefkenshoek - Kennisgeving pagina 13

Inhoud en procedure in een notendop De opmaak van een gewestelijk RUP (GRUP) verloopt in verschillende fasen. De samenhang met de plan-m.e.r.-procedure werd vooraan in deze paragraaf kort toegelicht. Start opmaak voorontwerp GRUP Advies opvragen bij Strategische Adviesraad (maximaal 60 dagen na ontvangst adviesraad) Plenaire vergadering Opmaak ontwerp-grup Voorlopige vaststelling GRUP Aankondiging Openbaar onderzoek (max. 30 dagen na voorlopige vaststelling) Openbaar onderzoek GRUP (minimaal 60 dagen, uiterlijk aan te vangen de dertigste dag na aankondiging in het B.S, termijn van orde) Verwerking Resultaten Openbaar onderzoek Principiële definitieve vaststelling GRUP Advies Raad van State Definitieve vaststelling GRUP (180 dagen na einde openbaar onderzoek (verlengbaar met 60 dagen op verzoek van het departement, maximaal 30 dagen schorsing van de termijn gedurende behandeling adviesvraag door de R.v.State) Publicatie (max. 60 dagen na definitieve vaststelling) Inwerkingtreding GRUP (14 dagen later) 1.10.2.2 Andere procedures Bij aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning dient er, afhankelijk van de projecteigenschappen en de doorkruiste bestemmingszones eventueel een project-mer opgemaakt te worden. De MER-plicht wordt afgetoetst aan de bepalingen van art. 4.3.3 3 van het decreet tot aanvulling van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel betreffende de milieueffect- en veiligheidsrapportage (B.S. 13/02/2003) en het uitvoeringsbesluit van 10 december 2004 van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage (B.S. 17/02/2005). In deze regelgeving worden categorieën van projecten opgelijst die aan de project-mer-plicht onderhevig zijn. Deel Zandvliet-Lillo-Liefkenshoek Volgende categorie is van toepassing op voorliggend projectonderdeel: Bijlage II.3.b: aanleg van industriële installaties voor het transport van elektrische energie via bovengrondse leidingen van 150 kv of meer over een lengte van 5 tot 15 km of die over een ononderbroken lengte van 1 km of meer in een bijzonder beschermd gebied gelegen zijn. Dit projectonderdeel behoort tot de Bijlage II-projecten. Dit wil zeggen dat deze projecten MERplichtig zijn, maar dat voor deze projecten een gemotiveerd verzoek tot ontheffing van de project- MER-plicht kan worden ingediend, volgens artikel 4.3.2 2 en 3 van het decreet, indien kan worden aangetoond dat er geen significante effecten zijn. 2239383014/gpa_V4 - Plan-MER RUP Hoogspanningslijn Zandvliet Lillo - Liefkenshoek - Kennisgeving pagina 14

Deel Liefkenshoek-Mercator Volgende categorie is van toepassing op voorliggend projectonderdeel: Bijlage I.24: Aanleg van bovengrondse hoogspanningsleidingen van 150 kv of meer en langer dan 15 km. Dat wil zeggen dat dit deelproject project-mer-plichtig is en hiervoor derhalve een project-mer dient opgemaakt te worden. Totaalproject Indien het totale plaatje wordt bekeken, valt de totale verbinding Zandvliet-Mercator, onder de bijlage I-projecten, en dit omwille van de totale lengte van het project. Bijlage I.24: Aanleg van bovengrondse hoogspanningsleidingen van 150 kv of meer en langer dan 15 km. Dit betekent dat, wanneer het totaalproject bekeken wordt, dit sowieso project-mer-plichtig is. Elia verkiest dan ook om een overkoepelend project-mer op te maken voor voornoemde deelprojecten. 2239383014/gpa_V4 - Plan-MER RUP Hoogspanningslijn Zandvliet Lillo - Liefkenshoek - Kennisgeving pagina 15

