Ontwerp Klimaatvisie gemeente Harenkarspel 2012-2020. Over energie schaarste en klimaatverandering

Vergelijkbare documenten
KLAAR VOOR VERANDERING. Ontwerp Klimaatvisie gemeente Zijpe

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad

Helmonds Energieconvenant

Energievisie Borne 22 september Michel Leermakers Linda Rutgers Twence. Co Kuip HVC.

Duurzaamheid: ervaringen uit Woerden. Hans Haring, wethouder duurzaamheid Woerden

DUURZAAMHEID, KLIMAATVISIE EN REGIONALE ENERGIE STRATEGIE. Bijeenkomst gemeenteraad 5 februari 2019

Klimaat- en energiebeleid Gemeente Nijmegen

Concept Raadsvoorstel

CONCEPT FACTSHEETS KLIMAATCONTRACT PROVINCIE DRENTHE GEMEENTE HOOGEVEEN Datum: Blad 1 van 5

Samen werken aan een duurzaam Hellendoorn. Collegebesluit 14 mei Raadsbesluit 29 oktober 2013.

1. Hoe dringend vindt u het klimaatprobleem? Helemaal niet dringend, we 1% Er is helemaal geen klimaatprobleem. Weet niet / geen mening

1 van :03

Energieneutraal keten sluisdeur Goese Sas

Samen werken aan een klimaatbestendige en energieneutrale gemeente

VNG Raadsledencampagne

CO 2 -reductiedoelstelling

Duurzame ontwikkeling:

STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA

Aan de raad AGENDAPUNT 3. Doetinchem, 15 april 2009 ALDUS BESLOTEN 23 APRIL Klimaatplan Doetinchem

Duurzame energie Fryslân Quickscan 2020 & 2025

Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL

Groen gas. Duurzame energieopwekking. Totaalgebruik 2010: 245 Petajoule (PJ) Welke keuzes en wat levert het op?

Uitvoeringsprogramma Klimaatbeleid Vaals

Uitvoeringsprogramma 2017 en Op weg naar een klimaatneutraal Gemeente Renkum

Totale uitstoot in 2010: kiloton CO 2

Duurzaamheidsmonitor 2017 Voorbeeld

Beleid dat warmte uitstraalt. Van warmteopties voor klimaatverbetering naar klimaatverbetering voor warmteopties

Duurzaamheidsonderzoek en subsidiescan Combibad De Vliet te Leiden. 11 februari 2016

Paragraaf duurzaamheid

Groen? Het is te doen! Audit.Tax.Consulting.Financial Advisory.

Uitvoeringsmaatregelen Hier zijn als beeldvorming de richtingen aangegeven waar het college verder inhoud aan te geven.

: Mitigatie en Adaptatie

DE OPMAAK VAN EEN SEAP VOOR DE GEMEENTE KLUISBERGEN KLIMAATTEAM

Notitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug

Notitie energiebesparing en duurzame energie

De Kromme Rijnstreek Off Grid in Hoe kan dat eruit zien?

Energie in de provincie Utrecht. Een inventarisatie van het energiegebruik en het duurzaam energie potentieel

WATER- SCHAPPEN & ENERGIE

Klimaatakkoord Rijk en UvW

Duurzaamheid, Energie en Milieu

PROJECTPLAN METERS MAKEN IN DE ESHOF

WKO in duurzame gebiedsontwikkeling case Westland Ir. Marion Bakker SenterNovem

Deelname van gemeente Heusden aan landelijke Stimuleringsregeling voor lokale Klimaatinitiatieven (SloK)

Februari Kadernotitie duurzame ontwikkeling Smallingerland

Energie neutraal Veenendaal De aanpak en de inhoud

Onderwerp Routekaart Energieneutraal Nieuwegein Datum 08 augustus 2017

Meer grip op klimaatbeleid

Tussenevaluatie Zutphen energieneutraal anno 2012 Forum 23 april 2012

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2013/18

Onderverdeeld naar sector bedraagt het energieverbruik procentueel: 32% 18%

EfficiEncy Duurzaam. EnErgiEbEsparing. Warmte en koude. KEnnis industrie. energie financiering. instrumenten. GebouwDe omgeving

Een 10 puntenplan gemeenten die echt iets aan het klimaatprobleem willen doen

Communicatieplan WTH Vloerverwarming in het kader van de CO2-Prestatieladder

Riedsútstel. Underwerp Duurzaamheidsbeleid

NOTITIE. 1 Scenario s voor CO 2 -reductie Inleiding. Nulsituatie, klimaatwinkelen en klimaatbeleidsplan gemeente Schiedam

100% groene energie. uit eigen land

ROUTEKAART DUURZAAM OSS

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Maak werk van zon & wind Schone energie voor heel Tynaarlo. Tynaarlo

Milieudienst West-Holland. Klimaatprogramma Holland Rijnland en Rijnstreek Gerrit Jan Schraa Programmaleider

Jaarverslag Van pionieren naar realiseren

Gemeente Ede energieneutraal 2050

De Lokale Duurzame Energie Coöperatie. EnergieCoöperatieBoxtel Betaalbaar, duurzaam, eigen en onafhankelijk

CO2-reductiedoelstellingen + voortgang

CO2-reductiedoelstellingen

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Routekaart Energietransitie procesafspraken

CO2-reductieplan 2015

OPZET KLIMAATPLAN

Klimaatakkoord. Ministerie van Economische Zaken en Klimaat T.a.v. de heer ir. E.D. Wiebes Postbus EK 'S-GRAVENHAGE

Sector- en keteninitiatieven CO 2 -prestatie

CO 2 -reductiedoelstelling

Parkstad Limburg EnergieTransitie (PALET)

CO2-reductiedoelstellingen + voortgang

UITVOERINGSPROGRAMMA

ENERGIEAKKOORD. Gevolgen, verplichtingen en kansen THOMAS KOKSHOORN

Werkgroep Duurzame Energie

tot eind LED verlichting bij vervanging - inzet slimme verlichtingsconcepten

Oosterhout Nieuwe Energie Voorbereiding oprichting coöperatie

Raadsvoorstel. Voorloper. Startnotitie Duurzaam Druten. Datum collegebesluit 9 januari 2018 Datum presidium 8 januari 2018

Datum 29 september 2011

Fotoverslag Gesprek 1 Stadsgesprek Duurzame energie Rijnenburg

Raadsvoorstel. Samenvatting

Gemeente Bergen. Ontwikkelingen energiegebruik en duurzame energieproductie tot Mark Valkering en Herman Verhagen 14 oktober 2016

CO2-reductieplan 2015

Almere. Uitkomsten van de zoektocht naar dé klimaatneutrale gemeente in Flevoland 2015

Masterclass IV. Energie op bedrijventerreinen

Naar een klimaatneutrale sportvereniging

Toelichting energie- en klimaatactieplan Ranst

Ontwerp Gezonde Systemen

Rabin Baldewsingh. 27 juni SBR congres

Duurzaamheidvisie Gemeente Staphorst

Onderwerp Regionale Energiestrategie (RES) regio Noordoost-Brabant. Geachte bestuursleden,

Uitkomsten van de zoektocht naar dé klimaatneutrale gemeente in Flevoland 2014

Nieuwsbrief CO2-Prestatieladder. Q1, Q2 en Q3 2017

TER KENNISNAME. Onderwerp : Klimaatbeleid (energiebeleid) de commissie grondgebiedzaken

Energiemanagement actieplan

Energieakkoord voor duurzame groei. Juli 2014 WERK IN UITVOERING. Ed Nijpels. Wie zaten aan tafel tijdens de onderhandelingen?

Kennissessie: CO 2 neutraal het echte verhaal

Bedrijventerrein Isselt/Awest: op weg naar duurzame innovatie

Transcriptie:

Ontwerp Klimaatvisie gemeente Harenkarspel 2012-2020 Over energie schaarste en klimaatverandering gemeente Harenkarspel vastgesteld t.b.v. inspraak d.d. 15 mei 2012

INHOUD BLAD 1 WAAROM EEN KLIMAATVISIE - 1-1.1 Verandering is nodig - 1-1.2 Harenkarspel intensiveert haar beleid - 1-1.3 Vaststellen duurzaamheidbeleid voorafgaande aan fusie drie gemeenten - 2-1.4 Leeswijzer - 2-2 UITGANGSPUNTEN VAN BELEID - 3-2.1 Scope Klimaatvisie - 3-2.2 Beleidsmatige context - 3-2.3 Uitgangssituatie Harenkarspel - 4-3 DOELSTELLINGEN EN STRATEGIE KLIMAATVISIE - 5-3.1 Doelstellingen - 5-3.2 Integraal klimaatbeleid - 6-3.3 Strategie algemeen - 7-3.4 Strategie voor verduurzaming van de energievoorziening - 8-3.5 Strategie voor aanpassen aan klimaatverandering - 8-4 PRIORITEITEN - 10-4.1 Energiebesparing - 10-4.2 Productie en gebruik duurzame energie - 10-4.3 Klimaatbestendigheid - 11-4.4 Bewustwording - 12-5 MONITORING KLIMAATBELEID - 13-5.1 Monitoring energieverbruik en duurzame opwekking - 13-5.2 Monitoring klimaatprojecten - 13-5.3 Monitoring integratie klimaatbeleid in de gemeente - 13-6 COMMUNICATIE - 14-6.1 Communicatiedoel - 14-6.2 Communicatiedoelgroepen - 14-6.3 Communicatiestrategie - 14-7 TOTAAL OVERZICHT PERSONELE INZET EN FINANCIËN - 16 - BIJLAGE 1 UITVOERINGSPROGRAMMA 2012 2013-0 - BIJLAGE 2 BESTUURSOPDRACHT - 1 - BIJLAGE 3 AFSPRAKEN SLOK-REGELING - 1 - BIJLAGE 4 BELEIDSKADERS - 1 - BIJLAGE 5 MASTERPLAN DUURZAME ENERGIE GEMEENTE HARENKARSPEL (HVC) - 1 - Klimaatvisie gemeente Harenkarspel 2012-2020

1 WAAROM EEN KLIMAATVISIE 1.1 Verandering is nodig Om verdere klimaatverandering te beperken én de uitputting van grondstoffen voor te zijn, is een duurzame energievoorziening om meer dan één reden essentieel. Daarvoor is de inzet van iedereen nodig. Overheid, bedrijven en burgers moeten duurzamer omgaan met natuurlijke hulpbronnen. De regering Rutte heeft Rijksdoelstellingen opgesteld die aansluiten bij de EU-ambitie. Deze doelstellingen zijn er op gericht om in 2020 te voldoen aan 20% energiebesparing, 14% opwekking van duurzame energie en 20% reductie van de CO 2 uitstoot. Het besparen op energiegebruik en het duurzaam opwekken van energie is niet alleen gericht op behoud van het klimaat. Het beleid richt zich ook op het behoud van een betrouwbare en betaalbare energievoorziening in de toekomst. Iedereen zal zijn steentje bij moeten dragen om de doelen te halen. Ook de Harenkarspel zet zich daarvoor in. Inzetten op een verduurzaming van de energievoorziening kan verandering van klimaat beperken, maar naar alle waarschijnlijkheid niet meer voorkomen. Daarom zet Harenkarspel parallel aan besparing en verduurzaming van energie ook in op aanpassing aan de verandering van het klimaat. Dat betekent dat Harenkarspel zich voorbereidt op: hogere temperaturen, een stijging van de zeespiegel, drogere zomers, korte hevige buien en in sommige gebieden een forse toename van het zoutgehalte in de bodem. 1.2 Harenkarspel intensiveert haar beleid Verduurzaming (in onder andere energieopwekking en bouwen) geeft steeds meer particulieren, maatschappelijke organisaties en bedrijven energie, inspiratie en een aanzet tot innovatie! De gemeente Harenkarspel wil hierin faciliteren en het goede voorbeeld geven. De Klimaatvisie is het eerste, langjarige, beleidskader op het gebied van klimaat en energie voor de gemeente Harenkarspel. De inhoud van deze visie en het 2 jarig uitvoeringsprogramma sluiten aan op de in de raad van 30 juni 2009 vastgestelde bestuursopdracht waarbij kaders en aandachtpunten zijn aangegeven (zie bijlage 2). Het voorheen ontbreken van duurzaamheidbeleid zegt niet dat er in het verleden bij de uitvoering van gemeentelijke taken geen aandacht is geweest voor de thema s klimaat en energie. Zo zijn er activiteiten uitgevoerd met als doel het bevorderen van energiebesparing en het opwekken van duurzame energie, waarvoor de gemeente subsidie heeft ontvangen op grond van subsidieregelingen. Hierbij richtte de aandacht zich voornamelijk op gemeentelijke gebouwen, woningen en bedrijven. Het betreffen de volgende regelingen: Gemeentelijke Energie Aanpak (GEA), Bestuursakkoord Nieuwe Stijl (BANS) en Stimulering Lokale Klimaatinitiatieven (SLOK). De periode van deze laatste subsidieregeling loopt eind 2012 af. De afspraken uit de SLOK-regeling zijn in bijlage 3 opgenomen. De inspanningen zet de gemeente de komende jaren voort. Maar met het toenemen van de noodzaak om te veranderen, en misschien belangrijker nog, het toenemen van het maatschappelijk besef dat verandering nodig is, is het nu tijd voor een volgende stap. Vooral op het gebied van de opwekking van duurzame energie wil de gemeente een actievere rol gaan spelen. Klimaatvisie gemeente Harenkarspel 2012-2020 - 1 -

Harenkarspel heeft de ambitie haar activiteiten op het gebied van energie en klimaat te intensiveren en neemt actief haar verantwoordelijkheid bij het komen tot een duurzamere energievoorziening. Harenkarspel kiest voor een effectief en efficiënt klimaatbeleid. Dat vertaalt zich onder andere in het nadrukkelijk koppelen van het klimaatbeleid aan andere beleidsvelden (vooral Ruimtelijke Ordening, Volkshuisvesting, Bouw- en Woningtoezicht en Duurzaam Inkopen, maar ook Verkeer en Vervoer) en in samenwerken met andere organisaties, zowel in lokaal als regionaal verband. 1.3 Vaststellen duurzaamheidbeleid voorafgaande aan fusie drie gemeenten In 2013 dient de fusie van de drie gemeenten Harenkarspel, Schagen en Zijpe een feit te zijn. Het bestuur van de gemeente Zijpe heeft in juli 2011 klimaatbeleid vastgesteld. De gemeente Schagen is voornemens begin 2012 klimaatbeleid vast te stellen. Daarom is in verband met de aanstaande fusie met de gemeenten Schagen en Zijpe er voor gekozen om de doelstellingen die Harenkarspel heeft en de inhoudelijke prioriteiten door middel waarvan deze doelstellingen vorm krijgen op elkaar af te stemmen. Als bijlage aan deze visie is een uitvoeringsprogramma toegevoegd, waarin per prioriteit door middel van activiteiten is beschreven hoe de doelstellingen worden gerealiseerd. Met deze activiteiten laat de gemeente zien dat duurzaam handelen hoort en loont. Dit uitvoeringsprogramma behelst de jaren 2012 en 2013. Ook voor de inhoud van de uitvoeringsprogramma s van de drie gemeenten geldt dat deze nagenoeg gelijk is. In een tabel die als bijlage B is toegevoegd aan het uitvoeringsprogramma 2012-2013 is aangegeven welke activiteiten afwijken. Er is voor de periode 2012-2013 gekozen, omdat het jaar voor en het jaar na de fusie voor de gemeenten jaren zijn waarin veel op organisatorisch vlak moet gebeuren. In 2013 worden wel voorbereidingen getroffen voor het maken van een uitvoeringsprogramma 2014 2020. Hierbij zal wederom gebruik gemaakt worden van de expertise van de HVC voor het maken van een energiescan voor de nieuwe gemeente Schagen. 1.4 Leeswijzer In hoofdstuk 1 wordt onder andere de aanleiding en het belang van een klimaatvisie voor de gemeente Schagen aangegeven. In hoofdstuk 2 zijn de uitgangspunten van het beleid weergegeven. Ook bevat dit hoofdstuk de uitgangssituatie van de gemeente; wat is het huidig energieverbruik en het huidig aandeel duurzame energie. In hoofdstuk 3 zijn de doelstellingen vermeld. Aan de hand van het overzicht van doelstellingen wordt in dit hoofdstuk ook aangegeven voor welke strategie gekozen is om uiteindelijk de doelstellingen te kunnen behalen. Hoofdstuk 4 bevat de prioriteiten die het resultaat zijn van de vertaling van de doelstellingen en strategie. In hoofdstuk 5 wordt ingegaan op de jaarlijks uit te voeren monitoring. Hoofdstuk 6 bevat een omschrijving van de rol van communicatie in het klimaatbeleid. Tot slot wordt in hoofdstuk 7 aangegeven wat de benodigde personele inzet en financiën voor uitvoering van het klimaatbeleid zijn. Klimaatvisie gemeente Harenkarspel 2012-2020 - 2 -

