VOLWASSENEN EN OUDERENPEILING 2009

Transcriptie

1 VOLWASSENEN EN OUDERENPEILING 0 De volwassenen en ouderenpeiling hee als doel om op systema sche wijze ontwikkelingen in gezondheid en gewoonten van inwoners in kaart te brengen. Bijna.00 inwoners in de lee ijd van 1 t/m jaar in de regio Hollands Midden zijn ondervraagd. Het is de derde peiling onder volwassenen en de tweede onder ouderen in de regio. De resultaten van de volwassenen en ouderenpeiling worden gepresenteerd in de volgende factsheets: 1. Opzet, respons, achtergrondkenmerken a. Lichamelijke en psychische gezondheid, huiselijk geweld (1 jaar) b. Lichamelijke en psychische gezondheid, beperkingen, huiselijk geweld (+) a. Zorggebruik, hulp, informa ebehoe e, opvoedingsondersteuning (1 jaar) b. Zorggebruik, hulp, informa ebehoe e (+). Beweging, voeding, overgewicht. Tabak en alcohol. Rondkomen en schulden. Woon en leefomgeving, veiligheid Colofon Chris ne Hanning Anouk van de Laar Irma Paijmans Josina Rijkelijkhuizen Nienke Terpstra Hanneke Tielen tel: 011 augustus LICHAMELIJKE EN PSYCHISCHE GEZONDHEID, HUISELIJK GEWELD (1 jaar) Een belangrijke maat voor de kwaliteit van leven is de ervaren gezondheid. De ervaren gezondheid drukt de mate van zowel lichamelijk, geestelijk als sociaal welbevinden uit. Niet alleen het vóórkomen van specifieke ziekten en chronische aandoeningen, maar ook de mate waarin mensen zich belemmerd voelen, zegt iets over de gezondheid van de bevolking. Geestelijke gezondheid is geen sta sch gegeven. Vrijwel iedereen krijgt in zijn of haar leven te maken met perioden van somberheid of eenzaamheid. Erns ge psychische problemen doen vaak niet onder voor erns ge lichamelijke ziekten. Huiselijk geweld komt in alle lagen van de bevolking voor en is een maatschappelijk probleem dat diep ingrijpt in persoonlijke levens. Sociaaleconomische omstandigheden kunnen een verband hebben met de gezondheidstoestand, bijvoorbeeld de samenstelling van het gezin, de werksitua e en de financiële situa e. In de overzichtstabel op de laatste pagina staan de belangrijkste achtergrondkenmerken van de respondenten samengevat in kerncijfers. DEEL 1 LICHAMELIJKE GEZONDHEID Van de 1 tot en met jarigen beoordeelt 1% de eigen gezondheid als uitstekend, % als zeer goed, 1% als goed, % als ma g en 1% als slecht. Er is geen verschil in ervaren gezondheid tussen mannen en vrouwen. Het percentage dat de eigen gezondheid als ma g of slecht beoordeelt loopt op met de lee ijd. Van de volwassenen tot jaar beoordeelt % de eigen gezondheid als ma g of slecht. Bij 0 tot en met jarigen is dit 1%. Ongeveer de hel van de respondenten rapporteert één of meerdere van ach en verschillende chronische aandoeningen (tabel 1). Tabel 1 Chronische aandoeningen wel en niet door arts vastgesteld Chronische aandoening in de afgelopen twaalf maanden hoge bloeddruk migraine erns ge rugaandoening aandoening nek of schouder gewrichtsslijtage astma, bronchi s, longemfyseem, cara aandoening elleboog, pols of hand chronisch eczeem incon nen e urine gewrichtsontsteking darmstoornissen langer dan drie maanden diabetes psoriasis kanker andere hartaandoening vernauwing bloedvaten in buik of benen beroerte har nfarct,,1,,,,1,,,, 1, 1, 1, 0, 0, a Bij een derde van de respondenten is de chronische aandoening vastgesteld door een arts. De meest voorkomende aandoeningen zijn hoge bloeddruk en migraine (beiden 1%), de laagste zijn beroerte en har nfarct (respec evelijk 0,% en 0,%). Migraine hee het hoogste percentage bij de aandoeningen die niet door een arts zijn vastgesteld. De ach en aandoeningen zijn samengevoegd tot zeven categorieën (tabel ). Aandoeningen in de categorie bewegingsapparaat komen het meeste voor (%), gevolgd door hart en vaatziekten (1%), migraine (1%), diverse door arts niet door arts totaal vastgesteld vastgesteld % % % 1,, 1, 1,,,,,,,,,,1, 1,,,, 1, 1, 1, 0, 0, 0,,, 1,0 1, 1,, 1,0 1,1 0, 0, 0, 0, 0, één of meer chronische aandoeningen 1 0, 0,

