Veldwerk heide. 2 de en 3 de graad basisonderwijs Handleiding begeleider



Vergelijkbare documenten
Opdrachtkaarten heide

Ontdek de Hoge Rielen eens van héél dichtbij. Met het materiaal uit twee handige uitleenkoffers organiseer je een heideonderzoek.

OPDRACHT 1: WAT ZIEN WE ONDER DE GROND?

Biotoopstudie heide. 1ste en 2 de graad secundair onderwijs Veldwerkboekje

Veldwerk bos. 2 de en 3 de graad basisonderwijs Handleiding begeleider

Biotoopstudie bos. 1ste en 2 de graad secundair onderwijs Veldwerkboekje

Biotoopstudie heide. 1ste en 2 de graad secundair onderwijs Handleiding begeleider

Uitleenkoffer Ontdek het bos- en heideleven. Wat

Onderzoeksopdracht. Bodem en grondstaal

2. Maak met de 4 buizen een vierkant op de grond. Dit is het zoekraam.

Opdrachtkaarten Herfst

Biotoopstudie bos. 1ste en 2 de graad secundair onderwijs Handleiding begeleider

Les 5 Een goede bodem

DE HERFST: KLEURRIJK SEIZOEN

Doe- pad Watertorenweg. Achtergrond informatie voor de begeleider. Groep 5-6

Een bovenbouwproject van het IVN Veldhoven Eindhoven Vessem Najaar 2014

Opdrachtkaarten Lente

( DATUM) WAARNEMERS : SCHOOL:

Doe- pad Watertorenweg

Natuur dagboek. Op ontdekking in je achtertuin

Wat gebeurt er met de blaadjes die in de herfst van de bomen vallen? En wat doen onze tuiniers met dode of planten of afgesnoeide takken?

Docentenhandleiding Onderzoek Leefomgeving

inhoud Herfst 1. Het weer 2. Overal blad 3. Zaden 4. Paddenstoelen 5. De eekhoorn 6. De egel 7. Insecten 8. Vogels op reis 9. Filmpje Pluskaarten

( DATUM) WAARNEMERS : SCHOOL:

ONDERZOEKERS:...(vul je naam in) Volg de aanwijzingen en ontdek met de cijfercode wat de naam van de boom is. Onze boom heet :...

Oude bomen. Opdracht 1 - Bijzondere bomen. Opdracht 2 De leeftijd van een boom meten. Benodigdheden

Leerpad Holle Wegen Halen. Opdrachten. Holle_Wegen_OPDRACHT.indd 1 20/04/10 14:04

Opdrachten thema. Veluwe

Bosopdrachten. Praktijkopdrachten groep 7/8

Dieren in de winter 3

Lesbrief Bodemdiertjes favoriete voedsel

inhoud De oude eik 1. In het park 2. De delen van de eik 3. Herfst 4. Dieren helpen de eik. 5. Winter 6. Lente 7. Rupsen 8.

4-7 jaar Scharrelavontuur. 4-7 jaar Scharrelavontuur. Sterke geuren. Aardegeuren. Pluk een blaadje van een plantje.

Raadsel 1: Wat is het verschil tussen de westkant en de oostkant van de Grote Vlasroot?

Ontdekkingstocht voor gezinnen

Project Planten ABC. Week 1ABC: Algemeen

inh oud 1. Dieren in de winter 2. De egel 3. De vleermuis 4. De eekhoorn 5. De merel 6. De ree 7. De pad 8. Het lieveheersbeestje 9.

Lesbrief Bodemdiertjes favoriete voedsel

DASSENWERK. werkbladen opdrachten Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen. Locatie De Drie Linden Giersbergen 8 Drunen

Het is winter. op Landgoed Schothorst

Rivierenhof. Handleiding. Opgesteld door de domeinwachters. >> Ontdekkingstocht voor het 4, 5 en 6 leerjaar. Tjakkie de specht Ontdekt de Herfst

DOCENT. Thema: natuur BOMEN BIJ MIJN SCHOOL. groep 3 en 4. Stadshagen

Mijn Boom. Werkboekje. C.N.M.E. De Groenling

Leg in iedere cirkel op het werkvel iets van een grondsoort. Zet de naam van de grond erbij.

