De wereldwijde strijd om energie; een analyse van het Energie Veiligheidsbeleid van de Europese Unie in Centraal Eurazië



Vergelijkbare documenten
Energie, technologie en milieuproblemen: Europees onderzoek schetst somber wereldbeeld in 2030

Voorspellingen Peakoil Nederland. Realisten of doemdenkers?

Mondiale perspectieven voor energie, technologie en klimaatbeleid voor 2030 KERNPUNTEN

De Toekomst van Aardgas: Een schaakspel op meerdere borden

Olie crisis? 24 juni 2014

Energie en geopolitiek

TRANSATLANTIC TRENDS 2004 NETHERLANDS

Afnemend aardolieaanbod voor 2020? De Rode Hoed, 20 januari 2007, Amsterdam

De evolutie van de olieprijs in de context van de energiemarkten DEEL 1

Milieu- en klimaatuitdagingen voor de 21ste eeuw: van Europese visie naar lokale betekenis en actie. Hans Bruyninckx, Mortsel, 9 oktober 2105

ZO GAAT DAT IN RUSLAND PDF

Hoofdstuk 2: Het Taylor-Romer model

World oil production & peaking outlook. Bio energie in de industrie, 11 mei 2006, Eindhoven

Op de vlucht. 1) Waarom vlucht men eigenlijk? Er zijn vele redenen; politieke vervolging, marteling, oorlog of burgeroorlog zijn enkele voorbeelden!

Come home or go global, stupid

Peyman Jafari Leiden Universiteit

Opdrogende bronnen en internationale spanning

Bijstandsuitkeringen in veel OESO-landen gedaald

Internationale varkensvleesmarkt

TRANSATLANTIC TRENDS - NETHERLANDS

Europa: Uitdagingen? Prof. Hylke Vandenbussche Departement Economie- International Trade 26 April 2018 Leuven

Duurzame energie in Japan

Macht en waarden in de wereldpolitiek

Globalisering 2.0: Europa in woelig vaarwater?

Lesbrief Voor de docent Voor de leerling Inhoud Inleiding De Nigeriaanse olie-industrie in beeld Opdracht 1 Aardolie in Nigeria Niveau

FACTSHEET FRESH VEGETABLES

Olie en opkomende markten: Een tweesnijdend zwaard

WE KUKELEN DE AFGROND IN

Simulatiespel: Bron: The Economist. Crisisoverleg Rusland en de EU

Toerisme in perspectief. NBTC Holland Marketing Afdeling Research

Wereldwijde uitstoot CO2 dit jaar

USD /

Persinformatie. Uitdagende marktomgeving biedt ook kansen. Nieuwe directievoorzitter wil groei voortzetten

Het belang van kritiek (en reflectie) op Europese waarden. Bart van Horck

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012

Nut en noodzaak van schaliegas vanuit energieperspectief

Care IS klantbijeenkomst. Hotel Van der Valk oktober 2015

Surveys: drowning in data?

Werkstuk Aardrijkskunde Irak conflict

INVINCO BENELUX. Chaos in Irak maakt de oliemarkt bloednerveus

Rik Coolsaet Peter Debaere, Goedele De Keersmaeker, Jennnifer Kesteleyn, Dries Lesage, Skander Nasra, Thijs Van de Graaf, Mattias Vermeiren

Internationale handel visproducten

De permanente oliecrisis

Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken

Les Crisis in de olie

Handels- en investeringscijfers Verenigde Arabische Emiraten- Nederland 1

De Iraanse revolutie (1979) en zijn gevolgen

FACTSHEET KIWIFRUIT (HS code ) (8 februari 2013)

Economie: Malthusiaanse catastrofe

Prioriteiten op energiegebied voor Europa Presentatie door de heer J.M. Barroso,

Overzicht en perspectieven voor een duurzame ontwikkeling van asfalt in een economie in voortdurende verandering. Wim Teugels Nynas N.V.

DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus BRUSSEL T F

Internationale Handel. HOVO 2016 College 3 Dr. Hein Roelfsema

Oorlog in Syrië en de internationale context

Vlaamse buitenlandse wapenhandel in 2016

Het belang van Georgië in de olieen gasvoorziening van Europa

Toerisme in perspectief. NBTC Holland Marketing Afdeling Research

ENERGIEPRIORITEITEN VOOR EUROPA

HALAL EN KOOSJER: WHAT S IN IT FOR ME?

Koopkrachtpariteit en Gini-coëfficiënt in China: hoe je tegelijkertijd arm én rijk kunt zijn.

Handels- en investeringscijfers Zuid-Korea-Nederland 1

Over de. Bernard van Leer Foundation

Alternatieve energiebronnen en gevolgen voor de haven Havendebat, 2 november 2017, Coby van der Linde

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - juni 2012

De 1 e Wereldoorlog. inleiding (9.1) HC onderdelen: conferentie van Berlijn ( ) + vlootwet (1898)

Profit. Europa is een van s werelds meest welvarende regio s. en heeft een van de grootste interne markten. Deze

Geschiedenis en Staatsinrichting TL Bohemen, Houtrust, Kijkduin

Een overzicht van de hernieuwbare-energiesector in Roemenië

Enterprise Architectuur. een duur begrip, maar wat kan het betekenen voor mijn gemeente?

De importen van Latijns-Amerika en het Caribische gebied (LAC),

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - December 2015

Wat betekenden de verschillen tussen Noord en Zuid-Korea voor de Koude Oorlog? (conclusie)

Economische prognose IMF voor het GOS

De impact van concurrentie op de productmix van exporteurs

Media en creativiteit. Winter jaar vier Werkcollege 7

1 Belangrijk in deze periode

Doodsoorzaak: VERKEER

Spotgas weer hoger bij uitblijven akkoord Rusland en Oekraïne

LEEUWENDEEL VLAAMSE EXPORT NAAR EU-LIDSTATEN

DE PIEK KOMT ERAAN 1

Olie : korte of lange termijn correctie?

WAAR WIJ VOOR STAAN. Socialisten & Democraten in het Europees Parlement. Fractie van de Progressieve Alliantie van

Internationale Economie. Doorzettend, maar mager groeiherstel, veel neerwaartse risico s

Malthus ( ) Kan landbouw de wereld blijven redden? Het ongelijk van Malthus. An essay on the principle of population 25/11/2013

Praktische opdracht Economie Wat voor rol heeft de opkomende economie van China in de wereldeconomie?

Factsheet 1 WAAROM EEN INVESTERINGSPLAN VOOR DE EU?

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur

R&D-uitgaven en capaciteit naar wetenschapsgebied

Handelsstromen Rozenstruiken 2009 / 14. Zoetermeer, Maart 2009 Peter van der Salm Productschap Tuinbouw, Afdeling Markt en Innovatie

Toerisme in perspectief

Rabobank Food & Agri. Leidt de verwachte importgroei uit China tot herstel? Kwartaalbericht Varkens Q3 2015

"De financiële sector is het probleem,

Academisch schrijven Inleiding

Opgave 1 Jeugdwerkloosheid in Europa

De 1 e Wereldoorlog inleiding (9.1)

BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD. Suriname Debt Management Office. Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2012

Twee jaar na de start van de Arabische revoluties. Uitdagingen voor België en Vlaanderen

Globalisering, technologische verandering en de polarisatie van de arbeidsmarkt

Een veranderend speelveld: China s groeiende rol in internationale grondstoffenmarkten

Transcriptie:

De wereldwijde strijd om energie; een analyse van het Energie Veiligheidsbeleid van de Europese Unie in Centraal Eurazië Scriptie Master Internationale Betrekkingen Opleiding: Politicologie, Universiteit van Amsterdam Auteur: Freek Ewals Datum: 21 februari 2010 Eerste beoordelaar: Paul Aarts Tweede beoordelaar: Maaike Warnaar 1

