Het effect van mindfulness tijdens de zwangerschap op de. ontwikkeling van baby s van negen tot tien maanden oud



Vergelijkbare documenten
Bijlage 3: Multiple regressie analyse

Cognitieve Gedragstherapie en Mindfulness Based Stress Reduction Therapie voor Angst en Depressie klachten bij volwassenen met

Menu aansturing van SPSS voorbeeld in paragraaf 6.5 van hoofdstuk 6 over multipele regressie analyses van recidive bij jongens

Pilot vragenlijst communicatieve redzaamheid

Het samenstellen van een multipele indicator index. Harry B.G. Ganzeboom ADEK UvS College 2 28 februari 2011

Running head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1. De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op

Mindfulness - de 8-weekse training in vogelvlucht

Deze menu-aansturingen zijn van toepassing op versies 14.0 en 15.0 van SPSS.

RELATIE TUSSEN MINDFULNESS, DRIE SOORTEN ANGST BIJ DE MOEDER TIJDENS DE ZWANGERSCHAP EN HET TEMPERAMENT VAN DE BABY NA DE GEBOORTE

Enkelvoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Heeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen?

Mindfulness binnen de (psycho) oncologie. Else Bisseling, 16 mei 2014

Invloed van Coping en Ziektepercepties op Depressie- en Angstsymptomen. bij Voormalige Borstkankerpatiënten

Menu aansturing van SPSS voorbeeld in hoofdstuk 7 over Kaplan-Meier en Cox regressie survival analyses van recidive bij meisjes

MINDFULNESS, ZELFASPECTEN EN WELZIJN 1. Bewust (wel)zijn? De mediërende rol van het zelf in de relatie tussen mindfulness en psychologisch welbevinden

Oplossingen hoofdstuk XI

Mindfulness en kanker

Oplossingen hoofdstuk Het milieubesef

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het

Fetal Origins of Socioeconomic Inequalities. in Early Childhood Health. The Generation R Study. Lindsay Marisia Silva SAMENVATTING

Nederlandse samenvatting

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women. Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.

BIJLAGE 8: QUALIDEM. Inleiding. Het instrument heeft een eerste toetsing bij 240 mensen met lichte tot zeer ernstige dementie ondergaan.

c. Geef de een-factor ANOVA-tabel. Formuleer H_0 and H_a. Wat is je conclusie?

De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een. Vergelijking met Rusten in Liggende Positie

Screening en behandeling van psychische problemen via internet. Viola Spek Universiteit van Tilburg

Bayley III-NL Motoriekschaal

Cognitive behavioral therapy for treatment of anxiety and depressive symptoms in pregnancy: a randomized controlled trial

Richtlijn Multidisciplinaire richtlijn Excessief huilen

Summary & Samenvatting. Samenvatting

Angst in de zwangerschap: consequenties voor moeder en kind

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Beschrijvende statistieken

ACT en Authenticiteit

Stormy clouds in seventh heaven Meijer, Judith

Samenvatting (Summary in Dutch)

Masterscriptie. Bestaat er een verband tussen prenatale angst of depressie bij de moeder en angst of depressie bij het kind?

BeMind studie: Mindfulness bij kanker

Wanneer de roze wolk begint te donderen Behoeften van vrouwen tijdens hoog risico zwangerschap

Samenvatting (Summary in Dutch)

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104

Five Facet Mindfulness Questionnaire Short Form (FFMQ-SF)

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting

College 3 Interne consistentie; Beschrijvend onderzoek

De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen.

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

Pilot studie naar de implementatie en effectiviteit van een stress-reductie training via de smartphone

Pijn-Coping-Inventarisatielijst (PCI) Kraaimaat, Bakker & Evers (1997)

FEEL-E. Vragenlijst over emotieregulatie bij volwassenen. HTS Report. Simon Janzen ID Datum Zelfrapportage

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen.

Mindfulness. Ger Schurink. Een praktische training in het omgaan met gevoelens en gewoonten. Thema, uitgeverij van Schouten & Nelissen

TSCYC Ouderversie. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. Jeroen de Groot. ID Datum Informant:

INDUCTIEVE STATISTIEK VOOR DE GEDRAGSWETENSCHAPPEN OPLOSSINGEN BIJ HOOFDSTUK 5

De data worden ingevoerd in twee variabelen, omdat we te maken hebben met herhaalde metingen:

Nederlandse samenvatting

Positieve psychologie. Positief affect (PA) PA - mortaliteit. PA zelfgerapporteerde gezondheid. Positieve psychologie, mindfulnessen gezondheid

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

Pesten op het werk en de invloed van Sociale Steun op Gezondheid en Verzuim.

Marrit-10-H :05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen

Lichaamsbewustzijn bij kinderen met psychiatrische problematiek

Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting

Emotieherkenning bij CI kinderen en kinderen met ESM

** VOORBEELD VAN CAUSALE ANALYSE MET CONFOUNDER EN MEDIATOR **.. GET FILE='u:\)Research\ISSP-NL\ISSP \Data\issp_2013_2014_NL_def.sav'.

Valid N Missing N

Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5)

Toepassing van mindfulness in het ziekenhuis

Validatie van de Nederlandstalige. Mindful Attention Awareness Scale. Validation of the Dutch

Mindfulness bij somatoforme stoornissen. Hiske van Ravesteijn psychiater i.o.

op het latere leven Anja Huizink Vrij Universiteit Amsterdam Radboud Universiteit Nijmegen

Waarom doen sommige personen wel aan sport en anderen niet? In hoeverre speelt

DOELGROEP De test richt zich tot zwangere vrouwen of vrouwen die recent bevallen zijn.

Aandachtgerichte Cognitieve Leertherapie. Leertherapie. Disfunctionele denkpatronen : Cognitieve gedragstherapie. Willem Fonteijn & Teun Bekkers

Voorbeeld regressie-analyse

Running head: INVLOED MBSR-TRAINING OP STRESS EN ENERGIE 1. De Invloed van MBSR-training op Mindfulness, Ervaren Stress. en Energie bij Moeders

SPSS 15.0 in praktische stappen voor AGW-bachelors Uitwerkingen Stap 7: Oefenen I

Betrouwbaarheid, validiteit en overeenstemming

Het gebruik van SPSS voor statistische analyses. Een beknopte handleiding.

Verband tussen twee variabelen

Voer de gegevens in in een tabel. Definieer de drie kolommen van de tabel en kies als kolomnamen groep, vooraf en achteraf.

Engelse Verpleegster Gebruikt HeartMath met Multiple Sclerose patiënten

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2

Samenvatting Nederlands

9. Lineaire Regressie en Correlatie

10. Moderatie, mediatie en nog meer regressie

Een studie naar het effect van de minor Vind je bron op de persoonlijke ontwikkeling van studenten.

Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen

* de percentages goed per klas en volgorde van afnemen. sort cases by klas volgorde. split file by klas volgorde. des var=goedboekperc.

Zowel correlatie als regressie meten statistische samenhang Correlatie: geen oorzakelijk verband verondersteld: X Y

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

Ervaren tevredenheid over de geboorte

mlw stroom 2.2 Biostatistiek en Epidemiologie College 9: Herhaalde metingen (2) Syllabus Afhankelijke Data Hoofdstuk 4, 5.1, 5.2

a. Wanneer kan men in plaats van de Pearson correlatie coefficient beter de Spearman rangcorrelatie coefficient berekenen?

Transcriptie:

Effect mindfulness op ontwikkeling baby s 1 Het effect van mindfulness tijdens de zwangerschap op de ontwikkeling van baby s van negen tot tien maanden oud Masterscriptie Ontwikkelingspsychologie Tilburg School of Social and Behavioural Sciences Departement Ontwikkelingspsychologie Tilburg University Jorien Koolen (981641) Begeleider: Drs. R.A. Otte Tweede beoordelaar: Drs. A.J.B.M. Maas 6 juli 2014

Effect mindfulness op ontwikkeling baby s 2 Samenvatting Het doel van dit onderzoek was het onderzoeken van het verband tussen mindfulness en de ontwikkeling van baby s in de leeftijd van negen tot tien maanden. Daarbij is gekeken naar de relatie tussen mindfulness en de ontwikkeling van baby s; de relatie tussen mindfulness en de mate van angst of stress tijdens de zwangerschap en de invloed van stress en angst op de relatie tussen mindfulness en de ontwikkeling van baby s. Tijdens het tweede trimester van de zwangerschap is de Freiburg Mindfulness Inventory (FMI), State - Trait Anxiety Inventory (STAI) en de Life Events Questionnaire (LEQ) afgenomen bij 123 vrouwen. Negen tot tien maanden na de geboorte is bij de baby s de Bayley Scales of Infant Development (BSID) afgenomen. Statistische analyses laten alleen een significant verband zien tussen mindfulness en de mate van angst tijdens de zwangerschap. Naarmate een vrouw meer mindful is tijdens de zwangerschap, ervaart zij minder angstgevoelens. Toekomstig onderzoek dient zich meer te richten op de werkbare mechanismen van mindfulness bij het toepassen van deze interventie. Daarnaast dient onderzoek zich bezig te houden met confounding variables die de relatie tussen mindfulness en de ontwikkeling van baby s mede zouden kunnen verklaren en het ontwikkelen van een valide en betrouwbare stressmeting. Keywords: mindfulness, ontwikkeling baby, Bayley Scales of Infant Development, Freiburg Mindfulness Inventory, State and Trait Anxiety Inventory, Life Events Questionnaire