7-12 jaar Scharrelavontuur jaar Scharrelavontuur

Bloeiend plantje Spoor van een dier

Opdrachten thema. Veluwe

Volg de aanwijzingen en ontdek met de cijfercode wat de naam van de boom is. Onze boom heet :...

1 Actief in de natuur. Bodemgespuis en kriebeldiertjes

,:,- ::s (\') ., - n. -==-. (\) ==} (\) (\) (ih. (\) (h. b,. (\)

Doe- pad Watertorenweg

in elk seizoen anders uitzien uit de seizoenen geknutselde seizoenshoek

Herfstwerkboekje van

Ik laat je ontdekken hoe de mensen hier vroeger leefden. En je leert over de omgeving; over de grond, de bomen en de beestjes.

Grond onder je voeten

Rivierenhof. Ontdekkingstocht voor gezinnen

Themawandeling Herfst

Een midden- en bovenbouwproject van het IVN Veldhoven Eindhoven Vessem najaar 2015

Bomenpad Park Vredeoord. Antwoordenblad. Vul hier eerst jullie namen in:

Werkblad bodem (vooraf)

ONDERZOEKERS:...(vul je naam in)

VOEL! KLEUTERS. Vlinderen. --> in zijvak hand

NME-leerroute Bomen in het Wandelbos

Ideeën voor leerkrachten ter voorbereiding op de insectenwandeling door de Natuurtuin 't Loo

COMPOSTEREN MET KINDEREN WERKBLAD 24. Duizendpoot in bed

6+ 10 WAT MAAKT EEN BOS TOT EEN BOS? Opdracht EDUKIT 3

Doe- pad Watertorenweg

B O O M A C T I V I T E I T E N H O E K

De grond waarop wij wonen.

NME-leerroute Kabouters in het Westerpark

Handleiding. Geschikte tijd uitvoering jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec

Op pad met. kabouter Wouter en kabouter Lilly. Ik heb ook een dochter. Zij heet Lilly en woont in hetzelfde bos.

Loof-en naaldbomen. Naam :

Experimenten KIT. werkboekje. Dokter in de wetenschap: Klas:

groen in de stad BIOTOOPWANDELING BIOTOOPWANDELINGleidraad natuurreservaat bourgoyen-ossemeersen biotoopstudie 1 MO biotoopstudie

Het Beverpad. Handleiding voor ouders/begeleiders

Voorbereiding post 2. Rovers op (het) pad Groep 6-7-8

ALLES WAT JE WILT WETEN OVER BOMEN

WERKBLAD OPDRACHTEN. Locatie: De Drie Linden Giersbergen 8 Drunen Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen

14 Speuren naar dieren Handleiding voor begeleiders 01

Materiaal Groen. Deel 3: Groen groeit

Kwelder. Planten en zout water. Proefje. VO onderbouw

Ontdekkingstocht duin, bos en strand

Alleen maar zand? Groep 1,2,3 en 4. Bodemproject van IVN Veldhoven Eindhoven Vessem voor de basisschool.

De landbouwer als landschapsbouwer

ALLES WAT JE WILT WETEN OVER BOMEN

Inleiding Doelgroep Relatieschema Opzet van de lescyclus Algemeen doel De doelstellingen...

Opdrachten thema. Veluwe

gedichtjes herfst 2 Egeltje Prikkebol Egeltje, egeltje Prikkebol, Kruip maar in je warme hol. Holletje van gras en mos, Tussen stad en tussen bos.

Zaadbommen maken. dan langzaam water toe. Totdat het mengsel aan elkaar blijft plakken. Maak het niet te nat! Wat heb je nodig voor 10 zaadbommen?

Vind de schat van Het Vinne!

Lespakket Zomerzon. Instructieblad groep 1 & 2. Inhoud pakket - Achtergrondinformatie. Lessuggesties:

Bodem. Bodemleven. Bodemverzorging. Gevorderdencursus dl 1 TT Boxtel Volkstuinvereniging Ceres

verwerking : wat is een bos?

