DE PREVALENTIE VAN BENZODIAZEPINEGEBRUIK BIJ VOLWASSENEN MET EEN VERSTANDELIJKE BEPERKING.

Vergelijkbare documenten
Stilnoct Zolpidem 10mg 2,4 0,5-3 - Kortwerkend Rohypnol Flunitrazepam 1mg ** 1,2 +

Benzo Moe. Over het terugdringen van chronisch benzodiazepinegebruik

van slaap- en kalmeringsmiddelen per 1 januari 2009

Richtlijn Verslaving. 6.1 Benzodiazepinen. 6. Benzodiazepinen

Een pilletje voor het slapengaan? over slaapmedicatie bij ouderen

NeDerLANDse samenvatting

VEILIGHEID & VOORSCHRIJVEN VAN MEDICATIE SARAH JANUS

Toxicologie behandelinformatie

Slaap- en kalmeringsmiddelen; weet wat u slikt!

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid (Arno) Rutte (VVD) 2016Z03888).

Benzodiazepinegebruik tijdens zwangerschap en lactatie

Tips tegen nervositeit

Benzodiazepines anno 2012

Leverfunctiestoornis: benzodiazepineagonisten 5686

Benzodiazegebruik 346/347

Stoppen met langdurig antipsychoticagebruik voor gedragsproblemen. Gerda de Kuijper Arts verstandelijk gehandicapten/senior onderzoeker

Waarom schrijven specialisten ouderen- geneeskunde psychofarmaca voor?

door dr. M. Danhof Centrum voor Bio-Farmaceutische Wetenschappen Sectie Farmacologie Rijksuniversiteit Leiden Sylvius Laboratorium

Oneigenlijk medicijngebruik onder Nederlandse jongeren: aard en omvang

Pijncentrum. Butrans pleister. Buprenorfine

Stoppen met benzo s. Voorstellen om verslaving aan slaap- en kalmeringsmiddelen terug te dringen.

Kennisquiz 3 Slaap- en kalmeringsmiddelen

Benzodiazepine Bij zwangerschap en in het kraambed. Poli Gynaecologie

Chapter 7. Samenvatting

Vitamine D supplement voor mensen met antipsychotica gebruik op s Heeren Loo, Apeldoorn

Universitair Medisch Centrum Groningen

Benzodiazepine-agonisten/benzodiazepinen

COPD: benzodiazepineagonisten 6504

Voor een kuur van. Tegen angst of voor slaap

Chapter 10 Samenvatting

Medicatie als instrument om onrust en agressie te beheersen? Niet agressief, maar duf? dr. Martin Smalbrugge. Wie ben ik??

Veel vrouwen gebruiken medicijnen tijdens hun zwangerschap. Van veel van deze medicijnen zijn de mogelijke teratogene effecten vaak nog niet goed beke

Verkeersdeelname: oxazepam cat. III I 1987

Samenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid

Valpreventie bij ouderen met cognitieve problemen

Nederlandse samenvatting. Chapter 11

Richtlijn benzodiazepinen dosisreductie

Stoppen met benzodiazepinen

Diagnostische instabiliteit van terugval bij angststoornissen en depressie

Nederlandse samenvatting

Compensatie eigen risico is nog onbekend

Optimaliseren van de controle op de zo nodig medicatie door de arts. Kwaliteitsproject in het kader van de AVG opleiding. Erasmus Medisch Centrum

Samenvatting. Samenvatting

Een gedrocht voor het gedrag?

Nederlandse samenvatting

Gezond ouder met een verstandelijke beperking: veranderde visie na het GOUD-onderzoek

Verkeersdeelname: nitrazepam - cat. III I 2099

Misbruik van en verslaving aan 4 medicatie

NVOG Voorlichtingsbrochure BENZODIAZEPINEN BIJ DE ZWANGERSCHAP EN IN HET KRAAMBED

Rapport voor het Capaciteitsorgaan

Rapport. Cardiovasculair risicomanagement. Simvastatine: keuze en dosering

Psychofarmaca in de huisartsenpraktijk in 2015: resultaten van het INTEGO netwerk

Chronisch gebruik van benzodiazepinen is een groot probleem

Onderzoekssessie over dementie op jonge leeftijd UKON symposium, 10 april 2018

DEPRESSIE EN ANGSTSTOORNISSEN. Ciske van den Oever Poliklinisch apotheker Klinisch farmacoloog in opleiding Franciscus Gasthuis

Wat is depressie? Oorzaak, omvang, gevolg

Figuur 1 Precede/Proceed Model

Monitoren van de effecten van de publiekscampagne depressie op de instroom van patiënten met psychische problemen in de huisartspraktijk

Brief. Nieuws. april Even voorstellen: Paul Grootenhuijs. Van de voorzitter

BIJSLUITER. CLONAZEPAM 0,25 mg tabletten

Datum Spreker Linda Schreur. (Poly)farmacie bij ouderen

Stemmingsstoornissen bij de ziekte van Parkinson

VERANTWOORD GEBRUIK VAN BENZODIAZEPINES

MAPPING STUDIE. Anne van den Brink. Specialist Ouderengeneeskunde, Junior Onderzoeker

