Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 1



Vergelijkbare documenten
Inhoud. Eenheden... 2 Omrekenen van eenheden I... 4 Omrekenen van eenheden II... 9 Omrekenen van eenheden III... 10

4900 snelheid = = 50 m/s Grootheden en eenheden. Havo 4 Hoofdstuk 1 Uitwerkingen

In het internationale eenhedenstelsel, ook wel SI, staan er negen basisgrootheden met bijbehorende grondeenheden. Dit is BINAS tabel 3A.

Meetfouten, afronding, voorvoegsels en eenheden

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1

EXACT- Periode 1. Hoofdstuk Grootheden. 1.2 Eenheden.

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1

Exact periode = 1. h = 0, Js. h= 6, Js 12 * 12 = 1,4.10 2

Significante cijfers en meetonzekerheid

Afmetingen werden vroeger vergeleken met het menselijke lichaam (el, duim, voet)

M V. Inleiding opdrachten. Opgave 1. Meetinstrumenten en grootheden. Vul het schema in. stopwatch. liniaal. thermometer. spanning.

Meten is weten, dat geldt ook voor het vakgebied natuurkunde. Om te meten gebruik je hulpmiddelen, zoals timers, thermometers, linialen en sensoren.

Hoofdstuk 1 Beweging in beeld. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Werkblad havo 4 natuurkunde Basisvaardigheden

Hoofdstuk 1 Beweging in beeld. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

bij het oplossen van vraagstukken uit Systematische Natuurkunde - deel VWO4

Natuurkundeles 8 januari 2007, 6 e uur ( uur), klas 2a2 (2 vwo) 1 e les. 2a2, 26 leerlingen, 15 meisjes en 11 jongens.

1 de jaar 2 de graad (2uur) Naam:... Klas:...

Significante cijfers en meetonzekerheid

Aanvulling hoofdstuk 1 uitwerkingen

- KLAS 5. a) Bereken de hellingshoek met de horizontaal. (2p) Heb je bij a) geen antwoord gevonden, reken dan verder met een hellingshoek van 15.

Inleiding tot de natuurkunde

Werken met eenheden. Introductie 275. Leerkern 275

Wiskundige vaardigheden

REKENTECHNIEKEN - OPLOSSINGEN

Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2)

FYSICA. voor 4 ST & 4 TW. Deze cursus fysica vind je op en op pmi.smartschool.be

Eindexamen natuurkunde 1 vwo 2001-I

ALGEMEEN HAVO. Afronden Afronden bij optellen Grafieken & Tabellen

Getal omzetten naar technische notatie: Typ een getal in, bijvoorbeeld Druk op = en dan op ENG. Nu staat er: 123, x 1006

Eindexamen natuurkunde pilot havo I

Opgave 1 Afdaling. Opgave 2 Fietser

Oefenopgaven versnelling, kracht, arbeid. Werk netjes en nauwkeurig. Geef altijd berekeningen met Gegeven Gevraagd Formule Berekening Antwoord

Uitwerking examen e tijdvak

Rekenen. Grote en kleine getallen

Inleiding tot de natuurkunde

Natuur- en scheikunde 1, energie en snelheid, uitwerkingen

Tafelkaart: tafel 1, 2, 3, 4, 5

Inleiding in de natuurkunde. 1 Wat is natuurkunde? 2 Grootheden en eenheden 3 Voorvoegsels van eenheden 4 Afronden na vermenigvuldigen en delen

Samenvatting door Flore colnelis 714 woorden 11 november keer beoordeeld. Natuurkunde. Fysica examen 1. Si-eenhedenstelsel

Hoofdstuk 5 gaat over rekenen. Deel 2 is eigenlijk herhaling van alle stof. Trainen voor het examen.

Hoofdstuk 1: Basisvaardigheden

Tijd: seconden, minuten, uren, dagen, weken, maanden, jaren

1.Tijdsduur. maanden:

KENMERKENDE CIJFERS EN BENADERINGSREGELS

Grootheden, eenheden, voorvoegsels, symbolen

Naam: examennummer:.

