Meerjarenbegroting 2015-2018 van de Stichting SPOOR



Vergelijkbare documenten
Meerjarenbegroting van Stichting OPSO

Toelichting bij de begroting 2015 Stopoz Hierbij biedt het bestuur van Stopoz u de toelichtingsbrief en de begroting 2015 aan.

Verkort jaarverslag 2013 Jaarrekening 2013

Inleiding. Begrippenkader

1. Inleiding. Het gaat daarbij om de volgende wijzigingen:

Werkveld Datum Instemming/Advies GMR Vastgesteld CvB

Overstijgende doelen

Stichting voor Openbaar Primair Onderwijs Capelle aan den IJssel en Krimpen aan den IJssel

Profiel- en situatieschets

Schoolondersteuningsprofiel. 10GE00 Bs De Vier Heemskinderen

Kadernotitie professionalisering

CAO PO Bestuursakkoord PO. Onderhandelaarsakkoord 2 juli 2014 Looptijd: 1 juli juli Vastgesteld 10 juli 2014

Basisschool Koningin Juliana

OVERZICHT RESULTATEN EN AANDACHTSPUNTEN TUSSENEVALUATIE BUITENSTE BINNEN SAMENVATTING. 1 Tussenevaluatie Buitenste Binnen

Jaarplan Sint Jozefschool Moordrecht

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

Mobiliteitsbeleid VCBO Kollumerland

Schoolplan van RKBS De Hoeksteen

Acties korte termijn (2014) Acties korte termijn (eerste helft 2015) Acties voor de langere termijn ( )

Deze bijeenkomst is geen uitleg over de achtergronden van de CAO. Deze bijeenkomst geeft geen mening over de inhoud van de CAO

SCHOLINGSBELEID PANTA RHEI

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL SCHOOLJAAR OBS De Kameleon

Jaarplan OBS Het Spectrum. Jaarplan OBS Het Spectrum

Eerst kiezen, dan delen. Financieel management in het PO en de rol van de (G)MR

De Akkers. Kwaliteitsonderzoek. vroegschoolse educatie

Raadsstuk. Onderwerp: Meerjarenbegroting 2014/ /2019 Stichting Dunamare Onderwijsgroep Reg.nummer: 2015/170311

Schoolondersteuningsprofiel. 11BF00 De Mienskip

Het IKC in Linne is bedoeld voor Basisschool Triangel en Kinderopvang Echt- Susteren en Maasgouw.

Financiële consequenties akkoorden: duidelijkheid voor bekostiging 2014/2015

C.E.M.M. Rovers Medeparaaf. Behandeld door

Samenvatting eindvoorstel CAO PO

Memorie van antwoord passend onderwijs

VERSLAG van de 149e vergadering van de GMR

Schoolondersteuningsprofiel

Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van het Programma en Overzicht voorzieningen huisvesting onderwijs Nummer: 3d.

Schoolondersteuningsprofiel

HERIJKEN & DOORSTARTEN. Houtskoolschets bestuurlijke inrichting en organisatie Samenwerkingsverband PO PassendWijs

Richtlijn inschaling zij-instromers

Onderzoeksnummer : Datum schoolbezoek : 27 maart 2012 Rapport vastgesteld te Zoetermeer op 25 april 2012.

Agendanummer: Registratienummer: Onderwerp: Maatschappelijk beleidskader. Purmerend, 27 oktober Aan de gemeenteraad van Purmerend,

Evenredige verdeling man / vrouw bij het Veenplaspersoneel

Raadsvergadering : 22 april 2013 Agendanr. 15

11 september Onderhandelingsakkoord CAO-PO tot en met

GMR mei Inleiding

Procedure uitvoering mobiliteit. April 2017

Kaderbrief 2019 concept versie 18 oktober 2018

4. Zelf ervaren te werken met het schooljaarplan 5. Vragen en mogelijkheden de producten in te kijken

Jaarplan Kindcentrum De Troubadour. Missie. Visie

Onderwijskundig jaarverslag

Profielschets bestuurder. SWV PO en SWV VO Zoetermeer

Schoolondersteuningsprofiel. 04TL00 Chr Basissch It Twaspan

Voorstel Beschikbaar stellen van een krediet van ,-- ten behoeve van een eenmalige bijdrage in de aanloopkosten van de ICT samenwerking.

Duurzame inzetbaarheid, opvolger van de BAPO

Werkveld: personeel Datum: januari 2013 Instemming/Advies GMR: Vastgesteld Bestuur: Mobiliteitsbeleid VCBO Kollumerland

3.12 Notitie Vervangingspool

Bestuursformatieplan VCO Midden- en Midden- en Oost-Groningen BESTUURSFORMATIEPLAN. VCO Midden- en Midden- en Oost- Groningen

MOBILITEITSPLAN Stichting Openbaar Primair Onderwijs Zuid-Kennemerland

Schoolbudget voor Ontwikkeling en Ondersteuning: bestedingsvoorbeelden

Voorstel raad en raadsbesluit

Jaarverslag DE DELTA

REGELING WERVING EN SELECTIE VAN PERSONEEL IN HET PRIMAIR EN SPECIAAL ONDERWIJS

Kennisgroep financiën.

Verbeterplan OBS De Winde

Strategisch BeleidsPlan en nu verder

FUNCTIEPROFIEL. Clusterdirecteur. Basisschool De Drijfveer en Christoffel Waalre. Veldhoven, 4 april 2013.

Gespreksleidraad CAO-regelingen 2015

Jaarplan De Berkel

Organisatie: Samenwerkingsverband Stichting Samenwerkingsverband RiBA ( Ridderkerk, Barendrecht, Albrandswaard)

Overgangsprotocollen Van groep 1 naar groep 2 en van groep 2 naar groep 3

Jaarplan Nijkerklaan BA Den Haag Tel:

Bevordering naar LB-schaal. Stichting Eem-Vallei Educatief

Functiebeschrijving Manager Kwaliteitsbeleid

Functie Unitleider Salarisschaal Werkterrein Activiteiten Context

Aan de bestuursleden van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Zuid- Kennemerland

Raadsstuk. Onderwerp Instandhouding openbaar primair onderwijs 2018

Kaderbrief 2018 versie 12 april 2018

SOPOH. Bijgestelde. Begroting Voor ieder kind het beste bereiken, met passie, plezier en professionaliteit. Begroting 2015.

Vragen en antwoorden over de eventuele bestuurlijke fusie tussen Sirius en Bijzonderwijs

Omgaan met het lerarentekort Aanpak BMS Friesland

VOORSTEL AAN DE RAAD: Raadsvergadering d.d. 28 mei 2019 NR.: RI

Strategische Personeelsplanning. Basisdocument

School- en functieprofiel. Directeur. Obs De Twee Wieken

Functieprofiel: Manager Functiecode: 0202

Ondersteuningsplan

Akkoord bereikt over CAO PO 2013 met technische aanpassingen

Schoolondersteuningsprofiel. 14QN00 IBS De Twamester

Bespreking nieuwe CAO PO

Functiebeschrijving Manager Personeelsbeleid

Mobiliteitscentrum/flexpool BDOF Wenkend perspectief

Schoolondersteuningsprofiel. Sjaloom

Voorstel aan : de gemeenteraad van 28 juni 2004 Behandeling in : commissie Samenlevingszaken en Middelen van 15 juni 2004

Nieuwsbrief CAO-PO September 2014 Opgesteld door Geeke Wolters en Frans Thomassen

Profielschets. schooldirecteur cbs De Schatkaart

O2A5 Managementrapportage t.b.v. de vergadering van Raad van Toezicht Periode 31 mei september 2018

Ondersteuningstoewijzing gaat over de wijze waarop leerlingen die extra ondersteuning behoeven die ondersteuning kunnen ontvangen.

