Een Meet- en Ontdekpad gemaakt door Maaike Kuijer. Pabo De Eekhorst Assen.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Een Meet- en Ontdekpad gemaakt door Maaike Kuijer. Pabo De Eekhorst Assen."

Transcriptie

1 METEN Een meet- en ontdekpad Een Meet- en Ontdekpad gemaakt door Maaike Kuijer. Pabo De Eekhorst Assen.

2 Inhoudsopgave meet- en ontdekpad Samenvatting 2 Verantwoording 4 Gebruiksaanwijzing 7 Kopieerbladen 9 Literatuurlijst 12

3 Samenvatting meet- en ontdekpad. Doel: Kinderen ontdekken door middel van opdrachten wat lengte, breedte, omtrek en oppervlakte zijn. Kinderen proberen door samenwerken en overleggen tot een oplossing te komen. Doelgroep: Groep 4-5 Materiaal: 10 goofy - opdrachtborden 5 gele opdrachtkaarten 4 paarse opdrachtkaarten Kopieerblad opdrachtenvel Kopieerblad goofy- opdrachtbord Gele route: Meten met je lichaam 1) Hoe lang ben jij? 2) Hoe dik is de boom? 3) Hoeveel tegels zijn er weg? 4) Meten met je voeten en je handen. 5) Hinkelbaan. Wat heb je nodig? Elke groep krijgt het opdrachtenvel, een pen en een krijtje mee. Tijd? Ongeveer minuten, afhankelijk van de afstand tussen de opdrachten.

4 Paarse route: Meten met een liniaal. 1) Wat is de omtrek? 2) Teken 1 vierkante meter. 3) Zoeken maar 4) Hoe lang is het fietsenhok? Wat heb je nodig? Elke groep krijgt het opdrachtenvel, een pen een krijtje en een grote liniaal mee. De liniaal is een bordliniaal van een meter of een rolmaat. Tijd? Ongeveer minuten, afhankelijk van de afstand tussen de opdrachten. Verantwoording Meet- en ontdekpad Waarom een meet- en ontdekpad? Op de basisschool hebben veel kinderen moeite met meetkunde. Zelf had ik het er vroeger ook moeilijk mee. We begonnen met lengte en breedte, dit begreep ik nog wel, maar later kwamen omtrek en oppervlakte erbij. Voor de omtrek leerden we een formule 2x lengte plus 2x breedte. Zo konden we alle sommen uitrekenen. Ik begreep niet waarom we dit moesten doen. Ik had geen inzicht in de som, omdat ik niet wist wat ik deed. Als we met de groep naar buiten waren gegaan en we hadden de omtrek van de zandbak berekend, door het zelf te doen en te ervaren, had ik waarschijnlijk de sommen wel begrepen. Ik had dan de omtrek ervaren en het opgeslagen in mijn geheugen. Dit geldt ook voor de oppervlakte, hier hadden we ook een formule voor: lengte x breedte. We hadden naar buiten moeten gaan en een vierkant moeten tekenen van bijvoorbeeld 2 x 2 x 2 x 2. Zo zie je dat in het vierkant 4 vierkante meters zitten. Helaas heb ik het vroeger niet zo gehad, ik weet zeker dat meetkunde dan een stuk begrijpelijker was geworden voor mij.

5 Om kinderen te helpen om inzicht te krijgen in lengte, breedte, omtrek en oppervlakte heb ik dit meet- en ontdekpad gemaakt. Mijn visie op rekenonderwijs. Kinderen leren door te ervaren, dit geldt ook voor rekenonderwijs. De kinderen kunnen zelf ontdekkend bezig zijn. Hierdoor leren ze te overleggen, verschillende manieren uit te proberen en ze ervaren wat ze doen. Doordat de kinderen zelf proberen tot een oplossing te komen, onthouden ze beter hoe ze een som oplossen. Ze nemen een formule niet klakkeloos over van de leerkracht, maar ze weten wat ze doen. Als ze hebben ontdekt waarom een som zo wordt opgelost, dan kunnen ze sommen maken in het boek, met behulp van de formule. Dit mag pas als ze de som begrijpen.

