RAPPORTAGE VENNOOTSCHAPSBELASTING



Vergelijkbare documenten
Laatste ontwikkelingen Vennootschapsbelasting

Invoering Vpb Aanleiding Europese Commissie onderzoek

Belastingplicht overheidsondernemingen

Notitie Detachering aan derden Publicatie 15 april 2016

Vennootschapsbelasting overheidsondernemingen. Jan Willem de Joode, VNG Ton Waars, Gemeente Den Haag/Fiscaal Advies Team

RAPPORTAGE VENNOOTSCHAPSBELASTING

Winstbelasting bij grondbedrijven? Een visie op de gevolgen voor gemeentelijke grondbedrijven als gevolg van de modernisering van de

Vennootschapsbelastingplicht voor overheidsondernemingen

Gemeente Mook en Middelaar en de vennootschapsbelasting

Staatssecretaris beantwoordt vragen Eerste Kamer over Wet modernisering Vpb-plicht overheidsondernemingen

Toelichting voor Auditcommissie 11 juni 2015

Vennootschapsbelasting overheidsondernemingen

Naam en telefoon Portefeuillehouder

Belastingplicht overheidsbedrijven Assen, 2 oktober 2014

Nieuwsflits Publicatie 21 februari 2019 Afvalactiviteiten

Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2009

Inleiding. groep is hier de oorzaak van maar de aanpassingen in Wet en regelgeving die voor alle overheidsorganisaties

Vennootschapsbelasting. Commissie Financiën 16 maart 2016 Door: Johan Brands

VpB plicht overheidsondernemingen Commisie BAM, 28 mei 2015

Hoogachtend, namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amstelveen,

Belastingplicht overheidsbedrijven Assen, 5 juni 2014

Whitepaper Afbakenen vpb-plicht in vijf stappen

Btw sport mr. B.J. Mulder Earnewâld 12 oktober 2018

Aanwijzing economische activiteiten in het algemeen belang op grond van de Wet markt en overheid

Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2010

Vennootschapsbelastingplicht voor overheidsondernemingen een feit, en nu? 5 februari 2015 Bram Faber

: 14 april 2014 : 12 mei : dhr. G.H.J. Weierink : Onderwerp: Synchronisatieproces Planning- & controlcyclus Montfoort en IJsselstein

Vpb voor overheids bedrijven. Presentatie gemeenteraad

De Gemeenteraad van Albrandswaard

: Raadsinformatiebrief Invoering vennootschapsbelasting bij gemeente Bergeijk

Samenwerking en de Wet Vpb

Conceptwettekst modernisering vennootschapsbelastingplicht voor overheidsondernemingen t.b.v. internetconsultatie.

Programma Steenwijkerl'ANDERS' zijn actief

Quick Scan invoering Wet modernisering vennootschapsbelastingplicht overheidsondernemingen

Handreiking btw in de samenwerking tussen Onderwijs en Kinderopvang

Vpb-plicht voor overheidsbedrijven

In bijlage 1 is de uitwerking van de analyse opgenomen aan de hand van de vragen uit het stappenplan van het Ministerie van EL&I.

Collegevoorstel. Zaaknummer: aanwijzing economische activiteiten Wet markt en overheid

Fiscale aspecten contractering en samenwerking. Landelijke themadag vereniging HEAD 21 april 2016

Nadere regels subsidieverstrekking gemeente Medemblik 2014

Eerste Kamer heeft Wet modernisering Vpb-plicht overheidsondernemingen aangenomen

Actualiteiten BBV. vbbv. Verbonden partijen Erfpacht Ontwikkelingen Vpb

uitkomsten onderzoek overeenkomsten- en verschillenanalyse Oudenhoorn

Activiteitenlijst Gemeenten Publicatie 17 augustus Oplegnotitie

Vennootschapsbelasting en de lokale overheid

BIJLAGE Nadere uitwerking samenwerkingsverbanden en btw-wetgeving

Winstbepaling van overheidsondernemingen. Prof. dr. Stan Stevens 1

Rapportage Wet Markt en Overheid Ridderkerk

Leidraad voor het opstellen van een beleidsplan. Opzet van het beleidsplan

Algemeen nut beogende instellingen: algemeen nuttige en commerciële activiteiten

Praktijkinstructie Fiscaal administratief beheer 4 (CBA07.4/CREBO:50171)

JAARVERSLAG 2014 AM WERK REÏNTEGRATIE BV

:26 Pagina 1 van 7

Belastingplicht overheidsondernemingen: (enkele) staatssteunaspecten. Prof. R.H.C. Luja UvA, 23 oktober 2014

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Regeling informatie voor derden wordt als volgt gewijzigd:

Aan de raad. No. 7. Wissenkerke, 27 juni Onderwerp: Aanwijzen diensten van algemeen belang ivm de Wet Markt en Overheid

Raadsvoorstel *BR *

De Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt als volgt gewijzigd:

Schema Afbakening Publicatie 2 juni Oplegnotitie

Portefeuilleverdeling

Uitgaven Inzet personeel. Programmakosten

Vragen en Antwoorden fiscale en juridische vragen

Vennootschapsbelasting voor overheden. Anneke Tolsma GR Drechtsteden Ton Waars gemeente Den Haag Jan Willem de Joode VNG

Fiscaal memo (aangifte 2017)

Fiscaal memo (aangifte 2015)

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Wethouder WVE Sp D A

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Plan van aanpak onderzoek naar de gevolgen van de Wet Markt en Overheid op de economische activiteiten van de gemeente Venray

Inhoud Deel I Basisbegrippen De balans De winst- en verliesrekening

Rotterdams Vastgoedfonds I CV. Halfjaarcijfers 2010

Rekenen aan de Stad. Jelte Boeijenga, Gert Middelkoop, Jan Brouwer

Fiscale en juridische aandachtspunten decentralisatie sociaal domein voor gemeenten en samenwerkingsverbanden

Analyse begrotingsscan 2016

Onderwerp: Vaststelling van economische activiteiten in het algemeen belang in het kader van de Wet Markt en Overheid

Wijzigingen artikelsgewijs financiële verordening 212 nieuw versus huidig Bijlage 2

Rotterdams Vastgoedfonds VI CV. Halfjaarcijfers 2010

M I N I S T E R I E V A N F I N A N C I E N. DIRECTORAAT-GENERAAL VOOR FISCALE ZAKEN DIRECTIE DIRECTE BELASTINGEN s-gravenhage,

Notitie Rentebeleid 2007

Omschrijving Grootboeknummer Kostensoort Omschrijving kostensoort Bedrag 2016 Bedrag 2017 Bedrag 2018 Bedrag Inkomsten/ Uitgaven

Beantwoording raadsvraag

Transparante Vennootschap

IBML Financieel technische vragen begroting 2017

Rotterdams Vastgoedfonds I CV. Halfjaarcijfers 2011

RAPPORTAGE VENNOOTSCHAPSBELASTING

Jaarverslag 2013 AM werk Reïntegratie BV

Hoorcollege Directe Belastingen DB II Collegejaar 2014/2015

Raadsvergadering. Opheffing gemeenschappelijke regeling Welstand en Monumenten Midden Nederland 2005 met bijbehorend Liquidatieactieplan.