STRATEGISCH PERSONEELSPLAN 1/14

Raadsvergadering : 13 december 2010 Agendanr. 13. : jaarverslag en jaarrekening 2009 Scholengroep OPRON

N. (Nienke) Daniels Senior adviseur, VBS Helpdesk. VBS, september VBS Verbindend voor diversiteit in onderwijs 1

Datum Betreft Bestuursakkoord PO-Raad-OCW Geacht schoolbestuur,

Transcriptie:

Meerjarenbegroting 2015-2018 van de Stichting SPOOR Vastgestelde versie 3, d.d. 5 januari 2015 1

Inhoudsopgave Meerjarenbegroting 2015-2018 SPOOR Inleiding 4 De Nederlandse burger in de wereld van 2030?! Het Koersdocument: Samen sterker voor het beste onderwijs De opstelling van de meerjarenbegroting 2015-2018 Bestuur en organisatie 8 Versterking bestuurlijke samenwerking OPSO SPOOR Vernieuwing personele invulling Bestuur en Toezicht Onderwijs Organisatie Eenheden Herinrichting van het Servicebureau Verbinden en netwerken Op weg naar het beste onderwijs 10 Passend Onderwijs Deskundigheidsbevordering: leren door samenwerken Excellentie Opbrengstgericht werken ICT: digitale ondersteuning op school en in de organisatie Ontwikkeling diversiteit in onderwijsinhoudelijke profielen Opnieuw agenderen doorgaande leerlijn met voor- en naschoolse opvang Kwalitatief en kwantitatief personeelsbeleid 16 Op al onze scholen werken vakbekwame, actieve en geïnspireerde medewerkers Medewerkers zijn eigenaar van hun eigen ontwikkeling Ontwikkeling nieuwe managementstructuren Mobiliteit Opvang eigen risico s als werkgever 2

Elke school onder dak 21 Programma van eisen voor de school van de toekomst Huisvestingsbeleidsplan Het afstoten van lokalen en delen van scholen Binnen en Buiten Onderhoud (Ver- )Nieuwbouw projecten Vrienden van.. Communicatie 24 Financieel beleid en Bedrijfsvoering 25 De inrichting van de meerjarenbegroting Directeuren vullen het eigenaarschap van hun schoolexploitatie in binnen de kaders van de totale begroting Aansluiting financiële en personele systemen Inkoopbeleid en contractenbeheer Documentenstructuur, archivering en Alternatieve geld, goederen en dienstenbronnen De financiële meerjarenbegroting 2015-2018 27 Financiële uitgangspunten voor de meerjarenbegroting 2015-2018 Exploitatie 2015 en de meerjarenraming 2015-2018 De meerjarenbegroting 2015-2018 Bovenschoolse begroting Samenwerking OPSO en SPOOR De Risico inventarisatie 3

Inleiding In en om onderwijs zijn er altijd ideeën hoe het anders en beter kan. De vraag van staatsecretaris Dekker naar nieuwe ideeën voor de ontwikkeling van de toekomstige basisschool aan 16 miljoen Nederlanders is daar een voorbeeld van. Op zich een goede vraag ware het niet dat diezelfde staatsecretaris van de zomer een bestuursakkoord met de PO-raad en daarmee met onze besturen heeft gesloten. In dit Bestuursakkoord ontbreekt het zeker niet aan goede ideeën. Talentontwikkeling, duurzame onderwijsverbetering, doorgaande ontwikkelingslijnen en teamgerichte professionalisering zijn de bouwstenen voor de school van 2020. De nieuwe Cao-PO 2014 biedt een voorzichtig begin voor een eigen personeelsbeleid voor besturen, waarin wij ons als SPOOR kunnen onderscheiden. Leerkrachten hebben meer eigen verantwoordelijkheid voor hun beroepsmatige ontwikkeling en de kwaliteit die zij bieden. Schooldirecties en besturen gaan meer (zelf)evaluatiemiddelen inzetten om die professionaliteit te monitoren. De invoering van functieprofielen voor directeuren en de verschillende niveaus van vakbekwaamheid van leerkrachten ondersteunen deze beweging. Daarnaast wordt een veertigurige werkweek met ingang van het komend schooljaar ingevoerd. 1.De Nederlandse burger in de wijreld van 2030?! Kinderen van nu zijn de volwassenen van 2030. De maatschappelijke verwachting is dat wij in de toekomst vooral behoefte hebben aan creatieve en zelfstandige mensen. Mensen, die weten waar ze kennis en kunde kunnen verwerven door succesvolle netwerkers te zijn. Ze weten hoe zij zichzelf op de kaart kunnen zetten via bijvoorbeeld (sociale) media. Tegelijkertijd verwachten wij met ons allen dat mensen met een handicap zo volwaardig mogelijk deelnemen in het arbeidsproces. Dat vraagt, naast de ontwikkeling van hulpmiddelen, geduld en acceptatie van verschillen tussen mensen en een andere invulling van het begrip maatschappelijk succes. Daarnaast wordt - met de komst van de participatiesamenleving - de combinatie van werk en zorg een vast onderdeel van een ieders volwassen leven. Zijn wij met betrekking tot netwerken, sociaal media gebruik en leren presenteren met onze leerlingen al een eind op weg, het denken over hoe wij onze kinderen voorbereiden op een dubbele combinatie werk en zorg, is nog maar net begonnen. 2. Het Koersdocument: Samen sterker voor het beste onderwijs In het afgelopen jaar hebben wij als bestuur samen met het bestuur van OPSO ons koersdocument Samen sterker voor het beste onderwijs 2013-2016 vastgesteld. Daarin staan de kernwaarden Vertrouwen, Verbinden en Meesterschap in een lerende omgeving centraal. Als uitwerking hebben wij de notitie Vitale Duurzame Scholen opgesteld. De komende jaren streven wij naar samenwerkende scholen binnen zgn. Onderwijs Organisatie Eenheden met een beperkter en tegelijkertijd effectiever management in combinatie met samenwerkende en lerende teams van professionele leerkrachten. Tegelijkertijd zoeken wij naar versterking en samenwerking bij de invulling van ondersteunende taken, zoals Interne Begeleiding, ICT-ondersteuning, reken- en taalcoördinatie etc. In 2014 zijn wij op twee plaatsen met de inrichting van de Onderwijs Organisatie Eenheid gestart. Komend jaar zullen wij op drie plaatsen eenzelfde ontwikkeling in gang zetten. Daarnaast starten wij in 2015 met de vorming van samenwerkende scholen (in clustervorm) bij de inzet van de arrangementsgelden in het kader van Passend Onderwijs. 4

In het voorjaar 2014 hebben wij het Kwaliteitsonderzoek laten uitvoeren. Elke school is aan de slag gegaan met de aandachtspunten, die uit deze onderzoeken naar voren zijn gekomen. Organisatie breed zien wij vooral de volgende drie thema s naar voren komen: digitale leermiddelen, bestuurlijke ondersteuning van schoolleiders en de relatie tussen scholen en ouders. Alle drie zijn ze een onderdeel van ons Koersdocument, waar wij in 2015 met behulp van concrete activiteiten vorm aan geven. Het versterken van het eigenaarschap van directies, teams, leerlingen en ouders is een rode draad, die zich aftekent. Dat betekent dat wij de ontwikkeling van de Onderwijs Organisatie Eenheden vanuit de samenwerkende besturen stevig inzetten, tegelijkertijd moeten wij rekening houden met de draagkracht en draagvlak van de betrokken scholen. Wij zijn er van overtuigd dat eigenaarschap in combinatie met samenwerking uiteindelijk het beste resultaat oplevert. De daling van het leerlingaantal op een aantal plaatsen en een verlies van het marktaandeel dwingt ons tot een scherp aan de wind blijven zeilen. De meerjarenbegroting van SPOOR maakt bestuurlijke financiële kaders, die wij taakstellend opleggen, onvermijdelijk. Het genoemde begrip eigenaarschap zien wij komend jaar vooral uitgewerkt worden in de introductie van andere pedagogische concepten, zoals beschreven in de paragraaf Onderwijs. Het vormen van leerteams en de opleiding van directeuren tot coach van deze leerteams hoort daar bij. De samenwerking van scholen per dorp/stad en wijk in het kader van Passend Onderwijs scharen wij ook onder deze ontwikkeling. Er is de komende jaren sprake van een daling van het leerlingaantal variërend van 2,5 tot 3%. In de gemeenten Beemster en Zeevang is het marktaandeel stabiel, in de gemeenten Edam-Volendam, Landsmeer en Waterland daalde het marktaandeel licht. Het aandeel in het totaal aantal basisschoolleerlingen in de gemeenten Oostzaan en Wormerland stijgt licht. 3. De opstelling van de meerjarenbegroting 2015-2018 In 2015 komt in totaal een bedrag van 339 miljoen euro nieuw geld (indicatief 210,= per leerling) oplopend naar 501 miljoen euro (indicatief 310,= per leerling) structureel naar de schoolbesturen primair onderwijs toe. Tegenover deze extra middelen staan ook extra uitgaven; uitgaven voor buitenonderhoud en uitgaven in het kader van het Bestuursakkoord. Voor een deel zijn deze extra uitgaven en inkomsten in de begroting verwerkt. Dit betreft met name het buitenonderhoud, de salarisverhoging, de te verwachten hogere inkomsten en uitgaven voor de professionalisering en extra middelen waar géén extra verplichtingen tegenover staan. De uitwerking van de akkoorden in de regeling bekostiging personeel is pas in januari 2015 klaar. Wij hebben in deze begroting meer aannames moeten plegen dan wij zelf wenselijk vinden. Het hanteren van aannames brengt echter risico s met zich mee. Wij zullen, zodra deze gegevens bekend zijn, de begroting opnieuw doorrekenen en een begrotingswijziging vaststellen. Vervolgens zullen wij deze voorleggen aan de Raden van Toezicht, het Directieberaad en de GMR. Daarnaast noodzaakt het begrotingsresultaat van SPOOR ons tot taakstellende maatregelen om een sluitende jaarrekening 2015 te realiseren. Deze maatregelen liggen vooral op het terrein van personeel en huisvesting. Algemene uitgangspunten voor de opstelling van de begroting Ten opzichte van de vorige meerjarenbegroting hebben wij een aantal zaken aangevuld of gewijzigd. Deze staan opgenomen in de algemene uitgangspunten voor de opstelling van de begroting. Het betreft met name de wijziging van de gelden die wij ontvangen onder de noemer van Passend Onderwijs. De gemeentelijke subsidies gericht op de ondersteuning van de schoolorganisaties zijn 5

