Magazine voor voortgezet onderwijs / juni 2013 / jaargang 7. magazine 7



Vergelijkbare documenten
Wiebe Wieling (Piter Jelles) initieerde nieuw plaatsingssysteem. tegenover kinderen. VO-magazine 7 / juni 2013

Succesvolle leerlingen in een kleurrijke omgeving februari 2015

Onderwijs op maat voor jou!

Praktijkonderwijs naar 2025

Samen. stevige. ambities. werken aan.

Hoeveel bewegings ruimte gunt het kabinet het po?

Open Huis op vrijdag 22 januari 2016 maandag 1 woensdag 3 donderdag 4 februari 2016 Afdelingsleider klas 1

Nieuwe afspraken over de overstap. 1. Basisschooladvies is leidend.! LVS-gegevens groep 6, 7 en 8 Werkhouding en gedrag Aanvullende gegevens

Procedure schooladvies

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen

Voor wie is de Week van passend onderwijs bedoeld?

Rijswijk. vmbo bb vmbo kb mavo lwoo. Brengt leren in beweging

Welkom op. Naar het voortgezet onderwijs

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

TEVREDENHEIDSONDERZOEK

Ouderbetrokkenheid in het voortgezet onderwijs

podium _ februari 2014

Vragen gesteld op de ouderavond op 11 februari 2014 gehouden in De Boemerang te Naaldwijk

Politieke Barometer Onderwijs Meting april 2013

Spreektekst Leraar register

ENQUÊTE: toetsing op maat

Tweede Kamer der Staten-Generaal

INSCHRIJVINGSBELEID VOOR SCHOOLJAAR 2018/2019

Wordt er nog gewerkt met de groene kaart (inschrijfkaart van de gemeente) voor leerlingen die in de gemeente Rotterdam wonen?

DE KRACHT VAN HET COLLECTIEF ONDERWIJS VAN MORGEN

Protocol Advisering PO VO OBS De Straap

INSCHRIJVINGSBELEID VOOR SCHOOLJAAR 2018/2019

Tevredenheidsonderzoeken onder ouders/verzorgers van het Scala College, schooljaar : een verslag

Ambulante Onderwijskundige Begeleiding voor leerlingen en studenten met een visuele beperking

RESULTATEN. Saenstroom OPDC, Wormerveer april 2018

1. Arbeidsmarktvraagstukken 2. Professionele werkomgeving 3. Kenniscentrum

Informatiepakket Leerlabs

Als je te weinig van een kind verwacht, komt er niet uit wat er in zit. Onderwijsminister Marja van Bijsterveldt INTERVIEW

Doorverwijzen naar het voortgezet onderwijs

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Toelichting ontwikkelingsperspectief

Ambulante Onderwijskundige Begeleiding voor leerlingen en studenten met een visuele beperking

april 2019 Stichting leerkracht Elke dag samen een beetje beter

Directiestatuut van de stichting Voortgezet Montessori Onderwijs Nijmegen en Groesbeek e.o. Herziene versie, 1 februari 2018

EFFECTEN VAN DE WEEKEND- SCHOOL VAN STICHTING WITTE TULP. - eindrapport - dr. Marga de Weerd. Amsterdam, november 2009

KINDEREN LATEN LEREN Strategisch beleidsplan SKO Flevoland en Veluwe. Ontwerpers van onderwijs voor de 21ste eeuw

De datateam methode. Onderzoeksbevindingen en praktijkervaringen. Succesexpo School aan Zet , Eindhoven Lisa Moonen en Kim Schildkamp

Primair Onderwijs po Voorgezet onderwijs vo

Onderwijs op maat voor jou!

Juridische medewerker

2016D04781 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Visie op ouderbetrokkenheid

Verslag ouderavond FIT(s) OP DE KRING

Spreektekst Jaarverslag OCW

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen

vaardigheden - 21st century skills

Wij zijn Kai & Charis van de Super Student en wij geven studenten zin in de toekomst.

Hoofdlijn advies. Wat vind jij? Laat het ons weten op: Persoonlijke ontwikkeling. Basiskennis en -vaardigheden. Vakoverstijgend leren

Tweede Kamer der Staten-Generaal

filmpje bewindslieden (

Schoolportretten bij onderzoek naar examens in extra vakken / vakken op een hoger niveau

Excellente docent in de mbo-praktijk

TOPmavo. Als je graag wilt leren, zelfstandig kunt werken en wilt laten zien wat je in huis hebt, dan zul je je prima thuis voelen op onze TOPmavo.

2017D04668 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

MAATWERK VERBINDEN OPMAAT NAAR DE TOEKOMST DRAAGVLAK 1

Er is nooit een verliezer / 30

Onderzoek Passend Onderwijs

ICT IN HET BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS SCHOOLJAAR 2007/2008 TECHNISCH RAPPORT

Verbeterplan OBS De Winde

Nieuwsbrief passend onderwijs

Over het Vecht-College

Conferentie: 23 mei Wat levert het op? Opbrengsten van opbrengstgericht werken voor leerlingen, de school en u. Overzicht workshops

Havo. Al jaren een goede opleiding met ruimte voor je eigen talent, met eventueel vakken op vwo-niveau of eerder havo-examen doen.

Functieprofiel ICT Adviseur

User Centered Design. Personas ontwikkelen

Procedure schoolverlaten

Bekwaamheidsdossier. februari 2006 O. OC0602_p8_12 Personeelsbeleid2.i :29:26

Doorstromen, vertragen en versnellen.

Porta Mosana College vwo en havo goed beoordeeld door Elsevier

Vroeg vreemdetalenonderwijs. Visiedocument

Onderzoek naar gebruik, waardering, impact en behoefte aan LOB onder scholieren en studenten.

FLEXIBILISERING VAN CENTRALE TOETSEN EN EXAMENS

SCHOOLONTWIKKELPLAN SAMEN UNIEK

De leerkracht en het talentvolle kind. Symposium Passend onderwijs en Hoogbegaafdheid 20 november 2013

Al lid van een kennisgemeenschap?

De beste basis voor je toekomst

Vacatures Raad van Toezicht CVO Noord-Fryslân

Schoolleider tussen functie en beroep

Gemaakt door: Lysanne Wolbers Menno Akkerman Tessa Heijerman

Help, ik zit in de OR! Meer dan 200 Gouden tips voor de ondernemingsraad

21 e eeuwse vaardigheden inzetten in het voortgezet onderwijs. Maaike Rodenboog, SLO

Informatie-avond vo. - Welkom

De voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus EA Den haag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nederlands (2 e graad); 12 lesuren

ONDERZOEK NAAR KEUZE VAN LEERLINGEN! VMBO-BASIS/KADER VOOR DE RICHTING BWI/BOUW!

Docenten die hun onderwijs meer willen afstemmen op de individuele verschillen tussen leerlingen en hun leeropbrengst willen vergroten.

Hondsrug College. School Ontwikkelings Plan Onderwijs op maat. Het Hondsrug College, een slimme start voor je toekomst!

December Betreft: de overgang van primair naar voortgezet onderwijs. Geachte ouders/verzorgers,

Praatplaat: de Uitdaging in beeld

Spellingcontrole mag aan voor kandidaten met dyslexie. Afschaffing loting bij opleidingen met een numerus fixus

EEN WERELD SCHOOL. lyceum (h)tl vakcolleges (b/k) lwoo. vmbo theoretische leerweg HTL-route voor leerlingen die naar de havo willen.

Ruimte voor Talent in Gelderland Professionaliseringstrajecten Excellentie, Wetenschap en Techniek

NAAR VERNIEUWD TOEZICHT EXCELLENTE SCHOLEN

Transcriptie:

Magazine voor voortgezet onderwijs / juni 2013 / jaargang 7 magazine 7 k Wiebe Wieling (Piter Jelles) over schooladviezen k Omgaan met krimp k Roadmap leermiddelen: de sector stuurt k Leraar is moreel voorbeeld, vindt Wouter Sanderse

In dit nummer Wiebe Wieling Afstromen is demotiverend voor kinderen en een slecht rendement doet scholen geen goed. De bestuurder van het Friese Piter Jelles ontwikkelde een ander plaatsingsmodel, met een hoofdrol voor het Cito-volgsysteem. 8 Op verzoek Het aanbod van leermiddelen past niet altijd bij de behoeften. Daarom trekt de vo-sector de regie naar zich toe. In november moet er een programma van eisen liggen. De uitgevers juichen dat toe. 14 Twitterrector Tomas Oudejans van het Theresialyceum in Tilburg adviseert collega s over het omgaan met social media binnen de school. Elke avond kijken wat er wordt getweet over je school hoort er gewoon bij. 18 Beroepsprofiel Het beroepsprofiel voor schoolleiders is klaar. Geen meetlat, maar een ontwikkelinstrument, zegt ontwikkelaar Meta Krüger. Rector Arend Smit is het daarmee eens: Het gaat erom dat je anticipeert op de behoeften van je school en de samenleving. 24 2 VO-magazine 7 / juni 2013