Inhoudsopgave: 2

Lijst met tabellen en figuren.3 Inleiding...4 1. Theoretisch kader..7 1.1 De term geopolitiek 7 1.2 Ontwikkelingen eind 20 e eeuw..7 1.3 Orthodoxe geopolitiek.9 1.4 Kritische geopolitiek 13 1.5 Conclusie.14 2. De wereldwijde strijd om energie 16 2.1 Energie als officieel veiligheidsvraagstuk.16 2.2 Olie en gaspolitiek in historisch perspectief..18 2.3 De vraag en aanbodzijde en het geografische aspect van olie en aardgas...21 2.4 Conclusie.26 3. De Europese Unie als actor 28 3.1 De EU als institutie 28 3.2 Een gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid 31 3.3 De rol van olie en gas binnen de energiebehoefte van de EU..36 3.4 Het algemeen Europees Energie Veiligeheidsbeleid...42 3.5 Conclusie.47 4. Centraal Eurazië...48 4.1 Historie Centraal Eurazië..48 4.2 De huidige politiek, sociaal economische situatie van de staten in CEA....49 4.3 Olie en gassector in CEA..61 4.4 Conclusie.. 70 5. Het Energie Veiligheidsbeleid van de EU in Centraal Eurazië..72 5.1 Algemeen EVB van de EU in CEA. 72 5.2 European Neighbourhood Policy.73 5.3 EU and Central Asia: Strategy for a New Partnership..77 5.4 Evaluatie van het EVB van de EU in CEA.80 3

5.5 Conclusie.. 84 6. Conclusie 85 Bronvermelding..88 Tabellen en figuren: 4

Lijst met tabellen: Tabel 2.1: Olieconsumptie 1999 2009 23 Tabel 2.2: Gasconsumptie 1999 2009. 24 Tabel 2.3: Oliereserves en olieproductie 2009. 25 Tabel 2.4: Gasreserves en gasproductie 2009..25 Tabel 4.2: Polieke en civiele rechten, economische welvaart en corruptie cijfers...61 Tabel 4.3: Olie gasreserves/productie/export en aandeel in totaal export 2009...63 Tabel 4.4: Olie en gasimporten EU en olie en gasexporten CEA 2009..63 Lijst met figuren: Figuur 3.1: EU lidstaten. 30 Figuur 3.2: Aandelen energiebronnen energieverbruik EU....37 Figuur 3.3: Verhouding EU met rest van de wereld in olieproductie, consumptie en gasproductie, consumptie 2009 in procenten 38 Figuur 3.4: Olieproductie en consumptie, gasproductie en consumptie EU 2009.38 Figuur 3.5: Olie importen EU.39 Figuur 3.6: gasimporten EU 40 Figuur 3.7: Afhankelijkheid olie en gasimporten EU..41 Figuur 4.1: De staten van CEA.. 50 Inleiding: 5

Drie recente conflicten aan de randen van de Europese Unie hebben geleid tot de totstandkoming van deze scriptie die thans voor u ligt. Het gasconflict tussen Rusland en de Oekraïne in 2006, en later nog eens in 2009, liet pijnlijk zien hoe afhankelijk de Europese Unie is van Rusland voor haar gasvoorziening. Door de conflicten tussen beide landen kregen enkele landen in de Europese Unie te kampen met gastekorten omdat Oekraïne een belangrijk doorvoerland is voor het Russische gas naar Europa. Het liet de noodzaak zien van een degelijk gemeenschappelijk Energie Veiligheidsbeleid van de Europese Unie. Het conflict tussen Rusland en Georgië over de status van de Georgische provincie Zuid Ossetië in 2008 legde nog maar eens bloot hoe de wereld verwikkeld is in een strijd om energie. Het liet zien hoe Rusland tracht haar invloed te behouden in het gebied, daar Georgië een belangrijke rol speelt als doorvoerland van energie van Centraal Eurazië naar het Westen. En als het aan de Europese Unie ligt nog veel belangrijker kan worden in de nabije toekomst. Deze beide gebeurtenissen hebben ertoe geleid dat ik mijn scriptie wilde gebruiken om het Energie Veiligheidsbeleid van de Europese Unie te analyseren en dan specifiek in het energierijke Centraal Eurazië. De energiesector in die regio staat namelijk, na het uiteenvallen van de Sovjet Unie nog in haar kinderschoenen en kan er zodoende voor zorgen dat de Europese Unie minder afhankelijk wordt van het Midden Oosten en Rusland voor haar energietoevoer in de toekomst. Echter de regio biedt ook voor de VS en China een uitgelezen kans om toegang te krijgen tot enorme olie en gasvoorraden terwijl Rusland, zoals hierboven weergegeven, nog steeds een vinger in de pap wil houden in deze regio. Een enorme uitdaging dus voor het geopolitieke beleid van de Europese Unie. Om de analyse in te kaderen heb ik gekozen om het beleid vanuit een kritisch geopolitiek perspectief te bezien. Deze theorie legt namelijk de nadruk op de wereldwijde strijd om energie in de wereld. Dit heeft geleid tot de volgende centrale vraagstelling van deze scriptie: hoe valt het Energie Veiligheidsbeleid van de Europese Unie in Centraal Eurazië te verklaren vanuit een kritisch geopolitiek perspectief? Ik hoop met deze scriptie de lezer zodoende niet alleen inzicht te verschaffen in het gevoerde Energie Veiligheidsbeleid van de EU in Centraal Eurazie an sich maar ook de context te bieden waarbinnen dit beleid tot stand is gekomen. Onderzoeksopzet 6

Om een antwoord te kunnen geven om de centrale vraagstelling van deze scriptie, hoe het Energie Veiligheidsbeleid van de EU valt te verklaren vanuit een kritisch geopolitiek perspectief, heb ik de volgende vijf deelvragen geformuleerd. Deze vragen zullen in een afzonderlijk hoofdstuk worden behandeld en zullen uiteindelijk leiden tot een antwoord op mijn onderzoeksvraag. De deelvragen luiden als volgt: 1. Wat is de kritische geopolitiek en waarom sluit deze benadering beter aan bij de hedendaagse geopolitieke verhoudingen dan de orthodoxe geopolitiek? 2. Welke rol spelen olie en gas in de internationale politiek? 3. Binnen welke institutionele context komt het Energie Veilgheidsbeleid van de EU tot stand? 4. Wat is de politiek economische situatie van de landen in Centraal Eurazië? 5. Wat is het huidige Energie Veiligheidsbeleid van de EU in Centraal Eurazië? In het eerste hoofdstuk zal het theoretisch kader worden geïntroduceerd, zodoende zal de eerste deelvraag behandeld worden. Het schets een beeld van de wereld waarin wij thans leven en geeft aan voor welke geopolitieke uitdagingen de belangrijkste actoren van de internationale politiek staan, zoals de EU. Voorts laat het zien welke methodes het best kunnen worden gebruikt om het geopolitieke doel van deze actoren te behalen. Hoofdstuk 2 zal de rol van energie in de hedendaagse wereld laten zien en plaatst die rol van energiebronnen, van olie en gas in het bijzonder, tevens in een historisch perspectief,. Ook zal worden ingegaan op de vraag en aanbodzijde van olie en gas en zal het geografische aspect van deze energiebronnen worden behandeld. Hiermee zal de tweede deelvraag worden beantwoord. In het derde hoofdstuk staat de Europese Unie centraal. Eerst zal worden gekeken naar de totstandkoming van de centrale actor van deze scriptie, waarna de ontwikkelingen van een gemeenschappelijk buitenlands beleid en het algemene Energie Veiligheidsbeleid worden behandeld. Tevens zal in dit hoofdstuk specifiek worden gekeken naar de energiebehoefte van de Europese Unie en haar afhankelijkheid van olie en gasimporten. Om de context te schetsen van het Energie Veiligheidsbeleid van de Europese Unie in Centraal Eurazië wordt in het vierde hoofdstuk ingegaan op de regio Centraal Eurazië. De 7

