Ouders en Rekenen. - rekenspelletjes voor leerlingen in groep 4 én hun ouders - 1. Jarise Kaskens Schooladviescentrum, Utrecht.



Vergelijkbare documenten
Samen rekenen... alleen!

Checklist Rekenen Groep Tellen tot Getallen splitsen. Hoe kun je zelf het tellen controleren?

Voorbereidend Cijferend rekenen Informatie voor ouders van leerlingen in groep 3 t/m 8

Automatiseren in de rekenles: Wat je moet weten

DIDACTISCH GROEPSPLAN

3 Hoogbegaafdheid op school

Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting

REKENEN OP MAAT GROEP 4

Leerroutes Passende Perspectieven Alles telt groep 5 blok 1

i n s t a p h a n d l e i d i n g

Schooljaar : Spelletjes in je taal- en rekenles

Juf, wat gaan we eigenlijk leren? Jouw vakkennis - hun basis

ʻIk heb het niet verstaan, kunt u het nog een keer uitleggen?ʼ

i n s t a p h a n d l e i d i n g

Wat te doen met zwakke begrijpend lezers?

Het onderzoeken van problemen met vermenigvuldigen en delen? Zo doe je dat!

Getallen 1 is een computerprogramma voor het aanleren van de basis rekenvaardigheden (getalbegrip).

DE STAARTDELING (cijferend rekenen) Derde leerjaar (groep 5) Luc Cielen

Met sprongen vooruit!

Overig nieuws Hulp ouders bij rekenen deel 3.

Executieve functies en leren

En, wat hebben we deze les geleerd?

Verbeter het automatiseren van rekenen met 10 minuten per dag

Werkvormen voor automatisering bij rekenen

Rekenonderwijs aan zwakke rekenaars: voorkomen, opsporen en begeleiden

Differentiatie in de rekenles. Reken- en Taalcentrum Albeda 18 januari 2011 Vincent Jonker

Ik tel tot 10! Volgens Bartjens Studentendag vrijdag 15 april Rekendag voor Pabo-studenten Thema: Ik tel tot 10!

Verdiepingsmodule Getallen Tweede bijeenkomst maandag 8 april 2013 monica wijers en vincent jonker

Informatie Met Sprongen Vooruit

31 Rekenonderwijs: traditioneel of realistisch. 1 Inleiding

BiblioMemo. Handleiding voor de bibliotheek Groep 5

i n s t a p h a n d l e i d i n g

Reflectiegesprekken met kinderen

Zelfbeeld. Het zelfvertrouwen wordt voor een groot deel bepaald door de ideeën die het kind over zichzelf heeft: het zelfbeeld.

LESSTOF. Rekenen op maat 4

Handleiding Lesmethode Groep 7 &8 Huiswerk Bikkels. Inkijkexemplaar

Rob Bervoets - 3 Balo a 0. Het verhaal achter het spel

REKENVAARDIGHEID BRUGKLAS

Almere, 27 januari 2016 Beste ouders Om jullie zo goed mogelijk te informeren over wat de kinderen in groep 4 leren sturen we jullie maandelijks een

Leren automatiseren met. Rekensprint. Rekensprint

Lesopbouw: instructie. 2 Instructie. 1 Start. Blok 4 Week 2 Les 1

De waarde van een plaats in een getal.

Ideeën om spelenderwijs thuis de rekenvaardigheid te stimuleren

Rekenfolder o.b.s. Henri Dunant groep 3

Speels oefenen. Relaties tussen vermenigvuldigsommen. Vermenigvuldigen

Vragen. Terugkomcursus Met Sprongen Vooruit groep 3 en 4

SPEELWIJZE LEIDERSCHAPSSPEL

Handleiding. Reken-wiskundemethode voor het primair onderwijs. Katern 1S en 1F

Rekenen op maat 4. Doelgroepen Rekenen op maat 4. Omschrijving Rekenen op maat 4

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Communiceren met je puber Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van jaar

Routeboekje. bij Pluspunt. Groep 4 Blok 1. Van...

handleiding handleiding Real Life Rekenen Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg - *

Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding

Tekst lezen en vragen stellen

Aanbevelingen voor de leerkracht

Optellen en aftrekken tot 100 Kommagetallen

Masterplan ERWD. Differentiëren in subgroepen 10 december Arlette Buter

SPELVARIANTEN. Bonus: Ondertussen oefen je met het geven en ontvangen van feedback en bouw je aan het vertrouwen in jouw team.

