Tentamen Warmte-overdracht



Vergelijkbare documenten
Tentamen Warmte-overdracht

Tentamen Warmte-overdracht

Tentamen Warmte-overdracht

Tentamen Warmte-overdracht

Tentamen Warmte-overdracht

Tentamen Warmte-overdracht

Tentamen Warmte-overdracht

schematische doorsnede van de wand van een oven Filmlaagjes zijn dunne (laminaire) laagjes lucht voor, direct tegen de wand

Verzameling oud-examenvragen

3. Beschouw een zeer goede thermische geleider ( k ) in de vorm van een cilinder met lengte L en straal a

Thermodynamica. Daniël Slenders Faculteit Ingenieurswetenschappen Katholieke Universiteit Leuven

Tentamen x 3

oefenopgaven wb oktober 2003

radiatoren CONCEPTFICHE 2: Convectoren en Conceptfiche Convectoren en radiatoren

Tentamen Stromingsleer en Warmteoverdracht (SWO) april 2009,

10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte.

Convectiecoëfficiënten en ladingsverliezen bij éénfasige

Voorbeeld EXAMEN Thermodynamica OPEP Niveau 4. Vraag 1: Van een ideaal gas is gegeven dat de dichtheid bij 0 C en 1 bara, 1,5 kg/m 3 bedraagt.

Of het nu gaat om elektrische stroom, een waterstroom of een warmtestroom: in het algemeen heb je om stroom te krijgen een drijvende kracht nodig.

(Auteursrecht EUROSENSE, 2016)

Menu. Inleiding Algemene informatie Toepassingen Berekening van warmteoverdracht. 360º aanzicht platenwarmtewisselaar

Eindexamen havo natuurkunde pilot II

In dit document leggen we uit hoe isolatie werkt en hoe INSUL8eco werkt in uw gebouw.

Samenvatting Natuurkunde hoofdstuk 4

Fysica. Een voorwerp wordt op de hoofdas van een dunne bolle lens geplaatst op 30 cm van de lens. De brandpuntsafstand f van de lens is 10 cm.

Vraag (1a): Bepaal de resulterende kracht van de hydrostatische drukken op de rechthoekige plaat AB (grootte, richting, zin en aangrijpingspunt).

Test-examen Warmte-overdracht (16 mei 2014)

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 4

Warmtetransport & thermische isolatie

Tijdsduur 100 minuten. Deze toets bestaat uit 4 opgaven (55 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT WERKTUIGBOUWKUNDE DIVISIE COMPUTATIONAL AND EXPERIMENTAL MECHANICS

innovation in insulation

Tijdsduur 100 minuten. Deze toets bestaat uit 4 opgaven (54 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1985 MAVO-C NATUURKUNDE. Donderdag 13 juni, uur. MAVO-C Il

Opgave 1 Afdaling. Opgave 2 Fietser

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Vrijdag 27 mei totale examentijd 3 uur

-- zie vervolg volgende pagina --

4 Is dit dakdeel een dakraam, lichtstraat, groendak, schoorsteen, ventilatie, dakrand of volledig bedekt met zonnepanelen, groendak, kiezels of water?

De verliezen van /in het systeem zijn ook het gevolg van energietransformaties!

Week 5 Convectie nader bekeken

J De centrale draait (met de gegevens) gedurende één jaar. Het gemiddelde vermogen van de centrale kan dan berekend worden:

tentamen stromingsleer (wb1225), Faculteit 3mE, TU Delft, 28 juni 2011, u

Naam:... Studentnr:...

THERMODYNAMICA 2 (WB1224)

Binnenplaat staal 0,50 mm

Nacht 16, 24 of 29 februari. Was u thuis of op vakantie? Hoe stond de thermostaat ingesteld?