VOORWOORD Afbouwen Gewoon doorzwoegen tot je 67e, is dat haalbaar? We moeten als sector slimme oplossingen bedenken. 28 Dossier: krimp Ook voor minder leerlingen moet er straks kwalitatief goed en gevarieerd onderwijs zijn. Drie schoolbestuurders vertellen hoe zij omgaan met krimp. En dat is niet alleen voor scholen in de traditionele krimpregio s relevant. 34 Rolmodel Een leraar onderwijst leerlingen niet alleen in zijn vak, maar ook in het mens-zijn, vindt Wouter Sanderse. 40 En verder 4 Kort 5 Ik zou altijd nog eens 22 VO in beeld 27 VO in debat 33 Veelgestelde vragen 39 Column Hendrik-Jan van Arenthals 42 Wie werkt waar / Agenda / Colofon SJOERD SLAGTER / VOORZITTER In mijn laatste voorwoord voor de zomervakantie opnieuw aandacht voor de steeds nijper wordende financiële situatie van scholen. Stille bezuinigingen slaan een steeds groter gat in de begroting. Ook de inmiddels bekende combinatie van dure BAPO-kosten, nullijn, verhoogde premies en de kosten van het Convenant Leerkracht, is er de oorzaak van dat de financiële positie van scholen blijft verslechteren. Tel daar de bezuinigingen van achtereenvolgende kabinetten bij op en het is uitermate verklaarbaar dat besturen in zwaar weer verkeren. Tegelijkertijd blijft het kabinet roepen dat de onderwijssector gespaard wordt. Mede daarom heeft de VO-raad de Algemene Rekenkamer vorig jaar al verzocht de financiële situatie van scholen te onderzoeken. Ik ben blij dat het ministerie dit verzoek nu honoreert. De eerste resultaten worden voor de begrotingsbehandeling gepresenteerd. Als daar uitkomt wat u en ik allang weten, namelijk dat de structurele bekostiging al jaren ver achterblijft bij de werkelijke uitgaven en kosten van scholen, dan hoop ik dat het kabinet passende maatregelen niet langer zal uitstellen. Die almaar achterblijvende bekostiging is tevens de reden waarom wij ondanks het moeizaam verlopende proces aangeschoven blijven bij de onderhandelingstafel over het Nationaal Onderwijsakkoord. Het kabinet zelf verwacht er voor de begrotingsbehandeling uit te komen. Of dat gaat lukken blijft onzeker. Als het aan mij ligt, zet ik zo snel mogelijk mijn hand tekening onder een akkoord want alleen een akkoord geeft recht op de toegezegde 260 miljoen. Geld dat hard nodig is om de financiële druk voor scholen nog enigszins te kunnen verlichten. Met een akkoord is het verhaal nog niet af. Wat volgt is een sector akkoord waarin we harde afspraken gaan maken over onderwijstijd en functiemix, afspraken die scholen pas echt verlichting zal brengen. Vervolgens is het aan de cao-tafel om de bal verder in te koppen. Ook dat zal geen makkelijk te bewandelen weg worden. Voor onze delegatie is er echter geen andere keuze dan te komen tot een eigentijdse en betaalbare cao zonder dure ontzie-regelingen. Gelukkig bleek tijdens de Algemene Ledenvergadering dat de leden ons breed steunen. Hierdoor voelen de onderhandelaars zich enorm gesterkt. Wij hopen dit zichtbaar te maken in de uiteindelijke resultaten. Voor straks alvast een prettige vakantie toegewenst. Wij onderhandelen nog wel even door! VO-magazine 7 / juni 2013 3

kort politiek Lees wat er speelt in Den Haag:» www.vo raad.nl/dossiers/politiek KRimp EN ONTGROENiNG VO raad vraagt aandacht voor krimp in het VO:» www.vo raad.nl/dossiers/krimp enontgroening cao OVERLEG De actuele stand van zaken op:» www.vo raad.nl/dossiers/cao vo onderzoek rekenkamer financiële staat vo De Algemene Rekenkamer doet de komende maanden op verzoek van het ministerie van OCW onderzoek naar de financiële situatie in het vo. Vorig jaar al heeft de VO raad een vergelijkbaar verzoek ingediend bij de Rekenkamer. De VO raad is blij dat de Rekenkamer dit onderzoek nu daadwerkelijk gaat uitvoeren. De Reken kamer moet de precieze onderzoeksopzet nog bepalen, maar zal in elk geval de ontwikkeling van de kosten en de bekostiging van scholen in de afgelopen jaren analyseren. Ook wil de Rekenkamer inzicht verschaffen in de vraag hoe groot de stuurruimte is voor besturen in hun bekostiging. Welk deel van de bekostiging kunnen zij aanwenden voor het maken van eigen beleids keuzes? De Rekenkamer heeft de VO raad gevraagd vijftien schoolbesturen aan te dragen voor een nadere analyse van hun financiële situatie. Van deze school besturen selecteert de Rekenkamer er tien. Mede op basis van de analyses zal de Rekenkamer conclusies trekken. Wilt u uw bestuur aanmelden? Neem dan contact op met Gert Jan van den Berg via gert janvandenberg@vo raad.nl. Dat kan tot 21juni. Zie ook het dossier Bekostiging op www.vo raad.nl keuzevrijheid in AAnpAk pesten Een meerderheid van de Tweede Kamerfracties vindt dat scholen de vrijheid moeten behouden om een plan van aanpak tegen pesten te kiezen dat past bij hun eigen specifieke situatie en veiligheids beleid. Daarmee ondersteunen ze het pleidooi van de VO raad en PO Raad. Dit bleek uit het debat tussen staats secretaris Dekker en de Tweede Kamer op 28 mei over het plan van aanpak tegen pesten in het onderwijs.in aan loop naar dit debat stuurden de VO raad en PO Raad een gezamenlijke brief over het plan van aanpak pesten naar de Vaste Kamer commissie OCW. In deze brief benadrukten de VOraad en PO Raad ook dat het aan de scholen zelf is om zich via Vensters VO en PO te verantwoorden over hun anti pestbeleid. De Inspectie moet hier geen grotere rol in krijgen. Als eerstvolgende stap wordt onder leiding van het NJI nu een expertgroep samengesteld die criteria gaat opstellen om de beschik bare anti pestaanpakken te valideren. Dekker riep scholen op om eigen methodes, die volgens hen goed werken, door te geven aan het NJI en deze op effectiviteit te laten beoordelen. Zie ook het dossier Pesten op www.vo raad.nl vo-academie in De regio De VO academie bevordert de professiona lisering van schoolleiders en bestuurders in het VO onder meer door het organiseren van scholing (smogelijk heden) op basis van de opleidings behoeften in de sector. In het najaar worden drie regionale bijeen komsten georganiseerd waar u kunt ervaren welke mogelijk heden de VO academie u kan bieden. Iedere bijeenkomst wordt geopend met een visie op de professionalisering van school leiders door één van de volgende sprekers: Sander Dekker (staats secretaris OCW), Geert ten Dam (voorzitter Onderwijsraad) of Annette Roeters (inspecteurgeneraal onderwijsinspectie). Daarnaast zijn er workshops over het beroeps profiel, de basis opleiding, informeel leren, school leiders register en verdieping leiderschap op gebied van HRM. De bijeenkomsten vinden plaats op 9 en 23 september en 7 oktober van 16.00 20.00 uur inclusief buffet. Meer informatie over het definitieve programma en de locaties volgt op www.vo academie.nl 4 VO magazine 7 / juni 2013