huidige politieke economische situatie zal worden bestudeerd alsmede de energiesector in al haar facetten. Zodoende kan in hoofdstuk 5 de laatste deelvraag van deze scriptie worden behandeld. In dit laatste hoofdstuk vindt dan ook de analyse plaats van het Energie Veiligheidsbeleid van de Europese Unie in Centraal Eurazië. Het bestaande beleid is vastgelegd in de European Neighbourhood Policy, de Strategy for a New Partnership en de verschillende Memorandum of Understanding s. Deze beleidsdocumenten zullen uitvoerig worden behandeld. Ten slotte zal op deze manier in de conclusie getracht worden om een antwoord te geven op de centrale vraagstelling van deze scriptie, hoe dit beleid kan worden verklaard vanuit een kritisch geopolitiek perspectief. Methodologie Dit onderzoek zal gebaseerd zijn op een literatuurstudie. Data over energie zullen met name afkomstig zijn uit het jaarrapport 2010 van BP. Tevens zal voor de ontwikkelingen in de wereldwijde energiesector van de laatste jaren gebruik worden gemaakt van rapporten van de vooraanstaande energiemonitoren Internatinal Energy Agency en de Energy Information Administration. Informatie over de regio is met name afkomstig van de NGO s Freedom House en de International Crisis Group en van de BBC en de CIA. Voorts zal veelvuldig gebruik worden gemaakt van beleidsdocumenten van de EU om haar beleid in beeld te brengen. Voor dit onderzoek is verder een interview afgenomen met Christof van Agt, Senior Researcher van Clingendeal Institute Energy Programme. 1.Theoretisch kader 8

Om een verklaring te kunnen geven voor het huidige Energie Veiligheidsbeleid (EVB) van de Europese Unie (EU) in Centraal Eurazië (CEA) zal ik dit beleid analyseren vanuit een kritisch geopolitiek perspectief. Deze kritische geopolitieke benadering zal dan ook als theoretisch raamwerk worden geïntroduceerd. Dit zal ik doen door eerst een beschrijving te geven van de oorsprong van het concept geopolitiek en de orthodoxe benadering van geopolitiek. Voorts zullen de belangrijkste internationale politieke ontwikkelingen worden geschetst die geleid hebben tot een heroverweging van de orthodoxe geopolitiek en wordt deze kritische geopolitiek als theoretische stroming toegelicht. Hiermee wordt een antwoord gegeven op de eerste deelvraag van deze scriptie: wat is de kritische geopolitiek en waarom sluit deze benadering beter aan bij de hedendaagse geopolitieke verhoudingen dan de orthodoxe geopolitiek? 1.1 De term geopolitiek De term geopolitiek werd eind 19 e eeuw geïntroduceerd door de Zweedse politicoloog Rudolf Kjellen. Met de term geopolitiek beschreef Kjellen de samenhang tussen politiek en geografie. 1 De Noorse politicoloog Oyvind Osterud omschreef de term geopolitiek bijna een eeuw later als volgt: Geopolitics attempts to explain international politics in terms of geography, based on factors such as the location, size, and resources of each area. In the abstract, geopolitics traditionally indicates the links and causal relationships between political power and geographic space; in concrete terms it is often seen as a body of thought assaying specific strategic prescriptions based on the relative importance of land power and sea power in world history. 2 1.2 Orthodoxe geopolitiek De geopolitiek als academische school kent haar oorsprong binnen de academische instituties en militaire academies van staten die ofwel reeds grootmachten waren of aspiraties kende om dat te worden tegen het einde van de 19 e eeuw. 3 In deze tijd 1 Amineh, M. 2002. Geopolitiek van energiebronnen in de Kaspische regio. Internationale Spectator 56(2) p. 82 2 Osterud, O. 1988. The Uses and Abuses of Geopolitics. Journal of Peace Research 24(2) p. 191 3 Amineh, M., 2002. p. 81 9

ontwikkelde de geopolitiek als discipline zich voornamelijk over de vraag hoe staten hun macht en invloed in de wereld konden uitbreiden. De Duitser Friedrich Ratzel wordt als een van de grondleggers gezien van de geopolitiek. In zijn boek Politische Geographie uit 1897 paste Ratzel Darwins idee van survival of the fittest toe op de internationale politiek. Het expansionisme van staten kon volgens Ratzel worden verklaard doordat de staat een biologisch organisme is dat extra territorium nodig heeft om het proces van groei te laten continueren. De internationale politiek kenmerkte zich volgens Ratzel als een arena waarin de strijd om territoriale ruimte centraal staat en waarin sterke staten overleven ten koste van zwakke staten. 4 Deze darwinistische kijk op de internationale politiek legde de basis voor de geopolitiek als discipline die zich ontwikkelde als visie vanuit het Realisme op de samenhang tussen politiek en geografie. De politicoloog Mehdi Amineh beschrijft deze relatie tussen de realistische school binnen de Internationale Betrekkingen en de traditionele vorm van geopolitiek, welke hij orthodoxe geopolitiek noemt. 5 De orthodoxe geopolitiek, in lijn met het realisme, gaat uit van een wereldorde waarin de balance of power als een organiserende structuur werkt. Het ziet tevens in staten de belangrijkste en alles beslissende actoren binnen de internationale politiek en kent nietstatelijke actoren haast geen invloed toe. 6 De academici die zich verbonden voelen met het structureel realisme zien ook weinig ruimte voor politici met verschillende (ideologische) opvattingen en sociale actoren binnen een staat om beslissend te zijn in het handelen van de staat. De structuren van het internationale systeem zullen volgens hen altijd bepalend zijn voor het handelen van een staat dat altijd gebaseerd zal zijn op het principe van zelfbelang van overleving. Aanhanger van het structureel realisme Kenneth Waltz omschrijft dit als volgt: The ruler s, and later the state s, interest provides the spring of action; the necessities of policy arise from the un regulated competition of states; calculation based on these necessities can discover the policies that will best serve the state s interests; success is the ultimate test of policy, and success is defined as preserving and strengthening the state structural constraints explains why the methods are repeatedly used despite differences in 4 Amineh, M., 2003. Globalization, Geopolitics and Energy Security in Central Eurasia and the Caspian Region. Den Haag: Clingendeal International Program p.18 5 Idem p.18 6 Idem p.18 10

the persons and states who use them. 7 Deze visie op wetmatigheden van staten binnen de international politiek komen grotendeels overeen met de darwinistische visie op staten van Ratzel. Identiteitsvraagstukken en binnenlandse aangelegenheden zijn in deze van ondergeschikt belang in de uitkomst van het handelen van een staat dat te allen tijde als een biologisch organisme naar zelfbehoud en macht streeft. Militarisme is binnen de orthodoxe geopolitiek, net als binnen het realisme, een sleutelbegrip. Om als staat territorium te vergaren en haar macht te vergroten zijn militaire capaciteiten van wezenlijk belang. Ook de nationale veiligheid van staten wordt voornamelijk gedefinieerd in termen van militaire bedreigingen. 8 Deze orthodoxe geopolitieke benadering op de internationale politiek domineerde de gehele twintigste eeuw het geopolitieke discours binnen zowel de academische als politieke wereld. Echter grote internationale ontwikkelingen, het einde van de Koude Oorlog, globalisering en de economisation van de internationale politiek, die voornamelijk aan het eind van de 20 e eeuw aan het licht kwamen, plaatsen deze benadering in een ander daglicht. Vanuit de academische wereld werden eind 20 e eeuw steeds meer vraagtekens gezet bij de orthodoxe geopolitiek. Dit leidde tot een stroming die de noodzaak zag om tot een herformulering te komen van de geopolitiek als academische school. Alvorens ik deze herformulering zal behandelen zal ik eerst kort ontwikkelingen kernachtig schetsen die leidde tot de opkomst van de kritische geopolitiek. 1.3 Ontwikkelingen eind 20 e eeuw Het einde van de Koude Oorlog, het proces van globalisering en de economisation van de internationale politiek hebben de tekortkomingen van de orthodoxe geopolitiek aan het licht gebracht. Ten eerste was het einde van de Koude Oorlog en het daarmee gepaard gaande uiteenvallen van de Sovjet Unie door academici binnen het realisme niet direct te verklaren. Een van de twee wereldmachten was verslagen zonder dat er een schot gelost was tussen de Sovjet Unie en de Verenigde Staten. In plaats van verslagen te zijn in een oorlog stapte de Sovjet Unie door interne zwakheid uit de confrontatie die de wereld zo lang in haar greep 7 Waltz, K.,1979, Theory of International Politics, New York, p. 117 8 Amineh, M., 2003. p.20 11