212

Slaapproblemen? patiënteninformatie. campus Sint-Vincentius Sint-Vincentiusstraat Antwerpen tel fax

Bijwerkingen van psychotrope geneesmiddelen. Nikkie Aarts

V O LW A S S E N E N

IBOM-2. Het effect van Medicatiereview en begeleiding van patiënten na verblijf in het ziekenhuis

Kwaliteitsproject Jaarlijkse medicatie-evaluatie

BIJSLUITER. OXAZEPAM 5 mg en 25 mg tablet

Bromazepam N05BA08, mei Indicatie Angst

Inleiding. Achtergrond statistiek geneesmiddelenverstrekkingen

Evaluatieformulier effect Oxazepam bij verstandelijk gehandicapten

KWALITEITSPROJECT. Onderwerp: Verbetering traject geneesmiddelencontrole. Inleiding: Loes Soors d Ancona, AVGio November 2004

De revisie van de richtlijn angststoornissen

Slaap-in-zicht. Verpleegkundige aandachtspunten Bij slaapmedicatie. Steven De Baere

Vergelijking van de ontwikkeling van het voorschrijven van de nieuwere bloedglucoseverlagende middelen in Nederland met Duitsland

Gezond ouder met een verstandelijke beperking: specialistische zorg voor hoog-risicogroepen

1 Januari 2009: Het Nieuwe Benzodiazepinenbeleid Het advies met betrekking tot het nieuwe benzodiazepinenbeleid

Psychofarmacologie bij kinderen en jongeren voor niet-kinder- & jeugdpsychiaters: Is dit wel een goed idee? Dr. Daniel Neves Ramos ZNA UKJA

Bijsluiter. Naam product. Lormetazepam Mylan 1 mg en 2 mg, tabletten. Samenstelling

Indicatie Symptomatische behandeling van pathologische angst en spanning.(1,2)

Gezondheid en zelfstandigheid van 50-plussers, gegevens op basis van de studie Gezond Ouder met een verstandelijke beperking (GOUD)

Temazepam Teva 10 mg, capsules Temazepam Teva 20 mg, capsules

Handleiding voor een kwalitatief overleg tussen apotheker en huisarts

De weg naar het eerste recept

Pijn en pijnbestrijding in de palliatieve fase

VOORSPELLEN VAN BENZODIAZEPINE AFHANKELIJKHEID; EEN MULTIDIMENSIONELE EN MULTIVARIATE BENADERING

Uitdagingen bij de ondersteuning van correct medicatiegebruik bij ouderen (in WZC): Een inleiding

Osteoporoseprofylaxe bij corticosteroïdgebruik

Verkeersdeelname: lormetazepam cat.iii I

Periodieke medicatiebeoordeling. Kwaliteitsproject in het kader van de opleiding tot Arts voor Verstandelijk Gehandicapten

Tweede serie vragen:

PSYCHOFARMACA. Gert- Jan Hendriks, psychiater Directeur Centrum voor Angststoornissen Overwaal Hoofd Zorgprogramma Angststoornissen Pro Persona

Indicatie Kortdurende symptomatische behandeling van slaapstoornissen.(1,2)

Ranitidine MAE 300 mg, filmomhulde tabletten

Indicatie Kortdurende symptomatische behandeling van slaapstoornissen.(1,2)

Farmacotherapie in de acute fase van alcoholdetoxificatie. Critically Appraised Topic

Verslag kwaliteitsproject: Protocol insulinetherapie bij diabetes mellitus type II. Gemaakt door: M. Doeswijk van der Wolf

Transcriptie:

DE PREVALENTIE VAN BENZODIAZEPINEGEBRUIK BIJ VOLWASSENEN MET EEN VERSTANDELIJKE BEPERKING. Judith Steemers, IpsedeBruggen, Nootdorp; Jos Smeets, Stichting Pergamijn, Echt; Farzanah Khursand, s Heerenloo, Apeldoorn; Gerjanne Vlasveld, Reinaerde, Woudenberg, Edwin Rutgers, ASVZ, Waalwijk Onder supervisie van: Mw. Prof. Dr. H.M. Evenhuis Dhr. Dr. M.Echteld 13 november 2014

Inhoudsopgave Samenvatting.pagina 3 Inleiding.pagina 4 Methode pagina 5 Resultaten.pagina 8 Discussie.pagina 12 Conclusie pagina 14 Literatuur pagina 15 2