2 Beschrijving van het plan 2.1 Doelstellingen Project Brabo vloeit voort uit een lange termijnstudie met betrekking tot de bevoorradingszekerheid van het volledige Antwerpse havengebied gecombineerd met de noodzaak tot versterking van het 380kV- interconnectienet. Deze studie heeft uitgewezen dat bijkomende verbindingen 380kV noodzakelijk zijn tussen het hoogspanningsstation Zandvliet en het hoogspanningsstation Mercator. Door de sterke economische expansie van de haven in de afgelopen decennia zijn de huidige verbindingen immers verzadigd. Tevens is het niet meer mogelijk om bijkomende productie eenheden in de haven aan te sluiten, noch op rechter- en noch op linkeroever. Bovendien gebeurt de voeding van het hoogspanningsstation te Lillo, waarop heel wat grote industriële bedrijven zoals Solvay, Bayer, Lanxess, Evonik, Monsanto, Oil Tanking en vele andere zijn aangesloten, via twee draadstellen op één - goed onderhouden - mastenrij. Een bijkomende mastenrij is dus cruciaal voor de bevoorradingszekerheid. Deze bevoorradingszekerheid is van bijzonder belang voor de aangesloten bedrijven, die doorlopend moeten kunnen produceren en waarvan de productieprocessen erg gevoelig zijn voor stroomonderbrekingen. Met de versterking van de as 380kV tussen Zandvliet en Mercator via een nieuw aansluitingspunt met transformatie van 380kV naar 150kV in Lillo, beoogt Elia niet alleen de voedingszekerheid te verzekeren en aansluitingscapaciteit voor productie-eenheden te creëren, maar ook de verbinding met Nederland te versterken en de bevoorradingszekerheid veilig te stellen op momenten van een tekort aan Belgisch productiecapaciteit. Tenslotte vereist ook de aanzienlijke toename van variabele fluxen op het Belgische en Europese elektriciteitsnet wegens het volatiele karakter van de hernieuwbare elektriciteitsproductie en de nucleaire uitstap in België en Duitsland, een verdere versterking van het 380kV Belgische elektriciteitsnet. De doelstellingen kunnen als volgt kort worden samengevat: - verzekeren bevoorradingszekerheid en netveiligheid in de haven - aansluiten bijkomende productie-eenheden op het net - versterken verbinding met Nederland voor Belgische bevoorradingszekerheid en opvangen van variabelefluxeninhetnet Om aan de doelstellingen zoals hierboven vermeld te voldoen, wordt er in het Brabo-project voorzien om extra verbindingen te realiseren vanuit Zandvliet naar het Zuiden. In praktijk gebeurt dit door de bouw van een 380kV-lijn vanuit Zandvliet via Lillo naar het knooppunt in het hoogspanningsstation Mercator (Kruibeke). Deze oplossing geeft volgende voordelen. De hoogspanningsstations Zandvliet en Lillo op de Antwerpse rechteroever zijn de belangrijkste voedingspunten voor de volledige Noordelijke haven met een groeiende belasting bij vooral grote petrochemische bedrijven. Door de nieuwe extra Noord-Zuid-verbinding te laten aansluiten op deze hoogspanningsstations wordt zowel de bevoorradingscapaciteit als de voedingszekerheid vergroot. Bijkomende productie-eenheden gelegen in deze industriële omgeving zullen op deze verbindingen kunnen worden aangesloten. De Noord-Zuid-as op één van de belangrijkste internationale hoogspanningsverbindingen in West Europa wordt versterkt. Het hoogspanningsstation Zandvliet vormt één van de twee koppelpunten met het Nederlandse hoogspanningsnet en heeft momenteel slechts één 380kV-verbinding over de Schelde naar het zuiden van ons land. Door de versterking wordt de afhankelijkheid van de Belgische productiecentrales beperkt en wordt het net robuuster om de moeilijk voorzienbare elektriciteitsstromen op te vangen. 2239383014/gpa_V4 - Plan-MER RUP Hoogspanningslijn Zandvliet Lillo - Liefkenshoek - Kennisgeving pagina 16