Rekenvaardigheden voor het vak natuurkunde

Verkorte versie van de SYLLABUS REKENEN 2F EN 3F (VO en MBO, versie mei 2015) Aanpassing van product van CvTE

Bepaal k met behulp van de grafiek. Geef de uitkomst in twee significante cijfers.

Naam van de kracht: Uitleg: Afkorting: Spierkracht De kracht die wordt uitgeoefend door spieren van de mens. F spier

LOPUC. Een manier om problemen aan te pakken

Het metriek stelsel. Grootheden en eenheden.

Basisvaardigheden - Inhoud

H1 Werken met hoeveelheden. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Aanvulling hoofdstuk 1

De hoogte tijd grafiek is ook gegeven. d. Bepaal met deze grafiek de grootste snelheid van de vuurpijl.

SAMENVATTING BASIS & KADER

En wat nu als je voorwerpen hebt die niet even groot zijn?

vwo: Het maken van een natuurkunde-verslag vs

Reken zeker: leerlijn kommagetallen

Taak: meet de lengte, de breedte en de dikte van je schoolagenda en noteer de resultaten in de tabel:

OEFENEN SNELHEID EN KRACHTEN VWO 3 Na Swa

Meesters vir transparante. 5.1 Kwartaal 1

Reken zeker: leerlijn kommagetallen

Foutenberekeningen. Inhoudsopgave

Leerlijnen groep 7 Wereld in Getallen

Eindexamen natuurkunde 1 vwo 2004-II

Uitwerking examen e tijdvak

klas "Eenheden"

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2000-II

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2002-I

Duizend 3 getallen achter de komma 230 duizend duizend Andersom ,6 duizend ,5 duizend

Getallen. 1 Doel: een getallenreeks afmaken De leerlingen maken de getallenreeks af met sprongen van

Tijdsduur 100 minuten. Deze toets bestaat uit 4 opgaven (54 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!

RBEID 16/5/2011. Een rond voorwerp met een massa van 3,5 kg hangt stil aan twee touwtjes (zie bijlage figuur 2).

Practicumverslag ingeleverd op

ALGEMEEN VWO. Afronden Afronden bij optellen Grafieken & Tabellen Verbanden

Uitwerkingen van 3 klas NOVA natuurkunde hoofdstuk 6 arbeid en zo

Leerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 9 en 10. Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.

Tijdsduur 100 minuten. Deze toets bestaat uit 4 opgaven (55 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!

Onderwijsassistent REKENEN BASISVAARDIGHEDEN

Experiment: Meet de lengte, de breedte en de dikte van je schoolagenda en noteer de resultaten in onderstaande tabel:

Foutenberekeningen Allround-laboranten

Practicum algemeen. 1 Diagrammen maken 2 Lineair verband en evenredig verband 3 Het schrijven van een verslag

Uitwerking examen e tijdvak

Proefopstelling Tekening van je opstelling en beschrijving van de uitvoering van de proef.

Brede opgaven bij hoofdstuk 2

Op basis van de tweede wet van Newton kan onderstaand verband worden afgeleid. F = m a = m Δv Δt

TENTAMEN NATUURKUNDE

Grafieken maken met Excel

2dejaar 2degraad (1uur) Hoofdstuk 1 : Inleiding : grootheden en eenheden

Hoofdstuk 4 Trillingen en cirkelbewegingen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

spiekboek rekenen beter rekenen op de entreetoets van het Cito groep

Metriek stelsel. b. Grootheden. b-1. Lengte. Uitgangspunt (SI-eenheid): meter ; symbool: m. Gebruikte maten: mm-cm-dm-m-dam-hm-km

Instructie voor Docenten. Hoofdstuk 4 KOMMAGETALLEN BASIS

Eindexamen havo natuurkunde pilot II

Grootheid: eigenschap die je kunt meten (met een meetinstrument) Eenheid: maat waarin de grootheid wordt uitgedrukt

Experimenteel onderzoek

Vraag Antwoord Scores

Transcriptie:

Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 1 1. Grootheden en eenheden Opgave 1 Opgave Opgave Opgave 4 Opgave 5 a De afstand tot een stoplicht om nog door groen te kunnen fietsen. b Als je linksaf wilt slaan moet je de afstand tot een tegemoet rijdende auto schatten. Voor een meting heb je geen tijd, en je hebt voor een meting meestal geen materiaal bij je. c Het is geen schatting omdat het ervan afhangt of je hand uit een koudere of een warmere omgeving dan het water komt. Je noemt het toch een schatting omdat je je gevoelservaring laat meespreken. a Een kwantitatieve meting is nauwkeuriger dan een kwalitatieve. Kwalitatief gaat meer in termen van de persoonlijke ervaring van groot en klein, en van groter en kleiner, zonder vergelijking met een eenheid. b John is de langste leerling van zijn klas. c De massa van een auto is groter dan de massa van een fiets. a Meten is het vergelijken van een grootheid met een eenheid waarin die grootheid gemeten kan worden. b Een grootheid is iets dat gemeten kan worden. c Een eenheid is een maat waarmee de grootheid vergeleken kan worden. a De grootheden zijn: I lengte II stroomsterkte III kracht IV vermogen b De eenheden zijn: I meter II ampère III Newton IV watt c De grondeenheden zijn meter en ampère. d I l = m II I = 1 A III F spier = 80 N IV P = 18 W Bij A: m = meter (eenheid) Bij B: m = massa (grootheid) Bij C: m = milli (voorvoegsel) UITWERKINGEN OPGAVEN HAVO HOOFDSTUK 1 1 van 5

1.4 Werken met machten van Opgave 6 a 0 0 = = + = 4 b 00 0,01 = = = 1 = c 00 0 = = = 1 = d 0 00 = = = 1 Opgave 7 a 0,04 00 = 4 = (4 ) + = 8 0 (= 8 1 = 8) b 50 6000 =,5 6 = (,5 6) + = 15 5 8400 c 0,001 = 8, 4 = 8, 4 1, 1, ( ) = 7 + = 7 6 Opgave 8 a = + = 5 b = ( ) + = 6 5 c = = 1 = 0,1 d = ( ) = 6 1 = 0,6 8 e = 8 = 4 1 = 40 f = = 8 8 8 ( ) = 0,5 + = 0,5 5 =,5 4 Opgave 9 a = E * E = 1E5 = 5 b = E * E = 6E5 = 6 5 c = E * E = 1E 1 = 1 = 0,1 d = E * E = 6E 1 = 6 1 = 0,6 e 8 = 8E / E = 4E1 = 4 1 = 40 f 8 = E / 8E =.5E4 =,5 4 Opgave a p q = p+q b p p q q = (p q) p+q c p q = p+( q) = p q d p p q q = (p q) p+( q) = (p q) p q p p q e = q p f = p ( q) = p+q q Opgave 11 a 45 678 =,91 5 b 45 0,678 =,91 c,45 4 8 7 =,009 1 5 9, d = 4,65941 1 85 UITWERKINGEN OPGAVEN HAVO HOOFDSTUK 1 van 5

e 4 71, 90,4 = 7,88716814 5 Opgave 1 Opgave 1 a,5 km =,5 m b, ma =, A c 1 MW = 1 6 W d 8,5 μm = 8,5 6 m a 1 W = TW b 5,6 6 A = 5,6 μa c 18 9 m = 18 nm d 1,5 9 Ω = 1,5 GΩ 1.5 Werken met eenheden Opgave 14 a Bij 9 K is de geluidssnelheid van lucht: v geluid = 0,4 m s 1 = 4 m s 1 b v geluid =,4 m s 1 c v geluid = 4 m s 1 = 4,6 = 1,48 km/h Opgave 15 a Zie tabel. ρ acryl = 1, kg m b 1, kg m = 1, kg m = 1, g 6 cm = 1, g/cm = 1, g cm c 1, kg m = 1, kg m = 1, 1 kg dm = 1, kg/dm Opgave 16 a u =,5 cm =,5 m F veer = C u = 1 (N m 1 ),5 (m) = 0,4 N b C = 1 N m 1 = 1 1N 1m = 1 1N 0 cm = 0,1 N cm 1 F veer = C u = 0,1 (N cm 1 ),5 (cm) = 0,4 N UITWERKINGEN OPGAVEN HAVO HOOFDSTUK 1 van 5