per 1 januari 2015 allemaal vervallen. Deze gelden worden nu meestal ingezet voor schoolmaatschappelijk werk. Intern hebben wij samen met directeuren met name het budget voor bovenschoolse voorzieningen onder de loep genomen. In de notitie Bovenschoolse gelden hebben wij vastgesteld welke activiteiten wij bovenschools uitvoeren en welk budget daarvoor nodig is. Een belangrijk verschil tussen deze concept meerjarenbegroting en de meerjarenbegroting 2014-2017 is dat wij vorig jaar de taakstelling ten gevolge van de leerlingendaling en andere autonoom stijgende kosten gelijk in de begroting hebben verwerkt. Dit jaar hebben wij de taakstelling expliciet vermeld. Daarnaast hadden wij in de vorige meerjarenraming de taakstelling evenzeer door laten werken naar de posten huisvesting, afschrijvingen en overige lasten. Afgelopen jaar hebben wij gemerkt dat de beïnvloedbaarheid van deze posten langzamer gaat dan gewenst. Samenvattende meerjarenbegrotingen 2015-2018 SPOOR SPOOR 2015 2016 2017 2018 Baten 22.398.467 21.597.176 20.967.314 21.055.952 Totaal aan Baten 23.148.467 22.543.697 21.248.321 21.055.952 Lasten 22.776.112 22.262.690 21.711.291 20.768.956 Realisatie taakstelling -470.145-195.369-548.608 Eenmalige extra investering 92.500 Lasten 22.398.467 21.597.177 20.967.314 20.768.957 Saldo 0 0 0 286.996 Er vanuit gaande dat wij twee jaar nodig hebben om de bezuinigingstaakstelling voor SPOOR te realiseren. Dit betekent dat wij in 2015 afgerond 5 fte respectievelijk in 2016 10 à 11 fte extra aan personeel bezuinigen binnen SPOOR. Daarnaast zullen wij afgerond 95.000,= bezuinigen op huisvesting, investeringen en overige kosten in 2015. Verder kent de opbouw van het meerjarenbegrotingsdocument dezelfde opbouw als vorig jaar. Ons beleid voor het komende jaar op de terreinen Bestuur en Organisatie, Onderwijs, Personeel, Huisvesting en Financiën en Bedrijfsvoering worden beknopt toegelicht. Deze krijgen een nadere uitwerking in een nog op te stellen Jaarplanning van de samenwerkende besturen. Daarnaast is de totale meerjarenbegroting met de uitgangspunten, een beknopte analyse en te treffen maatregelen beschreven. De schoolbegrotingen als belangrijke bouwsteen van deze meerjarenbegrotingen worden met de directies doorgesproken en met de MR-en gedeeld. In het 2014 hebben wij met alle mensen in onze organisatie en daarom heen veel in gang gezet. Wij hebben het vertrouwen dat wij daar in 2015 een goede en belangrijke vervolgstap kunnen zetten. Het College van Bestuur SPOOR, Alina Kuiper 6

Bestuur en Organisatie 1.Versterking van de bestuurlijke samenwerking tussen SPOOR en OPSO Afgelopen najaar hebben wij een miniconferentie georganiseerd waar wij vertegenwoordigers van de gemeenteraden, leden van de SPOOR-raad en de wethouder Onderwijs van de gemeente Purmerend hebben uitgenodigd. Onderwerp van gesprek was de inrichting van een Personele Unie voor de twee besturen op het niveau van Toezicht en Bestuur. De mogelijkheid en wenselijkheid is op deze miniconferentie bespreekbaar gemaakt. In de eerste helft van 2015 werken wij de Personele Unie verder uit zodat deze gereed is voor besluitvorming en invoering. Met betrekking tot een fusie van beide besturen onderzoeken wij de voorwaarden van de landelijke fusietoets en de randvoorwaarden die gemeenteraden stellen om daar mee in te stemmen. De bestuurlijke samenwerking wordt in de praktijk steeds intensiever. Dat betekent dat wij de consequenties, die dat in financieel administratieve zin heeft, samen met de accountant zo goed mogelijk in beeld brengen. 2.Vernieuwing personele invulling Bestuur en Toezicht De Raad van Toezicht is samengesteld uit de bestuursleden, die tot de invoering van het huidige Governancemodel het schoolbestuur vormde. De leden hebben te kennen gegeven dat zij het tijd vinden voor een vernieuwing van de bezetting van de Raad van Toezicht. Wij zullen aan de Raad van Toezicht een voorstel voor een werving- en selectieprocedure voorleggen. De GMR en betrokken vertegenwoordigers van de regiogemeenten worden hier tijdig bij betrokken. De bestuurder van onze samenwerkingspartner OPSO, portefeuillehouder Onderwijs, Personeel en Communicatie bereikt aan het eind van 2015 de pensioengerechtigde leeftijd. Er zal voor de vervulling van de toekomstige vacature in het eerste kwartaal 2015 een voorstel voor een Wervingen Selectieprocedure voorgelegd worden. De opstelling van het profiel is hierin de eerste stap. 3.Onderwijs Organisatie Eenheden In 2014 zijn wij gestart met de voorbereiding van Onderwijs Organisatie Eenheden in Zeevang, Landsmeer en Oostzaan. De eenheid kleine scholen Zeevang is onlangs gestart. De conclusie met betrekking tot de scholen in Landsmeer en Oostzaan is dat een tussenstap noodzakelijk is om tot kwalitatief goede samenwerking te komen. Komend jaar lopen deze drie trajecten door. Wij zullen begin 2015 in Wormerland een nieuw traject starten. Daarnaast vraagt de scholensituatie in Monnickendam om een zorgvuldig onderzoek en overleg. Weliswaar betreft het hier in eerste aanleg een huisvestingsvraagstuk, maar dat krijgt een betere onderbouwing als de toekomstige organisatie van de scholen daarbij betrokken wordt. Komend jaar benutten wij, in het kader van de formatietoedeling, om te onderzoeken op welke wijze binnen scholen c.q. Onderwijs Organisatie Eenheden andere inrichtingen van scholen intern mogelijk zijn. De formatieve opvang van extra kleutergroepen en de beperking van de groepsomvang (vaak in de bovenbouw) tot een maximum behoeft nader onderzoek en oplossingsrichtingen. Binnen het samenwerkingsverband Passend Onderwijs Waterland wordt in 2015 de inrichting van het Expertisecentrum ter hand genomen. In dat kader zijn wij met het SKOV in overleg over de invulling van een SBO-locatie Oost-Waterland. Mocht er overeenstemming ontstaan over het eindbeeld waar de samenwerking en samengaan van SBO De Botter en Vincentius (SKOV) toe leidt, 7