Effect mindfulness op ontwikkeling baby s 3 Inleiding Zwangerschap is een belangrijke periode in het leven van een vrouw. De geboorte van een kind kan het leven verreiken maar het kan ook een stressvolle en angstige periode zijn, waarbij van alles mis kan gaan. De ontwikkeling en groei van een ongeboren kind kan (bijvoorbeeld) negatief worden beïnvloed door onder andere infecties, teratogenen en complicaties tijdens de zwangerschap (Mulder, Robles de Medina, Huizink, Bergh, Buitelaar & Visser, 2002). In het dagelijks leven worden we regelmatig geconfronteerd met situaties waarin we ons moeten aanpassen. Als die aanpassing moeizaam verloopt of onmogelijk blijkt te zijn, wordt stress ervaren (Mulder et al., 2002). Stressfactoren zijn onder andere positieve of negatieve gebeurtenissen (scheiding, ziekte) of de gewone, dagelijkse problemen (financiële of relationele problemen). De manier waarop iemand reageert op stress hangt af van diverse factoren, waaronder genetische factoren, persoonlijkheidstrekken, coping en eerdere ervaringen met stress (Mulder et al., 2002). Voor zwangere vrouwen bestaan naast bovengenoemde factoren nog andere stressfactoren, zoals fysieke en hormonale veranderingen en zwangerschapsgerelateerde angst (Huizink, 2000; Van den Bergh, 1992). Naast stress kan er ook sprake zijn van angst bij de moeder tijdens de zwangerschap. Angst wordt omschreven als een bepaald wantrouwen of een bepaalde behoedzaamheid voor bedreigende aspecten van de omgeving (Gordon & Hen, 2004) en gaat vaak gepaard met autonome responsen in het lichaam (fight-flight reactie) en defensieve gedragingen (Gordon & Hen, 2004). In bedreigende situaties werkt angst als een goede beschermende factor, maar overmatige angst kan ervaren worden als ongemakkelijk of zelfs verlammend. Deze laatste vorm wordt anxiety genoemd en gaat gepaard met het gevoel dat men wordt verlamd door overweldigende emoties en fysieke symptomen.

Effect mindfulness op ontwikkeling baby s 4 Ongeveer 25% van de volwassenen krijgt in zijn of haar leven te maken met angst of een van de zes angststoornissen. Zwangere vrouwen kunnen daarnaast last krijgen van zwangerschapsgerelateerde angst. Dit houdt in dat vrouwen zich zorgen maken over en angst hebben voor de zwangerschap, geboorte, gezondheid en welzijn van de baby (Littleton, Breitkopf & Berenson, 2006) en het toekomstige ouderschap (Dunkel Schetter, 2010; Dunkel Schetter, 2009). Zwangerschapsgerelateerde angst heeft een effect op de zwangerschapsduur en vroeggeboorte zoals blijkt uit onderzoek van Dunkel Schetter & Glynn (2011) en Dunkel Schetter (2009). Onderzoek van Van den Bergh (1992) suggereert dat prenatale stress, angst en emoties bij de moeder het functioneren van de foetus beïnvloeden op het gebied van beweeglijkheid en toegenomen foetale hartslag. Daarnaast komt in onderzoek van Istvan (1986) en Paarlberg, Vingerhoets, Passchier, Dekker, Heinen & Van Geijn (1995) naar voren dat vrouwen die angst ervaren, meer geneigd zijn om ongezond gedrag te vertonen tijdens de zwangerschap (roken, alcoholgebruik). Ongezond gedrag verhoogt het risico op nadelige gevolgen na de geboorte. Veel angst kan tevens leiden tot een toename in stresshormonen, wat een verminderde doorbloeding in de baarmoeder tot gevolg heeft en het opwekken van de bevalling (Istvan, 1986; Paarlberg et al., 1995; Johnson & Slade, 2003). Ook diverse andere onderzoeken suggereren dat er een (directe) relatie bestaat tussen stress en angst tijdens de zwangerschap en een aantal zwangerschapscomplicaties. Zo vond Huizink (2000) dat na een negatief life event of werkstress een spontane abortus vaker optreedt. Daarnaast werd gevonden dat depressie, angst (Kurki, Hiilesmaa, Raitasalo, Mattila & Ylikorkala, 2000) en sommige vormen van werkstress (Landbergis & Hatch, 1996) samen lijken te hangen met een verhoogd risico op zwangerschapsvergiftiging. Ook werd gevonden dat er een (mogelijk) effect was van stressvolle ervaringen op een vroegtijdige geboorte (Lou, Hansen, Nordentoft, Pryds, Jensen, Nim et al., 1994; Paarlberg et al., 1995) en dat het ervaren

Effect mindfulness op ontwikkeling baby s 5 van veel angst, stress en depressieve klachten kan leiden tot een lager geboortegewicht en een kleinere hoofdomtrek (Mulder et al., 2002). Ten slotte tonen nog enkele andere onderzoeken aan dat stress en stemmingsproblemen tijdens de zwangerschap zijn geassocieerd met negatieve gevolgen voor moeder en kind (Wadhwa, Sandman & Garite, 2001; Bonari, Bennett, Einarson & Koren, 2004), waaronder een lagere Apgarscore (Pagel, Smilkstein, Regen & Montano, 1990), bacteriële vaginose tijdens de zwangerschap (Culhane, Rauh, McCollum, Hogan, Agnew & Wadhwa, 2001) en neuro-endocriene ontregeling (Wadhwa, Dunkel-Schetter, Chicz-DeMet, Porto & Sandman, 1996). Een interventie die effectief zou kunnen zijn bij de vermindering van stress-, angst- en depressieve gevoelens is mindfulness. Mindfulness heeft zijn wortels in het Boeddhisme en andere tradities waarin bewustzijn en bewuste aandacht een belangrijke rol speelt (Brown & Ryan, 2003). Mindfulness wordt omschreven als een manier van zijn, waarbij je aandachtig bent naar en je bewust bent van wat er gebeurt in het hier en nu. Kernwoorden hierbij zijn nieuwsgierigheid, openheid en acceptatie (Bergomi et al., 2013). Bij mindfulness ligt de nadruk op het bewust functioneren of bewust bezig zijn met de ervaringen die je op dit moment opdoet (gevoelens en gedachten), in plaats van op functioneren op basis van gewoonte of de automatische piloot (Ryan & Deci, 2000). Een meer algemene definitie van mindfulness die vaak gebruikt wordt, is een definitie gegeven door Kabat-Zinn (2003): mindfulness betekent op een speciale manier oplettend zijn; bewust aanwezig zijn in het hier en nu, zonder te oordelen. Schurink (2009) beschrijft in zijn boek vijf facetten van mindfulness: (1) Benoemen (in eigen woorden een beschrijving geven van innerlijke ervaringen); (2) Opmerkzaam handelen (activiteiten uitvoeren met bewuste, actieve aandacht); (3) Niet-oordelen (afwezigheid van positief of negatief commentaar op gedachten en gevoelens); (4) Niet-

Effect mindfulness op ontwikkeling baby s 6 reageren (ervaringen toelaten zonder te reageren) en (5) Observeren (bewust zijn/blijven van ervaringen). Uit diverse onderzoeken komt naar voren dat interventies gebaseerd op mindfulness de impact van stress kunnen verminderen, het psychisch welzijn en positief affect kunnen vergroten en angst en depressie kunnen verlichten (Astin, 1997; Baer, 2003; Davidson, Kabat- Zinn, Schumacher, Rozenkranz, Muller, Santorelli et al., 2003; Kabat-Zinn, 2003; Lazar, 2005; Segal, Williams & Teasdale, 2002; Shapiro, Schwartz & Bonner, 1998; Speca, Carlson, Goodey & Angen, 2000; Williams, Kolar, Reger & Pearson, 2001; Witkiewitz, Marlatt & Walker, 2005). Tevens tonen andere studies aan dat zelfgerapporteerde mindfulness positief correleert met verschillende metingen van psychisch welzijn en negatief correleert met gevoelens van lichamelijk ongemak (distress), angst en depressie (Baer, Smith & Allen, 2004; Baer, Smith, Hopkins, Krietemeyer & Toney, 2006; Brown & Ryan, 2003; Feldman, Hayes, Kumar, Greeson & Laurenceau, 2007). Vieten en Astin (2008) en Dunn, Hanieh, Roberts en Powrie (2012) hebben onderzoek gedaan naar het effect van een mindfulness interventie tijdens de zwangerschap op stress-, angst- en depressieve gevoelens. In het onderzoek van Vieten & Astin (2008) werden de zwangere vrouwen tijdens hun zwangerschap getraind in mindfulness door middel van het programma The Mindful Motherhood. The Mindful Motherhood is een therapie bestaande uit Mindfulness-Based Stress Reduction (MBSR) (Kabat-Zinn, 1990), Mindfulness-Based Cognitive Therapy (MBCT) (Segal, Williams & Teasdale, 2002) en Acceptance and Commitment Therapy (ACT) (Hayes, Follette & Linehan, 2004). Op verschillende momenten tijdens het onderzoek werd de mate van stress, angst en depressieve symptomen, positief en negatief affect, affectregulatie en de mate van mindfulness vastgesteld bij de zwangere vrouwen. De resultaten van het onderzoek suggereren dat vrouwen die een mindfulness

