PV Praktische oefeningen bouw TV Bouw 2010/30/1//D/H



Vergelijkbare documenten
PV Praktische oefeningen bouw PV Praktische oefeningen hout TV Bouw TV Hout

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep informatica

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep geschiedenis en/of esthetica

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep technologische opvoeding.

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep mode

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep Nederlands

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep geschiedenis en/of esthetica

Mogelijke opdrachten voor een vakgroep techniek.

Leerlingen op de werf (opleiding ruwbouw derde graad)

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep muzikale opvoeding

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep economie en handelsvakken

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep personenzorg (component huishoudkunde)

Hoe kan de school in het algemeen werk maken van het nieuwe concept (stam + contexten)?

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep Moderne Vreemde Talen

Didactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester 4

Krachtige leeromgevingen. Groepssessie 1: Curriculum Versie groep 1

1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs

Didactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester 4

BSO TWEEDE GRAAD. vak 2000/095 TV AUTOTECHNIEKEN / CARROSSERIE. (vervangt 97323) 1 u/w. IT-o

IN1. Nr Omschrijving 2,5j 3j 4j 5j 6j 7j 8j 9j 10j 11j

1. De leerlingen hebben een positieve houding tegenover ICT en zijn bereid ICT te gebruiken ter ondersteuning van hun leren.

Mogelijke opdrachten voor de vakwerkgroep Personenzorg (component verzorgende vakken)

TV /Bouw/elektromechanica/mechanica/elektriciteit/hout/centrale. verwarming/sanitair/tuinbouw/schilderen. sanitair/tuinbouw/schilderen en decoratie/

VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS MULTIMEDIATECHNIEKEN. Derde graad TSO Eerste en tweede leerjaar

Leerlijn ICT VIJFDE LEERJAAR 1 Kennismaken - aanzetten - occasioneel opbouwen - regelmatig VERWERVEN - systematisch herhalen - verdiepen - verbreden -

PV Praktische oefeningen hout TV Hout

Pagina 1 van 5 EVALUEREN. 1 Procesevaluatie versus productevaluatie

LEERPLANSTUDIE Tweede graad TSO/KSO leerplan d

BSO TWEEDE GRAAD. vak TV ELEKTRICITEIT 2000/057. (vervangt 98036) 1 u/week. IT-e

1.a. De leerlingen hebben een positieve houding tegenover ICT en zijn bereid ICT te gebruiken om hen te ondersteunen bij het leren.

19/12/2010. Vakconcept LO. Soorten ET/OD. Vakgebonden ET/OD LO. Vakconcept LO. Eindtermen/Ontwikkelingsdoelen. Regiovergaderingen LO

KIJKWIJZER DOORLICHTING HUMANE WETENSCHAPPEN

VOET EN STUDIEGEBIED HANDEL

BINNENKLASDIFFERENTIATIE IN WISKUNDELESSEN

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van het Don Bosco-Instituut ASO/TSO/BSO te Dilbeek

PV Praktische oefeningen bouw PV Praktische oefeningen hout TV Bouw TV Hout

VAKGROEP. Schooljaar , ,

VOET EN WISKUNDE. 1 Inleiding: Wiskundevorming

Vertaalde ET ICT. ET 1: ik wil, ik kan. ET 2: Ik werk veilig, ik draag zorg voor. Ik kan hulp vragen. Ik durf iets uitproberen.

DOCUMENT. Servicedocument VOET voor het vak ICT/Informatica. Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel VVKSO

ECTS-fiche. Opleiding Didactische Competentie algemeen

Evalueren Inleiding projectdoelstelling Evalueren is geen doel op zich TIPS! vakgroep leerlijn leerlingen en ouder(s)

DON BOSCO GENK AANBOD EERSTE GRAAD. Meer dan je denkt!

ijkwijzer voor leermaterialen: leer-, werkboeken en bordboeken eigen ontwikkeld materiaal

Onderzoekscompetenties. Schooljaar GO! atheneum Campus Kompas Noordlaan Wetteren

FLEXIBELE LEERTRAJECTEN

Werkgroep portfolio & coaching. portfolio handleiding

De competenties die prioritair aan bod komen tijdens dit opleidingsonderdeel zijn:

3KA Toegepaste informatica

PV Praktijk goud PV/TV Stage goud TV Goud

Specifieke lerarenopleiding ECTS-fiches. ECTS-Fiche Vakdidactische oefeningen 1 Code: Academiejaar: Aantal studiepunten: 6

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

Secundair volwassenenonderwijs STUDIEGEBIED LEDERBEWERKING

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep wetenschappen

B-STROOM. Kantoor en verkoop. eerste graad 2011/325/1//D LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS. tweede leerjaar. (vervangt 97168) Vak: AV Nederlands 1 lt/w

LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS

Standpunt rapport in het basisonderwijs PBD Basisonderwijs (september 2015)

Geschiedenis en VOET

DOCUMENT. Servicedocument VOET voor het vak ICT/Informatica. Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel VVKSO

Thermometer leerkrachthandelen

TSO. Mechanische vormgevingstechnieken. Derde graad 2013/868/1//V17 LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS. lt/w. Mechanica Elektriciteit

THEMA 1 PREVENTIE EN REMEDIËRING VAN ONTWIKKELINGS- EN LEERACHTERSTANDEN *

BEOORDELING STAGE DOOR DE VAKMENTOR

VSKO. Leerplan OPLEIDING. Zwevende module. Modulair. Studiegebied Auto

Samengevat door Lieve D Helft ICT-coördinator Scholengemeenschap InterEssen

&lt.ci.ic.ic ~ri(crit11.1t1.t1.r ilil.t...tl

Actualisering leerplan eerste graad - Deel getallenleer: vraagstukken Bijlage p. 1. Bijlagen

infobrochure methodeonderwijs De Lotus

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep wiskunde

H u i s w e r k b e l e i d

BSO. Duurzaam wonen. derde graad. 2010/66/1//V16/H (vervangt 2010/66/1//V12) LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS. Bouw. eerste en tweede leerjaar

