Radiotherapie Jaarverslag 2014



Vergelijkbare documenten
Radiotherapie Jaarverslag 2013

Radiotherapie Jaarverslag Universitair Medisch Centrum Groningen

Prestatie-indicatoren NVRO V3.1

Protonen Radiotherapie Een innovatie binnen handbereik

Radiotherapie Jaarverslag 2015

Evolutie van 10 jaar oncologie:

Landelijk Contactdag 2017

Locally advanced rectum carcinoom: wat gaat er veranderen na de RAPIDO studie? Dr B. van Etten, Oncologisch GE-Chirurg

Protonen therapie & hersentumoren

Beleidsdag ZOL 2 december Dr. Paul Bulens

CoRPS. 'Cancer survivorship' onderzoek in Zuid Oost Nederland: van epidemiologische bevindingen naar interventies

Bestraling met protonen

klinisch fysicus i.o. radiotherapie

Stereotactische radiotherapie voor stadium I niet-kleincellig longcarcinoom: Uitkomsten op patiënten- en populatieniveau.

Proefpersoneninformatie

ONCOLOGIE- en MILESTONEDAGEN

Radiotherapie bij het gemetastaseerd niercelcarcinoom. Dr Nathalie Meireson Universitaire Radiotherapie Antwerpen 28/02/2013

(Neo)adjuvante chemotherapie bij het rectumcarcinoom. Prof.dr. Kees Punt afd. Medische Oncologie AMC Amsterdam

Staat de radiotherapie indicatie ook vast na een complete respons op NAC?

Meer sparend bestraling van de axilla? Less is more (than enough) Nicola Russell

Radiotherapie Jaarverslag Universitair Medisch Centrum Groningen

STRAAL MET JE HART, STRAAL MINDER HART

Proefpersoneninformatie

Ontwikkelingen bij de chirurgie van het slokdarm- en maagcarcinoom

Proefpersoneninformatie. Bestralings-geinduceerde hartschade meten d.m.v. het bepalen van bloedwaarden

Kwaliteitsnormen. Blaascarcinoom

Stereotactische radiochirurgie bij hersenmetastasen in het ARTI De resultaten met betrekking tot de overleving en de mate van lokale controle

Radiotherapie voor Gynaecologische tumoren. Dr. Remi A. Nout

cmb3 - Medische beeldvorming in de radiotherapie Maart 2017 Silvia Enders

Minder chirurgie na neo adjuvante chemotherapie?

Cover Page. Author: Wiltink, Lisette Title: Long-term effects and quality of life after treatment for rectal cancer Issue Date:

PORTEC 4a studie. Landelijke brachy laboranten dag 17 november 2017

Overbehandeling in radiotherapie. Prof. Dr. Caroline Weltens

Technologie voor Gezondheid bijeenkomst. Haagse Hogeschool 8 oktober 2018, Delft. Gerson Struik, arts-onderzoeker Chirurgie

Prediction and prevention of radiation-induced swallowing dysfunction Christianen, Miranda Eligia Maria Cornelia

Dedicated schakeljaar oncologie

Image-guided stereotactic radiotherapy for early stage lung cancer: techniques and clinical outcomes. Samenvatting

Stereotactische leverbestraling: De werkmethodes en onnauwkeurigheden: SRT Symposium Utrecht 2016

Downtime Jaarverslag Lineaire Versnellers UMCU 2008.

Protonen Radiotherapie: nut en noodzaak. Marcel Verheij Afdeling Radiotherapie

Oligometastatischeziekte bij het mammacarcinoom. M. van der Sangen, radiotherapeut

Patient information sheet PATIENTENINFORMATIE TEN BEHOEVE VAN WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK

Pagina 1 van 7 PATIENTENINFORMATIE. Titel van het onderzoek:

Pien de Haas en John de Klerk nucleair geneeskundigen Meander Medisch Centrum Amersfoort. 2e Mammacongres 28 januari 2011 Harderwijk

Radiotherapie bij prostaatkanker: een stralende toekomst. Karin Haustermans

Radiotherapie van levermetastasen: exotische therapie of oprukkende mogelijkheid? 69 ste Geneeskundige Dagen van Antwerpen Dr Reinhilde Weytjens

Proefpersoneninformatie

Rectum Library of Plans Maatwerk voor rectum behandelingen

PATIËNTENINFORMATIE STEREOTACTISCHE RADIOTHERAPIE

Sneldiagnostiek in de oncologische zorg

Beeldvorming bij oligometastasen met nadruk op PET/CT. Presentatie. PET/CT voor detectie van metastasen

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Informatieblad voor deelnemers gedurende opvolging. De CENTER-TBI studie

Factsheet NABON Breast Cancer Audit (NBCA)

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018

Kennismaking met Risico-analyses. HKZ 18 juni 2015

SBRT niercelcarcinoom (RCC) Jochem Hes Spec. laborant Treatment Planning

VMS veiligheidseisen voor het ZKN-Keurmerk Een vertaling van de NTA8009:2011 naar de situatie van de zelfstandige klinieken

Domein 2 Academisch niveau

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Multimodality treatment bij het oesofagus- en maagcarcinoom

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018

Geïndividualiseerde behandeling van oudere patiënten met borstkanker. Dr. N.A. de Glas

De registratie van ziekteprogressie, toxiciteit en kwaliteit van leven in de radiotherapie. Tomas Janssen Klinisch fysicus (i.

Factsheet Indicatoren Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016

Survivor ship care Zorg na de diagnose en behandeling van kanker Ellen Passchier, RN MSc.

Hoge precisie radiotherapie in hoofd- en halsregio. Hoe en waarom?

Marlies Peters. Workshop Vermoeidheid

Pinnacle Auto-Planning voor prostaat VMAT Ervaringen uit het Radboudumc. dr. ir. Ellen Brunenberg, klinisch fysicus Themadag CZE, 17 maart 2016

STEREOTACTISCHE RADIOTHERAPIE IN NEDERLAND Connie de Pan SRT Symposium Lab NL november 2010

Chemoradiatie bij het spierinvasief blaascarcinoom

Frans de Bree en Joric Witlox Hengelo, 4 december 2008

ONTWIKKELINGEN IN NEOADJUVANTE CHEMORADIOTHERAPIE OESOPHAGUSCARCINOOM. 5D s, 8 februari 2018 Francine Voncken

Nazorg bij kanker; de rol van de eerste lijn. Hans Nortier

Disseminatiediagnostiek bij locoregionaal recidief van mammacarcinoom: klinische praktijk en perspectief voor PET

Factsheet indicatoren IGZ Transparantieportaal Zorg 2017

Vlaams Indicatorenproject VIP²: Kwaliteitsindicatoren Borstkanker

Documentenanalyse Veiligheidsvisitatiebezoek

Patiënteninformatie RT versie 1.0,

Benchmark van complicaties en reïnterventies van pacemaker- of ICD implantaties. Concept / 10 januari 2019 / versie

Nieuwsbrief DEPRESSIEKLACHTEN BIJ VROUWEN MET EEN VOORSTADIUM VAN BORSTKANKER. EERSTE PATIËNTENDAG VAN HET UMBRELLA COHORT WIE ZIJN DE DEELNEMERS?

KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: BORSTKANKER Fase 1: validatie van de individuele resultaten Ziekenhuis 86

MR-LINAC: ZIEN WAAR JE STRAALT ANJA BETGEN, MSC SENIOR MEDISCH BEELDVORMINGS- EN BESTRALINGSDESKUNDIGE (MBB)

Radiotherapy now & the future 15 October 2015

Improving radiation dose delivery for moving targets using image guidance Rooijen, D.C. van

STEREOTACTISCHE RADIOTHERAPIE BIJ OLIGOMETASTASEN

Cutting-Edge Technology Intracranial en Extracranial Radiation Therapy

CROSSFIRE-studie (Alvleesklierkanker) / alvleesklierkanker

Data mining uit diverse bronnen. Tomas Janssen, Ph.D. Resident medical physicist

Incidentie Hoofd Halskanker België. Radio(chemo)therapie voor hoofd-halstumoren: verleden-heden-toekomst

PKS TOEKOMSTVISIE OP PK ZORG

Radiotherapie. Preoperatieve radiotherapie bij endeldarmkanker

Geautomatiseerde treatment planning: Een mooi doel (op zich)? Rik Westendorp Radiotherapiegroep behandellocatie Deventer

Radiotherapie bij het pancreascarcinoom. Hanne Heerkens, AIOS radiotherapie 25 maart 2019