Voor scholen die overstappen van Pluspunt 2 naar Pluspunt 3

Huiswerkbeleid op OBS de Zeester. augustus 2014

Werken in een andere sector of branche: iets voor u?

Evaluaties. Milou Visser Iselinge Hogeschool

Informatie over rekenen. Hulp ouders bij rekenen deel 4.

Intakevragenlijst ouders Datum van invullen Ingevuld door

Overstapdocument Pluspunt. Groep 4. Voor scholen die overstappen van de vorige versie naar de nieuwe versie

Spelenderwijs rijmen. Linda Willemsen.

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

CIJFEREN: DE TRAPVERMENIGVULDIGING

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

Inleiding. Autisme & Communicatie in de sport

Informatie voor ouders

Automatiseren door splitsen

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind

Voor het leren van kinderen is het belangrijk dat u gelooft dat uw kind kan leren rekenen.

Vragen stellen in de reken-wiskundeles

h a n d l e i d i n g

Wat heeft dit kind nodig?

Het huiswerk heeft de volgende functies: - Het kan er toe bijdragen dat kinderen niet achterop raken met het onderwijsprogramma

Informatie groep 3 en 4

Getallen 1 is een programma voor het aanleren van de basis rekenvaardigheden (getalbegrip).

Overzicht rekenstrategieën

Een Meet- en Ontdekpad gemaakt door Maaike Kuijer. Pabo De Eekhorst Assen.

Titel van deze les: Tristan Logeer à la Flip de Beer

Weekjournaal Naschoolse act.

Huiswerkbeleid Daltonschool Meander

Dagelijks instructie - goede rekenresultaten voor de hele groep -

Feedback aan leerkrachten

Leerlijnen groep 4 Wereld in Getallen

HANDIG ALS EEN HOND DREIGT

Rekenen met verhoudingen

Bijlage interview meisje

Checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding

VoorleesExpress. Samen met ouders aan de slag. Praktische tips

Instapmodule Niveau A2

BIJLAGE bij de Website voor Groep 6, 7, 8

RID, daar kom je verder mee. Jelle wil net als zijn vriendjes naar de havo. Dyscalculie houdt hem niet tegen. Dyscalculiebehandeling

Gesprekskaarten pedagogisch handelen

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

Transcriptie:

Ouders en Rekenen Ouders en Rekenen - rekenspelletjes voor leerlingen in groep 4 én hun ouders - 1 Jarise Kaskens Schooladviescentrum, Utrecht Thuis gezellig een spelletje spelen en daarmee de rekenvaardigheid van je kind vergroten en meer zicht krijgen op het huidige rekenonderwijs... Het project Ouders en Rekenen is gericht op stimulering van het rekenen tot honderd. De school fungeert als intermediair, de kinderen spelen met hun ouders thuis de spelletjes. Dat is toch wel even wat anders dan het laten maken van rijtjes sommen. inleiding Geel Sprong van 10 vooruit. Mag ik nu tien vakjes vooruit? Kaisa kijkt naar haar moeder, die samen met haar het spel speelt. Haar moeder antwoordt: Je mag een sprong van 10 vooruit. Waar sta je nu? Ik sta op 4, zegt Kaisa en ze wijst het vakje aan op het spelbord. Dus dan mag ik 10 erbij springen. 5, 6, 7 Kun je ook in één keer 10 verder springen?, vraagt haar moeder. Op welk vakje kom je dan terecht? Kaisa zegt: Op 4 erbij 10. Dat is 14! Mag ik nu op 14 gaan staan? Ja, want nu heb je een sprong van 10 gemaakt. Zal ik nu gooien?, vraagt haar moeder. Zo spelen ze samen verder. figuur 1: op weg naar de schat 23