WERK IK ZOU ALTIJD NOG EENS neem Deel AAn pilot Beroepsprofiel Het actuele beroepsprofiel schoolleiders VO is per 30 mei beschikbaar als brochure en pdf. De VO academie biedt 12 scholen/teams van schoolleiders de kans om in een pilottraject onder begeleiding van trainers te leren werken met dit profiel. Tijdens de ALV van 30 mei is het eerste exemplaar van de brochure beroepsprofiel schoolleiders VO aan de voorzitter van de VO raad overhandigd. Het beroepsprofiel beschrijft de basiscompetenties waarover schoolleiders in het voortgezet onderwijs dienen te beschikken en kan als handvat dienen voor verdere professionalisering. Het profiel wordt begeleid door een handreiking en een digitaal instrument waarmee schoolleiders de basiscompetenties kunnen vertalen naar hun eigen specifieke schoolsituatie, een self assesment kunnen uitvoeren en feedback aan collega s kunnen vragen. Wilt u onder begeleiding aan de slag met het beroepsprofiel? Meld u aan voor de pilot beroepsprofiel via de website van de VO academie. Dit kan tot 1 juli. De handreiking en het digitale instrument zijn vanaf medio juni beschikbaar op www.vo raad.nl en de website van de VO academie. Zie ook het dossier Beroepsprofiel op www.vo raad.nl en het artikel over het beroepsprofiel op pagina 24 van dit VO magazine Een rubriek over toekomstdromen, dichtbij en veraf, in werk en privéleven. Ditmaal Claire Arts, vestigingsdirecteur van het Eckart College, Eindhoven. MEER AFSTEMMEN OP DE ARBEIDSMARKT Ik zou ons onderwijsaanbod graag heel goed aansluiten op ontwikkelingen in de maatschappij en op de werkgelegenheid in deze regio. Dat is zeker in deze tijd belangrijk. Wij zijn een begaafdheidsprofielschool. Ons technasium richt zich op leerlingen van havo en vwo. We willen echter ook met onze mavoleerlingen een stap zetten met het oog op de arbeidsmarkt in deze regio. Dat gaan we nu samen met een aantal andere scholen doen. De meeste mbo studenten blijven in hun eigen regio, en in deze regio is het tekort aan technische mensen groot. Het gaat ons erom dat leerlingen binnen de beroepsopleidingen die ze kiezen, oog krijgen voor techniek, ook als ze later in de zorg of bijvoorbeeld artistieke beroepen gaan werken. Maar de bedoeling is zeker ook dat meer leerlingen een technische vervolgopleiding gaan kiezen. Vanaf de tweede klas worden onze leerlingen in contact gebracht met bedrijven, en dat vinden ze echt interessant. Ze gaan ook meewerken aan technische projecten. Het projectmatig werken lijkt goed aan te slaan bij deze doelgroep. Binnen onze mavo hebben we vakken gekoppeld tot een aantal leergebieden, en we hebben daardoor de motivatie van leerlingen zien groeien en de uitstroom zien verminderen. We blijven wel telkens zoeken naar het juiste evenwicht: vakken integreren is leuk, maar de leerlingen moeten wel voor elk vak apart examen doen en daar willen we hen ook goed op voorbereiden. Tegelijkertijd blijven we zoeken naar manieren om flexibeler te werken. De nadruk ligt nu wel erg op de kernvakken. De onderwijstijd moet op orde zijn; we zitten in een vrij strak stramien. Het zou mooi zijn als er meer ruimte werd geboden aan scholen die hun onderwijsresultaten op orde hebben. Ik zou dan algemeen maatschappelijke vaardigheden in het curriculum op willen nemen, zoals debatteren, redeneren en presenteren. k VO magazine 7 / juni 2013 5

kort 1 MINUUTJE Via de Overstap Service Onderwijs (OSO) kunnen de leerlingdossiers van 175.000 basisschoolleerlingen voortaan digitaal naar de nieuwe school worden overgeheveld. De stichting Schoolinfo nam het voortouw bij de ontwikkeling van OSO. inmiddels hebben 405 scholen in Nederland zich gekwalificeerd om hiermee te kunnen werken. Een daarvan is het Rembrandt college in Veenendaal. hoofd administratie Emile heikamp vertelt. De grote bruine envelop is binnenkort voorgoed verleden tijd. Daar kijken we nu al naar uit! De huidige methode met papieren dossiers is omslachtig. We zijn dit jaar voor 350 nieuwe leerlingen bij elkaar drie dagen bezig geweest met het handmatig invoeren in ons administratie systeem. En dat wordt minder? OSO is efficiënt, snel en toekomstgericht. Volgend jaar hoeven we nog maar vier gegevens per leerling in te voeren en daarna halen we de leerlingdossiers op die de basisscholen voor ons hebben klaargezet. 95 procent van het hele proces is dan met één druk op de knop klaar en alles wordt eenduidig opgeslagen. Dat scheelt ons veel werk, en ook de kans op typefouten is veel kleiner. Wat heeft uw school gedaan om klaar te zijn voor OSO? We hebben gekeken of onze software geschikt is, en hebben een test gedaan met uitwisselen. Nadat enkele kleine onvolkomenheden in de software zijn verholpen, zijn we nu gekwalificeerd. In de regio moet je natuurlijk afspraken maken over het digitaal overdragen, en ook over wat je precies uitwisselt. Maar ik ga ervan uit dat dit goed zal gaan. We wisselen nu immers ook al informatie uit met BRON (Basisregister onderwijs, red.). u weet straks bij binnenkomst al heel veel over elke leerling. Dat klopt, ook omdat er ook bijvoorbeeld handelings plannen digitaal meegestuurd kunnen worden, wat voor mentoren en de zorgcoördinator natuurlijk heel fijn is. Uiteraard worden alle regels omtrent de privacy gewaarborgd. Zo hebben alle ouders vooraf inzage in de informatie die over hun zoon of dochter wordt gecommuniceerd aan hun nieuwe school en hebben zij ook inspraak hierin. Tot april 2014 is de aanmelding voor OSO kosteloos. Kijk voor meer informatie op www.overstapservice onderwijs.nl of bel met OSO, tel.030 232 48 90. kamer stemt over moties governance De Tweede Kamer heeft op 4 juni gestemd over moties die waren inge diend tijdens het notaoverleg over governance. Centrale punt in dit overleg was versterking van de medezeggen schap. De staatssecretaris beloofde in het notaoverleg om in het najaar een brief aan de Kamer te sturen over medezeggenschap. Hij zal waarschijnlijk in deze brief ook aangeven hoe hij de op 4 juni aangenomen moties wil gaan uitvoeren. Eén van de moties die door de Kamer is aangenomen is een motie van de SP over aanpassing van de WMS op 4 punten. Het gaat dan om wijziging op de volgende onderwerpen: het recht op rechtsbijstand, de beslechting van nalevingsgeschillen en de mogelijkheid om nietigheid van besluiten in te roepen. Ook wil de Kamer dat het scholingsbudget voor de MR recht streeks naar de MR gaat. Zie voor meer informatie over de moties het dossier Goed bestuur op www.vo raad.nl neem een excellente AcADemicus AAn Afgelopen maart ontving het trainee programma Eerst de Klas (EDK) een recordaantal sollicitaties voor de nieuwe lichting, die na de zomervakantie start. De kandidaat trainees hebben een strenge selectie ondergaan. Een aantal van hen zoekt nog een school waar ze aan de slag kunnen. In het tweejarige programma Eerst de Klas werken de trainees 3 á 4 dagen per week op een middelbare school, halen een onder wijsbevoegdheid en volgen één dag per week een leiderschapsprogramma dat is vormgegeven en ingevuld door toonaangevende organisaties in Nederland als Shell, Philips, UWV en Rabobank. Scholen die deelnemen aan EDK hebben twee jaar lang parttime de beschikking over een trainee (60% in het eerste jaar, 80% in het tweede jaar), die breed ingezet kan worden als docent en bijvoorbeeld als onderzoeker bij het opzetten van een nieuwe sectie of het ontwikkelen van een vak. De vergoeding voor scholen is dit jaar gestegen van 9.000 naar 11.000 euro per trainee uit de zij instroom subsidie. Bent u geïnteresseerd in het aannemen van een excellente aca demi cus? Kijk op www.eerstdeklas.nl voor meer informatie en een overzicht van de kandidaat trainees die nog een werk plek zoeken. Zie ook het dossier Professionalisering docenten op www.vo raad.nl 6 VO magazine 7 / juni 2013