had gehouden. 9 In tegenstelling tot de logica binnen het realisme was het niet zo zeer militaire zwakte maar binnenlandse aangelegenheden in de Sovjet Unie die het einde van de Koude Oorlog inluidde. Dit betekende ook tevens het einde van een wereldorde met twee hegemoniale krachten die zorgden voor een balance of power. Ten tweede heeft het proces van globalisering haar invloed op de zwakte van de overtuigingskracht van het realistische perspectief op de internationale politiek. Waar het realisme, en zo ook de orthodoxe geopolitiek, de staat als centrale en allesbeslissende actoren ziet op het wereldtoneel heeft het proces van globalisering er toe geleid dat niet statelijke actoren zoals multinationals en andere supranationale actoren, zoals de EU, aan invloed hebben gewonnen. Omdat er binnen de academische wereld geen consensus bestaat over de definitie van de term globalisering zal ik deze term kort verduidelijken en haar relatie uiteenzetten met de afnemende invloed van staten. De term globalisering wordt veelal als synoniem gebruikt voor de term internationalisering. 10 Hiermee wordt gerefereerd aan de toenemende handelsrelaties tussen staten. Hoewel deze definitie als zodanig niet gebruikt wordt in deze scriptie wordt wel degelijk de invloed van internationalisering op de afnemende invloed van staten erkent. Amineh beschrijft deze toenemende handel en laat zien door middel van historische data dat er in de afgelopen 100 jaar een sterk stijgende lijn zit in de handelsrelaties tussen staten. 11 Internationalisering heeft staten in toenemende mate afhankelijk van elkaar gemaakt waardoor staten zich steeds moeilijker als compromisloze actoren kunnen gedragen op het wereldtoneel. Willen staten niet hun eigen economie in gevaar brengen dan zullen zij zich meer bewust moeten zijn van hun omgeving en kunnen zij niet te allen tijde, ten koste van alles, hun eigenbelang nastreven. Een in toenemende mate gebruikte definitie van globalisering beschrijft echter ook een nieuw fenomeen: het proces waarin sociale relaties zich ontkoppelen van territorium vooral dankzij nieuwe technologische ontwikkelingen 12. Plaats en afstand zijn van steeds minder belang waarneer het gaat om onder meer communicatie, handel en financiële transacties. Tevens zien we steeds meer 9 Amineh, M. en Houweling, H.eds. 2004. Central Eurasia in Global Politics: Conflict, Security and Development. Leiden: Koninklijke Brill p.7 10 Scholte, J.A. 1997. Global Capitalism and the State. International Affairs 73(3) p.430 11 Amineh, M. 2003. p.13 12 Scholte, J.A. 1997. p.431 12

invloedrijke organisaties ontstaan die niet aan een territorium zijn gebonden zoals multinationals, niet gouvernementele organisaties (NGO s) en supranationale organisaties zoals de Wereld Handel Organisatie. 13 Dit proces van ontkoppeling aan territorium heeft zijn effect op de rol van de staat. Hoewel de staat nog steeds van grote invloed is op de internationale politiek ziet Scholte een afname van deze invloed. Zo stelt Scholte dat staten geen exclusieve soevereiniteit meer over hun grondgebied hebben door de komst van supranationale organisaties en internationale wetgeving. Dat staten de exclusieve controle hebben verloren over hun valuta en financiële koersen. En dat supranationale organisaties in toenemende mate een rol spelen in de totstandkoming van macro economisch beleid van staten. Tevens zijn multinationals van steeds grotere invloed op de het doen en laten van staten door verschillende oorzaken zoals het belang van staten om een gunstig investeringsklimaat te bieden. 14 Het is deze definitie van globalisering die gebruikt wordt in deze scriptie. Ook constateren verschillende wetenschappers dat er sinds het einde van de Koude Oorlog door statelijke en niet statelijke actoren meer aandacht wordt besteed aan economische aangelegenheden en energie hulpbronnen. Amineh stelt dat centraal aan deze beleidsverandering het geloof ligt dat nationale macht niet enkel meer wordt bepaald door militaire macht en strategische allianties maar door economisch dynamisme en de technologische ontwikkeling. 15 Klare noemt deze ontwikkeling de economisation of international security affairs. 16 Volgens Klare ligt aan deze ontwikkeling een vijftal oorzaken ten grondslag. Ten eerste noemt Klare dat grondstoffen een centrale plaats hebben kunnen krijgen op de veiligheidsagenda s door het bijna compleet verdwijnen van ideologische conflicten. 17 Hoewel deze stelling wordt betwist door wetenschappers die erop wijzen dat niet zo zeer een ideologische strijd zoals we deze hebben gekend ten tijden van de Koude Oorlog de wereld in haar greep houdt maar wel religieuze conflicten. Zo betoogt Huntington in zijn boek The Clash of Civilizations dat beschavingen en religies de wereld verdelen. Zoals 13 Scholte, J.A. 1997. p.433 14 Idem p.442 15 Amineh, M. 2003. p.26 16 Klare, M.T. 2001. Resource Wars: The New Landscape of Global Conflict. New York: Owl Books, 2002, p.10 17 Idem p.14 13

deze scriptie zal laten zien spelen de verschillende religies een onbetekende rol in de relatie tussen staten in CEA en de grote mogendheden die actief zijn in de regio. Een tweede en derde reden dat grondstoffen zo prominent aanwezig zijn op de veiligheidsagenda s ziet Klare in de enorme financiële waarde van de grondstoffen en de toenemende vraag naar goederen in de huidige wereld. De groeiende wereldbevolking en de opkomende economieën zoals India en China zijn hier met name debet aan. 18 Als vierde reden voert Klare de aannemelijke schaarste van grondstoffen aan. Tussen 1970 en 1995 heeft de aarde een derde van haar grondstoffen verloren door menselijk handelen. 19 Ten slotte ziet Klare in de betwiste conflicten rondom de eigendomsrechten van grondstoffen een verklaring voor de wijze waarop grondstoffen hun plaats innemen op de veiligheidsagenda s wereldwijd. De Kaspische Zee en de Zuid Chinese Zee zijn voorbeelden van betwiste gebieden die olie en aardgas herbergen. 20 Hoewel in deze scriptie olie en aardgas de centrale rol innemen en uitvoerig zullen worden behandeld spelen andere grondstoffen een belangrijke rol op de veiligheidsagenda s van minder grote wereldmachten. For others, however, it is not oil but water that is of greatest concern. Many of the nations of North Africa and the Middle East lack sufficient supplies of fresh water to satisfy the growing demands of their swelling populations, and so view any threat to existing supplies as a vital security matter. 21 Paul Collier laat ook in zijn artikel Greed or Grievance in Civil War zien dat andere grondstoffen waaronder diamant, goud en hout, veelal de oorzaak zijn van burgeroorlogen in de laatste 2 decennia. 22 Deze drie beschreven ontwikkelingen, het einde van de Koude Oorlog, globalisering en de economisering van veiligheidsvraagstukken, hebben uiteindelijk geleid dat de uitgangspunten van het realisme en de orthodoxe geopolitiek op zijn minst in twijfel konden worden getrokken. De dominantie van de orthodoxe geopolitiek werd sindsdien, hoewel reeds eerder uitgedaagd door andere stromingen binnen de academische wereld, op 18 Klare, M.T. 2001. p.17 19 Wereld Natuur Fonds. Living Planet 1998. 1998 p.8 20 Klare, M.T. 2001. p.22 21 Idem p.12 22 Collier, P. en Hoeffler, A., 2004, Greed and Grievance in Civil War, Oxford: Oxford University Press, p.3 14