Jarise Kaskens Het spel dat Kaisa en haar moeder spelen heet Op weg naar de schat en is een van de spelletjes uit het project Ouders en Rekenen van het Schooladviescentrum in Utrecht. Dit project biedt de ouders spelmateriaal om samen met hun kinderen te spelen. Bovendien krijgen de ouders zelf meer zicht op de inhoud van het tegenwoordige rekenonderwijs. In deze bijdrage informeren wij u over de achtergrond en opzet van het project, laten we enkele spelletjes de revue passeren en geven we enkele tips op basis van onze ervaringen. ouder en kind doen samen rekenspelletjes In het JSW-themanummer Ouders en School stond te lezen dat de steun van ouders bij het bereiken van leerresultaten bij hun kinderen erg belangrijk is (Polderman & De Jong, 2000, p.27). Dat brengt ons direct bij de doelstellingen van het project Ouders en Rekenen. Een ervan is namelijk het vergroten van de ouderbetrokkenheid. De ouders werken mee om thuis de ontwikkeling van de rekenvaardigheid van hun kind op een speelse manier te vergroten. Door het spelkarakter willen we kinderen laten ervaren dat rekenen leuk is. Rekenplezier is dus ook een belangrijk doel. Het project richt zich op het getallengebied van 1 tot 100, de leerstof van groep 4. Als de kinderen de spelletjes daadwerkelijk enkele keren per week spelen, zou dat een gunstig effect kunnen hebben op hun rekenprestaties. Tijdens de duur van het project deden, zowel in het eerste als in het tweede projectjaar, zes Utrechtse scholen mee met in totaal ongeveer honderdzestig kinderen en hun ouders. wat denk je, kan ik nog winnen? Spelletjes spelen gebeurt meestal niet in stilte. Ook tijdens de rekenles op school zal het niet stil zijn. Er wordt bijvoorbeeld gepraat over de manier waarop je een probleem hebt opgelost, daardoor krijg je meer rekeninzicht. figuur 2: opdrachtkaarten 24

Ouders en Rekenen Voor sommige kinderen is het verwoorden van het oplossingsproces niet eenvoudig. We proberen de ouders manieren te leren waarmee ze, tijdens de spelletjes, met hun kind kunnen praten. De ouders krijgen videofragmenten te zien met voorbeelden hiervan. Bovendien oefenen we tijdens de ouderbijeenkomsten telkens een bepaalde manier waarmee ze hun kind kunnen uitlokken. Een van de manieren die ouders aanspreekt en die ze zich snel eigen maken, is bijvoorbeeld expres een fout maken. Een andere manier om tijdens het spelen de interactie te bevorderen, is het gebruik van opdrachtkaartjes die bij de spelletjes horen (fig.2). Verder krijgen ouder en kind een Algemene Spelkaart, die het hele schooljaar met de spelletjes wordt meegegeven. De kaart bevat tips voor het bevorderen van interactie, zoals: 1 Stel een vraag aan uw kind waardoor hij/zij meer gaat nadenken over het spel. Bijvoorbeeld: Hoe heb je dat gedaan? Kan ik nu nog winnen, denk je? Waarom doe je het zo? Misschien gooi je straks wel 4? Dat zou mooi zijn. Waarom denk je? Waarom vind je dat een handige manier? Hoe reken je? 2 Stel een vraag aan uw kind waardoor hij/zij meer gaat nadenken over het spel. Bijvoorbeeld: Ik doe het zo? Vind je dat ik het slim aanpak? Waarom denk je dat? Hoe kan dat nou? 3 Als uw kind een fout maakt, niet meteen zeggen: Dat is fout. Het is veel leuker om uw kind er zelf achter te laten komen dat hij of zij iets fout heeft gedaan. Vraag bijvoorbeeld: Weet je zeker dat dat kaartje daar hoort? Weet je zeker dat het goed is? Waarom? Je hebt goed nagedacht, maar het is niet helemaal goed. Probeer het nog eens. Doe het maar hardop. 4 Help uw kind, maar zeg niet zomaar voor. Uw kind leert dan niet zoveel van het spel. Bijvoorbeeld: Uw kind moet weten hoeveel stapjes het is van 16 naar 20. U kunt dan helpen door te vragen: Weet je nog wie er bij de verliefde harten verliefd was op 6? Uw kind heeft al bij een eerder spel geleerd dat de 4 verliefd is op 6 (samen 10). Misschien dat uw kind er dan zelf achterkomt dat het ook vier stapjes is van 16 naar 20. 5 Complimentjes geven is goed voor het zelfvertrouwen. Als het goed gaat, zeg dan bijvoorbeeld: Goed zo, of Dat heb je snel opgelost!, of Dat heb je slim aangepakt. We benadrukken steeds dat kinderen zo meer van de spelletjes zullen leren en hopen dat de ouders er iets van toepassen in de dagelijkse omgang met hun kinderen. 25

