Samenvatting Hoofdstuk 3 Farmacotherapie op maat. Het stappenplan: Diagnostisch proces:



Vergelijkbare documenten
Vier mogelijkheden na het stellen van een diagnose: geen therapie niet-medicamenteuze therapie farmacotherapie combinatie van 2 en 3

Inhoud Toedieningswegen en toedieningsvormen Inleiding Toedieningswegen Orale toedieningsvormen Toedieningsvormen voor neus, oor, mond en oog

Inleiding in de farmacotherapie

VITAMINE C TEVA 250 MG VITAMINE C TEVA 100 MG. VITAMINE C TEVA 500 MG tabletten

Richtlijn Multidisciplinaire richtlijn Borstvoeding

Bijlage III. Aanpassingen aan relevante rubrieken van de samenvatting van de productkenmerken en bijsluiters

Definitie Onder polyfarmacie wordt in dit document verstaan: het gelijktijdig gebruik van 5 of meer verschillende geneesmiddelen.

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. Paracetamol EG 500 mg tabletten Paracetamol

BIJSLUITER. MELOXIDYL 0,5 mg/ml suspensie voor oraal gebruik voor katten

1. Patiënt bezoekt apotheek

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Medicatieveiligheid : focus op de patiënt

Nitrofurantoine MC 50 mg Teva, capsules Nitrofurantoine MC 100 mg Teva, capsules nitrofurantoine

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Addaven bevat: 1 ml 1 injectieflacon (10 ml)

Notice Version NL RYCARFA 100 MG A. BIJSLUITER

Pijnmedicatie bij acute en chronische pijn In mond, hoofd en aangezicht Denise van Diermen, arts

Inhoud. Voorwoord 13 ALGEMENE ASPECTEN DEEL II SECUNDAIRE HYPERTENSIE

Package leaflet

6 Farmacie / Praktische Farmacotherapie

1. WAT ZIJN ZURE OORDRUPPELS MET HYDROCORTISON DMB 1% FNA EN WAARVOOR WORDT HET GEBRUIKT?

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. Nitrofurantoïne Aurobindo 50/100 mg, capsules Nitrofurantoïne

BIJSLUITER 1. WAT IS DAFALGAN VOLWASSENEN 600 MG EN WAARVOOR WORDT HET GEBRUIKT?

Lees ook de bijsluiter voor informatie over de toepassing van dit medicijn.

2 Farmaceutische patiëntenzorg en therapietrouw

Thymoseptine is een traditioneel geneesmiddel op basis van planten; het gebruik bij deze specifieke indicatie is uitsluitend gebaseerd op traditie.

B. BIJSLUITER. KRUIDVAT GLUCOSAMINE 600 mg filmomhulde tablet

NOAC BEHANDELING EN BEGELEIDING. Stappenplan (uitgebreide versie) Stap Verantwoordelijk Opmerkingen. HA / Specialist

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

LACTULOSE KELA 500ML FLES

BIJSLUITER. NITROFURANTOÏNE 5 mg/ml suspensie

BIJSLUITER DULCOLAX PICOSULPHATE 2,5 MG ZACHTE CAPSULES

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Kruidvat Amylmetacresol Plus Dichloorbenzylalcohol honing & citroen zuigtabletten

Instructies voor het gebruik van. Neoral (ciclosporine)

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. NORGALAX, 0,12 g / 10 g, gel voor rectaal gebruik. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

BIJWERKINGEN WAT KAN DE APOTHEKER VOOR MIJ DOEN MEER KANS OP BIJWERKINGEN VEEL VOOR- KOMENDE BIJWERKINGEN WISSELWERKING

ISOSORBIDEDINITRAAT-vaselinecrème 1% FNA crème

STEOCAR 500 mg, bruistabletten STEOCAR FORTE 1000 mg, bruistabletten

Checklist 1 e aflevering Eliquis

Kruidvat Paracetamol 120, 240, 500 en 1000 mg, zetpillen bevatten als werkzaam bestanddeel per zetpil 120, 240, 500 resp mg paracetamol.

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. Nitrofurantoine Apotex MC 50/100 mg, capsules Nitrofurantoine

IB-2 Panadol Zetpillen 1000 mg voor Volwassenen maart 2010 en Kinderen vanaf 12 jaar Blz.1/5 RVG NL

Heeft u laaggeletterde patiënten in beeld? Gudule Boland PhD Programmaleider Verantwoord medicijngebruik bij migranten en laaggeletterden

THIAMINE HCL TEVA 25 MG THIAMINE HCL TEVA 50 MG THIAMINE HCL TEVA 100 MG tabletten

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Checklist 1 e aflevering Pradaxa

ETOS AMYLMETACRESOL PLUS DICHLOORBENZYLALCOHOL HONING & CITROEN zuigtabletten

Checklist 1 e aflevering Xarelto

Glucofleks 595 mg, filmomhulde tabletten glucosaminesulfaat kaliumchloride

1.3. PRODUCT INFORMATION

ISONIAZIDE TEVA 200 MG tabletten. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 4 maart : Bijsluiter Bladzijde : 1

THIOSIX 10 MG THIOSIX 20 MG tabletten. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 10 april : Bijsluiter Bladzijde : 1

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

LAXEERSTROOP TEVA 667 mg/ml, stroop. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 9 februari : Productinformatie Bladzijde : 1

De lotgevallen van medicatie in het menselijk lichaam.