2 Tabel Chronische aandoeningen in categorieën naar geslacht en lee ijd Categorie bewegingsapparaat hart en vaatziekten Aandoening erns ge rugaandoening gewrichtsslijtage aandoening nek of schouder aandoening elleboog, pols of hand gewrichtsontsteking hoge bloeddruk har nfarct vernauwing bloedvaten in buik of benen beroerte andere hartaandoening totaal man vrouw 1 jaar jaar 0 jaar % % % % % % migraine migraine inwendige organen huidaandoeningen astma, bronchi s, longemfyseem incon nen e urine darmstoornissen chronisch eczeem psoriasis diabetes diabetes 0,,1 kanker een vorm van kanker 1, 1,1, 0, 1,, aandoeningen van inwendige organen (% tot en met %), huidaandoeningen (%), diabetes (%) en kanker (1,%). Chronische aandoeningen komen meer voor bij vrouwen dan bij mannen (tabel ). De verschillen zi en vooral bij de aandoeningen van het bewegingsapparaat, aandoeningen van de inwendige organen en migraine. Hart en vaatziekten, huidaandoeningen en diabetes komen bij mannen en vrouwen even vaak voor. Het percentage respondenten dat last hee van chronische aandoeningen loopt op met de lee ijd. Uitzonderingen vormen migraine, die boven de 0 jaar afneemt en huidaandoeningen die op elke lee ijd even vaak voorkomen. (> 0%). Hoge bloeddruk en huidaandoeningen leiden tot het laagste percentage respondenten dat zich hierdoor belemmerd voelt (%). Een har nfarct leidt tot het hoogste percentage dat zich voelt (%). Daarop volgen beroerte (%), darmstoornis (%), kanker (%) en diabetes (%). De chronische aandoeningen die het meest tot belemmeringen in het dagelijks leven leiden, zijn darmstoornissen, beroerte, aandoeningen van het bewegingsapparaat, har nfarct, kanker en diabetes. Zich belemmerd voelen door chronische aandoeningen Ruim de hel van de respondenten met een chronische aandoening voelt zich belemmerd; % voelt zich en % voelt zich (figuur 1). De mate waarin men zich belemmerd voelt hangt onder andere af van de soort chronische aandoening. Respondenten die darmstoornissen, beroerte, aandoeningen van het bewegingsapparaat of har nfarct rapporteren voelen zich hierdoor het meest belemmerd Als men last hee van één of meer chronische aandoeningen, voelen vrouwen zich vaker belemmerd dan mannen. Dit geldt niet voor elke chronische aandoening. Bij kanker, darm of longaandoeningen of hart en vaatziekten, voelen mannen en vrouwen zich even vaak belemmerd. Het grootste verschil tussen mannen en vrouwen is bij huidaandoeningen. Als mannen last hebben van een huidaandoening voelt 0% zich hierdoor belemmerd, bij vrouwen is het percentage dat zich dan belemmerd voelt tweemaal zo hoog (1%). 1 chronische aandoening darmstoornis beroerte bewegingsapparaat hartinfarct kanker migraine urineverlies diabetes astma/bronchitis hoge bloeddruk huidaandoening 0% % % 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% Figuur 1 Percentage respondenten dat zich belemmerd voelt naar soort chronische aandoening