DIGITAAL DICTEREN, SPRAAKHERKENNING & WORKFLOW MANAGEMENT VOOR ZORGPROFESSIONALS

Transcriptie:

Radiotherapie Jaarverslag 2014

Inhoudsopgave Voorwoord 3 1. Patiëntenzorg 4 1.1 Kwalitatief 4 1.1.1 Nieuwe ontwikkelingen 4 1.2 Kwantitatief 9 2. Kwaliteit 12 2.1 Kwaliteit en Veiligheid Management Systeem 12 2.2 Incidentmeldingen en -analyse volgens de PRISMA-methodiek 13 2.3 Prospectieve Risico Inventarisatie / risicomanagement 16 2.4 Patiënttevredenheid 17 2.4.1 Patiëntervaringsenquêtes 17 2.5 Patiëntenparticipatie 18 2.6 Doorstroomtijden 20 2.6.1 Resultaten interval aanmelding en eerste bestraling 20 2.6.2 Resultaten interval aanmelding en eerste consult 22 3. Onderwijs en opleiding 24 3.1 Onderwijs 24 3.2 Opleiding 25 4. Wetenschappelijke activiteiten 29 4.1. Noordelijke Refereeravonden Radiotherapie 29 4.2 Wetenschappelijke output 31 4.3 Promovendi 32 4.3.1 Lopende promoties 32 4.4 Klinische studies 34 5. Personeel & Organisatie 37 5.1 Samenstelling Dagelijks Bestuur 37 5.2 Samenstelling Management Team 37 6. Apparatuur en software 38 Bijlage A 41 A.1 Publicaties in internationale tijdschriften 41 A.2 Boekbijdragen 50 A.3 Abstracts en Posters 51 A.4 Voordrachten international congressen en symposia 55 A.5 Voordrachten overige bijeenkomsten 60 A.6 Honours and awards 61 A.7 Promoties 63 Bijlage B 65 B.1 Overzicht apparatuur, inclusief de randapparatuur 65 2

Voorwoord Groningen, oktober 2015 Met veel genoegen bieden wij u het jaarverslag 2014 aan van de afdeling Radiotherapie van het Universitair Medisch Centrum Groningen ( UMCG). De afdeling Radiotherapie wil de hoogst mogelijke kwaliteit van radiotherapeutische zorg leveren aan patiënten met oncologische aandoeningen waarbij het welzijn en welbevinden van de patiënt op korte en lange termijn centraal staat. Daarnaast willen we bijdragen aan de kwaliteit van de radiotherapie in de toekomst door middel van opleiding, onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. In 2014 werden nieuwe ontwikkelingen gerealiseerd ter verbetering van de patiëntenzorg. 3 In 2013 is door het Ministerie van VWS aan het UMCG een vergunning afgegeven voor de bouw van het UMC Groningen Protonen Therapie Centrum (GPTC) met een maximale capaciteit van 600 patiënten per jaar. In 2014 is onverminderd ingezet op de realisatie van deze faciliteit. Als alles volgens plan verloopt, zullen de eerste patiënten in november 2017 in deze nieuwe faciliteit met protonen behandeld worden. De indicatie van patiënten zal plaatsvinden op basis van de model-based selectiemethode welke in het UMCG is ontwikkeld. Zonder de betrokkenheid en inzet van medewerkers van de afdeling is het onmogelijk de doelstellingen van de afdeling te realiseren. Het bestuur wil dan ook een ieder bedanken die het afgelopen jaar heeft bijgedragen aan de zorg van de patiënten. Bestuur Radiotherapie, Prof. Dr. J.A. Langendijk Afdelingshoofd Radiotherapie Mevr. Drs. F. Pit Manager Radiotherapie

1. Patiëntenzorg 1.1 Kwalitatief De afdeling Radiotherapie streeft continu naar verbetering van kwaliteit van zorg, waaronder de invoering van nieuwe radiotherapietechnologie in de dagelijkse praktijk. In 2014 werd een aantal nieuwe ontwikkelingen geïmplementeerd. 1.1.1 Nieuwe ontwikkelingen VMAT prostaat salvage op toestellen E en F In 2014 is Volumetric Modulated Arc Therapy (VMAT) in combinatie met statische bundels beschikbaar gekomen voor patiënten met prostaatcarcinoom die postoperatief worden bestraald na salvage chirurgie. Het belangrijkste voordeel van de introductie van VMAT voor deze patiënten is dat de bestralingstijd per fractie op het toestel fors kan worden gereduceerd. Dit is voor de patiënt prettiger en leidt bovendien tot een doelmatiger gebruik van lineaire versnellers. In sommige gevallen leidt VMAT ook tot een gunstiger dosisverdeling, waardoor de kans op complicaties wordt verminderd. Brachytherapy gynaecologie Voor de MRI gestuurde brachytherapie van patiënten met cervixcarcinoom is in 2014 het gebruik van interstitiële naalden geïntroduceerd. De applicaties met naalden leiden tot een betere dosisverdeling in het doelgebied waarbij tegelijkertijd de dosis op de kritieke organen beperkt kan worden. Als gevolg hiervan kan de lokale controle worden verbeterd waarbij het risico op lange termijn complicaties niet hoger wordt of zelfs kan worden verlaagd. 4

Variatie van het doelgebied in voor aanzicht en zij aanzicht http://bit.ly/1jqvbvg Plan van de dag voor blaastumoren Voor patiënten met blaastumoren is in 2014 een nieuwe werkwijze, het zogenaamde Plan van de dag geïmplementeerd. Hierbij wordt elke dag een keuze gemaakt uit een aantal van te voren gemaakte bestralingsplannen. De keuze van het Plan van de dag is vooral afhankelijk van het volume van de blaas. Door de introductie van deze techniek kan de dosis in de belangrijkste risico-organen, zoals in de dunne darm, het sigmoïd en het rectum aanzienlijk worden verminderd. Hierdoor kan het risico op complicaties, zowel op de korte als lange termijn, worden verminderd. Kinderoncologie In 2012 is gestart met het Kinderradiotherapie team. Vanuit dit team wordt aan ieder kind dat met radiotherapie wordt behandeld en zijn/haar ouders een buddy (radiotherapeutisch laborant) toegewezen, deze persoon is zoveel mogelijk bij de voorbereiding en de bestralingsbehandeling aanwezig. Het jaar 2014 is gebruikt om voorlichtingsmateriaal te ontwikkelen. Dit heeft in het voorjaar van 2015 geleid tot een patiëntenfolder met tekeningen van Andrea Kruis waarin ook ruimte is voor het kind om zijn/haar eigen tekeningen en ervaringen in op te schrijven. Tevens is er in 2014 een Nederlandse vertaling gemaakt van een door het Engelse Ziekenhuis Queen Elizabeth Hospital Birmingham geproduceerde voorlichtingsfilm: One of a Kind. In deze voorlichtingsfilm is Jenny te zien, zij vertelt wat er gebeurt op de afdeling Radiotherapie. De film is te vinden op You Tube. 5

Protonentherapie In 2013 is door het Ministerie van VWS aan het UMCG een vergunning verleend voor de bouw van een protonentherapie centrum met een maximale capaciteit van 600 patiënten per jaar. Het UMC Groningen Protonen Therapie Centrum (GPTC) zal worden gebouwd op het terrein van het UMCG en zal integraal onderdeel zijn van de afdeling Radiotherapie van het UMCG en het UMC Groningen Comprehensive Cancer Center. Op deze manier wordt voorzien in een optimale inbedding in de multidisciplinaire tumorwerkgroepen en in een goede integratie in bestaande infrastructuren en zorgtrajecten. In 2014 is onverminderd ingezet op de realisatie van het GPTC. Binnen het UMCG is een stuurgroep aan de slag geweest die zowel voor de bouw als de apparatuur een programma van eisen heeft opgesteld ten behoeve van de vereiste Europese aanbestedingsprocedures. Deze procedures zijn succesvol en zonder vertraging doorlopen. Het GPTC heeft voor de apparatuur gekozen voor IBA, wereldmarktleider op het gebied protonentherapie apparatuur. Op 25 februari 2015 heeft de Raad van Bestuur van het UMCG definitief besloten tot de bouw van het GPTC. Als alles volgens plan verloopt, zullen de eerste patiënten in november 2017 in de nieuwe faciliteit met protonen behandeld worden. Bestraling met protonen maakt het vooral mogelijk om gezonde weefsels beter te sparen, waardoor bij goed geselecteerde patiënten complicaties verminderd of voorkomen kunnen worden. De indicatie van patiënten voor protonentherapie zal mede plaatsvinden op basis van de model-based selectiemethode. Deze methode is in het UMCG ontwikkeld, is door zowel de Gezondheidsraad als het Zorginstituut Nederland (ZiN) geaccepteerd als evidence-based methode en wordt internationaal in toenemende mate overgenomen voor de selectie van patiënten voor protonentherapie. Model-based selectie houdt in dat voor iedere patiënt met een mogelijke indicatie twee bestralingsplannen worden gemaakt, één op basis van de huidige techniek (fotonen) en één op basis van protonen, waarbij vervolgens op basis van voorspellende modellen wordt gekeken of de verschillen in dosis ook vertaald worden naar een verwacht verschil in complicaties. Inmiddels heeft de NVRO (Nederlandse Vereniging voor Radiotherapie en Oncologie) een document geaccepteerd waarin de concrete criteria voor selectie zijn gedefinieerd. Patiënten 6