WGDO: Good practice controle taakvelden BBV

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

JAARSTUKKEN 2017 ROM-D HOLDING NV

HOLLAND IMMO GROUP INSINGER DE BEAUFORT BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni Geen accountantscontrole toegepast

Subsidieverordening Hollands Kroon

Memorandum RECENTE BELASTINGONTWIKKELINGEN MET BETREKKING TOT DE FISCALE EENHEID

Provincie Zuid-Holland Beleidsnota kostprijsberekening en rentetoerekening 2017

Huisartsen Gebruikersco'dperatie OmniHis B.A. Tilburgseweg AE Goirle. Publicatierapport 2013

Vpb-plicht overheidsondernemingen. i.r.t. afvalinzameling. Naam: mr. Hans Rooijackers Afdeling: VB/BJA/ADV Datum: 5 februari 2015

Checklist Deelnemingsvrijstelling

Transcriptie:

RAPPORTAGE VENNOOTSCHAPSBELASTING Heffing dempen Risico s voorkomen Administratieve lasten minimaliseren Gemeente Gennep BA015364 Oktober 2015 mr. J. Berns

1 MANAGEMENT SAMENVATTING 1.1 Inleiding Per 1 januari 2016 wordt de belastingplicht in de vennootschapsbelasting (hierna: VPB) uitgebreid voor overheidslichamen en daarmee ook voor gemeenten. Gemeenten zijn nu veelal vrijgesteld, zo ook de gemeente Gennep (hierna ook: gemeente). De nieuwe wet beoogt niet alle activiteiten van de gemeente in de heffing te betrekken, maar slechts die activiteiten waarmee de gemeente deelneemt aan het economische verkeer en in concurrentie treedt met de private sector. Deze rapportage bevat de bevindingen van de zogenoemde inventarisatie, waarbij de gemeente zelfstandig heeft getoetst welke activiteiten op basis van de huidige stand van de wetgeving en de huidige vorm van de organisatie (waarschijnlijk) als een belastingplichtige activiteit moeten worden aangemerkt. EFK Belastingadviseurs heeft de gemeente daarbij begeleid door het verzorgen van trainingen, het fungeren als vraagbaak en het beoordelen van de inventarisatie waar deze rapportage het resultaat van vormt (inclusief aanbevelingen van EFK). Verbonden stichtingen, vennootschappen en samenwerkingsverbanden doen in het voorkomende geval zelfstandig aangifte en vormen geen onderdeel van deze rapportage. De gemeente heeft overigens geen deelnemingen in vennootschappen anders dan ter belegging. 1.2 Conclusies en aandachtspunten Belastingplicht Voor vrijwel alle activiteiten van de gemeente geldt dat deze niet belastingplichtig zullen zijn voor de VPB. Buiten het grondbedrijf oefent de gemeente op dit moment geen zelfstandige activiteiten uit die leiden tot een verwachte belastingplicht in 2016. Evenmin is sprake van een aangifteplicht voor activiteiten buiten het grondbedrijf. Hoewel geen harde ervaringsregel, passen deze uitkomsten bij een gemeente met een omvang als die van de gemeente Gennep met circa 17.000 inwoners. Mede vanwege deze omvang heeft de gemeente meerdere activiteiten uitbesteed aan andere gemeenten, samenwerkingsverbanden of private partijen. De beoordeling van de belastingplicht voor de VPBverplaatst zich dan naar dat andere lichaam. Dat andere lichaam heeft zelf te toetsen of sprake is van een belastingplicht. Verder geldt voor veel activiteiten dat ofwel sprake is van het aanbieden van een collectief goed (geen deelname aan het economische verkeer) waarbij prestaties aan individuele derden plaatsvinden, of dat sprake is van structureel verlieslatende activiteiten. De gemeente kent geen betaald parkeren, een notoir aandachtspunt bij andere gemeenten. Het grondbedrijf zal naar alle waarschijnlijk belastingplichtig worden. De opbrengsten van het grondbedrijf dienen per 2016 opgenomen te worden in de aangifte VPB. Tevens dient het aan deze activiteiten toe te rekenen vermogen (activa en passiva) te worden gewaardeerd op de fiscale openingsbalans. Pagina 2 van 32

Voor de overige onderdelen van de gemeente waarbij geen sprake is van een aangifteplicht, behoeft de gemeente geen fiscale administratie in te richten. Zo hoeft er voor die delen van de gemeente geen fiscale balans te worden opgesteld, geen vermogensetikettering plaats te vinden (toerekenen van balansposten aan de fiscale administratie) en geen openingsbalans naar de waarde in het economische verkeer te worden opgesteld. Begroting 2016 Op basis van de uitkomsten van deze inventarisatie verwachten wij geen belastinglast voor het jaar 2016. Dit ondanks de belastingplicht bij het grondbedrijf. Het te betalen bedrag aan VPB op de lopende grondexploitaties is op korte termijn beperkt, tenzij er een enorm herstel in de vastgoedmarkt optreedt in 2016. De opbrengst bij verkoop van kavels in 2016 zal in beginsel immers (nagenoeg) gelijk zijn aan de waarde in het economische verkeer van de betreffende kavels op de openingsbalans, zijnde de fiscale kostprijs. Projecten waarbij (nog) geen verkopen plaatsvinden in 2016 zullen in beginsel louter kosten genereren. Naar mate er tijd verstrijkt neemt het risico op een hoger te betalen bedrag aan VPB toe, afhankelijk van de feitelijke ontwikkelingen qua opbrengsten en kosten. Zie voor een verdere toelichting hoofdstuk 8. Administratie en organisatie De komende belastingplicht heeft tot gevolg dat een fiscale administratie ingericht moet gaan worden en voorts dat de organisatie op de VPB ingericht moet worden. Daarnaast zal geborgd moeten worden dat voldoende fiscale kennis aanwezig is binnen de organisatie, mede om te zorgen dat de fiscale aspecten van bepaalde besluitvorming en plannen tijdig gesignaleerd worden. Dit is verder uitgewerkt in de aanbevelingen hierna, paragraaf 6.1 en de hoofdstukken 8 en 9. Samenwerking Gemeenten werken veel samen met andere overheidslichamen. Deze samenwerkingen kennen diverse vormen. De nieuwe wetgeving in de VPB beoogt samenwerking tussen overheidslichamen in beginsel vrij te stellen. De vrijstelling is wel gebonden aan voorwaarden en de uiteindelijke (juridische) vorm is beslissend voor de vraag of sprake is van een belastingplicht, niet de (publieke) motieven en doelstellingen die aan de samenwerking ten grondslag liggen. De gemeente doet er verstandig aan - toekomstige - samenwerkingen op de fiscale merites te beoordelen ten einde op zich vermijdbare heffingen te voorkomen. Een belastingplicht kan bij samenwerkingsverbanden en verbonden lichamen voorts aan de orde komen als de gemeente Gennep diensten verricht of blijft verrichten aan een samenwerkingsverband of verbonden lichaam (bijvoorbeeld de administratie). Zie ook paragraaf 6.13. Pagina 3 van 32

1.3 Aanbevelingen Of sprake is van een belasting- of aangifteplicht zal uiteindelijk afhangen van de werkelijke activiteiten in en de resultaten over 2016. Ten einde te waarborgen dat bovenstaande conclusies hetzelfde (kunnen) blijven of tijdig te kunnen bijstellen bevelen wij de volgende punten aan. Administratie Zet een fiscale boekhouding op vóór 1 januari 2016 ten behoeve van de aangifte 2016 en volgende jaren. Doe dat in ieder geval voor het grondbedrijf. De fiscale boekhouding dient het mogelijk te maken het fiscale resultaat van de belastingplichtige activiteiten, waaronder in elk geval het grondbedrijf, te kunnen vaststellen achteraf en in te schatten vooraf (bij de begroting). Reken op adequate wijze de indirecte kosten en lasten aan activiteiten/clusters toe waarvan de belastingplicht slechts afhankelijk is van de vraag of er structureel winst of overschotten worden behaald. Onder adequaat verstaan wij in dit verband een integrale kostprijsberkening, zodat geborgd wordt dat lasten maximaal worden toegerekend en de fiscale winst mitsdien zo laag mogelijk blijft (dan wel een verlies zo groot mogelijk). Zie ook paragraaf 6.1. Neem apart vastgoed(objecten) op als product in de fiscale administratie met toerekening van zowel baten als lasten ten einde de resultaten van dit cluster in de toekomst op adequate wijze te kunnen volgen. Stel een proces in werking om de marktwaarde van de grondpositie van de gemeente per 1 januari 2016 te bepalen. In eerste instantie dient bepaald te worden welke vermogensbestanddelen aan de fiscale balans toegerekend moeten worden. Per balanspost kan vervolgens bekeken worden of er reeds een waarde in het economische verkeer beschikbaar is, binnen afzienbare tijd beschikbaar komt dan wel deze waarde specifiek op een goed moment bepaald moet worden. Dat moment hoeft niet 1 januari 2016 (de peildatum) zelf te zijn. Onderbouw in het geval van onderlinge diensten met gesloten beurzen tussen overheidslichamen de waarde van beide prestaties (wie doet wat en wat is de waarde daarvan). In het geval geen sprake is van evenwicht kan de fiscus stellen dat een van beide overheidslichamen in feite winst behaalt. Als geen sprake is van evenwicht verdient het daarom aanbeveling alsnog te gaan factureren (zonder winstopslag). Organisatie en educatie Borg dat de ontwikkelingen in wet- en regelgeving gevolgd blijven worden, zeker nu de VNG en de commissie BBV overleg voeren met de Belastingdienst om tot beleid en handvatten te komen. Wijs hiertoe ook komend jaar specifiek een medewerker aan die deze verantwoordelijkheid/taak op zich neemt. Voer een hertoetsing van deze inventarisatie uit zodra de begroting voor 2016 beschikbaar is en/of er sprake is van relevante wijzigingen in wet- en regelgeving. Pagina 4 van 32