3 Tabel Percentage respondenten dat zich belemmerd voelt naar lee ijdsgroep 1 t/m jaar t/m jaar 0 t/m jaar Alle respondenten % % % totaal belemmerd Respondenten met chronische aandoening(en) totaal belemmerd Het percentage nietwestersallochtone respondenten dat de eigen gezondheid als ma g of slecht beoordeelt (%), is bijna drie maal zo hoog als dat van de autochtone respondenten (,%). Toch rapporteren minder nietwestersallochtone respondenten chronische aandoeningen (0% versus %). En tweemaal zoveel nietwestersallochtone respondenten voelen zich ten opzichte van de autochtone respondenten (% versus %) (kerncijfertabel). Binnen de groep respondenten met een lager opleidingsniveau, met een uitkering of moeite met rondkomen, hebben nietwesterse allochtonen een slechtere ervaren gezondheid dan autochtonen. Eén op de vijf 1 tot en met jarigen met chronische aandoeningen, voelt zich hierdoor belemmerd. Dit geldt voor een kwart van de tot en met jarigen en een derde van de 0 tot en met jarigen (tabel ). Dat meer mensen zich belemmerd voelen met oplopende lee ijd, hee vooral te maken met de toename van chronische aandoeningen: áls de respondenten chronische aandoeningen rapporteren, dan blij het percentage dat zich hierdoor belemmerd voelt met oplopende lee ijd gelijk. Binnen de groep die zich belemmerd voelt, neemt het aandeel dat zich voelt met oplopende lee ijd wel toe (tabel ). Gezin, opleiding, werk, rondkomen en etniciteit Het hoogste percentage dat de eigen gezondheid als ma g of slecht beoordeelt komt voor bij alleenstaanden, hoewel zij niet vaker dan gemiddeld chronische aandoeningen rapporteren. Bij alleenstaande ouders is het percentage dat zich sterk belemmerd voelt door chronische aandoeningen bijna tweemaal zo hoog als gemiddeld (,1% versus,%) (kerncijfertabel). Er is een sterk verband tussen de sociaaleconomische status en gezondheid. Mensen beoordelen hun gezondheid slechter, rapporteren vaker chronische aandoeningen en voelen zich sterker belemmerd naarmate ze een lager opleidingsniveau hebben, ze een uitkering ontvangen en ze meer moeite hebben om rond te komen (kerncijfertabel). 00/0 0 0 Chronische aandoening % % % trend hart en vaatziekten 1 1 neemt toe migraine 1 1 neemt toe rugaandoening huidaandoening gewrichtsslijtage astma, bronchi s, longemfyseem gewrichtsontsteking,,, diabetes 1,,, kanker 1,1 1, 1, Eén of meer chronische aandoeningen 1 * neemt toe Risicogroepen voor een slechtere lichamelijke gezondheid zijn alleenstaanden en alleenstaande ouders, mensen met een lagere sociaal economische status en nietwesterse allochtonen. Geografische verschillen De verschillen in ervaren gezondheid en de rapportage van chronische aandoeningen tussen (clusters van) gemeenten zijn klein. Alleen in Katwijk wonen in verhouding minder respondenten die de eigen gezondheid ma g of slecht beoordelen (%) en in Leiden meer (%). Er is geen verschil in lichamelijke gezondheid tussen de inwoners van ZuidHolland Noord en MiddenHolland. Trend lichamelijke gezondheid Tabel Trend chronische aandoeningen bij 1 t/m jarigen in Hollands Midden 000 Het is niet mogelijk om voor alle chronische aandoeningen de trend in de jd te presenteren. De aandoeningen die ontbreken zijn darmstoornis, onvrijwillig urineverlies, aandoening van nek en schouders en elleboog/pols/hand. De aandoeningen waarvoor wel een trend is vast te stellen staan in tabel. Het percentage respondenten dat een chronische aandoening rapporteert, neemt tussen 00/0 en 0 toe van % naar %. Deze toename zien we terug bij hart en vaatziekten, migraine en diabetes. Gewrichtsslijtage neemt alleen bij mannen toe en gewrichtsontsteking en kanker nemen toe bij vrouwen. Rug en longaandoeningen zijn. neemt af bij vrouwen neemt toe bij mannen neemt toe bij vrouwen neemt toe neemt toe bij vrouwen *niet vergelijkbaar met tabel 1 (er staan chronische aandoeningen in tabel 1 die ontbreken in tabel ) Tussen 00 en 0 nemen harten vaatziekten, migraine en diabetes toe. Bij vrouwen nemen bovendien gewrichtsontsteking en kanker toe. Bij mannen neemt gewrichtsslijtage toe.