Vragenlijst deelnemers Vlaams Lerend Netwerk STEM SO

Pedagogische begeleiding wiskunde oktober 2016 Pagina 1

Workshop. Timmeren. - de oppervlakte van de plank berekenen, en de oppervlakte van het binnenwerk berekenen: basis x hoogte

Vakdidactische Studie (VDS) Algemeen. A. Algemeen. Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 X Semester 3 Semester 4

Vakdidactische Studie (VDS) Algemeen. A. Algemeen. Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 X Semester 3 Semester 4

EINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Zoektocht in het Maascentrum. A. Eindtermen voor het basisonderwijs vanaf 01/09/2010

Didactische competentie oefenlessen. A. Algemeen. Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 Semester 3 X Semester 4

Documenten van de leraar

WETENSCHAPPELIJK TEKENEN

Didactische competentie oefenlessen. A. Algemeen. Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 Semester 3 X Semester 4

WERKEN AAN DE VOET IN DE LESSEN LATIJN EN GRIEKS

Diocesane Pedagogische Begeleidingsdienst Brugge

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van KTA Niel

MEDEDELING. Moderne vreemde talen in de B-stroom en in het bso. 1 Algemeen

Gemeentelijke Lagere School Jongslag

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van het

TV Elektronica. Elektromechanica Industriële Wetenschappen. Mechanica - Elektriciteit. eerste en tweede leerjaar. (vervangt: 2009/026)

Maak het, met hout Leerkrachtenbundel

Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming 1 september STUDIEGEBIED Bouw

TV Hout PV Praktijk hout PV/TV Stage hout 2011/551/1//D

Lesvoorbereiding: Metaal en Technologie (beroepen: lasser, elektricien,

Zie het wetenschappelijk onderzoek van onderwijswetenschappers Hattie en Marzano.

1 Draagwijdte Het leerplan Omschrijving en doelen Tips voor het gebruik van een leerplan De leermiddelen...

Lesvoorbereiding: Bouw (tegelzetter, metselaar, schilder)

Competenties van leerkrachten in scholen met een katholiek geïnspireerd opvoedingsproject

Basis Elektriciteit 1B Leerkrachtenbundel

STRUCTUUR PROJECTVOORBEREIDING

Transcriptie:

LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS Vakken: PV Praktische oefeningen bouw TV Bouw 7 lt/w 2 lt/w Beroepenveld: Bouw Onderwijsvorm: Graad: Leerjaar: B-STROOM eerste graad tweede leerjaar Leerplannummer: 2010/023 Nummer inspectie: (vervangt 2009/007) 2010/30/1//D/H (vervangt 2008 / 9 // 1 / Q / SG / 2H / I / / V/10) Pedagogische begeleidingsdienst GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap Emile Jacqmainlaan 20 1000 Brussel

B-stroom 1e graad Beroepenveld Bouw 1 INHOUD 1 Visie... 2 2 Beginsituatie... 3 3 Algemene doelstellingen... 4 4 Leerplandoelstellingen/leerinhouden/specifieke pedagogisch-didactische wenken... 5 5 Algemene pedagogisch-didactische wenken... 12 6 Minimale materiële vereisten... 16 7 Evaluatie... 18 8 Bibliografie... 20 Bijlage: Jaarplan... 21

B-stroom 1e graad Beroepenveld Bouw 2 1 VISIE Leerlingen die in de B stroom kiezen voor het beroepenveld Bouw zijn aangetrokken door de wereld van de toegepaste techniek. Naast hun affiniteit voor techniek en technologie zijn deze leerlingen vooral gemotiveerd door de mogelijkheid om zelf praktische vaardigheden te kunnen ontwikkelen. Het is van kapitaal belang om dit enthousiasme levendig te houden zodat hun verdere studiekeuze gedragen wordt door een motiverende interesse. Om dit te realiseren is een dynamische en aanschouwelijke aanpak vereist zodat de leergierigheid van deze leerlingen continu wordt aangemoedigd. De artificiële scheiding tussen theorie en praktijk werd om deze reden in dit leerplan volledig opgeheven zodat duidelijk wordt gekozen voor de geïntegreerde aanpak. Het is dan ook sterk aan te raden om de realisatie van dit leerplan toe te vertrouwen aan één leerkracht per vakdomein. Het blijvend motiveren van deze leerlingengroep is erg belangrijk en kan ondermeer door: een ruim en gevarieerd aanbod te bieden; de praktijkopdrachten aantrekkelijk en uitdagend te maken door deze af te stemmen op de leefwereld van deze jongeren; te zorgen voor een krachtige en aantrekkelijke leeromgeving.

B-stroom 1e graad Beroepenveld Bouw 3 2 BEGINSITUATIE De leerlingen kwamen in het eerste leerjaar al in contact met de technologie in het vak TV Techniek. De leerlingengroep in het tweede leerjaar blijft echter heterogeen: niet allen kwamen in het eerste leerjaar in contact met dezelfde verkenningsgebieden of contexten. Men kan wel uitgaan van een minimum aan technische en praktische kennis en vaardigheden. (ontwikkelingsdoelen of eindtermen Techniek) Bij mogelijke verschillen in de beginsituatie, wordt dit door middel van gedifferentieerde aanpak bijgewerkt.