Zet een fiscale infrastructuur binnen de gemeente op van personen die met regelmaat met de VPB in aanraking komen (bijvoorbeeld medewerkers van het grondbedrijf en juristen). Het benoemen van een centrale verantwoordelijkheid (cluster F&C) is daarbij onontbeerlijk. Zorg ook dat deze medewerkers voldoende inzicht/educatie hebben voor hun taken. Beleid Stel centraal en beleidsmatig een vergoedingssystematiek vast in het geval ambtenaren van de gemeente gedetacheerd worden aan andere overheden of samenwerkingsverbanden ten einde winsten te voorkomen. Een tarief dat aansluit bij de directe (arbeids)kosten is uit dien hoofde aan te bevelen. Laat de financieel consulent bij financiële consequenties van besluitvorming, ook expliciet stil staan bij fiscale consequenties. Hanteer als uitgangspunt dat uitbestede werken voor derden 1:1 doorbelast (blijven) worden, zonder opslag voor gemeentelijke kosten. Samenwerking en verbonden partijen Toets (toekomstige) samenwerkingen met andere overheden op de gevolgen voor de VPB, met name in het geval de gemeente activiteiten voor de samenwerking gaat of blijft verrichten. Stel bij dienstverlening van de gemeente aan een samenwerking een goede kostprijsberekening op. Bij het ontbreken van (een) winst(opslag) zal immers geen sprake zijn van belastingplicht. Voor de goede orde, het werkelijke resultaat is beslissend, niet het begrote resultaat. Vraag na bij verbonden lichamen (BV, NV, GR, stichting) of deze vanaf 1 januari 2016 belastingplichtig worden als gevolg van de nieuwe regelgeving en of dit voor de gemeente Gennep leidt tot hogere lasten (bijdragen). Het verdient aanbeveling hierover te rapporteren in bijvoorbeeld de P&C-documenten (paragraaf Verbonden partijen). Pagina 5 van 32

2 Inhoud 1 Management samenvatting... 2 1.1 Inleiding... 2 1.2 Conclusies en aandachtspunten... 2 1.3 Aanbevelingen... 4 3 Inleiding... 8 4 Theoretisch toetsingskader... 9 4.1 Algemeen... 9 4.2 Voorwaarden voor belastingplicht... 9 4.3 Vrijstellingen... 10 5 Methode van onderzoek... 11 5.1 Overdracht kennis en kunde... 11 5.2 Dossieropbouw... 11 5.3 Overleg Belastingdienst... 12 5.4 Voorbehoud... 12 6 Bevindingen... 13 6.1 Kostenallocatie... 13 6.2 Algemeen bestuur... 14 6.3 Openbare orde en veiligheid... 15 6.4 Verkeer, vervoer en waterstaat... 16 6.5 Economische zaken... 17 6.6 Onderwijs... 18 6.7 Cultuur en recreatie... 19 6.8 Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening... 21 6.9 Volksgezondheid en milieu... 22 6.10 Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting... 23 6.11 Financiering en algemene dekkingsmiddelen... 24 6.12 Overige functies... 25 6.13 Verbonden partijen en externe dienstverlening... 25 7 Grondexploitaties en vastgoed... 27 7.1 Grondexploitaties... 27 7.2 Vastgoed... 27 8 Financiële gevolgen... 29 8.1 Algemeen... 29 8.2 Financiële gevolgen voor het grondbedrijf... 29 Pagina 6 van 32

8.3 Financiële gevolgen voor overige activiteiten... 30 9 Vervolgtraject... 31 9.1 Positie gemeente na deze rapportage... 31 9.2 Openingsbalans en allocatie van vermogen... 32 9.3 Fiscaal administratieve inrichting... 32 Pagina 7 van 32

3 INLEIDING Het uitgevoerde inventarisatie-onderzoek is een eerste stap in het gehele traject van de gemeente om te komen tot een correcte aangifte VPB over het boekjaar 2016 en de jaren daarna. Het onderzoek draagt bij aan het correct afbakenen van de belastingplichtige activiteiten, geeft inzicht in oplossingsrichtingen en de vervolgstappen in het VPB-traject. Daarnaast is begonnen met opbouwen van het fiscale dossier als opmaat naar het interne controle proces en het aangifte dossier VPB. Het diagram geeft een beeld van een volledig VPB implementatietraject, waarbij de stappen Training & instructie, Inventariseren en Duiden, inclusief hun resultanten tot de scope van het onderzoek behoren. In deze rapportage wordt omwille van de leesbaarheid en ter onderbouwing van het dossier, kort een theoretisch kader van de VPB in relatie met het publieke domein geschetst (onderdeel 4) en de gehanteerde onderzoeksmethode (onderdeel 5). In een uitgebreide spreadsheet wordt verslag gedaan van alle individuele activiteiten en de daarbij gevonden duiding. De voor de VPB relevante activiteiten vindt u terug in onderdeel 6 en onderdeel 7 van dit rapport, waarbij in onderdeel 7 wordt ingezoomd op alle activiteiten rond vastgoed. De financiële gevolgen in onderdeel 8 en aanbevelingen voor het vervolgtraject in onderdeel 9. Zoals aangegeven is dit rapport een eerste stap op weg naar de aangifte in 2017. In het laatste hoofdstuk wordt een doorkijkje gegeven naar de stappen, geprojecteerd in de tijd, die volgen op basis van de gemaakte keuzes. Zaken zoals het inrichten van de fiscaal administratieve organisatie, het opstellen van de openingsbalans, overleg met de fiscus of het doorrekenen van de VPB-impact op basis van de begroting van 2016. mr. Jits Berns Pagina 8 van 32

4 THEORETISCH TOETSINGSKADER 4.1 Algemeen Per 1 januari 2016 worden overheidslichamen en daarmee ook gemeenten belastingplichtig voor de VPB. Juister is het te zeggen dat de belastingplicht wordt uitgebreid, want overheidslichamen zijn nu op zich al belastingplichtig. Echter, dat zijn zij slechts voor bepaalde in de wet genoemde activiteiten. De meeste gemeenten verrichten deze activiteiten niet (meer) en daarom zijn zij nu de facto niet belastingplichtig. Dat geldt ook voor de gemeente Gennep. Vanaf 1 januari 2016 gaat een meer algemene belastingplicht gelden waarbij die activiteiten in de heffing worden betrokken waarmee gemeenten deelnemen aan het economische verkeer en in concurrentie treden met private partijen. Dat vloeit voort uit het uiteindelijke doel van de nieuwe wet, namelijk het creëren van een gelijk speelveld tussen publieke en private partijen. Geldt nu nog dat gemeenten vrijgesteld zijn, tenzij ze een aantal nauw omschreven activiteiten ontplooien, straks zijn zij belastingplichtig, tenzij ze in het publieke domein opereren. Deze regimewijziging geldt eveneens voor vennootschappen waarvan de aandelen volledig in het bezit zijn van de gemeente en voor stichtingen waarvan de gemeente alle bestuurders benoemt en ontslaat en waarvan het liquidatiesaldo aan de gemeente toekomt. Deze rechtspersonen liften nu nog mee op het beperkte regime voor overheidslichamen. Dat meeliften, vervalt per 1 januari 2016 en deze rechtspersonen worden dan volledig zelfstandig beoordeeld op basis van de nieuwe wet. Voor de goede orde, deze rechtspersonen doen in het voorkomende geval zowel nu als in de toekomst zelfstandig aangifte. 4.2 Voorwaarden voor belastingplicht Gemeenten worden belastingplichtig indien en voor zover zij een onderneming drijven, zo luidt het wettelijke criterium. Praktisch gezien betekent dit dat alleen die activiteiten van de gemeente in de heffing worden betrokken die als zelfstandig onderdeel kunnen worden beschouwd en die voldoen aan de voorwaarden om als - belaste - onderneming te worden aangemerkt. Deze voorwaarden zijn de volgende: 1) de activiteit kwalificeert als een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid; die 2) deelneemt aan het economische verkeer; en die 3) structureel fiscale winsten of overschotten beoogt of behaalt. Ad 1. Deze voorwaarde beoogt incidentele activiteiten uit te sluiten. Er moet sprake zijn van duurzaamheid en van een organisatie van kapitaal en arbeid. Belangrijke uitzondering hierop voor de praktijk vormt passief vermogensbeheer. Volledig uitbestede activiteiten (bijvoorbeeld aan een samenwerkingsverband) voldoen evenmin aan dit criterium. Hetzelfde geldt voor activiteiten die niet voor eigen rekening en risico worden uitgevoerd. Ad 2. Van deelname aan het economische verkeer is sprake bij een individualiseerbare prestatie aan een derde. Een derde is iedere andere persoon of organisatie, niet zijnde de gemeente zelf. Daarbij maakt het niet uit of de derde een private of een publieke partij is, een andere gemeente is zodoende een derde in deze zin. Collectieve goederen als het ophalen van huishoudafval of diensten binnen de openbare ruimte, vormen geen individualiseerbare prestatie en voldoen zodoende niet aan dit criterium. Pagina 9 van 32