PRIVÉ IK ZOU ALTIJD NOG EENS Algemene ledenvergadering 30 mei Op donderdag 30 mei vond de Algemene Ledenvergadering van de VO raad plaats. Er werden stevige maar goede discussies gevoerd en eensgezind een aantal belangrijke keuzes gemaakt. Ongeveer 120 schoolbestuurders gingen in gesprek over actuele thema s: het Nationaal Onderwijs akkoord, de cao en het Convenant LeerKracht. De ALV bevestigde het mandaat met betrekking tot onderwijstijd, functiemix en huisvestingsgelden. Er was ook brede steun voor de inzet van de VO raad om de zeggenschap van leraren te regelen via een professioneel statuut. Samen met de Onderwijs coöperatie heeft de VO raad een statuut opgesteld; we hopen dat dit snel steun krijgt. Ook werd gesproken over het versterken van de bestuurskracht. De ALV stelt vast dat de VO raad via een monitoringscommissie code goed bestuur met leden het gesprek over versterking van de bestuurskracht zal voeren. De monitorings commissie zal in september 4 leden vergaderingen in het land organiseren om te discussiëren over de code goed onderwijsbestuur, en de naleving ervan. Leden onderstrepen dat in de afspraken voldoende bestuurlijke daadkracht behouden moet blijven. De ALV ging daarnaast akkoord met de ondertekening van een tripartiete over eenkomst rond de personele gevolgen Passend Onderwijs. De ALV benadrukt het belang van een duidelijk onder scheid tussen lwoo en pro. Ook werd er gesproken over het visie document van de commissie Leer middelen. De ALV stemt in met de lijn die de advies commissie voorstelt in het Visiedocument Leer materialenketen VO, waarin de vraag wordt beantwoord hoe sectorbreed, toekomstgericht leermiddelenbeleid gerealiseerd kan worden. MEDIATION VOOR PUBERS EN OUDERS Ik zit hier nog maar net als vestigingsdirecteur, en ik kan m n ei helemaal kwijt. Ik ben voornamelijk bezig met onderwijs en personeel, en dat vind ik heerlijk. Maar als ik dan toch moet dromen over iets anders Ik heb samen met een bevriende collega een opleiding gedaan in mediation, en wij waren eigenlijk van plan om ons te gaan richten op mediation tussen pubers die vastlopen in het onderwijs en hun ouders. Het contact tussen die twee partijen loopt vaak vast op de communi catie, en het leek ons heel nuttig om ons daar op te richten. Het zou ook nog wel eens een gat in de markt kunnen blijken, want volgens ons is bijna niemand daar zo specifiek mee bezig. Het is een spannende vorm van mediation omdat de twee partijen natuurlijk niet geheel gelijkwaardig zijn. Maar wij vinden het wel belangrijk om de jongere serieus te nemen. Ook zou ik dolgraag nog eens een heel concreet beroep hebben. Ik zie mezelf dan op een boerderij in de Provence wroeten met m n handen in de aarde. En dan s avonds lekker moe zijn na zo n dag van fysieke arbeid. Zie ook het artikel over leer middelen op pagina 14 van dit VO magazine VO magazine 7 / juni 2013 7

INTERVIEW Wiebe Wieling (Piter Jelles) initieerde nieuw plaatsingssysteem Afstroom is oneerlijk tegenover kinderen 8 VO-magazine 7 / juni 2013

Sinds twee jaar is in Noord-Friesland het Cito-volgsysteem en niet de Cito-eindtoets leidend voor plaatsing in het voortgezet onderwijs. Wiebe Wieling van de Piter Jelles scholengroep uit Leeuwarden, Kollum, Dokkum en St. Annaparochie, legt uit hoe vo en po succesvol samen werken om tot passende plaatsing van iedere leerling te komen, met eliminatie van de shoppende ouder. Zestig procent havo/vwo-advies was een ongeloofwaardige situatie. Tekst: Hanneke van der Linden / Fotografie: Josje Deekens Wiebe Wieling is voorzitter van het eenhoofdig college van bestuur van Piter Jelles, een scholengroep met elf scholen in het voortgezet onderwijs in het noorden van Friesland, variërend van praktijkonderwijs en vmbo tot en met gymnasium. Daarnaast is hij voorzitter van Vereniging De Friesche Elf Steden. Hij is een begenadigd communicator en dat is niet in de laatste plaats doorslaggevend geweest voor het ontstaan van een bijzondere samenwerking tussen het Friese primaire en voortgezet onderwijs. Samen zijn zij gekomen tot een systeem van schooladviezen gebaseerd op het Cito-leerlingvolgsysteem in plaats van de Cito-eindtoets. Vanaf het volgende schooljaar werken alle Friese scholen voor primair en voortgezet onderwijs met deze Friese plaatsingswijzer. Wat was de reden om de Cito-eindtoets los te laten als bepalende factor voor de plaatsing van leerlingen in het vo? De Cito-eindtoets brengt bij lange na niet de potentie van een leerling in beeld. Het is een test die gericht is op een paar onderdelen, met name de cognitie. Bovendien is het te zot voor woorden dat slechts één moment opname bepalend is voor waar een leerling terecht komt, terwijl je met het leerlingvolgsysteem de gegevens van drie jaar basisonderwijs in handen hebt. Met het leerlingvolgsysteem zijn leerlingen intensief gevolgd en zijn al hun resultaten in kaart gebracht, daar baseren we ons op. Maar er speelt meer: Er is in het verleden veel te vaak op een te hoog schoolniveau geadviseerd, met als gevolg gedemotiveerde leerlingen en enorme afstroom. Natuurlijk willen we iedereen de beste kansen bieden, maar in het verleden leidde dat tot pseudo-kansen. Als je een leerling met mavopotentieel zegt dat die naar de havo kan, geef je de leerling geen eerlijke kans. Die leerling moet na een jaar of twee, drie, toch afstromen, terwijl met het huidige plaatsingsbeleid de afstroom minimaal is en er wel opstroom plaatsvindt. Kinderen beginnen nu op de goeie plek aan hun middelbare school en daar is zowel het onderwijs als het kind mee gediend. Is het niet zo dat het voortgezet onderwijs gewoon heel graag slagende kinderen wil, vanwege de rendements eisen? Nee, het probleem was de afstroom. Die was enorm en dat vind ik niet eerlijk tegenover kinderen. Het is zo demotiverend voor ze. Soms was het zo erg dat kinderen van gymnasium afzakten tot vmbo-t. Alle schoolbesturen hadden last van rendementsproblemen door afstromende leerlingen Maar goed, ik zal niet verhullen dat het rendement en de getallen ook niet op orde zijn als de leerlingendoor stroom op een school niet op orde is. Alle schoolbesturen hadden last van rendementsproblemen als gevolg van afstromende leerlingen. Piter Jelles was niet de enige onderwijsorganisatie die door de verkeerde adviezen kwaliteits- en rendementsproblemen opliep. Omdat alle Friese scholen een succesvolle schoolloopbaan voor een leerling willen, zijn we overtuigd geraakt van de noodzaak iets te veranderen in de plaatsingsprocedure. De bereidheid om het samen aan te pakken, is groot. Waaróm hebben de Friese basisscholen zo lang te hoog geadviseerd? Het clichébeeld dat Friesland niet ambitieus zou zijn, gaat niet op. Er is druk van ouders die willen dat hun kind hogerop gaat, zoals de getallen bewijzen. Voor het systeem in werking trad, hadden we hier in de stad Leeuwarden 60 procent leerlingen met havo/vwo-advies. Dat is onverantwoord hoog. Dit jaar is het percentage aanmeldingen havo/vwo 47, dat is normaler. Havo en vmbo-t zijn gegroeid ten koste van havo/vwo en dat moest ook, want havo/vwo was veel té groot. De grootste opstroom vindt plaats tussen vmbo-t en havo, terwijl het probleem zich momenteel op het vwo bevindt, waar nog te veel havisten in de klassen 4, 5 en 6 zitten. Ik begrijp het wel, hoor. Als vader wilde ik ook liever dat mijn zoon met mavoadvies naar de havo ging. Met heel VO-magazine 7 / juni 2013 9