4 DEEL PSYCHISCHE GEZONDHEID Angststoornissen en depressie behoren tot de meest voorkomende psychische klachten en staan in de top van aandoeningen met de grootste ziektelast in de bevolking 1. Ongeveer een derde deel van de respondenten hee een ma g risico op angst en/of depressieklachten; % hee een hoog risico. De ma grisicogroep kan waarschijnlijk met adequate zel ulp of steun uit de omgeving de problemen aan. Voor de hoogrisicogroep is de kans groot dat professionele zorg nodig is om de problemen de baas te worden. Vrouwen hebben vaker dan mannen een ma g of hoog risico op angst en/of depressieklachten (ma g risico: % versus %; hoog risico: % versus %). Met toenemende lee ijd neemt het risico op angst en/of depressieklachten af. Eenzaamheid is het subjec ef ervaren van een onplezierig of ontoelaatbaar gemis aan (de kwaliteit van) bepaalde sociale rela es. Tegenwoordig worden twee vormen van eenzaamheid onderscheiden: de eenzaamheid als gevolg van sociale isola e (aantal of kwaliteit van de persoonlijke rela es is minder dan gewenst) en die als gevolg van emo onele isola e (gemis van in miteit in persoonlijke rela es). Een kwart van de volwassenen tot jaar is sociaal eenzaam en % is emo oneel eenzaam. Mannen zijn iets vaker sociaal eenzaam dan vrouwen, maar er is geen verschil tussen mannen en vrouwen voor wat betre emo onele eenzaamheid. Met oplopende lee ijd neemt het percentage respondenten dat sociaal eenzaam is, toe. Het percentage respondenten met emo onele eenzaamheid is op elke lee ijd gelijk. Ongeveer % van de volwassenen hee er wel eens serieus aan gedacht een einde aan het leven te maken. Dit percentage is gelijk voor mannen en vrouwen en ook in de verschillende lee ijdsgroepen. Met toenemende lee ijd neemt het risico op angst en/of depressieklachten af. Het percentage sociaal eenzamen neemt toe (het sociale netwerk wordt kleiner) maar het percentage emo oneel eenzamen is op elke lee ijd gelijk (kwaliteitsniveau van de rela es blij gelijk). Gezin, opleiding, werk, rondkomen en etniciteit Alleenstaanden en alleenstaande ouders hebben vaker last van angst en/of depressieklachten en voelen zich vaker sociaal en emo oneel eenzaam dan respondenten die met een partner (en kinderen) wonen. Alleenstaanden hebben ook vaker serieus aan suïcide gedacht dan respondenten die samenwonen (kerncijfertabel). De sociaaleconomische status hee een sterke rela e met de geestelijke gezondheid. Angst en/of depressieklachten, sociale en emo onele eenzaamheid komen het meest voor bij mensen met een lager opleidingsniveau, mensen met een uitkering en mensen die moeite hebben met financieel rondkomen. Zij hebben ook vaker serieus aan suïcide gedacht dan personen met een hoger opleidingsniveau, personen met een baan of personen die geen moeite hebben met rondkomen (kerncijfertabel). Van de etnische groepen rapporteren de nietwesterse allochtonen de meeste angst en/of depressieklachten. Ook komt zowel sociale als emo onele eenzaamheid bij deze groep het meest voor. Ook westerse allochtonen rapporteren vaker dan autochtonen een ma g risico op angst en/of depressieklachten en voelen zich vaker eenzaam (kerncijfertabel). Binnen de groepen respondenten met een lager opleidingsniveau, met een uitkering of moeite met rondkomen, hebben nietwesterse allochtonen een hoger risico op angst en/of depressieklachten dan autochtonen. Risicogroepen voor een slechtere psychische gezondheid zijn alleenstaanden en alleenstaande ouders, mensen met een lagere sociaal economische status en nietwesterse allochtonen. Geografische verschillen De verschillen in geestelijke gezondheid tussen (clusters van) gemeenten zijn niet groot. Leiden springt er uit met hogere percentages voor risico op angst en/of depressie, gevoelens van eenzaamheid en suïcidegedachten. In Noordwijk/ Noordwijkerhout komt eenzaamheid minder voor. En in Katwijk en Teylingen is het percentage respondenten met een hoog risico op angst en/of depressie lager dan gemiddeld in Hollands Midden. Er zijn geen verschillen in geestelijke gezondheid tussen de inwoners van ZuidHolland Noord en MiddenHolland. Trend psychische gezondheid Het risico op angst en/of depressieklachten is in 00/0 niet nagevraagd. Het percentage met een ma g of hoog risico op angst en/of depressieklachten is in 0 gelijk aan 0 (tabel ). Het gevoel van eenzaamheid is in ZuidHolland Noord in 0 niet nagevraagd en in 00 slechts in een beperkt aantal gemeenten. De trend van sociale en emo onele eenzaamheid is in de peiljaren. Het risico op angst en/of depressieklachten en de mate van sociale en emo onele eenzaamheid zijn over de jaren Brancherapporten VWS, Den Haag: VWS, versie.1, 1 mei 0. Saunders, D. & Daly, A. 00 Collaborative Health and Wellbeing Survey: Psychological distress in de Western Australian population. Health Department of Western Australia, 01. Fokkema CM, Dykstra PA. De aanpak van eenzaamheid, feiten en misverstanden. Demos, 0; ():.