Aardoliealarm in het bos

Natuurpad. Haarlemmermeerse bos

Doos der wijzen: opdracht één

Doepad Watertorenweg

BOOM IN DE ZOMER: de BERK

Transcriptie:

Veldwerk heide 2 de en 3 de graad basisonderwijs Handleiding begeleider

Veldwerk: onderzoek op de heide WAT De heide is een bijzondere levensgemeenschap waar vele - meestal unieke - planten en dieren met elkaar samenleven die je nergens anders tegenkomt. Door de kinderen in de huid van een natuuronderzoeker te laten kruipen, komen ze te weten wat de heide is en wie haar bewoners zijn. OPZET Het veldwerk spitst zich voornamelijk toe op de droge heide. We werken rond 5 thema s n.l.. Wat zien we onder de grond? 2. Wat meten we op de bodem? 3. Welke planten en bomen groeien er op de heide? 4. Welke diertjes leven er op de heide? 5. Welke dierensporen vinden we op de heide? Aan de hand van opdrachtjes en proefjes willen we de kinderen de heide in al haar aspecten laten beleven en ervaren. Verder (onder)zoeken de kinderen veel, vergelijken ze materiaal en metingen met elkaar, waardoor ze proberen zelf hun antwoorden op de vragen te vinden. Daarnaast willen we de kinderen zo zelfstandig mogelijk laten werken. Belangrijk hierbij is dat je als begeleider elke opdracht kort toelicht en de nodige afspraken maakt. Splits de groep in 5 subgroepjes op, waarbij elk groepje met thema aan de slag gaat. Vervolgens laat je elk groepje doorschuiven naar een volgend thema. We hebben opdrachtkaarten gemaakt die inspelen op de verschillende thema s. In principe hoef je geen potlood en papier te gebruiken. We streven er naar om het belevingsaspect de bovenhand te geven. Indien je toch een werkbundel wenst, kan je de opdrachtenkaarten ervoor gebruiken. Het veldwerk onder onze begeleiding duurt 2 uur. We werken met een doorschuifsysteem. De groep verdelen we in 5 subgroepjes, die elk rond thema werken. Na ca 20 minuten krijgen ze een ander thema, zodat elk groepje zeker 3 van de 5 thema s kan verwerken. Nadien volgt er een groepsbespreking en een besluit over wat de heide tot heide maakt. 2

DOELSTELLINGEN De kinderen leren samen te werken met elkaar zo zelfstandig mogelijk te werken op een speelse en belevende manier experimenten uit te voeren MATERIAAL Al het materiaal vind je terug in onze houten koffer, opgeborgen in de loods 327. Het veldwerkboekje voor de groep en de handleiding (met resultaten en besprekingen) voor de begeleider kan je downloaden op onze website. PLAATS Onder begeleiding is de afspraakplaats loods 327, gelegen aan de Spiegelaar. Neem je het veldwerk in eigen handen, dan kan je naar de volgende plaatsen gaan (zie kaart ): droge heide kleine heide, gebied gelegen naast de Spiegelaar grote heide, aangeduid als de heide op de kaart natte heide ( specifiek veenmos, dopheide, zonnedauw, moeraswolfsklauw te vinden) Diels Diep, ven gelegen tussen P3 en K3 achter loods 327 3

Natuuronderzoeker zijn, is goed rondkijken en waarnemen Je staat nu met de groep op de heide. Wat is de eerste indruk over wat de heide is? Als inleiding kan je de volgende vragen stellen: Wat zie je? Wat valt je op? Welke geluiden hoor je? Kan je 3 waarnemingen aan elkaar vertellen? De onderzoeken (in groepjes) De ingevulde gegevens geven je een beeld van wat de mogelijke resultaten en belevingen kunnen zijn. Houd er echter rekening mee dat de resultaten van groepje tot groepje verschillend kunnen zijn. Alles hangt ook af van welke heidegebieden je onderzoekt. In de infobundel met de algemene achtergrondinfo vind je uitleg terug over de ontstaansgeschiedenis van de heide, alsook nog extra uitleg over de typische heidebewoners. 5

