Hartfalen bij de geriatrische patiënt: waar huisarts en cardioloog elkaar (zouden moeten) vinden. Marc Goethals OLV Aalst Grimbergen 14 november 2015



Vergelijkbare documenten
STAPPENPLAN ACUUT HARTFALEN

Hartfalen voor de huisarts. Dr Katrien Gijsbers Cardioloog-intensivist

chronisch hartfalen Johan Van Cleemput, MD, PhD cardiologie UZL

Cardiale medicatie. Dr Selleslagh Nov 2014 INFORMATIE VOOR PROFESSIONELEN. DEHARTKLINIEK preventie diagnose & persoonlijke opvolging

Hartfalen. Workshop Inwooncursus Domus Medica. Els Huyghe Verpleegkundig Specialist Hartfalen

Connect Hartfalen Protocol 2: Diagnostiek en medicamenteuze behandeling in 1 e en 2 e lijn

Medische therapie hartfalen m must-knows & novelties

Hartfalensymposium

De oudere patiënt met comorbiditeit

Hartfalen: kunnen we het beter doen?

Hartfalen. in een notendop. Dr. Riet Dierckx 22/05/2018

Instellen van hartfalenmedicatie op het verpleegkundig poliklinisch spreekuur

Samenvattingskaart chronisch hartfalen Huisarts en praktijkondersteuner

RTA Hartfalen Chronisch hartfalen Regio Bernhoven-Synchroon

Casuistiek Hartfalen en nierfunctiestoornissen

Polyfarmacie in de cardiologie

Zorgzaam Leuven: Zorgpad Hartfalen

Sessie Electrofysiologie

Cardiorenaal syndroom

Optitratie van hartfalenmedicatie

De behandeling van hartfalen bij de oudere patiënt. Loes Klieverik WES

Afgelopen week in de pers

HF & AF: Antistolling

Hartfalen : diagnose en definities

Hartfalen. Duo-avonden Jaco Houtgraaf, cardioloog

SAMENWERKAVOND HARTFALENMEDICATIE

Hartfalen en Nierfunctiestoornissen

Dr. Matthias Dupont Ziekenhuis Oost-Limburg Genk Symposium Belgisch Cardiologische Liga 13/05/2017

Hartfalen bij verpleeghuisbewoners; waar liggen de uitdagingen?

Klinische les Links Hartfalen. IC/CC specialisatie Marco van Meer

Gezamelijke visie voor NW Vlaanderen. Dr lut Depoorter huisarts HABO

4 September 2018 Alexandra Kleberger, MSc. Palliatieve zorg bij Patiënten met Hartfalen

Updates in hartfalen: Epidemiologie en diagnose. Bert Vaes, MD, PhD IRSS UCL ACHG KUL

PILLENCOCKTAILS: HARTVEROVEREND. Aspecten van geneesmiddelen bij atriumfibrilleren

Hartfalen, nieuw leven voor een oude ziekte?

Acute behandeling van atriumfibrilleren en atriumflutter. Ad Oomen Cardioloog Amphia Ziekenhuis

Hartfalen. Lianne van der Leeuw & Joke van Driel

CBO RICHTLIJN. Multidisciplinaire richtlijn Hartfalen Ad Bakx, cardioloog BovenIJ Ziekenhuis Amsterdam SAHO 28 juni 2011

CHECK-HF: Hartfalenbehandeling in Nederland. Dr. G.C.M. Linssen, cardioloog Ziekenhuisgroep Twente (ZGT) Almelo en Hengelo

Medicatie bij Hartfalen Synchroon/Bernhoven

Hartfalen: medicatie in de 1 e lijn en interacties

HARTFALEN casusschetsen

De impact van de telegeneeskunde op de samenwerking tussen huisartsen en cardiologen

Versie juni

Updates in Hartfalen. Dr. Walter Droogne Dr. Gabor Vörös Dr. Miek Smeets Prof. Dr. Bert Vaes

Programma. Atriumfibrilleren (AF) Ketenzorg. Welkom en inleiding NHG standaard AF. Hoofdbehandelaar 1 e en 2 e lijn 2014

Moderne Behandeling van Hartfalen

Chronisch Atriumfibrilleren

HARTFALEN. Workshop HA opleiding VUMC April Judith Tjin-A-Ton Kaderhuisarts hart- en vaatziekten

Boezemfibrilleren in de dagelijkse praktijk. Refik Kaplan Cardioloog SXB

Nationale Hartfalendag 2018

Als het hart faalt. Dr. Sofie Moreels Cardiologie-Intensieve geneeskunde

Diureticagebruik bij Hartfalen

Atriumfibrilleren: Altijd naar de cardioloog?