B-stroom 1e graad Beroepenveld Bouw 4 3 ALGEMENE DOELSTELLINGEN Binnen het kader van het gedeelte Bouw, zal de leerling zeker een basiskennis opbouwen inzake theoretische begrippen, materialen, gereedschappen en praktische basistechnieken. Ook zal de leerling het fundamentele belang van een werkmethode (met inbegrip van een technische tekening) leren inzien. De leerlingen kunnen elementaire algemene vaardigheden en competenties gebruiken om eenvoudige taken en praktische activiteiten onder begeleiding uit te voeren m.b.t. bouw. Daarnaast zal de leerling een aantal basisvaardigheden verwerven. Toch mag deze keuze nog geen echt dwingend karakter hebben, in die zin dat ze weliswaar als voorbereiding mag gelden voor de tweede graad met dezelfde interessesfeer, maar niet zo gespecialiseerd mag zijn dat ze een eventuele overgang naar een andere richting in de weg zou staan en de leerling voor onoverkoombare problemen zou stellen. Vandaar ook dat gestreefd moet worden naar doelstellingen die over alle beroepenvelden in het tweede leerjaar heen overkoepelend zijn en die kaderen in een technologische mentaliteit. Deze zou de leerlingen bij een eventuele wijziging van optie moeten helpen zich zo efficiënt mogelijk in te werken in eender welke BSO-studierichting, althans bij een overgang tussen het tweede en het derde leerjaar. Vanzelfsprekend zal de inzet en de motivatie van de leerling zelf uiteindelijk de doorslag geven. De vaardigheden die de leerlingen dienen te ontwikkelen, zijn vooral van praktische aard, doch hebben ook betrekking op het verwerven van sociale vaardigheden en bieden hen de kans om eigen creativiteit te ontwikkelen en om inzicht te verwerven in de uitvoeringstechnieken. Deze overkoepelende doelstellingen liggen zowel op het niveau van de theorie als op het niveau van het handelen: respect opbrengen voor grondstoffen, materialen en gereedschappen, zin voor orde, efficiëntie, netheid en veiligheid tijdens het werk en in de voorbereiding (bijv. technische tekening), streven naar volledigheid en verfijning bij het eindproces (voor zover het op dit niveau haalbaar is). De leerkracht zal in het belang van de leerling streven naar een gezond compromis tussen algemene doelstellingen en een specifieke invulling van het gekozen beroepenveld, m.a.w. het beroepenveld moet de leerling de mogelijkheid bieden zich te bekwamen binnen de denk- en doepatronen, maar mag een eventuele interesseomschakeling (wat gezien de leeftijd van de meeste leerlingen niet denkbeeldig is) niet uitsluiten. Naast de technische vaardigheden zal ook de nodige aandacht besteed worden aan vakgerichte attitudes: Kwaliteitsbewustzijn: Verantwoordelijkheidszin: Zin voor samenwerking: Leergierigheid: Welzijnsbewustzijn: Milieubewustzijn: actief en proactief gericht zijn op kwaliteit door oog te hebben voor orde en netheid. zich ervan bewust zijn dat ordelijk en nauwkeurig werken de veiligheid voor zichzelf en de anderen verhoogt. bereid zijn om samen te werken om tot een optimaal resultaat te komen; samenhorigheid en collegialiteit hoog in het vaandel dragen. ingesteldheid om nieuwe dingen te ontdekken en nieuwe uitdagingen aan te gaan. actief en proactief gericht zijn op veiligheid, gezondheid en hygiëne. zich bewust zijn van de impact van eigen handelingen op het milieu.

B-stroom 1e graad Beroepenveld Bouw 5 4 LEERPLANDOELSTELLINGEN/LEERINHOUDEN/SPECIFIEKE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN PV PRAKTISCHE OEFENINGEN BOUW EN TV BOUW DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN 1 ruimtelijk inzicht en voorstellingsvermogen ontwikkelen zoveel mogelijk aansluitend bij de vooropgezette productrealisatie. eenvoudige bouwkundige elementen in twee- en driedimensionale voorstellingen tekenen. de voornaamste tekengereedschappen herkennen, benoemen en op een verantwoorde manier aanwenden. de drie aanzichten tekenen, vertrekkend van een perspectief tekening. de ontbrekende aanzichten aanvullen en de juiste lijnsoort toepassen. op de tekening alle vereiste uitvoeringsmaten plaatsen. 1 De techniek van technisch tekenen Voorstellingstechniek Perspectieven Aanzichten Aanvuloefeningen Tekenleesoefeningen Afleidingsoefeningen vanuit 2- en 3-D voorstellingen Isometrisch en Cavalier perspectief Europese projectiemethode Lijnsoorten (meest voorkomende en gebruik) Maataanduidingen Op schaal tekenen SPECIFIEKE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN Start met eenvoudige oefeningen o.a. balkvormen om zo de moeilijkheidsgraad te laten toenemen. Projecteer en bespreek 2D- en 3D-voorstellingen van reële voorwerpen en van uit te voeren projecten. Stel tekeningen ter beschikking welke nog moeten aangevuld worden. Laat de diverse vlakken inkleuren volgens de juiste kleurencode. Het gebruik van eenvoudige computertekeningen zal helpen om te remediëren bij 2D- en 3D-voorstellingen. Normschrift is geen leerinhoud, geef aandacht aan verzorgd handschrift. In inkt laten tekenen is niet meer wenselijk. Werk met tekeningen waarbij aanzichten en/of maten moeten aangevuld worden.

B-stroom 1e graad Beroepenveld Bouw 6 DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen 2 LEERINHOUDEN 2 Uitvoeringstechnieken en gereedschappen voor bouwconstructies constructies en projecten realiseren op basis van de uitvoeringstekening. de werkplek inrichten. de werkvolgorde toepassen, opvolgen en bijsturen. de gereedschappen herkennen en benoemen. de voornaamste onderdelen benoemen en hun functie toelichten. in functie van de toepassing het juiste controlegereedschap kiezen, herkennen en benoemen. het controlegereedschap voor het metselen nauwgezet weten te gebruiken en te onderhouden. het juiste gereedschap voor een bepaalde bewerking kiezen. het doel van een fundering op staal en de daaraan verbonden eisen in eigen woorden formuleren. een bouwlijn traceren, de lengte van de te metselen muur uitzetten en de lagen berekenen. een goede plastische mortel met de schop aanmaken. mortel scheppen, spreiden en aantrekken. metsen rekening houdend met horizontaliteit en verticaliteit, controle uitvoeren en langs de draad metselen. op basis van een uitvoeringstekening, constructies uit halfsteensen/of steensmuren in verschillende verbanden langs draad metselen. muurhoeken, kruisingen en ontmoetingen uitzetten en realiseren met behulp van een winkelhaak en de 3-4-5 methode. het muurvlak opvoegen en verschillende uitvoeringstechnieken toepassen. Metselwerkzaamheden Uitvoeringstechnieken bij het metselen Het uitzetten van de metselwerkzaamheden Bepalen van afmetingen van lint- en stootvoeg Bepalen van lagen-, koppen-, en strekkenmaat Metselen langs een draad Metselen van halfsteens- en steensmuur Maken van een rechte beëindiging, en staande tand Metselen van een staand verband, kruisverband, Vlaams verband en kettingverband Metselen van hoeken, ontmoetingen, kruisingen Meegaand voegen, uitdiepen en achteraf voegen Gelijkliggende en terugliggende voeg Uitvoeringsgereedschap voor het metselen Truweel (groot en klein), mortelschop, mortelkuip Bouwplaatsemmer, metselaarshamer, kruiwagen Kniptang, handzaag, steenbeitels, voegijzer en voegbord Meet- en controlegereedschap voor het metselen Vouwmeter, waterpas, rij, schietlood, slangenwaterpas, winkelhaak, draad en profielen, Profielhaken