Wat zien we onder de grond? OPDRACHT : WAT ZIEN WE ONDER DE GROND? Elke grond is anders. Ze kan vochtig of droog zijn. Ze kan korrelig zijn. Of uit piepkleine plakkende deeltjes bestaan. Al deze elementen bepalen welke diertjes en planten hier kunnen leven. We nemen een grondstaal met de grondboor. Zo kunnen we zien hoe de grond tot een meter diep eruit ziet. Wat doen we? We boren op de heide EN in het bos een gat van ongeveer meter in de grond. We vergelijken deze grondstalen met elkaar. Welke verschillen zien we? Wat heb je nodig? grondboor 2 goten (half open grijze buizen) 2 bordjes schopje lintmeter eventueel een flesje water Hoe doe je het?. Zoek een plekje midden op de heide. 2. Neem de bovenste laag (met een schopje), de strooisellaag, weg zodat de aarde vrij komt. Leg deze laag op het bordje. 3. Neem de grondboor en boor in de grond: de boor vult zich met grondstukjes of grondstaaltjes. Leg al deze grondstukjes opeenvolgend in de goot neer. Boor totdat één goot gevuld is. Je hoeft de grondstukjes niet aan te drukken met je handen. 4. Zoek dan een plekje midden in het (gemengd) bosje naast de heide. 5. Volg opnieuw de stappen van 2 tot 3. 6. Leg de 2 goten naast elkaar en vergelijk ze met elkaar. Dit doe je door volgende vragen op te lossen. 6

Vragen?. Vergelijk de GRONDSTAAL HEIDE met de GRONDSTAAL BOS. Lijken de grondstalen op elkaar of zijn ze verschillend? Wat zie je? 2. Bekijk de eerste laag van heide en bos. Dit noemen we de STROOISELLAAG. Deze laag ligt op de bordjes. Wrijf deze laag door je vingers. Welke stukjes zie je in de strooisellaag van de heide? En in de strooisellaag van het bos? 3. De laag onder de strooisellaag is de HUMUSLAAG. Deze laag ligt als eerste grondstukje in de goot. Wrijf deze laag door je vingers. Wat zie je? Ruik eens aan de humus. Ken je deze geur? Aan wat doet dit jou denken? Gebruik de lintmeter. Hoe dik is de humuslaag bij de grondstaal heide? En bij de grondstaal bos? 4. Voel aan de eerste laag en de laatste laag van elke grondstaal. Voelt de laag droog, vochtig of nat aan? 5. Neem van de grondstaal een hoopje aarde dat het diepst in de grond zit. Gebruik de tabel grondonderzoek. Welke SOORT GROND is dit? Tip voor de begeleider? Deze opdracht vraagt wat meer tijd dan de andere opdrachten. Ondersteun dit groepje goed. In de achtergrondinfo bodem en grondstaal vind je meer uitleg over het gebruik van de grondboor. 7

Uitleg? Afgebroken takken, bladeren, dennenappels, naalden, dode dieren, enz komen op de bodem terecht. Dit noemen we de STROOISELLAAG. De HUMUSLAAG is de laag van de vergane plantenresten. Bacteriën, schimmels, allerlei beestjes (o.a. wormen) en minuscule organismen die je met het blote oog niet kan zien, breken de dode planten- en dierenresten in de strooisellaag tot hele kleine deeltjes af. Er ontstaat een donkere, aardachtige stof. Dit is HUMUS. Humus ruikt wat naar potaarde of compost. Een humuslaag is belangrijk voor de groei van planten: Ze houdt de voedingsstoffen beter vast, zodat ze met het regenwater niet direct wegspoelen. Ze kan water opslaan, zodat de grond in droge tijden niet meteen uitdroogt. Ze kan geleidelijk aan water laten doorsijpelen naar de dieperliggende lagen in de bodem. Hoe dikker de humuslaag, hoe liever de planten dit hebben. Er zullen ook meer verschillende soorten planten groeien. 8

Oplossingen? heide (gemengd) bos Vergelijk de grondstaal heide met de grondstaal bos. geen of dunne strooisellaag dikke strooisellaag verschillende kleuren: van donkerbruin grijswit roest tot geelachtig (donker)bruin met een spatje roestbruin grondlaag = geelachtig Voel aan de eerste laag en de laatste laag van elke grondstaal. Laag = strooisellaag = bovenste laag Wrijf deze door je handen. Welke stukjes zie je? vochtig onbedekt zand, mossen, grassen, vochtig dennennaalden, bladeren, twijgjes, takjes, schors, mossen, eikels, Laag 2 = humuslaag = de laag onder de strooisellaag vochtig tot droog vochtig Wrijf deze door je handen. Wat zie je? Ruik eens aan de humus. Ken je deze geur? Aan wat doet dit jou denken? kleinere stukjes heel kleine stukjes blaadjes, ruikt naar potgrond Hoe dik is de humuslaag? 4 cm dik 0 cm dik Laag 3 = grondlaag = de laag op ca m. diep droog droog Welke soort grond is dit? zand zand 9

