Spelling op maat Kopieerblan 6 Hoofdauteurs Ton van n Broek Gerard Haan Eindredactie Marcia Schouten Auteurs Nynke Braaksma Bo Buijs Anneke Luijendijk Anita Midl Marcia Schouten Saskia Tromp-Lantman Cora Verhoeven Mascha Verhulst Noordhoff Uitgevers
Ontwerp binnenwerk: Aly Pepping, Thesinge Ontwerp omslag: Astrid van r Neut, Rotterdam Illustraties binnenwerk: Miriam Bos, Apeldoorn: Kopieerblad 6 (, 5) Nicole van Dooren, Tilburg: Kopieerblad 6 (,, 4) Coen Hamelink, Utrecht: Kopieerblad 9 (-6, 8), 4 (5, 6) Yvonne Windhorst-Maaskant, Alphen a/d Rijn: alle spellingplaatjes Foto s binnenwerk: Shutterstock, New York: Kopieerblad 9 (, 7),, 4 (-4) 0 Noordhoff Uitgevers bv, Groningen/Houten Behouns in of krachtens Auteurswet van 9 gestel uitzonringen mag niets uit ze uitgave worn verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige e manier, zonr voorafgaan schriftelijke toestemming van uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit ze uitgave is toegestaan op grond van artel 6h Auteurswet 9 dient men daarvoor verschuldig vergoedingen te voldoen aan Stichting Reprorecht (postbus 060, 0 KB Hoofddorp, www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van geelte(n) uit ze uitgave in bloemlezingen, rears en e compilatiewerken (artel 6 Auteurswet 9) kan men zich wenn tot Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, postbus 060, 0 KB Hoofddorp, www.stichting-pro.nl). Eerste uitgave, 0 SISO 475. 4870
Inhoud Kl op het kopieerbladnummer om naar het kopieerblad te gaan. Kl op het kopieerbladnummer op pagina om terug te keren. categorie knabbelen kopieerblad molen,,, 4 mollen,,, 4 rtig 4 heerlijk 5 grijze muizen 6 dirigent 9, 0, 7 circus 4, 5 geit 6 pauw 6 auto's 0, gladheid 5, 6 majesteit, politie 7, 8 stripboek 9, 4 etalage 4 W 7, 8,,, 8, 9,, 4, 40, 4 W 7, 8, 9, 0,, 5, 6, 40, 4 De kopieerblan met antwoorn staan op bladzij 47-90.
knabbelen Vul in. wij trappel wissel mopper verel schater pieker hinkel Maak woorn langer en schrijf ze in goe rij. bls hand ord ad hag wiss bez afrek puzz op vertek uitad emen elen enen Schrijf het woord op elen of eren op. Het was niet vandaag, maar gi Honn snu graag aan bomen. Var, moer en drie ki De boomblaadjes rit door wind. Jonge koeien noem je kal Kippen leggen ei De vissen spar in het water.
molen Schrijf het woord op. Zeg hardop. Je hoort: Je schrijft: Schrijf op. beweer, wij verstuur, wij ÅeÑefl trakteer, wij geloof, wij verbaas, wij verkoop, wij Schrijf het woord op. a of aa nbellen kw lijk verl ten f briek e of ee st vig bakst n d gelijk bet kenen Maak er voud van. brood o of oo n dig gew nlijk bel ning t neel u of uu avont...rlijk br taal kampv ren st nt kanaal voorraad sleepboot matroos automaat probleem fietsstuur kameel avontuur vloerkleed kerstboom kloof zeilboot
mollen Vul in. Zeg het Welke korte Welke twee Schrijf op. voud. klank? meklinkers? rib schop stuk vel stok klem pit twee twee twee twee twee twee twee Onrstreep woorn met een korte klank aan het eind van een klankgroep. Schrijf woorn achter zin. De zitting van brommer is geel. Vanmiddag gaan we vissen. De voetballer rekent af bij kassa. In die stelling staan bakken snoep. Wanneer pak je je koffer in? Op het terrein liggen veel stenen. Ik raak met mijn elleboog schutting. Vul in. klus krabben bek verpak knip spel bezetten klappen verrassen stemmen vul verzw stoppen beplakken