Samenvatting Doel De prevalentie vaststellen van benzodiazepinegebruik bij volwassenen met een verstandelijke beperking. Opzet Beschrijvende studie op basis van een cross-sectioneel dossieronderzoek. Methode De medicatiegegevens van een aselecte groep van 1000 verstandelijk beperkte volwassenen werden verzameld. Per casus werd gekeken naar de indicatie, voorschrijfduur en hoeveelheid (omgerekend naar dagelijkse dosering diazepam). Daarnaast werd er door middel van een Pearson chi-kwadraattoets en een multipele regressie analyse gekeken naar de correlatie tussen benzodiazepinegebruik en persoonskenmerken (geslacht, leeftijd, mate van verstandelijke handicap, zorgzwaartepakket en comedicatie). Resultaten Van de 1004 cliënten kregen 295 (29,4%) een benzodiazepine voorgeschreven. Indien de benzodiazepinen met als indicatie epilepsie buiten beschouwing worden gelaten is deze prevalentie 113 (11,3%) van de 1004 cliënten. 82 cliënten (8,2%) gebruikten minimaal één keer een benzodiazepine in de maand voorafgaande aan de steekproef. Er werd een sterk verband aangetoond tussen benzodiazepinegebruik en het gebruik van antipsychotica, antidepressiva, overige gedragsmedicatie en zorgzwaartepakket 6 en 7. Conclusie De prevalentie van benzodiazepinegebruik bij verstandelijk gehandicapten is hoger dan het gebruik in de algemene populatie. Vaak is er sprake van een lange voorschrijfduur met daarnaast onrust of probleemgedrag als voorschrijfindicatie. 3

Inleiding Het is bekend dat mensen met een verstandelijke beperking meer medicatie gebruiken dan mensen zonder verstandelijke beperking [12,14]. Met name psychoactieve middelen worden veel voorgeschreven [8, 16]. Naast antipsychotica en anti-epileptica behoren de anxiolytica/sedativa tot de drie meest voorgeschreven geneesmiddelen met een werking op het centrale zenuwstelsel [12]. De belangrijkste groep anxiolytica zijn de benzodiazepinen. Benzodiazepinen zijn GABA (gamma aminoboterzuur) receptor agonisten. De belangrijkste effecten van deze middelen zijn sedatie, slaapbevordering, vermindering van angst, spierverslapping, geheugenverlies en anti-convulsieve eigenschappen. Bij een gegeneraliseerde angststoornis, sociale fobie en paniekstoornis kan bij de start van de behandeling, om initiële angsttoename op te vangen, gedurende twee tot vier weken een benzodiazepine gegeven worden [4]. Ook bij slaapproblemen kan kortdurend een behandeling met een kortwerkende benzodiazepine overwogen worden [7]. Hoewel het effect bij een kortdurende behandeling lijkt te zijn aangetoond, zijn de effecten op de langere termijn minder duidelijk, mede door de tolerantieontwikkeling die optreedt na enige dagen tot weken [6]. Het optreden van afhankelijkheid, verhoogd valrisico door spierzwakte en verminderde coördinatie en de nadelige effecten op de cognitieve functies maken dat het langdurig gebruik van benzodiazepinen wordt ontraden [2,4,6,7]. De afgelopen jaren zijn er Nederlandse richtlijnen opgesteld voor het afbouwen van inadequaat benzodiazepinegebruik en het correct gebruiken van benzodiazepinen indien nodig [4,7]. Ondanks aanbevelingen voor kortdurend gebruik van benzodiazepinen blijkt het langdurig voorschrijven in de loop der jaren in zowel Nederland als daarbuiten nagenoeg onveranderd te zijn [5,13]. Wel was er een positieve invloed op het gebruik zichtbaar door de beslissing om benzodiazepines in de meeste gevallen niet meer vanuit de zorgverzekering te vergoeden [20]. Uit recent onderzoek blijkt dat er binnen een volwassen geselecteerde populatie huisartsenpatiënten met psychiatrische klachten enkele significante risicofactoren voor inadequaat benzodiazepinegebruik aan te wijzen zijn [9]. Bij alleenstaanden, werkelozen, laag opgeleiden, chronisch zieken, ouderen, mensen die tweede lijns psychiatrische zorg ontvangen en mensen met chronische pijn werd inadequaat benzodiazepinegebruik vaker geconstateerd. Omdat mensen met een verstandelijke beperking ten opzichte van de algemene populatie een hogere prevalentie hebben van psychiatrische aandoeningen, gedragsproblemen en chronische ziekten, is onze hypothese dat benzodiazepinegebruik in deze groep vaker zal voorkomen. Vraagstellingen: 1. Wat is de prevalentie van benzodiazepinegebruik bij volwassenen met een verstandelijke beperking? 2. Wat is de indicatie, voorschrijfduur en dosering van het benzodiazepinegebruik? 4