Wat meten we op de bodem? OPDRACHT 2: HOE WARM IS HET OP DE HEIDE EN IN HET BOS? De bodem ondergaat alles: licht, koude, warmte, droogte, water en wind. De natuurelementen bepalen wat hier kan groeien en welke dieren hier kunnen leven. Wat doen we? We meten de bodemtemperatuur op de heide en in het bos. Dit doen we zowel in de schaduw als in de zon. Wat heb je nodig? de thermometer Hoe doe je het?. Neem de thermometer. Ga naar het midden van de heide. Leg de thermometer op een open zonnige plek. Na 2 minuten lees je de temperatuur af. 2. Leg de thermometer nu in een schaduwplek. Na 2 minuten lees je de temperatuur af. 3. Ga naar het midden van het bos. Leg de thermometer op een zonnige plek (waar de zon door het bladerkruin piept). Na 2 minuten lees je de temperatuur af. 4. Leg de thermometer nu in een schaduwplek. Na 2 minuten lees je de temperatuur af. Vragen en oplossingen?. Op welke plek, die je gemeten hebt, is het warmst? Op de heide, in de zon. 2. Hoe komt dit denk je? Er zijn geen bomen die de zon tegenhouden; de zon kan zo rechtstreeks met haar stralen de grond opwarmen. Bomen zijn als parasols: ze houden warmte tegen. 0

Resultaten metingen? Dit hebben we gemeten op een mooie lentedag begin april: heide bos Op de heide is de bodemtemperatuur in de zon 2 C in de schaduw 3 C In het bos is de bodemtemperatuur in de zon 8 C in de schaduw 2 C OPDRACHT 3: HOE STERK WAAIT DE WIND OP DE HEIDE EN IN HET BOS? De bodem ondergaat alles: licht, koude, warmte, droogte, water en wind. De natuurelementen bepalen wat hier kan groeien en welke dieren hier kunnen leven. Wat doen we? We meten de windsnelheid. Wat heb je nodig? de windsnelheidsmeter Hoe doe je het?. Neem de windsnelheidsmeter. Ga naar het midden van de heide. 2. Hou de meter,5 meter boven de grond. 3. Meet gedurende minuut. Lees de maximum uitwijking af. 4. Ga naar het midden van het bos en meet opnieuw.

Vragen en oplossingen?. Op welke plek, die je gemeten hebt, heb je de minste wind? In het bos. 2. Hoe komt dit denk je? Bomen zijn als windschermen: met hun hoge kruinen en hun gebladerte vangen ze wind op en houden ze wind tegen. Resultaten metingen? Dit hebben we gemeten op een mooie lentedag begin april: heide bos Op de heide is de windsnelheid,2 m/s In het bos is de windsnelheid 0 m/s OPDRACHT 4: EEN PROEFJE MET WATER, ZAND EN KLEI De bodem vangt alles op: licht, koude, warmte, droogte, water en wind. Deze natuurelementen bepalen wat hier kan groeien en welke dieren hier kunnen leven. Maar ook het soort grond speelt een grote rol. Bestaat het uit keitjes.? Of is het zand of klei? Kan het water vasthouden of niet? Droogt de grond snel uit of niet? Wat doen we? We doen een proefje. We onderzoeken in welke soort grond, zand en klei, water het snelst doorsijpelt. Wat heb je nodig? een hoopje (geel) zand een stukje klei 2 flesjes water (met evenveel water) 2