INTERVIEW veel kunst en vliegwerk heeft hij het toevallig gehaald, maar achteraf vind ik eigenlijk dat we het niet hadden moeten doen. Blijkbaar ben ik er zelf ook schuldig aan. Overigens ben ik ervan overtuigd dat het niet alleen een probleem van ambitieuze Friezen is, het is een landelijk probleem. Er wordt steeds meer van buiten Friesland naar ons systeem gekeken, en we krijgen veel aanvragen voor informatie van scholen uit het hele land. Veroorzaakt de nieuwe manier van plaatsen geen leerlingenstroom naar andere scholen voor voortgezet onderwijs in de regio? Nee, met de Friese plaatsingswijzer voorkomen we dat juist. We hebben een werkgroep opgericht met scholen uit de regio, zoals CSG Comenius, het Nordwin College, het Gomarus College en het christelijk gymnasium Beyers Naudé. We zijn de dialoog aangegaan omdat iedereen precies dezelfde problematiek kent als wij. In Leeuwarden bijvoorbeeld zijn CSG Comenius en Piter Jelles samen opgetrokken en hebben we elkaar volledig vastgehouden in deze kwestie. Juist om shoppende ouders te vermijden. Want als een leerling bij ons niet de gewenste plaatsing kreeg, ging men gewoon naar een andere school in de regio. Nu kan dat niet meer. Laat alle bestuurders met grote ego s die opzijschuiven en meer gaan samenwerken Hoe werkt het nieuwe systeem? In het schooljaar 2010-2011 heeft Piter Jelles voor het eerst intern en samen met alle basisscholen die aan ons leveren, een plaatsingssysteem ontwikkeld dat gebaseerd is op het leerlingvolgsysteem van groep zes, zeven en acht. Naast het leerlingvolgsysteem is het advies van de basisschool leidend, maar er zitten wel randvoorwaarden aan. Een plaatsing moet voldoen aan criteria die we samen hebben opgesteld en dat is een combinatie van de uitkomsten van het leerlingvolgsysteem met getalsmatige grenzen. Op die manier komen we tot vier profielen waarin leerlingen worden onderverdeeld. Met profiel één, het profiel met opstroompotentie, komt een kind automatisch op de plek waar hij of zij thuishoort en met het basisprofiel, nummer twee, is dat ook zo. Dan volgen er twee bespreekprofielen. Een leerling valt bijvoorbeeld in een bespreekprofiel als hij of zij op getalsmatige gronden niet naar de havo kan, maar de basisschool daar een dusdanige verklaring voor heeft dat het wel mogelijk lijkt. Het vierde en laatste profiel noemen we het disharmonische profiel. Dan zijn er duidelijk aanwijsbare redenen waarom een leerling anders geplaatst moet worden dan het leerlingvolgsysteem laat zien. Dat zijn kinderen met relevante diagnoses zoals dyslexie of ADHD. Deze vier profielen zijn vastgelegd met de grenzen en criteria die daarbij horen. En wie hakt dan de knoop door? We hebben een plaatsingscommissie die alle aanvragen volgens dit systeem beoordeelt. In de plaatsingscommissie zitten vijf mensen, onder wie onze zorgcoördinator, een orthopedagoog en twee vakmensen uit het primair onderwijs. Zij hebben vanuit hun kennis en ervaring goed zicht op wat realistische adviezen zijn en wat niet. Ouders kunnen naar iedere school hier in de regio gaan. Maar het advies blijft Met aanvullende gegevens van het basis onder wijs, de uitkomsten van de drempel- en Cito-eindtoets, nemen zij een bindend besluit dat automatisch ook door de andere Friese scholen wordt overgenomen. Dus als ouders met hun kind naar de havo willen terwijl de plaatsingscommissie zegt dat het op de mavo thuis hoort, dan kunnen ze naar iedere school hier in de regio gaan. Maar het mavoadvies blijft. Werkt het? Wordt het aantal verkeerde adviezen hiermee teruggedrongen? In het eerste jaar was er een directeur van een van de overkoepelende basisschoolorganisaties die zeer scherp was op de adviezen. Hij verbaasde zichzelf over de vele niet-passende adviezen en schrok ervan: er waren maar liefst honderd adviezen die hoger waren dan ze op basis van de plaatsingswijzer eigenlijk hadden moeten zijn. Daarna is het primair onderwijs zich veel bewuster geworden van het feit dat er veel te hoog verwezen werd. In de drie jaar dat we met het nieuwe plaatsingssysteem bezig zijn, is het effect goed zichtbaar. Van de ongeveer achthonderd aanmeldingen die we jaarlijks krijgen, heeft het merendeel profiel één of twee. Daar hebben we verder geen omkijken naar, dat is slechts een kwestie van even controleren. Bij de bespreek- en disharmonische profielen is er overleg tussen de plaatsingscommissie en de aanleverende basisschool. Van de achthonderd aanmeldingen zijn er nu nog maar ongeveer vijftig die in profiel drie of vier vallen. Maar wat als de ouders of de school het echt niet eens zijn met een advies van de plaatsingscommissie? Dan is er de mogelijkheid een beroepsprocedure aan te vragen. In het begin van het plaatsingssysteem zagen we tien tot vijftien gevallen waarin ouders van die 10 VO-magazine 7 / juni 2013

De afstroom is geminimaliseerd, terwijl er wel opstroom plaatsvindt Elk jaar zijn er in de procedure details aangepast zodat het nog beter werkt. De afgelopen jaren is het overleg tussen de basisscholen en het voortgezet onderwijs daardoor geoptimaliseerd. Zowel de protestantschristelijke als de openbare- en rooms-katholieke koepels in het primair onderwijs hebben behoefte aan duidelijkheid. Dat is de reden waarom het plaatsings systeem, na het eerste jaar alleen in Leeuwarden, inmiddels bij alle Noord-Friese basis scholen is ingevoerd. Iedereen, zowel leerling als school, is erbij gebaat dat kinderen op de juiste plek aan hun middelbareschoolloopbaan beginnen. mogelijk heid gebruik hebben gemaakt. Toen ging het nog om een verschil van mening tussen de aanleverende school en de plaatsingscommissie, nu zien we een verschil van mening tussen ouders en het plaatsingsadvies van de basisschool. Zo goed zijn het primair en het voortgezet onderwijs hier in de regio inmiddels op elkaar ingespeeld. Omdat we heel precies met elkaar de grenzen hebben vastgesteld van waar een kind thuishoort, is het hele verwijzingstraject veel gemakkelijker geworden en is het aantal beroepszaken afgenomen. Heeft het primair onderwijs zich nooit bedreigd gevoeld in zijn autonomie als toeleverancier? De scholen in het basisonderwijs zijn heel positief, want we hebben het samen gedaan. Ja, het eerste jaar dat we dit deden, ontstond er bij hen soms gedoe. Dat wij gingen bepalen waar de leerling terecht kwam, in plaats van dat zij dat automatisch deden, gaf natuurlijk eerst wrijving. Maar we hebben samen doorgezet en elk jaar in het najaar met elkaar rond de tafel gezeten om het systeem te verbeteren, we hebben werkconferenties georganiseerd en samen naar de profielen en getallen gekeken. Alles in overleg met elkaar en dat heeft een steeds hechtere samenwerking tussen vo en po gebracht. Het po blijft ook een actieve deelnemer in het plaatsingssysteem. Behalve dat er standaard twee mensen uit het basisonderwijs in de plaatsingscommissie zitten, heeft het basisonderwijs elke keer meegedaan aan evaluaties van het systeem. Hoe hebt u het voor elkaar gekregen dat het hele primair en voortgezet onderwijs in de regio zich aan de afspraken houdt? Met veel respect voor elkaar. Open met elkaar communi ceren en veel praten. Niet op basis van verkeerde gronden, maar met eerlijke motieven. Oprecht zijn. We hebben het primair onderwijs hier heel intensief bij betrokken omdat we een echte samen werking willen. En wat onze concullega s in de regio betreft: je moet elkaar gewoon wat gunnen en elkaar niet bedonderen. Het interesseert mij niet zo veel of ik die laatste vijftig leerlingen nou wel of niet heb, want we hebben uit eindelijk allemaal belang bij een intensieve samenwerking. Dat levert ons allemaal voordeel op. Die zogenaamde concurrentie in het onderwijs is flauwekul wat mij betreft. Want waar hebben we het nou over? Over onderwijs! Dat is een maatschappelijke voorziening. Dus laat alle bestuurders met grote ego s die opzijschuiven en meer gaan samenwerken. Niet ten koste van alles, maar waar je er voordeel aan hebt om samen te werken, moet je het gewoon doen. Of ik als voorzitter van Vereniging De Friesche Elf Steden misschien makke lijker deuren open? Nee. Misschien is het niet helemaal uitgesloten, maar dat is niet het enige. Dat geloof ik niet. Ik ben gewoon naar mensen toegegaan en heb gevraagd of we het samen kunnen gaan doen. Dat heeft gewerkt. Wat heeft het nieuwe systeem op uw eigen school opgeleverd? Er is meer teamoverleg op de basisscholen tussen de leerkrachten van klas 6, 7 en 8. Ouders en kinderen oriënteren zich in groep 7 al op vervolgonderwijs en ouders weten vaak in groep 7 al waar hun kind thuishoort. In groep 8 wordt dat nog eens bevestigd. VO-magazine 7 / juni 2013 11