3. Worden gebruik, voorschrijfduur en dosering beïnvloed door persoonskenmerken (geslacht, leeftijd, mate van verstandelijke beperking, soort zorgzwaartepakket en comedicatie)? Methode Onderzoeksopzet Naar aanleiding van de onderzoeksvraag werd een cross-sectioneel dossieronderzoek verricht. Onderzoekspopulatie Op 1 juli 2013 werden de medicatie gegevens van 1000 verstandelijk beperkte cliënten opgevraagd. De inclusiecriteria waren: de cliënten zijn ouder dan 18 jaar en woonachtig in een woonvoorziening behorende bij een zorgorganisatie voor VG. De deelnemers werden gerekruteerd binnen vijf zorginstellingen waaraan de onderzoekers verbonden zijn. Binnen de totale populatie van de instellingen werd een willekeurige (aselecte) groep deelnemers opgenomen in de populatie. Een selectie werd gemaakt van cliënten met een indicatie verblijf inclusief behandeling. Dit includeerde cliënten met ZZP 1 t/m 4 die naast hun indicatie een apart indicatie voor behandeling hebben gekregen. Een sample size berekening toonde aan dat bij een betrouwbaarheidsinterval van 95% en precisie van 5% bij een te verwachten prevalentie van 15% (95% CI 12.5-17.5%), het benodigde aantal deelnemers 784 waren. Bij een prevalentie van 10% (95% CI 7.5-12.5%) was dit aantal 554 en bij een prevalentie van 20% (95% CI 17.5-22.5%) was dit aantal 984. Voor de multipele regressie analyse (Cohen's ƒ 2 effect size: 0,02 / statistical power: 0.90 / aantal variabelen: 5 / significantieniveau: 0.05) bedroeg dit aantal minimaal 827. Gestreefd werd naar 200 geïncludeerde cliënten per onderzoeker, 1000 cliënten in totaal (5x200). Om rekening te houden met onvolledige data werd gekozen om 225 cliënten per onderzoeker te includeren. Tabel 1: overzicht benzodiazepinen Alprazolam Bromazepam Brotizolam Chloordiazepoxide Clobazam Clonazepam Clorazepinezuur Diazepam Flunitrazepam Xanax Lexotanil Lendormin Librium Frisium Rivotril Clorazepaat, Tranxene Diazemuls, Stesolid, Valium Rohypnol 5

Flurazepam Ketazolam Loprazolam Lorazepam Lormetazepam Medazepam Midazolam Nitrazepam Oxazepam Prazepam Temazepam Triazolam Zolpidem Zopiclon Dalmadorm Unakalm Dormonoct Temesta Nocatamid, Loramet Nobrium Dormicum Mogadon Seresta Reapam Normison Halcion Stilnoct (benzodiazepine-achtig hypnoticum) Imovane (benzodiazepine-agonist) Procedure dataverzameling Met behulp van het Farmacotherapeutisch Kompas [18] en de KNMP [19] werd een lijst opgesteld van alle benzodiazepinen en hun merknamen [Tabel 1]. Op 1 juli 2013 werden de medicatielijsten van alle geïncludeerde cliënten opgevraagd bij hun apotheek of de centrale apotheek van de zorgorganisatie. Gekeken werd naar de medicatiegebruik in de laatste maand (juni 2013). Uit deze medicatielijsten en het medisch dossier werden de gegevens verzameld [Figuur 1]. Indien er medicatie als zo nodig gebruik vermeld stond, werd bij de apotheek gevraagd om het aantal geleverde tabletten van de afgelopen 3 maanden (uitgezonderd coupeermedicatie voor epilepsie) met indicatie op te sturen. Dit om het gebruik te specificeren. De doseringen die op recept stonden hebben werden omgerekend in een dagelijkse dosis diazepam (DailyDoseDiazepam) om zo verschillende middelen en doseringen van gecombineerde middelen te vergelijken [19]. 6

Figuur 1: methode Analyse Voor het berekenen van de prevalentie van benzodiazepinegebruik bij volwassenen met een verstandelijke beperking werd het percentage berekend van het totaal aantal deelnemers, inclusief het 95% betrouwbaarheidsinterval. Vervolgens werd per casus bekeken wat de indicatie was voor het starten van het middel, hoe lang het middel voorgeschreven was en in welke hoeveelheid (beschrijvende analyse). Met behulp van het statische programma IBM SPSS Statistics (SPSS 21) is door middel van een Pearson chi-kwadraattoets gekeken naar de correlatie tussen benzodiazepinegebruik en persoonskenmerken. Met een multipele regressie analyse werd gekeken of het benzodiazepinegebruik (gebruik, voorschrijfduur en dosering) van de deelnemers beïnvloed werd door de persoonskenmerken (geslacht, leeftijd, mate van verstandelijke handicap, zorgzwaartepakket, comedicatie). 7

