VOLWASSENEN EN OUDERENPEILING 2009



Vergelijkbare documenten
VOLWASSENEN EN OUDERENPEILING 2009

ONDERZOEKSOPZET, RESPONS EN ACHTERGRONDKENMERKEN

VOLWASSENEN EN OUDERENPEILING 2009

Lichamelijke gezondheid (19-64 jaar)

GEOGRAFISCHE CIJFERS ZORG & ONDERSTEUNING 19 JAAR EN OUDER

VOLWASSENEN EN OUDERENPEILING 2009

VOLWASSENEN EN OUDERENPEILING 2012

Tabak, cannabis en harddrugs

GEOGRAFISCHE CIJFERS INKOMEN EN RONDKOMEN 19 JAAR EN OUDER

CIJFERS ZORG EN ONDERSTEUNING NAAR ACHTERGRONDKENMERKEN 19 JAAR EN OUDER

VOLWASSENEN EN OUDERENPEILING 2009

Geestelijke Gezondheid (65 94 jaar)

Ouderenmonitor

GEOGRAFISCHE CIJFERS KWETSBARE GROEPEN 19 JAAR EN OUDER

Geestelijke Gezondheid (19 64 jaar)

GEOGRAFISCHE CIJFERS PSYCHISCHE GEZONDHEID 19 JAAR EN OUDER

GEOGRAFISCHE CIJFERS BEWEGEN EN OVERGEWICHT 19 JAAR EN OUDER

V O LW A S S E N E N

GEOGRAFISCHE CIJFERS PARTICIPATIE 19+

GEOGRAFISCHE CIJFERS LICHAMELIJKE GEZONDHEID 19 JAAR EN OUDER

KERNCIJFERS VOLWASSENEN- EN OUDERENPEILING 2012 TEYLINGEN --> SASSENHEIM, VOORHOUT, WARMOND

Samenvatting en Beschouwing jaar

Beweging, voeding en. (over)gewicht

TABAK, ALCOHOL EN DRUGS

Utrecht gezond!

CIJFERS INKOMEN EN RONDKOMEN NAAR ACHTERGRONDKENMERKEN 19 JAAR EN OUDER

Ouderen met een verschillende etnische achtergrond verschillen niet of nauwelijks in hun bewegingspatroon.

Samenvatting en Beschouwing jaar

Utrecht gezond!

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

GEOGRAFISCHE CIJFERS WOON EN LEEFOMGEVING 19+

Hoe gezond zijn de inwoners van Staphorst? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Het sociaal netwerk en het gebruik van zorg door ouderen (55+) in Limburg

Gezondheid en welzijn

Utrecht gezond!

CIJFERS PSYCHISCHE GEZONDHEID NAAR ACHTERGRONDKENMERKEN 19 JAAR EN OUDER

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : J A A R

BEWEGEN EN OVERGEWICHT NAAR ACHTERGRONDKENMERKEN 19 JAAR EN OUDER

30 Gezondheid van volwassenen en ouderen in de regio Noord- en Oost-Gelderland

hoog risico angststoornis/depressie matig of hoog risico angststoornis/depressie hulp stress/spanningen te weinig regie over eigen leven

Voorlopig tabellenboek Volwassenen- en seniorenenquête 2012 Flevoland

Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming

Gezondheid DEEL 1 LICHAMELIJKE GEZONDHEID. Ervaren gezondheid

PARTICIPATIE NAAR ACHTERGRONDKENMERKEN 19 JAAR EN OUDER

Utrecht gezond!

CIJFERS GENOTMIDDELEN NAAR ACHTERGRONDKENMERKEN 19 JAAR EN OUDER

Gezondheid van volwassenen en ouderen; een gebiedsgerichte

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : J A A R

Zorg verlenen en zorg ontvangen 2012

Utrecht gezond!

Participatie en gezondheid. Resultaten uit de Gezondheidsenquête 2016

CIJFERS LICHAMELIJKE GEZONDHEID NAAR ACHTERGRONDKENMERKEN 19 JAAR EN OUDER

hoog risico angststoornis/depressie matig of hoog risico angststoornis/depressie hulp stress/spanningen te weinig regie over eigen leven

Onderzoeksopzet en respons

Hoe gezond zijn de inwoners van Deventer? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

KERNCIJFERS VOLWASSENEN- EN OUDERENPEILING 2012 NIEUWKOOP

Gezondheidsmonitor Ouderen (65 jaar en ouder) 2012 Tabel 1: Resultaten per indicator voor de gemeente, wijken Tilburg en Nederland

V O LW A S S E N E N

Tabellenboek Gezondheidsmonitor 65 jaar en ouder

CIJFERS WOON EN LEEFOMGEVING NAAR ACHTERGRONDKENMERKEN 19 JAAR EN OUDER

Programma. 1. Presentatie onderzoek: Fadoua Achgaph uur. 2. Presentatie van organisaties uur Pluspunt MEE Activite

Mantelzorg. Figuur 1. Mantelzorg per GGD regio. 2 van 6 Rapport Mantelzorg. Bron: Zorgatlas RIVM

Hoe gezond zijn de inwoners van Ommen? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

In deze factsheet kunt u de belangrijkste resultaten van de Gezondheidspeiling Senioren 2008 lezen.