Een uitbreiding van het 380 kv- en 150 kv-net dient zich dus aan. Het traject loopt zo veel mogelijk door het havengebied. Langs dit traject worden bijkomende aansluitingsmogelijkheden gecreëerd zowel voor bijkomende belasting als voor grote productie-eenheden. Door de keuze voor dit traject wordt de noodzaak aan nieuwe infrastructuur zoveel als mogelijk beperkt. Er wordt zoveel mogelijk een aansluiting met de bestaande infrastructuur betracht door voor een bundeling met bestaande lijninfrastructuur te kiezen. Er wordt hierbij voor het zuidelijke gedeelte gebruik gemaakt van de bestaande 150 kv-lijn tussen Liefkenshoek en het hoogspanningsstation Mercator die door het aanbrengen van geïsoleerde mastarmen op 380 kv zal gebracht worden. In Lillo wordt de voeding versterkt door een nieuwe transformator 380/150kV. Voor het aansluiten van de transformator en het binnenbrengen van de lijnen van Zandvliet en Mercator wordt te LiIlo een nieuw 380 kv GIS-hoogspanningsstation (compact gasgeïsoleerd schakelstation) gebouwd waarop tevens grote productie-eenheden kunnen worden aangesloten. De 380kV verbinding Zandvliet - Lillo - Mercator wordt ontworpen om een maximaal vermogen van 1800 MVA te kunnen transporteren per draadstel. De noodzaak tot versterking van de elektriciteitsbevoorrading van de Antwerpse haven werd reeds opgenomen in het federaal ontwikkelingsplan van Elia voor de periode van 2003-2010 5. Het project onder zijn huidige vorm is opgenomen in het federaal ontwikkelingsplan van Elia voor de periode 2010-2020. Op dit plan werd een strategische milieustudie uitgevoerd, waarvan de eindrapportage op 8 juli 2011 werd geadviseerd door het Adviescomité SEA. Het federaal ontwikkelingsplan voor het transmissienet 2010-2020 werd op 14/11/2011 goedgekeurd door de federale minister van energie (B.S. 27/01/2012). 2.2 Algemene situering plangebied De geplande leidingstrook bevindt zich op het grondgebied van de Stad Antwerpen en de Gemeente Beveren, respectievelijk in de provincies Antwerpen en Oost-Vlaanderen. Het plangebied situeert zich op topografische kaartbladen 15-2, 7-2 en 7-6, schaal 1/10.000. Het geplande tracé bevindt zich gedeeltelijk in Natura2000-gebied en VEN-gebied. Een voorstelling wordt gegeven op kaarten 1 t.e.m. 3 (zie Bijlage 2) 2.2.1 Basistracé Zandvliet Lillo - Liefkenshoek Er wordt een nieuwe 380 kv-hoogspanningslijn voorzien tussen het hoogspanningsstation Zandvliet via het hoogspanningsstation te Lillo tot aan de bestaande op te waarderen 150kV lijn t.h.v. Liefkenshoek op Linkeroever. Hiervoor wordt te Lillo een nieuw 380kV hoogspanningsstation voorzien, met transformatie 380/150 kv ter ondersteuning van het bestaande 150kV hoogspanningsstation Lillo. Deze nieuwe hoogspanningslijn Zandvliet-Lillo-Liefkenshoek heeft een lengte van 11.400 m en vertrekt op het hoogspanningsstation Zandvliet, loopt verder op de rechter Schelde-oever naar Lillo, en steekt daarna de Schelde over ter hoogte van de Liefkenshoekhoektunnel naar de linker Scheldeoever. 5 Het ontwikkelingsplan van Elia voor het transmissienet (spanningsniveau 150-380kV) dient, in overeenstemming met de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, het investeringsprogramma voor de komende 10 jaar te bevatten. 2239383014/gpa_V4 - Plan-MER RUP Hoogspanningslijn Zandvliet Lillo - Liefkenshoek - Kennisgeving pagina 17

Op de rechteroever (Zandvliet-Lillo) loopt de lijn van noord naar zuid vanaf de terreinen van het hoogspanningsstation 380/150 kv Zandvliet, over de terreinen van BASF, over het sluizencomplex van de Zandvliet- en Berendrechtsluis, langsheen de Europaterminal en ter hoogte van de leidingenstrook ook ten westen van de Scheldelaan. Verder bevindt de geplande hoogspanningslijn zich eveneens in een strook langsheen de Scheldelaan, maar ten oosten ervan en langsheen de terreinen van achtereenvolgens Solvay, Monsanto, OTSA en Evonik. De lijn sluit aan op het hoogspanningsstation van Lillo ter hoogte van de oprit naar de R2 en de Tijsmanstunnel. Om de verbinding tussen Lillo en Liefkenshoek te kunnen maken, is een oversteek van de Schelde nodig. Deze Scheldekruising voorziet in de plaatsing van nieuwe masten en hulpmasten. Er zal worden aangesloten op bestaande lijn die opgewaardeerd wordt van 150 naar 380 kv. De totale lengte van deze Scheldekruising bedraagt ongeveer 1,6 km en zal 2 draadstellen op 380 kv omvatten. De nieuw geplande luchtlijn bevindt zich volgens het gewestplan in natuurgebied, bijzonder