Resultaten In onze onderzochte populatie met 1056 cliënten waren van 52 de medicatiegegevens niet volledig. Van de overige 1004 was te achterhalen of men een benzodiazepine gebruikte of niet. Deze groep bestond uit 623 mannen (59%) en 433 vrouwen (41%). De gemiddelde leeftijd was 47,1 jaar (range: 18-113 jaar). Wat is de prevalentie van benzodiazepinegebruik bij volwassenen met een verstandelijke beperking? Van de 1004 cliënten hadden 295 cliënten minstens één benzodiazepine op recept staan. Dit komt overeen met 29.4 % van het totaal (95%CI: 26.6-32.2%). Van deze groep gebruikte 212 personen 1 benzodiazepine (21.1%), 75 personen 2 verschillende (7.5%) en 8 personen 3 verschillende benzodiazepinen (0.8%). 169 cliënten hebben in de maand juni minimaal één keer een benzodiazepine ingenomen. Dit komt overeen met 16.8 % van de 1004 cliënten (95%CI: 14.5-19.1%). 295 cliënten hebben gezamenlijk 386 recepten voor benzodiazepinen op naam staan. Van deze voorschriften werden 135 middelen (35%) dagelijks gebruikt en 195 middelen (51%) werden zo nodig gegeven. De prevalentie van de personen die minstens 1 benzodiazepine in vaste dosering dagelijks op recept had staan was 123 (12.3 %). Van 56 middelen (14%) was de doseringsfrequentie onbekend. Wanneer we de benzodiazepinen die in verband met epilepsie gegeven worden buiten beschouwing laten, is de prevalentie van tenminste één benzodiazepinerecept 113 (11.3 %) van de 1004 cliënten (95%CI: 9.3-13.3%) [Tabel 5]. In deze groep werden gezamenlijk 138 verschillende benzodiazepinen gebruikt, waarvan 67 dagelijks (59%), 43 zo nodig (38%) en bij 28 personen was de doseringsfrequentie onbekend (25%). Volgens onze gegevens gebruikten 82 van de 113 cliënten in de periode 1-juni tot 1-juli 2013 minimaal één keer een benzodiazepine. Dit komt overeen met 8.2% van de totale populatie (95%CI: 6.6-10.0%). Wat is de indicatie, voorschrijfduur en dosering van het benzodiazepinegebruik? Van de 386 recepten voor een benzodiazepine zijn er 248 (64.8%) voorgeschreven als insultonderbreker of anti-epilepticum. Er waren 138 recepten voor benzodiazepines met een andere indicatie dan epilepsie of met een onbekende indicatie. 38.5% daarvan heeft onrust als indicatie. 20.7% slaapproblemen en 17.7% overige gedragsproblemen [Tabel 2]. Tabel 2: Indicaties Indicatie Aantal recepten Percentage (N =138) Agressie 11 8.1% Angst 5 3.7% Onrust 52 38.5% Slaapproblemen 28 20.7% Overige gedragsproblemen 24 17.7% Meerdere indicaties 5 3.7% Onbekend 13 9.4% 8

Van de 82 cliënten die benzodiazepines gebruikten in de maand juni, gebruiken 72 (87.8%) deze langer dan 1 jaar. En 10 cliënten (12.2%) gebruik benzodiazepines korter dan 1 jaar [Tabel 3]. Tabel 3: Voorschrijfduur van benzodiazepine Voorschrijfduur N=82 Percentages van het totaal (N=1004) Percentage van gebruikers (N=82) Korter dan 2 weken 3 0.3% 3.7% 2 weken tot 6 weken 1 0.1% 1.2% 6 weken tot 3 maanden 1 0.1% 1.2% 3 maanden tot 1 jaar 5 0.5% 6.1% Langer dan 1 jaar 72 7.2% 87.8% De doseringen die op recept staan hebben we omgerekend in een dagelijkse dosis diazepam (DailyDoseDiazepam) om zo verschillende middelen en doseringen van gecombineerde middelen te kunnen vergelijken [Tabel 4]. Tabel 4: Totale hoeveelheid benzodiazepine (Daily Dose Diazepam) onder de benzodiazepinegebruikers in juni 2013 Daily Dose Diazepam Aantal recepten Percentages van het totaal (N=1004) Percentage van gebruikers (N=82) Tot en met 5 mg/dag 27 2.7% 32.9% 5 tot en met 10 mg/dag 27 2.7% 32.9% 10 tot en met 20 mg/dag 15 1.5% 18.3% 20 mg/dag of meer 13 1.3% 15.9% Worden gebruik, voorschrijfduur en dosering beïnvloed door persoonskenmerken? Wanneer we kijken naar het gebruik van benzodiazepinen en de overige persoonskenmerken, zien we dat er een sterk verband bestaat tussen het gebruik van antipsychotica, antidepressiva en overige gedragsmedicatie en benzodiazepinegebruik [Tabel 5 en 6]. Met betrekking tot de leeftijd valt op dat meer dan de helft van de benzodiazepinegebruikers valt in de leeftijdscategorie 46 t/m 65 jaar (70 /113 = 61.9%). 9

Tabel 5. Karakteristieken van de cliënten met benzodiazepinegebruik (excl. benzodiazepinegebruik met indicatie epilepsie) en overige cliënten (geen benzodiazepinegebruik, incl. benzodiazepinegebruik met indicatie epilepsie). Totaal (n) Benzodiazepine Geen benzodiazepine Pearson X 2 of benzodiazepine met indicatie epilepsie n=113 (11.3%) n=891 (88.7%) Geslacht 0.224 Man 588 65 (56.5%) 523 (58.8%) Vrouw 416 50 (43.5%) 366 (41.2%) Leeftijd 12.783* 18-25 131 8 (7.0%) 123 (13.8%) 26-35 157 17 (14.8%) 140 (15.7%) 36-45 141 18 (15.7%) 123 (13.8%) 46-55 235 26 (22.6%) 209 (23.5%) 56-65 201 35 (30.4%) 166 (18.7%) >65 139 11 (9.6%) 128 (14.4%) Mate van verstandelijke beperking 4.555 Zwakbegaafd 20 2 (1.8%) 18 (2.1%) Licht 153 17 (14.9%) 136 (15.9%) Matig 351 49 (43.0%) 302 (35.4%) Ernstig 321 29 (25.4%) 292 (34.2%) Zeer ernstig 123 17 (14.9%) 106 (12.4%) Antipsychotica 58.573** 0 678 43 (37.7%) 635 (72.2%) 1 293 64 (56.1%) 229 (26.1%) 2 21 7 (6.1%) 14 (1.6%) 3 of meer 1 0 (0.0%) 1 (0.1%) Antidepressiva 31.001** 0 914 91 (80.5%) 823 (93.2%) 1 78 19 (16.8%) 59 (6.7%) 2 4 3 (2.7%) 1 (0.1%) Anti-epileptica 3.997 0 703 77 (67.0%) 626 (70.7%) 1 173 27 (23.5%) 146 (16.5%) 2 88 8 (7.0%) 80 (9.0%) 3 of meer 37 3 (2.6%) 34 (3.8%) Overige gedragsmedicatie 16.172** 0 939 98 (85.2%) 841 (94.8%) 1 58 16 (13.9%) 42 (4.7%) 2 5 1 (0.9%) 4 (0.5%) ZZP groepen 21.077** ZZP 1,2,3 en 4 160 5 (4.4%) 155 (17.4%) ZZP 5 en 8 270 23 (20.4%) 115 (12.9%) ZZP 6 en 7 573 87 (77%) 486 (54.5%) *p<0.05, **p<0.001 10