Betrokkenheid van buurtbewoners. Uitgevoerd door Dimensus in opdracht van gemeenten Leiden, Leiderdorp en Oegstgeest Vergelijking gemeenten 2015

Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen 2016 Samenvatting gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

Hoofdstuk 14. Mantelzorg

Bijlagen bij hoofdstuk 6 Met zorg gezond leven

Hoe gezond zijn de inwoners van Zwolle? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Staphorst? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2015

Hoe gezond zijn de inwoners van Zwartewaterland? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Zwolle? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Steenwijkerland? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Stadsdeelprofielen Den Haag 2017

Hoe gezond zijn de inwoners van Steenwijkerland? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

GEZONDHEIDSMONITOR 65+ jaar 2016 Kernindicatoren gemeente Houten, (sub)regio en Nederland

De toekomst: iedereen doet mee!? Carolien Plevier - GGD regio Utrecht Hanneke Schreurs - Gemeente Utrecht Volksgezondheid

Hoe gezond zijn de inwoners van Hardenberg? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Ouderen (65+) Geldermalsen Opleidingsniveau

Ouderen (65+) Zaltbommel Opleidingsniveau

Ouderen (65+) Maasdriel Opleidingsniveau

Ouderen (65+) Neerrijnen Opleidingsniveau

Ouderen (65+) Buren Opleidingsniveau

Ouderen (65+) Tiel Opleidingsniveau

V O LW A S S E N E N

Gezondheid in beeld:

Tabak, cannabis en harddrugs

IJsselland. Wijkgezondheidsprofiel Borgele en Platvoet Deventer

V O LW A S S E N E N

Ouderenmonitor Zeeland Tabellenboek Gemeente Tholen

Ouderen (65+) Lingewaal Opleidingsniveau

Ouderenmonitor Gezondheidsonderzoek 65-plussers regio Nijmegen. Gezondheidsonderzoek kinderen 0-12 jaar regio Nijmegen

Ouderen (65+) Neder-Betuwe Opleidingsniveau

Gezondheid in beeld: Gemeente Bergeijk

GEZONDHEIDSMONITOR JAAR 2016 Kernindicatoren gemeente Houten, (sub)regio en Nederland

1. Resultaten van het onderzoek

Ouderen en gezondheid. Resultaten uit de Gezondheidsenquête 2016

Transcriptie:

VOLWASSENEN EN OUDERENPEILING 200 De volwassenen- en ouderenpeiling hee als doel om op systema sche wijze ontwikkelingen in gezondheid en gewoonten van inwoners in kaart te brengen. Bijna.0 inwoners in de lee ijd van 1 t/m 4 jaar in de regio Hollands Midden zijn ondervraagd. Het is de derde peiling onder volwassenen en de tweede onder ouderen in de regio. De resultaten van de volwassenen- en ouderenpeiling worden gepresenteerd in de volgende factsheets: 1. Opzet, respons, achtergrondkenmerken 2a. Lichamelijke en psychische gezondheid, huiselijk geweld (1-4 jaar) 2b. Lichamelijke en psychische gezondheid, beperkingen, huiselijk geweld (+) 3a. Zorggebruik, hulp, informa ebehoe e, opvoedingsondersteuning (1-4 jaar) 3b. Zorggebruik, hulp, informa ebehoe e (+) 4. Beweging, voeding, overgewicht. Tabak en alcohol. Rondkomen en schulden. Woon- en leefomgeving, veiligheid Colofon Chris ne Hanning Anouk van de Laar Irma Paijmans Josina Rijkelijkhuizen Nienke Terpstra Hanneke Tielen tel: 01-33 september 20 ZORGGEBRUIK, HULP EN INFORMATIEBEHOEFTE (+) Ter ondersteuning van hun gezondheid en hun dagelijks welbevinden kunnen mensen gebruik maken van diverse zorgvoorzieningen, zoals huisarts, specialist, fysiotherapeut of GGZ. Naast de professionele zorg bestaat informele zorg of mantelzorg. Dit is onbetaalde intensieve en langdurige zorg voor een chronisch zieke, gehandicapte of hulpbehoevende partner, ouder, kind of ander familielid, vriend of kennis. Deze zorg is van groot maatschappelijk belang en kan bestaan uit het doen van het huishouden, wassen en aankleden, gezelschap houden, vervoer, geldzaken regelen, et cetera. Mensen kunnen verder behoe e hebben aan informa e of hulp met betrekking tot diverse gezondheidsitems. In de gezondheidspeiling is nagevraagd op welke gebieden zulke informa e gewenst is. Sociaaleconomische omstandigheden en etnische herkomst kunnen een verband hebben met het gebruik van zorg en de behoe e aan informa e over gezondheid en opvoeding. In de overzichtstabel op de laatste pagina staan de belangrijkste achtergrondkenmerken van de respondenten samengevat in kerncijfers. DEEL 1 ZORGGEBRUIK In de gezondheidspeiling is nagevraagd in hoeverre zelfstandig wonende -plussers in het afgelopen jaar gebruik hebben gemaakt van verschillende zorgvoorzieningen. Van de zorgverleners wordt de huisarts het meest jaarlijks bezocht (4%), gevolgd door de specialist (%) en tandarts (%) (tabel 1 en kerncijfertabel). In de afgelopen twee maanden is de hel van de -plussers uit Hollands Midden naar de huisarts geweest. Meer vrouwen (%) dan mannen (4%) zijn in de afgelopen twee maanden bij de huisarts geweest en meer - tot en met 4-jarigen (%) dan - tot en met 4- Tabel 1 Contact met zorgvoorziening in het afgelopen jaar, naar lee ijd zorgverlener medici paramedici GGZ/AMW overig huisarts medisch specialist tandarts fysiotherapeut dië st oefentherapeut ergotherapeut logopedist GGZ AMW vrijgeves gd psycholoog vrijgeves gd psychiater thuiszorg GGD verslavingszorg alterna eve behandelaar vetgedrukt = significant verschillend ten opzichte van de - tot en met 4-jarigen GGZ: Geestelijke gezondheidszorg, AMW: Algemeen maatschappelijk werk 3b jarigen (44%). Het grootste deel van deze mensen (%) is in die twee maanden één of twee keer naar de huisarts geweest, % drie of vier keer en een klein deel (%) meer dan vier keer. De meeste typen zorg (onder andere huisarts, fysiotherapeut, geestelijke gezondheidszorg (GGZ) of algemeen maatschappelijk werk (AMW) en thuiszorg) worden meer door vrouwen dan door mannen gebruikt (kerncijfertabel). Met name bij thuiszorg is het verschil tussen mannen en vrouwen groot: % van de mannen en % van de vrouwen hee aangegeven in het afgelopen jaar gebruik te hebben gemaakt van thuiszorg. Dit wordt slechts ten totaal -4 jaar -4 jaar % % % 4, 2, 2,3 1, 2,4 2,3 1,2 0, 2, 0, 4,2 1 2, 2,4 1, 1, 2,3 1, 1,4 0, 2,2 0,,0 40,4 3,2 3,1 1, 2, 3,2 0, 0, 32 3,1 0, 3,2