INTERVIEW CV Wiebe Wieling Geboren 15 december1955 Opleidingen 1979 1984 Sociale geografie en economie aan de Rijksuniversiteit Groningen. 1974 1977 PA, de Rijkspedagogische Academie te Leeuwarden. 1968 1974 Atheneum B, Rijksscholengemeenschap Leeuwarden. Werkervaring o.a. 2009 heden Voorzitter college van bestuur openbare scholengemeenschap Piter Jelles in Fryslân; 4000 leerlingen, 600 medewerkers. 2008 2009 Consultant. Uitvoeren van een haalbaarheidsonderzoek naar een nieuw internationaal kenniscentrum in Friesland. 2004 2008 Lid college van bestuur Hanzehogeschool Groningen. Lid landelijk Platform ICT en Organisatie van de HBO-Raad. 2002 2004 Voorzitter college van bestuur Van Hall Instituut en Hogeschool Larenstein. 1997 2002 Lid college van bestuur Van Hall Instituut. 1993 1997 Directeur opleiding Diergezondheidszorg. Start in 1996. Directeur opleidingen Landbouw in Groningen en Leeuwarden. 1993 1995 Directeur opleiding Levensmiddelentechnologie. 1991 1995 Directeur opleiding Agrologistiek. 1986 1996 Adjunct-directeur locatie Leeuwarden van Agrarische Hogeschool Friesland. 1984 1986 Docent economie aan de Rijks Hogere Burgerschool voor Levensmiddelentechnologie te Bolsward, voorzitter MR. Nevenactiviteiten 2006 heden Voorzitter Vereniging De Friesche Elf Steden. 2006 heden Voorzitter Raad van Commissarissen Rabobank Burgum-de Lauwers (gefuseerd 1-3-2008). Wiebe Wieling is getrouwd en heeft twee volwassen kinderen van 20 en 22 jaar Vervolgens komen de leerlingen op de juiste vervolgopleiding. Het aantal disharmonische profielen neemt elk jaar af en de afstroom is geminimaliseerd, terwijl er wel opstroom plaatsvindt. Opstromen kan op twee momenten in het jaar en daar wordt relatief meer gebruik van gemaakt dan vroeger. De adviezen kloppen en passen bij de organisatie en gebouwen die we hebben. Zo is onze mavo zowat geëxplodeerd. Waar we vroeger zestig aanmeldingen hadden, waren het er vorig jaar honderdzeventig. Een veel stabielere situatie wat ons betreft. Ook de havo is gegroeid en nu is het moment daar om met het vwo aan de slag te gaan, want daar zitten nog heel veel havisten tussen. Daardoor is zowel het slagingspercentage als het rendement van de bovenbouw niet voldoende. De inspectie begrijpt dat en geeft ons de tijd daaruit te groeien. Omdat het onderop weer een normale situatie is geworden, gaat dat lukken. Heeft Cito gereageerd op het plaatsingssysteem? Er is regelmatig overleg met het Cito, want Cito levert tenslotte ook het leerlingvolgsysteem aan de basisscholen. Ze denken mee en hebben belangstelling voor hoe het hier werkt met de plaatsingswijzer. Het systeem dat we nu hebben, is heel natuurlijk. Leerlingen worden op basis van drie jaar basisschool geadviseerd en dat is veel coherenter en gemakkelijker gebleken dan op basis van één momentopname. Adviezen passen steeds meer bij de plaatsing nu het Cito-leerlingvolgsysteem bepalend is geworden en niet de eindtoets. 12 VO-magazine 7 / juni 2013

ADVERTENTIE Laat leerlingen hun talenten maximaal ontplooien Als schoolleiding streeft u naar leerlingen die hun talenten maximaal kunnen ontwikkelen. Docenten spelen hierbij een cruciale rol. Een bevlogen docent is essentieel, om een positieve bijdrage te leveren aan de resultaten van leerlingen. Hoe creëert u als schoolleiding een omgeving waarin een docent bevlogen te werk gaat? Optimaal presteren met bevlogen leraren Er zijn verschillende omgevingsfactoren die invloed hebben op een bevlogen docent. Niet iedere school is hetzelfde, dus welke invloeden dat zijn, verschilt per organisatie. Hoe brengt u deze invloeden als schoolleiding in kaart? Een medewerkersonderzoek helpt u hierbij. Vanuit de sociale partners is daarom de wens ontstaan om een landelijk medewerkersonderzoek te creëren dat benchmarkcijfers oplevert voor de onderwijsbranche. Benchmark: hoge betrokkenheid, kansen voor bevlogenheid In schooljaar 2011/2012 deden Effectory en Kwaliteitscholen landelijk medewerkersonderzoek in het onderwijs. Uit de resultaten kwam de hoge werkdruk en het gebrek aan waardering in het VO naar voren. Opvallend, zeker in vergelijking met andere sectoren en zelfs vergeleken met PO, HBO en WO. In het VO is men tevreden, maar minder bevlogen. Een bevlogen medewerker is belangrijk, omdat die net dat stapje extra zet. Men ervaart wel plezier in het werk, staat achter de doelstellingen van de school en heeft goed contact met het team. Hieruit blijkt een bovengemiddeld hoge betrokkenheid. De uitdaging in de VO-sector lijkt dus om de bevlogenheid meer tot zijn recht te laten komen. De resultaten van schooljaar 2012/2013 maken wij in september bekend en zullen uitwijzen of de VO sector een positieve trend weet te realiseren. Een helder beeld van de werkbeleving van uw medewerkers Effectory en Kwaliteitscholen zijn door de sociale partners gekozen voor het landelijke VO-medewerkersonderzoek. Door een medewerkersonderzoek komt u in contact met uw medewerkers. Het geeft u handvatten om met hen het gesprek aan te gaan op thema s die binnen uw organisatie verbetering nodig hebben. U kunt direct met de resultaten aan de slag. Wilt u meer informatie over het creëren van verandering in uw onderwijsinstelling door het doen van een medewerkersonderzoek? Vraag de gratis brochure aan op www.effectory.nl/vo Marktleider in medewerkersonderzoek

bijpraten Roadmap naar vraaggestuurde leermiddelontwikkeling Sector aan het stuur Goed nieuws voor innoveren, professionaliseren en opbrengstgericht werken: op 30 mei heeft de ALV het visiedocument aangenomen dat is uitgebracht door de adviescommissie Leermiddelen van de VO-raad. Het visiedocument beantwoordt de vraag hoe sectorbreed, toekomstgericht leermiddelenbeleid gerealiseerd kan worden. Met een roadmap voor de vervolgactiviteiten. Tekst: Martijn Laman / Fotografie: Dirk Kreijkamp Nu de ALV heeft ingestemd met het visiedocument over leermiddelen, is de vraag aan Pieter Hendrikse, commissie lid en bestuurslid van Ons Middelbaar Onderwijs: hoe nu verder? Laten we ten eerste vaststellen dat dit een zeer markant moment is, zegt Hendrikse. Dit maakt onze branche sterker. Niet eerder hebben we als sector zo gezamenlijk vastgesteld hoe we aankijken tegen de ontwikkeling van digitaal leren en hoe leren zich de komende tijd in organisatorische zin gaat ontwikkelen. Ik ben er ook trots op dat we in de loop van dit jaar alle belangrijke marktpartijen aan tafel hebben gekregen. Het visiedocument maakt de zakelijke relatie met hen makkelijker. En, hoe vreemd dat ook klinkt, deze stap is eveneens belangrijk gezien de afschaffing van de gratis schoolboeken en het thema onderwijstijd. De minister heeft nog altijd niet laten weten welke richting zij daarmee op wil, maar het visiedocument zal ook de financier van ons onderwijs helpen bij de koerskeuze rondom dergelijke onder werpen. Bewegend speelveld Het complexe speelveld rond de leermiddelen voor het voortgezet onderwijs is flink in beweging, in de visie van de Adviescommissie Leermiddelen. Het wordt bijna een eufemisme als je je verdiept in wat er gaande is. Neem de technologische ontwikkelingen, waarvan de mogelijkheden theoretisch bijna onbegrensd zijn. Ze zullen leiden tot steeds meer digitale leermiddelen; ontwikkeld door traditionele en nieuwe aanbieders, én door docenten zelf. Ook de eisen aan leermiddelen veranderen. Scholen zoeken materiaal dat hun docenten zal helpen om hun onderwijs bij te sturen aan de hand van realtime analyses, differentiërend tot op individueel niveau. Scholen willen, kortom, materiaal dat leerlingen in staat stelt hun talenten optimaal te ontwikkelen; tegen beheersbare kosten, natuurlijk. Dan de leerling zelf: die is onderdeel van een steedse complexere populatie, die 21st century skills nodig heeft en uit wil gaan van persoonlijke nieuwsgierigheid en talenten. In reactie hierop, merkt de commissie, is de leer middelen markt (auteurs, uitgevers, distributeurs, dienstverlenende bedrijven) inderdaad flink in beweging gekomen. Traditionele en nieuwe spelers ontplooien tal van initiatieven om ervoor te zorgen dat leermiddelen ook de leerling van de 21e eeuw bieden wat zij nodig heeft. Maar van een feilloze choreografie is nog geen sprake; het ontbreekt aan een eensgezinde richting. Spelers ontplooien tal van initiatieven, maar van een feilloze choreografie is geen sprake Daardoor past het aanbod niet altijd bij wat docenten, schoolleiders en bestuurders nodig hebben, met name op het gebied van maatwerk, flexibiliteit en toegankelijkheid. Er worden dus kansen gemist die de sector niet wil missen. Een voorwaarde om daarin verandering te brengen, is een gezamenlijke regie vanuit de sector, die rekening houdt met de verschillen tussen scholen. Daarmee zijn we terug bij het visiedocument. 14 VO-magazine 7 / juni 2013