2 UITGANGSPUNTEN VAN BELEID 2.1 Scope Klimaatvisie Deze Klimaatvisie richt zich op: 1. maatregelen die vermindering van emissies van broeikasgassen - die klimaatverandering veroorzaken - beogen (mitigatie); 2. maatregelen die de kwetsbaarheid voor klimaatverandering verminderen of waarmee geprofiteerd wordt van de kansen die een veranderend klimaat biedt (adaptatie). Deze nota betreft nadrukkelijk een visie, die zowel voor de korte als lange termijn richting geeft aan de wijze waarop de klimaatdoelen worden gerealiseerd. De doelstellingen en strategie in deze visie (hoofdstuk 3) en de uitwerking van doelstellingen in prioriteiten (hoofdstuk 4) reiken tot het jaar 2020, en zijn afgestemd met de gemeenten Schagen en Zijpe. Daaruit volgt een aanpak voor de korte termijn, dat zo concreet mogelijk is uitgewerkt in een uitvoeringsprogramma (bijlage 1). Dit programma beslaat de periode tot en met 2013. 2.2 Beleidsmatige context Beleidskaders overheidslagen Energieschaarste en klimaatverandering zijn mondiale problemen. De urgentie van de problematiek wordt in de maatschappij steeds meer erkend. Het is dan ook niet verwonderlijk dat vrijwel alle overheidslagen beleid hebben geformuleerd op het gebied van klimaat en energie. Harenkarspel wil aansluiten op de in deze beleidskaders gemaakte afspraken, maar heeft nog meer ambitie. Binnen de geschetste beleidscontext zoekt de gemeente vanuit haar eigen taken en verantwoordelijkheden naar manieren om een bijdrage te leveren. De gemeente vindt de met het Rijk gemaakte afspraken, volgend uit diverse beleidskaders, onvoldoende en heeft zichzelf een hogere ambitie opgelegd. In bijlage 4 wordt een overzicht gegeven van de van toepassing zijnde beleidskaders. Het resultaat van deze beleidskaders, de ondersteunende uitvoeringsprogramma s, afspraken met diverse branches, provincies, VNG en de marktwerking (lagere kosten energiebesparende apparaten, goedkoper worden van duurzame energie installaties) wordt de autonome ontwikkeling genoemd. Coalitieakkoord Deze visie sluit aan op de inhoud van het coalitieakkoord Samen aan de slag! voor wat betreft het onderwerp Duurzaamheid. Het opstellen van een klimaatvisie -waartoe het vorige College opdracht heeft gegeven- zal zo spoedig mogelijk worden afgerond. Binnen de klimaatvisie moet tenminste aandacht zijn voor: - Het vergroten van het bewustzijn bij inwoners en bedrijven ten aanzien van duurzaamheidaspecten in hun dagelijkse doen en laten; - Duurzaam inkopen en duurzaam aanbesteden; - Doelstellingen ten aanzien van duurzaam, betaalbaar en energiezuinig (ver)bouwen; - Het bevorderen van groene energie inclusief het herijken van het windmolenbeleid; - Duurzame landbouw in samenwerking met de werkgroep plattelandsvernieuwing. Bij elk beleidsvoorstel dat zich daarvoor leent zal een duurzaamheidparagraaf opgenomen worden. Klimaatvisie gemeente Harenkarspel 2012-2020 - 3 -

Structuurvisie Deze visie sluit ook aan op de inhoud van de Structuurvisie voor wat betreft het onderwerp Duurzaamheid. In deze structuurvisie staat: Bij bouwlocaties wordt nadrukkelijk aandacht besteed aan duurzaam bouwen en betaalbare woningen. 2.3 Uitgangssituatie Harenkarspel Gebruik is gemaakt van gegevens, opgenomen in het Masterplan duurzame energie gemeente Harenkarspel (MDE) van november 2009, opgesteld door de NV Huisvuilcentrale Alkmaar (HVC) (bijgevoegd: bijlage 5). In 2013 zal t.b.v. het opstellen van een uitvoeringprogramma 2014 2020 opnieuw een onderzoek plaatsvinden, om de gegevens te actualiseren. Huidig energieverbruik Uit het onderzoek van de HVC blijkt dat het geschat energiegebruik in Harenkarspel per jaar 1,8 PJ (PetaJoule) is, dat overeenkomt met de uitstoot van 137 kiloton CO 2. Bijna 40% van de energie wordt gebruikt door huishoudens, gevolgd doorlandbouw (23%), zakelijk transport (17%), industrie (12%) en commerciële dienstverlening (9%). Huishoudens nemen daarmee een zeer belangrijk deel van het energiegebruik in Harenkarspel voor hun rekening. Van dat energiegebruik door huishoudens wordt iets minder dan de helft gebruikt voor verwarming. Met 34% van het huishoudelijk energiegebruik komt mobiliteit op een stevige tweede plaats. Duurzame energie In 2008 bedroeg het aandeel duurzame energie in de gemeente 0,07 PJ (4% van het energieverbruik). Dit wordt opgewekt door windenergie, mestvergisting en het aan de gemeente toe te rekenen deel van installaties elders (o.a. bij de NV Huisvuilcentrale Alkmaar). Klimaatvisie gemeente Harenkarspel 2012-2020 - 4 -

3 DOELSTELLINGEN EN STRATEGIE KLIMAATVISIE Dit hoofdstuk geeft weer welke doelstellingen de gemeente Harenkarspel heeft voor de periode die reikt tot 2020 en voor welke strategie gekozen wordt om deze doelstellingen te bereiken. In het volgende hoofdstuk wordt uitgewerkt welke prioriteiten worden gesteld om hieraan vorm te geven. 3.1 Doelstellingen De gemeente Harenkarspel is ambitieus als het gaat om haar klimaatdoelstellingen. Waar dit realistisch haalbaar is zijn hogere doelstellingen opgenomen dan de Rijksdoelstellingen van de regering Rutte. Dit betekent dat de gemeente Harenkarspel in 2020 wil voldoen aan: - 6% energiebesparing; - 27% reductie van CO 2 uitstoot broeikasgassen; - 30% opwekking van duurzame energie. Tabel 1: Kerngegevens Klimaatbeleid Rijk en gemeente Harenkarspel (bron: MDE HVC). Referentiejaar Rijksdoelstellingen Autonome ontwikkeling Doel Klimaatvisie gemeente Harenkarspel indicatoren/ jaar 2008 2020 2020 2020 Verbruik en % reductie t.o.v. 2008 1,8 PJ 1,8 PJ 1,7 PJ 20% 0% 6% CO 2 + broeikasgassen uitstoot en % reductie t.o.v. 2008 *) 137 kton 20% 130 kton *) 5% 99 kton *) 27 % Duurzame energie opwekking en % t.o.v. verbruik 0,07 PJ 4% 14% 0,18 PJ 10% 0,51PJ 30% *) Berekening CO 2-reductie: bij energiebesparing geeft 1% besparing ook 1% reductie; 1% duurzame energie geeft 0,8% reductie. De onderstaande zaken liggen ten grondslag aan deze ambitie: - De huidige Duurzame Energie opwekking (DE) bedraagt 4% van het totaal verbruik in de gemeente (referentie jaar is 2008). - De gemeente bezit een behoorlijk potentieel voor DE (zie MDE pagina18). - Windenergie is voor Harenkarspel de belangrijkste bron voor DE naast biomassa, zon en geothermie (hoge temperatuur warmte uit zeer diepe aardlagen). - Gezien het grote belang van DE kiest de gemeente voor een realistische intensivering-opgave voor DE van 0,18PJ in 2020 naar 0,51PJ in 2020, dus 0,33PJ extra opwekking. Dat is dus bovenop de hoeveelheid als gevolg van de autonome ontwikkeling. Het realiseren van deze opgave kan door een extra inzet op biomassa, (participatie) in windenergie projecten in de gemeenten en/of elders (op land en/of op zee), zonenergie in de gemeente of elders en wellicht benutting van restwarmte uit bedrijven. Onderzoek vindt hiernaar plaats (project Warmtering Warmenhuizen-Tuitjenhorn). Klimaatvisie gemeente Harenkarspel 2012-2020 - 5 -

- De Rijksdoelstelling van 20% energie besparing in 2020 is voor Harenkarspel niet haalbaar. Door de combinatie van de geplande woningbouw en bedrijven ontwikkeling zou er volgens het MDE sprake zijn van 0% energiebesparing. In dit cijfer is echter de realisatie van een nieuw zorgcentrum, een kuur-resort met hotel Tropical Paradise en het tussengebied meegenomen. Nu duidelijk is dat deze projecten niet of gedeeltelijk worden gerealiseerd, zal de reductie van het verbruik naar verwachting enkele procenten hoger uitkomen. - Met een realistische extra inzet hierop wordt minimaal 6% energiebesparing bereikt in 2020. Vanwege de fusie met de gemeenten Schagen en Zijpe is in 2012 en 2013 onvoldoende personele capaciteit aanwezig om direct voor een intensief uitvoeringsprogramma te kiezen. Voor de jaren 2012 en 2013 is daarom uitgegaan van de autonome ontwikkelingen. De implementatie van autonome ontwikkelingen behoort onderdeel te zijn van de huidige werkprocessen. Uiteraard zullen kansen die zich voordoen en die niet vallen onder dit scenario niet genegeerd worden. De reductie van uitstoot van CO 2 en broeikasgassen is de primaire doelstelling van het klimaatbeleid. Meer duurzame energie opwekken en gebruiken levert de belangrijkste bijdrage aan deze reductie. Dat laat ook tabel 1 zien. Vermindering van het totale energieverbruik blijft daarnaast van belang, omdat de vraag naar energie als gevolg van ontwikkelingen toeneemt. In het Uitvoeringsprogramma 2012-2013 zijn activiteiten opgenomen, die aansluiten bij de autonome ontwikkelingen. Uitvoering van dit eerste uitvoeringsprogramma voor de komende twee jaar vormt een goede basis voor het behalen van de primaire doelstelling van 20% reductie van CO 2-uitstoot in 2020. Voor afloop van de periode van het eerste programma zal voor de fusiegemeente Schagen nogmaals een onderzoek worden gedaan naar de maatregelen die nodig zijn om aan minimaal de Rijksdoelstellingen te voldoen in 2020. Vervolgens wordt een Uitvoeringsprogramma 2014-2017 opgesteld. Voor wat betreft aanpassing aan de gevolgen van het veranderende klimaat is de doelstelling om alle relevante activiteiten die de gemeente ontplooit klimaatbestendig te maken. 3.2 Integraal klimaatbeleid De duurzaamheidprincipes van het klimaatbeleid worden helder verwoord in de gangbare definitie van duurzame ontwikkeling: het proces van verandering waarin het gebruik van grondstoffen, de richting van investeringen, de oriëntatie van technologische ontwikkeling en institutionele verandering alle in onderlinge harmonie zijn en zowel het huidige als toekomstige potentieel verhogen om te voldoen aan de menselijke behoeften en wensen (WCED, 1987) Vanuit deze visie is het belangrijk dat de keuzes die gemaakt worden door de gemeente, bedrijven, instellingen en burgers alle uitgaan van duurzaamheid. De klimaatvisie is met andere woorden een integraal onderdeel van beleid en uitvoering. Bij Harenkarspel worden de uitgangspunten van de klimaatvisie daarom opgenomen in alle beleid- en afdelingsplannen en in elk relevant B&W- en raadvoorstel wordt een duurzaamheidparagraaf over de bijdrage die het voorstel levert aan de klimaatdoelen opgenomen. Door structureel en integraal aandacht aan klimaatbeleid in de gemeentelijke organisatie, worden kansen die zich voordoen in het werkveld van de gemeente tijdig onderkend en optimaal benut. Klimaatvisie gemeente Harenkarspel 2012-2020 - 6 -

Om de uitvoering van de Klimaatvisie goed op te zetten, te coördineren en te monitoren en om de samenwerking tussen de fusiegemeenten te waarborgen is een programmacoördinator aangesteld. Onderstaande figuur geeft de organisatie van uitvoering en monitoring schematisch weer. In het gedetailleerde uitvoeringsprogramma staan de verantwoordelijke afdelingen en uitvoerders aangegeven. Gemeenteraad College B&W Programma coördinator Uitvoerders activiteit (ook bij Milieudienst) De klimaatvisie richt zich in eerste instantie op het handelen van de gemeente zelf, om het goede voorbeeld te geven, maar ook vanwege het feit dat de gemeente op haar eigen handelen de meeste invloed heeft. Daarnaast wil de gemeente ook andere belangrijke partijen uitdagen, zoals woningbouwcorporaties, particulieren en het bedrijfsleven. In hoofdstuk 4 is aangegeven welke partners hierbij worden betrokken en wat van deze partijen wordt verwacht. Naast de woningbouwcorporatie en het bedrijfsleven is daarbij voor innovatieve pilots ook ECN interessant. Samenwerking met partners voorkomt dubbel werk en/of erger nog, tegenstrijdig handelen. Bovendien is hiermee geborgd dat een prioriteit op het meest geëigende schaalniveau wordt opgepakt. Door middel van participatie van burgers en bedrijfsleven in een overlegorgaan wordt getracht gezamenlijke activiteiten te ontwikkelen die bijdragen aan draagvlak voor het klimaatprobleem en stimulerend werken voor uitvoering van maatregelen. 3.3 Strategie algemeen Op de inhoud van de klimaatvisie zijn de volgende strategische uitgangspunten van toepassing: - Voor de jaren 2012 en 2013 wordt voor wat betreft de te bereiken doelstellingen alleen uitgegaan van de autonome ontwikkelingen; - Eind 2013 vindt een overleg plaats over beschikbare capaciteit van de gemeente voor het toepassen van intensieve (eigen) ontwikkelingen voor de periode na 2013; - Duurzame energieopwekking vindt zoveel mogelijk plaats in de eigen gemeente en daarna in de regio; - Integrale benadering: combineren van bestaand en nieuw (intern en extern) beleid, zoals beleid met betrekking tot duurzaam bouwen en duurzaam inkopen vindt plaats; - De gemeente wil: a) het goede voorbeeld geven; b) indien nodig regelgeving aanpassen; c) bewustwording bij ambtenaren en externen bevorderen. - Het principe van de Trias Energetica is van toepassing: a) energie besparen; b) duurzame energieopwekking; c) een zo efficiënt mogelijke productie en gebruik van fossiele brandstoffen. - Bovengenoemde opgave is ook mogelijk door een actieve bijdrage van derden, zoals de HVC, in windenergieprojecten elders (op land en/of zee); Klimaatvisie gemeente Harenkarspel 2012-2020 - 7 -