Effect mindfulness op ontwikkeling baby s 7 training hebben gehad tijdens hun zwangerschap minder angst en negatief affect ervaren dan vrouwen die tijdens hun zwangerschap geen mindfulness training hebben gevolgd. In het onderzoek van Dunn et al., (2012) nam een groep zwangere vrouwen deel aan Mindfulness-Based Cognitive Therapy (MBCT). Voor aanvang van de MBCT, vlak erna en zes weken na de bevalling werden vragenlijsten met betrekking tot depressie, angst, stress en mindfulness afgenomen. De resultaten van het onderzoek tonen aan dat vrouwen die deelnamen aan de MBCT een vermindering in depressieve, angst- en stressgevoelens lieten zien en een toename in mindfulness. Bayley Scales of Infant Development In diverse onderzoeken is een relatie gevonden tussen het ervaren van stress en angst tijdens de zwangerschap en de scores van baby s op de Bayley Scales of Infant Development (BSID). De BSID wordt gebruikt bij heel jonge kinderen om na te gaan of er sprake is van ontwikkelingsachterstanden en of kinderen risico lopen op ontwikkelingsachterstanden (Evers, Egberink, Braak, Frima, Vermeulen & Vliet-Mulder, 2009-2013). Zo onderzochten Huizink, Robles de Medina, Mulder, Visser en Buitelaar (2003) de relatie tussen dagelijkse stress, zorgen over de zwangerschap en de prestatie op de Mental Developmental Index (MDI/Mentale Schaal) van de BSID. Uit hun onderzoek kwam naar voren dat hogere doses dagelijkse stress tijdens het begin van de zwangerschap en zwangerschapsgerelateerde angst op de helft van zwangerschap geassocieerd zijn met lagere scores op de MDI. Ook baby s van vrouwen die tijdens hun zwangerschap werden blootgesteld aan traumatische ervaringen scoorden lager op de MDI in vergelijking met normgroepen (Huizink et al., 2003). Daarnaast onderzocht Huizink (2000) het angst- en stressniveau van 170 vrouwen op drie momenten tijdens hun zwangerschap. Hoge niveaus van stress en angst tijdens de zwangerschap bleken samen te hangen met lage scores op de Physical Developmental Index

Effect mindfulness op ontwikkeling baby s 8 (PDI/Motorische Schaal) van de BSID, slechte aanpassing aan een wisselende omgeving en meer problematisch gedrag op (leeftijd van) 8 maanden. Van den Bergh, Mulder, Mennes en Glover (2005), Brouwers, Baar en Pop (2001) en Huizink et al. (2003) toonden daarnaast aan dat baby s als gevolg van prenatale blootstelling aan stress, depressie en angst tijdens de zwangerschap lager scoorden op de BSID op 8, 12 en 24 maanden. Eerder genoemd onderzoek toont aan dat gevoelens van stress en angst bij de moeder tijdens de zwangerschap negatieve gevolgen hebben voor de ontwikkeling van het kindje. Daarnaast is aangetoond dat mindfulness een belangrijke rol kan spelen bij het reduceren van stress- en angstgevoelens. Er is echter nog weinig onderzoek gedaan naar de invloed van mindfulness tijdens de zwangerschap op angst- en stressgevoelens bij de moeder en het effect daarvan op de ontwikkeling van de baby. Het doel van dit onderzoek is een antwoord proberen te vinden op de volgende onderzoeksvraag en hypothesen: Onderzoeksvraag: wat is het effect van mindfulness tijdens de zwangerschap, gemeten met de Freiburg Mindfulness Inventory (FMI), op de ontwikkeling bij baby s van 9-10 maanden oud, gemeten met de Bayley Scales of Infant Development (BSID)? De volgende hypothesen worden getoetst: (1) Er bestaat een positieve relatie tussen mindfulness tijdens de zwangerschap en de BSID scores van de baby s. (2) Moeders die meer mindful zijn tijdens de zwangerschap, ervaren minder stress en/of angstgevoelens tijdens de zwangerschap. (3) Er bestaat een relatie tussen moeders die mindful zijn tijdens de zwangerschap en minder stress, angst of depressie ervaren en de scores van de baby s op de BSID

Effect mindfulness op ontwikkeling baby s 9 Methode De afname van de Freiburg Mindfulness Inventory, Bayley Scales of Infant Development, State-Trait Anxiety Inventory (STAI) en de Life Events Questionnaire (LEQ) is onderdeel van een groter onderzoek Zwangerschap en Ontwikkeling aan Tilburg University, met als doel meer te weten te komen over emoties die zwangere vrouwen kunnen ervaren, de beleving van de zwangerschap en bevalling en de ontwikkeling van de baby is het eerste levensjaar. 2.1. Participanten De populatie in dit onderzoek bestond uit zwangere vrouwen tussen de 18 en 40 jaar oud en bevatte (na de bevalling) tevens hun baby s. De participanten werden geworven tussen de 8 e en 14 e week van de zwangerschap. In totaal deden 190 vrouwen en hun baby s mee aan het onderzoek. Tijdens het tweede trimester van de zwangerschap hebben de vrouwen verschillende vragenlijsten ingevuld. Na uitval van vrouwen die de vragenlijsten niet hebben ingevuld en baby s bij wie de BSID niet is afgenomen, bleven er 123 vrouwen over (gem. = 32.38; SD = 3.627) en hun baby s, die zijn meegenomen in dit onderzoek. In tabel 1 in de bijlage zijn de demografische gegevens van de zwangere vrouwen weergegeven. 2.2. Meetinstrumenten 2.2.1. Freiburg Mindfulness Inventory (FMI) Met behulp van de FMI werd bij alle moeders de mate van mindfulness tijdens de zwangerschap vastgesteld. De FMI is ontwikkeld door Buchheld, Grossman en Walach (2001) en is een zelfrapportagevragenlijst voor volwassenen Er zijn twee versies van de FMI: de lange versie (30 items) en de verkorte versie (14 items). De lange versie van de FMI is

Effect mindfulness op ontwikkeling baby s 10 ontwikkeld met nadruk op Boeddhistische tradities en doet een beroep op de kennis en ervaring die men heeft met meditatie (Bergomi, Tschacher & Kupper, 2013). De korte versie van de FMI, ontwikkeld door Walach, Buchheld, Buttenmüller, Kleinknecht en Schmidt (2006), bevat alle aspecten van de lange versie van de FMI en is meer geschikt voor een populatie die niet bekend is met meditatie (Trousselard, Steiler, Raphel, Cian, Duymedjian, Claverie & Canini, 2010). De verkorte versie van de FMI werd voorgelegd aan de participanten tijdens het tweede trimester van de zwangerschap en hen werd gevraagd aan te geven in hoeverre bepaalde uitspraken van toepassing waren op hun ervaringen van de afgelopen week. De antwoordopties varieerden van één (zelden) tot vier (bijna altijd). De itemscores werden opgeteld om tot een totaalscore te komen, die de mate van mindfulness weergeeft. Hoe hoger de score, hoe meer mindful iemand is. De commissie testaangelegenheden Nederland (COTAN) heeft deze vragenlijst nog niet beoordeeld. Om inzicht te krijgen in de betrouwbaarheid van de FMI is Cronbach s alfa berekend over de gegevens die in dit onderzoek zijn verkregen. Cronbach s alfa van de 14 mindfulness items is.815. 2.2.2. State-Trait Anxiety Inventory (STAI) Met behulp van de STAI werd de mate van angst bepaald bij alle zwangere vrouwen. De vragenlijst is ontwikkeld door Spielberger, Gorsuch en Lushene (1970) en is een zelfrapportagevragenlijst om de mate van State-Anxiety (acute angst) en Trait-Anxiety (karaktertrek angst) vast te stellen bij volwassenen (Spielberger et al., 1970). De STAI bestaat uit twee delen van elk 20 items. In het eerste deel wordt State-anxiety gemeten en in het tweede deel Trait-anxiety. State-anxiety wordt ook wel toestandsangst genoemd en omvat de angstbeleving op het moment van de testafname. De items van deze