4 rtig Schrijf het woord op ig op. Zeg het woord. Je hoort /ug/, Schrijf op. maar schrijft: vlijt ft aandacht moed geweld droev bez Schrijf het woord op ig op. mist plezier haast voorel pret nood lol geel Schrijf het woord op ig op. Het ligt vol rommel. Het is angst eind macht haar eeuw geluk sap stof De zon schijnt. Het is Het heeft zin. Het is een schan. Het zit vol hobbels. Er zit te veel water in. Het is Het is Het is Het is Het heeft veel rafels. Er ligt veel modr. Het is Het is
5 heerlijk Schrijf het woord op lijk op. Zeg het woord. Je hoort /luk/, Schrijf op. maar schrijft: behoor natuur letter kwa gewoon verantwoor Maak woorn met lijk of lijke. vriend een antwoord haat een opmerking tijd een omleiding meester een schilrij vrees een geluid hart groeten afschuw een ongeluk feest een dag Schrijf het woord met lijk op. Het is gewenst. Het is te begrijpen. Er is gevaar bij. Het is Het is Het is Het kost moeite. Het is geschreven. Het doet pijn. Het gebeurt in het hele land. Het is Het is Het is Het is Je doet het met gemak. Het is
6 Schrijf het woord dat je ziet op. Maak er daarna enkelvoud van. grijze muizen het Schrijf woorn op. f v s z smoe en aankrui en bra er bevrie en twij el palei en slui en bloe em ver en einlo e bedor en sportie e wegwij er verstij en hij en wa el Vul in. wij wij prijs beschrijven blijf verbazen draaf durven lees berf bevriezen reizen
7 Vul in. graven knippen duwen Werkwoorn draaien gluren bestellen Onrstreep het onrwerp en vul in. -vorm Ulas (werken) De boer (besturen) Jij (kloppen) Het meisje (knuffelen) De tuinman (harken) Wij (winkelen) De bal (rollen) graag in tuin. tractor handig. slagroom voor op taart. haar beer. het grind. in stad. over weg. Onrstreep en vul persoonsvorm in. // Oma (mopperen) op opa. // De honn (blaffen) naar jongens. // Jij (stoppen) voor het ro licht. // De juf (betalen) het ijsje voor ons. // In juni (beginnen) zomer. // Ik (horen) radio niet. // Ik (lezen) een boek op bank. Ik// Mijn broertje (proeven) druiven.
8 Vul in. geeuwen zeggen slopen Werkwoorn wrijven schetsen boffen Onrstreep het onrwerp en vul in. -vorm Achter groene heg (slapen) De trein (vertrekken) Langs weg (lopen) onze kat. om half twaalf. gele strepen. Er (groeien) Jij (maken) De tuinknecht (geven) Op hei (kruipen) Jorn (durven) een mooie plant tegen muur. een hut van dorre takken. planten water. een adr. niet van duplank. Onrstreep en vul persoonsvorm in. // Ik (verbeteren) fouten in het dictee. // Het kind (peinzen) over juiste oplossing. // Onze buren (verhuizen) naar Utrecht. // De jongen (ontkken) brand op zolr. // Ik (willen) soms het liefst heel hard zingen. // Ik (kopen) lekkere broodjes op markt. // (vieren) hij zijn verjaardag morgen?
9 dirigent Schrijf woorn op. i ie br venbus januar m nuut lamp on kl maat het telev s as l het s rene pod um het sport ve muz kaal s garen rad o benz ne ser fam l Schrijf woorn op. li pi di vi rami ool ploma het nosaurus mona raat anist amant loot ano Schrijf het woord met een i die klinkt als /ie/ op.