dan volgt in 2015 een implementatieplan. Mochten wij geen overeenstemming met het SKOVbestuur bereiken, dan denken wij opnieuw na over de toekomst van SBO De Botter. 4. Herinrichting van het Servicebureau Wij hebben besloten voorlopig geen nieuw Sociaal Plan op te stellen. Ons voornemen om de herinrichting van het Servicebureau daar een integraal onderdeel van te laten zijn komt daarmee te vervallen. Aan het begin van 2015 zullen wij met een plan van aanpak komen op welke wijze wij de herinrichting van het Servicebureau voorbereiden. Er ligt een taakstelling voor het begrotingsjaar 2016 van 100.000,=, die als taakstellende opgave meegenomen wordt. In de paragraaf Financiën en Bedrijfsvoering gaan wij nader in op onze voornemens op het terrein van de bedrijfsvoering voor het komend jaar. 5.Verbinden en netwerken Het is belangrijk om als College van Bestuur actief naar buiten te kijken en actief landelijke bijeenkomsten te bezoeken en regionale ontwikkelingen te volgen. Om voldoende inspiratie, kennis en kunde van buiten te halen organiseren wij in 2015 twee ronde tafelgesprekken met deskundigen over een thema. Daarnaast nemen wij actief deel aan het provinciaal netwerk, waarin wij in 2015 intensief aan het werk gaan met de wijze waarop je als bestuur de onderwijskwaliteit binnen scholen kunt monitoren en in positieve zin kunt beïnvloeden. Bij elkaar in de keuken kijken maakt hier onderdeel van uit. Wij nemen het jaar 2015 als het jaar waarop wij bekijken hoe wij een brede visitatie van onze samenwerkende organisaties organiseren. Wij zijn bescheiden als het gaat om het netwerken met het bedrijfsleven. Wij verwachten dat wij in 2015 op twee scholen nieuwe huisvesting met behulp van relaties en een bijdrage van (lokale) bedrijven kunnen realiseren. In 2015 zijn de volgende meetbare doelstellingen geformuleerd: 1. De Personele Unie van SPOOR en OPSO is gerealiseerd; 2. De doorontwikkeling naar een mogelijke fusie tussen beide organisaties is getoetst aan de landelijke fusietoets en aan de randvoorwaarden van de gemeenten; 3. De vernieuwing in personele samenstelling van de Raad van Toezicht is voor 50% gerealiseerd; 4. De vacature van het College van Bestuur OPSO is ingevuld; 5. De voorbereiding van de herinrichting van het Servicebureau is qua visie, structuur, taken en personele invulling afgerond; 6. Er zijn drie Onderwijs Organisatie Eenheden na voorbereiding geïmplementeerd; 7. Een onderzoek naar alternatieve inrichtingen van schoolorganisaties rekening houdend met maximale groepsomvang en tussentijdse instroom van o.a. kleuters; 8. Wij hebben twee Ronde Tafelgesprekken georganiseerd. 8

SPOOR 2015 Raming kosten Dekking kosten Personele unie Uitvoering CvB en RvT Toetsen fusiemogelijkheden Externe Advieskosten 2.500,= Advieskosten Servicebureau Werving en selectie nieuwe RvT-leden en CvBlid Herinrichting Servicebureau Onderwijs Organisatie Eenheden Alternatieve schoolorganisaties Twee ronde tafelgesprekken Externe adviseur 15.000,= Advieskosten Servicebureau Externe adviseur 10.000,= Advieskosten Servicebureau Begeleiding fusie 7.500,= Advieskosten BOV Intern uitvoering adviseurs onderwijs CVB 500,= Representatiekosten Servicebureau Voorstel: eenmalige dekking uit de algemene reserve Voorstel: eenmalige dekking uit de algemene reserve Op weg naar het beste onderwijs 1. Passend Onderwijs De wet Passend Onderwijs is met ingang van 1 augustus 2014 in werking getreden en dat betekent dat er veel verandert. Dat is grotendeels op papier want de scholen zijn in hun ontwikkeling natuurlijk al veel langer bezig met Passend Onderwijs. Elementair daarbij is dat er een goed functionerende zorgstructuur is met een ondersteuningsteam dat adequaat antwoord kan geven op vragen die leerlingen, ouders en leerkrachten stellen. Om dat op een goede wijze te bewerkstelligen en te versterken is ook de volgende fase in die ontwikkeling van belang. Het gaat daarbij om het kunnen voldoen aan het, binnen beide Samenwerkingsverbanden gezamenlijk afgesproken, basis ondersteuning profiel. Een ondersteuningsadviseur of schoolondersteuner helpt de school om verschillen tussen het eigen schoolondersteuningsprofiel en het basis ondersteuningsprofiel te benoemen en middels een plan van aanpak daar aan te werken. De opzet en werkwijze zijn in die zin in beide Samenwerkingsverbanden hetzelfde. Doel: elke school werkt met een deskundige adviseur (schoolondersteuner c.q. Ondersteuningsadviseur) aan de versterking van het schoolondersteuningsprofiel met name op die onderdelen waar de school nog tekort schiet in vergelijking met het gevraagde basis ondersteuningsprofiel vanuit het SWV. Aan het eind van 2015 kunnen de scholen benoemen welke verbeteringen in gang zijn gezet. 9

Met het inwerking treden van de wet Passend Onderwijs is ook de ondersteuningstoewijzing veranderd. Er is in de besturen van de samenwerkingsverbanden afgesproken dat de gelden voor ondersteuningstoewijzing naar de schoolbesturen worden overgeheveld. Dit betekent dat wij zelf kunnen bepalen hoe wij met deze gelden omgaan. Wij zien graag dat clusters van scholen zelf de beschikking krijgen over deze gelden aangevuld met de bestuursmiddelen voor leerlingenonderzoek ( 12,= per leerling) en dus ook zelf verantwoordelijk worden voor de inzet van deze middelen. De vrij te besteden budgetten zijn nu nog relatief klein, maar zullen groter worden. Daarmee nemen de mogelijkheden toe om de ondersteuning op de scholen steeds meer op maat te laten plaatsvinden. Doel: elk cluster van scholen regelt met betrekking tot onderzoek en ondersteuningstoewijzing wat er nodig is en draagt een gezamenlijk verantwoordelijkheid voor een goede en effectieve besteding van de middelen. Er wordt een beroep gedaan op alle scholen om overleg en samenwerking op een andere wijze in te vullen dan wij tot nu toe gewend zijn. Het jaar 2015 zien wij als een oefenjaar. Tussentijds wordt er geëvalueerd. 2. Deskundigheidsbevordering: leren door samenwerken De afgelopen jaren is er op de scholen hard gewerkt aan twee pijlers, te wijten Handelingsgericht werken en Opbrengstgericht werken. Wij hebben veel geïnvesteerd in scholing en tijd om deze twee vormen van werken goed te implementeren in de school. Ze blijven de nodige aandacht vragen. Wij buigen ons komend jaar samen met de directeuren over de borging van handelingsgericht en opbrengstgericht werken. Het belangrijkste doel voor de samenwerkende besturen is om onze leerkrachten in staat te stellen hun werk steeds beter te doen. Aan de ene kant vraagt dit input van buitenaf. Inspiratie, nieuwe kennis en inzichten over dat wat goed onderwijs is, wakkeren wij aan. Daarnaast is er al veel kennis en ervaring aanwezig, die wij moeten delen, vermengen met nieuwe inzichten om het handelen in de klas te verbeteren. Dit vraagt om de professionele dialoog met de directe collega s op leerkracht/ directie en bestuursniveau. Door het gesprek in de school maar ook daarbuiten geven wij aan leren door samenwerken echt inhoud. Een lerende organisatie is essentieel om het leren door samenwerken in de praktijk goed te laten werken. Belangrijke aandachtspunten hierbij zijn: samenhang tussen de diverse onderwijsactiviteiten; de leerkrachten delen de kennis en vaardigheden, met de rest van het team (teamleren wordt concreet vorm gegeven); de professionalisering is niet vrijblijvend. In ons Koersplan staat aangegeven aan welke eisen een lerende organisatie behoort te voldoen. Doel: de komende drie á vier jaar wordt er scholing en begeleiding verzorgd voor alle geledingen binnen onze organisatie. Het aanbod ziet er voor 2015 (kort samengevat) als volgt uit: Modules die worden aangeboden zijn: Voor de leerkrachten: Verbeteren van begrijpend lezen met behulp van systeemdenken; Hoge opbrengsten door boeiend onderwijs; Beter onderwijs door breinkennis; Van vast menu naar lopende buffet; Omgaan met gedragsproblematiek; NLP voor je dagelijks werk in de klas. 10