www.umcgroningenptc.nl die op deze wijze worden geselecteerd voor protonentherapie komen dan ook in aanmerking voor vergoeding van de kosten door zorgverzekeraars. De verwachting is dat naast kinderen, geselecteerde patiënten met hoofdhalskanker, lymfomen, hersentumoren, slokdarmkanker, longkanker, borstkanker en prostaatkanker het meeste voordeel zullen hebben van protonentherapie. Verdere informatie met betrekking tot protonen staat op de website van het UMCG. 7

1.2 Kwantitatief Teletherapie De (gewogen) productie teletherapie (uitwendige radiotherapie) komt in 2014 uit op 7.457 T2-equivalenten en ligt 8% onder de begrote productie en is 2% lager dan de productie in 2013. Het totaal aantal gerealiseerde teletherapie behandelingen komt in 2014 uit op 4.018, een groei van 1% ten opzichte van een jaar eerder (3.996 in 2013). Omschrijving Ongewogen Gewogen aantal behandelingen aantal T2-equivalenten T1 T2 T3 T4 totaal T1 T2 T3 T4 totaal Realisatie 2014 1.129 642 33 2.214 4.018 339 642 56 6.421 7.457 Afspraak 2014 1.001 569 60 2.452 4.082 300 569 102 7.111 8.082 % realisatie versus 113% 113% 55% 90% 98% 113% 113% 55% 90% 92% afspraak 2014 9 Realisatie 2013 1.060 603 57 2.276 3.996 318 603 97 6.600 7.618 Mutatie 2014 t.o.v. 2013 107% 106% 58% 97% 101% 107% 106% 58% 97% 98% Tabel 1. Productie Teletherapie 2014

Brachytherapie In 2014 ligt de (gewogen) productie brachytherapie met 272 B2-equivalenten 24% onder de begroting. Ten opzichte van 2013 is er sprake van een daling van 9%. Het totaal aantal gerealiseerde brachytherapie behandelingen komt in 2014 uit op 165 (212 in 2013). Omschrijving Ongewogen Gewogen aantal behandelingen aantal T2-equivalenten B1 B2 B3 B4 totaal B1 B2 B3 B4 totaal Realisatie 2014 85 9 64 7 165 60 9 147 57 272 Afspraak 2014 128 23 85 6 242 90 23 196 49 357 % realisatie 2014 66% 39% 75% 117% 68% 66% 39% 75% 117% 76% versus afspraak Realisatie 2013 115 17 77 3 212 81 17 177 24 299 10 Mutatie 2014 t.o.v. 2013 74% 53% 83% 233% 78% 74% 53% 83% 233% 91% Tabel 2. Productie Brachytherapie 2014 Vanaf 2015 zal de productie niet langer weergegeven worden in gewogen productie teletherapie maar wordt de productie uitgedrukt in DOT s. De financiële registratie vindt reeds plaats middels de DOT-systematiek. De registratiebetrouwbaarheid was bijna 100%. Vanaf 2015 wordt dus ook de productie uitgedrukt in DOT s.

2. Kwaliteit 2.1 Kwaliteit en Veiligheid Management Systeem Sinds 2013 is het gehele UMCG gecertificeerd voor NEN-EN-ISO 9001:2008 voor de scope Patiëntenzorg en heeft het sinds 2012 het certificaat voor VMS-NTA 8009:2011 voor haar veiligheidsmanagementsysteem. Aangezien de afdeling Radiotherapie reeds langer beide certificaten in haar bezit heeft en de externe audit in 2014 met goed gevolg heeft doorlopen komt de afdeling Radiotherpie nu in aanmerking voor een dochtercertificaat voor deze onderdelen. Voor ISO-9001 geldt dit voor de afdeling Radiotherapie ook voor de scope Wetenschappelijk onderzoek, onderwijs en opleiding. Aangezien er nog geen UMCG-breed certificaat is afgegeven, krijgt de afdeling Radiotherapie hiervoor een eigen certificaat. Met deze certificaten beschikt de afdeling Radiotherapie over een bewezen goed functionerend kwaliteits- en veiligheidsmanagementsysteem. Dit houdt in dat de afdeling: de zaken intern goed op orde heeft; de klant (patiënt) principieel centraal stelt; betrouwbare resultaten presenteert; voortdurend werkt aan het verbeteren van de zorg- en dienstverlening; zorgt voor een veilige (werk)omgeving voor zorgprofessionals en patiënten; structureel werkt aan het verminderen en voorkomen van onbedoelde vermijdbare schade bij patiënten. De zorgtrajecten Kinderoncologie, Neuro-oncologie en Niercelcarcinoom waren het aandachtsgebied voor de periodieke externe audit in november 2014. Hieruit kwamen 7 observatiepunten voor de afdeling. De observatiepunten zijn opgenomen in de Verbeterpuntenlijst van de afdeling, waarmee opvolging is geborgd. Met betrekking tot de zorgtrajecten zijn er geen specifieke verbeterpunten voor Radiotherapie naar voren gekomen. De aanpassingen naar aanleiding van de bevindingen uit de audit van 2013 zijn allen goedgekeurd. 12

Het HKZ-certificatieschema Centra/afdelingen voor Radiotherapie is door HKZ ingetrokken, omdat het niet meer up-to-date is. Het certificaat hiervoor is daarom komen te vervallen voor de afdeling Radiotherapie. 1) PRISMA = Prevention and Recovery Information System for Monitoring and Analyses 2) Sinds 2007 is de afdeling lid van Prisma-RT, een landelijke samenwerking in verenigingsverband tussen 18 afdelingen Radiotherapie. Zie http://www.prisma-rt.nl 3) DIM = Decentrale Incidenten Melding- Commissie 2.2 Incidentmeldingen en -analyse volgens de PRISMA-methodiek Sinds februari 2007 maakt de afdeling gebruik van het systeem van incidentenregistratie en -analyse volgens de PRISMA 1 -methodiek. Er is een verbinding tussen de database van het UMCG en de database van PRISMA-RT 2. De afdeling hanteert de volgende definitie voor een incident dat gemeld moet worden: Een incident is alles wat (potentiële) schade oplevert (of kan opleveren) voor de patiënt of medewerker. In 2011 is gestart met digitaal incident melden in het ziekenhuisbreed IMS (Incident Melding Systeem) van het UMCG. De PRISMA-analyses worden ook in dit systeem gedaan. In 2014 zijn 331 incidentmeldingen ontvangen door de DIM 3 -commissie van de afdeling Radiotherapie. In vergelijking met de jaren 2007-2013 (2800 meldingen in 83 maanden, gemiddeld 404 meldingen per jaar) is dit aantal 10% lager dan 2013 (368). Na het uitvoeren van PRISMA-analyses van 331 incidentmeldingen zijn in totaal 647 basisoorzaken gevonden. In onderstaande figuur is de verdeling van de basisoorzaken weergegeven in classificaties: menselijk, organisatorisch, technisch of patiënt gerelateerd. Ten opzichte van de voorgaande jaren blijkt het aandeel organisatorisch identiek te zijn, namelijk 12%. De oorzaak menselijk : 76%, is nagenoeg gelijk aan voorgaande jaren (resp. 79%, 81% en 78% in 2013, 2012 en 2011). De oorzaak technisch : 7%, is iets hoger dan voorgaande jaren (resp. 6%, 4% en 5% in 2013, 2012 en 2011). 13