Hoe doe je het?. Je hebt 2 helpende handen nodig. 2. In hand leg je een hoopje zand met een kuiltje erin. 3. In de andere hand leg je een stuk klei waar je een kuiltje in hebt geduwd. 4. Je neemt de 2 flesjes water. Iemand zegt start. Tegelijkertijd giet je het water rustig in beide kuiltjes. Tip voor de begeleider? Breng 2 flesje water mee ofwel grote fles met 2 bekertjes. Het is belangrijk dat je vertrekt van een gelijke hoeveelheid water. Vragen en oplossingen?. In welk kuiltje sijpelt het water het snelst door de vingers? In het zandhoopje sijpelt het water het snelst door de vingers. 2. Hoe komt dit denk je? Klei bestaat uit heel kleine plakkende deeltjes, die je dicht op elkaar kan duwen. Hierdoor kan er geen water door lopen. Zandkorrels hangen los bijeen; er zijn nog vele gaatjes waartussen het water kan sijpelen. Doordenkertje? Deze vraag kan je extra stellen in de gezamenlijk groep. Belangrijk is wel dat de groep alle opdrachten rond de bodem gedaan hebben.. Waar gaan de meest verschillende soorten plantjes groeien? Op de heide of in het bos? Op een zandbodem of op een kleibodem? In het bos: bomen houden de zon en de wind tegen, hierdoor zal het vochtiger zijn waar planten van houden. er is een dikkere humuslaag; humus betekent voedsel; hoe meer voedsel, hoe meer (verschillende soorten) plantjes er kunnen groeien Op een kleibodem: deze bodem houdt het water vast, wat de planten nodig hebben om te leven. 3

Welke planten en bomen groeien er op de heide? OPDRACHT 5: WELKE PLANTEN GROEIEN OP DE HEIDE? De heide is een speciale plaats. In de zomer kan het er erg warm zijn en in de winter extreem koud. De planten op de heide hebben zich hieraan aangepast. Wat doen we? We zoeken naar de planten die op de heide groeien. Wat heb je nodig? aanstiplijst planten op de droge heide of planten op de natte heide zoekkaartjes planten droge heide of natte heide Hoe doe je het?. Sta je op de natte of droge heide? Als je op de droge heide staat, neem je de zoekkaartjes droge heide. Als je op de natte heide staat, neem je de zoekkaartjes natte heide. 2. Kijk nu goed naar de heideplanten. Is het een mos of een gras of een struikje? Welke bloemkleur hebben ze? Welke vorm heeft het blad? 3. Zoek ze tussen de zoekkaartjes. 4. Los de opdrachtjes (zie achterkant zoekkaartje) op bij elk gevonden plant. 5. Elke plant die je hebt gevonden, duid je aan op de aanstiplijst heideplanten. Vragen en oplossingen?. Zoek nu deze plant: de struikheide. Hoe is deze plant gebouwd? Hoe beschermt ze zich tegen de droogte? Tip: Kijk naar de blaadjes. Voel aan de blaadjes en de takjes. Struikheide is een droogteplant taai en dor hele kleine leerachtige schubvormige blaadjes Deze tactieken gebruikt de plant om ervoor te zorgen dat ze zo weinig mogelijk vocht verliest. Verliest ze veel vocht, dan droogt ze uit en sterft ze. Wanneer verliest een plant veel vocht? Als het (heel) warm is en als het (heel) koud is. Vrieskou is bijvoorbeeld een heel droge lucht. In samenspel met de wind, droogt alles snel uit. 4

Aanstiplijst planten op de droge heide Welke heideplant heb je gevonden? Duid de plant aan in de tabel. Doe dit met een eikeltje, een steentje, een blaadje of iets anders dat je vindt. droge heide Dit heb ik gezien! droge heide Dit heb ik gezien! struikheide stekelbrem specifiek grote heide pijpenstrootje kruipbrem specifiek grote heide bochtige smele rode heide lucifer buntgras rendiermos schapenzuring bekermos (stekel)varen (kronkel)heidestaartje haarmos 5

Aanstiplijst planten op de natte heide Welke heideplant heb je gevonden? Duid de plant aan in de tabel. Doe dit met een eikeltje, een steentje, een blaadje of iets anders dat je vindt. natte heide Dit heb ik gezien! natte heide Dit heb ik gezien! dopheide veenmos struikheide pijpenstrootje zonnedauw specifiek Diels diep pitrus moeraswolfsklauw specifiek Diels diep en vochtige heide tormentil 6