6 Kinderen hebben verschillende behoeften, zoals Else Petersen beschreef in haar boek: De grondkrachten van de kinderlijke ontwikkeling. Kinderen hebben behoefte aan beweging Ze hebben drang tot zelfstandig bezig zijn Kinderen hebben de sociale drang of de behoefte aan andere kinderen Ze hebben behoefte aan consequente leiding Deze vier grondkrachten kan je goed verwerken in het onderwijs. De behoefte aan beweging kan je verwerken in een werkmiddel, zoals een ontdekpad. De drang tot zelfstandig bezig zijn, komt voor tijdens het blokuur, stilwerkuur of keuzeuur. Een kind werkt dan aan zijn eigen werk in zijn eigen tempo. De sociale drang zie je terug tijdens opdrachten waar kinderen samen mogen werken en elkaar helpen en overleggen. Het is belangrijk dat kinderen weten waar ze aan toe zijn. Er moeten duidelijke regels zijn. Een kind moet weten wanneer het wat kan en mag doen. Zelf vind ik het heel belangrijk dat kinderen inzicht hebben in wat ze doen. Ze moeten de som begrijpen. Door zelf te ontdekken en te experimenteren met sommen en rekenopgaven leren ze goed na te denken over verschillende opgaven. Ik vind dat kinderen samen sommen mogen maken, door met elkaar te overleggen en elkaars oplossingen aan te horen leren ze hoe het ook kan. De leerkracht moet wel opletten dat niet één kind alle opgaven maakt en de ander erbij zit. Er moeten ook wel zelfstandig sommen worden gemaakt, zo kan de leerkracht zien hoe ver een kind is. Ik zie te vaak dat alleen opdrachten uit de methode worden gemaakt. In sommige methodes zitten wel ontdek- en experimenteeropdrachten, zoals in de methode: De wereld in getallen. Vaak worden deze opdrachten over geslagen, omdat er geen tijd voor is, terwijl deze opdrachten juist zo belangrijk zijn voor het rekenkundig inzicht van een kind. Er moet afwisseling in het rekenonderwijs zitten. Opdrachten moeten verschillend zijn. Er moet ruimte zijn voor zelfstandige opdrachten uit het boek (methode), klassikale opdrachten, opdrachten waar je samen kan werken en ontdekopdrachten en ook de experimenteeropdrachten uit de methode.

7 Mijn leermiddel. Uitgangspunten: Kinderen leren door zelf te ontdekken en te ervaren. Kinderen leren door samen te werken en te overleggen. Doelen: Kinderen ontdekken wat lengte, breedte, omtrek en oppervlakte zijn. Kinderen ervaren lengte, breedte, omtrek en oppervlakte. Kinderen meten verschillende voorwerpen en kunnen deze vergelijken met elkaar. Kinderen werken samen en overleggen over de aanpak. Kinderen werken zonder veel hulp van de leerkracht aan een opdracht. Kinderen hebben kennis gemaakt met verschillende hulpmiddelen om te meten, zoals: meetlat, rolmaat, handen, voeten en tegels. Kinderen weten wat een centimeter en een meter is. ( alleen bij de paarse route!) De kerndoelen die ik in het pad verwerkt heb zijn: De leerlingen hebben inzicht in de relatie tussen de belangrijkste grootheden en de bijbehorende maateenheden. De leerlingen kennen de gangbare maten van lengte, omtrek en oppervlakte en kunnen deze in eenvoudige toepassingssituaties hanteren. De leerlingen beschikken over eenvoudige noties en begrippen, waarmee zij meetkundig kunnen ordenen en beschrijven. De leerlingen hebben plezier in het leren van nieuwe dingen. Leerlingen nemen verantwoordelijkheid voor te verrichtten taken. Ze kunnen resultaten verwerken in een mondelinge toelichting.

