Functie-informatie Blz. 1 Functienaam Organisatie Dijnselburgschool Onderdeel OOP Salarisschaal 6 Werkterrein Onderwijsproces -> Instructie en assistentie Activiteiten Verlenen van hand- en spandiensten Bedienen van c.q. werken met apparaten, systemen, gereedschap, instrumenten Datum 03-07-2006 FUWASYS-versie 2002.1.41 Functiebeschrijving Context De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen de CVO Groep Zuidoost-Utrecht. De CVO groep is een christelijke scholengroep voor praktijkonderwijs, lwoo, vmbo, havo, atheneum, gymnasium en tweetalig vwo. De groep bestaat uit vijf zelfstandige scholen in Zeist, Doorn en Wijk bij Duurstede. De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen de Dijnselburgschool voor Praktijkonderwijs. Het praktijkonderwijs bereidt leerlingen voor op een zelfstandig functioneren in de samenleving, op een plaats binnen de (regionale) arbeidsmarkt en biedt leerlingen doorstroommogelijkheden naar opleidingen op onder andere assisterend niveau. Het betreft leerlingen van 12 tot 18 jaar met beperkte verstandelijke vermogens en een leerachterstand van minimaal 3 jaar voor wie vaststaat dat overwegend een orthopedagogische en orthodidactische benadering nodig is. Doel van praktijkonderwijs is leerlingen toe te leiden naar een plaats op de regionale arbeidsmarkt en voor te bereiden op een zelfstandig functioneren in de samenleving. De Dijnselburgschool kent een directeur, onderwijzend personeel en (gespecialiseerd) onderwijsondersteunend personeel. De technisch onderwijsassistent ondersteunt vakleraren praktijkvakken bij de lesgevende taak en het begeleiden van leerlingen, verricht onderwijsondersteunende taken, vervaardigt (hulp)apparatuur en onderhoudt en repareert apparatuur en verricht administratieve en beheersmatige activiteiten. Werkzaamheden 1. Verricht assisterende werkzaamheden bij de praktijkvakken door: *het geven van instructie aan de leerlingen tijdens de praktijkvakken; *het begeleiden van de leerlingen bij het uitvoeren van opdrachten en werkstukken; *het ondersteunen van de vakleraar bij de praktijkvakken; *het adviseren bij het beoordelen van de opdrachten en werkstukken; *het controleren en bespreken van de door de leerlingen verkregen resultaten. *het opstellen van de benodigde apparatuur voor de praktica en het samenstellen van de
Blz. 2 daartoe benodigde materialen; *het signaleren en verhelpen van storingen van de apparatuur; *het toezien op het gebruik van machines, gereedschappen, computers, e.d.. 2 Verricht onderwijsondersteunende taken (zonder directe aanwezigheid van de vakleraar) door: *het begeleiden en instrueren van de leerlingen bij het uitvoeren van opdrachten en het aandragen van oplossingen voor de door de leerlingen gestelde vragen; *het begeleiden van individuele leerlingen op basis van afgesproken handelingen en leerarrangementen; *het in overleg met de vakleraar ontwikkelen, voorbereiden en uitvoeren van demonstratieproeven en het samenstellen van opdrachten; *het evalueren van de opzet van de opdrachten en het doen van verbeteringsvoorstellen aan de vakleraar; *het klaarzetten en opruimen van materiaal. 3 Vervaardigt (hulp)apparatuur en onderhoudt en repareert apparatuur door: * het vervaardigen van hulpconstructies aan apparaten, machines, instrumenten en/of het aanpassen van bestaande apparatuur en programmatuur; * het vervaardigen van lesondersteunende didactische modellen; * het vervaardigen van aanpassingen en reparaties aan lokaal, inventaris, speciaal meubilair en dergelijke; * het verrichten van onderhoud en repareren van machines, instrumenten, hulpmiddelen en technische installaties; * het verrichten van de controle, het testen en het afregelen van mechanische en elektrische apparatuur; * het stellen van nieuwe of verplaatste machines en het verrichtten van bijbehorende werkzaamheden; * het controleren van onderhoud en/of reparaties door derden verricht. 