natuurgebied, industriegebied, bestaande waterwegen, natuurgebied met erfdienstbaarheid en zeehavengebied. Er is momenteel voor dit tracé nog geen specifieke afbakening op het gewestplan aanwezig. Er dient derhalve een Ruimtelijk Uitvoeringsplan opgemaakt te worden. De verantwoordelijke dienst voor de opmaak van dit GRUP is de Vlaamse Overheid, Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed (RWO), Afdeling Ruimtelijke Planning (ARP). Door de afbakening van een hoogspanningslijn door middel van een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan worden de werken en handelingen voor de aanleg en exploitatie van dergelijke leiding toegelaten, rekening houdend met de oorspronkelijke bestemming van het gebied. 2.2.2 Scope Plan-MER Gelet op voorgaande analyse dient een plan-mer te worden opgemaakt over - de nieuwe 380 kv verbinding Zandvliet Lillo Liefkenshoek, bestaande uit: - de nieuwe 380kV bovengrondse verbinding tussen het hoogspanningsstation Zandvliet en het hoogspanningsstation Lillo - de nieuwe 380kV bovengrondse verbinding tussen het hoogspanningsstation Lillo en Liefkenshoek, inclusief de Schelde-Oversteek 2.2.3 Gewenste invulling GRUP Leidingstrook Hoogspanningsleiding Zandvliet-Lillo- Liefkenshoek. In het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen, worden geen voorschriften vermeld voor de bestaande hoogspanningsleidingen. Op 11 april 2008 werden door de Vlaamse Regering evenwel typevoorschriften voor Gewestelijke Ruimtelijke Uitvoeringsplannen goedgekeurd. Deze voor hoogspanningsleidingen worden hieronder weergegeven. 2239383014/gpa_V4 - Plan-MER RUP Hoogspanningslijn Zandvliet Lillo - Liefkenshoek - Kennisgeving pagina 18

Hoogspanningsleiding (overdruk symbolisch) Artikel X. Hoogspanningsleiding (overdruk symbolisch) Standaard In het gebied, aangeduid met deze typebepaling overdruk, zijn alle werken, handelingen en wijzigingen toegelaten voor de aanleg, de exploitatie en de wijzigingen van een hoogspanningsleiding en haar aanhorigheden. De aanvragen voor vergunningen voor een hoogspanningsleiding en aanhorigheden worden beoordeeld rekening houdend met de in grondkleur aangegeven bestemming. Deze aanduiding betreft de bestaande en nieuwe (bovengrondse) hoogspanningsleidingen en aanhorigheden. Aanhorigheden van een hoogspanningsleiding zijn de constructies of gebouwen die nodig of nuttig zijn om de leiding te kunnen exploiteren. De aanhorigheden kunnen bovengronds of ondergronds aangebracht zijn. De in grondkleur aangegeven bestemming is van toepassing voor zover de aanleg, de exploitatie en wijzigingen van de bestaande hoogspanningsleiding niet in het gedrang worden gebracht. Ter hoogte van het geplande tracé van de hoogspanningslijn wordt een leidingstrook afgebakend, met de hiervoor vermelde stedenbouwkundige voorschriften. 2.3 Planologische context 2.3.1 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen Het 380kV- en 150kV-hoogspanningsnet evenals de transformatorstations voor het 380kV-net worden beschouwd als structuurbepalend op Vlaams niveau wegens de transportfunctie voor elektriciteit en de ruimtelijke impact vooral op de landschappelijke structuur (visueel). Hoofdnet voor elektriciteitsleidingen De elektriciteitsleidingen met een spanning van 70 kv en meer worden beschouwd als het hoofdnet. Dit hoofdnet voor elektriciteitsleidingen bestaat uit bestaat uit de bovengrondse hoogspanningsleidingen, de ondergrondse hoogspanningsleidingen en de hoogspanningsposten. Inzake de elektriciteitsleidingen wordt op Vlaams niveau het hoogspanningsnet van 70 kv leidingen en meer geselecteerd en in ruimtelijke uitvoeringsplannen vastgelegd. Het hoogspanningsnet bestaat uit de bovengrondse hoogspanningsleidingen, de ondergrondse hoogspanningsleidingen en de hoogspanningsposten. 2239383014/gpa_V4 - Plan-MER RUP Hoogspanningslijn Zandvliet Lillo - Liefkenshoek - Kennisgeving pagina 19