Er is een duidelijke correlatie tussen de zorgzwaartepakketten en benzodiazepinegebruik [Tabel 6]. Uit statische analyse blijkt dat er een sterk verband is tussen het hebben van een ZZP 6 en 7 en de kans dat een cliënt een benzodiazepine gebruikt ten opzichte van de andere twee ZZP groepen (ZZP 1,2,3 en 4 & ZZP 5 en 8). In de ZZP 1,2,3 en 4 groep werd er juist een sterk negatief verband aangetoond ten opzichte van de andere twee groepen. Voor het geslacht, leeftijd, de mate van verstandelijke beperking, het gebruik van anti-epileptica en ZZP 5 en 8 werd geen significant verband aangetoond. Tabel 6. Multipele regressie analyse van benzodiazepinegebruik en persoonskenmerken. 95% C.I.for EXP(B) B S.E. Wald df Sig. Exp(B) Lower Upper Geslacht -0.205 0.219 0.873 1 0.350 0.815 0.530 1.252 Leeftijd -0.006 0.007 0.776 1 0.378 0.994 0.981 1.007 Mate van verstandelijke beperking 0.013 0.123 0.011 1 0.916 1.013 0.796 1.290 Anti-epileptica -0.103 0.141 0.531 1 0.466 0.902 0.684 1.190 Antipsychotica -0.901 0.188 22,973 1 0.000** 0.406 0.281 0.587 Antidepressiva -0.823 0.268 9,426 1 0.002** 0.439 0.260 0.743 Overige gedragsmedicatie -0.621 0.293 4,488 1 0.034* 0.537 0.303 0.955 ZZP 1,2,3 en 4 1.537 0.466 10,896 1 0.001** 4.652 1.867 11.590 ZZP 5 en 8 0.433 0.245 3,122 1 0.077 1.541 0.095 2.491 ZZP 6 en 7-0.944 0.227 17,217 1 0.000** 0.389 0.249 0.608 Constant 3.002 0.601 24,920 1 0.000 20.118 *p<0,05,**p<0,01 Er werd geen significant verband aangetoond tussen de dagelijkse dosering benzodiazepine (omgerekend naar diazepam-equivalent), de voorschrijfduur en de persoonskenmerken. 11