Verminderde nierfunctie en medicijnen

INFORMATIE OVER INFLIXIMAB (REMICADE ) FRANCISCUS VLIETLAND

Hoe goed werken fumaraten?

ANNEX III WIJZIGINGEN IN DE SAMENVATTINGEN VAN DE PRODUCTKENMERKEN EN DE BIJSLUITER

IMPORTAL poeder voor oraal gebruik 10 g Lactitolum monohydricum

Maag-,darm- en leverziekten. Methotrexaat bij ziekte van Crohn en Colitis ulcerosa

Prednison (corticosteroïden)

Ciclosporine (Sandimmune, Neoral) bij Inflammatoire darmziekten (Colitis Ulcerosa)

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJSLUITER. EQUIOXX 8.2 mg/g orale pasta voor paarden

1. WAARVOOR WORDT KESTOMATINE GEBRUIKT?

FINIMAL, tabletten. Bayer B.V., Energieweg 1, 3641 RT Mijdrecht Bayer Consumer Care, Postbus 80, 3640 AB Mijdrecht

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. PROTAGENS MONO 2 %, oogdruppels, oplossing, voor éénmalig gebruik

OPTICROM OPTICROM (MELISANA) XIV B 3 e. Naam van het geneesmiddel: OPTICROM 2 % oogdruppels, oplossing Natrium cromoglicaat

Strepsils Original bij beginnende keelpijn, zuigtabletten. Strepsils Citroen & Honing bij beginnende keelpijn, zuigtabletten

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

MODULE ZURE OORDRUPPELS MET HYDROCORTISON DMB 1% FNA

Bijsluiter: informatie voor de patiënt. Clindamycine lotion 10 mg/ml FNA, oplossing voor cutaan gebruik Clindamycine hydrochloride hydraat

DOACs in 15 dia s Transmuraal Trombose Expertise Centrum Groningen

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Gaviscon Extra Sterk liquid sticks pepermunt, suspensie voor oraal gebruik

MODULE ZURE OORDRUPPELS MET TRIAMCINOLONACETONIDE DMB 0,1% FNA

Butagran Equi 200 mg/g

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. PICOLAXINE 5mg tabletten. Natriumpicosulfaat

SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS

BIJSLUITER. NITROFURANTOÏNE 10 mg/ml suspensie

Mysimba 8 mg/90 mg tabletten met verlengde afgifte. (naltrexonhydrochloride en bupropionhydrochloride)

Albert Heijn Paracetamol 120, 240, 500 en 1000 mg, zetpillen bevatten als werkzaam bestanddeel per zetpil 120, 240, 500 resp mg paracetamol.

Inhoud. Deel I Basisbegrippen

Antibiotica VRAAG OVER UW MEDICIJNEN?

REUMATOLOGIE. Neoral BEHANDELING

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Drosera-Homaccord Druppels voor oraal gebruik, oplossing

MALARIA PREVENTIE EN THERAPIE PROTOCOL 2008

SAMENVATTING VAN DE PRODUCT KENMERKEN

2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

<GEADRESSEERDE> <ADRES> <POSTCODE WOONPLAATS> <Datum> Ref.: lvd/015086

ETIKETTERING ZAK. Chloromed 150 mg/g oraal poeder voor kalveren.

Bijsluiter: informatie voor de patiënt

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Samenvatting Hoofdstuk 1 Farmacotherapie op maat

BIJSLUITER. TRIMETHOPRIM 10 mg/ml suspensie

Methotrexaat bij reumatische aandoeningen. Maatschap Interne Geneeskunde IJsselland Ziekenhuis

Inhoud van deze bijsluiter

Bactroban huidzalf GDS 15 v1.1 BIJSLUITER

Transcriptie:

Samenvatting Hoofdstuk 3 Farmacotherapie op maat Het stappenplan: Diagnostisch proces: Hulpvraag; Klacht, symptoom, verzoek. Probleemduiding Probleemdefinitie en waarschijnlijkheidsdiagnose. Onderzoek: Anamnese, lichamelijk/aanvullend onderzoek. Patiëntprobleem Probleemdefinitie en diagnose. Therapeutisch proces: 6-stappenplan 1 Patiëntenprobleem: 2 Therapeutisch doel vaststellen 3 Standaardtherapie/geneesmiddelen bepalen 4 Controleren op geschiktheid voor de patiënt a. Geneesmiddel geschikt? b. Toedieningsvorm geschikt? c. Doseringsschema geschikt? d. Therapieduur geschikt? e. Risicogroepen. 5 Therapie/Farmacotherapie uitvoeren. a. Recept schrijven b. (parenterale) toediening c. Therapietrouw bevorderen 6 Evaluatieplan opstellen, controle geneesmiddelentherapie 1 Patiëntenprobleem: 1. De patiënt heeft een klacht, zonder dat de oorzaak of achtergrond duidelijk is. 2. De patiënt heeft een ziekte waarbij de oorzaak of somatische achtergrond min of meer duidelijk is. 3. Patiënt heeft bijwerkingen van een of meer geneesmiddelen. 4. De patiënt gebruikt te veel geneesmiddelen. 5. De patiënt heeft een vraag of verzoek (keuring, herhalingsrecept of verwijzing) 6. Patiënt vertoont combinaties van bovenstaande. Alleen afwijkende bevindingen worden vermeld. Verschil in eerste tweede of controleconsult

2 Therapeutisch doel vaststellen 1. Omschrijving van de gewenste eindsituatie geven. a. Symptoombestrijding. (antibiotica) b. Genezing (ernstige pijn door fractuur, opiaat kan wel maar wegens bijwerkingen hier minder geschikt)) c. Palliatie (opiaat is hier wel geschikter, effectief en kans op verslaving is verwaarloosbaar) d. Preventie (bij chronische ziektes zoals diabetes en hypertensie om complicaties op termijn te voorkomen) 3 Standaardtherapie/geneesmiddelen bepalen NHG standaarden CBO richtlijnen Geen standaarden, proces doorlopen wat vergelijkbaar is met diagnostisch proces. 1. Advies geven, gerust stellen 2. Niet medicamenteuze therapie. 3. Medicamenteuze therapie 4. Verwijzen of insturen voor therapie 5. Combinaties van bovenstaande 4 Controleren op geschiktheid voor de patiënt a. Geneesmiddel geschikt? a. Contra indicaties i. Gewijzigde fysiologie? Lever/nierfunctiestoornissen ii. Ongunstig effect op bijkomende ziekte. b. Interacties met comedicatie i. Voedsel. ii. OTC geneesmiddelen. iii. Chemische interacties iv. Farmacodynamische interacties. v. Competitie geneesmiddelen (verstoring eerste orde kinetiek, niet lineair. vi. Contra indicaties: c. Gemak acceptatie geneesmiddel d. Geneesmiddelen allergie. b. Toedieningsvorm geschikt? a. Zie overzicht blz. 72 (Farmacotherapie op maat) c. Doseringsschema geschikt? a. Meestal standaard doseringsschema, maar soms dient dit aangepast te worden bij: i. Verschuiving in therapeutisch raam/ plasmaconcentratie. ii. Geen praktisch of gebruiksvriendelijk doseringsregime. d. Therapieduur geschikt? a. Wettelijk geregeld, eerste keer geneesmiddel. Max twee weken voorschrijven. e. Risicogroepen. Risico zo veel mogelijk vermijden, volgende strategie.

a. Zwangeren, i. Afwijking aan de vrucht. ii. Teratogeniteit (vaak op dierproeven gebaseerd) 1. gebruik zo weinig mogelijk geneesmiddelen tijdens de zwangerschap (eerste trimester) en rond de geboorte. 2. Behandel waar mogelijk lokaal 3. Rond de geboorte en neonatale adaptiestoornissen: (risicovolle middelen tabel 3.4 en 3.5 boek) 4. Gebruik erkende veilige middelen (tabel 3.6) 5. Indien geïndiceerd, kies voor een medicijn dat de minst matabole belasting geeft. b. Lacterende vrouwen: Door het os opgenomen middelen komen door diffusie in de moedermelk terecht. Parenterale middelen komen dus niet in de moedermelk terecht. (niet resorbeerbare AB kunnen de darmflora van het kind verstoren) i. Verhoogde gevoeligheid van de zuigeling dor het geneesmiddel. ii. Verhoogde permeabiliteit bloed- hersenbarrière. iii. Onrijp leverenzymsysteem iv. Verminderde nierfunctie tov volwassenen v. Verdringing bilirubine uit de eiwitbinding wat kernicterus ten gevolge kan hebben. c. Kinderen: i. Op preparaattekst staat beschreven of het geschikt is voor kinderen. ii. Dosering: 1. geen expliciete contra indicatie vermeld. (en er zijn kinderdoseringen vermeld) 2. Geen expliciete contra indicatie vermeld, en geen gegevens voor dosering bij kinderen, dan is de Denekampschaal een prima hulpmiddel om de dosering te bepalen. Toediening per lichaamsoppervlak is bij kind nauwkeuriger dan per kg lichaamsgewicht. a. formule van Haycock: lichaamsoppervlak= gewicht x lengte x 0,024265. b. Dosering kind is lichaamsoppervlak kind/1,8. x dosering volwassene. Lich. Opp. Volw = 1,8 Voorbeeld Yante. 1.40 meter gewicht 30 kg = 30 x 140 x 0,024265= 101.9m2 101.9m2/1,8=56,61% Toedieningsvormen: oraal (vloeibaar) heeft voorkeur. Soms paradoxale reacties. Vaak vertraagde uitscheiding van medicatie. d. Ouderen: i. Veranderd kinetisch profiel, lever en nierfunctiestoornissen, geneesmiddelen met groot First pass effect worden hierdoor beïnvloed. 1. reductie metabole capaciteit: aanrader 50% volw.