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2014 theorietoets deel 1

rapport nr. H.0906.S.633. EMCP

KICKSPACE 500 DUO GECOMBINEERDE CONVECTOR VOOR WARM WATER C-V MET ELEKTRISCHE VENTILATOR

o

kringloop TS diagram berekeningen. omgevingsdruk / aanzuigdruk na compressor na de verbrandingskamers na de turbine berekend:

jaar: 1989 nummer: 10

GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMING VOOR UTILITEIT EN INDUSTRIE

BELBLOCK betonmetselstenen & thermische isolatie samen wordt het goed

Bruto momenteel koelvermogen van een gekoelde ruimte

jaar: 1989 nummer: 25

Verwarming en koeling met warmtepomp d.m.v. vloerverwarming / koeling. Werking van de warmtepomp

a) Benoem de verschillende weefsels van een loofboom die je tegenkomt als je de stam horizontaal doorzaagt. Geef tevens de functie van elk weefsel.

2. Welke leidingen en accessoires moet je thermisch isoleren?

Rapport : Dimensioneren van zonneboilers door simulatie praktische richtlijnen

Nieuwe vacuümtube met drie elementen

TENTAMEN THERMODYNAMICA 1 Wb april :00-12:00

DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS.

NAVW Naverwarmers. NAVW ø 125 mm

Eindexamen natuurkunde 1 vwo 2001-I

THERMODYNAMICA 2 (WB1224)

Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 11 Stoffen en materialen ( ) Pagina 1 van 6

De ecologische keuze van bouwmaterialen. Basisprincipes

Woensdag 30 augustus, uur

TENTAMEN NATUURKUNDE

PT-1 tentamen, , 9:00-12:00. Cursus: 4051PRTE1Y Procestechnologie 1 Docenten: F. Kapteijn & V. van Steijn

T info@hetzonnecollectief.nl

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT WERKTUIGBOUWKUNDE DIVISIE COMPUTATIONAL AND EXPERIMENTAL MECHANICS

LEO AGRO. Luchtverwarmers voor agrarische en specifieke gebouwen.

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2017 TOETS APRIL :00 12:45 uur

ROESTVRIJSTALEN HR- KETEL MET GROTE WATERINHOUD

Warmtepompboiler AX7.1B

Ouderwetse convectorbak verbeteren

TENTAMEN NATUURKUNDE

THERMODYNAMICA 2 (WB1224)

Het perfecte klimaat. NBD / Edgar Hoogakker /

Warmte. Hoofdstuk 2. Vaak zetten we Chemische energie om in Warmte

Klimaatbeheersing (1)

Vrijdag 8 juni, uur

SCHIPHOL HOTEL BADHOEVEDORP

Indien er bij 2 objecten sprake is van een temperatuurverschil, is er sprake van warmteoverdracht.

TENTAMEN THERMODYNAMICA 1 Wb juni :00-12:00

MODULEHANDLEIDING. van de module. Procestechnologie 3 (PROC III)

Woensdag 30 augustus, uur

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2016 theorietoets deel 1

[HANDLEIDING CAT S60]

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2000-II

Havo 5 oefen et

Woensdag 21 mei, uur

Pag. 23, kolom 2: Correctiefactor α (correctiefactor voor inwendige convectie en/of uitvoeringsinvloeden) laten vervallen. Formule 3 wordt hierdoor:

NIVEAU 5. STOOMTECHNIEK EPT: Proefexamen

Bereken de benodigde capaciteit, het vermogen van een radiator

Opstel Nederlands Warmte

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR UNIFORM HEREXAMEN HAVO 2015

Rapport Prestatie Gevellamel versus Luchtgordijn

Transcriptie:

Tentamen Warmte-overdracht vakcode: 4B680 datum: 7 april 2014 tijd: 9.00-12.00 uur LET OP Er zijn in totaal 4 opgaven waarvan de eerste opgave bestaat uit losse vragen. Alle opgaven tellen even zwaar mee. Ieder onderdeel wordt (indien nodig en mogelijk) afgesloten met richtwaarden voor de uitkomsten. Gebruik deze waarden als U een onderdeel niet weet of als U onrealistische uitkomsten krijgt. Succes.