- De gemeente ondersteunt bij de ontwikkeling van duurzame energie ook de verdere uitbouw van de regionale energiebedrijven die deze energie leveren; - Deelname van particulieren en ondernemers aan de projecten wordt gestimuleerd. 3.4 Strategie voor verduurzaming van de energievoorziening Uitgaande van het Trias Energetica principe is deze benaderingswijze op basis van het MDE vertaald naar een dubbele strategie om tot verduurzaming van de energievoorziening te komen: Reductie van de energievraag De eerste strategie voor de vermindering van CO 2-uitstoot is inzetten op de reductie van de energievraag in de gemeente. Dit door aandacht voor energiebesparing en kleinschalige opwekking van duurzame energie in de gebouwde omgeving. In het MDE zijn scenario s hiervoor beschreven. Het autonome scenario gaat uit van een invulling door gemeenten en andere partijen van de Rijksdoelstellingen. Door nieuwe woningbouwplannen en (uitbreiding) van bedrijventerreinen is de landelijke trend (= autonome ontwikkeling) van 2% energiebesparing per jaar niet haalbaar voor de gemeente Harenkarspel. De combinatie van deze nieuwe ontwikkeling en de landelijke trend resulteert er in dat geen energie besparing wordt behaald in 2020. In dit cijfer is echter de realisatie van een nieuw zorgcentrum, een kuurresort met hotel Tropical Paradise en het tussengebied meegenomen. Nu duidelijk is dat deze projecten niet of gedeeltelijk worden gerealiseerd, zal de reductie van het verbruik naar verwachting enkele procenten hoger uitkomen. Toch is nog een extra inspanning nodig om aan de doelstelling van de gemeente Harenkarspel, namelijk het realiseren van 6% energiebesparing in 2020 te voldoen. In 2013 zal nader worden onderzocht welke mogelijkheden binnen de fusiegemeente Schagen mogelijk zijn om aan deze doelstelling te voldoen. Productie van duurzame energie Hoe waardevol deze beperkte reductie van de energievraag ook is, daarmee alleen wordt de doelstelling van 27% vermindering van de CO 2-uitstoot niet gehaald. De tweede strategie is daarom het inzetten op (grootschalige) productie van duurzame energie. In het MDE wordt in het autonome scenario beschreven dat schaarste van fossiele brandstoffen rond 2015 tot gevolg heeft dat duurzame energie productie economisch sterk van de grond komt. In de eerste jaren zal dat vooral wind en biomassa zijn. Dit gezien de prijsstelling van de verschillende duurzame energie varianten. Na 2015 zal diepere aardwarmte een dominantere rol innemen en wordt het energiesysteem over de gehele breedte vergaand verduurzaamd. De grootschalige toepassing van zonne-energie werd in 2009 ook verwacht na 2015. Inmiddels is gebleken dat zonpv systemen per 2012 al sterk in prijs verlaagd zijn en binnen 10 jaar terugverdient zijn bij plaatsing op woningen en bij bedrijven (MKB) met een hoog stroomtarief. In dit autonome scenario verwacht HVC in 2020 voor Harenkarspel een duurzame energieproductie van 0,18 PJ (10% van de dan verwachte energievraag). Samen met de extra inspanning om de doelstelling van 30% energiebesparing te bereiken, zoals hierboven aangegeven, zal 27% CO 2-reductie kunnen worden gerealiseerd. 3.5 Strategie voor aanpassen aan klimaatverandering Voor wat betreft aanpassen aan de klimaatverandering heeft Harenkarspel als ambitie dat alle activiteiten die zij ontplooit klimaatbestendig zijn. Dat betekent dat in alle relevante ontwikkelingen rekening wordt gehouden met de te verwachten effecten van de klimaatverandering 1.Als strategie is er voor gekozen om 1 Ter illustratie: voorbeelden kunnen zijn in gebouwen ICT-voorzieningen op minder kwetsbare plaatsen (hoger positioneren), het zoveel mogelijk voorkomen van verhard oppervlak (groene daken, oppervlaktewater), maar bijvoorbeeld ook het in de openbare ruimte creëren van meer schaduw. Klimaatvisie gemeente Harenkarspel 2012-2020 - 8 -

de komende jaren via een integrale benadering de oplossingen en aanpassingen tot stand komen. Praktisch gaat het onder andere om het nemen van maatregelen, waarbij de gevolgen van de temperatuurstijging opgevangen of wellicht benut worden. Welke dat zijn verschilt per situatie. Klimaatvisie gemeente Harenkarspel 2012-2020 - 9 -

4 PRIORITEITEN Vertaling van de doelstellingen en strategieën in het vorige hoofdstuk levert vier prioriteiten op: 1. Energiebesparing; 2. Productie en gebruik van duurzame energie; 3. Klimaatbestendigheid; 4. Bewustwording. Binnen deze prioriteiten ligt het accent op de eigen organisatie, de gebouwde omgeving en bedrijven. 4.1 Energiebesparing Bij de prioriteit Energiebesparing is de eigen gemeentelijke organisatie eerste aandachtspunt. Energiebesparing wordt consequent meegenomen in de bedrijfsvoering, en bij verbouw- en nieuwbouwactiviteiten. Ook bij GWW-werken (grond-, weg- en waterbouw, inclusief openbare verlichting) is het benutten van kansen voor energiebesparing onderdeel van de activiteiten. Voor wat betreft het gemeentelijk wagenpark heeft de gemeente de ambitie om deze zoveel mogelijk te verduurzamen. Bij al deze onderdelen wordt nadrukkelijk een koppeling gemaakt met het beleid op het gebied van duurzaam inkopen, waarin energiebesparing expliciet terug komt. Tweede aandachtspunt is nieuwbouwontwikkeling van zowel woningen als utiliteitsgebouwen. Een actieve anticipatie op de wettelijke aanscherping van de EPC-eis (energie prestatie coëfficiënt 2 ) is de komende jaren het uitgangspunt. Parallel daaraan vindt door de discipline Bouw- en woningtoezicht toezicht plaats op het realiseren van deze normen. Bij grootschalige ontwikkelingen, zowel op het gebied van woningbouw als bedrijvigheid, zal de gemeente door inzet van specifieke deskundigheid werken aan een zo duurzaam mogelijke invulling daarvan. De gemeente realiseert zich dat verduurzamen van bestaande bebouwing ingewikkelder is, omdat de invloed van de gemeente beperkt is. Samenwerking met de woningbouwvereniging is van belang om bij renovatie van huurwoningen een substantiële energiebesparing te realiseren. Het bevorderen van het treffen van energiebesparende maatregelen door burgers / bewoners geschiedt door het inzetten van communicatie (voorlichting) en financiële instrumenten (subsidie en mogelijk op termijn een gemeentelijke duurzaamheidslening). Bedrijven behoren ook tot de doelgroep voor het bevorderen van energiebesparing in de bedrijfsvoering. De gemeente wil de instrumenten vergunningverlening en handhaving als instrumenten inzetten om bedrijven aan te sporen tot het besparen en een efficiënter gebruik van energie. Dit in combinatie met goede voorlichting over de mogelijkheden, ook op het gebied van subsidies. Daarnaast worden bedrijven gestimuleerd om overtollige energie, met name warmte, lokaal te benutten. 4.2 Productie en gebruik duurzame energie De gemeente Harenkarspel zet in op een toename van productie van duurzame energie binnen de eigen gemeentegrenzen. Ingezet zal worden op productie en het gebruik van energie afkomstig van de energiebronnen zon, biomassa en wind. 2 EPC, Energie Prestatiecoëfficient, is de maat voor de energiezuinigheid van een gebouw. Klimaatvisie gemeente Harenkarspel 2012-2020 - 10 -

Projecten op het gebied van opwekking van energie uit zon en biomassa kunnen binnen de geldende kaders rekenen op ondersteuning vanuit de gemeente. Verzoeken voor het installeren van zonnepanelen worden positief benaderd, evenals het onderzoek naar de mogelijkheden voor zonne-energie in waterbergingen van het Hoogheemraadschap. In 2011 heeft de provincie Noord-Holland subsidie verstrekt aan scholen voor de aanschaf van zonpvpanelen. OBS De meerkoet en De Zwerm hebben hiervan kunnen profiteren. Gezien de voorbeeldfunctie en uitstraling van zonpv-panelen op de scholen met een display in de hal, willen we als gemeente ook op de andere bestaande en nieuw te bouwen scholen zon PV-panelen realiseren. Op het gebied van gebruik van duurzame energie koopt de gemeente al 100% duurzame energie in. Het streven is om dit voort te zetten. Verder stimuleert zij haar partners (subsidierelaties, inwoners, bedrijven) om ook duurzame energie in te kopen. Bij nieuwbouwprojecten van grote gebouwen en woningbouw worden via het programma van eisen de kaders aangegeven ten aanzien van opwekking van duurzame energie. Ontwikkelingen op het gebied van onder andere het benutten van restwarmte, warmte-koude-opslag in de bodem en aardwarmte worden actief gevolgd. Mogelijkheden zullen worden benut, waarbij een maatschappelijk acceptabele terugverdientijd van de investeringen of een garantstelling met aanvaardbaar risico als uitgangspunten gelden. De gemeente wil het verduurzamen van mobiliteit stimuleren door het ondersteunen van realisatie van vulpunten voor alternatieve brandstoffen en oplaadpunten voor elektrische auto s. De gemeente zet bedrijven via de instrumenten vergunningverlening en handhaving aan tot het opwekken en toepassen van duurzame energie. De Noordzee wordt nationaal gezien als een geschikte locatie voor grootschalige windturbines. Daar kan op efficiënte wijze en met minimale aantasting van het leefmilieu invulling gegeven worden aan opwekking van grote hoeveelheden duurzame energie. Via de HVC participeert de gemeente in windprojecten op zee. Bij grootschalige duurzame energie installaties kiest de gemeente voor een benadering waarbij de lokale bedrijven, bevolking of gemeente kan participeren en/of waarbij de opbrengsten ten goede komen aan de lokale economie. 4.3 Klimaatbestendigheid Waar het gaat om klimaatbestendigheid gaat Harenkarspel de komende jaren al haar activiteiten doorlichten. Nieuwe gemeentelijke gebouwen, openbare ruimte en GWW-werken worden klimaatbestendig gebouwd en/of ingericht. Bestaande openbare ruimte en grond-, weg-, waterbouwwerken worden in het reguliere beheer en onderhoud zoveel mogelijk klimaatbestendig gemaakt. In ruimtelijke ordeningsprocessen zal vroegtijdig klimaatbestendigheid een belangrijk onderdeel zijn. Klimaatvisie gemeente Harenkarspel 2012-2020 - 11 -

4.4 Bewustwording De laatste prioriteit is bewustwording. Ook dit begint vanzelfsprekend in de eigen organisatie. Naast voorlichting bieden duurzaam inkopen beleid en de introductie van een zogenaamde klimaatparagraaf in relevante voorstellen voor het college en raad mogelijkheden tot meer bewustwording. Ook buiten de eigen organisatie werkt de gemeente aan bewustwording. Het uitdragen van inspanningen en resultaten op grond van onderhavig klimaatbeleid is van belang. Samen met voorlichting richting bedrijven en particulieren over energiebesparing en gebruik van duurzame energie, wil de gemeente haar partners vooral ook inspireren door zelf het goede voorbeeld te geven én dit te laten zien. Dit betekent dat actief gecommuniceerd zal worden over onder andere gemeentelijke initiatieven, waarbij ook gewezen wordt op de mogelijkheden om zelf actie te ondernemen (zie hoofdstuk 6). Klimaatvisie gemeente Harenkarspel 2012-2020 - 12 -

5 MONITORING KLIMAATBELEID Zoals met ieder beleid is het ook voor klimaatbeleid van belang zo goed als mogelijk in de gaten te houden of de gestelde doelstellingen ook worden gehaald. Het klimaatbeleid van Harenkarspel kent zowel een lange termijn doelstelling ( 3.1), als korte termijn doelstellingen, zoals verwoord in het uitvoeringsprogramma (bijlage 1). 5.1 Monitoring energieverbruik en duurzame opwekking De nulmeting van het energiegebruik in Harenkarspel laat zien hoe de gemeente er in 2008 voorstond. Om te weten welk resultaat de inspanningen voor energiebesparing en duurzame opwekking opleveren wordt het energiegebruik periodiek gemeten. De monitoring zal jaarlijks worden uitgevoerd. De monitoring van output vindt plaats via het ontwikkelde model van het CO 2-servicepunt van de provincie Noord-Holland. De eerste rapportage over de bereikte CO 2-reductie in de gemeente is eind 2013 gepland. Begin 2014 zijn de resultaten van de monitoring een belangrijk onderdeel van de op te stellen evaluatie en eventuele bijstelling van het klimaatbeleid 2012-2020. Vervolgens kan het uitvoeringprogramma 2014-2017 voor de fusiegemeente Schagen wordt opgesteld. 5.2 Monitoring klimaatprojecten Naast de grote lijn is het ook van belang te weten wat het effect is van de diverse klimaatprojecten binnen het gemeentelijke uitvoeringsprogramma. Van ieder project worden daarom vooraf de doelstellingen bepaald en de criteria waarop monitoring zal plaatsvinden. Op basis van de monitoringresultaten kan de effectiviteit en efficiëntie van de verschillende projecten bepaald worden. Zo wordt duidelijk welke werkwijzen het best gehanteerd kunnen worden om bij te dragen aan de energie- en klimaatdoelstellingen. Op basis hiervan kan het uitvoeringsprogramma worden bijgesteld. 5.3 Monitoring integratie klimaatbeleid in de gemeente De organisatorische borging van het klimaatbeleid in de gemeente Harenkarspel is van groot belang om de gestelde doelen te bereiken (zie 3.2). Het is daarom nodig te weten hoe het proces van borging verloopt in de gemeentelijke organisatie. Eind 2011 is een externe programmacoördinator aangesteld die er zorg voor draagt dat klimaatbeleid een integraal onderdeel wordt van beleid en uitvoering. Daarom vindt periodieke monitoring van het integratieproces plaats. Begin 2012 is de programmacoördinator gestart met een onderzoek om inzicht te krijgen op de organisatorische borging van het Klimaatbeleid in de huidige organisatie en de mogelijkheden die er zijn om een stap voorwaarts te zetten. Eind 2013 zullen de vorderingen in beeld worden gebracht. Tussentijds wordt zo duidelijk in welke afdeling de klimaatdoelstellingen wel of niet zijn geïntegreerd en waar extra maatregelen nodig zijn. De monitoringresultaten in 2012 en 2013 kunnen worden gebruikt om te bepalen op welk ambitieniveau voor de volgende jaren klimaatbeleid gevoerd kan worden en hoeveel gemeentelijke middelen kunnen worden ingezet in de nieuwe fusiegemeente Schagen. Klimaatvisie gemeente Harenkarspel 2012-2020 - 13 -

6 COMMUNICATIE Communicatie heeft een belangrijke rol in het klimaatbeleid van Harenkarspel. Communicatie is belangrijk omdat de hele gemeenschap bij het streven van de klimaatvisie betrokken moet worden. Klimaatverandering treft iedereen en elk individu kan zijn of haar steentje bijdragen. Om mensen te informeren over en te betrekken bij de visie, het beleid en de uitvoering, nu en tot in 2020 is een communicatieplan onmisbaar. In dit hoofdstuk is een eerste aanzet gegeven voor het communicatieplan. In de eerste fase van het uitvoeringsprogramma kan dit plan nader worden uitgewerkt. 6.1 Communicatiedoel Communicatie is een middel om een doel te bereiken. Het doel is voor 2012 en 2013 is om de autonome ontwikkelingen te implementeren. Deze doelstelling kan worden ontleed in verschillende communicatiedoelen. Deze hangen samen met de fasen waarin de klimaatvisie wordt vertaald naar beleid en de uitvoering daarvan. Per fase onderscheiden we interne en externe communicatiedoelen. Een voorbeeld van een extern communicatiedoel in de beginfase is dat de inwoners van de Harenkarspel op de hoogte zijn van het bestaan van de klimaatvisie en het doel van de visie. In volgende fasen wordt ook op projectniveau gecommuniceerd; dan worden specifieke doelgroepen betrokken en geïnformeerd over een bepaald project. Een belangrijk intern communicatiedoel is dat de intern betrokkenen en verantwoordelijken van de gemeenten Harenkarspel, Schagen en Zijpe voldoende moeten afstemmen over de uitvoering van projecten. Alleen als dat gebeurt, kunnen de projecten uit de klimaatvisie op efficiënte en effectieve wijze worden uitgevoerd. 6.2 Communicatiedoelgroepen De interne doelgroepen zijn de beleidsmakers en uitvoerders achter de schermen en de externe doelgroepen zijn de toeschouwers, ofwel het publiek. Voor de interne doelgroepen, het gemeentebesturen en ambtenaren, vindt communicatie in eerste instantie vooral plaats op procesniveau. Voor de communicatie is het essentieel te weten wie de sleutelfiguren zijn, welke beslismomenten er komen en wat tot weerstand kan leiden. Externe doelgroepen lopen uiteen van inwoners en bedrijven tot scholen en verenigingen. Communicatie met externe doelgroepen zal meer plaatsvinden naarmate er meer of grotere belangen spelen. Pers kan gezien worden als een belangrijke intermediair omdat het een groot bereik heeft en bijdraagt aan de beeldvorming van het project. Ook wil de gemeente aansluiten bij bestaande evenementen om eerder genoemde doelen te bereiken. Hierbij kan gedacht worden aan deelname met een stand tijdens een bedrijvenbeurs of het inrichten van een informatiestand tijdens een drukbezocht evenement in Harenkarspel. De informatie kan zich richten op een specifiek onderwerp (bv elektrisch rijden) of een specifieke doelgroep (bv particuliere woningeigenaren). 6.3 Communicatiestrategie Hoe de communicatiedoelen moeten worden bereikt verwoordt de communicatiestrategie. De gekozen strategie houdt rekening met het feit dat de klimaatvisie van Harenkarspel een omvangrijk project is. Het kent diverse subdoelen die verschillende thema s en projecten beslaan. Dit kan tot een versnipperd beeld Klimaatvisie gemeente Harenkarspel 2012-2020 - 14 -

leiden. Ook is bij regionale projecten een groot aantal partijen met diverse belangen betrokken die gemeentegrenzen overschrijden. Daardoor kan het lastig worden om draagvlak te krijgen. Daarnaast is er sprake van een lange termijn doelstelling, wat betekent dat sommige resultaten pas later zichtbaar en meetbaar worden. Een gevolg daarvan kan zijn dat de aandacht voor het project verslapt. De genoemde projectkenmerken dwingen tot een communicatiestrategie die samenhang, zichtbaarheid, continuïteit en herkenbaarheid nastreeft. Een heldere boodschap, het scheppen van realistische verwachtingen en met regelmaat concrete resultaten melden vormen de onmisbare ingrediënten voor de communicatiestrategie van dit project. Klimaatvisie gemeente Harenkarspel 2012-2020 - 15 -