4 Verricht beheers- en administratieve werkzaamheden door: * het periodiek controleren en bijhouden van voorraden van materialen, machine-onderdelen en het verrichten van bijbehorende administratieve werkzaamheden; * het periodiek controleren van de machines, apparatuur, audiovisuele apparatuur en dergelijke; * het doen van voorstellen inzake de aanschaf van apparatuur en hulpmiddelen. 5 Voert overige werkzaamheden uit van een vergelijkbaar niveau. Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden *De technisch onderwijsassistent legt functioneel verantwoording af aan de leraar (senior leraar, vakleraar of groepsleraar) over de juistheid van de gevolgde aanpak en op naleving van regels en afspraken. Hierarchisch wordt verantwoording afgelegd aan de directeur. *De technisch onderwijsassistent werkt op basis van technische en veiligheidsvoorschriften en werkplanning van belang voor de wijze en tijdigheid van de uitvoering van de werkzaamheden. *De technisch onderwijsassistent neemt beslissingen bij de instructie, begeleiding en mede beoordelen van leerlingen en bij het voorbereiden van opdrachten. Kennis en vaardigheden De technisch onderwijsassistent beschikt over: *kennis van het praktijkonderwijs;
Blz. 3 *theoretische en praktische kennis en achtergronden van de uit te voeren practica en opdrachten; *kennis van veiligheidsvoorschriften en ARBO- en milieuvoorschriften; *didactische vaardigheden in het begeleiden van leerlingen met cognitieve beperkingen, sociaalemotionele en/of gedragsproblemen; *vaardigheid in het beheren en onderhouden van apparatuur, instrumenten en hulpmiddelen; *ICT-vaardigheden; *vaardigheden in het mede ontwikkelen van opdrachten en handleidingen. Contacten De technisch onderwijsassistent onderhoudt contacten met: *de leraren over de onderwijsondersteunende werkzaamheden om informatie uit te wisselen en de voortgang te bespreken; *vakgenoten om ervaringen uit te wisselen en op de hoogte te blijven van nieuwe ontwikkelingen; *leerlingen om hen te begeleiden en te corrigeren bij de uitvoering van de opdrachten; *leveranciers over aanbod, kwaliteit en bruikbaarheid van materialen om informatie in te winnen en te kunnen adviseren over de aanschaf ervan.
Competenties Technisch onderwijsassistent 1. ALGEMEEN COMPETENTIEPROFIEL BIJ CVO GROEP Samenwerken Draagt bij aan een gezamenlijk resultaat, ook wanneer er geen direct eigen belang aanwezig is Zet zich in om samen met anderen doelen te bereiken Reageert actief en op constructieve wijze op de ideeën en het welbevinden van anderen Onderkent invloed en gevolgen van (eigen) beslissingen of activiteiten op onderdelen van de organisatie Communicatief vaardig Is zich bewust van de gevoelens en behoeften van anderen en houdt hiermee rekening in de wijze van communiceren Geeft op een eerlijke manier grenzen en mogelijkheden aan Staat open voor signalen van anderen en geeft hen de ruimte om (zich) uit te spreken Richt zich op het gedrag van de ander, niet op de persoon Richt de samenwerking ook op anderen buiten de eigen werkkring (team/school/cvo Groep) Zoekt actief de dialoog en gaat op constructieve wijze om met feedback Integriteit Hecht eraan sociale en ethische normen en waarden te handhaven en handelt hiernaar Is zich bewust van algemeen geldende normen en waarden, handelt daar consequent naar en spreekt ook anderen hierop aan Is