overtuigende wijze afgezwakt door een herformulering van de geopolitiek; de kritische geopolitiek. 1.4 Kritische geopolitiek De belangrijkste vraagtekens die de kritische geopolitiek zet bij de orthodoxe benadering hebben betrekking op de staatcentristische en darwinistische uitgangpunten van de klassieke vorm van geopolitiek. 23 Het proces van globalisering heeft ervoor gezorgd dat nietstatelijke en supranationale actoren een steeds grotere rol zijn gaan spelen op het internationale politieke podium en dat de staat aan invloed heeft ingeboet. Hiermee breekt de kritische geopolitiek met haar orthodoxe voorloper. Ook breekt deze recentere benadering met het realistische uitgangspunt dat we in een wereld leven waarin een balance of power een natuurlijke toestand is. Het einde van de Koude Oorlog liet een wereld na met slechts één hegemoniale macht. Het uiteenvallen van de Sovjet Unie liet zien dat staten geen blackboxes zijn maar dat binnenlandse aangelegenheden en identiteitsvraagstukken wel degelijk van invloed zijn op het handelen van een staat. Een van de grondleggers van de kritische geopolitiek, de Fransman Tuathail, beschrijft ook dat er binnen staten een strijd is tussen bepaalde politieke stromingen en verschillende actoren om hun geopolitieke discours te laten domineren binnen staten. Het geopolitieke discours, wat een expressie is van hoe men de wereld ziet en een daaraan gekoppelde legitimatie van een te voeren beleid, kent ook haar weerslag op het handelen van staten. Een ander belangrijk verschil met de orthodoxe geopolitiek is dat de kritische geopolitiek de economisering van de internationale politiek erkent. 24 Zo sluit het niet het militaire component van internationale veiligheidsvraagstukken uit maar kent de economische component een belangrijke plaats toe: While a potent militairy establishement is still considered essential to national security, it must be balanced by a strong and vibrant economy. 25 Deze economisering van de internationale politiek vindt haar reflectie ook ten aanzien van het doel van geopolitiek beleid. Ziet de orthodoxe benadering het geopolitieke doel als het verkrijgen van territorium, de kritische geopolitiek erkent dit niet en geeft het 23 Amineh, M. 2002. p.82 24 Amineh, M. en Houweling, H.eds. 2004. p.356 25 Klare, M.T. 2001. p.7 15

doel een economische dimensie 26. Zo ziet Scholte dat onder invloed van de globalisering staten eerder geneigd zijn om elkaar te bestrijden in het vergaren van supranationaal kapitaal dan dat staten interstatelijke oorlogen voeren met als inzet territorium. 27 Volgens Amineh heeft het bedrijven van geopolitiek heden ten dagen tot doel om sociaaleconomische gedifferentieerde maatschappelijke ruimten met elkaar te verbinden op een wijze die het eigenbelang het beste dient. 28 Deze verandering van het geopolitieke doel van staten kent een directe weerslag in de wijze van power projection activities, de manier waarop actoren controle proberen uit te oefenen buiten haar landsgrenzen. 29 Terwijl in het orthodoxe geopolitieke perspectief militarisme de belangrijkste manier was van power projection is dit in het kritische geopolitieke perspectief anders, hoewel het militaristische component niet geheel wordt genegeerd. Staatsmacht blijkt vanuit de kritische geopolitiek uit het vermogen van een regering om, waar ook ter wereld, uitwisselingen tussen sociaal economisch en cultureel gedifferentieerde samenlevingsruimten in verschillende staatsjurisdicties tot stand te brengen en te exploiteren. De instrumenten van staatsmacht die in de geopolitiek worden erkend zijn naast gewapende macht, marktregulering, handelsrelaties, productietechnologie en kapitaalverkeer. 30 Zo bezien verschilt de kritische geopolitiek op tal van uitgangspunten in vergelijking met de orthodoxe geopolitiek. 1.5 Conclusie In dit eerste hoofdstuk is het theoretisch kader geïntroduceerd. De ontwikkelingen aan het einde van de twintig hebben geleid in een verandering in het geopolitiek denken. Het einde van de Koude Oorlog, de globalisering en de economisering van de internationale politiek hebben de zwaktes van orthodoxe geopolitiek blootgelegd. Dit heeft tot een nieuwe benadering in de geopolitiek geleid: de kritische geopolitiek. Binnen dit kader speelt de toegang tot energiebronnen een belangrijke rol en zijn niet enkel staten meer de allesbeslissende actoren in de wereld. De kritische geopolitiek erkent ook het geopolitieke 26 Amineh, M. 2002. p.82 27 Scholte, J.A. 1997. Global Capitalism and the State. International Affairs 73(3) p.430 28 Idem 29 Amineh, M. en Houweling, H.eds. 2004. p.12 30 Amineh, M. 2002. p.82 16

doel van de orthodoxe variant, het verkrijgen van territorium, niet als zodanig. De kritische geopolitiek omschrijft het geopolitieke doel van de actoren op het internationale podium heden ten dagen als volgt: het verbinden van sociaal economische gedifferentieerde maatschappelijke ruimten op een wijze die het eigenbelang het beste dient. Dit doel zal bereikt kunnen worden door de inzet van marktregulering, handelsrelaties, productietechnologie en kapitaalverkeer. Vanuit dit perspectief zal het verdere onderzoek naar het Energie Veiligheidsbeleid van de EU in Centraal Eurazië worden bekeken. Valt de manier waarop de EU toegang probeert te krijgen tot de gas en oliebronnen in die regio te verklaren vanuit deze benadering? 17

2. De wereldwijde strijd om energie Om vanuit de kritische geopolitiek het EVB van de EU in CEA te analyseren is kennis over de rol van energie wereldwijd en de strijd die hierom wordt gestreden van groot belang. Dit hoofdstuk dient er dan ook toe om hierin meer inzicht te verschaffen en antwoord te geven op de tweede deelvraag van deze scriptie: welke rol spelen olie en gas in de internationale politiek? Eerst zal kort worden laten zien, in het licht van de economisering van veiligheidsvraagstukken zoals beschreven in het theoretisch kader, dat energie haar plaats heeft veroverd op de veiligheidsagenda s. Voorst zal opkomst van olie en aardgas als energiebron worden beschreven en wordt de politiek rondom deze twee grondstoffen uitgediept vanuit een historisch perspectief. Hierna wordt er aandacht besteedt aan de ontwikkeling in de vraagzijde en de aanbodzijde van olie en aardgas en wordt ingegaan op het geografische aspect van deze energiebronnen. 2.1 Energie als officieel veiligheidsvraagstuk Zoals beschreven in het eerste hoofdstuk zijn de indicatoren van macht veranderd na het einde van de Koude Oorlog. Macht wordt steeds meer geassocieerd met economisch dynamisme en technologische innovaties. Een sterke binnenlandse economie en een competitieve positie in de wereldwijde economie zijn steeds meer de parameters waaraan macht en veiligheid zijn af te lezen. 31 In een studie voor het Pentagon in 1999 concludeerde het Institute for National Security Studies dat nationale veiligheid afhangt van een succesvolle binding met de wereldeconomie. 32 In het begin van de jaren negentig maakte de regering van Clinton deze link tussen nationale veiligheid en economie direct duidelijk in haar beleid. Volgens Clinton was de kracht van de Amerikaanse economie van vitaal belang en moest economische ontwikkeling een centraal en bepalend punt worden in het nationale veiligheidsbeleid van de VS. 33 Of zoals toenmalig minister van Buitenlandse Zaken Warren Christopher het omschreef: In a World that had 31 Klare, M.T. 2001. p.7 32 National Defense University, Institute for National Security Studies, Strategic Assessment 1999, p.30 33 Speech van Clinton gepubliceerd als: A New Convenant for American Studies, Harvard International Review, 1992 p.26 18