dele verklaard doordat vrouwen gemiddeld een hogere lee ijd hebben, zich minder gezond voelen, vaker beperkingen in dagelijkse ac viteiten hebben of vaker alleenstaand zijn. Mensen in de lee ijd van tot en met 4 jaar maken zoals verwacht meer gebruik van huisarts, specialist, ergotherapeut en thuiszorg dan mensen van -4 jaar (tabel 1). Ook hier is het verschil in het gebruik van thuiszorg het grootst: % van de - tot en met 4-jarigen geven aan hier gebruik van te maken tegenover 32% van de - tot en met 4-jarigen. Van de tandarts maken de - tot en met 4-jarigen juist minder gebruik. Van de zorgverleners wordt de huisarts door ouderen het meest bezocht: ruim acht op de en ouderen zijn het afgelopen jaar bij de huisarts geweest. Ruim de hel van de ouderen is bij een specialist geweest het afgelopen jaar. Het gebruik van huisarts, specialist, ergotherapeut en thuiszorg s jgt met de lee ijd. Vrouwen maken vaker gebruik van huisarts, fysiotherapeut, GGZ/AMW en met name van de thuiszorg dan mannen. Gezin, burgerlijke staat, opleiding, rondkomen en etniciteit Ouderen die met een partner samen wonen, hebben minder vaak aangegeven dat zij in het afgelopen jaar bij de huisarts zijn geweest; alleenstaande ouderen juist vaker dan gemiddeld (kerncijfertabel). Dit wordt niet verklaard door de gemiddeld hogere lee ijd van alleenstaande ouderen ten opzichte van ouderen die met een partner wonen. Hetzelfde geldt voor het gebruik van fysiotherapie, GGZ/AMW en thuiszorg. Met name bij het gebruik van thuiszorg in het afgelopen jaar is het verschil tussen alleenstaande ouderen (3%) en ouderen die met een partner of met anderen wonen (%) groot. Het opleidingsniveau leidt tot verschillen in tandartsbezoek en gebruik van thuiszorg: hoe lager de opleiding, des te vaker hebben mensen aangegeven gebruik te maken van de thuiszorg en minder vaak van de tandarts (die in het aanvullend verzekeringspakket is opgenomen). Ouderen die aangeven dat zij moeite hebben om rond te komen maken ook vaker gebruik van thuiszorg en minder vaak van de tandarts. Westers allochtone ouderen gaan vaker dan gemiddeld naar de tandarts en naar GGZ/AMW. Autochtonen maken minder vaak gebruik van GGZ/AMW. Ouderen die alleen wonen, maken meer gebruik van zorg dan ouderen met een partner. Sociaaleconomische verschillen op het gebied van opleiding en inkomen leiden vooral tot verschillen in gebruik van tandarts (lager bij lage opleiding/inkomen) en thuiszorg (hoger bij lage opleiding/ inkomen). Geografische verschillen Qua huisartsgebruik zijn er weinig verschillen tussen de verschillende gemeenteclusters in Hollands Midden: alleen in Katwijk wordt door meer ouderen aangegeven dat zij het afgelopen jaar naar de huisarts zijn geweest (kerncijfertabel). Van de GGZ/AMW wordt in Zuid-Holland Noord meer gebruik gemaakt dan in Midden-Holland. Dit is toe te schrijven aan een hoger gebruik in Katwijk en Leiderdorp/Oegstgeest/ Voorschoten. In Leiderdorp/Oegstgeest/Voorschoten gaan mensen ook vaker jaarlijks naar de specialist en de tandarts. In Noordwijk/Noordwijkerhout is het jaarlijkse tandartsbezoek ook rela ef hoog. In Katwijk maken mensen minder vaak jaarlijks gebruik van de tandarts. In Bodegraven-Reeuwijk wordt het minst gebruik gemaakt van GGZ/AMW en van de thuiszorg. In Leiden wordt door het hoogste percentage inwoners jaarlijks een beroep gedaan op GGZ/AMW. In Kaag en Braassem/Nieuwkoop/Rijnwoude/Zoeterwoude is het jaarlijks gebruik van specialist, tandarts en thuiszorg lager dan gemiddeld. De gemeente Teylingen hee het laagste percentage inwoners dat jaarlijks een specialist bezoekt. Trend zorggebruik Ten opzichte van 200 is het huisarts- en specialistbezoek in 200 stabiel gebleven (tabel 2). Alleen in Noordwijk/Noordwij- Tabel 2 Trends in huisarts-, specialist en fysiotherapiebezoek en het gebruik van thuiszorg (in afgelopen jaar) door -plussers Regio s en gemeenten Zuid-Holland Noord Leiden Alphen aan den Rijn Leiderdorp/Oegstgeest/Voorschoten Kaag en Braassem/Nieuwkoop/Rijnwoude/Zoeterwoude Katwijk Noordwijk/Noordwijkerhout Teylingen Hillegom/Lisse Midden-Holland Gouda Bodegraven-Reeuwijk Boskoop/Waddinxveen Krimpenerwaard Zuidplas vetgedrukt = significant verschil met voorgaande peiljaar huisarts specialist fysiotherapeut 200 200 200 200 200 200 200 200 % % % % % % % % 2 0 4 1 2 4 0 4 4 4 42 2 20 200 200 200 200 200 200 200 200 2 4 2 0 4 2 4 4 0 0 2 31 thuiszorg 1 1