Voor de intern begeleiders: Intern begeleider in een lerende school. Van onderwijskundig naar opbrengstgericht leider; Communicatie: kerncompetentie van intern begeleiders; Begeleiden van meet-gestuurd onderwijs: data gebruiken om het onderwijs te verbeteren. Voor de directeuren Werken aan inspirerend leiderschap in een goed functionerende, lerende organisatie met o.a. leerteams; Communicatie kerncompetentie van een goede leider; Teamcoaching; Van leren van het verleden naar leren van de toekomst. Leren loslaten 3.Excellentie Het Excellentieproject kent twee vormen: ondersteuning in de groep door een gespecialiseerde leerkracht en een aparte klas voor excellente leerlingen één dagdeel per week op één centrale school. Ze heten Laika en Vostok. Deze werkwijze blijkt z n vruchten af te werpen en scholen zijn enthousiast. Steeds meer SPOOR-scholen sluiten zich aan. De werkwijze wordt eigen gemaakt aan de hand van een scholings- en begeleidingstraject. Er wordt gewerkt volgens vaste afspraken en met een toelatingscommissie voor de VOSTOK groepen. De werkwijze is ook besproken in het SWV Waterland om te bezien of deze kan worden gebruikt binnen en samen met andere besturen. Het bestuur van het Samenwerkingsverband heeft positief gereageerd. Uiteindelijk kan het Excellentieproject als één van de onderdelen opgenomen worden in het toekomstig expertisecentrum van het SWV Waterland. In de Zaanstreek kent men ook een aanpak en voorziening voor Pluskinderen. Omdat deze wezenlijk verschillen van onze aanpak hebben wij besloten om niet bij te dragen in de kosten van het Zaanse traject en te onderzoeken of het mogelijk is een plusvoorziening in de vorm van VOSTOK op te zetten in Oostzaan en/of Wormer. Doel: in 2015 (en verder) verstevigen wij, in het kader van de samenwerking tussen OPSO en SPOOR, de inhoudelijke ontwikkeling en breiden wij het aantal deelnemende scholen uit met een tiental SPOOR-scholen. Bovendien gaan wij in samenwerking met andere besturen binnen het SWV deze aanpak verder uitrollen in de regio. In 2015 denken wij daarbij in ieder geval aan Landsmeer en Edam. 4.Ontwikkeling diversiteit in onderwijsinhoudelijke profielen Vanaf dit kalenderjaar wordt er voor scholen een post in de begroting opgenomen die dient als aanmoediging en ter stimulering van de profilering en PR van de eigen school. Hierbij valt o.a. te denken aan techniek, cultuur, sport, muziek, etc. Ondanks dat op veel scholen wel wordt nagedacht over profilering en er enkele scholen zijn die daar daadwerkelijk ook handen en voeten aangeven, blijft dit belangrijke onderdeel te veel onderbelicht. In bredere zin is er onderzoek noodzakelijk naar de mogelijkheden van meer diversiteit in onderwijsinhoudelijke profielen. Van alle scholen hebben op dit moment slechts een paar een onderwijskundig profiel De Blauwe Morgenster en de Fuut zijn respectievelijk een Dalton school en een Circuitschool in ontwikkeling. Voor de profilering van onze scholen is het zaak om verbinding te zoeken met voorschoolse en naschoolse voorzieningen, zodat ouders in de gelegenheid worden gesteld om hun opvang wensen ten uitvoer te brengen. Binnen de Brede scholen vraagt de samenwerking ook de nodige aandacht en is agendering noodzakelijk voor 2016. 11

Doel: vanaf 2015 doen vijf scholen mee aan het project New Pedagogies Deep Learning (NPDL), een andere manier van onderwijzen gericht op persoonlijk leren van leerlingen. Dit is een belangrijke stap in de verandering van het onderwijskundig profiel. De opbrengsten van dit project worden breed gedeeld binnen de organisatie zodat andere scholen kunnen meeliften. In 2015 vindt nader onderzoek plaats naar de mogelijkheden voor een groter aantal onderwijsinhoudelijk geprofileerde scholen. Daarnaast worden de scholen aangespoord het in de begroting opgenomen bedrag voor profilering en PR in te zetten voor hun eigen school. Aan het eind van 2015 hebben minimaal vijf scholen (van de in totaal 23) een duidelijk voorstel en eerste aanzet tot uitwerking voor profilering en PR van hun eigen school. In 2017 heeft elk van de scholen een dergelijke aanpak ontwikkeld. 5.Opbrengstgericht werken Opbrengstgericht werken is binnen alle scholen een vanzelfsprekendheid geworden. Om de kwaliteit goed te monitoren wordt er op de scholen gewerkt met twee instrumenten die daarbij behulpzaam zijn: 1. De Monitor Goed Onderwijs (MGO) is een instrument waarmee scholen, naast het gebruik van het CITO LOVS, inzicht krijgen in de stand van zaken wat betreft de kwaliteit van hun onderwijs. Tevens krijgen scholen zicht op wat er moet gebeuren om het onderwijs, indien noodzakelijk, te verbeteren. De MGO kijkt o.a. naar de positie ten aanzien van het waarderingskader van de onderwijsinspectie, de plannen van aanpak, het didactisch handelen van de leerkrachten, de opbrengstanalyses en de borgingsdocumenten; 2. In 2015 wordt de MGO ook bovenschools ingezet. De beleidsmedewerkers onderwijs en de Colleges van Bestuur kunnen door gebruik te maken van dit instrument zien hoe de stand van zaken is betreffende de kwaliteit van het onderwijs op een bepaalde school; 3. Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van het CITO-LOVS op school en bovenschools niveau. Deze monitor geeft direct inzicht in de behaalde resultaten op de diverse leergebieden; 4. Om de kwaliteit te laten toenemen worden er reeds nu op schoolniveau schoolnormen geformuleerd, naast de verplichte normen van de inspectie en de landelijke norm. In 2015 wordt het advies van de basisschool richting het VO leidend en wordt de centrale eindtoets definitief ingevoerd. In het schooljaar 2015-2016 zal de zogenaamde Waterlandse Overstap daarop aangepast worden. Hetzelfde geldt voor de werkwijze in de Zaanse regio. Doel: vanaf 2015 is de bovenschoolse Monitoring Goed Onderwijs actief en wordt er bepaald welke centrale eindtoets wordt ingezet. 6. ICT: digitale ondersteuning op school en in de organisatie Er is een aantal pilots gaande die geëvalueerd worden aan het eind van het schooljaar 2014-2015. Het gaat onder andere om: het gebruik van Snappet op obs De Harpoen en de inzet van mobiele devices. Qua nieuwe toepassingen wordt op dit moment gewerkt met, Snappet en de verwerkingssoftware van de rekenmethode Pluspunt. Verder wordt er nagedacht over het invoeren van een nieuw administratiesysteem/leerlingvolgsysteem op de scholen. Wij oriënteren ons, als voorbereiding op het gebruik van nieuwe devices, op een Mobile Device Manager (MDM). De basis voor een Onderwijs gestuurde ICT-inzet hebben wij geformuleerd. De beleidsnotitie waarin wij deze uitwerken in doelen en activiteiten is nog in ontwikkeling. Voor de grote omslag 12