B-stroom 1e graad Beroepenveld Bouw 7 DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen een eenvoudige bekisting voor een balkvormig element vervaardigen en beton storten, alsook stelselmatig ontkisten. een eenvoudig wapeningsnet vlechten en dit deskundig in de bekisting aanbrengen. beton storten, verdichten en het belang ervan toelichten. LEERINHOUDEN Bekistingstechnieken Uitvoeringstechnieken bij vervaardigen van een element in beton Maken van een bekisting Vlechten van een wapeningsnet Beton maken, gieten en verdichten Ontkisten Gereedschap voor het bekisten Klauwhamer, nijptang, koevoet, winkelhaak 250mm Bekistingshout en verbindingsmiddelen SPECIFIEKE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN De hulpmiddelen, gereedschappen en machines, bij de constructies, bepaald de leerkracht de keuze met uitleg. Bij alle oefeningen en realisaties het geheel kaderen om de leerlingen inzichtelijk te leren handelen. Bij de volgende constructies maken de leerlingen hierbij een oplijsting. Ervoor zorgen dat de inzichten bij het realiseren van constructies frequent aan bod komen. Laat de leerlingen zelf hun werkplek inrichten op basis van een gegeven plan. Met verschillende soorten baksteen werken om de leerlingen op een praktische manier het verschil te laten ervaren. Steeds met een goed uitgeschreven en verantwoorde werkmethode laten werken. Bij ieder project (brievenbus, tuinmuurtje ) steeds werken op fundering van staal. Bij ieder hulpmiddel, gereedschappen en machines een technische fiche voorzien met beschrijving, onderdelen, gebruiksaanwijzing, veiligheids- en onderhoudsrichtlijnen. Laat de leerling zelf mortel bereiden en laat hem de plasticiteit geregeld beoordelen. Het frequent laten raadplegen van deze fiches is aangewezen.

B-stroom 1e graad Beroepenveld Bouw 8 DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN 3 de vlakken van een baksteen benoemen en aanduiden. het onderscheid tussen baksteen en cellenbeton verwoorden naar eigenschappen en toepassingen. een onderscheid maken tussen volle, geperforeerde en holle baksteen. de genormaliseerde afmetingen van courant gebruikte stenen verwoorden. het verschil tussen baksteen en cellenbeton verwoorden. de behandelde bindmiddelen van elkaar onderscheiden de voornaamste eigenschappen van de behandelde bindmiddelen omschrijven, oordeelkundig opslaan en bewaren. 3 Materialen Baksteen en cellenbeton Snelbouw- en gevelsteen De vlakken van een steen en afmetingen Bindmiddelen Cement, kalk, gips de herkomst van de verschillende granulaten verwoorden. het begrip kaliber verklaren. enkele specifieke toepassingsmogelijkheden van de behandelde granulaten opsommen. samenstelling in maatdelen van een goede mortel omschrijven. manueel en met betonmolen, mortel en beton aanmaken. samenstelling in maatdelen van beton omschrijven. plasticiteit van mortel en beton op zicht beoordelen en aanpassen. enkele soorten bewapeningsstaal herkennen en benoemen. Granulaten Grind, zand, steenslag Mortel en beton Mortel, beton en gewapend beton Volume verhoudingen en plasticiteit SPECIFIEKE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN Door het werken met verschillende soorten baksteen, ervaren de leerlingen de verschillen op een praktische manier. Door het werken met kalk kan men de stenen recupereren, doch de beperktheid van dit middel toelichten. Leerlingen zelf mortel laten bereiden, manueel en met de betonmolen en de plasticiteit laten beoordelen. Wijzen op de noodzakelijke vochtigheid en verharding.

B-stroom 1e graad Beroepenveld Bouw 9 DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN 4 de begrippen stapelbouw, prefabbouw, skeletbouw omschrijven de vlakken van een baksteen en de soorten benoemen. de begrippen halve steen en drieklezoor omschrijven. de genormaliseerde afmetingen van de meest gebruikte soort stenen kennen. lintvoeg en stootvoeg bij metselwerk aanwijzen. metselprofielen in lood zetten en referentiepeil overzetten, met slangenwaterpas en lagenmaat afschrijven. de verschillende soorten verbanden uitleggen of stapelen om de verschillende technieken te ervaren. de meet- en controlegereedschappen vakkundig gebruiken en hun functie toelichten. hoeken, kruisingen en ontmoetingen met het gebruik van de winkelhaak en de 3-4-5 methode uitzetten. 4 Terminologie en algemene begrippen Stapelbouw, prefabbouw, skeletbouw Begrippen; baksteen, onderverdeling, lagen en Voegen, muurdikte, koppen- en lagenmaat Plaatsen van profielen Peilmerktekens Uitzetten van metsel werkzaamheden Halfsteensverband, kruisverband, staand verband en Vlaams verband Hoeken, ontmoetingen en kruisingen. Controle techniek; horizontaliteit en verticaliteit Toepassingstechniek van haakse hoeken, ontmoetingen en kruisingen SPECIFIEKE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN De leerlingen steeds zelf de profielen verticaal laten stellen bij het metselen. Ter beschikking stellen van gezaagde stenen zal de vlotheid van het werken bevorderen, laat hen occasioneel een steen doorhakken. Aandacht besteden aan de gemaakte fouten, in groep bespreken en corrigeren, o.a. bij het overbrengen van de pas zo ook bij het afschrijven van de lagenmaat op een lagenlat.