kerhout is een s jging in het aantal -plussers dat jaarlijks een specialist bezoekt. Het gebruik van fysiotherapie is in Midden-Holland stabiel gebleven (zowel in 200 als in 200 %) en in Zuid-Holland Noord licht gestegen (van % in 200 naar % in 200). De s jging in Zuid-Holland Noord is vooral te verklaren door een forse s jging in Hillegom/Lisse. In 200 hebben evenveel -plussers in Midden-Holland gebruikt gemaakt van thuiszorg als in 200. In Zuid-Holland Noord is in 200 een lichte s jging in het gebruik van thuiszorg ten opzichte van 200. Deze s jging is alleen zichtbaar in de gemeente Leiden. Het percentage -plussers dat de huisarts of de specialist bezoekt, is tussen 200 en 200 stabiel gebleven. Het gebruik van fysiotherapie is in Midden-Holland ook stabiel gebleven, maar in Zuid-Holland Noord licht gestegen. Het gebruik van thuiszorg is alleen in de gemeente Leiden gestegen. Zorggebruik van -plussers in vergelijking tot 1- tot en met 4-jarigen De tandarts wordt door veel minder -plussers jaarlijks bezocht dan door mensen in de lee ijd 1 tot en met 4 jaar (% versus 2%, zie factsheet 3a). Ouderen zullen vaker een kunstgebit hebben, waardoor zij geen jaarlijkse controle nodig hebben. Ook van GGZ/AMW maken zij minder vaak gebruik: % van de ouderen hee hier het afgelopen jaar een beroep op gedaan tegenover % van de 1- tot en met 4-jarigen. Met name de vrijgeves gd psycholoog is minder bezocht (tabel 1 en tabel 1 van factsheet 3a). De specialist en huisarts worden daarentegen meer bezocht door ouderen: % van de -plussers versus 31% van de 1- tot en met 4-jarigen hee een specialist bezocht, 4% versus 1% de huisarts. Ook op de dië st wordt door ouderen vaker een beroep gedaan (tabel 1 en tabel 1 van factsheet 3a). Van de fysiotherapeut maken ongeveer evenveel ouderen als volwassenen jaarlijks gebruik. De s jgende trend die bij volwassenen in de lee ijd van 1- tot en met 4 jaar is waargenomen (tabel 2 van factsheet 3a), is echter niet waargenomen bij de -plussers (tabel 2). DEEL 2 HULP (inclusief mantelzorg) Verschillende vormen van hulp Van de zelfstandig wonende ouderen krijgt op dit moment % een vorm van hulp. Deze hulp wordt geboden door een professionele zorgverlener (%), door een mantelzorger (%), door een vrijwilliger (%) of door iemand anders (4%) (tabel 3). Bijna alle ouderen die hulp ontvangen, ontvangen hulp in de huishouding; de hel ontvangt (ook) andere vormen van zorg. Professionele zorgverleners worden vooral ingezet voor hulp in de huishouding en medische of persoonlijke verzorging. Mantelzorgers zorgen, naast hulp in de huishouding, rela ef vaak voor vervoer/begeleiding, administra e en gezelschap. Mantelzorg Mantelzorg wordt omschreven als de zorg die men gee aan of krijgt van een bekende uit zijn of haar omgeving, zoals de partner, ouders, kind, buren of vrienden, als deze persoon voor langere jd ziek, hulpbehoevend of gehandicapt is. Deze zorg kan bestaan uit wassen en aankleden, het huishouden Tabel 3 Percentage -plussers dat hulp ontvangt van diverse hulpverleners professionele totaal mantelzorger vrijwilliger anders zorgverlener soort hulp % % % % % huishouding,2,2,4 2,0 0, vervoer, begeleiding, 0, 4, 2,3 2,0 geldzaken, administra e,3 0, 4, 1, 2,3 gezelschap, troost, afleiding, 0, 3, 1, 2,4 warme maal jden,2 1, 2, 0, 2, medische verzorging, 3,0 1, 0,4 2, persoonlijke verzorging, 3, 1, 0,3 2, andere zaken 3, 0,3 0, 0,4 2,2 totaal,1,3, 4, 4, doen, maar ook bijvoorbeeld uit gezelschap houden of geldzaken regelen. Bij de interpreta e van de resultaten hieronder moet rekening worden gehouden met onderrapportage. Mensen zien de hulp die zij geven of krijgen niet al jd als mantelzorg, maar meer als iets vanzelfsprekends. Mantelzorg ontvangen In Hollands Midden hee % van de -plussers in het afgelopen jaar mantelzorg ontvangen. Dit betre bijna.000 - plussers. Van deze groep mensen krijgen ruim op de ouderen deze mantelzorg nu nog. Vrouwen ontvangen vaker mantelzorg dan mannen (% versus %). Het percentage vrouwelijke -plussers dat mantelzorg ontvangt, s jgt met de lee ijd (figuur 1). Bij mannen is er een piek bij de 0- tot en met 4-jarigen. De meest voorkomende vormen van mantelzorg zijn hulp in de huishouding, begeleiding en/of vervoer en regeling van geldzaken en/of andere administra e (figuur 2). Van de ouderen die nu nog mantelzorg krijgen, krijgt bijna iedereen (4%) dit minstens één keer per week, bijna de hel (4%) krijgt dagelijks mantelzorg en ruim een derde (3%) meer dan één keer per dag. N.B. Respondenten konden meerdere antwoorden aankruisen 3