Jarise Kaskens de leerkracht als belangrijke schakel De leerkracht van groep 4 is aanwezig bij vijf bijeenkomsten op het Schooladviescentrum. Deze bijeenkomsten hebben een informatief en interactief karakter. Er is gelegenheid voor het uitwisselen van ervaringen, uitleggen van de nieuwe spelletjes, het geven van aandachtspunten voor de overdracht naar ouders, het bieden van achtergrondinformatie en soms wordt er gediscussieerd over de aanpak van bepaalde zaken. De leerkracht gaat met deze bagage en de nieuwe spelletjes terug naar de eigen school en nodigt de ouders uit voor een bijeenkomst. De meeste projectscholen hebben ervaring met ondersteuningsprogramma s (zoals Overstap ). Ervaringen met programma s waarbij de leerkracht een belangrijke schakel is, zijn positief. Vandaar de keuze voor deze constructie. Om het uitvoeren van de bijeenkomsten te ondersteunen, krijgt de leerkracht uitgewerkte draaiboeken. De relatie spelletjes en het rekenwerk in de klas heeft daarin steeds een plek gekregen. Hieronder ziet u een stukje uit het Draaiboek voor de leerkracht. Illustratie van een deel van het draaiboek voor de leerkracht voor de tweede bijeenkomst (fig.3). 3. Uitleg van de spelletjes en de relatie met het rekenen op school (30 min.) Laat eerst het Dierentuinspel en de daarbij behorende handleiding (één A4-tje) even zien. Toon vervolgens het eerste videofragment. U ziet daar de instructie van het spel en een stukje spelverloop. Belangrijke opmerking bij spel 4: Het volgende moet u tijdens de bijeenkomst met de ouders bespreken: Om het makkelijker te maken, kunnen in het begin de min kaartjes en eventueel de kaartjes met sprongen van 2 en 5 eruit worden gelaten. Verder is het belangrijk om het verschil tussen open en gesloten spellen (zie handleiding) uit te leggen aan de ouders. Vertel na de uitleg van het spel iets over het doel/nut van het spelen en leg de relatie met waar u op dit moment (en de komende periode) tijdens de rekenles mee bezig bent. Het is leuk als u daarbij iets op het bord illustreert of werk laat zien uit de rekenmethode. Dit spel is gericht op de opbouw van getallen, iets dat een heel belangrijke bijdrage kan leveren aan een goede basis voor het rekenen. Opmerking voor de leerkracht: als u op voorhand weet dat een kind het spel kan spelen met grotere getallen, kunt u er ook kaartjes bij maken. Bijvoorbeeld een kaartje met 98, 76. Spel 4 wordt even gespeeld. U kunt ingaan op de vragen van ouders tijdens het spelen. figuur 3 De meeste ondersteuningsprogramma s richtten zich tot nu toe op jongere kinderen. Dit programma richt zich op groep 4. Bovendien krijgt de school een hulpmiddel in handen om de ouders van deze groep actief aan zich te binden. ouders (blijven) betrekken bij de school en het leren van hun kind De leerkracht moet soms de nodige moeite doen om de belangstelling van ouders voor het project gaande te houden, maar de ervaring vorig jaar leerde ons dat een actieve rol van de leerkracht in deze duidelijk een positieve invloed heeft. Briefjes aan de kinderen meegeven om ouders te attenderen is vaak niet voldoende. Ouders persoonlijk aanspreken, nagaan waarom een ouder niet bij een bijeenkomst is geweest, het belang benadrukken van deelname door ouder en kind, de 26