Effect mindfulness op ontwikkeling baby s 11 subschaal meten (subjectieve) gevoelens van spanning, nervositeit, ongerustheid en activatie van het autonome zenuwstelsel (Julian, 2011). Trait-anxiety wordt ook wel angstdispositie genoemd en omvat de relatieve, stabiele aspecten van angstdispositie (Julian, 2011). De 40 items werden beantwoordt op een Likertschaal met vier antwoordmogelijkheden. Participanten werd gevraagd aan te geven hoe zij zich op dat moment voelden (State-anxiety) of zich over het algemeen voelden (Trait-anxiety). De antwoordopties varieerden van één (geheel niet//bijna nooit) tot vier (zeer veel/bijna altijd). Om tot scoring van de items te komen, werden itemscores per subschaal opgeteld. Een lage somscore betekent geen of weinig angst en een hoge somscore betekent veel angst (Van der Ploeg, 1982). De COTAN heeft deze test nog niet beoordeeld. Om inzicht te krijgen in de betrouwbaarheid is Cronbach s alfa berekend over de gegevens die in dit onderzoek zijn verkregen. Cronbach s alfa van de State-Anxiety vragenlijst is.616 en Cronbach s alfa van de Trait-Anxiety vragenlijst is.501. 2.2.3. Life Events Questionnaire (LEQ) Met behulp van de LEQ is de mate van stress bij zwangere vrouwen vastgesteld. De LEQ is een vragenlijst bestaande uit 36 items. De LEQ gebruikt in dit onderzoek is een aangepaste versie van de Stressful Life Events Questionnaire (SLEQ, 26 items) gebruikt in het artikel van Bergman, Sarkar, O Connor, Modi en Glover (2007). De 26 items van de SLEQ zijn zodanig aangepast en uitgebreid dat ze bruikbaar waren voor het onderzoek Zwangerschap en Ontwikkeling. Participanten werd gevraagd aan te geven of ze voor of tijdens de zwangerschap iets hadden meegemaakt dat een diepe indruk op hen maakte. Door het zetten van een kruisje achter de desbetreffende gebeurtenis gaf men aan dat die gebeurtenis een diepe indruk op hen maakte. Het totaal aantal gebeurtenissen per persoon is

Effect mindfulness op ontwikkeling baby s 12 gedeeld door 36. Daaruit kwam een score die is verdeeld in drie categorieën: 0 is nul gebeurtenissen meegemaakt, 1 is één tot drie gebeurtenissen meegemaakt en 2 is meer dan drie gebeurtenissen meegemaakt. De COTAN heeft deze vragenlijst nog niet beoordeeld. Om inzicht te krijgen in de betrouwbaarheid is Cronbach s alfa berekend over de gegevens die tijdens dit onderzoek zijn verkregen. Cronbach s alfa van de 36 items is.473. 2.2.4. Bayley Scales of Infant Development II (BSID-II-NL) Met behulp van de BSID-II-NL werd bij baby s de algemene mentale en motorische ontwikkeling vastgesteld (Evers et al., 2009-2013). De BSID-II-NL is een bewerking van de BSID-II, ontwikkeld door Bayley (1993) en is gericht op kinderen van één tot tweeënveertig maanden. Het doel van de BSID-II-NL is om na te gaan of er ontwikkelingsachterstanden zijn en of er risico is op ontwikkelingsachterstanden. Na de afname van de BSID-II-NL kunnen uitspraken worden gedaan over het huidige ontwikkelingsniveau en de verwachte ontwikkeling van het kind (Evers et al., 2009-2013). De BSID-II-NL bestaat uit drie schalen: de Mentale schaal (MDI), de Motorische schaal (PDI) en de Gedragsobservatieschaal. De Mentale schaal bestaat uit 178 items die vaardigheden meten die betrekking hebben op visuele en auditieve opmerkzaamheid, ooghandcoördinatie, imitatie, taalontwikkeling, geheugen en probleemoplossend vermogen. De Motorische schaal bestaat uit 111 items en meet de fijne en grove motoriek (rollen, kruipen, zitten, staan, lopen, rennen en springen). De Gedragsobservatieschaal bestaat uit 30 items die betrekking hebben op taakgerichtheid, betrokkenheid, affect expressie, activiteit en kwaliteit van de motoriek (Bayley, 1993). Bij de baby s van negen of tien maanden werd, na instructie of demonstratie door de proefleider, gekeken of ze bepaalde taakjes konden uitvoeren en of ze reageerden op bepaalde

Effect mindfulness op ontwikkeling baby s 13 stimuli. Als de baby s de taken goed uitvoerden of reageerden op stimuli, werd een positieve score toegekend. Per schaal werden de punten opgeteld. Na diverse berekeningen kwam daar een eindscore uit. In dit onderzoek is alleen gebruik gemaakt van de Mentale Schaal, vanwege het grote aantal missings in de data van de Motorische Schaal en de drempelregel, waardoor veel proefpersonen op de Motorische Schaal niet meegenomen konden worden in dit onderzoek. De COTAN beoordeelde de uitgangspunten testconstructie, kwaliteit van het testmateriaal en de kwaliteit van de handleiding als goed, de normen, betrouwbaarheid en begripsvaliditeit als voldoende en de criteriumvaliditeit als onvoldoende (Evers et al., 2009-2013). 2.3. Statistische analyses Alle statistische analyses zijn uitgevoerd met SPSS 22, waarbij een significantieniveau van α = 0.5 werd gehanteerd. Voordat onderstaande analyses zijn uitgevoerd, zijn scatterplots gemaakt van de te onderzoeken verbanden. Op basis van de scatterplots zijn outliers verwijderd. Vervolgens zijn de volgende analyses uitgevoerd: Allereerst is gekeken hoe de gebruikte meetinstrumenten en hun schalen met elkaar samenhangen. Er is gekeken naar de correlatie tussen (1) mindfulness bij zwangere vrouwen (gemeten met de FMI) en de ontwikkeling van baby s op (hypothese 1) de MDI (Mentale Schaal (ME)) van de BSID. Vervolgens is er gekeken naar de correlatie tussen (2a) mindfulness (FMI) en de mate van angst bij de moeder, gemeten met de STAI (State en Traitschaal) en naar de correlatie tussen (2b) mindfulness (FMI) en de mate van stress bij de moeder, gemeten met de LEQ. (1) CORRELATIONS /VARIABLES=B_MFIs_mean ME_mean /PRINT=TWOTAIL NOSIG

Effect mindfulness op ontwikkeling baby s 14 /MISSING=PAIRWISE. (2a) CORRELATIONS /VARIABLES=B_MFIs_mean B_STAI_mean /PRINT=TWOTAIL NOSIG /MISSING=PAIRWISE. (2avervolg) CORRELATIONS /VARIABLES=B_MFIs_mean B_TRAIT_mean /PRINT=TWOTAIL NOSIG /MISSING=PAIRWISE (2b) CORRELATIONS /VARIABLES=B_MFIs_mean MEAN_LEQ /PRINT=TWOTAIL NOSIG /MISSING=PAIRWISE Daarnaast is ook gekeken naar de correlatie tussen de mate van angst bij de moeder (STAI: State en Trait) en de scores van de baby s op de MDI/ME (3a) en is gekeken naar (3b) de correlatie tussen de mate van stress bij de moeder (LEQ) en de scores van baby s op de MDI/ME (3b). Dit is gedaan in verband met de moderatie-/mediatie-analyse die later wordt uitgevoerd. (3a) CORRELATIONS /VARIABLES= B_STAI_mean ME_mean /PRINT=TWOTAIL NOSIG /MISSING=PAIRWISE (3avervolg) CORRELATIONS /VARIABLES= B_TRAIT_mean ME_mean /PRINT=TWOTAIL NOSIG /MISSING=PAIRWISE (3b) CORRELATIONS /VARIABLES= MEAN_LEQ ME_mean

Effect mindfulness op ontwikkeling baby s 15 /PRINT=TWOTAIL NOSIG /MISSING=PAIRWISE Vervolgens is met behulp van een enkelvoudige regressieanalyse (hypothese 1) onderzocht wat het effect is van mindfulness (FMI) op de MDI/ME scores van de baby s. REGRESSION /DESCRIPTIVES MEAN STDDEV CORR SIG N /MISSING PAIRWISE /STATISTICS COEFF OUTS CI(95) R ANOVA COLLIN TOL ZPP /CRITERIA=PIN(.05) POUT(.10) /NOORIGIN /DEPENDENT ME_mean /METHOD=ENTER B_MFIs_mean /SCATTERPLOT=(*ZRESID,*ZPRED) /RESIDUALS NORMPROB(ZRESID) /CASEWISE PLOT(ZRESID) OUTLIERS(3). Tevens is onderzocht - met twee enkelvoudige regressieanalyses- wat het effect is van mindfulness op angst bij de moeder (gemeten met de STAI (State en Trait; hypothese 2; 2a)). Met een derde enkelvoudige regressieanalyse is onderzocht wat het effect is van mindfulness op stress bij de moeder (gemeten met de LEQ (hypothese 2). Bij deze laatste analyse wordt een categorische variabele opgenomen in de regressieanalyse. Eerst worden de categorieën omgezet in twee dummy variabelen (Dummy1 en Dummy2). RECODE LEQ_categorieen (1=1) (ELSE=0) INTO Dummy1. RECODE LEQ_categorieen (2=1) (ELSE=0) INTO Dummy2. VARIABLE LABELS Dummy1 'weinig_ervaringen' Dummy2 'veel_ervaringen'. EXECUTE.

