Ouderenmonitor 2011 Gezondheidsonderzoek 65-plussers regio Nijmegen Gezondheidsonderzoek kinderen 0-12 jaar regio Nijmegen
De Ouderenmonitor is een onderzoek naar de lichamelijke, sociale en geestelijke gezondheid van zelfstandig wonende ouderen in de regio Nijmegen. Via een steekproef zijn in het najaar van 2010 per gemeente* 900 inwoners van 65 jaar en ouder geselecteerd en uitgenodigd om een vragenlijst in te vullen. De vragen gingen over lichamelijke en psychische gezondheid, zelfredzaamheid en zorg, leefwijze en sociale omgeving. In hebben ruim 5.000 ouderen de vragenlijst ingevuld, een respons van 60%. Deze onderzoeksgroep is representatief te noemen. Toch is het goed om te realiseren dat opgeleiden en minder gezonde inwoners minder vaak meedoen aan dit soort onderzoeken. Met de uitkomsten van het onderzoek wil de GGD een bijdrage leveren aan het gezondheids- en ouderenbeleid van gemeenten en (zorg)instellingen uit de regio. Deze factsheet beschrijft de belangrijkste uitkomsten van het onderzoek. De cijfers in de grafieken zijn uitgesplitst naar geslacht, leeftijdscategorie en opleidingsniveau. Ervaren gezondheid Van de ouderen in de regio Nijmegen ervaart 71% zijn gezondheid als (zeer) goed of uitstekend, in 2006 was dit 69%. Hoe hoger de leeftijd, hoe lager de ervaren gezondheid. Qua opleidingsniveau geldt dat hoe hoger de opleiding, hoe hoger de ervaren gezondheid. Figuur 1 Ervaren gezondheid 0 20 40 60 80 100% uitstekend en zeer goed goed matig tot slecht Chronische aandoeningen Ouderen hebben meer en vaker last van chronische ziekten dan andere leeftijdsgroepen. In de onderzoeksgroep van 65-plussers hebben en, opgeleiden en 85-plussers vaker chronische aandoeningen. De meest voorkomende chronische aandoeningen zijn een hoge bloeddruk en gewrichtsslijtage. De Ouderenmonitor is onderdeel van een onderzoekscyclus van de GGD en in Oost-Nederland, waarbij ieder jaar de gezondheid van een specifieke leeftijdsgroep onder de bevolking onderzocht wordt. De vorige Ouderenmonitor kwam uit in 2006. * Het onderzoek richt zich op de tien gemeenten in het werkgebied van GGD Regio Nijmegen: Beuningen, Druten, Groesbeek, Heumen, Mook en Middelaar, Millingen aan de Rijn, Nijmegen, Ubbergen, West Maas en Waal, Wijchen
Belemmeringen Een groot deel van de ouderen in de regio Nijmegen voelt zich belemmerd als gevolg van één of meerdere chronische aandoeningen. Vrouwen vaker dan nen en opgeleiden vaker dan opgeleiden. Van de 65-75 jarigen geeft 45% aan zich belemmerd te voelen, bij de 75-85 jarigen is dat 64% en bij de 85-plussers is dat 77%. Beperkingen Uit CBS-gegevens blijkt dat in 2008 landelijk gezien 34% van de 65-plussers één of meer beperkingen ervoer in horen, zien, mobiliteit en/of andere ADL-activiteiten (Algemeen Dagelijkse Levensverrichtingen). In onze regio ligt dat percentage met 31% iets lager, zo blijkt uit de Ouderenmonitor. Tien procent heeft één of meer gehoorbeperkingen (2006: 9%), tien procent heeft één of meer gezichtsbeperkingen (2006: 12%) en bijna een kwart (24%) heeft mobiliteitsproblemen (2006: 27%). Vallen Van de ouderen in de regio Nijmegen is 16% in de drie maanden voorafgaand aan het onderzoek, gevallen. Hoe ouder de respondent, hoe vaker gevallen. De meeste ouderen vallen in en om het huis en bij één op de drie valpartijen was er lichamelijk letsel (2006: 35%). Het aandeel ouderen met een beperking neemt toe met de leeftijd. Vanaf de leeftijd van ongeveer 80 jaar zijn er meer ouderen mét dan zonder een lichamelijke beperking, vooral