Ouders en Rekenen ouders blijven motiveren en stimuleren, relaties aangeven met het rekenwerk in de klas... allemaal voorbeelden van initiatieven die leerkrachten kunnen nemen. Een leerkracht geeft de spelletjes in principe alleen mee aan een kind als de ouder aanwezig was op de ouderbijeenkomst. Op de ouderbijeenkomsten worden ervaringen met de spelletjes uitgewisseld, informatie gegeven over inhoud en didactiek van het huidige rekenonderwijs, nieuwe spelletjes uitgelegd en natuurlijk gespeeld. De bijeenkomsten worden juist door het spelen heel interactief en gezellig. De uitleg wordt ondersteund door videofragmenten over het verloop van het spel. Dit is met name voor allochtone ouders essentieel. Soms wordt de OALT-leerkracht ingeschakeld om de uitleg in de eigen taal te herhalen. De relatie tussen de spelletjes en het huidige rekenonderwijs roept vaak het nodige op bij de ouders. Zo zei een vader onlangs op een bijeenkomst: Pas zei ik tegen mijn dochter die de som 12 plus 13 moest uitrekenen: Je kunt het ook zo onder elkaar zetten. Ik deed het voor, maar ik zag dat ze het niet begreep. Toen ben ik er maar mee opgehouden. Zo n opmerking is natuurlijk een prachtig aangrijpingspunt om aan te kaarten dat ouders voorzichtig moeten zijn als ze hun kind willen helpen met zijn of haar rekenwerk. Bovendien kan het belang van hoofdrekenen worden toegelicht. Voor de meeste ouders is de manier waarop tegenwoordig wordt gerekend Abacadabra. Wel zijn ze vaak erg geïnteresseerd in de huidige didactiek. Door deze te koppelen aan de spelletjes, kan de leerkracht op een luchtige manier een soms moeilijke boodschap overbrengen aan de ouders: het aanleren van rekenvaardigheden kun je maar beter aan de leerkracht overlaten. Gedurende het schooljaar zijn er vijf speelperioden die een volgende cyclus kennen: scholingsbijeenkomst voor leerkrachten; ouderbijeenkomst op school; spelletjes uitleggen aan de kinderen en de spelletjes meegeven; thuis gedurende enkele weken de spelletjes twee à drie keer spelen; spelletjes inleveren op school. De kinderen krijgen twee of drie spelletjes mee naar huis, die na een poosje worden vervangen door nieuwe. Zo blijft het uitdagend en kunnen we de inhoud van de spelletjes afstemmen op wat er op dat moment in de rekenleerlijn aan de orde is. We zorgen er altijd voor dat er een schoolvakantie in een speelperiode zit, omdat die bij uitstek een goede gelegenheid biedt om een spelletje te spelen. In dezelfde week dat de ouders op school komen, worden de spellen ook aan de hele groep uitgelegd. In de klas blijft er een exemplaar van elk spel aanwezig, zodat er ook op school kan worden gespeeld. de spelletjes Zoals uit het overzicht naar voren komt, sluiten de spelletjes duidelijk aan bij de leerstof van groep 4. Tot nu toe zijn de volgende rekenspelletjes ontwikkeld (fig.4). 27