76 menselijk 12 organisatorisch 7 technisch 2 patiënt 1 onbekend Figuur 1 Classificatie van de basisoorzaken (Zorg)calamiteit De definitie van een zorgcalamiteit luidt als volgt: een niet-beoogde of onverwachte gebeurtenis, die betrekking heeft op de kwaliteit van de zorg en die tot de dood van of een ernstig schadelijk gevolg voor een patiënt of cliënt van de instelling heeft geleid. Er is in 2014 (net als in de periode (2008-2013) geen (zorg)calamiteit geweest. Risicoclassificatie De risicoclassificatie van een incidentmeldingen wordt bepaald d.m.v. een risicomatrix in het IMS-systeem. Afhankelijk van de gevolgen en de waarschijnlijkheid van herhaling komt de volgende risicoclassificatie in deze risicomatrix tot stand: Klein: geen actie vereist Middel: bespreek in vergadering Ernstig: voer bij voorkeur een analyse uit en bespreek in vergadering Zeer ernstig en moet gemeld worden aan de direct leidinggevende / (zorg)calamiteit: afdelingshoofd en sinds 2013 aan de Commissie Calamiteiten Patiëntenzorg (CCP) van het UMCG. 14

Ernst 2014 2013 2012 2011 Aantal Aantal Aantal Aantal Klein 268 (81,0%) 311 (84,5%) 306 (83,4%) 285 (86,6%) Middel 61 (18,4%) 56 (15,2%) 60 (16,3%) 43 (13,1%) Ernstig 2 (0.6%) 1 (0,3%) 1 (0,3%) 1 (0,3%) Zeer ernstig (Zorg)calamiteit Risicoclassificatie 2014 t/m 2011 De afdeling Radiotherapie analyseert alle incidentmeldingen onafhankelijk van het risico. Er zijn in 2014 twee incidentmeldingen geweest die door middel van bovenstaande ziekenhuisbreed gehanteerde risicomatrix als ernstig kunnen worden beschouwd (in de periode 2011-2013: elk jaar één ernstig incident). Incidenten en bijna-incidenten Als een incidentmelding heeft geleid tot een afwijkende patiëntbehandeling dan is het een incident. Als een incident géén gevolgen heeft voor de patiëntbehandeling (bijvoorbeeld doordat het tijdig hersteld is of omdat het geen betrekking heeft op de patiëntbehandeling) dan wordt het als een bijna-incident beschouwd. In 2014 was 81% van de incidentmeldingen type radiotherapie een bijna-incident (resp. 71%, 68% en 69% in 2013, 2012 en 2011). Van de incidenten die de patiënt wel hebben bereikt (19%), heeft geen enkel incident een mogelijk verwachte (nadelige) consequentie op langere termijn tot gevolg. In de communicatie van de DIM-commissie naar de medewerkers van de afdeling draagt de DIM-commissie zorg voor een up-to-date pagina op het intranet en voor terugkoppeling over incidenten/incidentanalyses en eventuele noodzakelijke korte termijn verbetermaatregelen in werkbesprekingen. De DIM-commissie heeft ook weer in 2014 gemaakte fouten in nieuwe werkprocessen onder de aandacht van de medewerkers gebracht. Het blijkt dat er bij nieuwe werkprocessen of werkwijzen 15

meer incidenten gemeld worden. De DIM-commissie is er daarom op gefocust om nauwlettend dergelijke veranderingen in werkprocessen en apparatuur te monitoren. Het voordeel van deze werkwijze is dat er zo nodig tussentijdse verbetermaatregelen worden voorgesteld via de werkoverleggen en in overleg met het Managementteam. De bevindingen worden beschreven in de DIM-rapportage van 2014. Scholing en onderwijs Een aantal DIM-commissieleden heeft in 2014 een nascholingsbijeenkomst van PRISMA-RT bijgewoond in Utrecht. Ook hebben de DIM-commissieleden deelgenomen aan een landelijk betrouwbaarheidsonderzoek waarin gekeken wordt hoe eenduidig men basisoorzaken classificeert. Introductie nieuwe medewerkers Nieuwe medewerkers van de afdeling Radiotherapie krijgen standaard in hun inwerkprogramma een introductie in het kwaliteitssysteem van de afdeling. Eén van de DIM-commissieleden geeft daarbij ook een toelichting op het incidentmeldingsysteem en veilig incidentmelden. 16 2.3 Prospectieve Risico Inventarisatie / risicomanagement Naast retrospectieve risicoanalyses uitgevoerd door de DIM-commissie worden er ook prospectieve risicoanalyses uitgevoerd. In het format van projectplannen voor de afdeling Radiotherapie is de vraag opgenomen of er voor de nieuw in te voeren werkwijze of apparaat een prospectieve risicoanalyse (PRI) uitgevoerd moet worden of niet. Op deze manier is het uitvoeren van een PRI standaard geworden. In 2014 is een vervolg gemaakt om prospectieve risico-inventarisaties uit te voeren op de basisprocessen van de patiëntenzorg binnen de radiotherapie, zodat er meer bekendheid is bij de medewerkers over wat de mogelijke risico s in hun werkzaamheden zijn en zij daar naar kunnen handelen. Op deze manier raken er ook steeds meer medewerkers bekend met het uitvoeren van een HFMEA (Healthcare Failure Mode and Effect Analysis).

In 2014 is gewerkt aan de volgende prospectieve risico-inventarisaties: Uitgevoerde PRI s Radiotherapie 2014 Adaptieve Radiotherapie (ART) bij hoofdhalskanker Uitwisselbaarheid XVI Werkzaamheden op de CT/VSim Werkzaamheden op de Planning Werkzaamheden op de Linac Werkzaamheden op de Verificatie Bestralen van blaastumoren met een plan van de dag o.b.v. conebeamct Kinderoncologisch zorgpad RT Afgerond Ja WIP Ja WIP WIP WIP WIP WIP 2.4 Patiënttevredenheid 2.4.1 Patiëntervaringsenquêtes Sinds 2010 worden alle patiënten na hun laatste bestraling gevraagd een patiëntervaringsenquête in te vullen met betrekking tot de eigen behandeling op de afdeling Radiotherapie. De respons hierop is goed en varieert in de afgelopen jaren van 31% tot en met 46%, met een dipje in 2012 van 18%. 100 80 60 40 20 0 93% 89% 98% 93% 93% 93% 92% 88% 94% 91% 83% 79% ontvangst op polikliniek bejegening en behandeling door polikliniekmedewerkers bejegening en behandeling door de artsen informatie Enquete resultaten UMC Groningen en Emmen 2014 zelfstandigheid en privacy nazorg Emmen Groningen 17

Voor het opstellen van verbetermaatregelen wordt gebruik gemaakt van onderstaande vuistregels: - Voor ontevreden geldt dat het percentage niet meer dan 5% mag zijn. - Voor redelijk tevreden geldt dat het percentage niet meer dan 15% mag zijn. - Voor duidelijk tot zeer tevreden hoort het percentage rond de 80 % te liggen. In 2012 is een reeks verbetermaatregelen ingesteld voor het thema Nazorg. Dit resulteerde in 2013 tot een score van 88%. Helaas is de score in 2014 weer gedaald naar bijna 80%. In 2015 zullen opnieuw verbetervoorstellen opgesteld worden. 2.5 Patiëntenparticipatie Klankbordgroep Protonenfaciliteit Groningen Het Universitair Medisch Centrum Groningen heeft in 2013 een vergunning voor protonentherapie verkregen van het Ministerie van VWS. Om ook patiënten te betrekken bij de praktische uitwerking van een protonenfaciliteit in Groningen is de Klankbordgroep Protonenfaciliteit Groningen opgezet. De Klankbordgroep bestaat uit vertegenwoordigers van patiëntenorganisaties, wiens patiënten straks in aanmerking komen voor bestraling met protonen. In 2014 zijn de thema s bouw en inrichting en de website van het protonencentrum http://www.umcgroningenptc.nl aan de orde geweest, waarbij de Klankbordgroep nuttige ideeën ter verbetering heeft aangedragen vanuit het perspectief van de patiënt. Deze ideeën zijn waar mogelijk ook meegenomen in de uitwerking van de plannen. Spiegelbijeenkomst In navolging van de spiegelbijeenkomst in 2013 in Groningen is er in 2014 een spiegelbijeenkomst gehouden op de afdeling Radiotherapie in Emmen. Een spiegelbijeenkomst is een kwaliteitsmethode waarbij de patiënt letterlijk centraal staat. Onder leiding van twee speciaal hiertoe getrainde gespreksleiders vertellen patiënten hoe zij de behandeling op de afdeling ervaren hebben. In het eerste deel 18