op dit terrein zijn het beschikbaar komen van de digitale leermiddelen, de inzet van verschillende devices op één netwerk en de daarbij passende vaardigheden voor een ICTcoördinator belangrijke randvoorwaarden. In het Bestuursakkoord is afgesproken dat de POraad en het ministerie van OCW zich samen met uitgevers en leveranciers maximaal inspannen om een digitaal leerpakket voor de basisscholen te ontwikkelen. Zij koppelen daar ook een financieringsmodel aan vast. Tot die tijd blijft het zoeken naar de ruimte die er is om alvast met digitale lesmethodes naast papieren methodes te werken. Net zo goed dat de financiering door dubbele aanschaf van papier en digitaal voor alle scholen tegelijkertijd niet te betalen blijft. Concreet kijken wij nu al naar een verlaging van het aantal leerlingen per device op een school en de financiële spankracht hiervoor. Verder houden wij er rekening mee dat de komende periode servers niet uit de school zullen verdwijnen en dat voor bepaalde toepassingen de reguliere desktoppen nodig zullen zijn (bijv. aansturing digibord). Wij blijven bestaande netwerken onderhouden en aanleggen indien dat nodig is. Daarnaast zijn wij gestart al onze scholen te voorzien van een professioneel draadloos netwerksysteem. Komend jaar zullen wij ons specifiek buigen over de inrichting van de ondersteuningsstructuur op ICT- terrein, zowel bovenschools als op schoolniveau. 7. Opnieuw agenderen doorgaande leerlijn met voor- en naschoolse opvang Het gebruik van kinderopvang en daarmee het aantal kinderopvangvoorzieningen binnen ons werkgebied is flink afgenomen. De peuteropvang in de vorm van halve dagopvang ontwikkelt zich redelijk. Bij een aantal scholen is het aantal peuters te klein voor een eigen voorziening bij de school. Dat laatste zal de komende jaren niet veranderen. Met de veranderingen in de kinderopvang is op een aantal scholen de samenwerking in de vorm van een doorgaande leerlijn voorschools- vroegschools stil blijven staan. Soms kan dit in de vorm van een VVE-project; soms is het afhankelijk van een actieve samenwerking tussen school en peuteropvang zelf. Er zijn gemeenten die de VVE voorziening doelgerichter willen inzetten; er zijn gemeenten die een Integraal Kindcentrum willen ontwikkelen en alle gemeenten zijn op weg naar adequate preventieve jeugdopvang. In dat kader zullen wij in 2015 de voortgang in de gemeentelijke jeugdzorg en de stand van zaken in de doorgaande ontwikkellijn voorvroegschools in kaart brengen. Wij hebben het voornemen in 2016 een actieve impuls aan de doorgaande leerlijnen, onderwijsondersteunende invulling van brede schoolactiviteiten en naschoolse opvang te geven. In 2015 zijn de volgende meetbare doelstellingen geformuleerd: 1. Elke school heeft een eigen schoolondersteuningsprofiel geëvalueerd en bijgesteld (augustus 2015); 2. Elke school werkt met een deskundige adviseur (schoolondersteuner c.q. ondersteuningsadviseur) aan de versterking van het schoolondersteuningsprofiel met name op die onderdelen waar de school nog tekort schiet in vergelijking met het gevraagde basisondersteuningsprofiel vanuit het SWV. Aan het eind van 2015 kunnen de scholen benoemen welke verbeteringen in gang zijn gezet; 3. Elk cluster van scholen regelt met betrekking tot onderzoek en ondersteuningstoewijzing wat er nodig is en draagt een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor een goede en effectieve besteding van de middelen. Er wordt een beroep gedaan op alle scholen om overleg en samenwerking op een andere wijze in te vullen dan wij tot nu toe gewend zijn 2015 zien wij als een oefenjaar. Tussentijds wordt geëvalueerd; 4. De komende drie á vier jaar wordt er scholing en begeleiding verzorgd voor alle geledingen binnen onze organisatie. Elke medewerker heeft minimaal een cursus gevolgd met betrekking tot de lerende organisatie; 13

5. Deelname aan het excellentieproject loopt op tot 50% van de SPOOR-scholen Door uitrol in de regio zullen ook scholen van andere besturen deel kunnen nemen; 6. Vanaf 2015 doen twee scholen mee aan het project New Pedagogies Deep Learning (NPDL), een andere manier van onderwijzen gericht op persoonlijk leren van leerlingen. Dit is een belangrijke stap in de verandering van het onderwijskundig profiel; 7. Vanaf 2015 is de bovenschoolse Monitoring Goed Onderwijs actief en wordt er bepaald welke centrale eindtoets wordt ingezet; 8. Agendering samenwerking voor- en naschoolse opvang; 9. In de eerste helft van 2015 stellen wij een tussentijdse - ICT -beleidsnotitie vast. Deze notitie zal richtlijnen bevatten die directies ondersteunen bij de keuze van nieuwe devices en toepassingen en de inrichting van de ICT-ondersteuning in onze organisaties; 10. Aan het eind van dit schooljaar is er een Sharepoint omgeving voor het bestuurskantoor ingericht. Aan het eind van het schooljaar heeft een projectgroep de keuze bepaald voor één onderwijsadministratiesysteem (OAS); 11. Aan het eind van dit schooljaar heeft 25% van de scholen een professioneel draadloos systeem en zijn verschillende mogelijkheden ter financiering onderzocht SPOOR/OPSO 2015 Raming kosten Dekking kosten Schoolondersteuningsprofiel evalueren en doorontwikkelen Schoolondersteuner Zaanstreek 47.000,= Bijdrage SWV Zaanstreek Onderwijsondersteuningsadviseur Waterland 68.200,= Bijdrage SWV Waterland + schoolbegroting Onderwijsarrangement gelden 100.000,= Bijdrage SWV Zaanstreek en Waterland Voorlopige bedragen Natuurlijk leren en coaching teamleren en overige bovenschools nascholings aanbod NPDL 5 scholen en 1 bovenschools team Monitoring Goed onderwijs Externe trainers 50.000,= Nascholingsbudget BOV Extern trajectbegeleiding Extern onderhoud systeem en training 2 x 4.000,= 1 x 4.000,= Schoolbegroting Innovatiebudget BOV 6.000,= Schoolbegrotingen en advieskosten BOV Beleidsnotitie ICT Onderwijs Interne adviseurs Sharepoint omgeving inrichten Externe adviseur Al betaald in 2014 Leerling/schooladministratie Interne projectgroep systeem Draadloos systeem scholen Scholen 29.500,= Schoolbegroting 14

Kwalitatief en kwantitatief personeelsbeleid 1.Op al onze scholen werken vakbekwame, actieve en geïnspireerde medewerkers Vanuit ons Koersplan, het Bestuursakkoord en de nieuwe cao vullen wij deze doelstelling in door het versterken van de duurzame inzetbaarheid van medewerkers. Komend eerste half jaar zullen wij voorlichting geven over wat Persoonlijke Duurzaamheid inhoudt en op welke wijze directeuren en medewerkers tijdens de gesprekkencyclus de daadwerkelijke duurzaamheid van een medewerker en het team kunnen bewaken. Wij denken na over de wijze waarop wij op bestuursniveau de effectiviteit van dit nieuwe personeelsinstrument kunnen volgen. De duurzame inzetbaarheid bestaat uit drie elementen: a. Elke medewerker heeft een budget van 40 uur per jaar naar rato omvang dienstverband; b. Startende leraren krijgen een bijzonder budget (40 uur extra + coach niet-zijnde de leidinggevende); c. Oudere medewerkers krijgen vanaf de leeftijd van 57 jaar een bijzonder budget (130 uur extra). Het Persoonlijke Duurzaamheidsbudget mag ingezet worden voor bijvoorbeeld scholing, bevordering van de mobiliteit (zoals stages), coaching, pre-review of intervisie. De oudere medewerkers kunnen hun budget omzetten in verlof waarvoor een eigen bijdrage wordt gevraagd. Ons doel: bij de bevordering van duurzame inzetbaarheid is dat medewerkers gezond, met plezier, competent en productief kunnen werken, nu en in de toekomst. Duurzame inzetbaarheid is een gezamenlijk belang maar ook een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Wanneer medewerkers zich ontwikkelen in hun werk, op een manier die hen werkplezier en een gezonde basis oplevert, kunnen ze het verschil maken voor leerlingen en investeren ze in hun eigen loopbaan. Onze leerlingaantallen nemen af en dat betekent dat jonge beginnende leerkrachten vooral via de Flexpool voor vervanging in onze organisaties instromen. In het kader van de cao-po 2014 ontwikkelen wij een aanpak op welke wijze wij jonge leerkrachten begeleiden en toetsen in hun stap van startbekwaam naar basis- en vervolgens naar vakbekwaam. Dit zal voor de starters tot uiting komen in een coachingstraject en in het vaststellen van een observatie-instrument. Het observatieinstrument wordt ingezet om tot een objectieve en transparante beoordeling te komen van de basisen vakbekwaamheid. In 2015 moet invulling worden gegeven aan het coachingstraject en moet helder zijn welk observatie-instrument gehanteerd wordt. Gezien het geraamde tekort zal er, binnen ons bestuur, vermoedelijk geen ruimte zijn om jonge leerkrachten aan te stellen. Vervanging van verzuimende leerkrachten zullen wij sowieso anders organiseren. Met de inrichting van een talentenvijver, met jonge leerkrachten als nieuwe Vervangingspool, proberen wij meer jonge leerkrachten aan ons te binden. Ons doel: jonge leerkrachten opleiden tot goede professionele leerkrachten, die binnen onze organisatie en sector breed bijdragen aan kwalitatief goede scholen. Een belangrijk onderdeel van het vergroten van de persoonlijke duurzaamheid is het voorkomen van ziekte en arbeidsongeschiktheid. Weliswaar is het niet volledig in handen van de werkgever, maar toch blijven wij vasthouden aan ons streven bestaande uit een verzuimpercentage gelijk aan of lager dan 6%. Dit concrete percentage is een vertaling van het gemiddelde landelijk ziekteverzuimcijfer. In de tweede helft van 2014 zijn wij begonnen met het effectiever inzetten van de geautomatiseerde systemen op het terrein van verzuim en vervanging. Directeuren zijn verantwoordelijk om hun verzuim evenals hun vervanging zoveel mogelijk met behulp van deze systemen zelf te regelen. 15