Ad 3. Als met een activiteit meer dan incidenteel een fiscale winst wordt behaald, is bij fictie sprake van een winstoogmerk. Ook het in concurrentie treden met private partijen wordt aangemerkt als een winstoogmerk. Dat is slechts anders als een (private) ondernemer aan de werkelijk behaalde winsten van de betreffende activiteit geen bescheiden bestaan kan ontlenen. Voldoet een activiteit niet aan een van deze voorwaarden, dan blijft de activiteit (met alle bijbehorende activa en passiva) buiten de heffing. Deze activiteiten hoeven niet in de aangifte te worden begrepen, wat betekent dat deze activiteiten buiten de fiscale administratie kunnen blijven. Vanzelfsprekend drukt dit de administratieve lasten. 4.3 Vrijstellingen In de nieuwe wet heeft de wetgever een drietal vrijstellingen geïntroduceerd specifiek voor overheidslichamen en die een deel van het resultaat vrijstellen. Deze vrijstellingen komen aan bod als sprake is van een belastingplichtige activiteit. Deze vrijgestelde activiteiten moeten wel verantwoord worden in de aangifte! De vrijstellingen zijn de volgende: 1) Interne vrijstelling 2) Overheidstaakvrijstelling 3) Samenwerkingsvrijstelling Ad 1. Als bij een activiteit sprake is van prestaties binnen de gemeente en van prestaties aan derden, stelt deze vrijstelling de prestaties binnen de gemeente alsnog vrij. Daarnaast bewerkstelligt deze vrijstelling dat de prestaties worden vrijgesteld die plaatsvinden tussen de gemeente, gemeentelijke vennootschappen en gemeentelijke stichtingen. Ad 2. Activiteiten die kwalificeren als overheidstaak en activiteiten die plaatsvinden op een publiekrechtelijke grondslag, worden alsnog vrijgesteld. Deze vrijstelling is niet aan de orde als met deze activiteiten in concurrentie wordt getreden. Ad 3. Activiteiten die plaatsvinden op basis van een samenwerking tussen overheden (in brede zin) worden onder voorwaarden alsnog vrijgesteld. Belangrijke uitzondering hierop vormt dienstverlening op contractbasis (dienstverleningsovereenkomst). Naast deze nieuwe vrijstellingen voor overheden kent de wet reeds een aantal algemene vrijstellingen die ook voor overheden (gaan) gelden. Een gemeentelichaam kan in de huidige vorm in de regel niet voldoen aan de voorwaarden. Daarom zijn deze vrijstellingen meegenomen in de aanbevelingen, voor zover een vrijstelling een oplossing zou kunnen bieden. Pagina 10 van 32

5 METHODE VAN ONDERZOEK Binnen de gemeente hebben de volgende activiteiten plaatsgevonden om tot de inventarisatie te komen. 5.1 Overdracht kennis en kunde Op 15 mei 2014, 2 oktober 2014, 19 november 2014, 12 februari 2015 en 14 april 2015 hebben trainingssessies van een dagdeel plaatsgevonden onder leiding van EFK Belastingadviseurs. Dit betrof gezamenlijke sessies met een vijftal andere (buurt)gemeenten. Bij de sessies is het gehele proces besproken dat nodig is om tot een aangifte te komen. Daarnaast is het bovenstaande, wettelijke toetsingskader uitgebreid besproken en toegelicht. Namens de gemeente Gennep heeft Martien Wijdeven alle sessies bijgewoond, op 19 november 2014 bijgestaan door Govert Schermers. EFK Belastingadviseurs heeft een aantal hulpmiddelen ter beschikking gesteld die behulpzaam zijn bij de inventarisatie. Als onderdeel van de hulpmiddelen zijn stroomdiagrammen uitgereikt welke zijn gebaseerd op de door de wetgever tijdens het wetgevingsproces ter beschikking gestelde stroomdiagrammen en zo nodig door EFK Belastingadviseurs uitgebreid. Deze rapportage is opgesteld op basis van de door de gemeente opgestelde inventarisatie, welke is vervat in een uitgebreid Excel-bestand. Het opstellen van deze rapportage heeft tot een aantal nadere vragen geleid, die door de gemeente zijn uitgezocht en beantwoord. 5.2 Dossieropbouw Voor de inventarisatie is de begroting 2015 als basis genomen. Deze begroting geeft een representatief beeld om de VPB-consequenties voor de aankomende jaren voor de gemeente bij ongewijzigd beleid te kunnen bepalen. Uiteindelijk zijn de daadwerkelijk verrichte en gerealiseerde resultaten voor 2016 beslissend bij de vraag of sprake is van wel of geen belasting- of aangifteplicht. Het is aan te bevelen in een later stadium, wanneer de begroting van 2016 beschikbaar is, de inventarisatie nogmaals te doen en te toetsen of de activiteiten, resultaten en wet- en regelgeving zodanig zijn gewijzigd dat de inventarisatie tot andere uitkomsten leidt. De activiteiten van de (publiekrechtelijke rechtspersoon van de) gemeente zijn integraal, in de zin van volledig geïnventariseerd en gedocumenteerd in een Excel-sheet vastgelegd. De tabellen in dit rapport bevatten de relevante passages uit dit Excel-bestand. Als basis voor de clustering van de verschillende te toetsen activiteiten hebben de verschillende grootboekrekeningen van de gemeente gediend. Als uitgangspunt is gehanteerd dat elk grootboek een zelfstandig te toetsen cluster (onderneming) vormt. In sommige gevallen zijn enkele grootboeken samengevoegd als daar aanleiding voor is en dit tevens tot een andere conclusie zou leiden. Samenvoeging geschiedt dan bijvoorbeeld en vooral op basis van de organisatorische indeling van de activiteiten. Samenvoeging is in beginsel niet (verder) onderzocht in de situaties waarin op voorhand duidelijk is dat dit niet tot een ander resultaat leidt, bijvoorbeeld omdat in beide situaties geen sprake is van deelname aan het economische verkeer. Mocht de Belastingdienst uiteindelijk anders oordelen dan behoudt de gemeente zich uiteraard het recht voor de clustering nader te bezien. Voorts is specifiek onderzocht of er belastingplicht ontstaat op het terrein van vastgoed, het grondbedrijf en dienstverlening aan andere publieke lichamen en samenwerkingsverbanden. Pagina 11 van 32