0 dirigent Schrijf woorn met een i die klinkt als /ie/ op. spion simpel kantine kampioen perio wringen piste sirene ski aaien vitamine villa sinaasappel optillen winkel miauwen ie inval artel inleiding stippen uniform kliniek Schrijf woorn op. ri di gent zi mu kaal di po um het fan o ten li mo li na koos bri a ki bi ni di mant a ben ne zi sie vi le te fa lie mi plo di ma het nu mi ten mi pi ra ket ti e het no rus sau di De i is weg. Schrijf woorn op. olfanten ploot e het sgaret fnale pagna benzne srene etket het famlie lampon fguren sroop kaptein panist tost
molen mollen Schrijf het woord op. Zeg het woord. Kruis aan. Schrijf op. het Vul in. plak beslis spaar hap lees vertel draag zwem stuur droom beleef verpoot Vul het woord goed in. geel streep kapot pennen d trui hoog hakken guur wind druk straten bot messen boos man brutaal jongen rood vaas braaf hond vol fles breed sloot laf overval
Vul in. redn luin voen schan wenn klen Werkwoorn Onrstreep het onrwerp en vul in. -vorm Patrick (ran) Het water (worn) De vliegtuigen (lann) Jij (vinn) Waar (rijn) Mijn ours (vermijn) (meln) Er (brann) het goe getal. heel heet. diep in nacht. dat we veel geluk hebben. je zus heen? files. het kind het bij meester? nu nog maar een lamp. Onrstreep en vul persoonsvorm in. // Jij (besten) weinig tijd aan je huiswerk. // Ik (benijn) die kinren niet. // Het vliegtuig (lann) weer te laat. // In die boom (broen) koolmeesjes. // Timor (verbeeln) zich heel wat. // Mijn vrienn (vinn) darten erg leuk. // Ik (lein) kleuters naar buiten.
Vul in. houn snijn vinn Werkwoorn schein zenn bloen Onrstreep het onrwerp en vul in. -vorm Jij (worn) Hij (brann) Het meisje (verzenn) De kaars (brann) Er (redn) (klen) De jager (don) verrast met een caau. zijn vingers aan hete oven. mail. al hele nacht. het meisje uit het water. peuter zich al helemaal zelf aan? twee wil zwijnen. Onrstreep en vul persoonsvorm in. // Ik (vermoen) dat iemand mij plaagt. // Er (worn) jou iets gevraagd. // Die jongens (schudn) mij hand. // Waarom (rijn) telkens toch verkeerd? // Die jongen (lijn) ontzettend veel pijn. // Maandag (begelein) juf het koor. // De boot (bevinn) zich in ondiep water.
4 circus Schrijf woorn op goe regel. circus cember centrum succes acrobaat club cola cursussen concentreren cirkel speculaas contact conducteur cement feliciteren dictee recept actief proces centimeter medicijn c klinkt als /k/ c klinkt als /s/ Schrijf woorn op. c s ember pro ent het medi ijn het a iel het provin ie wa tafel irkel pre ies dwar fluit el feli iteren aankrui en her enen ervet het ent solli iteren Schrijf het woord dat je ziet op. Let op c!
5 circus Onrstreep woorn waarin c klinkt als /s/. Schrijf die woorn daarna op. precies pincet centrum correct secon cel cirkel cijfer cursus lucifer provincie postco reclame club eurocent centrale direct cember perfect medicijn bioscoop Vul in: c of k. Schrijf woorn op. inrcir us het a tief su ces het ro odil.amertje het onta t het spe ulaas lub dire t proje t het a robaat fabri ant pra tij arti el het Trek lijnen en schrijf samengestel woorn op. cirkel bloem dictee pers circus kastje camera cijfer cactus zaag cement snoer medicijn bak citroen lens recepten boek microfoon bezoek centen artiest concert fabriek
6 geit Schrijf woorn op goe regel. pauw kabelj w herk wer font n slas s land appl s ndsprint r sl r astron t sch dsrechter tomobilist sportterr n Schrijf woorn op. ei ij au ou schr ff t refr n het genw s h mwee ndstreep over nd toband ben wd pindas s r ziger Trek lijnen en schrijf samengestel woorn op. voetbal weg vracht land zeil lepel wei klauw auto boot eind reizen water seizoen wereld automaat saus nummer vogel auto pauze leiding snoep doel
7 dirigent Schrijf woorn op. i ie telev s hel kopter p ste provinc s mob ltje het per o v tam ne fam l k lometer s naasappel m nuut adv zen prec s d ploma het l mona benz ne Maak er voud van. minister rivier het klimaat indiaan minuut sigaret sigaar het etet pianist piloot lampion viool kampioen liter olifant klarinet citroen abroos Maak een nieuw woord en schrijf het op. piloot piano liter loot stool o ist ter mona figuur viool juli guur nale ool tamine l n
8 Vul in. stoten starten zetten Werkwoorn praten ontmoeten barsten Onrstreep het onrwerp en vul in. -vorm Mijn oma (rusten) tussen twaalf en half. (laten) Mijn moer (genieten) Sjoerd (praten) Hij (zuchten) Mijn kleine zusje (lusten) De scheidsrechter (fluiten) hij ur altijd open staan? van het ijsje. met zijn buurman. als hij aan toets nkt. geen broccoli. enorm slecht! Onrstreep en vul persoonsvorm in. // (wachten) jongens al voor het lokaal? // Waarom (hoesten) jij zoveel? // Ik (verwachten) grote problemen. // Diemer (stoten) zijn hoofd tegen kastur. // Ik (ontmoeten) een leuke jongen. // Jij (belasten) met dat sjouwen je rug! // In kelr (darten) vier kinren. // Ik (heten) mijn nieuwe buurmeisje welkom.