Medicatie review bij ouderen. Studiedag Geriatrie Dinsdag 30 mei 2017 Apr. Lorenz Van der Linden Ziekenhuisapotheek UZ Leuven

Nederlandse samenvatting

De medicamenteuze behandeling van VKF. Do s & Don ts. Dr. Guy Lenders, MD Cardioloog Interventiecardioloog Afdelingshoofd cathlab AZ Monica

Rol van ST2 in ADHF. CAT 23 februari 2016 AZ Sint-Lucas Gent Marie-Astrid van Dievoet Hendrik De Puydt

Infobrochure. Extramuraal zorgpad hartfalen. Zuid- en Midden-West-Vlaanderen

Casus geriatrie. Symposium klinische farmacie 06 oktober Veerle Grootaert

Concept Zorgprogramma hartfalen zorggroep Synchroon versie 4

Hoe hartfalen te herkennen. Mark Valk, huisarts onderzoeker

Perioperatief beleid. van patiënten behandeld met bloedverdunners

Zorgpad Atriumfibrilleren (AF)

Cardio-oncologie. Hartfalen en chemotherapie. dr. M.L. (Louisa) Antoni aios cardiologie LUMC. Geen disclosures

Klinische farmacie op geriatrie: een getuigenis. Lorenz Van der Linden (UZLeuven) Zaterdag 06 oktober 2012

Behandeling van atrium fibrilleren op de IC. Mirjam Wikkerink, ANIOS IC

Casusbespreking Toedieningstijdstippen. Symposium Klinische Farmacie Leuven Apr. Sofie Desmet 8 oktober 2011

April & September 2016 Alexandra Kleberger, M ANP. Palliatieve zorg omtrent Hartfalen

PIONEER-HF. Impact van resultaten voor hartfalen behandeling. Mireille Emans Cardioloog Ikazia ZH Maatschap Cardiologen Rijnmond-Zuid

Duo avond 20 april Hartfalen van ziekte tot zorg, we hebben elkaar nodig

Hartfalen en cardiomyopathie. POH symposium Ikazia ZH 16 okt 2018 Mireille Emans, cardioloog Kati Messemaker, vios hartfalen

Hartfalenzorg in de regio Alkmaar & Den Helder

DIABETISCHE NEFROPATHIE

Behandeling van hypertensie

infobrochure voor patienten infobrochure voor patienten Succesvol omgaan met Hartfalen

HARTFALEN BEHANDELRICHTLIJNEN

Multidisciplinaire richtlijn. Chronisch hartfalen. Samenvattende adviezen voor diagnostiek, medicamenteuze behandeling en begeleiding

HARTFALEN achtergronden casusschetsen

Leerdoelen. Wees alert op nierproblemen bij probleeminventarisatie medicatie beoordeling. Begeleid beschermende maatregelen.

16/03/2017. Navorming voor HAVAC anno 2017

Transmurale Afspraak Nierfunctiestoornis. 30 september 2010

Hartfalen. Programma UFO 1 november 2012 Tom Schalekamp

artseninformatie Richtlijnen voor beleid van bloedverdunners in een peri-operatieve fase GezondheidsZorg met een Ziel

Nurse Specialist in Hartfalen: What s in a name

# $% &% ' ()))* +, - "./ -.. -, 0 -- % 1.! ', ', +. - % - 2 3, 4 5# 666! " %-

Hartfalen LH Takens, Cardioloog Martini Zh

University of Groningen. BNP and NT-proBNP in heart failure Hogenhuis, Jochem

Dyspnoe. Duo-dagen IJsselland ziekenhuis. Jaco Houtgraaf, Cardioloog. 16 en 17 april 2015

SAMEN STERK VOOR PALLIATIEVE ZORG

Connect Hartfalen Regionale transmurale afspraak Hartfalen Rotterdam-Rijnmond Mireille Emans Cardioloog Ikazia ZH Maatschap Cardiologen Rijnmond-Zuid

Disclosure. Wat steekt u op. Waar denkt u over na. Rode vlaggen en co-morbiditeit bij COPD INLEIDING HET IS ZWARTWIT EN HET LOOPT IN DE WEI

Invasieve diagnostiek bij hartfalen patiënten (casuistiek)