7 TOTAAL OVERZICHT PERSONELE INZET EN FINANCIËN Bij het opstellen van het uitvoeringsprogramma 2012 en 2013 is nadrukkelijk rekening gehouden met het fusie proces waarin de gemeente(n) zit. De inzet van personeel, de maatregelen die opgepakt worden en de daadwerkelijke acties zijn daarop afgestemd. Belangrijk uitgangspunt is tevens dat de personele inzet plaats vindt binnen de huidige formatie. Alleen voor de inzet van de programmacoördinator is extra formatie noodzakelijk. Hierin is in 2012 voorzien door de inhuur vanuit de gemeente Zaanstad (gezamenlijk met gemeenten Schagen en Zijpe). In bijlage 1 is het Uitvoeringsprogramma 2012-2013 opgenomen. Per thema staat daarin aangegeven welke maatregelen en acties we willen realiseren, inclusief het budget dat daarvoor nodig is. De kosten van het uitvoeringsprogramma 2012 en 2013 zijn, respectievelijk 276.433 en 149.486. De financiering hiervoor kan geheel plaats vinden binnen de beschikbare middelen in 2012 en 2013: De dekking in 2012 wordt namelijk verkregen door inzet van bestaande middelen, zijnde: de opgebouwde bestemmingsreserve ambitieus milieubeleid per 01-01-2012 ( 126.945), gevormd uit het niet benutte budget uit de exploitatie begrotingen 2010 en 2011 en een extra toevoeging op basis van raadsbesluit in 2011; de post klimaatuitvoering in de exploitatiebegroting 2012 ( 60.000). de MIS reservering 2012 van 89.488, gevormd naar aanleiding van de concept Klimaatvisie 2010-2020. ********************************** Klimaatvisie gemeente Harenkarspel 2012-2020 - 16 -

Klimaatvisie gemeente Harenkarspel 2012-2020 - 17 -

BIJLAGE 1 Klimaatvisie gemeente Harenkarspel Uitvoeringsprogramma 2012-2013 Overzicht activiteiten Klimaatvisie gemeente Harenkarspel 2012-2020 - 0 -.

1. UITVOERINGSPROGRAMMA 2012-2013 Dit uitvoeringsprogramma 2012-2013 bevat een overzicht van activiteiten waarvan de uitvoering uiteindelijk leidt tot het behalen van de doelstellingen, zoals opgenomen in de Klimaatvisie gemeente Harenkarspel 2012-2020. In de Klimaatvisie is aangegeven voor welke strategie gekozen is om uiteindelijk de doelstellingen te kunnen behalen. Een vertaling van de doelstellingen en strategie heeft geleid tot het bepalen van prioriteiten. Vanuit deze prioriteiten is het uitvoeringsprogramma tot stand gekomen. Het betreffen de prioriteiten: 1. Energiebesparing; 2. Productie en gebruik duurzame energie; 3. Klimaatbestendigheid; 4. Bewustwording. Het uitvoeringsprogramma bestaat uit vijf thema s, waaronder concrete maatregelen vallen. Onderstaande tabel geeft de thema s en subthema s weer. In de volgende paragrafen worden per subthema de maatregelen beschreven en wordt inzicht verschaft in noodzakelijke capaciteit en budget bij de gemeente. In een aparte paragraaf wordt beschreven welke acties vallen onder de programmacoördinatie, ten behoeve van het goed opzetten van de uitvoering van de maatregelen. Ook is in het uitvoeringsprogramma een budget voor onvoorziene uitgaven opgenomen (thema Algemeen). In bijlage A is een totaal overzicht opgenomen van alle activiteiten en budgetten. Tabel: thema s en projecten van het uitvoeringsprogramma 2012-2013 Thema Gemeentelijke gebouwen en voorzieningen Gebouwde omgeving Bedrijven Verkeer en vervoer Grootschalige energie duurzame Subthema s 1. Duurzaam inkopen, bestaande gebouwen 2. Nieuwe gebouwen 3. Infrastructurele voorzieningen, openbare verlichting, riolering, pompen en gemalen 4. Duurzaam wagenpark, woon-/werkverkeer, dienstreizen 1. Duurzame nieuwbouw woningen en utiliteitsbouw 2. Energiekwaliteit bestaande woningen en bewonersgedrag 1. Verduurzaming bedrijven, bedrijventerreinen 1. Verduurzaming en besparing brandstoffen 1. Grootschalige duurzame energieopwekking in de gemeente Klimaatvisie gemeente Harenkarspel 2012-2020 - 1 -.

1.1. Gemeentelijke gebouwen en voorzieningen Binnen het thema gemeentelijke gebouwen en voorzieningen wordt gekeken naar de gemeentelijke gebouwen, infrastructurele voorzieningen, openbare verlichting, riolering (inclusief pompen en gemalen), wagenpark, woonwerkverkeer en dienstreizen. Wat gaan we realiseren 1. Duurzaam inkopen, bestaande gebouwen: 1. 100% groenstroom van de HVC 2. Voldoen aan eis EPBD per 1.1.2013 3. Besparingsopties opnemen in jaarlijks onderhoudsprogramma 4. Verbetering energielabel bij renovatie 5. Monitoring energieverbruik 6. Energiebesparing door gedragsverandering personeel 7. Inkoop energiezuinige apparaten 8. PV op alle scholen 2. Nieuwe gebouwen: 1. Minimaal GPR 7,5 3 3. Infrastructurele voorzieningen, openbare verlichting, riolering, pompen en gemalen: 1. Duurzaam inkopen 2. LED-verlichting bij nieuwbouwgebieden en grootschalige vervanging 3. Overige maatregelen uit beleidsplan Openbare verlichting 4. Energiezuinige pompen en gemalen 5. Rioolstelsel voorbereiden op extreme weersomstandigheden 4. Duurzaam wagenpark, woon-werkverkeer, dienstreizen: 1. Vervanging handhavingsauto's (2) door elektrische auto's, VW-busjes (2014) door elektrisch of groengas, indien economisch niet mogelijk, minimaal A-label 2. Aanschaf dienstfietsen 3. Bevorderen thuiswerken en gebruik fiets voor woon-werkverkeer < 10km Toelichting. Duurzaam inkopen, bestaande gebouwen: Voor de gemeentelijke gebouwen geldt dat energiebesparing consequent meegenomen wordt in de bedrijfsvoering, verbouw en nieuwbouw. Sinds enkele jaren neemt de gemeente 100% duurzame energie af via de NV HVC Alkmaar, zowel voor de gebouwen als overige voorzieningen. Uitgangspunt is om dit te continueren. Op 1 januari 2013 worden de regels uit de EPBD (Energy Performance of Buildings Directive) aangescherpt. Van alle gemeentelijke gebouwen vanaf 500 m2 dient een energielabel beschikbaar te zijn, die in het gebouw zichtbaar voor het publiek opgehangen dient te zijn. Het beoogde resultaat voor alle gemeentelijke gebouwen met publieksfunctie is het realiseren van Energielabel A. 3 In het GPR-gebouw worden de gewenste duurzaamheids-eisen van een gebouw/woonwijk in ruime zin aangegeven (energieaspecten, materiaalgebruik, inrichting omgeving, waterafvoer). - 2 - Klimaatvisie gemeente Harenkarspel 2012-2020.

Bij de opdracht tot het in kaart brengen van het energielabel van een gebouw wordt ook opgenomen, het aangeven van de maatregelen die nodig zijn om tot label A te komen. Deze maatregelen worden vervolgens opgenomen in het reguliere onderhouds-/renovatieprogramma. Ook bij renovatie werkzaamheden aan/in gemeentelijke gebouwen worden maatregelen die nodig zijn om tot label A te komen mee genomen. Om de effecten van het beleid te kunnen nagaan, wordt het energieverbruik in de gemeentelijke gebouwen actief gemonitoord. Voorlichting moet ervoor zorgen dat het personeel zich bewust wordt van energiebesparing en daarnaar gaat handelen. In het uitvoeringsprogramma is een bedrag van 1.000,- voor bijvoorbeeld communicatiemateriaal opgenomen. Producten waarvan het gebruik bijdraagt aan het totale energiegebruik van de gemeentelijke gebouwen (zoals verlichting en ICT apparatuur) worden duurzaam ingekocht. Aan twee scholen is een provinciale stimuleringsbijdrage toegekend voor een grote zonpv installatie. De gemeente wil de overige scholen (financieel) ondersteunen om ook een dergelijke installatie te realiseren. Dit vanuit de visie dat zonpv op scholen een zeer goede voorbeeldfunctie heeft. De gemeentelijke bijdrage, bestaande uit 54.000,- moet het mogelijk maken dat de investering voor de school in een periode van 8-10 jaar is terugverdiend. Nieuwe gebouwen Bij nieuwe gemeentelijke gebouwen (of gebouwen waarbij de gemeente als belangrijke financier optreedt, zoals scholen, bibliotheek en buurthuis) is duurzaam bouwen uitgangspunt. Dit betekent dat optimaal gebruik gemaakt wordt van het instrument GPR Gebouw en onderzoek wordt gedaan naar de haalbaarheid van opwekking en/of gebruik duurzame energie (zonpv, Warmte Kracht Koppeling of warmte-koude opslag). Deze toepassingen dienen ook als voorbeeldfunctie in de gemeente. Voor gebruik van het instrument GPR Gebouw geldt begin 2012 een cijfer van minimaal 7,5, geïndexeerd volgens laatste Bouwbesluit. Infrastructurele voorzieningen, openbare verlichting, riolering, pompen en gemalen Ook bij aanbesteding van werken gelden de criteria van duurzaam inkopen, waarin energiebesparing expliciet een plaats heeft. Zo ook bij de vervanging van de openbare verlichting, pompen en gemalen zal aandacht zijn voor energiegebruik en klimaatbestendigheid. De gemeente gaat kansen voor energiebesparing in de openbare verlichting benutten door in de toekomst bij nieuwe plaatsing of vervanging alleen nog energiezuinige armaturen te plaatsen (bv LED-lampen). De gemeente wil haar rioolstelsel voorbereiden op extreme weersomstandigheden. Duurzaam wagenpark, woon-werkverkeer, dienstreizen Verduurzaming van het wagenpark wil de gemeente bewerkstelligen door auto s te vervangen door milieuvriendelijker voertuigen. Ook wil zij auto-kilometers terugdringen door de aanschaf van dienstfietsen, het bevorderen van thuiswerken en het gebruik van de fiets voor woon-werkverkeer. Terugverdienen hogere investeringskosten In algemene zin geldt dat door duurzaam te investeren en het gebruik van betere materialen de investeringskosten zich op redelijke termijn moeten terugverdienen. De kosten kunnen daarom in de reguliere begrotingen worden opgenomen. Specifieke maatregelen die een voorbeeld-, aanjaagfunctie vervullen kunnen afwijken van deze beleidslijn (bijvoorbeeld zonpv op gemeentelijke gebouwen). Klimaatvisie gemeente Harenkarspel 2012-2020 - 3 -.

Voor de maatregelen geldt dat deze voor een belangrijk deel gerealiseerd kunnen worden via het beleid voor duurzaam inkopen, waarin energiebesparing expliciet een plaats heeft. Een inkoopcoördinator is een onmisbare functie binnen de organisatie om hieraan de komende jaren verder vorm te geven. 1.2. Gebouwde omgeving Binnen het thema gebouwde omgeving is in de periode 2012-2013 aandacht voor energiebesparing bij bestaande en nieuw te bouwen woningen en utiliteitsgebouwen. Wat gaan we realiseren 1. Duurzame nieuwbouw woningen en utiliteitsbouw 1. 10% lagere EPC 2. Energievisie bij grotere projecten 3. GPR 7,5 4. EPL 8 bij projecten > 200 woningen 5. Deelname aan BouwTransparant 6. Aandacht voor duurzaamheid bij vergunningverlening en handhaving (o.a. EPC-norm) 2. Energiekwaliteit bestaande woningen en bewonersgedrag 1. Prestatieafspraken met Wooncompagnie 2. Duurzaamheid opnemen in Woonvisie HSZ 3. Stimuleren bewoners: a. Step2Save (energiecoaches) b. Energiestrijd c. DE-subsidie d. BespaarDaar.nl e. Klimaatkrant f. Overig 4. Afspraken maken met Woonzorg (inzake complexen in Warmenhuizen, Tuitjenhorn, nieuwbouw in Dirkshorn) Toelichting Duurzame nieuwbouw en renovatie woningbouw en utiliteitsbouw Omdat de wettelijke energieprestatiecoëfficient (EPC) standaard achter loopt bij de praktijk, anticiperen we op de wettelijke aanscherping van de EPC in de komende jaren. De EPC gaat in 2015 van 0,6 naar 0,4. Dit doen we door bij ontwikkelingen waarbij de gemeente grondeigenaar is, een 10% lagere EPC dan de geldende norm uit het Bouwbesluit als ambitie te hanteren. Als de gemeente de grond niet bezit, geldt deze ambitie ook. Bij dergelijke projecten willen we aannemers, projectontwikkelaars, woningbouwcorporaties, architecten en aannemers overtuigen de maatschappelijk noodzakelijke energiebesparingsdoelen e.d. over te nemen. Daartoe zal, in ieder geval bij grootschalige projecten, de gemeente specifieke deskundigheid inzetten om concrete aanbevelingen te doen en/of advies te geven over de voorgestelde maatregelen. Voor het project Warmenhuizen-Noord is de ambitie het realiseren van een energieneutrale wijk. Voor nieuwbouwprojecten, waaronder de brandweerkazerne en brede school, maken we gebruik van het programma GPR-gebouw, waarmee de duurzaamheideisen in de breedte worden aangegeven. Daarbij hebben we de ambitie een GPR-overall-score van minimaal een 7,5 te halen (geïndexeerd volgens laatste Bouwbesluit). De normen in het Bouwbesluit komen overeen met een GPR-score van 6. Klimaatvisie gemeente Harenkarspel 2012-2020 - 4 -.