van de spiegelbijeenkomst zijn de betrokken medewerkers toehoorders op de achtergrond, maar in het tweede deel van de bijeenkomst vindt er interactie plaats. Anders dan bij evaluaties aan de hand van een vragenformulier, horen medewerkers hier uit de eerste hand hoe patiënten hun zorgverlening hebben ervaren. Daarnaast kan er dieper op specifieke items worden ingegaan. In Emmen kwam met name de bewegwijzering naar de afdeling als een probleem naar voren. De afdeling is in gesprek met de gemeente Emmen om te kijken hoe dit verbeterd kan worden. Onduidelijkheden met betrekking tot welke informatie Radiotherapie naar de huisarts stuurt, worden nu voorkomen door standaard een uitleg te geven bij het intake gesprek. Focusgesprek Naast een spiegelbijeenkomst heeft er in 2014 ook een focusgesprek plaats gevonden. Een focusgesprek is een groepsdiscussie met de focus op één thema. Door middel van deze discussie wordt informatie verzameld over het thema. In dit gesprek is een groep patiënten gevraagd naar hun bevindingen met de Active Breath Control (ABC)-methode. Toepassing van de ABC-methode verlaagt de stralingsbelasting van het hart bij bestraling van de linker borst, waardoor de kans op hartschade afneemt. Deze methode is voor sommige patiënten echter een belasting, in die zin dat ze actief moeten meewerken om de behandeling te laten slagen. De belangrijkste bevindingen waren dat de patiënten zich tijdens de bestraling erg kwetsbaar voelen. Ze bevinden zich alleen in de bestralingsruimte, zijn aangekoppeld aan de ABC-apparatuur en voelen spanning om te voldoen aan het volgens afspraak ademhalen. Een stukje empathie in deze vanuit de radiotherapeutisch laboranten is erg belangrijk. Verder was men tevreden over de training vooraf over hoe te moet ademen en handelen tijdens de bestraling. In de werkoverleggen van de laboranten is expliciet aandacht besteed aan de bejegening van deze groep patiënten. 19

2.6 Doorstroomtijden Door de Nederlandse Vereniging voor Radiotherapie en Oncologie (NVRO) zijn normen opgesteld voor doorstroomtijden. Een doorstroomtijd is de tijd tussen de aanmelding van de patiënt en de eerste bestraling. De volgende streefnormen worden gehanteerd door de NVRO voor doorstroomtijden: Acute indicaties (bijvoorbeeld dreigende dwarslaesie) 1 dag Subacute indicaties (bijvoorbeeld botmetastasen met pijnklachten) 7 dagen, maximaal 10 dagen Standaard indicaties 21 dagen, maximaal 28 dagen. De NVRO-norm schrijft voor dat in 80% van de gevallen aan de bovengenoemde streefnormen moet zijn voldaan. De afdeling Radiotherapie van het UMCG heeft als doelstelling om in 90% van de gevallen te voldoen aan de bovenstaande norm. 2.6.1 Resultaten interval aanmelding en eerste bestraling In 2014 was het gecorrigeerde 4 percentage gemiddeld 100% voor de acute indicaties, 90 % voor de subacute indicaties en 96% voor de overige indicaties. De gemiddelde doorstroomtijd was voor acute indicaties 0,2 dagen, subacute indicaties 4,9 dagen en voor overige indicaties 13,5 dagen. Indicatie aantal dagen doorstroomtijd (StdDev) 1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal 2014 2014 2014 2014 Acute indicaties 0,0 (0,2) 0,2 (0,4) 0,2 (0,4) 0,2 ( 0,4) Subacute indicaties 4,8 (2,5) 4,7 (2,6) 4,9 (2,7) 4,9 (2,6) Standaard indicaties 13,6 (6,5) 13,4 (8,0) 13,7 (6,0) 13,2 (6,6) Tabel 3. Doorstroomtijden (in dagen) 20

Tabel 4. Overzicht percentage binnen de NVRO-norm interval aanmelding en eerste bestraling voor subacute en standaard indicaties. 100 80 60 40 20 0 Gecorrigeerd acute indicaties 100% 100% 99% 100% 100% 100% 100% Gecorrigeerd acute indicaties 2014-q4 2014-q3 2014-q2 2014-q1 2013 2012 2011 100 80 60 40 20 0 100 80 60 40 20 0 Subacute indicaties 99% 79% 87% 92% 91% 89% 90% 2014-q4 2014-q3 2014-q2 2014-q1 2013 2012 2011 Standaard indicaties 93% 92% 95% 96% 94% 97% 96% Gecorrigeerd subacute indicaties Gecorrigeerd standaard indicaties 21 2014-q4 2014-q3 2014-q2 2014-q1 2013 2012 2011

2.6.2 Resultaten interval aanmelding en eerste consult De norm voor het interval tussen aanmelding en het eerste consult is gesteld op 1 dag voor acute indicaties, 7 dagen voor subacute indicaties en 10 dagen voor standaard indicaties voor 90% van de gevallen. In tabel 5 worden de gecorrigeerde percentages patiënten binnen deze norm weergegeven en in tabel 6 de doorstroomtijden in dagen. Indicatie percentage binnen de norm 1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal 2014 2014 2014 2014 Acute indicaties 100% 100% 100% 100% Subacute indicaties 97% 96% 95% 95% Standaard indicaties 95% 89% 92% 89% Tabel 5. Overzicht gecorrigeerd percentage binnen de norm interval aanmelding en eerste consult. De norm is gesteld op één week. 22 Indicatie aantal dagen doorstroomtijd (Std Dev) 1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal 2014 2014 2014 2014 Acute indicaties 0,1 (0,3) 0,2 (0,4) 0,1 (0,3) 0,2 (0,4) Subacute indicaties 3,8 (2,6) 3,7 (2,5) 4,1 (2,4) 3,9 (2,5) Standaard indicaties 5,1 (3,5) 4,8 (3,6) 4,5 (2,9) 4,6 (3,7) Tabel 6. Doorstroomtijden (in dagen) In 2014 was het gecorrigeerde percentage gemiddeld 100% voor de acute indicaties, 95% voor de subacute indicaties en 91% voor de standaard indicaties. De gemiddelde doorstroomtijd was voor acute indicaties 0,1 dagen, subacute indicaties 3,9 dagen en voor standaard indicaties 4,7 dagen.

3. Onderwijs en opleiding 3.1. Onderwijs Coassistenten geneeskunde curriculum G2010 Co-assistenten hebben op de afdeling Radiotherapie een actieve rol in onder meer de patiëntenzorg en multidisciplinaire besprekingen. In 2014 was er geen vast rooster, in 2015 zal dit aangepast worden. Het aantal co-assistenten in de M1 fase bedroeg in 2014 zestien, dit is ook de maximale capaciteit. Hiernaast wordt ook een keuze co-assistentschap aangeboden, van 6 of 14 weken, hiervoor wordt een programma op maat vastgesteld. Ook wordt een wetenschapsstage aangeboden. Drie coassistenten zijn begonnen met een keuze co-assistentschap, één co-assistent heeft de wetenschapsstage voltooid in 2014. Studenten geneeskunde curriculum G2020 In 2014 is het nieuwe geneeskunde curriculum G2020 van start gegaan, met een geheel nieuwe opzet van onderwijsmomenten. Een van de veranderingen is de opzet van 4 verschillende learning communities (LC s), waarover de studenten zijn verdeeld. In deze LC s wordt naast het basis curriculum een verdieping van de leerstof aangeboden, afhankelijk van het thema van de LC. De afdeling Radiotherapie zal op verschillende manieren gaan participeren in G2020. Naast de bijdrage aan het geneeskunde curriculum worden ook colleges verzorgd in het curriculum van tandheelkunde. Beta-studenten Er zijn colleges Medical Physics for Radiation Oncology verzorgd voor acht studenten Biomedische Technologie (BMT) aan de RUG en er is meegewerkt aan de stagebegeleiding van twee studenten Technische Geneeskunde aan de Universiteit 24