De grootboeken/clusters zijn stuk voor stuk getoetst op de in paragraaf 4 vermelde voorwaarden voor belastingplicht. In het geval sprake is van belastingplicht is getoetst of een vrijstelling van toepassing is. Al deze beoordelingen zijn vastgelegd in eerdergenoemd Excel-sheet. Als laatste is onderzocht of in de begroting 2016 een voorziening moet worden opgebouwd voor een belastinglast, en hoe een eventuele voorziening zal moeten worden berekend. 5.3 Overleg Belastingdienst Overleg met de Belastingdienst heeft in het kader van dit onderzoek niet plaatsgevonden. Het is aan de gemeente of zij dit wenselijk acht ten einde zekerheid te krijgen op bepaalde onderwerpen. Wij zien daar thans geen concrete aanleiding toe. In sommige gevallen zoekt de Belastingdienst uit eigen beweging het contact met een gemeente, met name bij die gemeenten die onder het zogenoemde horizontale toezicht vallen. 5.4 Voorbehoud Toetsing heeft plaatsgevonden op basis van de huidige en thans bekende wet- en regelgeving. De komende regelgeving voor de belastingplicht van de overheid is volstrekt nieuw. Op een aantal terreinen is aldus een meer dan gebruikelijke onzekerheid over de uitleg. Door EFK Belastingadviseurs is, behoudens de gemaakte aanbevelingen over (administratieve en financiële) aanvullingen, geen verder onderzoek ingesteld naar de volledigheid en juistheid van de aangeleverde gegevens. Pagina 12 van 32

6 BEVINDINGEN De bevindingen van de inventarisatie zijn in deze paragraaf zoveel als mogelijk ingedeeld op basis van de programma s zoals gedefinieerd en gebruikt in de zogenoemde Iv3, aangevuld met een onderdeel over voor de VPB te detecteren clusters die als zodanig niet zelfstandig binnen de begroting worden verantwoord (zoals vastgoed en detachering). Hieronder zijn per programma de belangrijkste zaken vermeld. Voor een volledig overzicht van de bevindingen verwijzen wij naar eerdergenoemd Excel-sheet. 6.1 Kostenallocatie De gemeente belast kosten van de organisatie door naar de producten. Tot de organisatiekosten behoren de salaris- en personele kosten, huisvesting, ICT en kantoorbenodigdheden. De kosten van een product bestaan daardoor uit de zogenaamde directe kosten en de doorbelasting van de organisatiekosten, de indirecte kosten. Voor de doorbelasting is een aantal uitgangspunten geformuleerd: 1. de opzet moet eenvoudig en transparant zijn; 2. gedetailleerde uitsplitsing van kosten heeft geen toegevoegde waarde (geen afzonderlijke doorbelasting van personeel, huisvesting ICT e.d.); 3. kapitaallasten maken geen onderdeel uit van de kosten van de ambtelijke organisatie; 4. kosten dienen zoveel mogelijk direct op de producten verantwoord te worden. De systematiek van kostenallocatie zoals die door de gemeente wordt gehanteerd is niet volledig in overeenstemming met huidig fiscaal recht. Fiscaal is het namelijk niet acceptabel een hoger bedrag aan rente in aftrek te brengen dan daadwerkelijk wordt betaald. Het toerekenen van kapitaallasten van het intern bepaalde percentage is dan ook niet acceptabel bij het berekenen van het fiscale resultaat. De gemeente hanteert momenteel een intern percentage van 4,5%. Uiteindelijk kan slechts de rente in aftrek worden gebracht die feitelijk aan derde wordt betaald en is toe te rekenen aan de investering. Er is geen wettelijke regel die voorschrijft hoe dit te berekenen. Veelal wordt een gemiddelde rente berekend op het totaal van de ingeleende gelden. Bij de activiteiten waar kapitaallasten aan worden toegerekend, dus daar waar veel investeringen worden gedaan, kan er een aanmerkelijke invloed zijn. Fiscaal zullen de kapitaallasten in beginsel niet gevolgd worden. De wetgever heeft verder gemeld dat een integrale kostprijsberekening bij de allocatie van kosten geaccepteerd zal worden. Ook indirecte kosten maken deel uit van de integrale kostprijs. De Belastingdienst heeft nog nooit kostenallocaties van gemeenten op basis van kostenverdeelstaten beoordeeld. In het bedrijfsleven worden vergelijkbare methodes van toerekening gehanteerd die geaccepteerd zijn. Een juiste en goede kostenallocatie is vooral en in het bijzonder van belang bij de beoordeling van het resultaat van afdelingen die voldoen aan de voorwaarden van een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid en deelname aan het economische verkeer en een (gering) negatief resultaat laten zien. Dit is bijvoorbeeld het geval bij het onderdeel begraafplaatsen. Als dit verlies omslaat in een (fiscale) winst is sprake van belastingplicht. Pagina 13 van 32

Wij adviseren de gemeente te verifiëren of de indirecte kosten volledig naar alle activiteiten / clusters worden doorbelast en zo nodig een en ander aan te passen. Voorts adviseren wij de gemeente de doorbelasting van kosten te continueren, ondanks het feit dat binnen de regels van het BBV doorbelasting van indirecte kosten binnen het publieke domein niet langer noodzakelijk wordt geacht. Doorbelasting van integrale kosten blijft een noodzaak voor de VPB en overigens ook voor de omzetbelasting. Conclusie: Kostenallocatie: Kostenverdeelstaten opstellen met integrale kostprijs Kapitaallasten: Vervangen interne rente door extern betaalde rente 6.2 Algemeen bestuur Grootboek nummer Duurzame organisatie Economisch verkeer (Structurele) winst 40010000 - Raad Ja Nee Nee 40010100 - Commissies Ja Nee Nee 40010200 - College van B&W Ja Nee Nee 40010300 - Klachtenbehandeling Ja Nee Nee 40010400 - Commissie bezwaar en beroep Ja Nee Nee 40010450 - Commissie bezwaar en beroep P&O Ja Nee Nee 40020100 - Ondernemingsraad Ja Nee Nee 40020370 - Uitwerking strategische regiovisie Ja Nee Nee 40020500 - Communicatie Ja Nee Nee 40030000 - Basisregistratie personen Ja Ja Nee 40030100 - Naturalisatie Ja Ja Nee 40030200 - Reisdocumenten Ja Ja Nee 40030300 - Rijbewijzen Ja Ja Nee 40030500 - Verkiezingen Ja Nee Nee 40030600 - Huisnummering Ja Nee Nee 40030800 - Burgerlijke Stand Ja Ja Nee 40030900 - COVOG-verklaringen Ja Ja Nee 40031000 - Kadaster Ja Nee Nee 40050000 - Regionale samenwerking Ja Nee Nee 40060200 - Rekenkamercommissie Ja Nee Nee De activiteiten binnen dit programma leiden niet tot een belastingplicht. Evenmin is sprake van aangifteplicht. Dit vloeit reeds voort uit de aard van de activiteiten. Voor de meeste activiteiten is geen sprake van deelname in het economische verkeer. De activiteiten worden slechts uitgeoefend ten behoeve van de eigen gemeente ( de eigen kring ). Voorts is er geen sprake van inkomsten bij deze activiteiten, laat staan winst. Pagina 14 van 32

Bij sommige activiteiten is wel sprake van deelname aan het economische verkeer, omdat individualiseerbare prestaties aan derden worden verricht. Dit betreft vooral de activiteiten die samenhang met burgerzaken, zoals rijbewijzen en reisdocumenten. Bij geen van deze activiteiten is echter sprake van (structurele) winst. Van een belastingplicht is geen sprake en daarom evenmin van een aangifteplicht. Als wel sprake zou zijn van winsten (quod non), dan zouden de activiteiten in de aangifte verantwoord moeten worden maar overigens zijn vrijgesteld onder de overheidstaakvrijstelling. Conclusie: Belastingplicht: Nee Aangifteplicht: Nee 6.3 Openbare orde en veiligheid Grootboek nummer Duurzame organisatie Economisch verkeer (Structurele) winst 41200000 - Regionale brandweer Nee Nee Nee 41201000 - Rampenbestrijding Ja Nee Nee 41400000 - Integrale veiligheid Nee Nee Nee 41400100 - Bureau Halt Nee Nee Nee 41400250 - Stadswachten Ja Nee Nee 81400300 - Overige leges APV Ja Ja Nee 41600000 - Opsporing en ruiming explosieven Nee Nee Nee De activiteiten binnen deze functie leiden niet tot een belastingplicht. Evenmin is sprake van aangifteplicht. Voor zover daadwerkelijk sprake is van een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid vloeit dit voort uit de aard van de activiteiten, waarbij afgezien van de leges geen sprake is van deelname in het economische verkeer. De activiteiten worden slechts uitgeoefend ten behoeve van de eigen gemeente ( de eigen kring ) of zijn te beschouwen als een collectief goed. Voorts genereren de activiteiten geen inkomsten, laat staan dat sprake is van winst. De leges APV betreft het heffen van leges ter zake van het verstrekken van vergunningen. Deze inkomsten blijven hoe dan ook buiten de heffing, aldus de staatssecretaris van Financiën 1. Overigens zijn de kosten ter zake van het heffen van de leges hoger dan de opbrengsten. Ook daarom kan geen sprake zijn van een belastingplicht en evenmin van een aangifteplicht. 1 Zie diens brief van 18 december 2014, DB/2014/531. Pagina 15 van 32