Voor projecten met meer dan 10 woningen is uitgangspunt dat de energieprestatie op locatie (EPL, een overall GPR-norm) 8 bedraagt. Er zijn in dergelijke situaties mogelijk meer (=gezamenlijke) duurzame maatregen mogelijk. Het is de bedoeling deze aanpak ook vast te laten leggen in de Woonvisie gemeente HSZ. Een scherpere handhaving van de EPC bij woningbouw en utiliteitsbouw (gebouwen zonder woonfunctie, zoals scholen en kantoorgebouwen) zal uitgevoerd worden door toetsing van de EPC-berekeningen, behorende bij plannen en toezicht op nakoming hiervan op de bouwplaats. Samen met de aannemers en projectontwikkelaars is al begonnen met het provinciale project Bouwtransparant. Medewerkers Bouw- en woningtoezicht krijgen daar de kennis om controle rapporten te kunnen beoordelen. Aannemers leren waar zij alert op moeten zijn bij de bouw. De deelnamekosten ad 2.000,- voor het project betreffen het door een onafhankelijk bureau doorlichten van een opgeleverde woning. In het leertraject zal gedurende de komende jaren gemiddeld twee woningen per jaar worden doorgelicht. In het nieuwe Bouwbesluit (juli 2012) geldt dat inzicht moet worden gegeven in de duurzaamheid van het te ontwikkelen bouwplan. Een toets hierop moet plaat vinden alvorens een Omgevingsvergunning verstrekt kan worden. Scholing van betrokken ambtenaren is noodzakelijk om deze toets goed te kunnen verrichten, een budget is opgenomen in het uitvoeringsprogramma. Energiekwaliteit bestaande woningen en bewonersgedrag Gezien de verwachting dat de energielasten de komende jaren verder stijgen, gaan met name minima dit sterk voelen in het besteedbaar inkomen. Met de woningbouwcorporatie zullen afspraken gemaakt worden over het met voorrang energiezuinig maken van deze woningen. In dat kader zal de met de corporatie (landelijk) gemaakte prestatieafspraak (twee energielabels verhoging bij renovatie) worden uitgewerkt en bewaakt. Om een en ander ook financieel haalbaar te maken voor de Wooncompagnie is zo nodig een beperkte financiële ondersteuning vanuit de gemeente mogelijk. In het uitvoeringsprogramma is hiervoor 25.000,- per jaar opgenomen. In de (in voorbereiding zijnde) Woonvisie gemeente HSZ wordt aandacht besteed aan duurzame woningen. Als extra stimulans voor (particuliere) woningeigenaren en met het oog op het behalen van het energiebesparingsdoel verhoogt de gemeente, aanvullend op de provinciale regeling, het Duurzame Energie-subsidiebudget met 15.000,- naar 25.000,-- per jaar. Zodoende kunnen meer woningeigenaren subsidie ontvangen voor het treffen van energiebesparende maatregelen aan hun woning. Daarnaast worden diverse communicatiemiddelen ingezet om bewonersgedrag te verbeteren. Bewoners ontvangen informatie over energiebesparingsgedrag en de noodzaak van het treffen van maatregelen en financieringsmogelijkheden daarvan. In 2012 is het project Step2Save gestart. Bewoners in de gemeenten Harenkarspel, Schagen en Zijpe ontvangen thuis een gratis energieadvies. In een jaar tijd geven negen energieadviseurs 8000 adviezen. Kosten van het project zijn in totaal 68.224,--. In de wintermaanden 2011/2012 strijden dertig gezinnen uit de gemeenten Harenkarspel, Schagen en Zijpe tegen elkaar in een poging om de energiemeter flink omlaag te krijgen. Aan het einde van deze energiestrijd worden de prijzen uitgereikt: één aan de wijk en één aan het gezin dat de meeste energie bespaarde. In het uitvoeringsprogramma is het bedrag dat de gemeente hieraan besteedt, t.w. 9.229,- opgenomen. De gemeentelijke nieuwspagina, het virtueel gemeentelijk energieloket Bespaar Daar (i.s.m. de provincie NH/CO 2-servicepunt) en een jaarlijkse klimaat/millennium krant worden ook ingezet om energiebewust Klimaatvisie gemeente Harenkarspel 2012-2020 - 5 -.

gedrag en -besparing te realiseren bij burgers. Voor deelname aan het virtuele gemeentelijke energieloket is een bedrag van 650, - per jaar opgenomen in het uitvoeringsbudget. Voor overige communicatiemiddelen is een bedrag van 1.000,- in het uitvoeringsprogramma opgenomen. Ten aanzien van de woonzorgcomplexen gaat de gemeente met Woonzorg afspraken maken over het energiezuinig maken van bestaande en nieuwe complexen. 1.3. Bedrijven Het thema bedrijven richt zich zowel op bestaande als nieuwe bedrijven. Wat gaan we realiseren 1. Verduurzaming bedrijven(-terreinen) 1. Agendering duurzaamheid bij bijeenkomsten 2. Informatievoorziening duurzaamheid aan bedrijven 3. Opstellen beleid aandacht voor duurzaamheid bij vergunningverlening en handhaving 4. Duurzame energieopwekking mogelijk maken bij bestemmingsplannen bedrijventerreinen Toelichting We willen op bedrijvenbijeenkomsten de mogelijkheden van energiebesparing en opwekking van duurzame energie onder de aandacht brengen. Daarvoor zullen we bedrijven die hierin voorop lopen vragen hun ervaringen te delen en andere bedrijven te informeren over de te benutten mogelijkheden. Voor het realiseren van energiebesparing in het bedrijfsleven, onderdeel bedrijfsvoering, biedt het bedrijfscontact bij vergunningverlening en handhaving de beste mogelijkheid. Tijdens dit contact zal expliciete aandacht zijn voor energie in de milieuvergunning. Vanuit de landelijke database ontvangen bedrijven gerichte informatie over energiebesparingstechnieken en mogelijkheden voor het opwekken van duurzame energie. Ook de mogelijke subsidies en fiscale regelingen willen we zo breder bekend maken bij het bedrijfsleven. Zo nodig worden voorschriften met betrekking tot energie opgenomen in de milieuvergunning. Handhaving vindt plaats op de algemene en bedrijfsspecifieke regels uit de Wet milieubeheer. Daarbij wordt rekening gehouden met de landelijke meerjarenafspraken energie-efficiency tussen overheden en branche verenigingen, bij deelname van een bedrijf als deze daaraan deelneemt. Tijdens de voorbereiding van een bestemmingsplan voor een bedrijventerrein worden de mogelijkheden tot energiebesparing en opwekking van duurzame energie mee genomen. 1.4. Verkeer en vervoer In dit thema komt aan de orde wat we lokaal kunnen uitvoeren op het gebied van besparing en verduurzaming van de brandstoffen in het vervoer. Wat gaan we realiseren 1. Verduurzaming en besparing brandstoffen 1. Tankstations met alternatieve brandstof (o.a. groengas) stimuleren 2. Plaatsen laadpalen (min. 3) voor elektrische auto's 3. Verbetering doorstroming (en veiligheid) door aanleg fietspaden en 30 km-zones Toelichting Klimaatvisie gemeente Harenkarspel 2012-2020 - 6 -.

Bedrijven en burgers worden door middel van voorlichting gewezen op de mogelijkheid om bij vervanging van hun wagenpark zuinige, hybride en/of op alternatieve brandstoffen aangedreven voertuigen aan te schaffen. Onze doelstelling is een besparing en verduurzaming van brandstoffen van 1% per jaar. Daartoe werken we aan het vergroenen van het brandstofaanbod. De gemeente zal de realisatie van een aardgas en/of biobrandstof vulpunt ondersteunen. Ook worden in 2012 de eerste drie oplaadpunten voor elektrische auto s geplaatst op zicht - locaties. De NV HVC Alkmaar biedt de gemeente als aandeelhouder drie gratis palen aan. Deze worden ingezet als promotiemiddel voor het elektrisch vervoer. In plannen wordt aandacht besteed aan het realiseren van 30-km wegen en het toepassen van shared space (gedeelde ruimte) bij inrichting van de weg. De weg wordt aantrekkelijker voor fietsers, met name voor de doelgroep ouders met kinderen, tevens wordt aangesloten op de ambities van Duurzaam Veilig. 1.5. Grootschalige duurzame energie (DE) Harenkarspel wil in de komende jaren een forse impuls geven aan het opwekken van duurzame energie, om daarmee de doelstelling van 30% duurzame energie opwekking in 2020 haalbaar te maken Wat gaan we realiseren 1. Grootschalige duurzame energieopwekking 1. Zon in de Kop 2. Stimulering nieuwe bio-vergistingsinstallaties 3. Inventarisatie windenergie (afhankelijk van Provincie) 4. Warmte-koude-opslag en geothermie Toelichting Zon Met het project Zon in de kop gaat de gemeente de komende jaren voor toepassing op woningen en bedrijven zonne-energie promoten bij gebruikers die het hoge energietarief betalen. Voor deze gebruikers is de verwachting dat een investering in de steeds goedkoper wordende zonpv-systemen in 10 jaar of minder wordt terugverdiend. De HVC zet samen met regionale installateurs een aantrekkelijk aanbod in de markt. Het doel van deze actie is om in de drie gemeenten in totaal 500 sets van drie zonpv panelen te installeren (0,5 MWattpiek). Subdoel is ook om de werkgelegenheid te stimuleren. In het uitvoeringsprogramma is 4.000,- opgenomen voor een bijdrage aan de NV HVC Alkmaar voor de communicatiekosten. Biomassa Harenkarspel verleent medewerking aan initiatieven van derden voor het realiseren van duurzame energie via biomassa. De Milieudienst vertegenwoordigt de gemeente in diverse regionale overleggen, waaronder het platform Biomassa. In samenwerking met de branche-organisatie en relevante bedrijven zal onderzoek opgezet worden om na te gaan of meer bio-vergisting mogelijk is. Hiervoor is een budget opgenomen van 15.000,- per jaar (2012-2013). Wind Op het grondgebied van Harenkarspel zijn er in principe mogelijkheden voor nieuwe windturbines. Een regionale studie is opgezet in 2012 in samenwerking met de provincie Noord-Holland en het Rijk. Bij de provincie vindt momenteel een herziening van het plaatsingsbeleid van windturbines op land plaats, ook Klimaatvisie gemeente Harenkarspel 2012-2020 - 7 -.

het Rijk werkt aan een nieuwe structuurvisie Wind op land. Naar aanleiding van de mogelijkheden die voortkomen uit deze twee ontwikkelingen wordt duidelijk wat er wel en niet mogelijk is in onze gemeente. Warmte-koude-opslag en geothermie Bij de voorbereiding van grote nieuwe woningbouwlocaties en bedrijventerreinen zal worden meegenomen dat na 2020 diepere aardwarmte(geothermie) als verwarmingssysteem mogelijk is. Aansluiting op een dergelijk systeem tegen geringe meerkosten zou te zijner tijd mogelijk moeten zijn. Ook andere vormen van duurzame warmte zoals warmte-koude-opslag in de bodem (bijv. via een groot warmte-koude netwerk of warmte uit asfalt) zijn opties, waarvan per project duidelijk moet zijn of deze wel/niet toepasbaar zijn. 2. Programmacoördinatie Om de uitvoering van de Klimaatvisie goed op te zetten, te coördineren en te monitoren en om de samenwerking tussen de fusiegemeenten te waarborgen is per gemeente reeds een programmacoördinator aangesteld (per november 2011 t/m 1 januari 2012). In het uitvoeringsprogramma is naast een budget t.b.v. het inschakelen van een programmacoördinator ( 28.985,-), ook budget gereserveerd voor onder andere scholing ( 3.000,-) en inhuur van externe deskundigheid ( 25.000,-). Voor 2013 zijn hiervoor overeenkomstige jaarbudgetten opgenomen. Klimaatvisie gemeente Harenkarspel 2012-2020 - 8 -.

Klimaatvisie gemeente Harenkarspel 2012-2020 - 9 -.

Overzicht uitvoeringprogramma 2012-2013 gemeente Harenkarspel Bijlage A Thema Subthema Maatregel Concrete acties Kosten 2012 Kosten 2013 Financieel Investeringsbesissingen op basis van Total Cost of Ownership (TCO), i.p.v. terugverdientijd (TVT). Gebruik Nuon-gelden? Investeringen OVL-plan, handhavingsauto's e.d. Eigen gebouwen en voorzieningen 1. Duurzaam inkopen, bestaande gebouwen 1. 100% groenstroom van de HVC Jaarlijkse contractbespreking 2. Voldoen aan eis EPBD per 1.1.2013 3. Besparingsopties opnemen in jaarlijks onderhoudsprogramma 4. Verbetering energielabel bij renovatie 5. Monitoring energieverbruik 6. Energiebesparing door gedragsverandering personeel 7. Inkoop energiezuinige apparaten Communicatie over energiebesparing 1.000 1.000 2. Nieuwe gebouwen 1. Minimaal GPR 7,5 8. PV op alle scholen 2 scholen hebben al, nog 4 scholen over 54.000 3. Energiezuinige infrastructurele voorzieningen, openbare verlichting, riolering, pompen en gemalen 1. Duurzaam inkopen 2. LED-verlichting bij nieuwbouwgebieden en grootschalige vervanging Uitvoeren OVL plan 3. Overige maatregelen uit beleidsplan OVL Uitvoering van standaard criteria waarin duurzaamheidsaspecten zijn opgenomen 4. Energiezuinige pompen en gemalen Actief volgen ontwikkelingen energiezuinige pompen/gemalen en hierbij aansluiten 5. Rioolstelsel voorbereiden op extreme weersomstandigheden Bij aanleg/vervanging riool toepassen ontkoppeling hemelwaterafvoer naar oppervlaktewater en aanpassing wegprofiel, zodat eventueel overtollig water niet naar de bebouwing stroomt Klimaatvisie gemeente Harenkarspel 2012-2020 - 1 -.

Thema Subthema Maatregel Concrete acties Kosten 2012 Kosten 2013 Gebouwde omgeving 4. Duurzaam wagenpark, woonwerk-verkeer en dienstreizen 1. Duurzame nieuwbouw woningen en utiliteitsbouw 2. Energiekwaliteit bestaande woningen en bewonersgedrag 1. Vervanging handhavingsauto's (2) door elektrische auto's, VW-busjes (2014) door elektrisch of groengas. Indien economisch niet mogelijk, minimaal A-label 2. Aanschaf dienstfietsen 3. Bevorderen thuiswerken en gebruik fiets voor woon-werkverkeer < 10 km 1. 10% lagere EPC 2. Energievisie bij grotere projecten 3. GPR 7,5 4. EPL 8 bij projecten > 200 won. Vervangen handhavingsauto's 5. Deelname aan Bouwtransparant 2.000 2.000 6. Aandacht voor duurzaamheid bij vergunningverlening en handhaving (EPC norm) 1. Prestatieafspraken met Wooncompagnie Meefinancieren besparende maatregelen,nieuwe gesprekken in 2013 2. Duurzaamheid opnemen in Woonvisie HSZ Paragraaf in lokale woonvisie 3. Stimuleren bewoners: a. Step2save (energiecoaches) Huis-aan-huis energiebesparings advies + 68.224 ecobox b. Energiestrijd Energiebesparings'wedstrijd' 15 teams 9.229 25.000 25.000 c. DE-subsidie subsidie voor maatregelen woningen 25.000 25.000 d. BespaarDaar.nl informatie website 650 650 e. Klimaatkrant Huis-aan-huis informatie gemeentelijk beleid en maatregelen die burgers/besdrijven kunen nemen incl. financiën f. Overig communicatie naar bewoners 1.000 1.000 4. Afspraken maken met Woonzorg (complexen in Warmenhuizen, Tuitjenhorn, nieuwbouw in Dirkshorn) Initiëren gesprekken met Wooncompagnie over prestatieafspraken Klimaatvisie gemeente Harenkarspel 2012-2020 - 2 -.