enter a period in which economic competition is eclipsing ideological rivalry, the administration would advance America s economic security with the same energy and resourcefulness we devoted to waging the Cold War. 34 Een consequentie van deze link tussen veiligheid en economie was dat de bescherming van en de toegang tot energiebronnen, die van wezenlijk belang zijn voor een economie, een nog hogere prioriteit kregen op de veiligheidsagenda s. Klare wijst erop dat zonder een veilige toegang tot energiebronnen de Amerikaanse economie niet kan groeien en het geen producten kan generen die van noodzakelijk belang zijn om haar leidende positie te behouden in de wereldeconomie. Als de grootste olie en gasconsument in de wereld moet de VS een veilige toegang hebben tot energiebronnen wil haar economie niet in elkaar storten. 35 Ook in de rest van de wereld is deze ontwikkeling waarneembaar na het einde van de Koude Oorlog zoals in Rusland, de EU en China. De officiële militaire doctrine van Rusland uit 2000 benadrukte dat de functie van het Russische leger tevens lag in de creatie van condities die de veiligheid van Rusland haar economische activiteiten zou waarborgen. Tevens, zo werd gesteld, was het van groot belang dat de nationale belangen van Rusland in de territoriale wateren en haar exclusieve economische zones in de zeeën zouden worden veilig gesteld. 36 De EU noemde in haar eerste Veiligheidstrategie uit 2003 haar energieafhankelijkheid als een van de primaire uitdagingen waar het voor staat in termen van veiligheid. 37 Hier zal in het volgende hoofdstuk uitvoerig op worden ingegaan. Ook China vestigde haar aandacht na de Koude Oorlog meer en meer op grondstoffen. Na het uiteenvallen van de Sovjet Unie verminderde het flink haar militaire capaciteiten aan de Russische grens en het verhoogde haar militaire capaciteiten aan de Zuid Chinese Zee, een betwist gebied waar veel olie en gasreserves te vinden zijn. 38 Ondanks het feit dat olie en aardgas recent hun officiële plaats hebben gevonden op de veiligheidsagenda s speelden ze al sinds hun opkomst als energiebron een belangrijke rol op het politieke wereldtoneel. 34 Christopher,W., Statement at Senate Conformation Hearings, US Department of State Dispatch, 25 januari 1993, p.46 35 Klare, M.T. 2001. p.8 36 The Russian Federation Military Doctrine 2000, engelse vertaling gepubliceerd in Arms Control Today, mei 2000, p.29 38 37 EU, 2003, Een veiliger Europa in een betere wereld, Europese Veiligheidsstrategie, Brussel, pag. 3 38 Klare, M.T. 2001. p.11 19

2.2 Olie en gaspolitiek in historisch perspectief De overgang van een agrarische samenleving naar een geïndustrialiseerde samenleving heeft ervoor gezorgd dat energiebronnen van steeds groter belang werden. Het was echter tot de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw dat aardgas een echt belangrijke rol kreeg als energiebron. Het verdrong stadsgas (dat vrij komt bij het verhitte van steenkool) als primaire bron om te koken en te verwarmen en het werd langzaamaan de meest gebruikte fossiele brandstof in elektriciteitscentrales. 39 Olie bleek, zo werd duidelijk aan het einde van de negentiende eeuw, na bewerking zoveel energie te geven, ook in vergelijking met steenkool, dat er vanaf die tijd wereldwijd opzoek werd gegaan naar olievelden. 40 De bewerking van olie tot brandstof was echter in de begin jaren nog een moeilijk proces. De uitvinding van de auto gaf nog een extra impuls om verder te gaan met de ontwikkelingen in de oliesector. 41 In 1912 ging het leger van Groot Brittannië, over van steenkool op olie als energieleverancier van haar schepen. Duitsland dat ten tijden van de Eerste Wereldoorlog nog steenkolen als energie gebruikte werd door de Geallieerden verslagen in 1918. Brits staatsman Lord George N. Curzon roemde de rol die olie hierin had gespeeld: The Allied cause had floated to victory upon a wave of oil." 42 De kracht van olie was onbetwist geworden. Hierdoor en door de verdere industrialisatie in de wereld en de daarmee groeiende afhankelijkheid van energiebronnen, nam de rol van olie in het begin van de twintigste eeuw sterk toe. In de jaren 50 verdrong het definitief steenkool als primaire bron van energie 43. Zoals de oorsprong van Anglo Persian Oil (later Britisch Petroleum) laat zien speelden staten een wezenlijke rol in de toevoer van olie naar haar markten. In 1914 kreeg de Britse regering een meerderheidsbelang in het Londens bedrijf Anglo Persian Oil dat olie had gevonden in het toenmalige Perzie. Vanaf die tijd werd de bescherming van de toegang tot olie in Perzie een verantwoordelijkheid van de Britse regering en voor de eerste keer werd de veiligheid van overzeese olie een staatsaangelegenheid. 44 Ook landen als Frankrijk, Japan en Duitsland probeerde toegang te krijgen tot oliebronnen buiten hun eigen landsgrenzen, de VS dat tot 39 Enceclopedia Britannica; natural gas 40 Idem p.4 41 Idem p.7 42 Stonely An introduction to Petroleum Exploration for Non Geologists, New York: Oxford University Press p. 37 43 Shah, S., 2004. p.15 44 Klare, M.T. 2001. p.30 20

de Tweede Wereldoorlog zich nog goed kon bedienen van haar eigen olievelden mengde zich nog niet nadrukkelijk in de zoektocht naar buitenlandse olievelden 45. Met de grote vondsten van olievelden in het Midden Oosten en de vraag naar meer olie werd het veiligstellen van olietoevoer naar de VS ook Amerikaans beleid na de Tweede Wereldoorlog. Hoewel de VS geen meerderheidsbelang bij haar grote oliemaatschappijen nastreefde trachtte het de weg vrij te maken voor haar grote energiemaatschappijen in de wereld. De VS vestigde, hoewel op kleine schaal, voor het eerst militairen in het Midden Oosten en probeerde met redelijk succes Saudi Arabie, Irak, Iran en de kleinere olieproducerende landen in de regio binnen de westerse alliantie te krijgen. 46 Het jaar 1960 en 1973 zijn belangrijke omslagpunten in de energie sector. In 1960 proberen de Arabische landen in het Midden Oosten (later ook niet Arabische landen) een front te vormen tegen de macht van de Seven Sisters, de op dat moment belangrijkste Westerse energiebedrijven die bijna de hele wereldwijde olie en gassector beheersten. Dit resulteert uiteindelijk in de oprichting van de OPEC (Organization of Petroleum Exporting Countries). De deelnemende landen laten zich niet langer uitspelen, eisen hogere vergoedingen en delen van de winst en bepalen steeds meer welke olievelden tot ontwikkeling worden gebracht. Hoewel de oliewinning nog steeds door de grote westerse maatschappijen wordt gedaan verwerven de OPEC landen steeds meer controle over de oliewinning. 47 De Jom Kipoer oorlog die in 1973 uitbreekt tussen Israel en Egypte en Syrië, die de gebieden die Israel in 1967 heeft veroverd willen heroveren, luidt de oliecrisis in. De OPEC landen straffen de landen die Israel steunen, waaronder de VS en Nederland, met een olieboycot. 48 De olie tekorten die in de wereld hierdoor ontstaan, brengen de wereldeconomie in een recessie. From this time on, oil was seen not only as an essential military commodity but also as a prequisite for global economic stability. 49 In maart 1974 hebben de OPEC landen de controle in handen van de oliemarkt en wordt de boycot opgeheven. De OPEC landen 45 Klare, M.T. 2001. p.31 46 Idem p.32 47 Op het Veld, R., 2008. p.55 48 Idem p.56 49 Klare, M.T. 2001. p.32 21