8 Gebruiksaanwijzing Meet- en ontdekpad. Differentiatie: Er zijn twee routes, de gele route gaat over meten met je lichaam. De paarse route is iets moeilijker, daar moeten de kinderen meten met een liniaal. De kinderen moeten hier enige kennis hebben van meters en centimeters. Gebruiks mogelijkheden: Het meet- en ontdekpad kan als groepsopdracht worden gedaan maar ook als opdracht in de weektaak, of als keuzewerk kan het pad goed functioneren. Als de kinderen de opdracht tijdens de weektaak of als keuzewerk doen kunnen ze als de route klaar is samen met de leerkracht even de route en de oplossingen bespreken. De leerkracht zet de opdrachten van tevoren al klaar op het plein. Let op dat je kijkt of de opdrachten bij de goede plek staan (bijvoorbeeld de opdracht bij de boom, deze moet wel bij een dikke boom worden gezet.) Op elke Goofy hoort een kaartje met een opdracht. De opdrachtkaarten kan je met klitteband op de goofy- opdrachtborden plakken. De kinderen kunnen in drietallen de opdrachten zelf doen. Als de leerkracht de groepjes heeft ingedeeld, kan elke groep bij een andere opdracht beginnen. Elke groep heeft een opdrachtenvel, een pen of potlood en een krijtje mee. Bij de paarse route krijgt elke groep ook nog een bordliniaal of rolmaat mee. De kinderen lopen elkaar niet in de weg, omdat elke groep bij een andere opdracht begint. Als er toch twee groepen tegelijk bij een opdracht zijn moet het laatste groepje even wachten. Als de groepjes klaar zijn, kan het opdrachtenvel met de namen van de kinderen en de oplossingen worden ingeleverd bij de leerkracht. De leerkracht bekijkt de verschillende oplossingen en bespreekt het meet- en ontdekpad met de kinderen.

9 Gebruiksaanwijzing Meet- en ontdekpad. Lijst met suggesties en uitbreidingsmogelijkheden. Als de kinderen de gele route beheersen en begrijpen, kan je in de klas de meter introduceren. Daarbij kan je meet- opdrachten bedenken waarbij kinderen inzicht krijgen wat een meter is. De kinderen kunnen met de bordliniaal of de rolmaat dingen gaan opzoeken in de klas die 1 meter zijn. Later kunnen ze ook dingen zoeken die langer dan 1 meter zijn. Als de meter is geïntroduceerd, komen de kinderen er achter dat het niet altijd precies een meter is. Het is tijd om de centimeter te introduceren. Hier kan je hetzelfde doen als bij de meter. Als de kinderen de meter en de centimeter kennen, kunnen ze de paarse route doen. In de routes komen omtrek en oppervlakte aan de orde. Hier hoeft niet diep op te worden ingegaan. Als er kinderen zijn die wel meer willen weten hierover kan je ze opdrachten geven uit de methode over omtrek en oppervlakte. Als leerkracht kan je een route bedenken over omtrek. Als leerkracht kan je een route bedenken over oppervlakte. Er kan een meet- en ontdekpad in de klas of in de school worden uitgezet. Hier moet je dan passende opdrachten bij bedenken.

10 Opdrachtenvel meet- en ontdekpad. (Gele route) Namen: Opdracht 1: Hoe lang ben jij? Kind 1:(naam) Kind 2:(naam) Kind 3:(naam) = tegels lang. = tegels lang. = tegels lang. Opdracht 2: Hoe dik is de boom? De boom is kinderen dik. Opdracht 3: Hoeveel tegels zijn er weg? Er zijn tegels weg. Opdracht 4: Meten met je voeten en je handen. Er passen voeten op 4 tegels. Zo hebben we het uitgerekend: Er passen handen op 4 tegels. Zo hebben we het uitgerekend: Opdracht 5: Hinkelbaan. De baan is tegels lang. Er zitten tegels in de baan.