op het gebied van mobiliteit. Voor vrijwel elke lichamelijke beperking geldt dat en en opgeleiden vaker beperkingen hebben. Figuur 3 Gevallen in de afgelopen drie maanden 17% 19% Figuur 2 Lichamelijke beperkingen 11% 21% 28% 23% 20% 25% 17% 31% Slaap- en kalmeringsmiddelen 70% Gewicht Bij het bepalen van de BMI (Body Mass Index) bij ouderen dient rekening te worden gehouden met krimp (afnemende lengte) en een veranderende lichaamssamenstelling (meer vetweefsel en minder spieren). Vandaar dat voor het vaststellen van overgewicht alleen gekeken is naar ernstig overgewicht (obesitas). Veertien procent van de 65-plussers heeft ernstig overgewicht, net als in 2006. Van de onderzochte ouderen hebben en en opgeleiden vaker obesitas dan nen en opgeleiden. Ouderen die obees zijn, hebben anderhalf keer vaker lichamelijke beperkingen. Afgaand op de resultaten uit het onderzoek gebruikte één op de zeven (15%) ouderen in de twee weken voorafgaand aan het onderzoek, slaap- en kalmeringsmiddelen. In 2006 was dit 23%. Driekwart (75%) gebruikt deze middelen al langer dan 2 jaar (2006: 74%). Slaap- en kalmeringsmiddelen werken verslavend. Bij langdurig gebruik wordt de kans op vallen groter en beïnvloeden de bijwerkingen het lichamelijk en geestelijk welbevinden van de gebruiker. 85-plussers en en gebruiken vaker slaap- en kalmeringsmiddelen. Figuur 4 Ernstig overgewicht 7% 11% 12% 12% 16% 14% 16% 1% 14%
Psychische gezondheid Ouderen zijn vaker psychisch ongezond dan andere leeftijdsgroepen. Niettemin heeft het grootste deel van de ouderen een goede psychische gezondheid: 83% in 2010 versus 78% in 2006. Binnen de doelgroep van ouderen hebben nen, 65-75 jarigen en opgeleiden vaker een goede psychische gezondheid. Figuur 6 Psychische gezondheid Voeding en beweging 12% 21% Gezond eten bevordert de algehele fitheid, vergroot de weerstand en het genezingsvermogen, en verkleint het risico op chronische ziekten. Gemiddeld genomen eten ouderen in de regio Nijmegen gezond. Qua drinken is de uitkomst ongunstiger: minder dan een derde van de ouderen krijgt per dag voldoende vocht binnen (meer dan acht glazen/kopjes per dag). Hoe hoger de leeftijd, hoe minder vocht de oudere binnenkrijgt. 8% 14% 13% 17% 20% 21% 26% Ook voldoende bewegen bevordert de gezondheid en is een beschermende factor voor veel problemen, zoals overgewicht, vallen, eenzaamheid, mobiliteit en depressie. Voor mensen van 55 jaar en ouder is de Nederlandse Norm Gezond Bewegen vastgesteld op minimaal een halfuur matig intensieve lichamelijke activiteit, tenminste 5 dagen per week. Ruim de helft (56%) van de ouderen in de regio Nijmegen zegt te voldoen aan de beweegnorm. Laagopgeleiden en 85-plussers zijn het vaakst inactief. Figuur 5 Onvoldoende beweging 42% 4% 42% 44% 53% 40% 47% 44% Roken en alcohol Ruim één op de tien (12%) ouderen in de regio Nijmegen rookt wel eens. Het percentage rokers loopt terug met de leeftijd. Als het gaat om alcoholgebruik zijn ouderen een risicogroep. Vooral de combinatie van alcohol en medicijnen verdient bij ouderen extra aandacht. Daarnaast kan alcoholgebruik de kans op vallen vergroten. In de regio Nijmegen drinkt 80% van de ouderen wel eens alcohol, in 2006 was dit 75%. Eén op de tien ouderen drinkt overmatig alcohol, vergelijkbaar met 2006. Ouderen drinken, in vergelijking met volwassenen, vaker 6 of 7 dagen per week. De aanbeveling is om maximaal 5 dagen per week alcohol te gebruiken. Net als in 2006 blijken opgeleide ouderen vaker en meer te drinken dan opgeleide ouderen.