Opgave 1 (alle deelvragen zijn onafhankelijk van elkaar te maken) a) Een dikke glasplaat, initieel op een temperatuur van 700 K, wordt afgekoeld door er een koelere luchtstroom over heen te leiden met een warmteoverdrachtscoëfficiënt van 150 W/m 2.K. Om scheurvorming in het glas te voorkomen mag de temperatuurgradiënt in het glas niet groter zijn dan 15 K/mm. De warmtegeleidingscoëfficiënt van het glas is 1,35 W/m.K. De glasplaat verliest warmte aan de omgeving door zowel convectie naar de koelere luchtstroom als door straling naar de omgeving. Voor de stralingsberekening naar de omgeving mag de plaat als zwart worden beschouwd en de temperatuur van de surroundings gelijk aan 300 K. Verondersteld wordt dat warmteoverdracht in de glasplaat alleen plaats vindt via geleiding. Bereken de laagst mogelijke temperatuur van de koelere luchtstroom die aan het begin van het afkoelproces, dus als de glasplaat nog op zijn initiële temperatuur is, over de glasplaat kan worden geleid en nog net is toegestaan zonder dat er scheurvorming optreedt. b) In een metalen buis wordt water met een massastroom van 250 kg/h opgewarmd van 10 0 C naar 40 0 C. Dit wordt gedaan door de wandtemperatuur op een constante temperatuur te houden van 75 0 C. Het warmtewisselend oppervlak van wand naar vloeistof is gelijk aan 0,5 m 2. Bereken de benodigde gemiddelde warmteoverdrachtscoëfficiënt. c) Een shell-en-tube warmtewisselaar, 2 shell- en 4 tube-passes, wordt gebruikt om een hoge-druk waterstroom van 10 000 kg/h op te warmen van 35 0 C naar 120 0 C met een andere hoge-druk waterstroom van 5 000 kg/h en een inlaattemperatuur van 300 0 C. Bepaal het vereiste warmtewisselend oppervlak indien de totale warmteoverdrachtscoëfficiënt U gelijk is aan 1500 W/m 2.K.

Opgave 2 (indien a) goed wordt beantwoord zijn de deelvragen b) en c) onafhankelijk van elkaar te maken) Water stroomt door een stalen pijp (k = 50 W/m.K) met een buitendiameter van 104 mm en een wanddikte van 2 mm. In onderstaande deelvragen wordt de watertemperatuur constant verondersteld en is 40 0 C en de luchttemperatuur buiten de pijp is 15 0 C. De warmteoverdrachtscoëfficiënt aan de waterkant is 30 000 W/m 2.K en aan de luchtkant 20 W/m 2.K. a) Bereken het warmteverlies per meter lengte van de pijp. (richtwaarde: q = 160 W/m) We gaan nu 2 situaties bekijken. In situatie 1 gaan we de warmteoverdracht verkleinen door het toepassen van isolatie en in situatie 2 gaan we de warmteoverdracht vergroten door het toepassen van vinnen. b) Indien we de warmteafgifte willen reduceren met een factor 5 door het toepassen van isolatiemateriaal met een warmtegeleidingscoëfficiënt van 0,05 W/m.K, hoe dik moet dan de isolatielaag zijn. Schrijf eerst de beschrijvende vergelijking hiervoor op en verwaarloos de weerstanden die er niet toe doen. c) In tegenstelling tot onderdeel b) gaan we nu de warmteafgifte vergroten door het toepassen van radiale vinnen met een rechthoekige doorsnede (annular fins of rectangular profile, fig. 3.21b (fig 3.20b in voorgaande versie). Veronderstel dat door het toepassen van de vinnen het contactoppervlak met de stroming met een factor 5 wordt vergroot, dat 25% van het buitenoppervlak van de pijp is bedekt met vinnen, en dat de warmteoverdrachtscoëfficiënt naar de lucht niet verandert door het toepassen van de vinnen (20 W/m 2.K). Hoe groot moet dan de vinefficiëntie f zijn om de warmteafgifte per meter lengte van de pijp met een factor 2 te vergroten?