Thema Subthema Maatregel Concrete acties Kosten 2012 Kosten 2013 Bedrijven 1. Verduurzaming bedrijven en bedrijventerreinen 1. Agendering duurzaamheid bij bijeenkomsten 2. Informatievoorziening duurzaamheid aan bedrijven 3. Opstellen beleid aandacht voor duurzaamheid bij vergunningverlening en handhaving. Organiseren informatie uitwisseling bedrijven Verkeer en vervoer Grootschalige duurzame energie 1. Verduurzaming en besparing brandstoffen 1. Grootschalige duurzame energieopwekking 4. Duurzame energieopwekking mogelijk maken bij bestemmingsplannen bedrijventerreinen 1. Tankstations met alternatieve brandstof (o.a. groengas) stimuleren 2. Plaatsen laadpalen (min. 3) voor electrische auto's 3. Verbetering doorstroming (en veiligheid) door aanleg fietspaden 1. Bevorder participatie burgers en bedrijven in grootschalige projecten Onderzoek mogelijkheden biogas van Pronk voor tankstation (2013) 3 laadpalen HVC, gratis Doorlopend uitvoeren fiets-en wandelpadenplan a. Zon in de Kop In gemeente HSZ 500sets van zon-pv panelen plaatsen (0,5Mwattpiek) 4.000 b. Stimuleren nwe bio-vergistingsinstallaties 15.000 15.000 c. Inventarisatie windenergie (afh.v. Prov/Rijk) d. Warmte-koude-opslag en geothermie Coördinatie Programmacoördinatie Divers: coördineren, communicatieplan, nieuw beleid maken, uitvoeren, monitoren, introduceren duurzaamheidsparagraaf in b&wen raadsvoorstellen 28.985 25.000 Scholing bv. instrument GPR-gebouw 3.000 3.000 Inhuur externe deskundigheid 25.000 25.000 Algemeen onvoorzien 14.345 26.798 Uitgaven subtotaal uitgaven: 276.433 149.448 Budget Klimaatvisie gemeente Harenkarspel 2012-2020 - 3 -. bestemmingsres. MIS + exploitatie budget/jr. 276.433 149.448

Vergelijking uitvoeringsprogramma 2012-2013 (maatregelen en budgetten) tussen Harenkarspel, Schagen en Zijpe Harenkarspel Schagen Zijpe Bijlage B Thema subthema Maatregel Kosten 2012 Financieel Investeringsbesissingen op basis van Total Cost of Ownership (TCO), i.p.v. terugverdientijd (TVT). Gebruik Nuon-gelden? Kosten 2013 Kosten 2012 Kosten 2013 Kosten 2012 Kosten 2012 Eigen gebouwen en voorzieningen Duurzaam inkopen, bestaande gebouwen 1. 100% groenstroom van de HVC 2. Voldoen aan eis EPBD per 1.1.2013 3. Besparingsopties opnemen in jaarlijks onderhoudsprogramma 4. Verbetering energielabel bij renovatie 5. Monitoring energieverbruik 6. Energiebesparing door gedragsverandering personeel 7. Inkoop energiezuinige apparaten 8. Duurzaamheidsmaatregelen op scholen (o.a. zonpv) en Markt 18 1.000 1.000 1.000 54.000 162.000 13.750 13.750 9. ZonPV op openbare gebouwen 25.000 Nieuwe gebouwen 1. Minimaal GPR 7,5 Energiezuinige infrastructurele voorzieningen, openbare verlichting, riolering, pompen en gemalen 1. Duurzaam inkopen 2. LED-verlichting bij nieuwbouwgebieden en grootschalige vervanging 3. Overige maatregelen uit beleidsplan OVL 4. Energiezuinige pompen en gemalen 5. Rioolstelsel voorbereiden op extreme weersomstandigheden Klimaatvisie gemeente Harenkarspel 2012-2020 - 1 -.

Harenkarspel Schagen Zijpe Thema subthema Maatregel Kosten 2012 Duurzaam wagenpark, 1. Vervanging handhavingsauto's (2) door woon-werkverkeer en elektrische auto's, VW-busjes (2014) door dienstreizen elektrisch of groengas. Indien economisch niet mogelijk, minimaal A-label Kosten 2013 Kosten 2012 Kosten 2013 Kosten 2012 Kosten 2013 Gebouwde omgeving Duurzame nieuwbouw woningen en utiliteitsbouw Energiekwaliteit bestaande woningen en bewonersgedrag 2. Aanschaf dienstfietsen 3. Bevorderen thuiswerken en gebruik fiets voor woon- werkverkeer < 10 km 1. 10% lagere EPC 2. Energievisie bij grotere projecten 3. GPR 7,5 4. EPL 8 bij projecten > 200 won. 5. Deelname aan Bouwtransparant 2.000 2.000 2.000 2.000 2.000 6. 70% zongericht verkavelen 7. Aandacht voor duurzaamheid bij vergunningverlening en handhaving (EPC norm) 1. Prestatieafspraken met Wooncompagnie 25.000 25.000 25.000 25.000 25.000 25.000 2. Duurzaamheid opnemen in Woonvisie HSZ 3. Stimuleren bewoners: a. Step2save (energiecoaches) incl scholingsbijdrage vanuit o.a WMO-gelden 68.224 86.000 52.000 b. Energiestrijd 9.229 6.787 13.753 c. DE-subsidie 25.000 25.000 11.000 25.000 25.000 5.000 d. BespaarDaar.nl 650 650 650 650 1.000 1.000 e. Klimaatkrant f. Overig 1.000 1.000 1.000 4. Afspraken maken met Woonzorg (complexen in Warmenhuizen, Tuitjenhorn, nieuwbouw in Dirkshorn) Klimaatvisie gemeente Harenkarspel 2012-2020 - 2 -.

Thema subthema Maatregel Kosten 2012 Bedrijven Verduurzaming bedrijven en 1. Agendering duurzaamheid bij bijeenkomsten bedrijventerreinen 2. Informatievoorziening duurzaamheid aan bedrijven 3. Opstellen beleid aandacht voor duurzaamheid bij vergunningverlening en handhaving. Verkeer en vervoer Grootschalige duurzame energie Verduurzaming en besparing brandstoffen Grootschalige duurzame energieopwekking Klimaatvisie gemeente Harenkarspel 2012-2020 4. Duurzame energieopwekking mogelijk maken bij bestemmingsplannen bedrijventerreinen 1. Tankstations met alternatieve brandstof stimuleren (o.a. groengas) 2. Plaatsen laadpalen (min. 3) voor electrische auto's 3. Verbetering doorstroming (en veiligheid) door aanleg fietspaden en 30km wegen 1. Bevorder participatie burgers en bedrijven in grootschalige projecten - 3 -. Harenkarspel Schagen Zijpe Kosten 2013 Kosten 2012 a. Zon in de Kop 4.000 4.000 Kosten 2013 Kosten 2012 Kosten 2013 b. Stimuleren nieuwe bio-vergistingsinstallaties 15.000 15.000 15.000 12.500 12.500 c. Inventarisatie windenergie (afh.v. Prov./Rijk) d. Warmte-koude-opslag en geothermie Coördinatie Programmacoördinatie 28.985 25.000 33.150 25.000 35.000 25.000 Scholing 3.000 3.000 3.000 Inhuur externe deskundigheid 25.000 25.000 10.000 15.000 15.000 Algemeen Onvoorzien 14.345 26.798 Totaal uitgaven Gebouwde omgeving Grootschalige duurzame energie Energiekwaliteit bestaande en nieuwe woningen Grootschalige duurzame energieopwekking 276.433 149.448 328.587 107.650 220.003 119.250 Budget nog te reserveren door de raad 36.650 107.650 Duurzaamheidslening woningen Participatie in grootschalige duurzame energie installatie (onder voorwaarde redelijk rendement) 1,5 mln euro kosten gehele looptijd (25 jr) 300.000 1 mln euro

BIJLAGE 2 BESTUURSOPDRACHT In de raadsvergadering van 30 juni 2009 is voor het opstellen van de Klimaatvisie een bestuursopdracht vastgesteld waarbij de onderstaande kaders en aandachtpunten zijn aangegeven. De Klimaatvisie gaat zowel over de aanpak van de vermindering van uitstoot van broeikasgassen, m.n. CO 2 als over de aanpassingen als gevolg van de voorspelde veranderingen van het klimaat. Hoofddoelstelling: 50% duurzame energieopwekking in 2030, zoveel mogelijk in de eigen regio, uitgewerkt naar effect op CO 2-uitstoot in 2030. Aansluiten bij landelijk (Meer met Minder, Schoon en Zuinig), provinciaal (klimaatbeleid, windbeleid) en regionaal beleid. Klimaatvisie breed neerzetten. Dit betekent Duurzaam Bouwen, duurzaam inkopen en adaptatie (=beleid en maatregelen om leefomgeving aan te passen aan het veranderende klimaat) meenemen en integreren met bestaande beleidsvoornemens. Kort aangeven wat andere gemeenten en andere landen doen. Systematiek voor hoofdlijnen visie: a) goede voorbeeld geven, b) regelgeving aanpassen en c) bouwen aan bewustwording ambtenaren en externen. Uitwerking volgt de Trias Energetica: a) energie besparen, b) 50% duurzame energieopwekking en c) efficiënte energieconversie van fossiele brandstoffen. In uitvoeringsprogramma in ieder geval aandacht schenken aan: o gemeentelijke gebouwen en energie verbruikende installaties (zoals de verlichting van sportvelden) in gebouwen van organisaties waaraan de gemeente subsidie verstrekt o verminderen particulier energieverbruik in bestaande bouw (bijvoorbeeld door programma s met stimulansen, revolving fund, en kennisoverdracht), o kosteneffectiviteit van de maatregelen, o aansluiting bij projecten van Energy Valley (samenwerkingsverband Prov. NH met de 3 noordelijke provincie aangaande realisatie de energietransitie (biogas, slimme energie systemen, innovatieve technieken (stroom uit zout-zoet cellen Blue energy )), o klimaat-/energieparagraaf bij college- en raadvoorstellen ten behoeve van integrale afweging en beoordeling wel/niet conform klimaatvisie. o duurzaam inkopen, o duurzaam bouwen, o adaptatie. Extra budget voor uitvoeringsplan is mogelijk, daarbij duidelijk aangeven waar en voor wie het geld nodig is en, indien mogelijk, wat het beoogde effect zal zijn Klimaatvisie gemeente Harenkarspel 2012-2020 - 1 -.

. Klimaatvisie gemeente Harenkarspel 2012-2020 - 2 -.

BIJLAGE 3 AFSPRAKEN SLOK-REGELING De gemeente Harenkarspel heeft vanuit de bijdrageregeling Stimulering Lokale Klimaat-initiätieven (SLOK-regeling) een maximale bijdrage voor de periode 2009-2012, totaal 63.476, toegekend gekregen. De uitkering heeft primair als doel om gemeenten te stimuleren structurele activiteiten te ondernemen en maatregelen te treffen gericht op de reductie van broeikasgassen. Het gaat daarbij om zowel de reductie van broeikasgassen waarvoor gemeenten zelf verantwoordelijk zijn, als de reductie bij de doelgroepen van het klimaatbeleid, waar gemeenten een rol hebben als onder andere planner van de ruimtelijke ordening, vergunningverlener of regisseur. Ook wil het Rijk bereiken dat klimaatbeleid in de gemeentelijke organisatie zo veel mogelijk verankerd wordt. Afspraken uit de SLOK-regeling zijn: Bestaande gemeentelijke gebouwen en infrastructurele voorzieningen: energiebesparing 2% per jaar, 40% opwekking en/of inkoop duurzame energie Gemeentelijk wagenpark, woonwerkverkeer, dienstreizen: 5% besparing fossiele brandstoffen en/of inkoop duurzame brandstoffen Woningbouw o handhaving EPC: toetsing van EPC-berekeningen en toezicht op de EPN op de bouwplaats bij 40% van de bouwvergunningen o nieuwbouw: realisatie van woningen met een 10% verscherpte EPC en realiseren van een EPL van 7,0 tot 8,0 bij woningbouwprojecten met meer dan 200 woningen o bestaande woningvoorraad: verbeteren van de energetische kwaliteit van de woningvoorraad, uitgedrukt in het Energielabel, met gemiddeld 1% per jaar o bewonersgedrag: 5% van de huishoudens vertoont energiezuinig gedrag: toepassing niet-woninggebonden energiebesparende maatregelen aanschaf energiezuinige apparatuur inkoop 100% duurzame elektriciteit Utiliteitsgebouwen o Handhaving EPC: toetsing van EPC-berekeningen en toezicht op de EPN op de bouwplaats bij 40% van de bouwvergunningen o nieuwbouw: realisatie van woningen met een 10% verscherpte EPC o bestaande bouw: verbeteren van de energetische kwaliteit van de utiliteitsgebouwen, uitgedrukt in het Energielabel, met gemiddeld 1% per jaar Bedrijven o Vergunningverlening en handhaving: alle relevante inrichtingen waarvoor de gemeente bevoegd gezag is op basis van de Wet milieubeheer hebben een actuele vergunning op het gebied van energie, dan wel voldoen aan het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) handhaving van vergunningen en het Activiteitenbesluit, gericht op energieaspecten heeft prioriteit, is gepland en vindt plaats toezicht op bedrijven die het MJA3-convenant hebben ondertekend, heeft prioriteit, is gepland en vindt plaats Klimaatvisie gemeente Harenkarspel 2012-2020 - 1 -.

o Reductie overige broeikasgassen: Alle relevante inrichtingen waarvoor de gemeente bevoegd gezag is hebben een actuele vergunning op het gebied van overige broeikasgassen Handhaving van vergunningen en Activiteitenbesluit, gericht op de reductie van overige broeikasgassen heeft prioriteit, is gepland en vindt plaats o Bedrijventerreinen: Structurele samenwerking met bedrijven op bedrijventerrein, gericht op minimaal 2% energiebesparing en/of opwekking van duurzame energie Verkeer en Vervoer: besparing en/of verduurzaming brandstoffen met 1% per jaar Grootschalige en/of collectieve DE-opties: 3% van de energie die binnen de gemeentegrenzen wordt gebruikt, wordt duurzaam opgewekt en geleverd via grootschalige en/of collectieve opties. Klimaatvisie gemeente Harenkarspel 2012-2020 - 2 -.

BIJLAGE 4 BELEIDSKADERS De volgende algemene beleidskaders zijn van toepassing: Het Kyoto-verdrag, met daarin een start voor een mondiale aanpak van de klimaatverandering. De EU-ambitie die onder andere een reductie van CO 2-uitstoot met 20% en 14 % duurzame energie in 2020 behelst. Het programma Schoon en Zuinig van de Nederlandse rijksoverheid, strevend naar 30% reductie van CO 2-uitstoot, 20% energiebesparing en 20% productie van duurzame energie in 2020, inclusief ondersteunende subsidieregelingen zoals de subsidieregeling duurzame energie (SDE) en SLOKregeling. Het Klimaatakkoord Gemeenten en Rijk 2007 2011, waarin de Nederlandse gemeenten uitspreken bij te zullen dragen aan het realiseren van de doelstellingen uit Schoon en Zuinig. Het Lenteakkoord energiebesparing in de nieuwbouw, gesloten tussen het Rijk en ontwikkelende partijen (Bouwend Nederland, NEPROM en NVB), wat een stapsgewijze aanscherping van de energieprestatie-eis tot gevolg heeft. Convenant Energiebesparing corporatiesector, waarin de afspraken staan tussen Rijk en woningbouwcorporaties over verduurzaming van huurwoningen (zowel bestaand als nieuwbouw). Convenant Energiebesparing bestaande gebouwen ( Meer met Minder ). De strategische nota Duurzame Energie van de Provincie Noord-Holland, met daarin de doelen op de thema s windenergie, energie uit biomassa en duurzaam bouwen met de uitvoeringwijze met onder andere de voorzetting van inzet van het CO 2-servicepunt. Samenwerkingsverband Energy Valley, waar de Kop van Noord-Holland onderdeel van uitmaakt. Klimaatvisie gemeente Harenkarspel 2012-2020 - 1 -.

Klimaatvisie gemeente Harenkarspel 2012-2020 - 2 -.

BIJLAGE 5 MASTERPLAN DUURZAME ENERGIE GEMEENTE HARENKARSPEL (HVC) Klimaatvisie gemeente Harenkarspel 2012-2020 - 1 -.