B-stroom 1e graad Beroepenveld Bouw 10 DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN 5 de courante prijzen van de gebruikte materialen opzoeken. bij een constructie de gebruikte materiaalhoeveelheden bepalen. de uitvoeringstijden optekenen. de materiaalkostprijs berekenen. de kostprijs van de gepresteerde uurlonen berekenen. 5 Materiaalkostprijs en lonen Eenheidsprijs van de materialen Hoeveelheid van de gebruikte materialen Noteren van de uitvoeringstijd Gebruikte uurlonen SPECIFIEKE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN De leerlingen geleidelijk kennis laten maken met de elementen welke de kostprijs bepalen. Stel eenheidsprijzen ter beschikking en laat hen geleidelijk opzoeken in catalogi. Maak een aantal varianten van constructies op voor kostprijsberekeningen. Gebruik een elektronisch rekenblad als hulpmiddel voor de berekeningen.

B-stroom 1e graad Beroepenveld Bouw 11 DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen 6 de algemene richtlijnen inzake Welzijn, veiligheid, hygiëne, milieu in ieder project integreren en naleven. het werkplaatsreglement kennen en naleven. gebods- en verbodstekens in functie van de werkzaamheden kennen en naleven. PBM s en CBM s kennen en richtlijnen naleven. goede werkhouding aannemen bij tillen en dragen van lasten. veilig omgaan met gereedschappen en machines. afval sorteren en opslaan volgens de richtlijnen. veilig met machines en gereedschappen werken. LEERINHOUDEN 6 Welzijn: veiligheid, hygiëne, milieurichtlijnen en attitude. Werkplaatsreglement Gebods- en verbodstekens PBM Werkhouding Tillen en dragen van lasten Hygiëne en milieuvoorschriften SPECIFIEKE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN Breng permanent de preventieve maatregelen onder de aandacht i.v.m. veiligheid, werkhouding, organisatie werkplek, stapelen van producten. Bij alle activiteiten steeds de aspecten; veiligheid, hygiëne en milieu betrekken. Gebods- en verbodstekens die op de werksituatie betrekking hebben aan bod laten komen. Verwijs regelmatig naar het werkplaatsreglement. Alle leerplandoelstellingen verwijzen ook naar vakoverschrijdende doelstellingen.

B-stroom 1e graad Beroepenveld Bouw 12 5 ALGEMENE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN 5.1 ALGEMENE AANDACHTSPUNTEN De geïntegreerde en projectmatige aanpak zal worden aangewend waarbij de formele scheiding tussen theorie en praktijk komt te vervallen. Er wordt steeds uitgegaan van 25 effectieve lesweken per schooljaar. Overblijvende weken kunnen worden besteed aan een verder uitdiepen van de leerstof of voor uitbreidingen. Ook nieuwe ontwikkelingen kunnen hier eventueel aan bod komen. De voorkeur gaat uit naar een projectmatige benadering waarbij de leerkracht aan de hand van één of meerdere projecten de te behandelen leerinhouden afwerkt en de te realiseren leerdoelen realiseert. Behandel de verschillende onderdelen dus niet noodzakelijk als afzonderlijke delen maar behandel de verschillende onderwerpen ad hoc. Pedagogisch is het niet verantwoord om de leerlingen tijdens de les de leerstof te laten noteren. Om tijdverlies te vermijden, worden de projecten volledig uitgewerkt met tekening, werkmethode, gereedschappen, machines, documentatie en evaluatiedocument, aan de leerlingen gegeven en besproken. Hierbij kan ondersteunend, mogelijks een goed handboek expliciet worden aanbevolen. Het leerplan is opgevat als een open leerplan, waarbij alle doelstellingen dienen gerealiseerd en kennis, vaardigheden en attitudes steeds in ieder project geïntegreerd aan bod komt. 5.2 JAARPLAN Van elke leraar wordt verwacht dat zij/hij in het begin van het schooljaar een jaarplanning maakt. Die planning kan gemaakt worden volgens het bijgevoegd model (zie bijlage). Eenvormigheid is een noodzaak voor de verschillende collega s binnen eenzelfde vakgroep. De volgorde van de leerstofonderdelen is niet bindend. Indien er afgeweken wordt, zal dit in overleg tussen de verschillende collega's gebeuren en zullen indien nodig de andere jaarplannen eveneens aangepast worden. Steeds zal erover gewaakt worden dat de noodzakelijke voorkennis aanwezig is. De verschillende jaarplannen zullen zodanig gemaakt worden dat er - waar mogelijk - per week een coördinatie is tussen de verschillende vakken. Overleg tussen de verschillende leraars is dus onontbeerlijk. Tijdens het schooljaar zullen de vorderingen door de verschillende collega's samen regelmatig geëvalueerd worden met het doel de verschillende jaarplannen eventueel bij te sturen. 5.3 VOET 5.3.1 Wat en waarom? Vakoverschrijdende eindtermen 1 (VOET) zijn minimumdoelen die, in tegenstelling tot de vakgebonden eindtermen, niet specifiek behoren tot een vakgebied, maar door meerdere vakken en/of vakoverschrijdende onderwijsprojecten worden nagestreefd. De VOET geven scholen de opdracht om jongeren te vormen tot de actieve burgers van morgen! Zij moeten jongeren in staat stellen om die sleutelcompetenties te verwerven die een zinvolle bijdrage leveren aan het uitbouwen van een persoonlijk leven en aan de opbouw van de samenleving. Het ordeningskader van de VOET bestaat uit een samenhangend geheel dat deels globaal en deels per graad geformuleerd wordt. Globaal: een gemeenschappelijke stam met 27 sleutelvaardigheden Deze gemeenschappelijke stam is een opsomming van vrij algemeen geformuleerde eindtermen, los van elke context. Ze zijn toepasbaar in alle opvoedings- en onderwijsactiviteiten van de school. Ze kunnen, afhankelijk van de keuze van de school, in samenhang met alle andere vakgebonden of vakoverschrijdende eindtermen worden toegepast; 1 In de eerste graad B-stroom spreekt men over vakoverschrijdende ontwikkelingsdoelen (VOOD). Aangezien zowel VOET als VOOD na te streven zijn, beperken we ons in de tekst tot de term VOET, waarbij we zowel naar het begrip vakoverschrijdende eindtermen als vakoverschrijdende ontwikkelingsdoelen verwijzen.