Discussie In Nederland is dit het eerste onderzoek naar prevalentie, voorschrijfreden en gebruikerskenmerken van benzodiazepine voor volwassenen met een verstandelijke beperking met een AWBZ indicatie voor behandeling. Van de totale steekproef cliënten kreeg 29,4 procent benzodiazepine voorgeschreven. De voornaamste reden is epilepsie of het couperen van de epilepsie. Wanneer we deze indicatie buiten beschouwing houden, heeft 11,3 procent een benzodiazepine recept. Het daadwerkelijke gebruik in de maand juni valt lager uit, namelijk 8,2%. Het verschil wordt verklaard door het hoge aantal zo nodig recepten, namelijk 38%. Van deze 38% heeft maar een gedeelte in juni benzodiazepines gebruikt. Wanneer specifiek naar deze groep gekeken wordt staat onrust als indicatie in het dossier voor het voorschrijven van de benzodiazepine op de eerste plek (38,5%). De benzodiazepine werd significant (p<0.001) vaak samen voorgeschreven met een antipsychoticum, andere gedragsmedicatie en/of antidepressiva. Er is geen significant verschil gevonden tussen het geslacht en het gebruik van benzodiazepines. De prevalentie van 8,2% (95% CI 6,6-10,0) bij volwassenen met een verstandelijke beperking is hoger dan het gebruik in de algemene populatie. In 2012 was het aantal gebruikers van benzodiazepines in de algemene populatie 397.562. (bron: GIP databank) Dit is een prevalentie van 2,4% (95%CI onbekend). Dit betekent dat er binnen de verstandelijk gehandicapte bevolking significant meer benzodiazepines gebruikt worden dan in de algemene populatie. Maar wanneer de cijfers worden vergeleken met het benzodiazepine gebruik in de algemene populatie in 2008, valt op dat de cijfers overeenkomen. In 2008 waren er 1.740.485 benzodiazepine gebruikers in Nederland, dit is een prevalentie van 10,5% (95% CI onbekend). Deze rigoureuze daling is te verklaren doordat de benzodiazepines niet langer vergoed werden door de reguliere zorgverzekering. Veel patiënten stopten met het slikken van een benzodiazepine of stapten over op andere medicatie. Daarnaast werden de benzodiazepines terughoudender voorgeschreven door psychiaters en huisartsen. In de door ons onderzochte groep van cliënten met een indicatie voor verblijf inclusief behandeling binnen de verstandelijk gehandicapten zorg noch voor cliënten noch voor artsen een financiële consequentie tegenover het gebruik van benzodiazepines. Alle medicijnen worden uit de AWBZ betaald. Benzodiazepines zijn relatief goedkope medicijnen. Blijkbaar is de financiële prikkel een sterke prikkel. Mogelijk zou het inzichtelijk maken van de kosten artsen meer bewust maken van hun voorschrijfgedrag. Een andere oplossing kan zijn om de kosten voor het gebruik van benzodiazepines deels te verhalen op de cliënt, de vraag is of dit mogelijk of wenselijk is. Uit het onderzoek blijkt dat benzodiazepines in de verstandelijk gehandicaptenzorg langdurig worden gebruikt. Bij 87,8% van de gebruikers in juni is sprake van gebruik langer dan een jaar. Volgens de NHG standaard is de aangeraden gebruiksduur maximaal 2-4 weken, tenzij er sprake is van een gediagnostiseerde angststoornis. In ons onderzoek was slechts bij 5 cliënten (3,7%) sprake van benzodiazepinegebruik met als indicatie angst. De cliënten kregen te lang benzodiazepines voorgeschreven, waardoor zij een groot risico op bijwerkingen, gewenning en verslaving lopen. Dit is te voorkomen door de medicatie alleen kortdurend voor te schrijven. Wanneer een cliënt ondanks deze medicatie klachten blijft houden zouden andere opties dan benzodiazepines overwogen moeten worden, zoals vermeld in de richtlijn Voorschrijven van psychofarmaca bij mensen met een verstandelijke beperking [21]. 12

Er was een duidelijk significante correlatie tussen het gebruik van antipsychotica, antidepressiva en overige gedragsmedicatie met benzodiazepine gebruik. Met andere woorden, naast benzodiazepines gebruikt met ook andere psychofarmaca. Dit kan erop duiden dat deze groep veel gedragsproblemen laat zien. Een andere mogelijkheid is dat sneller met medicatie wordt gestart dan afgebouwd. Ons advies is om kritisch naar het voorschrijven van psychofarmaca te kijken. Of de medicatie adequaat ingezet en regelmatig geëvalueerd werd, is niet onderzocht. Dit zou in de toekomst verder onderzocht kunnen worden. Een rede voor de hoge correlatie tussen ZZP 6 en 7 en benzodiazepine gebruik is mogelijk de geselecteerde cliënten populatie. Binnen een instelling wonen met name cliënten die om verschillende redenen niet meer thuis kunnen wonen en daardoor een hoge ZZP indicatie hebben. De cliënten met ZZP 6 en 7 hebben in die mate gedragsproblemen dat zij recht hebben om binnen een instelling te wonen en hier specifiek behandeling voor ontvangen. Dat zij derhalve psychofarmaca gebruiken is niet verwonderlijk. De cliëntenpopulatie viel met name in de leeftijdsgroep (45 tot 65 jaar), dit is mogelijk te verklaren door de ouder wordende groep binnen een instelling. Daarnaast speelt mogelijk dat deze personen in de jaren de medicatie opgebouwd is. Stoppen met psychofarmaca bij gedragsproblemen is lastig. Er is sprake van een toenemende bewustwording van artsen binnen de verstandelijk gehandicaptenzorg over het gebruik van psychofarmaca. Het onderzoek van De Kuyper et al, naar antipsychotica gebruik heeft daar sterk aan bijgedragen. [16] Daarnaast zijn er richtlijnen zoals de NHG standaarden, de NVAVG standaarden of de richtlijnen van de Nederlandse vereniging voor Psychiatrie waarbij het langdurig gebruik van benzodiazepines afgeraden wordt. Onze verwachting is dat het gebruik van benzodiazepines binnen de verstandelijk gehandicaptenzorg in de toekomst zal dalen, vanwege de voortdurende bewustwording van voorschrijfgedrag van AVG s (Arts voor Verstandelijk Gehandicapten). Bewustwording binnen de AVG s over geldende richtlijnen zou dit kunnen bevorderen. Een risico waardoor deze verwachte daling tegengewerkt kan wordt gevormd door de bezuinigingen binnen de gehandicaptenzorg. Door een grotere werkdruk is er een kans dat de kwaliteit van begeleiding afneemt waardoor gedragsproblematiek kan toenemen en er een grotere vraag komt naar medicamenteus ingrijpen. Dit omdat medicamenteus ingrijpen goedkoper is dan ingrijpen met extra personeel. Het is dan aan de behandelend arts om adequaat en passend medicatie te blijven voorschrijven voor de juiste indicaties. Dit staat haaks op de daling die gezien werd in de algemene bevolking toen benzodiazepines zelf betaald moesten gaan worden. Als kanttekening moet opgemerkt worden dat ons onderzoek een geselecteerde cliëntpopulatie betrof. Er is een selectie gemaakt van cliënten met een indicatie verblijf inclusief behandeling. Dit houdt in dat de geselecteerde populatie zwaarder gehandicapt is met mogelijk ook meer gedragsproblemen dan de totale populatie verstandelijk gehandicapten. Idealiter zou het onderzoek herhaald moeten worden met een representatieve steekproef binnen de totale populatie verstandelijk gehandicapten in Nederland door bijvoorbeeld ook huisartsen te benaderen voor medewerking aan het 13