Effect mindfulness op ontwikkeling baby s 16 Deze dummy variabelen worden vervolgens meegenomen in de regressieanalyse (2b). (2a) REGRESSION /DESCRIPTIVES MEAN STDDEV CORR SIG N /MISSING PAIRWISE /STATISTICS COEFF OUTS CI(95) R ANOVA COLLIN TOL ZPP /CRITERIA=PIN(.05) POUT(.10) /NOORIGIN /DEPENDENT B_STAI_mean /METHOD=ENTER B_MFIs_mean /SCATTERPLOT=(*ZRESID,*ZPRED) /RESIDUALS NORMPROB(ZRESID) /CASEWISE PLOT(ZRESID) OUTLIERS(3). (2avervolg) REGRESSION /DESCRIPTIVES MEAN STDDEV CORR SIG N /MISSING PAIRWISE /STATISTICS COEFF OUTS CI(95) R ANOVA COLLIN TOL ZPP /CRITERIA=PIN(.05) POUT(.10) /NOORIGIN /DEPENDENT B_TRAIT_mean /METHOD=ENTER B_MFIs_mean /SCATTERPLOT=(*ZRESID,*ZPRED) /RESIDUALS NORMPROB(ZRESID) /CASEWISE PLOT(ZRESID) OUTLIERS(3). (2b)REGRESSION /DESCRIPTIVES MEAN STDDEV CORR SIG N /MISSING PAIRWISE /STATISTICS COEFF OUTS CI(95) R ANOVA COLLIN TOL ZPP /CRITERIA=PIN(.05) POUT(.10) /NOORIGIN /DEPENDENT B_MFIs_mean

Effect mindfulness op ontwikkeling baby s 17 /METHOD=ENTER Dummy1 Dummy2 /SCATTERPLOT=(*ZRESID,*ZPRED) /RESIDUALS NORMPROB(ZRESID) /CASEWISE PLOT(ZRESID) OUTLIERS(3). Als laatste is met behulp van een (hypothese 3) moderatie-analyse (3a) en een mediatie-analyse (3b) gekeken of de relatie tussen mindfulness en de BSID scores van de baby s gemodereerd/gemedieerd wordt door stress of angst van de moeder tijdens de zwangerschap. (3a) De variabelen mindfulness, STAI (angst), LEQ (stress) en BSID worden meegenomen in de analyse. Er worden drie moderatie-analyses gedaan. Twee analyses met de variabele angst (State en Trait) en één analyse met de variabele stress. Allereerst worden de gestandaardiseerde waarden van de onafhankelijke variabele (FMI) en de moderatievariabele (STAI/LEQ) opgeslagen. DESCRIPTIVES VARIABLES=B_MFIs_mean/ B_TRAIT_mean, /B_STAI_mean,/ MEAN_LEQ /SAVE /STATISTICS=MEAN STDDEV MIN MAX. Vervolgens wordt een nieuwe variabele aangemaakt. Dit is het product van de twee gestandaardiseerde variabelen (a: FMI * STAI; b: FMI * LEQ). (a) COMPUTE ProductMFI_TRAIT=ZB_MFIs_mean * ZB_TRAIT_mean. EXECUTE. (avervolg) COMPUTE ProductMFI_STAI=ZB_MFIs_mean * ZB_STAI_mean. EXECUTE. (b) COMPUTE ProductMFI_LEQDummy1=ZB_MFIs_mean * ZDummy1. EXECUTE. (bvervolg) COMPUTE ProductMFI_LEQDummy2=ZB_MFIs_mean * ZDummy2. EXECUTE.

Effect mindfulness op ontwikkeling baby s 18 De laatste stap is het uitvoeren van drie regressieanalyses. Daarin zijn de volgende variabelen opgenomen: BSID als afhankelijke variabele, in het eerste blok FMI als onafhankelijke variabele, STAI (a: Trait; b: State) of LEQ (c) als moderatorvariabele en in het tweede blok de productvariabele van FMI * STAI/LEQ. (a) REGRESSION /DESCRIPTIVES MEAN STDDEV CORR SIG N /MISSING PAIRWISE /STATISTICS COEFF OUTS CI(95) R ANOVA COLLIN TOL ZPP CHANGE /CRITERIA=PIN(.05) POUT(.10) /NOORIGIN /DEPENDENT ME_mean /METHOD=ENTER B_MFIs_mean B_TRAIT_mean /METHOD=ENTER ProductMFI_TRAIT /SCATTERPLOT=(*ZRESID,*ZPRED) /RESIDUALS NORMPROB(ZRESID) /CASEWISE PLOT(ZRESID) OUTLIERS(3). (b) REGRESSION /DESCRIPTIVES MEAN STDDEV CORR SIG N /MISSING PAIRWISE /STATISTICS COEFF OUTS CI(95) R ANOVA COLLIN TOL ZPP CHANGE /CRITERIA=PIN(.05) POUT(.10) /NOORIGIN /DEPENDENT ME_mean /METHOD=ENTER B_MFIs_mean B_STAI_mean /METHOD=ENTER ProductMFI_STAI /SCATTERPLOT=(*ZRESID,*ZPRED) /RESIDUALS NORMPROB(ZRESID) /CASEWISE PLOT(ZRESID) OUTLIERS(3).

Effect mindfulness op ontwikkeling baby s 19 (c) REGRESSION /DESCRIPTIVES MEAN STDDEV CORR SIG N /MISSING PAIRWISE /STATISTICS COEFF OUTS CI(95) R ANOVA COLLIN TOL ZPP CHANGE /CRITERIA=PIN(.05) POUT(.10) /NOORIGIN /DEPENDENT ME_mean /METHOD=ENTER B_MFIs_mean Dummy1 Dummy2 /METHOD=ENTER ProductMFI_LEQDummy1 ProductMFI_LEQDummy2 /SCATTERPLOT=(*ZRESID,*ZPRED) /RESIDUALS NORMPROB(ZRESID) /CASEWISE PLOT(ZRESID) OUTLIERS(3). (3b) Voor de mediatie-analyse is gebruik gemaakt van de bootstrapmethode van Preacher en Hayes (2008). Om gebruik te kunnen maken van deze methode, moet eerst de custom dialog indirect.spd geïnstalleerd worden. Na installatie is een nieuwe functie toegevoegd aan het regressiemenu. Om de mediatie-analyse te kunnen uitvoeren, zijn de volgende variabelen ingevuld bij de nieuwe functie in SPSS: mindfulness (onafhankelijk), BSID (afhankelijk) en STAI en LEQ als mediators. De gegevens die daarna verschijnen in de syntax (zie hieronder) worden gerund. Vervolgens verschijnt in de output een mediatietabel waaruit diverse gegevens over de mediatie-analyse kunnen worden afgelezen. DATASET ACTIVATE DataSet1. /* Written by Andrew F. Hayes */. /* http://www.afhayes.com */. /* Version 4.2 */. DEFINE INDIRECT (y =!charend('/')/x =!charend('/')/m =!charend('/')/c=!charend('/')!default(xxxxx)/ boot =!charend('/')!default(1000)/conf =!charend('/')!default(95)/percent =!charend('/')!default(0)/bc =!charend('/')!default(1)/bca =!charend('/')!default(0)/normal =!charend ('/')!default(0)/contrast =!charend ('/')!default(0)/iterate =!charend('/')!default(10000)/converge =!charend('/')!default(.0000001)). PRESERVE. SET LENGTH = NONE. SET MXLOOPS = 10000001. SET SEED = RANDOM. SET PRINTBACK = OFF. MATRIX.