OPDRACHT 6: WELKE BOMEN GROEIEN OP DE HEIDE? De heide is een speciale plaats. In de zomer kan het er erg warm zijn en in de winter extreem koud. Bomen kunnen niet goed tegen droogte. Slechts enkele bomen kunnen op de heide groeien. Wat doen we? We zoeken naar 3 typische bomen die op de heide groeien. Wat heb je nodig? zoekkaart bomen Hoe doe je het?. Kijk rond en zoek 3 verschillende bomen. 2. Kijk naar het blad, de schors en de vrucht van elke boom. 3. Met de zoekkaart zoek je de naam van elke boom op. Vragen en oplossingen?. Wat zijn de namen van de 3 gevonden bomen? 2. Welke boom overheerst? grove den Een typisch kenmerk van deze den zijn de 2 verschillende schorskleuren: bovenaan roodbruin, onderaan (donker)bruin. Dit zijn de verschillende bomen die je op de heide kan tegenkomen. grove den zeeden berk jeneverbes eik Uitleg? Grove den kan goed tegen droogte en groeit gemakkelijk op drogere armere gronden. Deze den werd massaal aangeplant in de 9 de eeuw. In deze tijd was er veel steenkoolontginning en zo ontstonden de mijnen. Er kwam veel vraag naar mijnhout. Grove den bleek voor deze functie heel geschikt. Met de stammen werden de wanden van de mijngangen gestut: het hout kraakt lang voordat het begeeft (kraakhout genoemd). Zo wisten mijnwerkers tijdig dat ze de mijngang moesten verlaten 7

EXTRA OPDRACHT: MAAK EEN SCHORSAFDRUK VAN 3 BOMEN DIE OP DE HEIDE LEVEN. Elke boom heeft zijn eigen unieke schors Sommige bomen hebben een ruwe schors. Andere bomen hebben een gladde schors. De éne boom heeft diepe groeven in zijn schors. De andere boom heeft knoesten op zijn schors. Wat doen we? We zoeken naar 3 bomen die op de heide groeien. We maken een schorsafdruk van deze 3 bomen. Wat heb je nodig? oliekrijtjes papier zoekkaart bomen Hoe doe je het?. Kijk rond en zoek 3 verschillende bomen. 2. Zoek de naam van elke boom op. 3. Neem papier en leg het op de schors. 4. Wrijf met een oliekrijtje op het papier. Je krijgt een afdruk van de schors. Tip voor de begeleider? Voorzie papier. Onderstaand schema kan je bijvoorbeeld extra afdrukken. 8

De naam van boom.. Dit is de schorsafdruk. De naam van boom 2 is.. Dit is de schorsafdruk. De naam van boom 3 is.. Dit is de schorsafdruk. 9

Welke diertjes leven op de heide? OPDRACHT 7: WELKE DIERTJES LEVEN OP DE HEIDE? Vermits de heide uit verschillende speciale planten bestaat, zullen hier ook veel specifieke diertjes leven. Eigenlijk is de heide onze jungle, waarin zandbijtjes, mierenleeuwen, spinnendoders, tijgerspinnen, zandloopkevers en heidehaantjes zich volledig thuis voelen. Wat doen we? We zoeken diertjes onder dood hout en brengen deze op naam. We schudden aan de struiken en kijken welke diertje hier leven. We speuren op de open zanderige bodem naar de diertjes. Wat heb je nodig? schopje loepenpotjes wit doek zoekkaarten minidiertjes Hoe doe je het?. Zoek DOOD HOUT (b.v. een dode stronk, een omgevallen boomstam). Kijk welke diertjes hier in of onder leven. Met de zoekkaart minidiertjes kan je de diertjes een naam geven. Heb je dood hout omgedraaid, leg ze zeker terug zoals in het begin. De diertjes kunnen terug in hun huisje. 2. Houd een laken ONDER DE STRUIIKEN en/of ONDER JONGE BOMEN. Schud aan de takken. Welke diertjes heb je ze gevonden? Ken je ze ook? 3. Speur op de BLOTE ZANDERIGE BODEM. Hier leven speciale (typische) diertjes. Vind je ze? Ken je ze ook? Laat na elk onderzoek de diertjes vrij op de plaats waar je ze gevonden hebt! Vragen?. Welke diertjes kom je het meest tegen? 2. Welke insecten heb je gevonden? 3. Hoeveel verschillende soorten spinnen heb je gevonden? 20