6.4 Verkeer, vervoer en waterstaat Grootboek nummer Duurzame organisatie Economisch verkeer (Structurele) winst 42100000 - Algemene kosten wegen Ja Nee Nee 42100300 - Aanleg inritten Ja Ja Nee 42100600 - Bermen en sloten (wegen) Ja Nee Nee 42101000 - Gladheidsbestrijding Ja Nee Nee 42102000 - Openbare verlichting Ja Nee Nee 42105000 - Verkeersmaatregelen Ja Nee Nee 42105100 - Onderhouden wegmarkeringen Ja Nee Nee 42105200 - Verkeersveiligheid Ja Nee Nee 42105300 - Verkeers-en vervoersplannen Ja Nee Nee 82150000 - Invaliden parkeerkaarten Ja Ja Nee De activiteiten binnen deze functie leiden niet tot een belastingplicht. Evenmin is sprake van aangifteplicht. Dit vloeit voort uit de aard van de activiteiten, welke ten dienste staan aan het openbaar gebied. Daardoor is veelal geen sprake van deelname in het economische verkeer. De activiteiten worden slechts uitgeoefend ten behoeve van de eigen gemeente ( de eigen kring ) of zijn te beschouwen als een collectief goed. Voorts overtreffen de lasten in zeer ruime mate de baten. De vergoedingen voor aanleg van inritten - waarbij de openbare straat en/of trottoirs worden aangepast - zijn van zodanig gering belang - inkomsten circa 4.000 per jaar - en ondergeschikte betekenis dat dit geen afbreuk doet aan voorgaande conclusies. Evenmin is de activiteit op zichzelf beschouwd winstgevend, integendeel. In het geval de fiscus er een andere visie op na houdt zou de gemeente kunnen besluiten af te zien van de vergoeding om zo met name administratieve lasten uit hoofde van de VPB te voorkomen. De gemeente kent geen betaald parkeren binnen haar grondgebied. De inkomsten die de gemeente ontvangt bij de invaliden parkeerkaarten betreffen leges voor de afgifte van de kaarten. Deze activiteit is als zodanig niet winstgevend en winst is redelijkerwijs niet te verwachten. Conclusie: Belastingplicht: Nee Aangifteplicht: Nee Pagina 16 van 32

6.5 Economische zaken Grootboek nummer Duurzame organisatie Economisch verkeer (Structurele) winst 43100000 - Economisch beleid Ja Nee Nee 43101000 - Dinsdagmarkt Ja Ja Nee 83300000 - Nutsbedrijven Nee Ja Ja 43400000 - Langdurende pachten Nee Ja Ja 43400100 - Huren, zakelijke rechten Nee Ja Nee 43410000 - Kortdurende pachten Nee Ja Ja De activiteiten binnen het programma Economische Zaken leiden niet tot een belasting- of aangifteplicht. Het organiseren van de markt en het innen van marktgelden leidt niet tot een belastingplicht, omdat de activiteit als zodanig reeds verlieslatend is. Winst is redelijkerwijs niet te verwachten. Ook overigens heeft de staatssecretaris van Financiën aangegeven dat het innen van marktgelden niet leidt tot een heffing van VPB. 2 De functie nutsbedrijven betreft - relatief kleine - deelnemingen in Essent N.V. en NV Waterleidingmaatschappij Limburg. Deze aandelen worden louter ter belegging aangehouden. Van een actieve bemoeienis - buiten de uitoefening van de normale aandeelhoudersrechten - is geen sprake. Mitsdien is sprake van passief vermogensbeheer, met als gevolg dat er geen sprake is van een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid en derhalve geen sprake van een belasting- of aangifteplicht. De ontvangen opbrengsten zullen evenmin belast worden. Ten laste van de gemeente ingehouden dividendbelasting kan worden teruggevraagd bij de Belastingdienst. Het verpachten van gronden waaronder tevens is begrepen de verhuur van gronden aan telecombedrijven voor de verhuur van zendmasten en de verhuur van stukjes snippergroen e.d. leidt niet tot een belastingplicht wegens het ontbreken van een organisatie van kapitaal en arbeid. Er is sprake van passief vermogensbeheer. De gemeente verricht geen andere activiteiten dan het innen van de pacht of huur. Conclusie: Belastingplicht: Nee Aangifteplicht: Nee 2 Zie de brief van de staatssecretaris van Financiën van 18 december 2014, kenmerk DB/2014/531. Pagina 17 van 32

6.6 Onderwijs Grootboek nummer Duurzame organisatie Economisch verkeer (Structurele) winst 44200000 - Openbaar basisonderwijs: exploitatie Nee Nee Nee 44210000 - Openbaar basisonderwijs: huisvesting Ja Ja Nee 44210100 - Bijzonder basisonderwijs: huisvesting Ja Ja Nee 44310000 - Bijzonder speciaal onderwijs: huisvesting Ja Ja Nee 44410000 - Bijz voortgezet onderwijs: huisvesting Ja Ja Nee 44800000 - Onderwijsbegeleiding Nee Nee Nee 44800100 - Leerlingenvervoer Nee Ja Nee 44800300 - Leerplichtadministratie Ja Nee Nee 44800400 - Vervoerskosten gymnastiekonderwijs Nee Ja Nee 44800500 - Lokaal onderwijsbeleid Nee Nee Nee De gemeente Gennep verzorgt zelf geen onderwijs, dit wordt verzorgd door derden. Wel stelt de gemeente ruimten (vastgoed) ter beschikking aan het onderwijs. De gemeente ontvangt daarvoor geen vergoeding. De gemeente bezit alleen de economische eigendom van de schoolgebouwen. De juridische eigendom rust bij de schoolbesturen. De functie onderwijs omvat verder het leerlingenvervoer en vervoer voor gymnastiekonderwijs. Deze activiteiten zijn volledig uitbesteed en vormen als zodanig geen duurzame organisatie van kapitaal en arbeid. De activiteiten worden aangeboden zonder vergoeding, zodat van winst geen sprake is en kan zijn. Van een belasting- of aangifteplicht is aldus geen sprake. Bij de overige activiteiten is geen sprake van deelname aan het economische verkeer bij het ontbreken van een individualiseerbare prestatie aan een derde. Conclusie: Belastingplicht: Nee Aangifteplicht: Nee Pagina 18 van 32