Effect mindfulness op ontwikkeling baby s 20 get dd/variables =!y!x!m/names = nm/missing = OMIT. compute temp = ncol(dd). get dd2/variables =!y!x B_GstAge/MISSING = OMIT. compute nc = ncol(dd)-ncol(dd2). compute ovals = ncol(design(dd(:,1))). do if (ovals = 2). compute omx = cmax(dd(:,1)). compute omn = cmin(dd(:,1)). compute dd(:,1) = (dd(:,1) = omx). compute rcd = {omn, 0; omx, 1}. compute nm = t(nm). compute outv = t(nm(1,1)). compute n = nrow(dd). compute nv = ncol(dd). compute con = make(n,1,1). compute dat2 = dd. compute dat = dd. compute bzx = make(nv-2-nc,1,0). compute bzxse = make(nv-2-nc,1,0). compute b=make((nv-1-nc),(nv-1-nc),0). compute resid = make(n,(nv-nc),0). compute info = make((2*(nv-nc-2)+1),(2*(nv-nc-2)+1),0). compute imat = make(ncol(info),4,1). compute imat(1:(nv-nc-2),1)=t({2:(nv-nc-1):1}). compute imat(1:(nv-nc-2),3)=t({2:(nv-nc-1):1}). compute imat((nv-nc-1):(ncol(info)-1),2)=t({2:(nv-nc-1):1}). compute imat((nv-nc-1):(ncol(info)-1),4)=t({2:(nv-nc-1):1}). compute imat((nv-nc-1):(ncol(info)-1),1)=make((nv-nc-2),1,(nv-nc)). compute imat((nv-nc-1):(ncol(info)-1),3)=make((nv-nc-2),1,(nv-nc)). compute imat(ncol(info),:)={(nv-nc),1,(nv-nc),1}. compute cname= {"C1";"C2";"C3";"C4";"C5";"C6";"C7";"C8";"C9";"C10";"C11";"C12";"C13";"C14";"C15";"C16";"C17"}. compute cname= {cname;"c18";"c19";"c20";"c21";"c22";"c23";"c24";"c25";"c26";"c27";"c28";"c29";"c30";"c31"}. compute cname= {cname;"c32";"c33";"c34";"c35";"c36";"c37";"c38";"c39";"c40";"c41";"c42";"c43";"c44";"c45"}. compute p0=-.322232431088. compute p1 = -1. compute p2 = -.342242088547. compute p3 = -.0204231210245. compute p4 = -.0000453642210148. compute q0 =.0993484626060. compute q1 =.588581570495. compute q2 =.531103462366. compute q3 =.103537752850. compute q4 =.0038560700634. compute conf = rnd(!conf). compute lowalp = 0.5*(1-(conf/100)). compute upalp = 0.5*(1+(conf/100)). compute zbca = {lowalp; upalp}. do if (!boot > 999). compute btn = trunc(!boot/1000)*1000. compute lpmax = n+1+btn. else. compute btn = 1. compute lpmax = 1. compute blowp = trunc(lowalp*btn). do if (blowp < 1). compute blowp = 1. compute bhighp = trunc((upalp*btn)+1). do if (bhighp > btn). compute bhighp = btn. compute indeff = make(n+1+btn,nv-1-nc,-9999).

Effect mindfulness op ontwikkeling baby s 21 compute bdbp = 0. loop #d = 1 to lpmax. do if (#d = (n+2)). compute dat = dat2. compute con = make(n,1,1). do if (#d > 1 and #d < (n+2)). do if (#d = 2). compute con = make((n-1),1,1). compute dat = dat2(2:n,:). else if (#d = (n+1)). compute dat = dat2(1:(n-1),:). else. compute dat = {dat2(1:(#d-2),:);dat2((#d:n),:)}. do if (#d > (n+1)). loop. compute v=trunc(uniform(n,1)*n)+1. compute dat(:,1:nv) = dat2(v,1:nv). compute dat3 = {con,dat(:,2:ncol(dat))}. compute rk = (rank(dat3)=ncol(dat3)). compute bdbp = bdbp+(1-rk). end loop if (rk = 1). compute x = dat(:,2). compute m = dat(:,3:(nv-nc)). compute y = dat(:,1). compute xz = dat(:,2:nv). compute xo = {con,x}. do if (nc > 0). compute c = dat(:,(nv-nc+1):nv). compute xo = {xo, c}. loop #k = 3 to (nv-nc). compute ytmp = dat(:,#k). compute bzxt = inv(t(xo)*xo)*t(xo)*ytmp. compute bzx((#k-2),1)=bzxt(2,1). do if (#d = 1). compute resid(:,#k-1) = ytmp-(xo*bzxt). compute mse=csum((ytmp-(xo*bzxt))&**2)/(n-2-nc). compute olscm=(mse*inv((t(xo)*xo))). compute bzxse((#k-2),1)=sqrt(olscm(2,2)). end loop. do if (#d = 1). do if (nc > 0). compute cnt = dd(:,(nv-(nc-1)):nv)). compute xo = {con,x,cnt}. else. compute xo = {con,x}. do if (ovals = 2). compute pt2 = make(nrow(y),1,(csum(y)/nrow(y))). compute pt1 = make(nrow(y),1,0.5). compute bt1 = make(ncol(xo),1,0). compute LL1 = 0. loop jjj = 1 to!iterate. compute vt1 = mdiag(pt1&*(1-pt1)). compute byx = bt1+inv(t(xo)*vt1*xo)*t(xo)*(y-pt1). compute pt1 = 1/(1+exp(-(xo*byx))). compute itprob = csum((pt1 <.00000000000001) or (pt1 >.99999999999999)). do if (itprob = 0). compute LL = y&*ln(pt1)+(1-y)&*ln(1-pt1). compute LL2 = -2*csum(ll). do if (abs(ll1-ll2) <!converge).

Effect mindfulness op ontwikkeling baby s 22 compute vt1 = mdiag(pt1&*(1-pt1)). compute varb = inv(t(xo)*vt1*xo). compute olscm = diag(varb). break. compute bt1 = byx. compute LL1 = LL2. end loop. compute byx = byx(2,1). compute byxse = sqrt(olscm(2,1)). do if (jjj >!iterate). compute itprob = 2. do if (ovals <> 2). compute byx = inv(t(xo)*xo)*t(xo)*y. compute mse=csum((y-(xo*byx))&**2)/(n-2-nc). compute olscm=(mse*inv((t(xo)*xo))). compute byxse = sqrt(olscm(2,2)). compute byx = byx(2,1). compute xzo = {con,xz}. do if (ovals = 2). compute pt2 = make(nrow(y),1,(csum(y)/nrow(y))). compute LL3 = y&*ln(pt2)+(1-y)&*ln(1-pt2). compute LL3 = -2*csum(LL3). compute pt1 = make(nrow(y),1,0.5). compute bt1 = make(ncol(xzo),1,0). compute LL1 = 0. loop jjj = 1 to!iterate. compute vt1 = mdiag(pt1&*(1-pt1)). compute byzx = bt1+inv(t(xzo)*vt1*xzo)*t(xzo)*(y-pt1). compute pt1 = 1/(1+exp(-(xzo*byzx))). compute itprob = csum((pt1 <.00000000000001) or (pt1 >.99999999999999)). do if (itprob = 0). compute LL = y&*ln(pt1)+(1-y)&*ln(1-pt1). compute LL2 = -2*csum(ll). do if (abs(ll1-ll2) <!converge). compute vt1 = mdiag(pt1&*(1-pt1)). compute varb = inv(t(xzo)*vt1*xzo). compute olscm = diag(varb). break. compute bt1 = byzx. compute LL1 = LL2. end loop. compute byzx2 = byzx(3:(nv-nc),1). do if (nc > 0). compute bcon = byzx((nv-nc+1):nv,1). compute bconse = sqrt(olscm((nv-nc+1):nv,1)). compute cprime = byzx(2,1). compute cprimese = sqrt(olscm(2,1)). compute byzx2se = sqrt(olscm(3:(nv-nc),1)). do if (#d = 1). compute pi = (exp(xzo*byzx)/(1+exp(xzo*byzx))). compute resid(:,ncol(resid))=((y-pt1)/abs(y-pt1))&*sqrt(-2*(ll)). do if (jjj >!iterate). compute itprob = 2. do if (ovals <> 2). compute byzx = inv(t(xzo)*xzo)*t(xzo)*y. compute byzx2 = byzx(3:(nv-nc),1).