Twente en drie groepjes van elk twee studenten MBRT. Daarnaast was er één BMTstudent uit Portugal, die een afstudeeropdracht uitvoerde op de afdeling en twee studenten/onderzoekers uit Japan (Tokyo en Osaka). Samenwerking met de HBO-MBRT In 2014 hebben 9 MBRT-studenten de 20-weekse stage gelopen op de afdeling Radiotherapie. Tijdens deze stage hebben de studenten meegewerkt op de lineaire versnellers, CT en planning. Ook hebben ze meegekeken bij de Stereotaxie, mouldroom en orthovolt. Als eindproduct hebben de studenten een stage onderzoeksverslag geschreven, waarin antwoord wordt gegeven op een vraag uit de praktijk met betrekking tot een specifieke patiënt of patiëntengroep. Daarnaast heeft één student een reparatie stage gelopen van 12 weken. Verdeeld over 4 weken in het jaar hebben 36 eerstejaars MBRT studenten een ééndaagse snuffelstage gelopen op de afdeling. Het doel van deze stage is kennismaken met het beroep en kijken of de werkzaamheden voldoen aan de verwachtingen van de student. In totaal waren er 9 afstudeergroepen met in totaal 20 studenten, hebben twee laboranten praktijkassessments afgenomen op de MBRT bij eerste en tweedejaars MBRT-studenten en is er een gastcollege over Stereotaxie verzorgd aan tweedejaars MBRT- studenten. De senior laborant onderwijs heeft deelgenomen aan de werkveld adviescommissie van de HBO-MBRT en heeft in samenwerking met de MBRT geauditeerd op andere stageafdelingen. 3.2 Opleiding Opleiding tot radiotherapeut-oncoloog In 2014 zijn er geen AIOS in- of uitgestroomd. Wel werden er 2 AIOS aangenomen voor de aanvang van de opleiding per 1 januari 2015. Een van deze AIOS werd in 2014 aangenomen als ANIOS, waarbij geldt dat deze periode in aanmerking als verkorting 25

van 3 maanden op de opleiding. Verspreid over het jaar 2014 waren er negen AIOS op de afdeling Radiotherapie van het UMCG, ook werkten twee AIOS gedetacheerd in het RIF Leeuwarden. In het kader van de kwaliteitszorg van het opleidingsproces is een D-rect-enquête uitgevoerd onder de AIOS. De verbeterpunten zijn opgenomen in een plan van aanpak welke een uitvoeringsfase kent tot in 2015. Verder werd het locoregionale opleidingsplan in samenwerking met het RIF geactualiseerd. Een belangrijk onderdeel was het opnemen van bekwaamheidsniveaus in de competentiekaarten. Hierdoor kan de toenemende bekwaamheid van de AIOS beter vastgelegd worden. Verder hebben alle AIOS de nieuwe DOC-cursus leerlijn patiëntveiligheid en kwaliteit radiotherapie gevolgd en is er in het cursusonderwijs het programma intervisie voor AIOS opgenomen, waarbij ook een doorloop van dit programma in 2015 is voorzien. In 2014 is de wijziging van het kaderbesluit inzake de individualisering van de opleidingsduur besproken in de opleidingsvergaderingen. Per AIOS werden de mogelijkheden voor een individuele korting besproken, de eerste gerealiseerde kortingen worden gerealiseerd in 2015. Opleiding tot klinisch fysicus In 2014 heeft één KLIFIO (KLinisch Fysicus In Opleiding) een eindgesprek gehad met de toetsingscommissie van de Stichting OKF (Opleiding Klinische Fysica). Naar aanleiding van dit gesprek is de opleiding met succes voltooid met een registratie. Voor 2014 was één nieuwe opleidingsplek KLIFIO voor het werkterrein radiotherapie toegekend aan de afdeling. Deze vacature is per 1 februari 2014 ingevuld. Deze KLIFIO heeft zijn individuele opleidingsprogramma opgesteld aan de hand van het nieuw beschikbare format van de OKF. Hierin wordt veel meer dan voorheen aandacht geschonken aan projectmatig werken en de ontwikkeling van de competenties. 26

Eind 2014 waren er drie KLIFIO s in opleiding op de afdeling Radiotherapie. De systematiek voor het geven van feedback door de verschillende klinisch fysici, die bij de opleiding betrokken zijn, aan de individuele KLIFIO is verder gecontinueerd en gebeurt nu ook op de verschillende detacheringplaatsen. Na een presentatie van een KLIFIO wordt er altijd een individuele feedback gegeven. De vorderingen in de opleiding worden met regelmaat besproken, individueel samen met de (plaatsvervangend) opleider en eventueel in bijzijn van een klinisch fysicus, met wie de KLIFIO in de afgelopen periode veel heeft samengewerkt. Daarnaast ook plenair, tweewekelijks met alle KLIFIO s samen. De KLIFIO maakt elk half jaar een voortgangsverslag voor de Toetsingcommissie van de Stichting OKF (Opleiding Klinische Fysica). Dit voortgangsverslag is het portfolio van de KLIFIO en vormt samen met een eindverslag de basis voor het eindgesprek. In de voortgangsverslagen wordt veel meer dan voorheen aandacht geschonken aan de ontwikkeling van de diverse competenties. Er is een lokaal leerplan voor de opleiding tot klinisch fysicus met werkterrein radiotherapie gemaakt. Eind oktober is de KLIFIO-opleiding gevisiteerd door een visitatiecommissie van de OKF. Dit heeft geresulteerd in een A-erkenning voor twee jaar. Opleiding tot Physician Assistant In 2012 is begonnen met de opleiding tot physician assistant. Twee radiotherapeutisch laboranten zijn gestart met de opleiding die tot begin 2015 duurt. De doelstelling is om na hun opleiding werkzaam te zijn op de afdeling binnen het medisch domein met als aandachtsgebied het mammacarcinoom. Het verschil in werkzaamheden met een arts is dat de taken meer uitvoerend en duidelijk geprotocolleerd dan beleidsvormend zijn. In 2014 zijn de physician assistants in opleiding (PAIO s) voornamelijk werkzaam geweest op de afdeling Radiotherapie gecombineerd met terugkomdagen op de Hanzehogeschool Groningen en externe stages. Tevens hebben ze hun onderzoek, in het kader van de opleiding, gedaan op de afdeling Radiotherapie en met goed gevolg afgerond. Het daadwerkelijke afstuderen zal plaatsvinden in februari 2015. 27

4. Wetenschappelijke activiteiten 4.1 Noordelijke Refereeravond Radiotherapie De afdeling Radiotherapie van het UMCG heeft in 2014 één noordelijke refereeravond georganiseerd. Op 20 november 2014 vond de refereeravond plaats met als thema: Nieuwe inzichten in de behandeling van longcarcinoom en pulmonale oligometastasen De volgende presentaties stonden op het programma: Betekenis resultaten van de NELSON studie voor stereotactische radiotherapie M. Heuvelmans, MD, PhD student bij UMCG en Medisch-Spectrum-Twente Stereotactisch ablatieve radiotherapie bij pulmonale oligometastasen: De SABR-SCAN studie. Dr. J. Widder, radiotherapeut-oncoloog, UMCG Stralings-geïnduceerde longschade: Vroeg voorspelt nog niet laat? Drs. S. van der Veen, AIOS radiotherapie, UMCG Op weg naar protonentherapie: implementatie en eerste resultaten van het Standaard Follow-up Programma Drs. A.G.H. Niezink, AIOS radiotherapie, UMCG 29

In 2014 hebben twee PRET (Protonen Radiotherapie Education & Training) bijeenkomsten plaatsgevonden. Op 25 maart 2014 stonden de volgende presentaties op het programma: Basisfysica voor protonentherapie Prof. dr. ir. M. Schippers, klinisch fysicus, UMCG Protonen in de praktijk Dr. D.H.L. Poelma-Tap, radiotherapeut-oncoloog, Radiotherapeutisch Instituut Leeuwarden Protonen versnellen en mikken Prof. dr. ir. M. Schippers, klinisch fysicus, UMCG Op 3 juni 2014 stonden de volgende onderwerpen op het programma: Maximale winst protonen bij hoofdhalskanker Dr.ir. T. van de Water, klinisch fysicus in opleiding, UMCG Literatuuroverzicht treatment plan robustness en de onderzoeksresultaten S. van Dijk PhD, onderzoeker, UMCG De klinische praktijk van de protonentherapie Prof. Dr. J.A. Langendijk, radiotherapeut-oncoloog, UMCG 30