De foto s bij dit artikel zijn genomen op het Hondsrug College in Emmen Vraaggestuurd Hoe beter de link tussen leerling, leermiddel en docent tot stand komt, hoe beter dit is voor de ontwikkeling van de talenten van die leerling. Die link heeft baat bij een vraaggestuurde leermiddelenmarkt. Positief is dat de huidige ontwikkelingen het mogelijk maken dat de sector de regie naar zich toetrekt. Voor de VO-raad begint die regie bij een helder geformuleerde vraag van de sector en een programma van eisen dat de standaarden bevat rond het traject van ontwikkeling, levering, toegankelijkheid en gebruiksmogelijkheden van leermiddelen, zowel digitaal als in gedrukte vorm. Het is goed dat de sector regie wil voeren op de vraag en het aanbod aan de markt wordt gelaten. Daarmee zijn de kwaliteit en keuzevrijheid van leermiddelen in het onderwijs gediend, denkt Harold Rimmelzwaan, voorzitter van de Groep Educatieve Uitgevers. Ook Arend Smit, rector van het Corlaer College (zie kader) vindt het goed dat de sector daar waar het kan, de regie voert: Zo vermijden we dat we naast elkaar dezelfde dingen gaan ontwikkelen. Nieuwe aanbieders, zoals VO-content, kunnen een extra stimulans bieden om de keten te bewegen richting een innovatief en eigentijds leermiddelenbeleid. Knelpunten Maar de weg daarnaartoe kent ook obstakels. Traditionele leermaterialen worden momenteel aan geboden als kostbare totaalpakketten met een lange levenscyclus. Dat beperkt de flexibiliteit en de mogelijk heden tot differentiëren. Om dergelijke knelpunten op te lossen, kent het vervolgtraject een aantal voorwaarden. Bijvoorbeeld dat ontwikkelde leermiddelen via innovatie, digitalisering, en verdere ontwikkeling van learning analytics massamaatwerk ondersteunen en helpen om individuele leeropbrengsten zichtbaar te maken. Een randvoor waarde daarvoor is professionalisering van leiding gevenden en docenten. Zij moeten kunnen omgaan met deze leermiddelen en kunnen variëren en differentiëren aan de hand van de behoeften van individuele leerlingen. Verder is voldoende aanbod van leermaterialen in kleinere, flexibele eenheden nodig. Dit vereist naast professionalisering ook organisatievormen waarin docenten werkelijk de kans krijgen om maatwerk te bieden. De middelen daarvoor zijn er al, weet Rimmelzwaan: Uitgevers bieden al gedifferentieerde methodes die volledig online beschikbaar zijn. Is een hoofdstuk minder interessant, dan kun je dat eruit knippen en er eigen content in plakken. Voor uitgevers is nu vooral de vraag: hoe kunnen we docenten helpen om van die mogelijkheden ook echt gebruik te maken? Want het vergt wel meer tijd en energie en gaat dus ten koste van iets anders. Dat is in de discussie rond maatwerk nog een valkuil. Op ICT-niveau moet de school de benodigde systemen (zoals een elektronische leeromgeving) in huis hebben, evenals een platform om het open domein te organiseren en structureren. Rimmelzwaan: Het proces van digitalisering en differentiatie vergt ook aanpassing van de traditionele organisatie van het onderwijs eromheen. Je kunt de meest innovatieve instrumenten de school in VO-magazine 7 / juni 2013 15

bijpraten brengen, maar als de randvoorwaarden zoals infrastructuur en organisatie daar niet op orde zijn, heb je er weinig aan. Aanpassingsvermogen Een model dat de ontwikkeling van leermiddelen stroom lijnt, kan helpen om in die ontwikkeling eenheid te brengen. De hoeksteen van zo n model vormt in het visiedocument een specificatie van de leerstof, waarbij deze vanuit eindtermen en kerndoelen is opgedeeld in onderdelen. Een tweede bouwsteen wordt gevormd door slanke (open of commerciële) kernmethoden die docenten ondersteunen bij het leerproces en het meten van voortgang. Daarbij hoort een rijke collectie aanvullend materiaal, dat (massa)maatwerk mogelijk maakt. Een platform moet docenten helpen te variëren op de kernmethode en aanvullend materiaal te vinden. Om dit alles te bereiken, is participatie van de partijen in de leermiddelenketen (auteurs, uitgevers, distributeurs, leveranciers van software, hardware, diensten) een voorwaarde. De marktpartijen hebben al aangegeven een regierol van de VO raad te onderschrijven. Zij zullen tevens met frisse blik moeten kijken naar hun eigen rol en toegevoegde waarde. Bepaalde rollen in de keten zullen de komende jaren veranderen en er zal plaats moeten zijn voor nieuwe partijen en (dienstverlenende) rollen, zoals rond ICT en software. Volgens rector Arend Smit hebben scholen eenzelfde aanpassingsvermogen nodig: Zoals aanbodpartijen moeten inspelen op een veranderende vraag, moeten scholen inspelen op veranderende leerlingen. De iphonediscussie speelt bij ons daarom niet. We proberen vooral te zoeken wat voor de school de toegevoegde waarde van dergelijke applicaties kan zijn. In de visie van de commissie mis ik wel dat innovatie op dit vlak voor iedereen in de school een geleidelijk proces moet zijn. In onze pilot (zie kader, red.) besteden we bijvoorbeeld veel aandacht aan de ICT geletterdheid van docenten. Docenten die daarin verder zijn, ondersteunen collega s die minder ver zijn. ADVERTENTIE docenten gezocht voor Vo-raad docentenpanel hoe staan docenten tegenover zaken als de functiemix, het lerarenregister en de modernisering van de onderwijs tijd? schrijf u als docent in voor het vo-raad docenten panel en geef een aantal keer per jaar uw mening over actuele thema s en maatregelen in het voortgezet onderwijs: www.vo-raad.nl/docentenpanel. Bent u schoolleider of bestuurder? Dan willen we u vragen om uw docenten op dit panel te wijzen. Waarom deelnemen? de vo-raad neemt de resultaten van de onder zoeken mee bij het formuleren van zijn standpunten en beleid. Docenten kunnen hier dus (indirect) invloed op uitoefenen. u kunt de belangrijkste onderzoeks resultaten, die ook voor uw school zeer interessant zijn, teruglezen op de website van de vo-raad. 16 VO magazine 7 / juni 2013

bijpraten We willen leerlingen helpen aan 21st century skills Binnen het Nijkerkse Corlaer College, een school voor atheneum, havo en vmbo, is differentiatie hét thema, vertelt rector Arend Smit: Een derde van de lesstof in onderbouw-havo/vwo besteden we aan vakoverstijgend onderwijs op basis van thema s. Ondersteund door vakdocenten, maken leerlingen daarbij eigen keuzes en werken ze op eigen tempo aan verdiepings- en verrijkingsopdrachten. Dat vergt voldoende op maat gemaakte modules. Docenten ontwikkelen die modules deels zelf, wat tegelijk zorgt voor de nodige intellectuele uitdaging. Vakdocenten kunnen ook per leerling accenten leggen, afgaand op niveau en vorderingen. Differentiatie, gepersonaliseerd leren en de inzet van ICT draaien voor Smit om de vraag hoe je tegemoet komt aan individuele talenten van leerlingen en hoe ze leerlingen helpen aan de 21st century skills die zij voor hun toekomst nodig hebben. Het primaire doel van onze innovaties is dat we leerlingen goed voorbereiden op een rol in de kennismaat schappij. Een recent voorbeeld van zo n innovatie op Corlaer is een pilot waarin enkele brugklassen onderwijs volgen via internet, met hulp van Chromebooks. Die voeren we dit jaar trouwens voor alle brugklassers in. Dankzij Iddink en een abonnementsmodel met Noordhof kunnen we over alle noodzakelijke leermaterialen beschikken. Onze elo, Magister, zorgt voor de gedifferentieerde ontsluiting van het leermateriaal. Op weg De volgende fase, die loopt tot de ALV november 2013, is gestart aan de hand van de roadmap in het Visiedocument. Deze staat in het teken van analyse, onderzoek en raadpleging wat betreft gevolgen en voor waarden. Essentieel is dat de processen in de leermiddelenketen (ontwerpen, bestellen, betalen, leveren, gebruiken) maar ook de ondersteunende processen en ICT-voorzieningen voldoen aan de kwaliteits eisen van scholen. De belangrijkste stap de komende tijd is dan ook de dooront wikkeling van het programma van eisen (PvE) dat richting geeft aan de markt, en dat scholen waar nodig kunnen gebruiken als basis voor aanbestedingen. Het volgende hoofddoel, vertelt Pieter Hendrikse, is dat we in november aan de ALV een min of meer definitief programma van eisen kunnen voorleggen, waarin wordt verwoord welke eisen scholen stellen bij de aankoop van leermiddelen, vanuit de ambitie om met het leermiddelenbeleid stappen voorwaarts te zetten. Nu al wordt het concept-pve, dat inmiddels beschikbaar is, door schoolbesturen geraadpleegd in voorbereiding op komende aanbestedingen. Ook toeleverende partijen hebben het al ontdekt, vervolgt Rimmelzwaan: Er zijn ongeveer negenhonderd scholen en evenveel verwachtingen over leermiddelen. Dat de VO-sector die verwachtingen nu probeert te bundelen met respect voor individuele verschillen helpt zeker. Het maakt het voor alle partijen in de leermiddelenketen makkelijker om effectief op de verwachtingen in te spelen. Verkenning en onderzoek In de komende maanden wil de VO-raad meer grip krijgen op de mening van schoolleiders en docenten over de praktische uitwerking van het Programma van Eisen. Hendrikse: Hoewel het onderwijsveld zelf de inhoud van het programma bepaalt, worden voor het draagvlak daarnaast ook de marktpartijen, bestaand en nieuw, geraad pleegd. Verder willen we zicht krijgen op de juridische implicaties. Bij digitaal leren worden de onderwijsresultaten online opgeslagen. Hoe zit het met privacy van leerlingen? Samen met de marktpartijen willen we verder bekijken hoe we het beste toe kunnen werken naar meer massamaatwerk en de financiële implicaties daarvan. Met als doel een systeem van slanke kernmethoden waaromheen docenten eigen materiaal kunnen arrangeren. Ten slotte wil de VO-raad bij OCW peilen in hoeverre er financiële middelen beschikbaar kunnen worden gesteld om het proces naar gebruik van ICT-toepassingen in de klas een financiële impuls te geven. Een platform van de sector waarop álle content beschikbaar komt en gedeeld kan worden, zou een mooi resultaat zijn, zegt Hendrikse. In het kader van de visievorming op leermiddelenbeleid zal de VO-raad bestaande initiatieven op het gebied van persona liserend leren op basis van ICT inventariseren. Hendrikse: Denk aan LOOT-scholen die voornemens zijn hun leerlingen verregaand digitaal onderwijs aan te bieden. Inventariseren - niet met het doel allemaal hetzelfde te gaan doen, maar om ervoor te zorgen dat scholen over een ruim jaar op een speelveld staan waarover we samen heldere afspraken hebben gemaakt. Kijk voor meer informatie ook op www.vo-raad.nl/dossiers/leermiddelen VO-magazine 7 / juni 2013 17