Effect mindfulness op ontwikkeling baby s 23 do if (#d = 1). compute mse=csum((y-(xzo*byzx))&**2)/(n-nv). compute resid(:,ncol(resid))=y-(xzo*byzx). compute covmat=mse*inv(t(xzo)*xzo). compute olscm=diag(covmat). compute sse = mse*(n-nv). compute sst = csum((y-(csum(y)/n))&**2). compute r2 = 1-(sse/sst). compute ar2 = 1-(mse/(sst/(n-1))). compute fr = ((n-nv)*r2)/((1-r2)*ncol(xz)). compute pfr = 1-fcdf(fr,ncol(xz),(n-nv)). do if (nc > 0). compute bcon = byzx((nv-nc+1):nv,1). compute bconse = sqrt(olscm((nv-nc+1):nv,1)). compute byzx2se = sqrt(olscm(3:(nv-nc),1)). compute cprime = byzx(2,1). compute cprimese = sqrt(olscm(2,1)). compute indeff2 = (bzx&*byzx2). compute zs = (bzx&/bzxse)&*(byzx2&/byzx2se). compute temp = t({csum(indeff2); indeff2}). compute indeff(#d,:) = temp. do if (#d = 1). compute vs = nm(1:(nv-nc),1). print/title = "*****************************************************************". print/title = "Preacher and Hayes (2008) SPSS Macro for Multiple Mediation". print/title = "Written by Andrew F. Hayes, The Ohio State University". print/title = "http://www.comm.ohio-state.edu/ahayes/". print/title = "For details, see Preacher, K. J., & Hayes, A. F. (2008). Asymptotic". print/title = "and resampling strategies for assessing and comparing indirect effects". print/title = "in multiple mediator models. Behavior Research Methods, 40, 879-891.". print/title = "*****************************************************************". print vs/title = "Dependent, Independent, and Proposed Mediator Variables:"/rlabels = "DV =" "IV = " "MEDS = "/format a8. do if (nc > 0). compute vs = nm((nv-nc+1):nv,1). print vs/title = "Statistical Controls:"/rlabels = "CONTROL="/format a8. print n/title = "Sample size"/format F10.0. do if (ovals = 2). compute nmsd = {outv, "Analysis"}. print rcd/title = "Coding of binary DV for analysis:"/cnames = nmsd/format = F9.2. compute nms = nm(3:(nv-nc),1). compute te = bzx&/bzxse. compute df = n-2-nc. compute p = 2*(1-tcdf(abs(te), df)). compute bzxmat = {bzx, bzxse,te,p}. compute b(2:(nv-1-nc),1)=bzx. compute se2 = bzxse&*bzxse. print bzxmat/title = "IV to Mediators (a paths)"/rnames = nms/clabels "Coeff" "se" "t" "p"/format f9.4. compute te = byzx2&/byzx2se. compute df = n-nv. do if (ovals <> 2). compute p = 2*(1-tcdf(abs(te), df)). compute byzx2mat={byzx2, byzx2se, te, p}. print byzx2mat/title = "Direct Effects of Mediators on DV (b paths)"/rnames = nms/clabels "Coeff" "se" "t" "p"/format f9.4. do if (ovals = 2). compute wald = te&*te. compute p = 2*(1-cdfnorm(abs(te))). compute byzx2mat={byzx2, byzx2se, te, p, Wald}. print byzx2mat/title = "Direct Effects of Mediators on DV (b paths)"/rnames = nms/clabels

Effect mindfulness op ontwikkeling baby s 24 "Coeff" "se" "Z" "p" "Wald"/format f9.4. compute te = byx&/byxse. compute df = n-2-nc. compute xnm = nm(2,1). do if (ovals <> 2). compute p = 2*(1-tcdf(abs(te), df)). compute byxmat = {byx, byxse, te, p}. print byxmat/title = "Total Effect of IV on DV (c path)"/rnames = xnm/clabels "Coeff" "se" "t" "p"/format f9.4. do if (ovals = 2). compute wald = te&*te. compute p = 2*(1-cdfnorm(abs(te))). compute byxmat = {byx, byxse, te, p, Wald}. print byxmat/title = "Total Effect of IV on DV (c path)"/rnames = xnm/clabels "Coeff" "se" "Z" "p" "Wald"/format f9.4. compute te = cprime&/cprimese. compute df = n-nv. do if (ovals <> 2). compute p = 2*(1-tcdf(abs(te), df)). compute cprimmat = {cprime, cprimese, te, p}. print cprimmat/title = "Direct Effect of IV on DV (c' path)"/rnames = xnm/clabels "Coeff" "se" "t" "p"/format f9.4. do if (ovals = 2). compute wald = te&*te. compute p = 2*(1-cdfnorm(abs(te))). compute cprimmat = {cprime, cprimese, te, p, Wald}. print cprimmat/title = "Direct Effect of IV on DV (c' path)"/rnames = xnm/clabels "Coeff" "se" "Z" "p" "Wald"/format f9.4. do if (nc > 0). compute df = n-nv. compute nms = nm((nv-nc+1):nv,1). compute te = bcon&/bconse. do if (ovals <> 2). compute p = 2*(1-tcdf(abs(te), df)). compute bconmat = {bcon, bconse,te,p}. print bconmat/title = "Partial Effect of Control Variables on DV"/rnames = nms/clabels "Coeff" "se" "t" "p"/format f9.4. do if (ovals = 2). compute wald = te&*te. compute p = 2*(1-cdfnorm(abs(te))). compute bconmat = {bcon, bconse,te,p, Wald}. print bconmat/title = "Partial Effect of Control Variables on DV"/rnames = nms/clabels "Coeff" "se" "Z" "p" "Wald"/format f9.4. do if (ovals <> 2). compute dvms = {r2, ar2, fr, ncol(xz), (n-nv), pfr}. print dvms/title = "Model Summary for DV Model"/clabels "R-sq" "Adj R-sq" "F" "df1" "df2" "p"/format F9.4. do if (ovals = 2). compute LLdiff = LL3-LL2. compute mcf = LLdiff/LL3. compute cox = 1-exp(-LLdiff/n). compute nagel = cox/(1-exp(-(ll3)/n)). compute pf = {LL2, LLdiff, mcf, cox, nagel, n}. print pf/title = "Logistic Regression Summary for DV Model"/clabels = "-2LL" "Model LL" "McFadden" "CoxSnell" "Nagelkrk" "n"/format F10.4. do if (!normal <> 0 and nc = 0 and ovals <> 2). compute bmat = make((nv-nc),(nv-nc),0).

Effect mindfulness op ontwikkeling baby s 25 compute bmat(2:(nv-nc-1),1) = bzx. compute bmat((nv-nc),2:(nv-nc-1))=t(byzx2). compute bmat((nv-nc),1) = cprime. compute imbinv = inv(ident(ncol(bmat))-bmat). compute imbtinv=inv(ident(ncol(bmat))-t(bmat)). compute resid(:,1)=x-(csum(x)/(n)). compute psi = sscp(resid)/(n). compute invpsi = inv(psi). compute ibpsiib = imbinv*psi*imbtinv. loop ic = 1 to ncol(info). loop ic2 = 1 to ncol(info). compute info(ic,ic2)=(n-1)*((imbinv(imat(ic2,4),imat(ic,1))*imbinv(imat(ic,2),imat(ic2,3)))+ (ibpsiib(imat(ic2,4),imat(ic,2))*invpsi(imat(ic,1),imat(ic2,3)))). end loop. end loop. compute varcov = inv(info). compute varcov = varcov(1:(2*(nv-nc-2)),1:(2*(nv-nc-2))). compute ses = diag(varcov). compute avar = ses(1:nrow(bzxse),1). compute bvar = ses((nrow(bzxse)+1):nrow(ses),1). do if ((nv-nc-2) > 1 and (!contrast = 1)). compute prws=make(((nv-nc-2)*(nv-nc-3)/2),1,0). compute prwse=prws. compute kk=1. loop ic = 1 to (nv-nc-3). loop ic2 = (ic+1) to (nv-nc-2). compute vf2 = ((byzx2(ic,1)**2)*varcov(ic,ic))-(2*byzx2(ic,1)*byzx2(ic2,1)*(varcov(ic,ic2))). compute vf2=vf2+((byzx2(ic2,1)**2)*varcov(ic2,ic2))+((bzx(ic,1)**2)*(bvar(ic,1))). compute vf2=vf2-(2*bzx(ic,1)*bzx(ic2,1)*covmat((2+ic),(2+ic2)))+((bzx(ic2,1)**2)*(bvar(ic2, 1))). compute cnt = indeff2(ic,1)-indeff2(ic2,1). compute prws(kk,1)=cnt. compute prwse(kk,1)=sqrt(vf2). compute kk=kk+1. end loop. end loop. compute cnam2 = cname(1:(kk-1),1). compute dermat = {byzx2;bzx}. compute totse = sqrt(t(dermat)*varcov*dermat). compute specse = sqrt((byzx2&*byzx2)&*(avar)+(bzx&*bzx)&*(bvar)). compute specse = {totse; specse}. compute specz = {csum(indeff2);indeff2}&/specse. compute ind22 = {csum(indeff2);indeff2}. compute nms = {"TOTAL";nm(3:(nv-nc),1)}. do if ((nv-nc-2) > 1 and (!contrast = 1)). compute ind22 = {ind22;prws}. compute specse = {specse;prwse}. compute specz = {specz;(prws&/prwse)}. compute nms = {nms;cnam2}. compute pspec= 2*(1-cdfnorm(abs(specz))). compute spec = {ind22, specse, specz, pspec}. print/title = "******************************************************************". print/title = " NORMAL THEORY TESTS FOR INDIRECT EFFECTS". print spec/title = "Indirect Effects of IV on DV through Proposed Mediators (ab "+ "paths)"/rnames = nms/clabels "Effect" "se" "Z" "p"/format = f9.4. end loop. RELEASE dd, dat, dat2, x, y, m, imat, resid. do if (btn > 1). compute nms = {"TOTAL"; nm(3:(nv-nc),1)}. do if ((nv-nc-2) > 1 and (!contrast = 1)). compute crst = make((n+1+btn),((nv-nc-2)*(nv-nc-3)/2),0). compute kk=1.