4.2 Wetenschappelijke output De 3 hoofdthema s van het wetenschappelijk onderzoek van de afdeling Radiotherapie zijn: - Nomal tissue damage; - Applied imaging; - Proton therapy. Deze drie hoofdthema s zijn sterk aan elkaar gerelateerd. De klinische introductie van nieuwe technieken, bijvoorbeeld protonentherapie, vereist nauwkeurige beeldvorming van de tumor. De meeste nieuwe radiotherapietechnieken, zoals IMRT, worden toegepast ter preventie van schade aan de normale weefsels en complicaties op korte en lange termijn. Vanuit de Research Commissie wordt het onderzoek binnen deze drie thema s gestimuleerd en gefaciliteerd. Het aantal publicaties in peer-reviewed tijdschriften bedroeg in 2014 61, waarvan 78% als toppublicatie kan worden gerekend (bovenste 25% van het veld). De gemiddelde impactfactor in 2014 was 4.26. In totaal werden 450 orale presentaties gehouden op internationale wetenschappelijke bijeenkomsten. Een gedetailleerd overzicht van publicaties in internationale tijdschriften, boekbijdragen, abstracts en posters, voordrachten op internationale bijeenkomsten en overige bijeenkomsten is opgenomen in bijlage A van dit jaarverslag. 31

4.3 Promovendi 4.3.1 Lopende promoties Overzicht afgeronde en lopende promotie-trajecten 1-1-2014 t/m 31-12-2014 medewerkers afdeling Radiotherapie Promendus Functie Onderwerp Aandachts- Promotor Co-promotor Afgerond gebied Drs. M.E.M.C. Arts Prediction and prevention of Hoofdhals prof.dr. J.A. Langendijk dr. H.P. Bijl en dr. C. Schilstra Christianen swallowing dysfunction after curative (chemo)radiation in head and neck cancer. Drs. W.F. Pattje AIO Molecular and genetic predictors of Hoofdhals prof.dr. J.A. Langendijk, radiosensitity in head and neck cancer. prof. dr. E. Schuuring en prof.dr. J. van der Wal Drs. E.M. Wiegman Radiotherapeut Mechanisms of radiation-induced Long prof.dr. R.P. Coppes, dr. P. van Luijk 3-2-2014 toxicity of the lung. prof.dr. H.H. Kampinga en prof.dr. J.A. Langendijk Drs. I. Beetz Arts NTCP-modeling for radiation-induced Hoofdhals prof.dr. J.A. Langendijk dr. R.H. Steenbakkers 24-3-2014 xerostomia. Drs. E. Bantema-Joppe Arts Breast-conserving treatment in Mamma prof.dr. J.A. Langendijk dr. J.T. Maduro young patients. Drs. V.R. Bollenini PhD student Dynamics of tumour hypoxia and Long prof.dr. J.A. Langendijk dr. R.H. Steenbakkers metabolism during chemoradiotherapy en prof.dr. J. Pruim for stage III Non Small Cell Lung Cancer using PET. Drs. R Visser PhD student Quality assurance of advanced radiation Fysica prof.dr. J.A. Langendijk en dr. A.A. van t Veld delivery techniques by reconstruction prof.dr. C.P. van der Schans en dr. E. Korevaar of actual given dose using transmission detectors. 32

Promendus Functie Onderwerp Aandachts- Promotor Co-promotor Afgerond gebied Drs. M.G.A. Sattler Radiotherapeut Late radiation-induced side effects Neurologie prof.dr. J.A. Langendijk en dr. A.C. van den Bergh after radiotherapy in pituitary adenoma. prof.dr. B.H. Wolffenbüttel Drs. W. Schaake PhD student Radiation treatment optimisation Urologie prof.dr. J.A. Langendijk en dr. A.C. van den Bergh in prostate cancer. prof.dr. C.P. van der Schans Drs. A. Garwryszuk Arts Objective radiation-induced changes Hoofdhals prof.dr. J.A. Langendijk dr. H.P. Bijl in swalowing function. M. Maimets MSc Salivary glad stem cell therapy for the Radiobiologie prof.dr. R.P. Coppes treatment of radiation-induced toxicity. Y. Nanduri Msc Stem cell transplantation to rescue Radiobiologie prof.dr. R.P. Coppes salivary glands from radiation damage. Drs. C.T. Muijs Arts The role of FDG-PET in esophageal Gastro- prof.dr. J.A. Langendijk en 7-5-2014 cancer. enterologie prof.dr. J.T. Plukker Drs. K. Wopken Arts Advanced prognostic models for acute Hoofdhals prof.dr. J.A. Langendijk dr. H.P. Bijl and late tube feeding dependency after curative (chemo)radiation for head and neck cancer. Drs. S. van der Veen Arts Mechanisms in radiation-induced Long prof.dr. R.P. Coppes en pulmonary damage. prof.dr. J.A. Langendijk Drs. C. Brouwer Klinisch Fysicus Tracking of Anatomical Changes and Hoofdhals prof.dr. J.A. Langendijk dr. A.A. van t Veld en their Consequences of Head & Neck dr. N.M. Sijtsema Organs at Risk in Radiotherapy. 33

4.4 Klinische studies In 2014 werden in totaal 941 patiënten in door de METC getoetste klinische studies ingesloten. Overzicht patiënten in klinische studies Studie acroniem Titel Tumorsoort Aantal patiënten Status ingesloten in 2014 HANS-studie Predictive models for radiation-induced side effects in Head and Neck cancer based on Hoofdhals 462 Open single nucleotide polymorphisms (SNP) SC-IMRT studie Prevention of radiation-induced parotid gland dysfunction by parotid gland stem-cell sparing Hoofdhals 26 Open intensity-modulated radiotherapy NET-QUBIC_HNC Netherlands Quality of Live and Biomeddical Cohort Studies_Head and Neck Cancer Hoofdhals 13 Open MRI study Evaluation of radiation induced pulmonary hypertension using MRI in stage III NSCLC patients Longen 2 Open treated with chemoradiotherapy. A Pilot Study DCIS A randomized phase III study of radiation doses and fractionation schedules for ductal Mamma 4 Gesloten carcinoma in situ (DCIS) of the breast (compleet) IRMA Breast cancer with low risk of local recurrence: partial and accelerated radiation with Mamma 15 Open three-dimensional conformal radiotherapy (3DCRT) vs. standard radiotherapy afterconserving surgery (phase IIIstudy) ThORACES Toxicity after Radiotherapy in breast CancErSurvivors (ToHORACES). Mamma 367 Open A retrospective cohort study RAPIDO Randomized multicentre phase III study of short course radiation therapy followed by Rectum 3 Open prolonged pre-operative chemotherapy and surgery in patients with high risk primary rectal cancer compared to standard preoperative chemoradiotherapy, surgery and optional adjuvant chemotherapy HORRAD studie Een prospectieve, gerandomiseerde studie naar het effect op de overlevingsduur van Prostaat 11 Gesloten hormonale behandeling versus hormonale behandeling plus lokale externe radiotherapie (compleet) bij patiënten met een primair ossaal gemetastaseerd Prostaatcarcinoom. PEEP-studie Pain education for patients with painful bone metastases undergoing palliatieve radiotherapy: Botmetastasen 38 Open reducing pain by increasing patients knowledge and self-management 34

De afdeling Radiotherapie van het UMCG besteedt veel aandacht aan de prospectieve dataverzameling middels de zogenaamde Standard Follow Up Programs (SFP s). Hierin worden demografische gegevens, patiëntgegevens, tumorgerelateerde gegevens en gegevens met betrekking tot de behandeling prospectief verzameld. In een database worden deze gekoppeld met follow-up gegevens waarin zijn opgenomen: tumorstatus, acute en late toxiciteit en kwaliteit van leven. In totaal werden 1.561 nieuwe patiënten geïncludeerd in verschillende prospectieve dataregistratie programma s (standaard follow-up programma s -SFP). Patiënten in SFP s Tumorsoort Aantal patiënten Totaal ingesloten ingesloten in 2014 Hoofdhals 244 1610 Longen 309 1176 Mamma 800 3554 Ge 14 14 Urologie 194 2113 35

5. Personeel & Organisatie 5.1 Samenstelling Dagelijks Bestuur Afdelingshoofd: Manager Radiotherapie: Prof. dr. J.A. Langendijk Drs. F. Pit 5.2 Samenstelling Management Team Hoofd Klinische Fysica: Medisch Teamleider: Paramedisch Teamleider: Teamleider Patiënten Logistiek: Dr. A.A. van t Veld Drs. H.A.M. Vanhauten S. Groen P. Verschuur 37