April 2016 Alexandra Kleberger, M ANP. Palliatieve zorg omtrent Hartfalen

Inhoud. Verpleegkunde Cardiologie. Symptomen. Diagnose. Verpleegkunde Cardiologie 1. Indeling New York Heart Association (NYHA)

Multidisciplinaire behandeling van patient met een renaalcelcarcinoom

Allemaal Beestjes. Eline van der Hagen Kcio 15 juni 2017

Transcriptie:

Hartfalen bij de geriatrische patiënt: waar huisarts en cardioloog elkaar (zouden moeten) vinden Marc Goethals OLV Aalst Grimbergen 14 november 2015

BM 05/02/1935 14/8/2015: NYHA 4 met notie van orthopnoe 10/7/2015: stop aldactone huisarts owv hypotensie (?) 07/08/2015: jicht R/ Arcoxia Nooit gehoord van zout en vochtbeperking, drinkt 7-8 glazen water per dag KO: CVD moeilijk te zien, L: crepitaties ½, matig oedeem, Cheyne Stokes AH, BD 100/60

BM 05/02/1935

BM 05/02/1935 Voorgeschiedenis COPD 12/2012: AAA > Stentgraft (UZ) 05/2013: Coronaro (UZ): EF 42%, wandatheromatose 05/15: cardioloog A: HF diagnose/vkf > toevoegen Pradaxa en Aldactone (naast lasix 40 mg), Coversyl, etc 5/15: coronaro (AZ) EF 35%, wandatheromatose 29/6/15: cardioversie (UZ) 4/8/15: consultatie cardio (UZ) ivm visusstoornis (cholesterolembolen?) neemt Zocor en Pradaxa 10/8/15: consultatie cardioloog B: CRT? 12/8/15: consultatie cardioloog C: HF

BM 05/02/1935 14/8/2015: behandeling: Lasix 40 mg 1 x 1/dag Pradaxa 2 x 110 mg/dag Kredex 6,25 mg 2 x 1/dag Coversyl 5 mg 1 x 1/dag Asaflow 80 mg 1 x 1/dag Zocor 20 mg 1 x 1/dag

BM 05/02/1935 Labo 14/8/2015: Hgb 12,4 g%, MCV 85 fl TF saturatie 10% (nl > 20%) egfr 44 ml/min Na 140, K 4,3 PROBNP 21 995 pg/ml HS troponine 31,6 (nl < 14)

BM 05/02/1935 Echocardiogram: LVEF 25% LV dimensie: ED 67 (nl 42-59), ES 57 mm Mitralisinsufficientie graad 2, TI graad 1 Pulmonale hypertensie (?)

BM 05/02/1935 Diagnose? HFrEF: hartfalen (HF) met gereduceerde EF, LBBB Ferriprief, niet anemisch Matige nierinsufficientie Was er iets mis gelopen? Staken spironolactone Behandelen jicht met NSAID

BM 05/02/1935 Beleid: Pradaxa 110 mg 2 x 1/dag Kredex 6,25 mg 2 x 1/dag Zocor 20 mg 1/dag Burinex 1 mg ipv Lasix 40 mg Spironolactone 25 mg per dag Asaflow/Arcoxia STOP! Coversyl 5 mg 1 >> ½

BM 05/02/1935 28/8/2015: NYHA 2, euvolemisch, 88,2 > 82 kg, BD 100/60 EKG: sinus, 82/min, QRS afgenomen tot 120 ms Labo: Hemoconcentratie: Hgb van 12,4 > 14,1 g% egfr: van 44 > 48 ml/min Na 137/K 4,4 PROBNP: 21995 > 4182 Wat met therapie? Verhogen BB: kredex 6,25 van 2 x 1, naar 2 x 1,5

BM 05/02/1935 16/10/2015: NYHA 2, euvolemisch Labo: PROBNP gedaald tot 3025 pg/ml bij egfr 46 ml/min, Na 140, K 4.2 EKG sinusritme 62/min LBBB QRS 132 ms Echo: geen PH, LVEF 35%, niet restrictieve vulling Wat nu?