onderzoek. De nu genomen steekproef is waarschijnlijk wel representatief voor de gemiddelde cliëntpopulatie die onder behandeling is bij een AVG, aangezien veel AVG binnen een instelling werkzaam zijn. Er was sprake van een relatief grote populatie van 5 verschillende zorgorganisaties uit verschillende delen van het land. Conclusie Op dit moment is de prevalentie van benzodiazepinegebruik bij verstandelijk gehandicapten hoger dan het gebruik in de algemene populatie. Dit lijkt vooral te liggen aan het gebruik bij onrust en gedragsproblemen. Ook is er vaak sprake van een lange voorschrijfduur. Meer scholing voor behandelend artsen zou wenselijk zijn om met name het langdurig gebruik met als indicatie onrust terug te dringen. 14

Literatuur 1. Goodwin R.D., Hasin D.S. Sedative use and misuse in the United States. Addiction 2001;97:555-562 2. Gorgels W.J.M.J., Oude Voshaar R.C., Mol A.J., ea. Het langdurig gebruik van benzodiazepinen. Ned Tijdschr Geneeskd 2001;145:1342-6 3. Harms H.H. Psychofarmacagebruik in een algemeen psychiatrisch ziekenhuis. Tijdschrift voor Psychiatrie 1996;38(7):507 4. Hassink-Franke L., Terluin B., Heest F. van, ea. NHG-standaard angst. Huisarts Wet 2012;2:68-77 5. Isacson D., Carsjo K., Bergman U., ea. Longterm use of benzodiazepines in a Swedish community: an eight-year follow-up. J Clin Epidemiol 1992;45:429-436 6. Katzman M.A. Current considerations in the treatment of Generalized Anxiety Disorder. CNS Drugs 2009;23:103-120 7. Knuisting Neven A., Lucassen P.L.B.J., Bonsema K., ea. NHG-standaard slaapproblemen en slaapmiddelen. Huisarts Wet 2005;48(8):402-415 8. Loon Y.E.J. van, Koopal C., Dosen A. Psychofarmacabeleid binnen de zorg voor verstandelijk gehandicapten. Medisch Contact 1997;26:835-837 9. Manthey L., Veen T. van, Giltay E.J., ea. Correlates of (inappropriate) benzodiazepine use: the Netherlands Study of Depression and Anxiety (NESDA). British J Clinical Pharmacology 2011;71(2):263-272 10. Magrini N. Vaccheri A. Parma E., ea. Use of benzodiazepines in the Italian general population: prevalence, pattern of use and risk factors for use. Eur J Clin Pharmacol 1996;50:19-25 11. Ohayon M.M., Caulet M., Priest R.G. Psychotropic medication consuption patterns in the UK general population. J Clin Epidemiol 1998;51:273-283 12. Schrojenstein Lantman-De Valk H.M.J. van, Kessels A.G.H., Haveman M.J., ea. Medicijngebruik door verstandelijk gehandicapten in instituten en gezinsvervangende tehuizen. Ned Tijdschr Geneeskd 1995;139:1083-1088 13. Sonnenberg C.M., Bierman E.J.M., Deeg D.J.H., ea. Ten-year trends in benzodiazepine use in Dutch population. Soc Psychiatry Psychiatr Epidemiol 2012;47:293-301 14. Straetmans JMJAA ea. Health problems of people with intellectual disabilities: the impact for general practice. Br J Gen Pract 2007;57(534):64-66 15. Wright N., Caplan R., Payne S. Community survey of long term daytime use of benzodiazepines. BMJ 1994;309:27-28 15

16. Kuyper G., Hoekstra P., Visser F., Scholte FA., Penning C., Evenhuis H., Use of antipsychotic drugs in individuals with intellectual disability (ID) in the Netherlands: prevalence and reasons for prescription. JIDR 2010;54;7;659-667 17. Staalduinen W. van, Voorde F. ten, Trendanalyse verstandelijk gehandicaptenzorg. Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO) 2011 18. Brouwers J.R.B.J. (red.). Farmacotherapeutisch Kompas 2012. Diemen: College voor zorgverzekeringen (CVZ) 2012 19. KNMP-rekenhulp voor benzodiazepinen afbouw. Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie (KNMP) 2012 20. GIPdatabank, www.gipdatabank.nl 21. http://www.nvavg.nl/upload/standaarden/standaard---2008-01-psychofarmaca.pdf 16