6. Apparatuur en software Coördinatensysteem IEC1217op lineaire versneller D en G Als laatste van de 8 lineaire versnellers zijn de twee Elekta Sli versnellers in 2014 ingesteld op coördinatensysteem IEC1217. Active Breath Coordinator R3.0 in combinatie met Response module Sinds 2012 wordt de Active Breathing Coordinator (ABC) van Elekta gebruikt bij bestraling van linkszijdige borstkankerpatiënten, waardoor de stralingsdosis op het hart afneemt. Deze ABC is een losstaand apparaat dat tijdens de bestraling continu door een laborant wordt bewaakt. In augustus 2014 is gestart met oriëntatie op een nieuwe ABC-versie (R3.0), te gebruiken in combinatie met een Response (gating control) module. Door gebruik van de Response module is er een directe koppeling tussen de ABC en de versneller waarmee wordt bestraald. Hierdoor worden fouten, zoals onbedoeld bestralen tijdens ademhaling, uitgesloten. Na uitvoeren van oriënterende testen is besloten om met de nieuwe ABC-versie in combinatie met de Response module te gaan werken. Introductie staat gepland voor het tweede kwartaal 2015. Mobius3D Mobius3D is een software pakket van het Amerikaanse bedrijf Mobius, dat helpt bij het uitvoeren van kwaliteitscontrole bij radiotherapie behandelplannen. Mobius3D voert een onafhankelijke controleberekening uit op de oorspronkelijk dosisverdeling die door het planningsysteem is berekend. Een reeks controles, waaronder dosisverschillen, DVH limieten en 3D gamma, worden daarna automatisch uitgevoerd. De resultaten van deze controles worden door de dienstdoende fysicus in een web-interface beoordeeld en automatisch geïmporteerd in MOSAIQ. Mobius3D is compatibel met verschillende planningssystemen, waaronder ook Pinnacle, Raystation en iplan. De benodigde data voor Mobius3D zijn CT-beelden, het plan, structuren en de dosis. Met deze data kan Mobius3D onafhankelijk van het planningssysteem de dosis berekenen en controleren. Doordat het systeem volledig 38

automatisch werkt en de dosisverdeling over het hele volume van de planning CTscan berekent, is de kwaliteitscontrole hiermee veel efficiënter en completer. Sinds ingebruikname ( 1 april 2014) zijn in totaal meer dan 3000 plannen geverifieerd met Mobius3D. Mobius3D verifieert 3DCRT, IMRT, VMAT, arc, conformal arc, dynamische en virtuele wiggen, fysieke wiggen en andere MLC fotonen plannen. Pinnacle 9.8 Het Treatment Planning Systeem Pinnacle is in 2014 overgegaan van versie 9.0 naar 9.8. Als reguliere service-update hierbij is dat de dosisberekening ca. 40% sneller is. Aan de functionaliteit is niets veranderd en de bijbehorende launchpad is al in gebruik genomen. RayStation Twee RayStation licenties van de firma RaySearch Laboratories zijn aangeschaft om adaptieve radiotherapie bij hoofd-halspatiënten efficiënt en effectief te kunnen uitvoeren. RayStation ondersteunt een geïntegreerde workflow voor adaptieve radiotherapie, inclusief dose tracking en adaptive replanning. Ten opzichte van een werkwijze in Pinnacle en Mirada biedt dit als voordeel, dat minder data handmatig verwerkt of verstuurd hoeven te worden Onder leiding van een klinisch fysicus is er een projectgroep ingesteld voor de klinische introductie van RayStation. De voorbereidingen bestaande uit configuratie, commissioning, dosimetrische evaluatie zijn in 2014 grotendeels afgerond. Tevens is er een ondersteuning- en beheerstructuur voor RayStation opgezet. Na het schrijven van handleidingen voor het gebruik van Raystation, zal scholing van het personeel begin 2015 plaatsvinden, waarna RayStation in het voorjaar van 2015 klinisch in gebruik genomen kan worden. 39

Bijlage A Wetenschappelijke output 2014 A.1 Publicaties in internationale tijdschriften 1. Bakker NA, van Dijk JM, Wagemakers M, van der Weide HL, Beese U, Metzemaekers JD. Treatment of trigeminal neuralgia. Ned Tijdschr Geneeskd. 2014;158:A7468. Review. 2. Beetz I, Steenbakkers RJHM, Chouvalova O, Leemans CR, Doornaert P, van der Laan BFAM, Christianen MEMC, Vissink A, Bijl HP, van Luijk P, Langendijk JA. The QUANTEC criteria for parotid dose and their efficacy to prevent moderate to severe xerostomia. Acta Oncol. 2014 May;53(5):597-604. 3. Benderitter M, Caviggioli F, Chapel A, Coppes R, Guha C, Klinger M, Malard O, Stewart F, Tamarat R, Luijk PV, Limoli C. Stem cell therapies for the treatment of radiationinduced normal tissue side effects. Antioxid Redox Signal. 2014 Jul 10;21(2):338-55. 4. Boerman LM, Berendsen AJ, van der Meer P, Maduro JH, Berger MY, de Bock GH. Long-term follow-up for cardiovascular disease after chemotherapy and/or radiotherapy for breast cancer in an unselected population. Support Care Cancer. 2014 Jul;22(7):1949-58. doi: 10.1007/s00520-014-2156-9. 5. Boers A, Arts HJ, Klip H, Nijhuis ER, Pras E, Hollema H, Wisman GB, Nijman HW, Mourits MJ, Reyners AK, de Bock GH, Thomas G, van der Zee AG. Radical surgery in patients with residual disease after (chemo)radiation for cervical cancer. Int J Gynecol Cancer. 2014 Sep;24(7):1276-85. doi: 10.1097/IGC.0000000000000171. 6. Bollineni VR, Koole MJ, Pruim J, Brouwer CL, Wiegman EM, Groen HJ, Vlasman R, Halmos GB, Oosting SF, Langendijk JA, Widder J, Steenbakkers RJ. Dynamics of tumor hypoxia assessed by (18)F-FAZA-PET/CT in head and neck and lung cancer patients during chemordadiation: Possible implications for radiotherapy treatment planning strategies. Radiother Oncol. 2014 Nov 27. pii: S0167-8140(14)00422-8. 41

7. Bosch DJ, Muijs CT, Mul VE, Beukema JC, Hospers GA, Burgerhof JG, Plukker JT. Impact of Neoadjuvant Chemoradiotherapy on Postoperative Course after Curativeintent Transthoracic Esophagectomy in Esophageal Cancer Patients. Ann Surg Oncol. 2014 Feb;21(2):605-11. 8. Bosch DJ, Van Dalfsen QA, Mul VE, Hospers GA, Plukker JT. Increased risk of thromboembolism in esophageal cancer patients treated with neoadjuvant chemoradiotherapy. Am J Surg. 2014 Aug;208(2):215-21. 9. Brouwer CL, Steenbakkers RJHM, Gort E, Kamphuis ME, van der Laan HP, van t Veld AA, Sijtsema NM, Langendijk JA. Differences in delineation guidelines for head and neck cancer results in inconsistent dose reporting and corresponding NTCPvalues. Radiother Oncol. 2014 Apr;111(1):148-52. 10. Brouwer CL, Kierkels RG, van t Veld AA, Sijtsema NM, Meertens H. The effects of computed tomography image characteristics and knot spacing on the spatial accuracy of B-spline deformable image registration in the head and neck geometry. Radiat Oncol 2014 Jul 29;9:169. doi: 10.1186/1748-717X-9-169. 11. Cnossen IC, van Uden-Kraan CF, Rinkel RNPM, Aalders IJ, de Goede CJT, de Bree R, Rietveld DHF, Doornaert P, Langendijk JA, Witte BI, Leemans CR, Verdonck-de Leeuw IM. Feasibility of guided self-help exercise program to prevent speech, swallowing and shoulder problems among head and neck cancer patients. J Med Internet Res. 2014 Mar 6;16(3):e74. 12. De Cortie K, Russell NS, Coppes RP, Stewart FA, Scharpfenecker M. Bone marrowderived macrophages incorporate into the endothelium and influence vascular and renal function after irradiation. Int J Radiat Biol. 2014 Sep;90(9):769-77. 13. De Ruysscher D, Pijl-Johannesma M, Chang Y, Langendijk JA. In regard to Vanderstraeten B, et al. Int J Radiat Oncol Biol Phys. 2014 Sep 1;90(1):238 42