5 Tabel Trend geestelijke gezondheid bij 1 t/m jarigen in Hollands Midden 000 Angst/depressie Hollands Midden ma g risico angst en/of depressie hoog risico angst en/of depressie 00/ % % % 1 trend Eenzaamheid 00/0 0 0 ZuidHolland Noord sociaal eenzaam emo oneel eenzaam Midden Holland sociaal eenzaam emo oneel eenzaam 0* 1* * * *alleen Leiden, Alphen aan den Rijn en gemeenten Duin en Bollenstreek DEEL EEN GEZONDE GEEST IN EEN GEZOND LICHAAM Er is een sterk verband tussen lichamelijke en geestelijke gezondheid. Hoe meer chronische aandoeningen men rapporteert, des te hoger is het risico op angst en/of depressieklachten (figuur ). Van de respondenten die geen enkele chronische aandoening rapporteren, hee een kwart een ma g risico en % een hoog risico op angst en/of depressieklachten. Met elke chronische aandoening erbij, neemt zowel het percentage met ma g risico als met hoog risico op angst en/of depressieklachten verder toe. De sterkste rela e met angst en/of depressieklachten is bij darmstoornissen. Van de respondenten die darmstoornissen rapporteren, hee de hel een ma g risico en % een hoog risico op angst en/of depressieklachten. Naarmate respondenten per persoon meer chronische aandoeningen rapporteren, neemt het risico op angst en/ of depressieklachten verder toe. aantal chronische aandoeningen per persoon 0 1 0% % % 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% hoog risico matig risico Figuur Percentage respondenten met een ma g of hoog risico op angst en/of depressieklachten naar aantal chronische aandoeningen per persoon.

6 DEEL HUISELIJK GEWELD Huiselijk geweld is lichamelijk, psychisch of seksueel geweld dat door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer wordt gepleegd. De dader kan een gezins of familielid zijn, een huisvriend of de buurman. Van de 1 tot en met jarigen rapporteert % ooit slachtoffer te zijn geweest van huiselijk geweld. Het gaat hier waarschijnlijk om een onderscha ng. Diverse Nederlandse onderzoeken scha en het percentage slachtoffers op 1%. Drie keer zoveel vrouwen als mannen (1% versus %) zijn slachtoffer geweest van huiselijk geweld (kerncijfertabel). Voor 0% van de slachtoffers hee het geweld langer dan vijf jaar geleden plaatsgevonden. Te verwachten valt dat het ooit slachtoffer zijn geweest met de lee ijd toeneemt. In Hollands Midden is echter het percentage slachtoffers met toenemende lee ijd gelijk. Meestal gaat het om psychisch of emo oneel geweld (% van de slachtoffers), gevolgd door lichamelijk (% van de slachtoffers) en seksueel geweld (% van de slachtoffers). Lichamelijk geweld komt meer voor bij mannen dan bij vrouwen (0% versus % van de slachtoffers). Seksueel geweld komt meer voor bij vrouwen dan bij mannen (% versus % van de slachtoffers). Psychisch geweld komt bij mannelijk en vrouwelijke slachtoffers evenveel voor. In de hel van de gevallen is de dader van huiselijk geweld de partner of expartner. In een derde van de gevallen is de dader (één van) de (s ef)ouders. Bij mannen komt het vaker voor dan bij vrouwen dat de dader (één van) de (s ef)ouders is. De (ex)partner als dader komt meer voor bij vrouwen. Het geweld door (s ef)ouders hee gemiddeld langer geleden plaatsgevonden dan het geweld