Bundelen van hoogspanningsleidingen met lijninfrastructuur en het bestaand net In functie van een efficiënt ruimtegebruik en om te verhinderen dat de bouw van hoogspanningsleidingen, zowel ondergronds als bovengronds, de ruimtelijke kwaliteit vermindert en tot aantasting van het fysisch systeem en het ecologisch functioneren leidt, wordt voor de toekomstige ontwikkeling een nuttige bundeling met lijninfrastructuren van Vlaams niveau vooropgesteld, zonder dat het bundelingprincipe de verdere ontwikkeling van het hoogspanningsnet in het gedrang brengt. De mogelijke negatieve ruimtelijke effecten van ondergrondse hoogspanningsleidingen doen zich vooral voor tijdens de aanleg. Het grootste deel van de installaties is ondergronds (moffenkamers, geïsoleerde geleiders, e.d.). Toch zijn er een aantal blijvende effecten. Niet alleen de gebruikswaarde van de strook rond de ondergrondse hoogspanningsleiding is gewijzigd (niet eender welke begroeiing is mogelijk), er dienen eveneens veiligheidsvoorschriften in acht genomen te worden. In functie van de technische beperkingen worden ondergrondse hoogspanningsleidingen zoveel mogelijk aangelegd in leidingstroken en gebundeld met lijninfrastructuren van lokaal of bovenlokaal niveau, voor zover dit juridisch realiseerbaar is. Volgende principes staan daarbij voorop: - de totale lengte van het bovengronds net wordt niet uitgebreid ( stand still -principe); - de aan te leggen ondergrondse hoogspanningsleiding verhindert het functioneren en de ontwikkelingsmogelijkheden van de bestaande lijninfrastructuur waarmee gebundeld wordt, niet ; - de bundeling houdt in dat de nieuwe leiding zo dicht als mogelijk en rekening houdend met de wettelijke beperkingen ter zake bij de bestaande lijninfrastructuur wordt aangelegd; - voor de toepassing van de bundeling worden alle technische oplossingen in overweging genomen; - de toepassing van het bundelingprincipe gebeurt binnen de wettelijke voorschriften en veiligheidsnormen en binnen het BATNEEC (Best Available Technique Not Exceeding Excessive Costs) principe. Voor het bundelen van hoogspanningsleidingen met lijninfrastructuur en het bestaande hoogspanningsnet wordt rekening gehouden met de behoeften erkend in het Investeringsplan en het Ontwikkelingsplan uit de federale en Vlaamse gewestelijke wetgeving. De draagstructuren of de tracés van bestaande bovengrondse hoogspanningsleidingen komen bij voorrang in aanmerking voor het aanbrengen van bijkomende elektrische geleiders, indien zij daarvoor ontworpen zijn. 2.3.2 Strategisch plan haven van Antwerpen In het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) wordt aangegeven dat de Vlaamse Regering de afbakening van de zeehavengebieden dient vast te leggen. Dit wordt bevestigd door het Havendecreet (2 maart 1999) dat stelt dat de Vlaamse Regering de grenzen van de havens moet vastleggen in gewestplannen of Gewestelijke Ruimtelijke Uitvoeringsplannen (GRUP s), overeenkomstig de wetgeving op de ruimtelijke ordening. In het kader daarvan werd een STRATEGISCH PLAN VOOR DE AFBAKENING VAN DE HAVEN VAN ANTWERPEN IN HAAR OMGEVING opgesteld. In dit plan worden visies en de ontwikkelingsmogelijkheden van de haven van Antwerpen bepaald, en dit op de gebieden van economie, ecologie, ruimtelijke ordening en leefbaarheid van de omgeving. Dit plan werd goedgekeurd en er werd door de Vlaamse regering beslist om dit plan vast te leggen in een ruimtelijk uitvoeringsplan. Dit ruimtelijk uitvoeringsplan is momenteel in opmaak. Voor dit strategisch plan werd een MER (PL0015) opgemaakt en goedgekeurd op 4 maart 2009. Aangezien dit plan-mer alle opties en strategische keuzes uit het strategisch plan behandelde, blijft dit plan-mer geldig voor het in opmaak zijnde GRUP afbakening haven van Antwerpen. 2239383014/gpa_V4 - Plan-MER RUP Hoogspanningslijn Zandvliet Lillo - Liefkenshoek - Kennisgeving pagina 20