Jarise Kaskens Spel 1: Stratenmakerspel Volgorde van getallen 1-130. Getallen plaatsen op de getallenlijn. Spel 2: Het Prinsessenfeest Doortellen vanaf een bepaald getal. Inzicht in de getallenlijn. Spel 3: Rekenmemory Geheugenspel met sommen die voor het rekenen tot 100 van groot belang zijn: Harten die samen 10 zijn (6 en 4). Tweelingen (8 en 8). Aanvullen tot 20 (11 en 9). Aanvullen tot 100 (99 en 1). Spel 4: Het Dierentuinspel Opbouw van de getallen en het op verschillende manieren samenstellen van getallen. Visualisering aan de hand van sprongen op de getallenlijn. Spel 5: Op weg naar de schat Vlot bewegen (springen) op de getallenlijn, waarbij wordt gestimuleerd om in één keer een sprong van bijvoorbeeld: 10 voor- of achteruit te maken in plaats van een voor een tellen. Optellen en aftrekken tot 100 door middel van het maken van sprongen vanaf een bepaald getal. Spel 6: Paardenrace Handig tellen tot (ongeveer) 100, met en zonder tientaloverschrijding. Tevens wordt het schrijven van getallen geoefend. Het spel kan ook via aftrekken vanaf 100 worden gespeeld. Spel 7: Vraag maar raak spel Stimuleren van het handig springen. Productief oefenen en schatten, reflectie en interactie. Spel 8: Het Postbodespel Positioneren en vergelijken van getallen; handig rekenen met mooie getallen. Spel 9: Tafelbingo Het oefenen van de tafels van vermenigvuldiging. Rode set: tafels van 1, 2, 5 en 10. Blauwe set: tafels van 2, 3, 4 en 5. Groene set: alle voorgaande tafels en de tafel van 6. Spel 10: Wie gaat er mee? Optellen en aftrekken tot 100. Spel 11: Ballonnenspel Optellen, aftrekken en vermenigvuldigen, waarbij het gaat om het zelf bedenken van een som bij een bepaald antwoord. Buitenspelletjes Werpspel Optellen. Rekenbalspel Oefenen van vaardigheden. Ping-pong schieten Handig rekenen. figuur 4 criteria bij het ontwikkelen van de spelletjes De spelletjes moeten aansluiten bij de meest gangbare reken-wiskundemethoden. Zo geven we bij Tafelbingo de ouders antwoorden mee, maar ook uitleg over het gebruik van steunpunten bij het oplossen van tafelsommen. Bij- 28

Ouders en Rekenen voorbeeld als je weet dat 5 6 = 30, dan kun je gemakkelijk 6 6 afleiden, want dat is 1 6 meer, dus 6 6 = 36. Een spelletje moet inhoudelijk passen bij de leerstof die op dat moment aan de orde is in de rekenles. In de periode van november tot december krijgen de kinderen het Dierentuinspel mee naar huis, waarin de opbouw en het samenstellen van getallen aan bod komen, steeds gevisualiseerd in sprongen van 1, 2, 5 of 10 op de getallenlijn. Bij een spelletje moeten differentiatiemogelijkheden zijn ingebouwd. We willen namelijk dat alle kinderen van groep 4 mee kunnen doen. De ouders kunnen het spel zodanig aanpassen dat hun kind plezier aan het spel beleeft. Bijvoorbeeld: bij Rekenmemory kan steeds een somtype worden toegevoegd aan het spel. Zo kun je in het begin bij het aanvullen starten met de kaartjes met aanvullen tot 20 en dit geleidelijk uitbreiden met de kaartjes aanvullen tot 100. Het spel Op weg naar de schat kan vanuit 1 worden gespeeld (sprongen vooruit maken), maar voor goede rekenaars wordt de uitdaging groter als er bij 100 (sprongen terug) wordt gestart. Het competitie-element is belangrijk voor de motivatie; de spelletjes moeten spannend zijn. De aantrekkelijkheid van het materiaal is een belangrijker aandachtspunt dan wij aanvankelijk dachten. Een geschikte spelduur is tien tot vijftien minuten. elk spel is voorzien van een handleiding, een A4-tje per spel, waar alles op staat De handleiding is gedurende het project ingrijpend veranderd. De aanvankelijke opzet, een losbladig systeem met speluitleg, differentiatiemogelijkheden en een logboek voor de ouders, is losgelaten. Gekozen is voor een gelamineerd A4-tje waarop alle informatie staat beschreven (zie fig.5). Er is zoveel mogelijk geprobeerd het spel(verloop) te visualiseren. Naast de handleiding, behorend bij een bepaald spelletje, is er een algemene handleiding gemaakt, de zogenoemde Algemene Spelkaart. Op deze Algemene Spelkaart staan informatie en tips behorend bij alle spelletjes. De informatie spitst zich toe op het bevorderen van de interactie. Hoewel de huidige vorm door de leerkrachten duidelijk als een verbetering wordt beschouwd, blijkt een deel van de ouders de handleiding niet echt te gebruiken. Uitleg tijdens de bijeenkomsten is daarom van groot belang. aanbevelingen Inmiddels is gedurende het project een schat aan ervaringen opgedaan. Vanuit deze ervaringen doen we de volgende aanbevelingen: Een school moet uit een aantal varianten kunnen kiezen als het gaat over de wijze waarop Ouders en Rekenen kan worden uitgevoerd De opzet uitgevoerd conform de werkwijze van het project: ouderbijeenkomsten volgens het draaiboek, waarbij maximaal twee spelletjes worden uitgelegd. Indien blijkt dat deze bijeenkomsten te krap zijn bemeten, moeten er 29