Dosering starten. Doseren geleide het beeld. 2. gen.mid. met smalle therapeutische basis op geleide plasmaspiegels opbouwen. 3. reductie nierfunctie kan metabole capaciteit beïnvloeden. ii. gevoeligheid, 1. Paradoxale reacties kunnen optreden. Zie tabel 3.8 pag. 86 iii. verwarring tussen bijwerking en ouderdomsverschijnselen, iv. therapietrouw. 1. beperk het aantal geneesmiddelen. 2. kies een praktische toedieningsvorm 3. eenvoudig duidelijk doseringsschema. 4. schakel hulp in 5. gebruiksvriendelijkheid van verpakking. e. Pat. met gestoorde leverfunctie: i. Vooral geneesmiddelen die onderhevig zijn aan First pass effect. Zie tabel 3.9 blz. 87. ii. 5 Therapie/Farmacotherapie uitvoeren. d. Recept schrijven a. Een recept is een schriftelijke aanwijzing voor het bereiden of afleveren van een geneesmiddel. b. Wat moet erop staan? i. Naam, adres, telefoonnummer van de voorschrijvende ii. Datum waarop het recept is geschreven iii. Naam ven het geneesmiddel, de generieke naam en zo nodig de specificatie. FNA specialité iv. De hoeveelheid/sterkte per eenheid. v. De toedieningsvorm. vi. De totale hoeveelheid. vii. Wijze van gebruik viii. Handtekening arts. ix. Naam, adres en eventueel leeftijd van de patiënt. c. Voor geneesmiddelen, vallend onder de opiumwet gelden aanvullende regels. (zie blz. 94 farmacotherapie op maat) d. Standaard receptafkortingen: i. d. = da = geef ii. f. = fac = maak iii. R.= Recipe = neem iv. S.= Signa = teken/schrijf op het etiket e. (parenterale) toediening

f. Therapietrouw bevorderen a. Betrek patiënt bij keuze. b. Eenvoudig doseringsschema en korte doseerduur. c. Goede relatie met de patiënt. i. Informatie over werking: Effect, termijn waarop het effect verwacht kan worden, duur therapie en welke klachten kunnen blijven. ii. Bijwerking: veel voorkomende, hinderlijke en gevaarlijke bijwerkingen voor de patiënt. iii. Instructies over inname, dosering, tijdstip, hoe lang, bewaaradviezen. iv. Waarschuw mogelijke interacties, maximale dosis, beïnvloeding reactievermogen, afmaken van de kuur, verkleuren urine/ontlasting 6 Evaluatieplan opstellen, controle geneesmiddelentherapie. Passieve of actieve controle: geef niet te veel informatie, bepaal wat wel en wat niet! Doel controle is of de therapie wel het probleem heeft opgelost. Soms aanvullen met lich. onderzoek of lab-aanvragen. (plasmaspiegel) Veilig Effectief Onveilig Is het basisgeneesmiddel juist? geïnstrueerd? therapietrouw? Is de controle correct uitgevoerd? ineffectief Is de diagnose juist? Is het basisgeneesmiddel juist? geïnstrueerd? therapietrouw? Is de controle correct uitgevoerd? Is de diagnose juist? Is het basisgeneesmiddel juist? geïnstrueerd? therapietrouw? Is de controle correct uitgevoerd? Effectief, dan kan gestopt worden. Niet effectief, alle stappen van het model opnieuw doornemen. Plasmaspiegelbepalingen: Nodig bij verband tussen therapeutische en/of toxische effecten. Anders heeft het bepalen van de spiegel geen zin.