Opgave 17 afgeleide grootheid formule eenheid bepaald uit de formule eenheid volgens BINAS-tabel 4 frequentie 1 1 1 1 f = [f] = T T [ T] s [f] = Hz = s 1 druk F p A F [ F] N A [ A] m [p] = Pa = N m vermogen (bij E E [ E] J P = [P] = energie) t t [] t s [P] = W = J s 1 impuls (hoeveelheid beweging) p = m v [p] = [m v] = [m] [v] = kg m s 1 [p] = kg m s 1 kracht F res (tweede wet van F = ma [F] = [ma] = [m] [a] = kg m s [F] = N = kg m s Newton) v middelpuntzoekende v [a] = ampz = r = versnelling r 1 [ v] (ms ) m s = = = m s [] r m m [a] = m s N kg m s Opgave 18 a [C] = N/m = = = kg s m m De kilogram en de seconde zijn beide grondeenheden. b De eenheid N/m is in de praktijk het meest voor de hand liggend, want ze sluit beter aan bij het idee dat je een bepaalde kracht moet uitoefenen om de veer over een bepaalde lengte uit te rekken. 1.6 Meetonzekerheid en significante cijfers Opgave 1 a 4 significante cijfers b significante cijfers (de nul na de telt mee) c significante cijfers (de 8 en de 6) d significante cijfers (de nul na de 9 telt mee) e significante cijfers (de 6 en de 1) f significante cijfers (de twee nullen na de 4 tellen mee) g Opgave De procentuele meetonzekerheid in de gemeten grootheid g is 0%. g absolute meetonzekerheid a s = 8 km Δs = 0,5 km 6 % b I = 7,0 ma ΔI = 0,05 ma 0,7 % c P = 7,00 W ΔP = 0,005 W 0,07 % procentuele meetonzekerheid UITWERKINGEN OPGAVEN HAVO HOOFDSTUK 1 4 van 5

Opgave uitkomst volgens de uitkomst met het juiste rekenmachine aantal significante cijfers a,7,4 8,54 8,11 b 6,70 0, 5,45, c 9,67 : 14,7,69869...,70 d 0,48 : 1,58 0,81558... 0,8 e 6,60 + 0,48 6,848 6,85 f 76,58 +,4 99,98 0,0 g 17,45 8,5 90,95 91,0 h 0,50 0, 085 0,445 0,445 De significante cijfers die van belang zijn voor het afronden zijn onderstreept. Opgave 4 Opgave 5 Zet eerst alle massa s van de gewichtjes in gram en tel ze dan op. m B = 5,00 + 0,500 + 0,0 + 0,00 + 0,00 + 0,005 = (volgens rekenmachine) 5,645 g. Voor de afronding kijk je naar het getal met het kleinste aantal cijfers achter de komma. Dat is hier 5,00 met cijfers achter de komma. De uitkomst met het juiste aantal significante cijfers is daarom 5,65 g. (Let op het afronden.) a De eenheid is ma, dus A (ampère) met het voorvoegsel m (milli). De gemeten grootheid is de stroomsterkte I. b In figuur 1.19a is I 1 = 7 ma; in figuur 1.19b is I = 6, ma. c In figuur 1.19a geven de kleine streepjes veelvouden van ma aan. De absolute meetonnauwkeurigheid in I 1 is dan ΔI 1 = 0,1 ma = 1 ma. In figuur 1.19b geven de kleine streepjes veelvouden van 1 ma aan. De absolute meetonnauwkeurigheid in I is dan ΔI = 0,1 1 ma = 0,1 ma. d Voor I 1 is de procentuele meetonnauwkeurigheid I1 1 0% = 0% = % I1 7 Voor I is de procentuele meetonnauwkeurigheid I 0,1 = = I 0% 0% 0,% 6, UITWERKINGEN OPGAVEN HAVO HOOFDSTUK 1 5 van 5