NSAID and hospital admission of HF (OR) Page J and Henry D Arch Intern Med 2000: 160:777

HF met gedaalde LVEF (HFrEF) Eerst recompenseren : euvolemisch maken met zoutbeperking, vochtbeperking, lisdiuretica/spironolactone (soms combinatiepreparaat aldactazine) Verhouding lisdiuretica/spironolactone hangt af van evolutie nierfunctie/electrolyten Indien voldoende BD meteen LAGE dosis ACEI/ARB opstarten Bij VKF: lanoxine (digoxinemie < 1.0) en antico (of NOAC indien egrf stabiel > 30 ml/min), GEEN BB (of CA antagonisten ) in ACUTE SETTING Wanneer euvolemisch: lage dosis BB: Bisoprolol (2.5 mg) 1 x ½ >> 1 x 10 mg Carvedilol (6.25mg) 2 x 1/2 >> 2 x 25-50 mg Nebivolol (5 mg) 1 x 1/4 >> 1 x 10 mg Selozok (25mg metoprolol succinaat) 1 x 1/2 >> 1 x 200 mg

HF met gedaalde LVEF (HFrEF) Dosis BB om de 2 weken traag optitreren tot Frequentie < 55/min of Bereiken target dosis uit studies (biso 10, carvedilol 50, nebivolol 5-10, metoprolol 200) Indien te lage tensie: Eerder ACEI/ARB (tijdelijk) laten vallen dan BB Nagaan of dosis diuretica niet te hoog is (hypovolemie) Indien hyperkaliemie: Controleren of geen hemolyse is Verhouding lisdiuretica/spironolactone aanpassen Eerder ACEI/ARB laten vallen dan MRA (spironolacton) Evt kayexalaat

HF met gedaalde LVEF (HFrEF) Controle NF en electrolyten (Na, K, CL, totaal CO2), PBO telkens dosis diuretica wordt aangepast of bij intercurrente verstoring vochtbalans (koorts, diarree, jicht, colchicine,..) Naarmate LVEF herstelt vaak noodzaak aanpassen dosis lisdiuretica/spironolactone Spironolactone à la tête du client is meestal essentieel BB worden eens ingesteld en verdragen NOOIT GESTAAKT Ivabradine (Procoralan): indien sinusaal en HR >75/min bij maximaal getolereerde BB, kan risico VKF verhogen

Take home messages Diagnose HF is moeilijk: documenteer dmv PROBNP/steeds met egfr en algemeen labo, NF, Na, K, totaal CO2 Instrueer patiënt dat het dweilen is met de kraan open zonder zout- en vochtbeperking en HERHAAL! Gebruik geen NSAID bij HF/jicht (en in het algemeen) maar colchicine in lage dosis, evt medrol, verlaag diuretica zo nodig of zet ze enkele dagen on hold

Take home messages Spironolactone (of eplerenone, Inspra) is een hoeksteen: Zoek de minimaal effectieve dosis binnen marge van euvolemie, nierfunctie en electrolyten Verloop van nierfunctie en electrolyten onvoorspelbaar: regelmatige controle en zeker bij iedere dosis aanpassing Spironolactone therapie is geen alles of niets behandeling: marges tussen 12,5 mg om de twee dagen en 200 mg per dag Zorg voor betrouwbaar kalium: in het labo of afcentrifugeren Bij hypotensie/hyperkaliemie: verlaag dosis ACEI/ARB

Take home messages BB hebben een veel groter impact op LVEF, prognose en plotse dood risico (-50%) dan ACEI/ARB: Starten/optitreren steeds bij euvolemische patient Zeer geleidelijk dosis verhogen: om de twee weken, evalueer de tolerantie Bij herstel LVEF stijgt de BD en moet de dosis lisdiuretica/spironolactone worden geherevalueerd ONDERBREEK NOOIT BB! Bij symptomatische hypotensie herevalueer dosis lisdiuretica/spironolactone en verlaag zo nodig ACEIARB ACEI/ARB in target dosis niet echt essentieel

MM 01/05/1929 9/7/2015: spoedopname met ischemische rustpijn en niet genezende wonde rechter onderbeen (sinds 21/5/2015) 13/07/2015: PTA rechter A Femoralis superficialis en poplitea Postoperatief toenemend oedeem rechter been 6/8/2015: advies cardio owv oedeem, HF?

MM 01/05/1929 Anamnese: pijn in onderste ledematen, vooral s nachts, geen dyspnoe (!) Klinisch onderzoek: CVD tot de kaakhoek Lever pulsatiel Cor PIP, holosystolisch lekgeruis 3/6 L4 Oedeem OL rechts > links Rechter been warm, linker been koud, vertraagde capillaire vulling, afwezige pulsaties

MM 01/05/1929 Voorgeschiedenis: 2000: pancreas carcinoom R/curatieve Whipple 2004: HF met normale LVEF, hypertensie, voorkamerfibrillatie, paroxismaal > persisterend 2004: pacemaker DDD o.w.v. SSS PTA OL: 2012 (2x), 2013, 2014, 2015,.. 4/2014: hartfalen, opname geriatrie, ascites, TI 4/4, oedeem,.. 2/2015: pacemaker wissel > VVI owv VKF