Oplossingen? Onder dood hout vind je deze diertjes. pissebedden oorworm miljoenpoot duizendpoot salamander In de struiken / in de jonge bomen vind je deze diertjes. lieveheersbeestje verschillende rupsen verschillende kevers: snuitkever, bladhaantje verschillende spinnen: kruisspin, hangmatspin, hooiwagens Op het blote zand vind je deze diertjes. loopkevers springspinnen en zebraspinnen mestkever zandbijtjes sluipwespen rode bosmier 2

Welke dierensporen vinden we op de heide? OPDRACHT 8: WELKE DIERENSPOREN VINDEN WE OP DE HEIDE? Vele grotere dieren zoals zoogdieren en vogels zijn niet onmiddellijk zichtbaar voor ons, maar toch laten ze hun sporen achter. Zo verbergt de heide enkele typische bewoners. Wat zijn dierensporen? Leg aan elkaar uit. Welke dierensporen heb je ooit al gevonden? Vertel! Wat doen we? We speuren rond en zoeken naar dierensporen en brengen ze op naam. Wat heb je nodig? bordjes eventueel markeringsvlaggetjes zoekkaarten dierensporen Hoe doe je het?. Zoek op de heide naar zoveel mogelijk verschillende dierensporen. Hou je ogen en oren goed open. Dierensporen kunnen groot en klein zijn. Vergeet niet op de heideplantjes te kijken. 2. Zoek met behulp van de zoekkaart welk spoor je hebt gevonden. 22

EXTRA OPDRACHT: TEKEN ENKELE GEVONDEN DIERENSPOREN Wat doen we? We speuren naar enkele dierensporen en tekenen deze dierensporen. Wat heb je nodig? potlood en papier zoekkaart dierensporen Tip voor de begeleider? Voorzie potlood en papier. Onderstaand schema kan je bijvoorbeeld extra afdrukken. Teken en beschrijf je dierensporen. Van welk dier is dit spoor? 23

Materiaallijst heidekoffer ARTIKEL AANTAL PRIJS/STUK IN Algemeen veldonderzoek heide handleiding begeleider 2 de en 3 de graad BO 5,00 opdrachtkaarten veldonderzoek heide 2de en 3de graad BO 5,00 biotoopstudie heide veldwerkboekje ste en 2 de graad SO 5,00 biotoopstudie heide handleiding begeleider ste en 2de graad SO 5,00 bundel achtergrondinfo heide + tekening potstal 0,00 schrijfplanken potloden 5 5 2,50 0,50 Bodem en grondstaal: wat zien we onder de grond? achtergrondinfo bodem en grondstaal 5,00 grondboor met 6,00 dakgoten (half open PVC-buizen 2 4,00 bordjes 2,50 schopje 5,00 lintmeter 0,00 tabel grondonderzoek 2,00 Bodem en metingen: wat meten we op de bodem? achtergrondinfo bodem en metingen 5,00 thermometer klein thermometer groot 6,50 3 bodemvochtigheidsmeter met 8,00 priem (= grote nagel),50 hamer 3,00 ring in bruine kunstof met,00 flesje water (best zelf mee te brengen) windsnelheidsmeter met opbergtasje 50,00 klompje klei met,00 flesje water (best zelf mee te brengen) Bij beschadiging en /of verlies van materiaal uit de nachtkoffer zullen we bovenstaande prijzen aanrekenen. 24

Typische begroeiing op de droge (natte) heide: welke planten en bomen groeien er op de heide? afbakeningslint of afbakeningstouw met 4,00 afbakeningsschijven 8,00 zoekkaart loof- en naaldbomen & struiken (boshuis Ravels) bomen (agentschap natuur en bos) bomen (de Hoge Rielen) 2 grassen, varens en mossen bos- en heideplanten plantenkaartjes o planten droge heide o planten natte heide oliekrijtjes in loepenpotje Bodemdieren en insectenleven op de heide: welke diertjes leven op de heide? vouwmeter 3,00 schopje 5,00 bordje,50 loepenpotje 5 5,00 wit doek (nylon) 5,00 insectennet 4,00 zoekkaart minidiertjes 3 muggen, vliegen, bijen en wespen libellen vlinders rupsen bundel bodem- en kriebeldiertjes 7,5 tabel eetgewoonten van dieren op de heide,00 veldgids insecten 6,50 Dierensporen : welke dierensporen vinden we op de heide? bordje,50 markeringsvlaggetje 4 4,00 zoekkaart dierensporen loopsporen vraatsporen 25