Masterplan duurzame energie gemeente Harenkarspel Quickscan studie Het CQteam is een adviestak van HVC en verleent primair de aandeelhoudende gemeenten van HVC advies op het gebied van duurzame energie. November 2009

INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 5 1.1 Probleem en doelstelling... 5 1.2 Aanpak, benadering en belangrijke uitgangspunten... 6 1.3 Opzet onderzoek... 7 1.4 Algemene gegevens Harenkarspel... 8 2 Energiegebruik Harenkarspel... 9 2.1 Inleiding... 9 2.2 Huidig gebruik... 9 2.3 CO 2 Emissie Harenkarspel...14 3 Bronpotentieel duurzame energie...15 3.1 Inleiding...15 3.2 Overzicht praktisch bronpotentieel Harenkarspel...16 3.3 Belangrijke transitiepaden voor Harenkarspel...17 3.3.1 Biomassa...18 3.3.2 Wind...19 3.3.3 Zon...19 3.3.4 Aardwarmte...20 3.4 Energiesysteem en economie...22 3.4.1 Biomassa...22 3.4.2 Wind...23 3.4.3 Zon...24 3.4.4 Aardwarmte + Warmtenet...25 4 Scenario s...26 4.1 Inleiding...26 4.2 Scenario s energiegebruik...26 4.2.1 Autonoom scenario...26 4.2.2 Intensief scenario energiegebruik...28 4.3 Scenario s duurzame energieproductie...29 4.3.1 Autonome scenario DE productie...29 4.3.2 Intensief scenario...32 4.4 Gevolgen scenario s...34 5 Conclusies & aanbevelingen...38 5.1 Conclusies...38 3

5.2 Aanbevelingen... 38 4

1 Inleiding 1.1 Probleem en doelstelling Voor het identificeren van de belangrijke energietransitiepaden is inzicht nodig in het totale gebruik van energie in de gemeente Harenkarspel, maar ook de mogelijkheden die ze heeft voor energiebesparing en duurzame energieopwekking. Deze tot op heden ontbrekende informatie wordt in deze rapportage aangeleverd. De per gemeente uitgevoerde quickscan en het DE-masterplan worden als technische onderlegger gebruikt voor de op te stellen Klimaatvisie en bijbehorende uitvoeringsprogramma. In deze Klimaatvisie wordt aangegeven op welke wijze de gemeente invulling wil geven aan haar bijdrage ten behoeve van het realiseren van de landelijke doelstellingen op het gebied van energiebesparing en CO2- reductie (zie Bijlage C). De Milieudienst Kop van Noord-Holland voert de milieutaken uit voor de gemeenten Anna Paulowna, Harenkarspel, Niedorp, Schagen en Harenkarspel. Naast de bij de Milieudienst aangesloten gemeenten wordt deze studie tevens uitgevoerd voor de gemeente Wieringermeer. Per gemeente zal er één eindrapport komen waarbij ook aandacht wordt gegeven aan de gezamenlijke situatie. Het CQteam de adviestak van HVC voor aandeelhoudende gemeenten heeft in samenwerking met de gemeente Harenkarspel een quickscan duurzame energie uitgevoerd om de gewenste informatie ter ondersteuning van het te formuleren beleid te leveren. Op hoofdlijnen betekent dit dat onderstaande informatie gegenereerd diende te worden: Het energiegebruik binnen de gemeente evenals de te verwachten ontwikkelingen hiervan op basis van de autonome ontwikkelingen; De potentiële duurzame energiebronnen en de te verwachten toekomstige ontwikkelingen hiervan; twee scenario s waarmee afhankelijk van de inspanningen van de gemeente het effect op het energiegebruik en de toepassing van duurzame energiebronnen wordt weergegeven. 5

1.2 Aanpak, benadering en belangrijke uitgangspunten De quickscan duurzame energie is gebaseerd op het kwantitatief vaststellen van de energiebalans van de gemeente Harenkarspel, zie Figuur 1. Met de gemeentegrenzen als systeemgrens worden zowel het energiegebruik als mogelijkheden voor duurzame opwekking op integrale wijze benaderd. Zon ENERGIEBRONNEN Biomassa EXPORT BRONNEN Wind Waterkracht Aardwarmte IMPORT BRONNEN Energiesysteem IMPORT PRODUCTEN Elektriciteit ENERGIEPRODUCTEN Aardgas Transport Brandstoffen Stoom / Warmte EXPORT PRODUCTEN GEMEENTE Figuur 1: Schematische weergave duurzaamheidmodel voor energie De opgave van verduurzaming is dat een energiesysteem wordt ontwikkeld waarmee op basis van eigen bronnen kan worden voorzien in het eigen gebruik van energie op basis van de gemeentelijke energiemix 1. Wanneer de energiemix volledig uit eigen bronnen kan worden geproduceerd is het gemeentelijke energiegebruik niet alleen volledig verduurzaamd, maar ook volledig zelfvoorzienend. Wanneer de energiemix niet volledig uit eigen bronnen geproduceerd kan worden is import van energie (in de vorm van grondstoffen en/of producten) noodzakelijk. Bij een overschot van duurzame energieproductie geldt dat de gemeente kan exporteren. Dit betekent trouwens niet dat de energie volledig binnen de gemeentegrenzen moet worden opgewekt. Vooral voor biomassa is het vanwege de economie of benutting van restwarmte vaak noodzakelijk om biomassa te bundelen voor de noodzakelijke schaalgrootte en/of afzetmogelijkheden van warmte en wordt de locatiekeuze op basis daarvan bepaald. Echter de bijbehorende duurzaamheidcredits worden verdeeld op basis van de grondstoffeninbreng. Energietransitie Het vaststellen van de energiebalans volgens Figuur 1, geeft een goede indruk van de wijze waarop de huidige energiemix kan worden verduurzaamd. Cruciaal is echter hoe de energiemix in de toekomst gaat veranderen door maatregelen van preventieve aard, maar ook door technologieontwikkelingen. De duurzame energie(de-)productie zal moeten worden afgestemd op dergelijke veranderingen. Dit is vrij complex, temeer omdat duurzame energie nog niet economisch rendeert zonder subsidies en de technologieontwikkeling nog volop gaande is. Daardoor zal de gewenste eindfase niet rechtstreeks 1 Onder energiemix wordt verstaan de onderlinge verhouding tussen de diverse energiedragers (transportbrandstoffen, oliederivaten, aardgas, elektriciteit en warmte). 6

worden bereikt maar via zogenaamde transitiepaden. Twee voorbeelden als illustratie van dergelijke transitiepaden zijn; Op grond van de economische haalbaarheid en de stand der techniek, wordt biomassa op dit moment vaak verbrand voor (warmte- en) elektriciteitproductie. Door de behoefte aan groen gas (en de ontwikkeling van de technologie en economie) zal op middellange termijn deze biomassa worden ingezet voor gasproductie via vergassing. Op dit moment wordt voor een groot deel in de behoefte aan laagwaardige warmte voor ruimteverwarming voorzien door het verbranden van aardgas. Dat zal in de toekomst steeds meer worden vervangen door warmtelevering via warmtenetten. Deze zullen in eerste instantie mogelijk nog zijn gebaseerd op het benutten van restwarmte die vrijkomt bij verbrandingsprocessen maar als warmtebron zal in de toekomst steeds vaker aardwarmte worden ingezet. Energietransitie is een proces met een lange doorlooptijd. Dit betekent dat verwachtingen op de langere termijn zoals die bijvoorbeeld in de scenario s worden uitgesproken, een grotere mate van onzekerheid hebben dan verwachtingen op kortere termijn. Zowel op het gebied van de energieconsumptie als de DE-productie, kunnen door bijvoorbeeld maatschappelijke of technologische ontwikkelingen, (aanzienlijke) veranderingen optreden ten opzichte van de huidige inschatting. Een studie zoals deze, zal daarom ook regelmatig moeten worden geactualiseerd om op deze veranderingen in te kunnen spelen. 1.3 Opzet onderzoek Het rekenmodel dat ten grondslag ligt aan de quickscan, maakt gebruik van een groot aantal openbare bronnen (waaronder CBS, Kamers van Koophandel, SenterNovem). Op basis van vragenlijsten en aanvullende gesprekken heeft een verdere verfijning plaatsgevonden. Deze verfijning bestaat onder andere uit het toevoegen van specifieke gegevens van de gemeente Harenkarspel (bijvoorbeeld het energiegebruik grote bedrijven, schatten windpotentie op basis van het RO-beleid van de provincie) en het toevoegen van het energiegebruik van de gemeente. Een aantal belangrijke uitgangspunten bij het onderzoek zijn: Als basis worden de meest recente beschikbare gegevens gebruikt. Dat zullen in het algemeen gegevens uit 2007 of 2008 zijn; De gemeentegrenzen gelden als systeemgrenzen; Het gebruik van vaartuigen en voertuigen wordt, op basis van kentallen voor het gebruik van de diverse typen voertuigen, in zijn geheel toebedeeld aan de gemeente waar het betreffende vaar- of voertuig staat geregistreerd. Het gebruik van transportbrandstoffen door particuliere personenauto s wordt hierbij toebedeeld aan het huishoudelijke energiegebruik 2. 2 Ongeveer 8% van het aantal personenauto s in Nederland bestaat uit lease-auto s. Omdat deze auto s zijn geregistreerd op naam en vestigingslocatie van de leasemaatschappij, wordt het brandstofgebruik van deze auto s niet als huishoudelijk gebruik meegenomen. 7

Duurzaam geproduceerde energie wordt toebedeeld aan de oorspronkelijke bron (bv. uit biomassa geproduceerde duurzame energie wordt toebedeeld aan het herkomstgebied van de biomassa en niet aan de gemeente waar de installatie staat). In de studie worden de effecten van energiebesparing en productie van duurzame energie meegenomen. De mogelijkheden voor CO 2 -opslag en CO 2 -compensatie worden in deze studie niet meegenomen. Bij het opstellen van de scenario s wordt er vanuit gegaan dat bij het autonome scenario volledige invulling zal worden gegeven aan de afspraken die in diverse convenanten tussen rijksoverheid, provincies, gemeenten, bedrijfsleven en andere partijen zijn gemaakt. 1.4 Algemene gegevens Harenkarspel De gemeente Harenkarspel is een plattelandsgemeente van ca. 5.500 ha. Met 16.000 inwoners. Deze inwoners wonen in vijf grotere (Dirkshorn, Sint Maarten, Tuitjenhorn, Waarland, Warmenhuizen) en negen kleinere (Eenigenbrug, Groenveld, Kalverdijk, Krabbendam, Kerkbuurt, t Rijpje, Schoorldam, Stroet, Valkoog) kernen. In de ontwerp-structuurvisie (door de gemeenteraad vastgesteld in juni 2009) zijn de gewenste toekomstige ontwikkelingen geschetst. Er zijn bijna 6.000 woningen waarvan 25% huurwoningen. In de komende 20 jaar wordt een bouwproductie van ca. 2.000 woningen voorzien waarvan ca. 825 in het Tussengebied. In Dirkshorn, Tuitjenhorn, Waarland en Warmenhuizen zijn één of meerdere bedrijventerreinen. Binnen de gemeente zijn ruim 1.000 voornamelijk kleine bedrijven gevestigd. Er zijn ca. 10 bedrijven met meer dan 50 werknemers. De agrarische sector is sterk vertegenwoordigd met o.a. veel groenteteelt en teelt van bloembollen. Binnen de gemeente zijn bijna 1.600 recreatieverblijven. 8

2 Energiegebruik Harenkarspel 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt het energiegebruik binnen de gemeente Harenkarspel bepaald. In 2.2 wordt eerst een totaal beeld van het energiegebruik per sector en per product weergegeven. Daarna wordt nader ingegaan op het energiegebruik binnen de huishoudens. Ten slotte wordt het energiegebruik binnen de gemeente Harenkarspel vergeleken met het energiegebruik van zowel de bij de milieudienst aangesloten gemeenten als met het totale HVC-verzorgingsgebied. De CO 2 -emissie binnen de gemeente wordt berekend op grond van het energiegebruik. 2.2 Huidig gebruik In Figuur 2 wordt het energiegebruik weergegeven van de gemeente Harenkarspel per gebruikerscategorie. In Bijlage A is het energiegebruik in meer detail weergegeven. Het totale gebruik is geschat op 1,8 PJ 3, 4 /jaar. Huishoudens zijn in de gemeente Harenkarspel verantwoordelijk voor het grootste deel van het energiegebruik (0,7 PJ, 39%). Andere relevante sectoren binnen de gemeente Harenkarspel zijn landbouw (0,4 PJ, 23%), zakelijk transport (0,3 PJ 17%) en industrie (0,2 PJ/jaar = 11%). 3 PJ = PetaJoule = 10 15 J 4 1,8 PJ verbruik komt overeen met ca. 500 miljoen kwh of ca. 57 miljoen m 3 gas. 9

0,80 0,70 0,70 0,60 energiegebruik (PJ/jaar) 0,50 0,40 0,30 0,20 0,30 0,22 0,41 0,18 Huishoudens(incl. v erkeer) Zakelijk transport Industrie & Delfstofw inning Landbouw & Visserij Commericiele Dienstverlening Niet Commerciele Dienstv erlening 0,10-0,02 Huishoudens(incl. verkeer) Zakelijk transport Industrie & Delfstofwinning Landbouw & Visserij Commericiele Dienstverlening Niet Commerciele Dienstverlening Figuur 2: Overzicht totaal energiegebruik in 2007/2008 binnen gemeente Harenkarspel per sector Uit het overzicht van het energiegebruik per product (Figuur 3 ) blijkt dat het gebruik van aardgas voor verwarmingsdoeleinden voor bijna 50% verantwoordelijk is voor het totale energiegebruik. Het gebruik van transportbrandstoffen is voor 30% verantwoordelijk voor het totale energiegebruik terwijl de relatieve bijdrage van het gebruik van elektriciteit en aardgas voor andere toepassingen (bv. koken, industriële processen) beide 11% bedraagt. 10

1,0 0,9 0,88 0,8 0,7 energiegebruik (PJ/jaar) 0,6 0,5 0,4 0,54 Transportbrandstoffen Oliederiv aten LT w armte (aardgas) Aardgas (anders) elektriciteit 0,3 w armte 0,2 0,19 0,20 0,1-0,01 0,00 Transportbrandstoffen Oliederivaten LT warmte (aardgas) Aardgas (anders) elektriciteit warmte Figuur 3: Overzicht totaal energiegebruik in 2007/2008 binnen gemeente Harenkarspel per product. Uit Figuur 2 bleek het grote aandeel van het energiegebruik door huishoudens in het totale energiegebruik binnen de gemeente Harenkarspel. Dit huishoudelijke gebruik (Figuur 4, zie tevens bijlage A) bestaat hoofdzakelijk uit de inzet van aardgas voor ruimteverwarming (lage temperatuur (LT- )warmte; 0,35 PJ/jaar) en het huishoudelijke gebruik van transportbrandstoffen 5 (0,24 PJ/jaar). De bijdrage aan het totale energiegebruik binnen huishoudens van elektriciteit en aardgas anders (vooral koken) is relatief gering. 5 Ongeveer 8% van het aantal personenauto s in Nederland bestaat uit lease-auto s. Omdat deze auto s zijn geregistreerd op naam en vestigingslocatie van de leasemaatschappij, wordt het gebruik van deze auto s niet als huishoudelijk transportbrandstoffen gebruik meegenomen. 11

elektriciteit 13% Aardgas (anders) 3% Transportbrandstoffen 34% Oliederiv aten 0% LT w armte (aardgas) 50% Figuur 4: Energiegebruik huishoudens per product In Figuur 5 en Figuur 6 is het energiegebruik van de gemeente Harenkarspel vergeleken met het energiegebruik van alle bij de Milieudienst aangesloten gemeenten en alle gemeenten uit het HVC verzorgingsgebied. Ten opzichte van de overige bij de Milieudienst aangesloten gemeenten zijn de relatief grotere bijdrage van de sector landbouw, jacht en visserij en de geringere bijdrage van de huishoudens het meest opvallend. Ten opzichte van het totale verzorgingsgebied van de HVC zijn de verschillen groot. In een plattelandsgemeente zoals Harenkarspel is de relatieve bijdrage van de sector industrie veel kleiner terwijl de relatieve bijdrage van de huishoudens veel groter is. Daarnaast is de bijdrage van de sector landbouw meer dan gemiddeld. 12

Commericiele Dienstverlening 8% Niet Commerciele Dienstverlening 1% Commericiele Dienstverlening 11% Niet Commerciele Dienstverlening 2% Landbouw & Visserij 23% Huishoudens(incl. verkeer) 39% Landbouw & Visserij 10% Industrie & Delfstofwinning 8% Huishoudens(incl. verkeer) 49% Industrie & Delfstofwinning 12% Zakelijk transport 17% Zakelijk transport 20% Figuur 5: Overzicht totaal energiegebruik gemeente Harenkarspel (links) en totaal bij Milieudienst aangesloten gemeenten (rechts). Commericiele Dienstverlening 8% Niet Commerciele Dienstverlening 1% Niet Commerciele Commericiele Dienstverlening Dienstverlening 1% Landbouw & 5% Visserij 6% Huishoudens(incl. verkeer) 25% Landbouw & Visserij 23% Huishoudens(incl. verkeer) 39% Industrie & Delfstofwinning 12% Zakelijk transport 17% Industrie & Delfstofwinning 47% Zakelijk transport 16% Figuur 6 Overzicht totaal energiegebruik gemeente Harenkarspel (links) en het volledige HVCverzorgingsgebied (rechts). 13