Belangrijker is de training in de omgang met verzuimende medewerkers die directeuren nu één keer hebben ontvangen. In de eerste helft van 2015 wordt een tussenevaluatie gepleegd en volgt verdere begeleiding van de directies en het omgaan met verzuim. Daar is aanleiding toe gezien de te verwachten verzuimcijfers over het jaar 2014 van een percentage 1 7% voor SPOOR. Deze 7% betekent een stijging ten opzichte van het jaar 2013 (was 6%). Tevens zal de bekostiging van Vervanging uit het bijbehorende landelijke fonds verminderen. Vooralsnog hebben wij het Eigen Risicodragerschap gezien de benodigde verbetering in de beheersing van het verzuim nog niet aangedurfd. Deze afweging staat - op basis van de ervaring met een proef - in 2015 opnieuw op de rol. Doel: s en blijft een verzuimpercentage gelijk aan of lager dan het landelijk gemiddelde. Aansluitend bij de Cao-PO 2014: een brede toets van het op hun plek zijn van medewerkers Binnen beide besturen OPSO en SPOOR stellen wij voor extra aandacht te besteden aan de vakbekwaamheid van het personeel, hun welzijn en in hoeverre ze zich thuis voelen op de school en in de sector primair onderwijs. In de praktijk blijken uitval door ziekte en conflicten in een team eerst te hebben gesluimerd voordat ze en dan vaak in alle hevigheid aan de oppervlakte komen. Vaak is het dan (te) laat om medewerkers goed te begeleiden naar een beter passende werkplek en dan is het enige alternatief onvrijwillig vertrek. Soms blijkt dan dat medewerkers zich al veel eerder niet meer thuis voelen bij onze organisatie en/of het primair onderwijs. Het is beter voor onze scholen en voor medewerkers als dat eerder duidelijk wordt en mensen begeleid kunnen worden naar een nieuw loopbaanperspectief. De beoordeling van hun start-, basis- en vakbekwaamheid kan in dit traject worden opgenomen. Bij beide organisaties kan dit ook bijdragen aan vrijwillig vertrek van medewerkers. De benodigde bezuinigingsmaatregelen bij SPOOR en de intensieve toetsing van het functioneren van het personeel kunnen niet zonder taakstelling uit de exploitatie 2015-16 bekostigd worden. Wij stellen voor een bedrag van 75.000,= in 2015 extra te investeren om de benodigde maatregelen te treffen. Doel: vroegtijdig functionerings- en motiveringsknelpunten van medewerkers herkennen en zo mogelijk een alternatief bieden. 2.Medewerkers zijn eigenaar van hun eigen ontwikkeling Voor alle werknemers geldt dat zij zelf verantwoordelijk zijn voor de eigen professionalisering. Zij maken jaarlijks afspraken met de leidinggevende over hun professionalisering en leggen deze afspraken vast in een persoonlijk ontwikkelingsplan. Voor deze professionalisering zijn twee klokuren per werkweek (deeltijd naar rato) beschikbaar. Daarnaast is het budget duurzame inzetbaarheid beschikbaar. Tevens zal gestimuleerd worden om een master te halen. Het behalen van de master zal leiden tot functie- en/of taakdifferentiatie hetgeen in de functieboek tot uiting zal komen. In 2015 zal het functieboek opnieuw worden vastgesteld. In de begroting is voor de professionalisering een budget opgenomen van 500,= per fte. Daarnaast is er voor de komende vier jaar een bovenschools budget opgenomen van 50.000,= voor organisatie-brede nascholing. Deze nascholing is de komende drie a vier jaar vooral gericht op de implementatie van leerteams op scholen en op termijn op het Servicebureau. Voor de directieleden is een apart budget opgenomen van 2.000,= per directielid. Doel: de professionalisering van leerkrachten en directeuren diverser, naar een hoger peil trekken en duurzamer maken. 1 Berekend over de periode januari tot en met 18 november 2014. Bron RAET. 16

3.Ontwikkeling nieuwe managementstructuren Uitgangspunt is, zoals opgenomen in de in 2014 vastgestelde notitie Vitale en Duurzame Scholen OPSO en SPOOR, dat er sterke, vitale en duurzame wijk-/kern gebonden scholen zijn. Eén van de maatregelen is de overstap naar een nieuwe managementstructuur. De Onderwijs Organisatie Eenheden (OOE) zullen, met instandhouding van de brinnummers, worden ingevoerd maar fusie wordt, vooralsnog, niet uitgesloten. De OOE worden zoveel mogelijk integraal verantwoordelijk voor de onderwijsinhoud en profielen, de financiën, personeel en andere randvoorwaarden. De functiebeschrijving en toedeling van schoolleiders en directiefuncties is tot nu toe sterk verbonden met het aantal leerlingen en daarmee met de omvang van de school. De nieuwe cao-po voorziet in het opstellen van functieprofielen voor directiefuncties. Voor de invulling van de verschillende leidinggevende functies zullen wij dergelijke (voorbeeld) profielen invoeren. Doel: een functieboek vaststellen waarin o.a. directiefuncties zijn opgenomen die passen bij de in te richten Onderwijs Organisatie Eenheden. 4.Mobiliteit Momenteel werkt bij SPOOR 281 fte. In de periode 2015 tot 2019 wordt een uitstroom verwacht als gevolg van pensionering van 29 fte. Uitgaande van een jaarlijks natuurlijk verloop (niet zijnde pensionering) van 7,4 fte, waarvan uitgegaan wordt dat deze ook in 2015, per 1 augustus 2015, deels wordt gerealiseerd. Bij OPSO ontstaan er, naar verwachting, vacatures. Gezien de samenwerking tussen OPSO en SPOOR onderzoeken wij, op basis van kwaliteit en goed werkgeverschap, of een plaatsing op een OPSOschool van overblijvend SPOOR-personeel mogelijk is. Voor mobiliteit (inclusief outplacement en loopbaanadvies maar ook het opvangen van groei bij de individuele school) is er 200.000,= in de komende jaar beschikbaar. Doel: de uitstroom en doorstroming van medewerkers te versnellen voor hen die onvoldoende vakbekwaam zijn, zich niet meer thuis voelen binnen onze organisatie en plaats willen maken voor jongere leerkrachten en directeuren. 5.Opvang eigen risico s als werkgever De vervangingspool was oorspronkelijk gevuld met jonge leerkrachten maar is nu gevuld met boventallige personeelsleden en personeelsleden in vaste dienst die ervoor hebben gekozen om niet langer aan een school te willen werken. Er is in de afgelopen jaren een duidelijke verschuiving gecreëerd. Dit betekent dat de huidige vervangingskosten grotendeels gevormd worden door poolers met een hoge inschaling. De modernisering van het Vervangingsfonds brengt met zich mee dat de financiële risico s bij de besturen worden gelegd. Vanaf 1 augustus 2015 wil het Vervangingsfonds een normvergoeding beschikbaar stellen per vervanging in plaats van de werkelijke kosten van vervanging. Het is evident dat een pool met jonge leerkrachten met een lagere inschaling financiële risico s kunnen verminderen. Dit betekent dat wij in 2015 zullen onderzoeken welke leerkrachten wij weer op een school plaatsen dan wel welke poolmedewerkers onze organisaties noodgedwongen moeten verlaten. Daarnaast gaat de Wet Werk en Zekerheid per 1 juli 2015 in. Ondanks druk van de landelijke onderwijs organisaties op de Tweede en de Eerste Kamer geldt deze onverkort voor het primair onderwijs. Dit betekent dat na een derde keer flexibele inzet een leerkracht recht heeft op een vast dienstverband. Dat kan SPOOR niet bekostigen. Dit betekent dat wij onderzoeken op welke wijze een flexpool gevormd kan worden of dat overgegaan wordt naar een payrollconstructie. Er blijven veel financiële risico s aan deze aanpak kleven. De eerste maatregel die wij vermoedelijk invoeren is 17