Opgave 3 (alle deelvragen zijn onafhankelijk van elkaar te maken) Op een printplaat zijn 4 identieke elektrische componenten op één lijn gemonteerd. Ieder component heeft een afmeting van 5 mm bij 20 mm (zie figuur) en produceert 240 mw (milliwatt) aan warmte. De componenten worden gekoeld door er lucht van 20 o C met een snelheid van 10 m/s over heen te laten stromen. Neem aan dat de elektrische componenten perfect op elkaar aansluiten en dat de warmtestroomdichtheid naar de lucht constant is. De onderkant van de printplaat is perfect geïsoleerd en straling mag verwaarloosd worden. In de berekeningen kunnen voor lucht de volgende stofeigenschappen worden gebruikt: ρ=1,177 kg/m 3 ; c p = 1005,7 J/(kg K); ν = 15,68 10-6 m 2 /s; k = 0,02624 W/(m K); α = 0,22160 10-4 m 2 /s; Pr = 0,708; β = 0,00333 K -1 a) Wat is de lokale warmteoverdrachtscoëfficiënt h x aan het einde van de vierde component (x = 20mm)? (richtwaarde h (x=20mm) =70 W/(m 2 K) ) b) Wat is de maximale oppervlaktetemperatuur die optreedt? Op een bepaald moment gaat de ventilator kapot, waardoor de gedwongen luchtstroming uitvalt. Ga er nu vanuit dat het probleem beschreven kan worden met een waarde voor de gemiddelde warmteoverdrachtscoëfficiënt. c) Wat is dan de gemiddelde oppervlaktetemperatuur van de componenten? Volgens de fabrikant mogen de componenten niet warmer worden dan 80 o C omdat dan de soldeerverbindingen niet meer betrouwbaar zijn. Het blijkt dat deze temperatuur overschreden wordt doordat de ventilator uitgevallen is. Het totale vermogen van het systeem wordt door een ingebouwd veiligheidssysteem verlaagd zodat de grens van 80 o C niet overschreden wordt. d) Wat is het maximale vermogen dat één component mag produceren zodat de oppervlaktetemperatuur van T=80 o C niet overschreden wordt?

Opgave 4 Een oven waarvan de boven- en onderkant elektrisch kunnen worden verwarmd, wordt gebruikt voor een warmtebehandeling van een dunne metalen plaat met aan weerszijden een coating. De plaat is precies in het midden gepositioneerd, zie onderstaande figuur. De verwarmingsplaten (aangegeven met heater in de figuur onderaan) en de te behandelen plaat zijn 2m x 2m en de afstand tussen de verwarmingsplaten is 1m. De verwarmingsplaten zijn goed geisoleerd naar de omgeving en hebben een emissiviteit van 0,9. De te behandelen plaat en de zijwanden van de oven hebben respectievelijk een emissiviteit van 0,6 en 0,3. a) Teken het thermische netwerk voor dit systeem met daarin alleen die weerstanden aangegeven die van belang zijn. Gebruik A 1 voor de verwarmingsplaten, A 2 voor de zijwanden en A 3 voor de middenplaat. b) Bereken de van belang zijnde weerstanden. c) De zijwanden zijn op een temperatuur van 400 K en de verwarmingsplaten worden op een temperatuur van 800 K gebracht. Hoeveel vermogen moet er aan iedere verwarmingsplaat worden toegevoerd om deze op die constante temperatuur van 800 K te houden? (richtwaarde: q heater = 20 kw) d) Bereken de temperatuur van oppervlak A 3 in het midden van de oven. (richtwaarde: T = 700 K) A 2 A 1 A 3