0% 0% 40% % 20% % 0% - 0-4 - 0-4 - 0-4 man-mantelzorg geven man-mantelzorg krijgen Figuur 1 Percentage -plussers dat het afgelopen jaar mantelzorg hee gegeven of ontvangen, naar lee ijd en geslacht huishoudelijke hulp begeleiding en/of vervoer regeling geldzaken/administratie gezelschap, troost klaarmaken warme maaltijd medische verzorging persoonlijke verzorging anders leeftijd in jaren vrouw-mantelzorg geven vrouw-mantelzorg krijgen 0% % 20% % 40% 0% 0% 0% 0% Figuur 2 Meest voorkomende vormen van mantelzorg bij -plussers die momenteel mantelzorg ontvangen Mantelzorg geven In deze regio hee % van de ouderen aangegeven dat zij mantelzorg hebben gegeven in het afgelopen jaar. Dit komt neer op circa.000 mensen in de lee ijd van jaar en ouder. Ruim op de mensen (3%) die het afgelopen jaar mantelzorg gaven, geven deze zorg nu nog. Het percentage vrouwelijke ouderen dat mantelzorg gee, daalt met de lee ijd (figuur 1). Bij de mannen s jgt het percentage mantelzorgers juist met de lee ijd, om na -jarige lee ijd pas te dalen. Van de ouderen die op dit moment mantelzorg geven, gee één op de zeven (%) aan behoe e te hebben aan hulp in verband met hun werkzaamheden als mantelzorger. De hel hiervan hee behoe e aan informa e en advies; daarnaast is er behoe e aan een vervanger, emo onele steun, ontspannende ac viteiten of belangenbehar ging. Eén op de en -plussers hee het afgelopen jaar mantelzorg ontvangen, één op de negen hee mantelzorg gegeven. Tot 0 jaar geven vrouwen vaker mantelzorg dan mannen. Boven de 0 jaar s jgt het aantal vrouwen dat mantelzorg ontvangt sterk. Eén op de zeven mantelzorgers hee behoe e aan ondersteuning. Mantelzorg wordt het vaakst verleend door kinderen, schoonzoon of schoondochter, gevolgd door de partner (figuur 3). Van de ouderen die nu nog mantelzorg ontvangen, geven vier op de en aan die zorg van een huisgenoot te ontvangen (dit zal meestal de partner zijn). kind(eren), schoonzoon/-dochter echtgenoot/echtgenote of partner buren/vrienden/kennissen andere familieleden (schoon)ouders Figuur 3 Rela e van mantelzorgers ten opzichte van mantelzorgontvangers Behoe e aan (meer) hulp 0% % 20% % 40% 0% 0% 0% Elf procent van de zelfstandig wonende ouderen in Hollands Midden hee behoe e aan (meer) hulp. De hel van deze mensen ontvangt al hulp van een professionele zorgverlener, mantelzorger, vrijwilliger of iemand anders, de andere hel ontvangt (nog) geen hulp. De meesten van hen (zowel degenen die al hulp ontvangen als die nog geen hulp ontvangen) hebben behoe e aan (meer) hulp in de huishouding (tabel 4). Tabel 4 Percentage -plussers dat (meer) hulp wenst bij verschillende ac viteiten soort hulp huishouding vervoer, begeleiding gezelschap, troost, afleiding geldzaken, administra e andere zaken persoonlijke verzorging warme maal jden medische verzorging verzorging van huisgenoot meer hulp gewenst bij: N.B. Respondenten konden meerdere antwoorden aankruisen Aan ouderen die behoe e hebben aan (extra) hulp is gevraagd waarom zij de hulp nu niet of onvoldoende krijgen. De belangrijkste reden is dat hij of zij geen echtgenoot, echtgenote of partner hee die deze hulp kan bieden (figuur 4). Ook wil men partner, familie, buren, et cetera niet al jd om (extra) hulp vragen. De meeste ouderen met een behoe e aan (extra) hulp, willen hulp krijgen van een professionele zorgverlener (4%), gevolgd door een vrijwilliger (%), kinderen of andere familieleden, buren, vrienden (20%) en de partner (%). %, 2, 2,1 1, 1,4 1,3 1,1 1,0 1,0 totaal, Elf procent van de ouderen in Hollands Midden hee behoe e aan (meer) hulp. De voornaamste redenen dat zij deze hulp nog niet krijgen, zijn omdat zij geen partner hebben die deze hulp kan bieden en dat zij familie of bekenden niet kunnen of willen vragen. Bijna de hel van de mensen die (meer) hulp wil, wil deze hulp bij voorkeur van een professionele zorgverlener. 4