in de praktijk Omgang met social media in praktijk niet eenduidig Twitter in de school Een leerling die een leerkracht op Twitter uitscheldt: welke stappen neemt de schoolleiding dan? Wat mag wel op social media en wat is niet toegestaan? Wat zegt de wet en wat vindt de school zelf? Tomas Oudejans, rector van het Theresialyceum in Tilburg, verdiept zich graag in de grenzen van het gebruik van Twitter en andere elektronische media op zijn school. Ik ben wel de tweetrector, ja. Tekst: Cindy Curré / Fotografie: Dirk Kreijkamp Op donderdag 29 september 2011 verongelukte een leerling van onze school. Vlak bij school werd ze aangereden, waarna ze vijf dagen in coma heeft gelegen voordat ze overleed. De hele school leefde mee, en toen zag ik de kracht van social media. Tomas Oudejans, rector van het Theresialyceum in Tilburg, noemt deze ingrijpende gebeurtenis als het startpunt van zijn fascinatie voor wat social media op een school kan betekenen, in positieve en negatieve zin. Op onze website plaatsten we na het ongeluk steeds updates over Robins toestand, maar wat er op Twitter gebeurde was veel ingrijpender. s Avonds stuurde een leerlinge van school de tweet Hoofdpijn van het huilen, buikpijn van het idee, op school is nu de fijnste plek om te zijn #onefamily #pray for robin. Dat is een hele mooie tweet, en de hashtag #prayforrobin ging vanaf dat moment een heel eigen leven leiden. Het werd trending topic en er ontstond een sneeuwbaleffect. Ook mensen die Robin niet kenden, gingen #prayforrobin twitteren. Met alle onzorgvuldigheden van dien. Zo verscheen er hij ligt al twee weken in coma, terwijl Robin een méisje was die twee dágen in coma lag. We wilden de berichtgeving zelf sturen en hebben op onze website steeds updates geplaatst en daarover getwitterd, ook als er geen nieuws was. De onjuiste berichten verdwenen toen gelukkig. Een paar dagen later werd via Twitter door de leerlingen raad opgeroepen om een rode roos mee te nemen naar de herdenkingsbijeenkomst voor Robin. Er waren wel duizend rozen, echt onvoorstelbaar. Ik weet zeker dat het er niet zo veel zouden zijn geweest als ik de oproep had gemaild. Een tweet kan zo n groot effect hebben, ongelooflijk. Juridisch In een vorig leven was Oudejans werkzaam aan de juridische faculteit van de Universiteit van Tilburg. Het verklaart voor een deel zijn interesse in zaken als verantwoordelijkheid en zorgvuldigheid in relatie tot social media. Een voorbeeld met meer juridische kanten betreft een filmpje op YouTube waarin een leerlinge van onze school ogenschijnlijk werd verkracht door een groepje jongens. Achteraf bleek het een vervelend seksueel spel, maar het filmpje ging rond op de school en iedereen wist ervan. Zoals het hoort, hebben we een bericht gestuurd naar alle ouders en hebben we meteen aangifte gedaan bij de politie. De politie nam het meteen over en wij konden daardoor er zelf eigenlijk niets meer over zeggen. Twee dagen later zond PowNews het filmpje echter uit, zogenaamd in het belang van het onderzoek, en vertelden ze erbij dat het filmpje op internet stond. Ik vond toen dat de privacy van het meisje hiermee werd geschaad. Ook het onderzoek werd er niet mee geholpen, want de politie kende de namen van de jongens op het filmpje al. Uiteindelijk worden de jongens in het filmpje niet vervolgd, maar de jongen die het op internet heeft gezet, wel, wegens verspreiding van kinderporno. Dat is iets wat we onze leerlingen ook bij het vak mediawijsheid proberen bij te brengen. Als je een blootfoto van je 18 VO-magazine 7 / juni 2013

Tomas Oudejans, rector Theresialyceum in Tilburg: Kijk iedere avond even wat er over je school getwitterd wordt ex-vriendinnetje op internet plaatst, doen wij als school aangifte van verspreiding van kinderporno. En dat is nodig, want ook op onze school kunnen leerlingen zich helaas niet altijd inhouden als ze voor een webcam zitten. Nuances Ook over alledaagsere zaken als proefwerken wordt op het Theresialyceum veel getwitterd. Om docenten wakker te schudden heb ik ze wel eens deze tweet voorgelezen: Ik vind de hoeveelheid proefwerkstof die de heer Karelse heeft opgegeven overdadig en ik hoop dat hij dit nuanceert en mogelijk bijstelt. Ik vroeg de docenten of ze dit soort tweets herkenden. Nee, natuurlijk herkenden ze die niet. Zo n genuanceerde tweet bestaat niet. De tweet die wel zal verschijnen, is K-scheikunde: VEEEL!! Haat Karelse! Een docente stuitte eens op zo n tweet toen ze in het kader van een nascholingscursus social media op zoek ging hoe haar naam werd gebruikt op internet. De tweet kwam van een leerling met wie ze een goed contact had. Ze heeft dit toen in de klas bespreekbaar gemaakt, want ze zat er echt mee. Toen bleek dat leerlingen zich absoluut niet realiseerden dat het openbaar is wat ze twitteren. Bovendien gaat alle nuance verloren in een bericht van 143 tekens. Maar de vraag is of je hier nu verder iets mee moet doen. We hebben een leerlingenstatuut waarin staat dat je de school, docenten en leerlingen niet mag beledigen. Maar is Haat Karelse uit de tweet een belediging? Toen we met de leerling gingen praten bleek dat dit helemaal niet zo was bedoeld. Er staat gewoon Karelse is vervelend maar leerlingen gebruiken woorden die ze van anderen overnemen. We moeten leerlingen daarom wel opvoeden, maar we moeten ook weer niet al te spastisch reageren op zo n tweet en meteen overgaan tot schorsing. En dat is nieuw. We moeten steeds kijken wat de context is. We moeten leerlingen opvoeden, maar we moeten ook weer niet al te spastisch reageren op zo n tweet Omdat Oudejans veel op Twitter zit, was bovenstaande tweet voor hem niet schokkend. Maar voor de docent was het echt een eyeopener. En natuurlijk moet je wel met zo n leerling in gesprek en zeggen dat het toch niet goed is, ook al bedoelt hij er iets anders mee. Je mag je onvrede over het huiswerk scheikunde altijd ventileren, maar dat moet wel binnen de grenzen gebeuren, ook omdat je weet dat iedereen meeleest. Ouderavond Ook op ouderavonden brengt Oudejans deze voorbeelden ter sprake. Ik vind dat het bij de taak van de school hoort om ouders hiervan bewust te maken. Ouders moeten weten dat ze mee kunnen kijken met hun kinderen en moeten hun verantwoordelijkheid nemen voor de opvoeding in social media. VO-magazine 7 / juni 2013 19

ADVERTENTIE KOMT U OOK? GA NAAR: VO-magazine 7 / juni 2013