Angst, depressie en eenzaamheid Van de onderzochte ouderen blijkt slechts een klein percentage (2%) een risico te hebben op een angststoornis of depressie en 35% een matig risico. Er is wel een verschil naar leeftijd te zien: hoe ouder de respondenten, hoe vaker zij depressieve klachten rapporteren. Een klein percentage (7%) van de ouderen is (zeer) ernstig eenzaam en 34% is matig eenzaam. In 2006 was dit hoger: 10% en 42%. Net als bij depressies is een toename van eenzaamheid te zien bij het ouder worden. Figuur 7 Mate van eenzaamheid 0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55% Belangrijkste uitkomsten zeven op de tien ouderen voelt zich gezond niettemin: bijna de helft van de ouderen beweegt onvoldoende één op de drie ouderen ervaart beperkingen, vooral qua mobiliteit het aantal ouderen dat valt is nog steeds, maar neemt iets af minder ouderen gebruiken slaap- en kalmeringsmiddelen het aantal ouderen dat zich eenzaam voelt, is afgenomen last but not least: meer ouderen zijn gaan drinken, één op de tien drinkt overmatig Sociale context matig ernstig zeer ernstig Mantelzorg In de regio Nijmegen heeft 16% van de ouderen in het jaar voorafgaand aan het onderzoek telzorg ontvangen. Hetzelfde percentage geeft aan telzorg te hebben gegeven. Bij de vorige Ouderenmonitor (2006) was dit nog 11%. Van de ouderen die telzorg geven, voelt circa één op de vijf zich tamelijk zwaar tot zwaar belast. Driekwart van de telzorgers heeft geen behoefte aan advies. Eén op de vijf telzorgers zou graag praktische of emotionele ondersteuning ontvangen; dit zijn vooral opgeleiden. De (sociale) steun die ouderen uit hun netwerk ontvangen, beïnvloedt mede het gevoel van welzijn en eenzaamheid. Ongeveer een kwart van de ouderen krijgt (zeer) weinig sociale steun, vooral nen (31%) ervaren minder steun dan en (18%). Het zijn verder vooral de en, en daarnaast 85-plussers en opgeleiden, die het gevoel hebben geen regie te hebben over hun eigen leven. De meeste ouderen besteden hun vrije tijd aan het ontvangen (60%) en afleggen (55%) van bezoek, net als in 2006. Internet wordt een steeds belangrijkere vorm van vrijetijdsbesteding. Het percentage ouderen dat internet dagelijks of wekelijks gebruikt, steeg van 23% in 2006 naar 46% in 2010. Van de opgeleiden gebruikt 80% internet. Risicogroepen De risicogroepen die op diverse gezondheidsaspecten een ongunstige uitkomst laten zien, zijn: opgeleide ouderen (extra) kwetsbare ouderen 85-plussers en
Conclusies en aanbevelingen Ouderen voelen zich gezond Ouderen in de regio Nijmegen voelen zich lichamelijk en psychisch gezond. Tot op hoge leeftijd kunnen zij zelfstandig wonen en bewegen. Echter, vanaf 75 jaar en vooral boven de 85 jaar nemen de gezondheidsproblemen snel toe. Hoe ouder, hoe ongezonder Naarmate de leeftijd vordert, hebben ouderen veel vaker chronische aandoeningen en mobiliteitsproblemen. Dit zorgt ervoor dat zij in de late leeftijdsfase minder mogelijkheden hebben om te participeren in de samenleving. Gezondheidsverschillen tussen - en opgeleiden Hoogopgeleide mensen leven tot 7 jaar langer dan opgeleide mensen. Het verschil in het aantal levensjaren waarin mensen de gezondheid als goed ervaren, bedraagt zelfs 16 tot 19 jaar. Net als bij andere leeftijdsgroepen zijn opgeleiden gemiddeld gezonder, hebben minder chronische aandoeningen en minder beperkingen. Beperkingen vragen aandacht Voor de meeste lichamelijke beperkingen geldt dat ze bij ouderen nog steeds evenveel voorkomen als 20 jaar geleden. Gerelateerd aan de groeiende levensverwachting en het groeiend aandeel ouderen in de samenleving, betekent dit dat het aantal lichamelijke beperkingen in absolute zin zal toenemen. Uitstellen van kwetsbaarheid De kwetsbaarheid van de groeiende groep ouderen kan worden uitgesteld door te investeren in: zelfredzaamheid, leefstijlverbetering en het vertrouwen in eigen gezondheid. Een hoger opleidingsniveau en inkomen, betere voorzieningen en kennisvermeerdering bij ouderen kunnen hieraan een positieve bijdrage leveren. Uitdaging: geef ouderen zelf de regie Gezondheidswinst voor ouderen is vooral te behalen op het gebied van leefgewoonten, met name bij de opgeleiden. Centraal in de aanpak moet staan: zelfstandigheid en empowerment van de oudere. Onder andere door interventies te organiseren dicht bij de oudere zelf. Ook kennisbevordering over bijvoorbeeld het aanbod en effect van voorzieningen en het verbeteren van de bereikbaarheid, kunnen winst opleveren. Ouderen krijgen zo meer mogelijkheden om zelf de regie te houden en langer thuis te blijven wonen. Winst door integrale aanpak In het algemeen is er veel te bereiken met een integrale aanpak: de gerichte en samenhangende inzet van preventieactiviteiten en beleid. Mogelijke investeringen om gezondheidswinst te behalen, zijn: meer aandacht voor risicogroepen, met name de opgeleiden preventie dicht bij de oudere, bijvoorbeeld in de wijk stimuleren van een gezonde en actieve leefstijl, ook bij 85-plussers bevorderen van mobiliteit en participatie in de samenleving aandacht voor preventie van vallen (en medicijngebruik) ondersteuning van (opgeleide) telzorgers Colofon Tekst en figuren Jolanda Terpstra (epidemioloog). Uitgave GGD Regio Nijmegen Gezondheidsbevordering en Epidemiologie gezondheidsbevordering@ggd-nijmegen.nl. Overname van gegevens is toegestaan, mits voorzien van bronvermelding Jaar van uitgave: 2011