geen echtgenoot/partner die deze hulp kan bieden wil geen (extra) hulp vragen aan partner, familie, vrienden weet niet waar deze hulp aan te vragen is wil geen onbekenden in huis weet niet dat deze hulp aan te vragen is geen familie, buren of vrienden die deze hulp kunnen bieden staat op wachtlijst voor deze hulp niemand in de omgeving kan deze hulp regelen kan (de eigen bijdrage voor) deze hulp niet betalen aanvraag voor deze hulp is afgewezen andere reden 0% % % % 20% % % 3% 40% 4% Figuur 4 Redenen waarom -plussers de extra hulp die zij wensen, nu niet of onvoldoende krijgen Gezin, burgerlijke staat, opleiding, rondkomen en etniciteit Mensen die alleenstaand zijn (waaronder bijvoorbeeld weduwen/weduwnaars) of samen met anderen wonen, ontvangen vaker mantelzorg dan mensen die met een partner wonen (kerncijfertabel). Dit wordt slechts ten dele verklaard door de gemiddeld hogere lee ijd van de alleenstaanden. Ook qua opleidingsniveau zijn er verschillen: respondenten met een lage opleiding ontvangen vaker mantelzorg dan mensen met een middelhoge of hoge opleiding. Dit komt doordat mensen met een lage opleiding vaker chronische ziekten hebben. Als mensen moeite hebben om rond te komen van hun inkomen, ontvangen zij vaker mantelzorg dan mensen die geen moeite hebben om rond te komen. Ook hier ligt de verklaring in het feit dat mensen die moeite hebben met rondkomen, vaker aan een chronische ziekte lijden. Er is geen (significant) verschil in het ontvangen van mantelzorg tussen autochtone, westers allochtone en niet-westers allochtone respondenten. Mensen met een lagere opleiding geven minder vaak mantelzorg dan gemiddeld, mensen met een hogere opleiding juist vaker (kerncijfertabel). De gezinssamenstelling, burgerlijke staat, etniciteit en het inkomen van -plussers zijn niet van invloed op het geven van mantelzorg. Omdat ouderen met een lage sociaaleconomische status (lage opleiding of moeite met rondkomen) vaker aan chronische ziekten lijden, ontvangen zij vaker mantelzorg dan ouderen met een hoge sociaaleconomische status. Ouderen met een lagere opleiding geven daarentegen minder vaak mantelzorg. Alleenstaanden ontvangen vaker mantelzorg dan gehuwden of samenwonenden. Geografische verschillen In Midden-Holland en Zuid-Holland Noord wordt evenveel gebruik gemaakt van mantelzorg (door % van de ouderen). In de meeste gemeenteclusters ligt het percentage gebruikers van mantelzorg rond de % (kerncijfertabel). In Hillegom/ Lisse ligt dit percentage fors lager (%), in Katwijk hoger (%). Het percentage -plussers dat mantelzorg gee, verschilt ook niet tussen Midden-Holland en Zuid-Holland Noord (%). Alleen in Leiderdorp/Oegstgeest/Voorschoten wordt er gemiddeld meer mantelzorg gegeven, in Teylingen minder (kerncijfertabel). Trend hulp (mantelzorg) Zowel in Zuid-Holland Noord als in Midden-Holland is het percentage -plussers dat mantelzorg ontvangt in 200 gedaald ten opzichte van 200 (tabel ). Deze daling is in de meeste gemeenten zichtbaar. Het percentage ouderen dat mantelzorg gee, is licht gedaald. Deze daling is significant in Zuid- Holland Noord (met name in de gemeente Teylingen). In Midden-Holland is de daling met name zichtbaar in Gouda. Het percentage ouderen dat mantelzorg ontvangt, is tussen 200 en 200 gedaald. Ook het percentage mantelzorgers is (in iets mindere mate) gedaald.

Tabel. Trends in het ontvangen en geven van mantelzorg (in het afgelopen jaar) door -plussers Regio s en gemeenten Zuid-Holland Noord Leiden Alphen aan den Rijn Leiderdorp/Oegstgeest/Voorschoten Kaag en Braassem/Nieuwkoop/Rijnwoude/Zoeterwoude Katwijk Noordwijk/Noordwijkerhout Teylingen Hillegom/Lisse Midden-Holland Gouda Bodegraven-Reeuwijk Boskoop/Waddinxveen Krimpenerwaard Zuidplas mantelzorg ontvangen mantelzorg geven 200 200 200 200 % % % % 200 200 200 200 vetgedrukt = significant verschil met voorgaande peiljaar DEEL 3 INFORMATIEBEHOEFTE Aan de respondenten is gevraagd in hoeverre zij behoe e hebben aan informa e of hulp met betrekking tot bepaalde gezondheidsaspecten. Bijna één op de vijf ouderen zegt behoe e te hebben aan informa e, bijna één op de en aan hulp (kerncijfertabel). Deze behoe e is ona ankelijk van de lee ijd. Vrouwen hebben iets vaker behoe e aan informa e dan mannen, maar zij hebben even vaak behoe e aan hulp. De grootste behoe e aan informa e en hulp ligt op de gebieden nachtrust/slaapproblemen en afvallen (figuur ). Ruim % van de -plussers wil informa e over nachtrust/ slaapproblemen, 2% wil hulp. Dit komt in Hollands Midden neer op bijna.000 personen die informa e willen en ruim 2.000 personen die hulp willen op dit gebied. Bijna één op de vijf ouderen in Hollands Midden hee behoe e aan informa e, bijna één op de en aan hulp met betrekking tot gezondheidsonderwerpen. Met name informa e of hulp bij nachtrust/slaapproblemen en afvallen is gewenst. Gezin, burgerlijke staat, opleiding, rondkomen en etniciteit Alleenstaande ouderen (zoals gescheiden ouderen en weduwen/weduwnaars) hebben vaker behoe e aan informa e of hulp bij bepaalde gezondheidsaspecten dan gemiddeld; ouderen met een partner (gehuwden of samenwonenden) minder vaak (kerncijfertabel). Het opleidingsniveau van de respondenten is niet van invloed op de informa ebehoe e. Ouderen met een laag opleidingsniveau hebben wel meer behoe e aan hulp, met name over omgaan met eenzaamheid en over gezonde voeding. Bij niet-westerse allochtonen en mensen die moeite hebben met rondkomen is de behoe e aan informa e of hulp beduidend groter dan gemiddeld. Mensen die moeite hebben met rondkomen, hebben met name vaker aangegeven informa e te willen over omgaan met angsten of depressie en over het verbeteren van woonomstandigheden. Daarnaast willen ze rela ef vaak hulp bij gezond eten en het verbeteren van woonomstandigheden. De groep niet-westers allochtone nachtrust, slaapproblemen afvallen gezonde voeding beweging verbeteren woonomstandigheden verminderen stress/spanning diabetes mellitus omgaan met eenzaamheid omgaan met depressie omgaan met angsten stoppen met roken verminderen alcoholgebruik SOA of aids 0% 1% 2% 3% 4% % % % behoefte aan informatie behoefte aan hulp Figuur Gezondheidsonderwerpen waarover respondenten informa e of hulp zouden willen ontvangen