2.3 CO 2 -emissie Harenkarspel Op basis van het energiegebruik binnen de gemeente Harenkarspel is een schatting van de CO 2 -emissie gemaakt. De totale uitstoot is geschat op 137 kton/jaar (zie bijlage A). Het gebruik van aardgas voor LTwarmte is de belangrijkste bron van CO 2 -uitstoot (± 50 kton/jaar) gevolgd door het gebruik van transportbrandstoffen (45 kton/jaar) en elektriciteit (31 kton/jaar)(zie Figuur 7). De categorie huishoudens veroorzaakt 40% van de CO 2 -uitstoot, de categorie transport veroorzaakt 19% en de categorieën landbouw en industrie zijn verantwoordelijk zijn voor resp. 17 en 12% van de totale CO 2 - uitstoot. w armte; - kolen; - elektriciteit; 31,2 Transportbrandstoffen; 45,4 Aardgas (anders); 10,5 Oliederiv iaten; 0,3 Aardgas (LT w armte); 49,6 Figuur 7: Verdeling CO 2 -emissie per energiedrager 14

3 Bronpotentieel duurzame energie 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt het bronpotentieel van duurzame energiebronnen voor de gemeente Harenkarspel behandeld. Dit bronpotentieel wordt bepaald via verschillende methodieken die uitgaan van kentallen, specifieke karakteristieken (geografische kennis) van de gemeente en technologieën (inclusief technologie ontwikkelingen). Zeer belangrijk in deze is het begrip praktisch bronpotentieel, zie Figuur 8. Dit is het potentieel dat beschikbaar is op basis van het volledig benutten van de aanwezige bronnen op grond van praktische mogelijkheden. Figuur 8: Toelichting op het begrip Praktisch bronpotentieel Het praktische bronpotentieel is waarop ingezet wordt in de quickscan zoals hier uitgevoerd. De belangrijkste uitdagingen hebben vervolgens relatie met de ontsluiting van dit beschikbare potentieel. Deze ontsluiting heeft te maken met het wegnemen van belemmeringen die technisch, economisch, politiek van aard zijn, of te maken hebben met schaalgrootte van de toepassing. 15

Het schatten van het praktisch bronpotentieel van de verschillende vorm heeft plaatsgevonden op basis van (op hoofdlijnen): Wind. Het aantal geschikte windlocaties op basis van de Windkansenkaart, de provinciale ruimtelijke visie voor windenergie, en de verwachte technologieontwikkelingen. Zon. Op basis van voor plaatsing geschikt dakoppervlak van huizen, kantoren en platte daken van schuren/garages en de verwachte technologieontwikkelingen. Aardwarmte 6. Het aantal mogelijke putten per vierkante kilometer bebouwd oppervlak. Het bebouwde oppervlak is genomen omdat de afzet van aardwarmte afhankelijk is van de aan het bebouwde oppervlak gekoppelde haalbaarheid van warmtenetten. Biomassa. De hoeveelheid biomassa die per oppervlak geoogst kan worden zonder uitputting te veroorzaken en die niet gemoeid is met voedselteelt. Daarnaast de hoeveelheid biomassa die bij de verwerking van biomassa door bedrijven (o.a. VGI-sector 7, meubelmakerijen) als reststroom vrijkomt. En tot slot de biomassa die als afval vrijkomt. Voor biomassa is het belangrijk te realiseren dat het praktische bronpotentieel de hoeveelheid biomassa energie beschikbaar voor conversie voorstelt en niet de hoeveelheid energie die als product uit biomassa geproduceerd wordt. Voor houtige biomassastromen wordt bijvoorbeeld bij de inzet van de vergassingstechnologie een veel groter deel van de potentie benut dan bij de inzet van een verbrandingstechnologie. 3.2 Overzicht praktisch bronpotentieel Harenkarspel In Figuur 9 is het totale praktische bronpotentieel van de duurzame energiebronnen weergegeven voor de periode 2010 tot 2035. Dit totaal wordt hier vastgesteld als maximaal benutbaar/winbaar binnen de gemeentelijke grenzen van de gemeente Harenkarspel. In totaal is het potentieel ca. 1,7 PJ/jaar in 2010 en kan uitgroeien naar ca. 2,6 PJ/jaar in 2035. De groei wordt veroorzaakt door technologieontwikkelingen op gebied van zon en wind die er toe leiden dat per windlocatie en zonoppervlak steeds meer energie geproduceerd wordt. 6 Industriële restwarmte is in het algemeen geen duurzame energiebron (maar leidt wel tot een verhoging van de energie-efficiency) en wordt daarom in dit hoofdstuk niet nader benoemd. 7 VGI = voedings- en genotsmiddelen industrie. 16

3,0 2,5 Praktisch potentieel (PJ/jaar) 2,0 1,5 1,0 Aardwarmte Wind Zon Biomassa 0,5-2010 2015 2020 2025 2030 2035 Figuur 9: Binnen gemeente Harenkarspel aanwezig praktisch bronpotentieel van duurzame energiebronnen. 3.3 Belangrijke transitiepaden voor Harenkarspel Het praktisch bronpotentieel is onderverdeeld in transitiepaden die voor deze scan zijn gedefinieerd. Tabel 1 geeft deze onderverdeling van het praktische bronpotentieel van Figuur 9 weer. Deze transitiepaden zijn gedefinieerd op basis van een logische indeling van de hoofdbronnen biomassa, wind, zon en aardwarmte. Deze transitiepaden worden in onderstaande paragrafen verder uitgewerkt. 17

Transitiepad Capaciteit Vermogen Potentieel Percentage BIOMASSA ton/jaar MWth PJ/jaar Totaal B1 Houtachtig/Droog/Vezelig (Witte lijst) 5.000 1,9 0,05 2% Houtachtig/Droog/Vezelig (Gele lijst) 3.000 1,2 0,03 1% B2 Grasachtigen 7.000 2,2 0,06 2% B3 Mest 64.000 4,1 0,12 4% B4 Groen vergistbaar (niet VGI) 45.000 3,9 0,11 4% B5-A VGI natte stromen 15.000 1,1 0,03 1% B5-B VGI droge stromen 1.000 0,0 0,00 0% B6 Gemengd Restafval 6.000 1,6 0,05 2% B7 Droog Restafval (sorteerresidu,rdf) 2.000 1,0 0,03 1% B8 Biomassa import - - - 0% B9 Biomassa Teelt - - - 0% # molens Vermogen Potentieel WIND MWp PJ/jaar W1 Schaalvergroting bestaande molens 11 22 0,22 9% W2 Noordzeekust 0 0 0,00 0% W3 Binnenkust 0 0 0,00 0% W4 Agrarische erven 0 0 0,00 0% W5 Nabij bebouwde omgeving 0 0 0,00 0% W6 In open gebied 28 101 0,71 27% W7 Industrieterreinen 0 0 0,00 0% W8 Bedrijfsterreinen 0 0 0,00 0% W9 Wind Op Zee - - - 0% W10 Micro Wind - - - 0% oppervlak Vermogen Potentieel ZON m2 MW PJ/jaar Z1 PV daken huishoudens 148.000-0,16 6% Z2 PV schuren en garages 218.000-0,24 9% Z3 PV Bedrijfspanden 73.000-0,08 3% Z4 Zonneboiler daken huishoudens 83.000 n.r. 0,08 3% putten Vermogen Potentieel AARDWARMTE stuks MW PJ/jaar A1 aardwarmtestations -> warmtenet -> HH+bedrijven 2 20 0,63 24% Tabel 1: Overzicht transitiepaden gemeente Harenkarspel. In deze tabel is weergegeven welke bronnen voor duurzame energieproductie binnen Harenkarspel aanwezig zijn en welke bijdrage deze bronnen in 2035 (absoluut en procentueel) op jaarbasis aan de totale DE-productie binnen Harenkarspel kunnen leveren. 3.3.1 Biomassa Binnen de gemeente Harenkarspel kan maximaal 0,49 PJ/jaar aan biomassastromen ontsloten worden. Dit zijn diverse soorten biomassa die gegroepeerd zijn naar transitiepaden B1 t/m 9 in Tabel 1. De geschatte hoeveelheid op duurzame wijze oogstbare biomassa bedraagt ± 148.000 ton/jaar. Hiervan is het overgrote deel typisch vergistbare biomassa met betrekking tot transitiepaden B3, B4 en B5-A. Gezamenlijk vormen deze stromen ±50% van het energetisch potentieel. Daarnaast is in Harenkarspel 18

naar schatting 5.000 ton/jaar houtachtige en vezelige biomassa oogstbaar. Hiervan is ongeveer 2.800 ton/jaar afkomstig uit houtverwerkende bedrijven. Transitiepad B3 mest bestaat vooral uit natte mest uit de veehouderijen. Het transitiepad B4 groen vergistbare stromen (niet VGI) betreft vooral gewasresten van bollen/knollen (9.200 ton/jaar), groenvoedergewassen (14.300 ton/jaar) en tuinbouwgroenten (15.400 ton/jaar). Een groot deel van deze gewasresten blijven achter op het land. Transitiepad B5 (natte VGI stromen) betreft 12.000 ton/jaar groenteafval. 3.3.2 Wind Het provinciale ruimtelijke ordeningsbeleid (Windkansenkaart provincie Noord-Holland) geeft aan dat er meerdere locaties in Harenkarspel zijn waar ruimte voor windturbines is. Voor de bepaling van het maximale bronpotentieel is er vanuit gegaan dat de op de windkansenkaart aangegeven locaties ook daadwerkelijk windturbines worden gerealiseerd. Volgens dit uitgangspunt zijn er maximaal 28 extra windturbines mogelijk, verdeeld over 8 parken. (Figuur 10). ). De mogelijke nieuwe locaties in figuur 10 geven niet de exacte plaatsing aan. Het geeft indicatief aan wat er maximaal mogelijk is. Figuur 10 Mogelijkheden voor plaatsing windturbines op grond van de Windkansenkaart van de provincie Noord-Holland 3.3.3 Zon Kansen voor zonne-energie zijn grotendeels gekoppeld aan het dakoppervlak van gebouwen. Van het totaal aanwezige dakoppervlak is vervolgens een schatting gemaakt van het dakoppervlak dat daadwerkelijk geschikt is voor plaatsing (platte daken, oriëntatie ten opzichte van het zuiden). In totaal is het geschikte dakoppervlak geschat op ± 52 ha. Er kan ongeveer 0,4 PJ/jaar elektriciteit worden opgewekt op daken van huishoudens, schuren en garages en nog eens 0,05 PJ/jaar via daken van 19

bedrijven. Daarnaast kan er nog 0,08 PJ/jaar warmte worden geproduceerd met zonneboilers bij huishoudens. Energie uit asfalt Een vorm van het benutten van de zon-thermische energie is energie uit asfalt. Hierbij wordt de via het asfalt opgevangen zon-thermische energie ondergronds opgeslagen en vervolgens via een warmtedistributienetwerk en de inzet van een warmtepomp voor ruimteverwarming ingezet. Het transitiepad warmte uit asfalt is nog niet opgenomen in het quickscanmodel. Zodoende is het hier berekende bronpotentieel additioneel. Voor de winning van warmte uit asfalt is het belangrijk de meest geschikte wegen te selecteren. De geschiktheid van wegen wordt beperkt door schaduwwerking en de afstand naar de eindgebruikers. Tevens moet er op gelet worden dat er geen of beperkt ondergrondse infrastructuren onder de weg liggen. Onderhoud aan deze infrastructuren vereist mogelijk regelmatig opbreken van de weg. Voor het berekenen van het bronpotentieel gaan we uit van 5% van het bestaande wegennet (bestaande wegennet Harenkarspel is 187 km). Met een bruikbare breedte van ongeveer 5 meter komt dit voor Harenkarspel op 47.000 m2. Hiermee kan 37.000 GJ warmte worden gewonnen. Dit is ongeveer 14% van de huishoudelijke vraag naar warmte voor verwarming. De gewonnen warmte kan worden gebruikt voor Lage Temperatuur Verwarming (maximaal 55º C). De warmte wordt in de zomer gewonnen en opgeslagen in een waterhoudende zandlaag in de bodem. Met behulp van warmtepompen wordt de opgeslagen warmte opgewerkt naar een bruikbare temperatuur voor lage temperatuur verwarming. De investeringen voor een dergelijke warmte voorziening zijn afhankelijk van de omvang en configuratie van het systeem en de spreiding van eindgebruikers. Om te bepalen of een systeem economisch kan concurreren zijn er enkele vuistregels. Het systeem dient minimaal 300 eindgebruikers te hebben en er dienen minimaal 30 woningen per hectare te staan. 3.3.4 Aardwarmte Het transitiepad A1 aardwarmte beschrijft het potentieel van warm water reservoirs op een diepte van 2 tot 3,5 km in de aardkorst. Deze warmte heeft een temperatuur van typisch 80 ºC tot 120 ºC en is geschikt om (zonder gebruik van warmtepompen) voor ruimteverwarming in huizen en kantoorgebouwen. Indien aanwezig kan ook de kastuinbouw met deze warmte worden voorzien. Met de inzet van deze vorm van aardwarmte wordt de inzet van aardgas voor lage temperatuur doeleinden verdrongen. Daarvoor is echter wel de aanleg van een (collectief) warmtenet noodzakelijk om de warmte van het aardwarmtestation bij de eindgebruiker te kunnen toepassen. In de gemeente Harenkarspel kan naar verwachting een vermogen van ongeveer 20 MWth het gehele jaar door worden opgewekt via twee aardwarmtestations (twee putten). Dit is gelijk aan een jaarlijkse opbrengst van ruim 0,63 PJ. Hiermee kan theoretisch 80% van de huidige inzet van aardgas voor ruimteverwarming in Harenkarspel gedekt (0,88 PJ/jaar, zie hoofdstuk 2). Bij de verwachte energiebesparingen in de woning- en utiliteitsbouw zal het bronpotentieel van deze vorm van aardwarmte mogelijk voldoende zijn om in de 20

toekomst alle aardgas inzet voor ruimteverwarming te vervangen. Echter, het aansluiten van alle eindgebruikers van deze vorm van energie wordt beperkt door economische randvoorwaarden die gesteld worden aan de exploitatie van een warmtenet en de uiteindelijke kostprijs die hierbij gerekend moet worden voor de eindgebruikers. Voor de gemeente Harenkarspel is economisch geëvalueerd in hoeverre mogelijkheden bestaan om tot de ontwikkeling van een gemeentelijk warmtenet te komen. In deze evaluatie is vastgesteld tegen welke kostprijs warmte aan woningen geleverd kan worden. Dit is uitgevoerd op buurtniveau en de kostprijsberekening is gebaseerd op de eindsituatie waarin alle gebruikers zijn aangesloten op het warmtenet. Het resultaat van de evaluatie is geografisch weergegeven in Figuur 11. Figuur 11 Kostprijsanalyse aardwarmte + warmtenet toepassing gemeente Harenkarspel. Evaluatie per gemeentelijke buurt en kostprijs warmte uitgedrukt in aardgastarieven 8. Voor de aansluiting van gebruikers is een aansluitingstarief van 4.500, = gerekend. Naar verwachting is de toepassing van aardwarmte voor de kortere termijn (rond 2020) mogelijk op basis van het collectief van de alle aansluitingen in Warmenhuizen, Tuitjenhorn (+kerkbuurt), Dirkshorn en Waarland. Hierbij gaat het om 4.700 woningen en ongeveer 560 bedrijven met een totaal gebruik van 0,32 PJ/jaar (@2008). Het totale benodigde vermogen in deze dorpen is geschat op ongeveer 10 MWth dat door één warmtestation geleverd wordt (50% van het bronpotentieel). Dit warmtenet vervangt 8 huidige gasprijs voor kleinverbruik is ca. 0,60 /Nm 3 21