Jarise Kaskens extra bijeenkomsten (bijvoorbeeld de ouderavond) worden ingelast. De ouders s ochtends direct om 8.30 uur in de klas uitleg geven, samen met het kind. Dus moeder en kind spelen het spel op dat moment al een keer samen. Eventueel kan een OALT-leerkracht worden ingeschakeld voor uitleg en ondersteuning in de eigen taal. Uitleg geven aan de kinderen in de klas en nog een keer tijdens een bijeenkomst voor ouders. Eén spel per keer uitleggen (tot dan toe legden we tijdens een bijeenkomst twee en in het begin zelfs drie spellen uit) en na een maand het volgende spel, dus een kortere speelperiode, maar de frequentie iets opvoeren, zodat het ritme er beter in blijft. De ouders worden op gezette tijden op school uitgenodigd om samen met hun kind de spelletjes te spelen, maar de spelletjes worden niet meegegeven. Illustratie van de handleiding bij het spelletje Op weg naar de schat (fig.5). figuur 5 30

Ouders en Rekenen implementatie van het project Als het gaat om ouderbetrokkenheid willen we het volgende aanbevelen: Het belang van een doorgaande lijn. Ouders worden bijvoorbeeld in de voorschoolse periode betrokken bij Bij de hand, Op Stap en Samenspelgroepen Samen Rekenen. In de vroegschoolse periode, bijvoorbeeld bij Rugzak, in groep 3 bij Overstap (lezen) en in groep 4 bij met Ouders en Rekenen. Wellicht kan deze lijn worden voortgezet in de groepen 5 tot en met 8. Binnen deze doorgaande lijn kan een centrale rol worden weggelegd voor de assistent ouderbetrokkenheid. Als je de assistent ouderbetrokkenheid in de hiervoor genoemde groepen een plaats kunt geven, heeft dat de volgende voordelen: Contacten met ouders worden gemakkelijker gelegd en onderhouden. De continuïteit in betrokkenheid kan gemakkelijker worden gewaarborgd. De assistent ouderbetrokkenheid krijgt een uitgebreider takenpakket. De druk ligt niet meer alleen op de leerkracht als het gaat om het uitvoeren van dit soort projecten. Je hoopt met een doorgaande lijn dat het makkelijker is een groep ouders aan de school te binden, wat uiteindelijk de kinderen ten goede komt. Het project zou uitstekend passen in het Lokaal Onderwijsachterstandenbeleid. Zowel vanuit de optiek vergroten ouderbetrokkenheid als vanuit de inhoudelijke invalshoek (in groep 4 wordt een belangrijke basis gelegd voor het rekenen). De kennis van het rekenen tot 100 is van essentieel belang voor al het rekenen dat daarna komt. Als leerkrachten meewerken aan ouderparticipatieprojecten, moet men daarvoor in de taakstelling uren reserveren. Het is echter aan te bevelen in geval van uitval van collega s of door personeelstekort de leerkracht niet alleen de verantwoording te geven, maar het tot een gedeelde verantwoordelijkheid te maken van twee medewerkers binnen een school. verbeteren kwaliteit van de interactie Het verbeteren van de kwaliteit van de interactie blijft een lastige kwestie, omdat het niet eenvoudig is om het gedrag van ouders thuis te beïnvloeden. Desalniettemin doen wij de volgende aanbevelingen: Bij de uitleg van spelletjes de video als hulpmiddel gebruiken. De opnamen moeten voorbeelden bevatten van manieren waarop je interactie kunt stimuleren. Tijdens de bijeenkomst in de klas wordt het spel door een leerkracht en een ouder voorgespeeld, waarbij de aandacht zich specifiek richt op het interacteren. Het plegen van interventies in situaties waarbij ouder en kind aan het spelen zijn is het meest effectief, maar het moeilijkst te realiseren. Te denken valt aan oefensituaties op school of thuis, maar bijvoorbeeld ook aan Video Interactie Begeleiding. Bij een doorgaande lijn, wat betreft ouderbetrokkenheid, lijkt het beïnvloeden van de kwaliteit van de interactie kansrijker, omdat je de ouders dan gedurende een langere tijd kunt ondersteunen. kwaliteit van de spelletjes. De spelletjes zijn het afgelopen jaar een stuk verbeterd en er ligt nu een goed en volledig pakket voor groep 4. Voor een definitieve uitgave van de spelletjes geldt, dat er meer differentiatiemogelijkheden in de spelletjes moeten worden verwerkt 31