ouderen is te klein om per onderwerp betrouwbaar te kunnen vergelijken met de overige inwoners van Hollands Midden. Alleenstaanden, niet-westerse allochtonen en mensen die moeite hebben met rondkomen hebben het meeste behoe e aan informa e of hulp rondom hun gezondheid. Geografische verschillen Zowel in Zuid-Holland Noord als in Midden-Holland hee bijna één op de vijf respondenten behoe e aan informa e en bijna één op de en aan hulp (kerncijfertabel). In de meeste gemeenteclusters is deze behoe e vergelijkbaar. In de Krimpenerwaard is de behoe e aan informa e iets lager dan gemiddeld. In Bodegraven-Reeuwijk en Kaag en Braassem/Nieuwkoop/Rijnwoude/Zoeterwoude is de behoe e aan hulp lager dan gemiddeld, in Gouda is dit hoger. Trend informa ebehoe e De behoe e aan gezondheidsinforma e is in 200 niet (of niet op iden eke wijze) nagevraagd in Zuid-Holland Noord en Midden-Holland. Trends kunnen daarom niet worden weergegeven.

Kerncijfers zorggebruik, hulp en informa ebehoe e 200 -plussers behoe e aan hulp over gezondheid behoe e aan informa e over gezondheid mantelzorg geven mantelzorg ontvangen thuiszorg afgelopen jaar GGZ/AMW afgelopen jaar tandarts afgelopen jaar fysiotherapie afgelopen jaar specialistbezoek afgelopen jaar huisartsbezoek afgelopen jaar % % % % % % % % % % Nederland (bron: CBS) 2 - - - - - - Hollands Midden 4 4, Regio Zuid-Holland Noord Midden Holland Gemeentecluster Alphen aan den Rijn Bodegraven-Reeuwijk Boskoop/Waddinxveen Gouda Hillegom/Lisse Kaag en Braassem/Nieuwkoop/ Rijnwoude/Zoeterwoude Katwijk Krimpenerwaard ( gemeenten) Leiden Leiderdorp/Oegstgeest/Voorschoten Noordwijk/Noordwijkerhout Teylingen Zuidplas 2 0 4 1 4 4 0 4 4 42 31 2 0 43 4 0 4 4,2 3,, 2,0 4,0 4, 4,4 3,,1 4,0 4,1, 4, 4,0 3, 1 1 1 1 Lee ijd -4 jaar -4 jaar 1 2 40 4,2, 32 1 Geslacht man vrouw 1 3,4, 20 Gezinssamenstelling twee partners alleenstaand anders 2 42 2 4 4 3,, 3, 3 1 Burgerlijke Staat gehuwd, samenwonend nooit gehuwd geweest gescheiden, gescheiden levend weduwe/weduwnaar 2 2 2 2 3 3 4,0,2,, 3 1 Opleidingsniveau LO MAVO, LBO HAVO, VWO, MBO HBO, WO 4 4 2 0,2 4, 4, 4,1 2 1 20 Rondkomen geen moeite rond te komen wel moeite rond te komen 40 4,, 2 Etniciteit autochtoon westers allochtoon niet-westers allochtoon 4 2 1 4 4,,3, 1 3 vetgedrukt = significant afwijkend van percentage van Hollands Midden