B-stroom 1e graad Beroepenveld Bouw 13 zeven maatschappelijk relevante toepassingsgebieden of contexten: Per graad: leren leren, lichamelijke gezondheid en veiligheid, mentale gezondheid, ICT in de eerste graad, sociorelationele ontwikkeling, omgeving en duurzame ontwikkeling, politiek-juridische samenleving, socio-economische samenleving, socioculturele samenleving. technisch-technologische vorming in de tweede en derde graad ASO. 5.3.2 Een zaak van het hele team De VOET vormen een belangrijk onderdeel van de basisvorming van de leerlingen in het secundair onderwijs. Om een brede en harmonische basisvorming te waarborgen moeten de eindtermen van de gemeenschappelijke stam, contexten, leren leren, ICT en technisch-technologische vorming in hun samenhang behandeld worden. Het is de taak van het team om - vanuit een visie en een planning - vakgebonden en vakoverschrijdende eindtermen te combineren tot zinvolle gehelen voor de leerlingen. Door de globale formulering krijgen scholen meer autonomie bij het werken aan de vakoverschrijdende eindtermen, waardoor de school meer mogelijkheden krijgt om het eigen pedagogisch project vorm te geven. Het team zal keuzes en afspraken moeten maken over de VOET. De globale formulering over de graden heen betekent niet dat alle eindtermen in alle graden moeten aan bod komen, dit zou een onbedoelde verzwaring van de inspanningsverplichting tot gevolg hebben. Bij het maken van de keuzes wordt verwacht dat elke graad in elke school een redelijke inspanning doet ten opzichte van het geheel van de VOET, rekening houdend met wat in de andere graden aan bod komt. Doordat de VOET niet louter graadgebonden zijn, krijgt de school/scholengemeenschap de mogelijkheid om een leerlijn over de graden heen uit te werken. 5.4 HET OPEN LEERCENTRUM EN DE ICT-INTEGRATIE Het gebruik van het open leercentrum (OLC) en de ICT-integratie past in de totale visie van de school op leren en op het werken aan de leervaardigheden van de leerlingen. De inzet en het gebruik van ICT en van het OLC zijn geen doel op zich maar een middel om het onderwijsleerproces te ondersteunen. Door de snelle evolutie van de informatietechnologie volgen nieuwe ontwikkelingen in de maatschappij elkaar in hoog tempo op. Kennis en inzichten worden voortdurend verruimd. Er komt een enorme hoeveelheid informatie op ons af. De school zal de leerlingen moeten leren hier zinvol en veilig mee om te gaan. Zelfstandig kunnen werken, in staat zijn eigen initiatieven te ontplooien en over het vermogen beschikken om nieuwe ideeën en oplossingen in samenwerking met anderen te ontwikkelen, zijn essentieel. Voor het onderwijs betekent dit een ingrijpende verschuiving: minder aandacht voor de passieve kennisoverdracht en meer aandacht voor de actieve kennisconstructie binnen de unieke ontwikkeling van elke leerling. Die benadering nodigt leraren en leerlingen uit om voortdurend met elkaar in dialoog te treden, omdat je de ander nodig hebt om te kunnen leren. Het traditionele beeld van onderwijs zal steeds meer verdwijnen en veranderen in een dynamische leeromgeving waar leerlingen in eigen tempo en in wisselende groepen onderwijs zullen volgen. Dergelijke leerprocessen worden bevorderd door gebruik te maken van het OLC en van ICT-integratie als onderdeel van deze rijke gedifferentieerde leeromgeving. 5.4.1 Het open leercentrum als krachtige leeromgeving Een open leercentrum (OLC) is een ruimte waar leerlingen, individueel of in groep, zelfstandig, op hun eigen tempo en op hun eigen niveau kunnen leren, werken en oefenen.

B-stroom 1e graad Beroepenveld Bouw 14 Om een krachtige leeromgeving te zijn, is een open leercentrum uitgerust met voldoende didactische hulpmiddelen, ter beschikking van leerlingen op lesmomenten en daarbuiten, uitgerust in functie van leeractiviteiten met pedagogische ondersteuning. In ideale omstandigheden zou de ganse school een open leercentrum kunnen zijn. In werkelijkheid kan in een school echter niet op elke plaats en op elk moment een dergelijke leeromgeving gewaarborgd worden. Daarom kiezen scholen ervoor om een aparte ruimte als OLC in te richten om zo de leemtes in te vullen. Voor de meeste leeractiviteiten volstaat een klaslokaal of informaticalokaal. Wanneer is het echter nuttig om over een OLC te beschikken? Bij een gedifferentieerde aanpak waarbij verschillende leerlingen bezig zijn met verschillende leeractiviteiten, kan het klaslokaal op vlak van zowel ruimte als middelen niet meer als enige leeromgeving voldoen. Dit is zeker het geval bij begeleid zelfstandig leren, vakoverschrijdend leren, projectmatig werken... Vermits leerlingen bij deze leeractiviteiten een zekere vrijheid krijgen in het plannen, organiseren en realiseren van het leren, is de beschikbaarheid van extra ruimte en middelen soms noodzakelijk. Het leren van leerlingen beperkt zich niet tot de eigenlijke lestijden. Voor sommige opdrachten moeten zij beschikken over aangepaste leermiddelen buiten de eigenlijke lestijden. Niet iedereen heeft daar thuis de mogelijkheden voor. In functie van gelijke onderwijskansen, lijkt het zinvol dat een school ook momenten buiten de lessen voorziet waarop leerlingen van een OLC gebruik kunnen maken. Om hieraan te voldoen, beschikt een OLC minimaal over volgende materiële mogelijkheden: ruim lokaal met een uitnodigende inrichting die een flexibele opstelling toelaat (bijv. eilandjes om in groep te werken); ICT: computers met internetverbinding, printmogelijkheid, oortjes, microfoons digitaal leerplatform waar alle leerlingen toegang toe hebben; materiaal waarvan de vakgroepen beslissen dat het moet aanwezig zijn om de leerlingen zelfstandig te laten werken/leren (software, papieren dragers ) en dat bewaard wordt in een openkastsysteem; kranten en tijdschriften (digitaal of op papier). In het ideale geval is er nog een bijkomende ruimte beschikbaar (liefst ook met ICT-mogelijkheden) die zowel kan gebruikt worden als stille ruimte of juist omgekeerd om bijvoorbeeld leerlingen presentaties te laten oefenen (de grote ruimte is in dat geval de stille ruimte) of voor groepswerk (discussiemogelijkheid). Op organisatorisch vlak is het van belang dat met het volgende rekening wordt gehouden: het OLC wordt bij voorkeur gebruikt voor werkvormen en activiteiten die niet in het vaklokaal kunnen gerealiseerd worden; het is belangrijk dat bij een leeractiviteit begeleiding voorzien wordt. Deze begeleiding kan zowel gebeuren door de actieve aanwezigheid van een leraar als ook van op afstand door middel van gerichte opdrachten, stappenplannen, studietips ; het OLC is toegankelijk buiten de lesuren (bijv. tijdens de middagpauze, een bepaalde periode voor en/of na de lesuren). Voor het welslagen is het aan te bevelen dat een OLC-beheerder aangesteld wordt. Deze beheerder zorgt o.a. voor inchecken, bewaren van orde, beheer van het materiaal en praktische organisatie en wordt bijgestaan door een ICT-coördinator voor de technische aspecten. Door het specifieke karakter van het OLC is deze ruimte bij uitstek geschikt voor de realisatie van de ICTintegratie binnen de vakken maar deze integratie mag zich niet enkel tot het OLC beperken. 5.4.2 ICT-integratie als middel voor kwaliteitsverbetering Onder ICT-integratie verstaan we het gebruik van informatie- en communicatietechnologie ter ondersteuning van het leren.