MM 01/05/1929

MM 01/05/1929 Labo 11/8: Hgb 8,7 g%, MCV 82 fl, egfr 41 ml/m² Na 139, K 4,4 Fe 32, TF saturatie 5,6%, Ferritine 29 PROBNP 4494 pg/ml CA 19,9: 21 (nl < 27)

Wat is uw diagnose? VKF Hartfalen: HF met gedaalde LVEF? HF met normale LVEF? Valvulaire cardiomyopathie? Anemie (ferriprief?) Nierinsufficientie Tricuspiedinsufficientie Ascites (cfr CT abdomen 4/2014) Maligniteit? (cfr ante)

Echocardiogram Linker kamer: LVEF 55%, LVED 43 mm (39-53), LVES 25 mm Linker atrium: volume index 57 ml/m² (< 29) Mitralisinsufficientie: 2/4 Tricuspiedinsufficientie: 4/4 met stuwingslever Lichte pulmonale hypertensie

MM 01/05/1929 Behandeling: Xarelto 15 mg 1/dag Bisoprolol 10 mg 1/dag Vasexten 10 mg 1/dag Burinex 1 mg 1/dag Creon 3 x 1/dag Zestril 20 mg 1/dag Wat denkt u van deze behandeling? Evidence based? Logisch en doordacht?

MM 01/05/1929 Welk beleid? Burinex 2 mg en Aldactone 12,5 mg per dag Vasexten STOP Bisoprolol 10 mg afbouwen en stop Lanoxin cfr digoxinemie < 1,0 ng/ml Zestril gestaakt na 3 dagen owv hypotensie Injectafer 1000 mg IV Xarelto > Marevan (?)

MM 01/05/1929 Resultaat: 4 kg lichter tussen 11/8 en 19/8 CVD nl, geen ascites, geen hepatomegalie, TI 2/4 en.. Geen claudicatio linker been meer 16/10/2015: PROBNP 1412 pg/ml (tov 4497) egfr: 64 ml/min (tov 41)

TOPCAT

Subgroups.. Of the 22 prespecified subgroups, only the eligibility stratum was associated with a significant treatment interaction. Spironolactone significantly reduced the rate of the primary outcome among patients enrolled on the basis of an elevated natriuretic peptide level but not among those enrolled on the basis of a previous hospitalization for heart failure.

Besluit De resultaten van de TOPCAT bewijzen geenszins dat spironolactone niet werkzaam is bij HFpEF: Atypische weinig zieke populatie, grote regionale verschillen Diagnostiek van HFpEF blijft moeilijk: noodzaak van objectieve parameters Optitreren tot targetdosis is geen goede strategie, in tegendeel: zoeken naar een minimaal effectieve dosis is een betere optie

< 80 <110

Take home messages HFpEF diagnose Moeilijk! Documenteer dmv PROBNP (altijd met egfr!), Rx thorax, echocardiogram Vaak is VKF het in het oog springend gegeven HF gemaskeerd door VKF/comorbiditeit HFpEF behandeling BB/ACEI/ARB/spironolactone geen bewezen meerwaarde (EBM) Maar spironolactone werkt wel bij veel ptn met HF met bewaarde LVEF Werkt ook zeer goed als antihypertensivum Cave hemolyse kalium stalen Bij echte hyperkaliemie eerder ACEI staken dan spironolactone Dosering is delicaat: zoek de minimaal effectieve dosis en geen streefdosis VKF en HFpEF Uiteraard antico/noac Behandel in de eerste plaats het HF Ritme controle blijft eerste optie maar na herstel van euvolemie (zn cardioversie) Rate controle bij voorkeur met digoxine (cave digoxinemie < 1,0) Vermijdt hoge dosis BB Vermijdt calcium antagonisten lenient rate controle versus strict rate controle

DANK U!

G.P. 19/02/1960 19/04/1999 : Hartdecompensatie waarvoor opname. 21/04/1999 : L + R hartcatherisatie met coronarografie LVEF 5%, LVEDVI 170 ml/m², saturatie a. pulmonalis 44%, normale coronairen. 22/04/1999 : Elektrofysiologisch onderzoek nonsustained VT op telemetrie, niet induceerbaar met EFO. 30/04/1999 : opname screening voor harttransplantatie.

ESC Guidelines 2012