door de (ex)partner. Ongeveer een derde van de slachtoffers hee behoe e aan hulp in verband met het huiselijk geweld. Er is geen verschil in hulpbehoe e tussen mannelijke en vrouwelijke slachtoffers of tussen lee ijdsgroepen. Ongeveer % van de slachtoffers hee behoe e aan het kwijt kunnen van het eigen verhaal en 1% hee behoe e aan het verwerken van het geweld. De overige hulpbehoe e is voor hulp aan de dader (%), beëindigen van het geweld (%), hulp aan het gezin (%), jdelijke opvang weg van huis (%), hulp bij doen van aangi e (%) en contact met lotgenoten (1%). Acht procent van de volwassenen tot jaar in Hollands Midden is wel eens slachtoffer geweest van huiselijk geweld. Dit is waarschijnlijk een onderscha ng. Vrouwen rapporteren ongeveer driemaal vaker huiselijk geweld dan mannen. Een derde van de slachtoffers hee behoe e aan hulp of ondersteuning. Gezin, opleiding, werk, rondkomen en etniciteit Slachtoffer zijn van huiselijk geweld komt het meest voor bij alleenstaande ouders (%), gevolgd door alleenstaanden (1%). Daarnaast komt ervaring met huiselijk geweld meer voor bij mensen met alleen lager onderwijs, uitkeringsgerech gden en mensen die moeite hebben met rondkomen. Er is geen verschil in ervaring met huiselijk geweld tussen de verschillende etnische groepen (kerncijfertabel). Geografische verschillen In ZuidHolland Noord en MiddenHolland komt ervaring met huiselijk geweld evenveel voor. De verschillen tussen de (clusters van) gemeenten zijn klein. Alleen in het cluster Leiderdorp/Oegstgeest/Voorschoten is het percentage slachtoffers van huiselijk geweld iets hoger dan gemiddeld (kerncijfertabel). Trend huiselijk geweld De vraagstelling naar huiselijk geweld was in de voorgaande peiljaren anders geformuleerd dan in 0. De percentages uit 0 kunnen dus niet worden vergeleken met die van voorgaande jaren.

7 Kerncijfers lichamelijke en psychische gezondheid en huiselijk geweld 0 lichamelijke gezondheid psychische gezondheid ooit slachtoffer huiselijk geweld aan suïcide gedacht emo oneel eenzaam sociaal eenzaam hoog risico angst/ depressie ma g risico angst/ depressie 1 chronische aandoeningen ervaren gezondheid slecht ervaren gezondheid ma g % % % % % % % % % % % Hollands Midden 0,,,0 Regio ZuidHolland Noord MiddenHolland Gemeente Alphen aan den Rijn BodegravenReeuwijk Boskoop/Waddinxveen Gouda Hillegom/Lisse Kaag en Braassem/Nieuwkoop/Rijnwoude/Zoeterwoude Katwijk Krimpenerwaard ( gemeenten) Leiden Leiderdorp/Oegstgeest/Voorschoten Noordwijk/Noordwijkerhout Teylingen Zuidplas Lee ijd 1 jaar jaar 0 jaar Geslacht man vrouw Gezinssamenstelling twee partners twee partners en kinderen éénoudergezin alleenstaand bij ouders Opleidingsniveau LO MAVO, LBO HAVO, VWO, MBO HBO, WO Werksitua e betaalde werkkring huisvrouw/huisman werkloos/ao/bijstand (vervroegd) pensioen in opleiding Rondkomen geen moeite rond te komen wel moeite rond te komen Etniciteit autochtoon westers allochtoon nietwesters allochtoon vetgedrukt = significant afwijkend van Hollands Midden , 0, 0, 0, 0, 0, 1, 0, 0,1 0, 1, 0, 0, 0, 0, 0, 0, 1, 0, 0, 0, 0, 1, 0, 0,,0 0, 0, 0, 0, 0,,0 0, 0,0 0,, 0, 0,, ,,,,,,,,,,,,,0,1,,1,0,,,,,,1,, 1,,,,,, 1,,,, ,1,,1,,,1,, 1,,0,0,1,1 1,,,,0,,,1,,,,1,0,,,,,0 1 0,,,,,