B-stroom 1e graad Beroepenveld Bouw 15 ICT-integratie kan op volgende manieren gebeuren: Zelfstandig oefenen in een leeromgeving Nadat leerlingen nieuwe leerinhouden verworven hebben, is het van belang dat ze voldoende mogelijkheden krijgen om te oefenen bijvoorbeeld d.m.v. specifieke pakketten. De meerwaarde van deze vorm van ICT-integratie kan bestaan uit: variatie in oefenvormen, differentiatie op het vlak van tempo en niveau, geïndividualiseerde feedback, mogelijkheden tot zelfevaluatie. Zelfstandig leren in een leeromgeving Een mogelijke toepassing is nieuwe leerinhouden verwerven en verwerken, waarbij de leerkracht optreedt als coach van het leerproces (bijvoorbeeld in het open leercentrum). Een elektronische leeromgeving (ELO) biedt hiertoe een krachtige ondersteuning. Creatief vormgeven Leerlingen worden uitgedaagd om creatief om te gaan met beelden, woorden en geluid. De leerlingen kunnen gebruik maken van de mogelijkheden die o.a. allerlei tekst-, beeld- en tekenprogramma s bieden. Opzoeken, verwerken en bewaren van informatie Voor het opzoeken van informatie kunnen leerlingen gebruik maken van o.a. cd-roms, een ELO en het internet. Verwerken van informatie houdt in dat de leerlingen kritisch uitmaken wat interessant is in het kader van hun opdracht en deze informatie gebruiken om hun opdracht uit te voeren. De leerlingen kunnen de relevante informatie ordenen, weergeven en bewaren in een aangepaste vorm. Voorstellen van informatie aan anderen Leerlingen kunnen informatie aan anderen meedelen of tonen met behulp van ICT-ondersteuning met tekst, beeld en/of geluid onder de vorm van bijvoorbeeld een presentatie, een website, een folder Veilig, verantwoord en doelmatig communiceren Communiceren van informatie betekent dat leerlingen informatie kunnen opvragen of verstrekken aan derden. Dit kan via e-mail, internetfora, ELO, chat, blog Adequaat kiezen, reflecteren en bijsturen De leerlingen ontwikkelen competenties om bij elk probleem verantwoorde keuzes te maken uit een scala van programma s, applicaties of instrumenten, al dan niet elektronisch. Daarom is het belangrijk dat zij ontdekken dat er meerdere valabele middelen zijn om hun opdracht uit te voeren. Door te reflecteren over de gebruikte middelen en door de bekomen resultaten te vergelijken, maken de leerlingen kennis met de verschillende eigenschappen en voor- en nadelen van de aangewende middelen (programma s, applicaties ). Op basis hiervan kunnen ze hun keuzes bijsturen.

B-stroom 1e graad Beroepenveld Bouw 16 6 MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN 1 6.1 ALGEMEEN Vaste beamer + projectiescherm PC + printer Overheadprojector CAD software Technologielokaal, palend aan de werkplaats 6.2 SPECIFIEK VOOR BOUW Vakbibliotheek Mengmachine (betonmolen) Steenzaagmachine Betonstaalschaar Cirkelzaagmachine Zandzeef Bakstenen (diverse soorten) Blokken in cellenbeton Zand (grof en fijn) Steenslag Cement Kalk Betonstaal Bekistingshout Meters Potloden Winkelhaak Schop Kruiwagen Mortelkuip Zagen voor hout Rubberen emmers Flesjeswaterpas 1 Inzake veiligheid is de volgende wetgeving van toepassing: - Codex - ARAB - AREI - Vlarem. Deze wetgeving bevat de technische voorschriften die in acht moeten genomen worden m.b.t.: - de uitrusting en inrichting van de lokalen; - de aankoop en het gebruik van toestellen, materiaal en materieel. Zij schrijven voor dat: - duidelijke Nederlandstalige handleidingen en een technisch dossier aanwezig moeten zijn; - alle gebruikers de werkinstructies en onderhoudsvoorschriften dienen te kennen en correct kunnen toepassen; - de collectieve veiligheidsvoorschriften nooit mogen gemanipuleerd worden; - de persoonlijke beschermingsmiddelen aanwezig moeten zijn en gedragen worden, daar waar de wetgeving het vereist.