Jarise Kaskens dan nu het geval is. Andere wijzigingsvoorstellen betreffen kleine aanpassingen. Het Dierentuinspel moet wel worden verbeterd. Inmiddels is er, in overleg met uitgeverij Zwijsen, een plan opgesteld voor het uitbrengen van de spelletjes. Daarbij wordt gedacht aan een uitgebreidere serie die gemakkelijk thuis of op school kan worden gespeeld (een meer begeleidingsvrije variant) en een serie die juist met begeleiding (leerkracht, ouder, remedial teacher) moet worden uitgevoerd en waarbij de nadruk meer is gelegen op de interactiecomponent (en meer conform ons gedachtengoed). Voor de ontwikkeling van spelletjes is het van belang te letten op de volgende kenmerken: herkenbare spelvormen, aantrekkelijke uitvoering, spelborden, competitie-element, spelplezier. aanbevelingen wat betreft doelen De doelen zoals we deze hebben geformuleerd op ouder- en schoolniveau kunnen worden nagestreefd. De doelen op kindniveau zijn te hoog gesteld, met name als het gaat om het verbeteren van de taalontwikkeling door gebruik van de interactieve speelwijze, en het toepassen van geleerde vaardigheden in nieuwe situaties en contexten. Een aantal doelstellingen is erg afhankelijk van de frequentie van spelen en de wijze waarop er wordt gespeeld. Het onderzoek van de Universiteit Utrecht zal bijvoorbeeld meer zicht kunnen geven op de effecten met betrekking tot het vaardigheidsniveau. tot besluit Met dit project denken wij een bijdrage te kunnen leveren aan een doorgaande lijn. Nu eens niet de doorgaande taal- of rekenleerlijn, maar een doorgaande lijn als het gaat om het blijven betrekken van ouders bij de school. Door een programma aan te bieden zoals het project Ouders en Rekenen, kan het voor een school soms een steuntje in de rug zijn om op een gestructureerde manier door te gaan met het betrekken van de ouders. Bovendien gaat het om een inhoud waarmee het kind is gediend en een vorm waaraan plezier valt te beleven voor ouder, kind en leerkracht. Wellicht inspiratie gekregen om ouders weer actiever bij de school te betrekken? Ga ervoor, het is de moeite waard. Aan het project Ouders en Rekenen werken mee: Marije Bakker, Jarise Kaskens en Jo Nelissen. De resonansgroep bestaat uit: Frans van Galen, Hans van Luit, Julie Menne en Anneke Noteboom. Als u meer wilt weten over dit project kunt u contact opnemen met de auteur van dit artikel. Voor nadere informatie over de uitgave van de rekenspelletjes kunt u zich wenden tot uitgeverij Zwijsen (Tilburg). noot 1 Deze bijdrage is een bewerking van het artikel dat reeds in het tijdschrift Jeugd in School en Wereld, 85(5) (jan. 2001) is verschenen. literatuur Polderman, J. & S. de Jong (2000). Ouders als partners bij kwaliteitszorg. Jeugd in School en Wereld, 85(2). 32