6.7 Cultuur en recreatie Grootboek nummer Duurzame organisatie Economisch verkeer (Structurele) winst 45100000 - Openbare bibliotheek Nee Nee Nee 45300000 - Pica Mare (sporthal en zwembad) Nee Ja Nee 45300600 - Stimulering sportbeoefening Nee Nee Nee 45310000 - Sportcomplex De Heijkuul Gennep Nee Nee Nee 45310400 - Sportcomplex VV Ven-Zelderheide Nee Ja Nee 45310500 - Sportveld VIOS Ottersum Nee Ja Nee 45310600 - Ponyclub Noblesse Milsbeek Nee Ja Nee 45310900 - Overige sportcomplexen Nee Ja Nee 45400100 - Kunst Nee Nee Nee 45400300 - Musea Nee Nee Nee 45412100 - Rijksmonument: Stadsmuren Ja Nee Nee 45412200 - Rijksmonument: Molenstichting Nee Nee Nee 45412300 - Rijksmonument: Kapel Ven-Zelderheide Ja Ja Nee 45412500 - Gemeentemonument: Martinustoren Ja Nee Nee 45412600 - Gemeentemonument: Part. eigendommen Nee Nee Nee 45412700 - Niet monumentale gebouwen Ja Nee Nee 45412800 - Niet monumentale gebouwen: Lok '94 Ja Nee Nee 45500000 - Bossen Nee Nee Nee 45500100 - Natuur en Landschap Ja Nee Nee 45600000 - Openbaar groen: Algemeen Ja Nee Nee 45601000 - Kermissen Nee Nee Nee 45601100 - Evenementen Ja Ja Nee 45602000 - Toeristische promotie Nee Nee Nee 45602100 - Toeristische voorzieningen Nee Nee Nee 45800000 - Speelterreinen Ja Nee Nee 45800100 - Lokale Omroep Nee Nee Nee 45800200 - Speelruimte beleidsplan Nee Nee Nee Het programma cultuur en recreatie bevat een veelheid aan activiteiten. Bij geen van deze functies is sprake van een belasting- of aangifteplicht. Ter toelichting moge het volgende dienen: De gemeente exploiteert en bezit zelf geen bibliotheek, museum, lokale omroep of kunst(exposities). De activiteiten van de gemeente bestaan uit het verstrekken van subsidies aan de organisatie die deze activiteiten uitoefent, hetgeen voor de gemeente niet tot belastingplicht leidt. Bij de activiteiten natuur, bossen en openbaar groen is geen sprake van deelname aan het economische verkeer. Er is immers sprake van collectieve goederen, in die zin dat een individualiseerbare prestatie aan een derde ontbreekt. Bovendien ontbreekt het bij deze activiteiten aan (directe) inkomsten voor de gemeente. Winst is derhalve niet te verwachten. De opbrengst van verkoop van houtsnippers komt toe aan de partij die het onderhoud van bossen voor de gemeente verzorgt. De speelterreinen in de gemeente zijn openbaar. Van deelname aan het economische verkeer is daarom geen sprake. Pagina 19 van 32

De activiteit met betrekking tot monumenten bestaat uit het verstrekken van subsidies aan eigenaren van de monumenten. Dit leidt niet belastingplicht. Voor zover de gemeente zelf monumenten bezit verzorgt zij - deels zelf - het onderhoud. Van belastingplicht is evenwel geen sprake nu ter zake van de monumenten geen individualiseerbare prestaties aan derden worden verricht en geen inkomsten worden gegenereerd. De inkomsten die worden geboekt op het onderdeel evenementen betreffen de ontvangst van leges wegens het verstrekken van vergunningen voor evenementen. Deze activiteit leidt niet tot een belastingplicht. Bovendien is de activiteit als zodanig niet kostendekkend, winsten zijn redelijkerwijs niet te verwachten. Dienstverlening met betrekking tot evenementen zoals het instellen van verkeersmaatregelen en het ter beschikking stellen van dranghekken geschiedt kosteloos. Bij het organiseren van kermissen is geen sprake van een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid. De organisatie van kermissen is volledig uitbesteed, de gemeente belast louter kosten door voor bijvoorbeeld stroom, zonder opslag. De exploitatie van het zwembad en een aantal sporthallen (zie Pica Mare in de tabel hierboven) is ondergebracht bij een derde, Optisport. Deze organisatie draagt zorg voor het beheer en het onderhoud, evenals de aanbesteding daarvan. De gemeente draagt alleen bij in de exploitatietekorten. Deze omstandigheden leiden niet tot een belastingplicht bij de gemeente. Een aantal sportcomplexen is volledig geprivatiseerd (zie de Heijkuul in de tabel hierboven). De gemeente draagt nog louter bij in de kosten. Deze omstandigheden leiden niet tot een belastingplicht. De activiteiten van de gemeente met betrekking tot de overige sportcomplexen leiden evenmin tot een belastingplicht. Voor zover geen sprake is van passief vermogensbeheer omdat de gemeente louter het terrein ter beschikking stelt (zoals bijvoorbeeld de ponyclub die het terrein volledig zelf beheert en onderhoudt) zijn de complexen verlieslatend. Winst is redelijkerwijs niet te verwachten. Conclusie: Belastingplicht: Nee Aangifteplicht: Nee Pagina 20 van 32

6.8 Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening Grootboek nummer Duurzame organisatie Economisch verkeer (Structurele) winst 46100000 - Algemene Bijstand Ja Nee Nee 46100200 - Bijstand Zelfstandigen (BBZ) Ja Nee Nee 46100800 - IOAW Ja Nee Nee 46100900 - IOAZ Ja Nee Nee 46110100 - WSW Nee Nee Nee 46140000 - Gemeentelijk minimabeleid Ja Nee Nee 46230000 - Participatiebudget Nee Nee Nee 46500000 - Peuterspeelzalen Nee Nee Nee 46500100 - Kinderopvang Nee Nee Nee WMO algemeen Ja Nee Nee Gemeenschapshuizen algemeen Nee Ja Nee Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening kwalificeren in beginsel niet voor een belastingplicht. Voor zover de gemeente deze activiteiten zelf uitoefent is geen sprake van deelname aan het economische verkeer. Er is immers sprake van collectieve goederen er is geen sprake van een af te zonderen prestatie aan een individuele afnemer tegen een daarop betrekking hebbende prijs voor het betreffende goed of dienst. Bovendien is voorshands aannemelijk dat met de activiteiten geen winst wordt beoogd en dat deze winsten redelijkerwijs niet zijn te verwachten. De baten betreffen daarbij veelal algemene bijdragen van het Rijk. Voor zover de gemeente bijdragen ontvangen van individuen ontvangt (eigen bijdragen) zijn deze niet kostendekkend. Overigens heeft de gemeente de uitvoering van de WMO volledig uitbesteed, behalve het proces van toekenning, hetgeen als zodanig niet tot een belastingplicht leidt. De gemeente exploiteert zelf geen peuterspeelzalen en kinderopvang. Zij verstrekt louter bijdragen aan de exploitanten daarvan. De uitgaven bij de betaling kinderopvang betreffen voorts betalingen aan uitkeringsgerechtigden, zodat zij in de vrijgekomen tijd een opleiding kunnen volgen of werkervaring opdoen. De geboekte opbrengsten ter zake van de peuterspeelzalen betreffen de ontvangst op de verhuur van ruimte aan de peuterspeelzaal. Deze inkomsten zijn begrepen en verantwoord in hetgeen in hoofdstuk 7 onder vastgoed is vastgesteld, maar hier zij reeds opgemerkt dat de verhuur verre van kostendekkend is. Voorts exploiteert de gemeente zelf geen gemeenschapshuizen. Dit geschiedt door een derde die de huur ontvangt. De gemeente draagt louter bij in de kosten. Van een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid is geen sprake. Conclusie: Belastingplicht: Nee Aangifteplicht: Nee Pagina 21 van 32

6.9 Volksgezondheid en milieu Grootboek nummer Duurzame organisatie Economisch verkeer (Structurele) winst 47140000 - GGD: bijdrage per inwoner Nee Nee Nee 47150000 - Centrum Jeugd en Gezin: jeugdgezondheidszorg Nee Nee Nee 47210000 - Huisvuil inzameling en verwijdering Nee Nee Nee 47210100 - Overige vuilinzameling Nee Ja Nee 47210200 - Huisvuil inzameling: Milieustraat Nee Ja Nee 47210300 - Huisvuil inzameling: Zwerfafval Nee Ja Nee 47210600 - Huisvuil inzameling: Heffing en inning Nee Nee Nee 47220000 - Algemene kosten riolering Ja Nee Nee 47230000 - Milieu beleid Nee Nee Nee 47230100 - Milieuvergunningen Nee Nee Nee 47230200 - Milieu: Handhaving Nee Nee Nee 47240000 - Gemeentelijke begraafplaats Ja Ja Nee De gemeente Gennep heeft de meeste bovenstaande activiteiten uitbesteed. Dat geldt voor alle regels in bovenstaande schema waar nee is ingevuld bij duurzame organisatie. Bij de gemeente is geen sprake van een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid. Voor de activiteiten met betrekking tot het (huishoudelijk) afval geldt dat ook de heffing en inning volledig is uitbesteed. De enige wezenlijke activiteit die de gemeente verricht is het plaatsen van ondergrondse afvalcontainers. Deze activiteit leidt evenwel niet tot een belastingplicht. Het afhandelen en handhaven van milieuvergunningen is volledig ondergebracht bij de RUD. In 2015 geniet de gemeente daar nog inkomsten mee als gevolg van ontvangen boetes. Deze boetes vervallen in de toekomst. Alle activiteiten met betrekking tot de riolering blijven buiten de heffing bij gebrek aan deelname aan het economische verkeer. De activiteiten zijn immers te kwalificeren als een collectief goed waarbij een individualiseerbare prestatie aan een derde ontbreekt. De begraafplaats is structureel verlieslatend, winst is redelijkerwijs niet te verwachten. De gemeente doet er desondanks verstandig aan de winstontwikkeling te blijven volgen, want in het geval winsten zouden ontstaan is voldaan aan alle voorwaarden voor belastingplicht waarbij de toepassing van een vrijstelling ontbreekt. Conclusie: Belastingplicht: Nee Aangifteplicht: Nee Begraafplaats: Monitoring van het fiscale resultaat vanaf 2016 Pagina 22 van 32