dat vervanging intern in de vorm van tijdelijke uitbreiding van de werktijd van het een eigen teamlid op een school wordt gerealiseerd. Doel: de financiële risico s die de verandering van de bekostiging door het Vervangingsfonds en de gevolgen van de invoering van de Wet Werk en Zekerheid meebrengen zo volledig mogelijk afdekken. In 2015 zijn de volgende meetbare doelstellingen geformuleerd: 1. In het kader van de nieuwe cao-po wordt beleid en een plan van aanpak geformuleerd, waarin de Persoonlijke Duurzaamheid, het eigenaarschap van professionalisering en de 40- urige werkweek wordt uitgewerkt en ingevoerd 2. Het plan van aanpak Preventief Verzuim en begeleiding Verzuim wordt in de eerste helft van 2015 geëvalueerd, bijgesteld en verder uitgevoerd 3. Wij stellen een plan van aanpak op om de risicobeheersing van de wijzigingen in de dekking van het Vervangingsfonds en de gevolgen van de Wet Werk en Zekerheid op te zetten en per 1 augustus 2015 in te voeren 4. Mobiliteit van huidig personeel, uitstroom van het huidige personeel van de Vervangingspool en de vorming van een Jonge Talentenvijver zijn maatregelen die wij inzetten 5. Wij streven naar een ziekteverzuimcijfer in 2015 gelijk aan het landelijk gemiddelde (om en nabij 6%) 6. Taakstellende vermindering van de personele omvang van SPOOR, zijnde 5 fte 2015 tot 11 fte in 2016, met behulp van versnellen van vrijwillige uitstroom OPSO/SPOOR 2015 Raming kosten Dekking kosten Persoonlijke duurzaamheid Duurzame inzetbaarheid overgangsregeling Plan opstellen, externe advisering en invoering in het kader van de cao Uitvoeringskosten Externe advisering 10.000,= Advieskosten Servicebureau Personeelsbegroting Meerjarenraming 2015 e.v. 500,= per fte 576.442,= Personeelsbegroting Meerjarenraming 2015 e.v. Professionalisering leerkrachten en directies Vergroten mobiliteit door vroegere herkenning Plan opstellen, externe advisering en invoering in het kader van de CAO Plan opstellen en extra tijd. Capaciteit inzetten Uitvoeringskosten Externe advisering 10.000,= Advieskosten Servicebureau Personeelsbegroting Meerjarenraming 2015 e.v. 2 uur per week per fte 75.000,= opgenomen in BOV Evaluatie en Interne 86.072,= Budget Arbo BOV 18

vervolg uitvoering preventie verzuim Risicobeheersing Wet Werk en Zekerheid en Vervangingsfonds Jonge Talentenvijver Taakstelling Personeel SPOOR medewerkers en directies Arbodienst Interne medewerkers Interne medewerkers Interne medewerker met eventuele aanvulling Compensatiefonds 100.000,= maximaal Compensatiefonds 100.000,= maximaal BOV BOV Elke school onder dak 1.Programma van eisen voor de school van de toekomst Eerder hebben wij uitgesproken een programma van eisen voor de school van de toekomst te willen beschrijven. Om dit te bereiken zijn in het concept Huisvestingsbeleidsplan objectieve criteria beschreven voor zowel binnen- en buitenkant van de school als het schoolterrein. Wanneer dit beleidsplan (en dus ook de criteria) definitief zijn vastgesteld, worden nieuwe plannen getoetst aan deze criteria. De nieuw- en verbouwervaringen van de afgelopen paar jaren en de gesprekken over nieuwe onderwijsconcepten bieden ons daar voldoende handvatten voor. 2.Huisvestingsbeleidsplan De kaders van het beleidsplan zijn helder en vastgesteld, er volgt nog een verdiepingsslag. In het beleidsplan zal verder een aantal processen worden beschreven, zoals: Beheer en exploitatie MFA s/brede scholen; Aanbesteding en contractbeheer; Nieuwbouw en onderhoud; Meerjarenonderhoud. Bij ingebruikname van het OCS meerjarenonderhoudsplan is gebleken dat er informatie ontbrak c.q. onjuist was opgenomen. In de eerste helft van 2015 zal daarom 2/3 deel van ons gebouwenbestand opnieuw worden geschouwd. De verwachting is dat voor de zomervakantie van 2015 het meerjarenonderhoudsplan up-to-date zal zijn. Doel: een samenhangend huisvestingsbeleid voor de komende jaren. 3.Duurzaamheid In november 2014 is de Green Deal Verduurzaming Scholen ondertekend door PO-raad, gemeenten en rijksoverheid. Het doel van deze Green Deal is het op grote schaal gaan versnellen van de 19

totstandkoming van een duurzame leer- en werkomgeving voor leerlingen en leraren op basis van budget-neutrale investeringen. Afgesproken is dat de Green Deal schoolbesturen gaat ondersteunen bij hun ambities om energiebesparing en de kwaliteit van het binnenmilieu op scholen te verbeteren. Het ministerie van OCW gaat na of besturen meer ruimte kunnen krijgen om te investeren in nieuwbouw. In de gemeenten Landsmeer, Wormer en Zeevang zijn inmiddels gesprekken opgestart en in sommige gevallen zelfs afspraken gemaakt omtrent co-financiering/subsidiëring voor het plaatsen van zonnepanelen. Het monitoren van het gebruik van energie zetten wij voort. Er is een nieuw contract afgesloten voor elektra en gas met Greenchoice dat per 1 januari 2015 ingaat. Bij eenzelfde gebruik besparen wij hiermee ruim 16.000,=. Het doel blijft kostenbeheersing naast duurzaam energiegebruik hetgeen een goed voorbeeld is voor leerlingen. 4.Het afstoten van lokalen en delen van scholen Verschillende scholen hebben noodgebouwen bij hun school in gebruik. Daar het aantal leerlingen afneemt streven wij naar het afstoten van deze gebouwen in 2015. Daarnaast brengen wij qua kern en qua wijk in beeld welke delen van scholen wij de komende vijf a tien jaar kunnen afstoten. De aanpak volgt zoveel mogelijk de inrichting van Onderwijs Organisatie Eenheden in 2015. Doel: ruimten binnen scholen die niet nodig zijn voor het onderwijs, vanuit overwegingen de huisvestingskosten zo goed mogelijk te beheersen, te beheren en waar nodig af te stoten. 5. Binnen- en buitenonderhoud Per 1 januari 2015 is de overheveling van het buitenonderhoud een feit. Dit betekent dat de verantwoordelijkheid voor het buitenonderhoud bij het schoolbestuur ligt. Ook de gelden die hiervoor beschikbaar zijn op basis van het aantal leerlingen worden rechtstreeks van het Rijk ontvangen. Om globaal te berekenen wat dit voor 2015 voor het totale onderhoud betekent, is de volgende systematiek toegepast. Het bedrag dat in de lumpsum voor onderhoud is opgenomen is de basis. Vervolgens wordt daarvan de bovenschoolse afdracht en het begrootte bedrag voor dagelijks onderhoud afgetrokken. Het bedrag dat dan overblijft wordt afgezet tegen het bedrag dat in 2014 voor onderhoud is begroot. Het verschil daartussen is toegeschreven aan de rijksvergoeding voor het onderhoud van de buitenkant. Dit betekent voor 2015 het volgende: Dotatie onderhoud Rijksvergoeding Totaal budget binnenkant (2014) onderhoud buitenkant onderhoud 2015 SPOOR 320.573,= 235.099,= 555.672,= Wij zijn samen met andere schoolbesturen vasthoudend in ons overleg en de te maken afspraken met de gemeentebesturen. Dit betreft de overdrachtsafspraken bij de teruggave van een schoolgebouw aan de gemeente als economisch eigenaar en de afspraken omtrent renovatie dan wel ver- of nieuwbouw. In 2015 zetten wij dit overleg voort. Gebrek aan afspraken kan tot onverwachte kosten en daarmee risico s leiden. 20