B-stroom 1e graad Beroepenveld Bouw 17 Schietlood Smetkoord Trektang Koevoet met gebogen klauw Metsershamer Truweel groot en klein Waterpas Voeger voor lint- en stootvoegen Voegbord Metselaarsregel Profielen Individuele uitrusting per leerling Werkkledij Persoonlijke beschermingsmiddelen

B-stroom 1e graad Beroepenveld Bouw 18 7 EVALUATIE 7.1 DOELSTELLING Evaluatie wordt beschouwd als de waardering van het werk waarmee leraar en leerlingen samen bezig zijn. Het is de bedoeling dat zowel de leraar als de leerling informatie krijgen over het bereiken van de doelstellingen en over het leerproces. Daarenboven is evaluatie de evaluatie- en rapporteringspraktijk een belangrijke pijler binnen de kwaliteitszorg van de school en als dusdanig spoort de evaluatie met de schoolvisie op leren. Omdat evaluatie naar de leerlingen toe eenvormigheid moet vertonen over de vakken en de leerjaren heen, is het logisch dat: de school hierover haar visie ontwikkelt; de betrokken leerkrachten deze visie concretiseren voor hun vak in de vakgroepwerking. De leerling en zijn ouders vinden in de rapportering (score, commentaar, remediëring) bruikbare informatie over de doelmatigheid van de gevolgde studiemethode. 7.2 EVALUEREN 7.2.1 Proces- en productevaluatie Procesevaluatie Dit luik van evaluatie heeft tot doel de leerling en zijn ouders tussentijds in te lichten over de vorderingen in de realisatie van de kennis- en vaardigheidsdoelen van het vak, de vakgebonden attitudes en leerattitudes om op basis hiervan het leertraject bij te sturen. In deze evaluatie staat het leerproces dat de leerlingen doorlopen dus centraal. De evaluatie moet aan de leerkracht de nodige feedback geven over zijn gehanteerde aanpak. De leerkracht beschikt daarvoor over de volgende middelen: observatie in de klas, reflectiegesprekken, zelf-, peer-, co-evaluatie, oefeningen en opdrachten die in de klas worden uitgevoerd, individueel of in groep, mondelinge en schriftelijke overhoringen, huistaken, Het opvolgen van de attitudes hoort ook onder dit aspect van de evaluatie. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen vak- en leerattitudes. De vakgebonden attitudes staan expliciet in de leerplannen vermeld. De leerattitudes worden op schoolniveau bepaald en vormen de randvoorwaarden om te leren. Attitudes kunnen nauwelijks in cijfers worden uitgedrukt. Er kan best gewerkt worden met rubrieken (SAM-schalen) die de attitudes omzetten in waarneembaar gedrag. Bij de weging wordt dan niet zozeer het gedrag dan wel de evolutie in rekening gebracht. Productevaluatie Producten, zoals herhalingstoetsen en examens, gaan na in welke mate de leerling de doelstellingen van het vak beheerst. De verschillende vaardigheden en de onderliggende kenniselementen komen aan bod. De attitudes komen niet aan bod bij de productevaluatie. 7.2.2 Permanente evaluatie Bij permanente evaluatie ligt de nadruk op procesevaluatie. Deze evaluatie wordt voornamelijk gebruikt om het leerproces van de leerling en het aanleerproces van de leraar bij te sturen. Door op deze manier te evalueren, krijgen de leerwinst en het zelfbeeld van de leerling meer aandacht op een positieve manier. Vermist voor de vakken uit de basisvorming de leerplandoelstellingen gebaseerd zijn op ontwikkelingsdoelen, zijn de doelstellingen na te streven en niet te realiseren bij alle leerlingen. Vanuit deze optiek is het aangewezen dat de productevaluatie niet van doorslaggevend belang is bij de eindbeoordeling. Kiezen voor een brede en permanente evaluatie sluit dan ook goed aan bij de heterogeniteit van de doelgroep in de B-stroom. Toch kan er in bepaalde vakken voor gekozen worden om af en toe ook grotere leerstofdelen te toetsen en de leerlingen zo voor te bereiden op het onder de knie krijgen van ruimere leerstofgehelen.

B-stroom 1e graad Beroepenveld Bouw 19 7.3 RAPPORTERING De geregelde rapportering heeft tot doel de leerling en zijn ouders tussentijds in te lichten over de vordering in het realiseren van de doelstellingen. De rapportering moet ook aandacht schenken aan remediëren. De school bepaalt de vorm en de frequentie van rapporteren.

B-stroom 1e graad Beroepenveld Bouw 20 8 BIBLIOGRAFIE OTT, M., Leren metselen; gereedschappen, materialen, realisatietechnieken, Uitgeverij De Sikkel Polyvalente cursus beroepspraktijk Constructie-Ruwbouw, FVB. Reeks Bouwtechnologie ; Bouwmaterialen, Bouwmaterieel, Bouwmethodes, FVB. SCHOUTTEN, A., AKKERMAN, B., RUSCH, H., THIEME, Bouwen op niveau Basisvaardigheden in praktijk. VAN ROSSUM, A.,VAN VULPEN KEMPERMAN, Vak tekenen voor de metselaar. Nuttige websites: http://www.ti.kviv.be http://www.hout.be http://www.debouw.be http://www.wood-line.de http://www.uitgeverijdeboeck.be http://www.woltersplantyn.be http://www.standaardboekhandel.be http://www.pelckmans.be http://www.vanin.be http://www.prevent.be http;//www.prebes.be

B-stroom 1e graad Beroepenveld Bouw 21 BIJLAGE: JAARPLAN Jaarplan Optie:... Leerkracht:... Vorderingsplan Onderwijsvorm:... Graad:... Jaar:... Schooljaar: /.. Vak:... Handboek/cursus:... Leerplannummer:... Lestijden/week:... JAARPLAN VORDERINGSPLAN Week nummer Nr. in leerplan Leerinhouden en te realiseren leerplandoelstellingen Gegeven op (datum) Opmerkingen