6.10 Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting Grootboek nummer Duurzame organisatie Economisch verkeer (Structurele) winst 48100000 - Ruimtelijke Ordening: beleidsplannen Ja Nee Nee 48210000 - Stads- en dorpsvernieuwing Ja Nee Nee 48220000 - BWT: Vergunningen Nee Nee Nee 48222000 - Woonwagenzaken Nee Ja Nee 88300000 - Bouwgrondexploitatie Algemeen Ja Ja Ja Bij de functie ruimtelijke ordening is naar de aard geen sprake van belastingplicht, omdat geen sprake is van deelname aan het economische verkeer. De activiteiten kwalificeren als een collectief goed en er is geen sprake van een af te zonderen prestatie aan een individuele afnemer tegen een daarop betrekking hebbende prijs voor het betreffende goed of dienst. Evenmin is er een contractuele relatie te onderkennen tussen gemeente en burger. De functie stads- en dorpsvernieuwing bevat diverse onderdelen, bestaande uit incidentele budgetten voor diverse projecten. Bij geen van deze projecten is sprake van een belastingplicht. Voor zover de projecten niet reeds zijn toe te rekenen aan het openbare gebied dat onbelast blijft geldt dat geen sprake is van ontvangsten, zodat winst redelijkerwijs niet is te verwachten. Het afgeven van omgevingsvergunningen is volledig uitbesteed aan de RUD. Van een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid is bij de gemeente Gennep aldus geen sprake. Voorts geldt dat de opbrengsten ter zake van de leges de kosten niet dekken, zodat van een winst(streven) geen sprake is. Ter zake van de welstandscommissie is evenmin sprake van een belastingplicht. De inkomsten die worden geboekt bij de activiteit woonwagenzaken hebben betrekking op de ontvangst van vergoedingen voor twee standplaatsen. De activiteiten van de gemeente zijn beperkt tot het louter ter beschikking stellen van de standplaatsen, voor het overige verricht de gemeente geen activiteiten ter zake. Aldus is sprake van passief vermogensbeheer en ontbreekt het aan een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid om tot een belastingplicht te komen. Voor de bouwgrondexploitaties zij verwezen naar hoofdstuk 7. Conclusie: Belastingplicht: Ja, voor het grondbedrijf (zie hoofdstuk 7). Aangifteplicht: Ja, voor het grondbedrijf (zie hoofdstuk 7). Pagina 23 van 32

6.11 Financiering en algemene dekkingsmiddelen Grootboek nummer Duurzame organisatie Economisch verkeer (Structurele) winst 49300000 - Uitvoering Wet WOZ Nee Nee Nee 49400000 - Heffing en invordering gem. belasting Nee Nee Nee 89130000 - Overige financiële middelen Nee Nee Nee 89140000 - Geldleningen en uitzettingen > 1 jaar Nee Nee Nee De functies en activiteiten binnen dit programma leiden niet een belasting- of aangifteplicht. De heffing en inning van de verschillende gemeentelijke belastingen en de uitkering uit het gemeentefonds leiden niet een belastingplicht, omdat geen sprake is van deelname aan het economische verkeer. Er is geen sprake van een af te zonderen prestatie aan een individuele afnemer tegen een daarop betrekking hebbende prijs voor het betreffende goed of dienst. Hetzelfde geldt voor de uitvoering van de Wet WOZ, daargelaten dat deze uitvoering evenals de heffing en invordering van de belastingen zijn ondergebracht in een een gemeenschappelijke regeling (BSGW). De inkomsten onder overige financiële middelen betreffen dividenden ontvangen uit een (relatief kleine) deelneming in BNG. Deze deelneming wordt louter ter belegging aangehouden, van een actieve bemoeienis anders dan het in een voorkomend geval uitoefenen van de normale aandeelhoudersbevoegdheden, is geen sprake. Aldus is sprake van passief vermogensbeheer. De dividenden blijven onbelast. De ten laste van de gemeente ingehouden dividendbelasting kan worden teruggevraagd bij de Belastingdienst. Omdat de BNG nu reeds belastingplichtig is voor de VPB zal de hoogte van de dividenden op zich niet wijzigen als gevolg van de geplande wijzigingen voor de belastingplicht van overheidslichamen. De inkomsten die zijn verantwoord onder geldleningen en uitzettingen betreft bespaarde rente. Deze post heeft louter een administratief karakter en leidt als zodanig niet tot een een belastingplicht. Voor het overige heeft de gemeente geen uitzettingen aan derden, afgezien van een nog lopende hypotheek die is verstrekt aan een medewerker. Er is evenwel geen sprake van beleid om hypotheken te verstrekken. Evenmin is er sprake van een organisatie te dezen, de gemeente beperkt zicht tot het innen van de rente. Conclusie: Belastingplicht: Nee Aangifteplicht: Nee Pagina 24 van 32

6.12 Overige functies Bij de inventarisatie heeft de gemeente onderzoek gedaan naar activiteiten die niet afzonderlijk verantwoord zijn binnen de hierboven genoemde programma s en het grootboek, maar mogelijk wel als onderneming voor de VPB kwalificeren. De gemeente detacheert diverse medewerkers. Personeel van de buitendienst is gedetacheerd bij INTOS, een WSW-instelling. Verder werkt een medewerker veiligheid ook in Mook en Middelaar voor 10 uur per werk. In beide gevallen worden alleen de loonkosten in rekening gebracht. Aldus ontbreekt het aan winst. De facilitaire diensten van de gemeente verrichten geen werkzaamheden voor derden. Conclusie: Belastingplicht: Nee Aangifteplicht: Nee 6.13 Verbonden partijen en externe dienstverlening De gemeente Gennep is niet verbonden met stichtingen waarvan zij alle bestuursleden kan benoemen en ontslaan en waar de gemeente (of een ander overheidslichaam) gerechtigd is tot het vermogen bij liquidatie. Ook heeft de gemeente geen 100%-deelnemingen (werkmaatschappijen). Verder treedt de gemeente Gennep niet op als centrumgemeente in de zin van de Wet GR. Evenmin voert de gemeente activiteiten voor andere gemeenten of overheden uit op basis van een dienstverleningsovereenkomst of anderszins een privaatrechtelijke overeenkomst. De gemeente voert wel de administratie van IWGM, een GR van waaruit de activiteiten van sociale werkvoorziening plaatsvinden. Deze activiteiten kwalificeren als een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid die deelneemt aan het economische verkeer. Volgens de gemeente is de activiteit echter niet winstgevend. De tarieven zijn kostendekkend. Het verdient aanbeveling dit vanaf 2016 goed te monitoren, want als (structureel) winst wordt behaald zal de activiteit belastingplichtig zijn. Een vrijstelling is in dat geval niet van toepassing. In het geval de gemeente Gennep participeert in een samenwerking die wordt uitgeoefend in een apart lichaam, bijvoorbeeld een BV of NV of een publiekrechtelijk rechtspersoon op grond van de Wet GR, dient het betreffende lichaam te toetsen of het belastingplichtig zal zijn voor de VPB. Als dat het geval is zal mogelijk de bijdrage van de gemeente aan de betreffende samenwerking in hoogte toenemen. Het verdient aanbeveling dit onder de aandacht te brengen bij de betreffende BV/NV e.d. en hierover te rapporteren in bijvoorbeeld de P&C-documenten (paragraaf Verbonden partijen). Pagina 25 van 32