aanspreekbaar op de voor de CVO Groep geldende normen en waarden Komt beloften en afspraken na Ontwikkelingsgerichtheid Besteedt aandacht aan en creëert kansen voor eigen ontwikkeling Besteedt zichtbaar tijd en energie aan de eigen ontwikkeling afgestemd op het beleid van de organisatie (school/cvo Groep) Trekt lering uit eigen ervaringen Kan leren goed te functioneren onder veranderende omstandigheden in de organisatie of in het werkveld Kwaliteitsbewust zijn en kwaliteitsgericht handelen Hecht eraan met een permanent oog voor kwaliteit te werken Is zich bewust van het belang van kwaliteit voor de organisatie Kent de kwaliteitscriteria Brengt mogelijkheden voor kwaliteitsverbetering in de organisatie naar voren Formuleert daarbinnen criteria waaraan de eigen werkzaamheden moeten voldoen en evalueert de resultaten Klantgerichtheid Hecht eraan in te spelen op wensen en behoeften van de klant (collega/leerling/ouder) Herkent behoeften en belangen van de collega/leerling/ouder en handelt hier naar Is op de hoogte van veranderingen en omstandigheden waar leerlingen mee te maken krijgen Vraagt door op wensen en behoeften van de klant en komt met (oplossings-)voorstellen Toont belangstelling voor de vraagstukken/problemen van de leerling
2. SPECIFIEK Overbrengen van praktische vaardigheden en/of gedrag Geeft instructie en uitleg over praktische vaardigheden en/of gedrag Doet de vaardigheden voor Vertelt wat het nut en doel van de vaardigheden is Geeft sturing en feedback om te zorgen dat de stof door de leerling begrepen en onthouden wordt Neemt ook zelf`initiatief tijdens de les Samenwerken Draagt bij aan een gezamenlijk resultaat, ook wanneer geen direct eigen belang aanwezig is Speelt informatie door die voor andere van belang zijn Wisselt ongevraagd kennis en ervaring uit Lost, als dat nodig of wenselijk is, problemen van anderen op Flexibiliteit Is in staat indien zich urgente kansen of problemen voordoen, de eigen gedragstijl of aanpak te veranderen om het gestelde doel te bereiken Gaat gemakkelijk om met snel wisselende onderwerpen en gebeurtenissen Laat moeiteloos het ene onderwerp los om vervolgens het andere onderwerp op te pakken Speelt soepel in op veranderingen Kent de eigen grenzen en geeft die helder aan Pedagogische verantwoordelijkheid Creëert een pedagogisch klimaat in overeenstemming met de visie van de school Weet bij leerlingen de juiste snaar te raken Maakt waarden en normgericht gedrag bespreekbaar Onderkent, benoemt en hanteert waarden en normen Neemt maatregelen als leerlingen onacceptabel gedrag vertonen Geeft concrete instructies aan groepen leerlingen ten aanzien van gedrag Handelt consequent Communicatief vermogen Het vermogen om schriftelijk en mondeling te communiceren en ideeën, meningen en argumenten te presenteren zodat anderen (docenten, leerlingen, collega s en schoolleiding) het begrijpen Vraagt door op onduidelijke uitspraken Reageert op non verbale signalen Formuleert in goedlopende, correcte zinnen Maakt bondige teksten Past grammaticale regels en spelling op de juiste wijze toe Grenzen stellen Is in staat doelen en prioriteiten te bepalen en benodigde tijd en middelen aan te geven om bepaalde doelen te bereiken Maakt realistische inschattingen voor benodigde tijd, capaciteit en middelen Signaleert knelpunten in de planning en lost die op Veiligheidsbewustzijn Geeft bij de uitvoering van de werkzaamheden invulling aan relevante voorschriften op het gebied van veiligheid Volgt veiligheidsinstructies stipt op Wijst anderen op gevaarlijke situaties Gooit giftige afvalstoffen in een daarvoor geschikte verpakking in de daarvoor geschikte bak