bepalen nu hoeveel olie er wordt gewonnen en kunnen hiermee de prijs controleren. Niet de Seven Sisters bepalen de omvang van de oliewinning maar de OPEC landen. 50 De Islamitische Revolutie in Iran in 1979 en de Russische inval in Afghanistan in datzelfde jaar leidde uiteindelijk tot de Carter doctrine. Carter stelde dat elke vijandige macht die de toevoer van olie in gevaar brengt vanuit de golf zal worden bestreden met alle mogelijke middelen inclusief militaire middelen. 51 De eerste keer dat deze doctrine ten uitvoer werd gebracht was in 1990 toen Irak Koeweit binnen viel en zich opmaakte voor een strijd met Saudi Arabie. Toenmalig president Bush stelde dat Our country now imports nearly half the oil it consumes and could face a major threat to its economic independence, hence the sovereign independence of Saudi Arabia is of vital interest to the United States." 52 In januari 1991 dreef een door de VN geautoriseerde invasie onder aanvoering van de VS de Irak uit Koeweit. Iets meer dan een decennium later viel Bush jr. als president van de VS Irak binnen in het kader van de War on Terror. Hoewel de officiële reden voor de inval in Irak de aanwezigheid van nucleaire wapens heette kon de VS nooit geheel overtuigen dat deze inval niets met olie van doen had. In een reactie op de vraag waarom de VS niet Noord Korea aanviel, dat zelf erkende nucleaire wapens te bezitten, antwoordde vice minister van defensie Paul Wolfowitz op een conferentie in Singapore in 2003: Let s look at it simply. The most important difference between North Korea and Iraq is that economically, we just had no choice in Iraq. The country swims on a sea of oil. 53 Tegenwoordig staan alle westerse olieconcerns te dringen om contracten af te sluiten met de Irakese regering omdat Irak een van de weinige landen is waar westerse oliemaatschappijen kans maken om in een klap flink wat oliereserves bij te boeken. 54 De wereld ziet er anno 2011 namelijk heel anders uit voor de westerse energiemaatschappijen dan een honderd jaar geleden. Er heeft zich een proces voltrokken waardoor staatsbedrijven in belangrijke olie en gasproducerende landen aanzienlijk aan invloed hebben gewonnen. 50 Op het Veld, R., 2008. p.57 51 Klare, M.T. 2001., p.33 52 Idem p.34 53 Engdahl, W., 2004, A Century of War: Anglo American oil politics and the new world order, Londen: Pluto Press, p.257 54 Op het Veld, R., 2008. p.74 22

In 1972 hadden de Amerikaanse bedrijven die tot de Seven Sisters werden gerekend een marktaandeel van de wereldolieproductie van 45% (gas was destijds nog niet zo een grote industrie). De twee Europese Sisters hadden een gezamenlijk marktaandeel van 25%. Cijfers uit 2006 laten zien dat het aandeel van de Amerikaanse concerns (ExxonMobil en Chevron) is gedaald naar 5,5%. Hetzelfde aandeel dat de twee Europese energiemaatschappijen (BP en Shell) hadden. 55 Staatsoliemaatschappijen van landen als Saudi Arabie, Iran, Rusland, Irak en Venezuela hebben tegenwoordig 70% van de beschikbare olie en gasreserves in handen en in 90% van de nieuwe olie en gasprojecten die tegenwoordig in de wereld worden opgestart heeft een staatsoliemaatschappij een meerderheidsbelang. 56 In hoofdstuk 4 zal laten zien dat deze ontwikkelingen ook in Centraal Eurazië plaatsvinden. In het verleden hadden olieproducerende landen de westerse maatschappijen nodig voor olieprojecten met name hun technologie en geld. Op het gebied van technologie hebben de westerse bedrijven nog wel een voorsprong maar deze wordt steeds kleiner. Financiële middelen hebben de olie en gasproducerende landen tegenwoordig steeds meer doordat de olie en gasprijzen die de laatste jaren hoog hebben gelegen maar financieel onafhankelijk zijn ze nog niet, in het bijzonder in tijden van lage olie en gasprijzen. 57 Deze machtsverschuiving in de olie en gassector is van grote invloed het te voeren Energiebeleid van westerse staten in een wereld waarin energie een steeds prominentere rol speelt. Als een van de oorzaken van de economisering van veiligheidsvraagstukken is reeds aan bod gekomen dat de vraag en aanbodzijde van grondstoffen een grote rol spelen in deze ontwikkeling. De volgende paragraaf zal laten zien dat dit zeker opgaat voor de energiebronnen olie en aardgas. Tevens zal het geografische aspect van de energiebronnen aanbod komen. 2.3 De vraag en aanbodzijde en het geografische aspect van olie en aardgas Energie is tegenwoordig, in een geïndustrialiseerde wereld waarin we nu leven, de motor waarop onze samenlevingen draaien. De grondstoffen olie en aardgas zorgen vandaag de dag samen voor 70% van het wereldwijde energieverbruik, waarvan 45% olie en 25% gas. 55 Op het Veld, R., 2008. p 64 56 Idem p.74 57 Idem p.91 23

Steenkool en overige energiebronnen tellen voor respectievelijk 25% en 10%. 58 Voorspellingen in de World Energy Outlook 2010 van het International Energy Agency (IEA) geven aan dat de wereldwijde vraag naar energie tussen 2008 en 2035 zal zijn toegenomen tussen de 36% tot 40%. De helft van de toename in vraag zal worden veroorzaakt door China en India. De vraag naar energie zal namelijk in dezelfde periode in India meer dan verdubbelen en de schatting is dat China 75% meer energie nodig zal hebben in 2035. De toename in vraag van OECD landen valt relatief mee daar zij voor slechts 3% van de verwachte toename in de vraag verantwoordelijk zullen zijn. 59 De enorme toename in de vraag naar energie wordt volgens Klare vooral veroorzaakt door de groei van de wereldbevolking en de groei van het bruto wereld product. Waar de wereldbevolking groeide tussen 1950 en 2000 van 2,6 miljard naar meer dan 6 miljard mensen daar steeg het bruto wereld product van 2.500 dollar naar 6.750 dollar in dezelfde periode. 60 Hoewel niet elk individu op de aarde heeft geprofiteerd van deze cijfers is het gebruik van goederen, die voor het fabriceren en/of gebruik afhankelijk zijn van energiebronnen, zoals koelkasten, televisies en computers voor steeds meer mensen realiteit geworden. Waren er in 1950 ongeveer 53 miljoen autobezitters, rond 2000 waren dat er naar schatting 530 miljoen op aarde. 61 In China waren er rond 2007 35 miljoen autobezitters en de schatting is dat er rond 2020 100 miljoen Chinese autobezitters zullen zijn. 62 De gevolgen zien we terug in de ontwikkeling van de vraag naar energie. Voor olie zijn de voorspellingen dat de wereldwijde vraag in de periode tussen 2008 en 2035 zal toenemen van 84 miljoen vaten per dag in 2008 naar 99 miljoen vaten per dag in 2035. 63 Hoewel in de huidige wereld de VS en de EU nog steeds het meeste olie consumeren zien we wel een trend dat de niet westerse landen een steeds groter aandeel nemen in de olieconsumptie. 58 International Energy Agency, World Energy Outlook 2006; Executive Summary, p.37 59 International Energy Agency, World Energy Outlook 2010; Executive Summary, p.6 60 Klare, M.T. 2001. p.16 61 Brown, L., Renner, M. en Halweil, B, 2000, Vital Signs 2000, New York: W.W. Norton en de Worldwatch Institute, p.71 62 Op het Veld, R., 2008., p.31 63 International Energy Agency, World Energy Outlook 2010; Executive Summary, p.8 24