Effect mindfulness op ontwikkeling baby s 26 loop ic = 2 to (nv-nc-2). loop ic2 = (ic+1) to (nv-nc-1). compute crst(:,kk)=indeff(:,ic)-indeff(:,ic2). compute kk=kk+1. end loop. end loop. compute indeff = {indeff,crst}. compute cnam2 = cname(1:(kk-1),1). compute nms = {nms;cnam2}. compute lvout = indeff(2:(n+1),:). compute tdotm = csum(lvout)/n. compute tm = (make(n,ncol(lvout),1))*mdiag(tdotm). compute topa = csum((((n-1)/n)*(tm-lvout))&**3). compute bota = 6*sqrt((csum((((n-1)/n)*(tm-lvout))&**2)&**3)). compute ahat = topa&/bota. compute indsam = t(indeff(1,:)). compute boot = indeff((n+2):nrow(indeff),:). compute mnboot = t(csum(boot)/btn). compute se = (sqrt(((btn*cssq(boot))-(csum(boot)&**2))/((btn-1)*btn))). loop #e = 1 to ncol(indeff). compute boottmp = boot(:,#e). compute boottmp(grade(boot(:,#e))) = boot(:,#e). compute boot(:,#e) = boottmp. end loop. compute xp = make((nrow(mnboot)+2),1,0). loop i = 1 to (nrow(mnboot)+2). do if (i <= nrow(mnboot)). compute pv = (boot(:,i) < indsam(i,1)). compute pv = csum(pv)/btn. else. compute pv = zbca((i-nrow(mnboot)),1). compute p = pv. do if (pv >.5). compute p = 1-pv. compute y5=sqrt(-2*ln(p)). compute xp(i,1)=y5+((((y5*p4+p3)*y5+p2)*y5+p1)*y5+p0)/((((y5*q4+q3)*y5+q2)*y5+q1)*y5+q0). do if (pv <=.5). compute xp(i,1) = -xp(i,1). end loop. compute bbb = nrow(mnboot). compute zz = xp(1:bbb,1). compute zlo = zz + ((zz+xp((bbb+1),1))&/(1-t(ahat)&*(zz+xp((bbb+1),1)))). compute zup = zz + ((zz+xp((bbb+2),1))&/(1-t(ahat)&*(zz+xp((bbb+2),1)))). compute ahat = 0. compute zlobc = zz + ((zz+xp((bbb+1),1))&/(1-t(ahat)&*(zz+xp((bbb+1),1)))). compute zupbc = zz + ((zz+xp((bbb+2),1))&/(1-t(ahat)&*(zz+xp((bbb+2),1)))). compute zlo = cdfnorm(zlo). compute zup = cdfnorm(zup). compute zlobc = cdfnorm(zlobc). compute zupbc = cdfnorm(zupbc). compute blow = trunc(zlo*(btn+1)). compute bhigh = trunc(zup*(btn+1))+1. compute blowbc = trunc(zlobc*(btn+1)). compute bhighbc = trunc(zupbc*(btn+1))+1. compute lowbca = make(nrow(blow),1,0). compute upbca = lowbca. loop i = 1 to nrow(blow). do if (blow(i,1) < 1). compute blow(i,1) = 1. compute lowbca(i,1)=boot(blow(i,1),i). do if (bhigh(i,1) > btn). compute bhigh(i,1) = btn.

Effect mindfulness op ontwikkeling baby s 27 compute upbca(i,1)=boot(bhigh(i,1),i). end loop. compute lowbc = make(nrow(blow),1,0). compute upbc = lowbca. loop i = 1 to nrow(blowbc). do if (blowbc(i,1) < 1). compute blowbc(i,1) = 1. compute lowbc(i,1)=boot(blowbc(i,1),i). do if (bhighbc(i,1) > btn). compute bhighbc(i,1) = btn. compute upbc(i,1)=boot(bhighbc(i,1),i). end loop. print/title = "*****************************************************************". print/title = " BOOTSTRAP RESULTS FOR INDIRECT EFFECTS". compute res = {indsam, mnboot,(mnboot-indsam), t(se)}. print res/title = "Indirect Effects of IV on DV through Proposed Mediators (ab paths)"/rnames = nms/clabels "Data" "Boot" "Bias" "SE"/format f9.4. compute lowperc = boot(blowp,:). compute upperc = boot(bhighp,:). compute ci = {lowbca, upbca}. do if (!bca <> 0). print ci/title = "Bias Corrected and Accelerated Confidence Intervals"/rnames = nms/clabels "Lower" "Upper"/format F9.4. do if (!bc <> 0). compute ci = {lowbc, upbc}. print ci/title = "Bias Corrected Confidence Intervals"/rnames = nms/clabels "Lower" "Upper"/format F9.4. do if (!percent <> 0). compute ci = {t(lowperc), t(upperc)}. print ci/title = "Percentile Confidence Intervals"/rnames = nms/clabels "Lower" "Upper"/format F9.4. print/title = "*****************************************************************". print conf/title = "Level of Confidence for Confidence Intervals:". print btn/title = "Number of Bootstrap Resamples:". do if ((nv-nc-2) > 1 and (!contrast = 1) and ((!normal = 1 and nc = 0) OR btn > 999))). print/title = "*****************************************************************". print/title = " INDIRECT EFFECT CONTRAST DEFINITIONS: Ind_Eff1 MINUS Ind_Eff2". compute kk=1. compute prwsv=make(((nv-nc-2)*(nv-nc-3)/2),2,0). loop ic = 1 to (nv-nc-3). loop ic2 = (ic+1) to (nv-nc-2). compute prwsv(kk,1)=nm(ic+2,1). compute prwsv(kk,2)=nm(ic2+2,1). compute kk=kk+1. end loop. end loop. compute prwsv = {cnam2, prwsv}. print prwsv/title = " "/clabels = "Contrast" "IndEff_1" "IndEff_2"/format A9. Print/title = "********************************* NOTES **********************************". do if (btn = 1 or!normal=1). Print/title = "Bootstrap confidence intervals are preferred to normal theory tests for". print/title = "inference about indirect effects. See Hayes, A. F. (2009). Beyond Baron"/space=0. print/title = "and Kenny: Statistical mediation analysis in the new millennium."/space=0. Print/title = "Communication Monographs, 76, 408-420, or Hayes, A. F. (2013). Introduction "+ "to"/space=0. print/title = "mediation, moderation, and conditional process analysis: A regression-based"/space=0. print/title = "approach. New York: The Guilford Press"/space=0. do if (bdbp > 0).

Effect mindfulness op ontwikkeling baby s 28 print/title = "*****************************************************************". print/title = "WARNING: SOME BOOTSTRAP MATRICES WERE SINGULAR". print/title = "SINGULAR MATRICES WERE REPLACED DURING RESAMPLING". print bdbp/title = "Number of singular bootstrap samples replaced:". do if (ovals = 2). print/title = "*****************************************************************". print/title = "NORMAL THEORY TESTS NOT AVAILABLE FOR MODELS WITH DICHOTOMOUS OUTCOMES". do if (!boot = 0). print/title = "To obtain indirect effects, request bootstrapping". do if (nc > 0 and!normal = 1). print/title = "NORMAL THEORY TESTS NOT AVAILABLE IN MODELS WITH COVARIATES". do if (!boot = 0). print/title = "To obtain indirect effects, request bootstrapping". END MATRIX. RESTORE.!ENDDEFINE. INDIRECT y = InArt5/x = B_MFIs_sum/m = B_GstAge /boot = 1000/conf = 95/normal = 0/contrast = 0/percent = 0/bc = 1/bca = 0. Resultaten Met behulp van correlaties zijn relaties tussen diverse variabelen onderzocht. Allereerst is de relatie tussen mindfulness bij zwangere vrouwen en de ontwikkeling van baby s onderzocht. Er is sprake van een zeer zwakke, negatieve, niet significante correlatie tussen FMI en de Mentale Schaal van de BSID (r = -.005, N = 110, p =.960). Vervolgens is de relatie tussen mindfulness bij zwangere vrouwen en de mate van angst bij de moeder onderzocht. Er is sprake van een gemiddeld sterke, negatieve, significante correlatie tussen de FMI en de State-schaal van de STAI (r = -.462, N = 110, p <.001). Hierbij wordt een hogere score op de FMI geassocieerd met een lagere score op State-angst. Tevens is er sprake van een gemiddeld sterke, negatieve, significante correlatie tussen de FMI en de Trait-schaal van de STAI (r = -.486, N = 110, p <.001). Hierbij wordt een hogere score op de FMI geassocieerd met een lagere score op Trait-angst. Als laatste is de relatie tussen mindfulness bij zwangere vrouwen en de mate van stress bij de moeder onderzocht. Er is sprake van een zeer zwakke, niet significante negatieve correlatie tussen de FMI en de LEQ (r = -.021, N = 110, p =.824).