11 Opdrachtenvel meet- en ontdekpad. (Paarse route) Namen: Opdracht 1:Wat is de omtrek? De omtrek van de zandbak is meter. Opdracht 2: Teken 1 vierkante meter. Er zitten tegels in het vierkant. Opdracht 3: Zoeken maar Dingen van 1 centimeter zijn: Dingen van 1 meter zijn: Opdracht 4: Hoe lang is het fietsenhok? Het fietsenhok is meter. Het fietsenhok is stappen.

12 Gele route Opdracht 1: Hoe lang ben jij? Hoeveel tegels denk je dat je lang bent? Ga met je rug op het plein liggen, begin met je voeten bij de rand van een tegel. Hoeveel tegels ben jij lang? Schrijf wat je dacht en wat je hebt gemeten op het opdrachten vel. Opdracht 2: Hoe dik is de boom? Met hoeveel kinderen denk je dat je om de boom heen past? Ga met je groep om de boom staan, pak elkaars hand vast. Met hoeveel kinderen sta je om de boom heen? Schrijf wat je dacht en wat je hebt gemeten op het opdrachten vel. Opdracht 3: Hoeveel tegels zijn er weg? Ga met je groep op de grond zitten, op hoeveel tegels zitten jullie? Schrijf wat je dacht en wat je hebt gemeten op het opdrachten vel. Opdracht 4: Meten met je voeten en je handen. Hoeveel voeten passen er op 4 tegels? Hoeveel handen passen er op 4 tegels? Schrijf wat je hebt gemeten en hoe je het hebt uitgerekend op het opdrachten vel. Opdracht 5: Hinkelbaan. Teken op het plein een hinkelbaan. Hoeveel tegels lang is de baan? Hoeveel tegels zitten er in de hinkelbaan? Schrijf wat je hebt gemeten op het opdrachten vel.

13 Opdracht 1: Wat is de omtrek? Hoe groot is de zandbak? Paarse route Neem de grote liniaal, meet alle zijkanten van de zandbak, tel ze bij elkaar op. Nu weet je de omtrek. Schrijf wat je hebt gemeten op het opdrachten vel. Opdracht 2: Teken 1 vierkante meter. Pak het krijtje, en neem de grote liniaal. Leg de liniaal op de grond en zet een lijn van 1m. Maak een vierkant, met alle zijkanten van 1m. Je hebt nu 1 m2. Hoeveel tegels zitten er in het vierkant? Schrijf wat je hebt gemeten op het opdrachten vel. Opdracht 3: Zoeken maar Zoek op het plein iets van 1 centimeter en iets van 1 meter. Wat hebben jullie gevonden? Schrijf wat je hebt gevonden op het opdrachten vel. Opdracht 4: Hoe lang is het fietsenhok? Meet het fietsenhok, hoeveel meter is het hok? Meet met de grote liniaal. Meet met grote stappen. Schrijf wat je hebt gemeten op het opdrachten vel.

14 Literatuurlijst Meet- en ontdekpad. BOEKEN: APELT E.; Werkmiddelen en hun toepassing in de eigentijdse opvoeding; Hoevelaken; 1991 GOFFREE F.; Wiskunde en didactiek 2 (Hoofdstuk 1 en 4) ; Groningen; 1983 PETERSEN E.; De grondkrachten van de kinderlijke ontwikkeling en de school; Hoevelaken; 1988 TIJDSCHRIFTEN: Egoscoop, jaargang 2, nummer 1, oktober 1997 (pag. 2-3) JSW, nummer 1, september 2000 (pag ) Reader, De kerndoelen basisonderwijs 1998 METHODES: CLAESSENS B. e.a; Pluspunt groep 4 ; Den Bosch CLAESSENS B. e.a.; Pluspunt groep 5 ; Den Bosch COMPAGNIE-RIETBERG C. e.a.; Talrijk reeksen 5 t/m 8 ; Hoevelaken 1996 HUITEMA S. e.a.; De Wereld in getallen groep 4 ; Den Bosch 1997 HUITEMA S. e.a.; De Wereld in getallen groep 5 ; Den Bosch 1997

15