Wanneer we naar de cijfers van 2009 in tabel 2.1 kijken dan zien we dat de VS 21,7% van de wereldconsumptie van olie voor haar rekening neemt tegenover 17,3% van de EU. Ondanks dat China in datzelfde jaar slechts 10,4% van de wereldconsumptie voor haar rekening nam stijgt het consumptiecijfer in China hard en terwijl we een lichte daling zien voor de VS en de EU. Wanneer we naar de afgelopen 10 jaar kijken dan zien we dat de olieconsumptie in China bijna is verdubbeld. De VS en de EU consumeren beide ongeveer 4,5% minder dan 10 jaar geleden. Een kanttekening die hierbij geplaatst moet worden is dat het jaar 2009 voor het eerst sinds 1982 een wereldwijde daling laat zien ten opzichte van het jaar daarvoor (2008). Het IEA wijdt deze daling aan de wereldwijde economische recessie die in 2008 begon. Echter, zoals aangegeven, is de verwachting van het IEA dat de olieconsumptie op de lange termijn weer zal stijgen 64 Tabel 2.1: Olieconsumptie 1999 2009 (x 1000 vaten per dag) 1999 2009 Verandering 2009 t.o.v.1999 Deel van totaal 2009 Wereld 75648 84077 +11,1% 100% VS 19519 18686 4,3% 21,7% China 4477 8625 +92,7% 10,4% EU 14814 14143 4,5% 17,3% Gebaseerd op cijfers BP Statistical Review of World Energy 2010: pag.11 Het gasverbruik zal volgens het IEA nog sterker stijgen dan olie. Tussen 2008 en 2035 wordt er een gemiddelde jaarlijkse groei verwacht van 1,4%. 65 De cijfers van het consumptiegebruik van gas van de afgelopen jaren in tabel 2.2 laten ook hier een enorme toename zien van China hoewel haar aandeel in de totale wereldconsumptie nog veel kleiner is dan de aandelen van de VS en de EU. 64 International Energy Agency, World Energy Outlook 2010; Executive Summary, p.1 65 International Energy Agency, World Energy Outlook 2010; Executive Summary, p.10 25

Tabel 2.2: Gasconsumptie 1999 2009 (x miljard kubieke meters) 1999 2009 Verandering 2009 t.o.v. 1999 Deel van totaal 2009 Wereld 2321.3 2940.4 + 26,6% 100% VS 634.4 646.6 + 1,9% 22,2% China 21.5 88.7 + 312,5% 3% EU 428.8 459.9 + 2,6 15, 6% Gebaseerd op cijfers BP Statistical Review of World Energy 2010: pag.27 De flinke toename in de vraag naar olie en gas heeft als consequentie dat de olie en gasbronnen eerder zullen zijn uitgeput. Tot nu toe hebben de olie en gasproducerende landen nog voldoende gas en olie kunnen leveren om de vraag te beantwoorden maar hoe lang dit nog zal zijn daar twisten verschillende economen en geologen over. Een groeiende groep economen en geologen is er van overtuigd dat de wereldolie haar piek heeft bereikt in 2007. Ook de gaspiek zou aanstaande zijn. 66 De meeste energie experts zijn het er over eens dat de wereldproductie de vraag naar olie en gas op termijn niet kunnen beantwoorden. Een veel gehoorde schatting is dat tussen 2040 en 2060 alle oliereserves ter wereld uitgeput zullen zijn. 67 In de volgende twee tabellen, 2.3 en 2.4, worden de olie en gasreserves en de cijfers van de olieproductie en gasproductie getoond van de 3 landen die de meeste bewezen reserves hebben van respectievelijk olie en gas. Als mede de cijfers van de grootmachten VS, de EU en Rusland. Tevens worden in het kader van deze scriptie de cijfers weergegeven van de 4 landen in CEA die over aanzienlijke reserves beschikken. 66 Op het Veld, R., 2008., p.107 67 Klare, M.T. 2001. p.42 26

Tabel 2.3: Oliereserves en olieproductie 2009 Reserves Productie x 1000 Deel van x 1000 vaten Deel van miljoen vaten wereldoliereserves per dag wereldolieproductie Wereld 1333,1 100 % 79948 100 % 1.Saudi Arabie 264,6 19,8 % 9713 12 % 2.Iran 137,6 10,3 % 4216 5,3 % 3.Irak 115 8,6 % 2482 3,2 % VS 28,4 2,1 % 7731 8,5 % EU 6,3 0,5 % 2082 2,6 % Rusland 74,2 5,6 % 10032 12,9 % Azerbeidzjan 7 0,5 % 1033 1,3 % Kazachstan 39,8 3 % 1682 2 % Oezbekistan 0,6 107 0,1 % Turkmenistan 0,6 206 0,3 % Gebaseerd op cijfers BP Statistical Review of World Energy 2010: pag.6 en 8 Tabel 2.4: Gasreserves en gasproductie 2009 Reserves Productie x Triljoen kubieke Deel van wereld x Miljard Deel van wereld meter gasreserves kubieke meter gasproductie Wereld 187.49 100 % 2987 100 % 1.Rusland 44.38 23,7 % 527.5 17,6 % 2.Iran 29.61 15,8 % 131.2 4,4 % 3.Qatar 25.37 13,5 % 89.3 3 % VS 6.93 3,7 % 593.4 20,1 % EU 2.42 1,3 % 171.2 5,7 % Azerbeidzjan 1.31 0,7 % 14.8 0,5 % Kazachstan 1.82 1 % 32.2 1,1 % Oezbekistan 1.68 0,9 % 64.4 2,2 % Gebaseerd op cijfers BP Statistical Review of World Energy 2010: pag.22 en 24 27

Gezien de toenemende vraag en de toenemende schaarste in een wereld waarin een economisering van de internationale politiek plaats heeft gevonden is wordt het geografische component van energiebronnen steeds belangrijker. Verruit het grootste aandeel van de olie en gasreserves zijn te vinden in het Midden Oosten en Rusland Door de politieke onstabiliteit is het echter van belang voor grote energieverbruikers om zich niet volledig afhankelijk te stellen voor hun import vanuit het Midden Oosten. 68 Ook een te grote afhankelijkheid van Rusland kan ook voor problemen zorgen zoals voor de lidstaten van de EU is gebleken tijdens de gasconflicten tussen Rusland en Oekraïne in 2006 en 2009. Vlak na het uiteenvallen van de Sovjet Unie bleek dat in CEA de voorraden gas en olie aanzienlijker waren dan altijd werd aangenomen. Kazachstan is, buiten Rusland, Venezuela en het Midden Oosten om, het land met de grootste olievoorraad. 69 Turkmenistan heeft de 4 e grootste gasvoorraad in de wereld. 70 Wanneer we de olieproductie te samen nemen, van de 4 landen in CEA die aanzienlijke reserves hebben, dan produceren zij meer dan landen als Venezuela, Irak of Koeweit; 3,6 % van de wereldproductie. 71 Ze zouden dan op plaats 9 staan van olieproducerende landen. Wanneer we op eenzelfde manier kijken naar de gasproductie van deze landen dan zouden zij samen 4 e staan op de lijst van producerende gaslanden met 4,5 %. 72 CEA is hierdoor een van de belangrijkste regio s geworden als het gaat om tot een diversificatie te komen in energieleveranties van het Westen. 2.4 Conclusie Zoals we hebben kunnen zien spelen olie en gas een aanzienlijke rol in de internationale politiek. Inmiddels hebben energiebronnen hun weg definitief gevonden op de veiligheidsagenda s van de grootmachten in de huidige wereld. Olie en gas, dat te samen voor 70% voorziet in de energiebehoefte van de wereld, spelen hierin een cruciale rol. Echter, de preoccupatie van grootmachten ten aanzien olie en gas is geen nieuw verschijnsel. Sinds de opkomst van olie en gas als energiebron is er sprake van een internationale politieke strijd rondom deze energiebronnen, deze strijd heeft zich echter wel 68 Amineh, M. ed., 2007, The Greater Middle East in Global Politics, Leiden: Koninklijke Brill, p.375 69 Britisch Petroleum,2010, BP Statistical Review of World Energy 2010, p.6 70 Idem p.22 71 Idem p.8 72 Idem p.24 28