9 Vul in. zuchten hechten belasten Werkwoorn storten schatten heten Onrstreep het onrwerp en vul in. -vorm De buurvrouw (groeten) Mijn var (pachten) Pieter (begroten) Het kind (besmetten) (dichten) De vrouw (liften) Hij (poten) Waar (slijten) mij elke morgen. een stukje weiland. kosten verkeerd. mij met het griepvirus. timmerman opening? enkel overdag. aardappelen al in november. jij jouw jaarlijkse vakantie? Onrstreep en vul persoonsvorm in. // Wij (zitten) samen op bank. // De hond (bijten) hem in zijn kuit. // Jij (meten) hoogte van kast. // Ik (laten) ou dame voorgaan. // (pleiten) jullie voor rust? // De boer (slachten) zijn dieren. // (verplanten) rozen?
0 auto s Schrijf het voud op. Zeg het woord. Wat hoor je Vul in. aan het eind? één auto twee één schema één foto één pagina één menu één dictee één accu drie vier vijf zes zeven acht Schrijf het voud in goe rij. familie piano ziekte gitaar ben programma matras diploma kiwi automaat lucifer cijfer abroos goochelaar adres kano bewijs agenda s s en Onrstreep woorn die in het voud s krijgen. Schrijf ze op in het voud. lelie limona iglo centrale kilo komma secon bini camera televisie paraplu dictee ijsco lente tosti reclame pinda salto collecte ski ie zebra
auto s Schrijf het voud op. Gebru s of s. poema arena kano tralie bushalte akela dominee pasta salto secon pauze provincie hobo panda Schrijf het voud in goe rij. winterjas windmolen sauna wasmand roomijsje trema oma paraplu droogrek toffee matroos schrijver radio seizoen eekhoorn s s en Trek lijnen en schrijf samengestel woorn in het voud op. water la water foto tafel solo keuken blad vracht lelie pas stap drum ruzie glas massa straat paraplu week tegel heren auto voet splinter
molen mollen Kruis aan en schrijf daarna het woord op. Zeg het woord. Kruis aan. Schrijf op. juffrouw kabeljauw programma s matrassen terrassen mandarijn Schrijf het voud op. het adres kameel radijs fabriek matroos het talent Schrijf woorn op. a aa het tapijt kanarie raket agent tabel het paradijs p pier het k pitein l w i het stroopw fel k b l het c mer j nu ri m c roni b n nen kl rinet limon f brant pl fond het fin le
Vul in. verven starten lan Werkwoorn geeuwen vluchten wenn Onrstreep het onrwerp en vul in. -vorm Mijn tante (verwennen) Deze weg (lein) Iere morgen (schudn) Jij (fluiten) Waarom (houn) Langzaam (varen) Wij (graven) Het meisje (barsten) ons altijd. door het gebergte. papa mij wakker. een vrolijk liedje. niemand zich aan regels? het schip haven uit. een diepe kuil op het strand. vaak in lachen uit. Onrstreep en vul persoonsvorm in. // Ik (binn) mijn schaatsen onr. // De raket (koersen) naar maan. // In stal (wachten) dieren op voer. // Ik (krabben) met een nagel op mijn wang. // Omar (troosten) het kleine meisje. // Jij (beletten) ons fijn mee te doen. // Ik (bien) mijn verontschuldigingen aan. // De man (verkwisten) heel veel geld.
4 Vul in. springen wachten schein bezoeken bepleiten brann Werkwoorn Onrstreep het onrwerp en vul in. -vorm Hij (glijn) De verkoun mannen (snuiten) Mijn moer (meten) De kinren (kijken) Mijn vriend (verwijten) Voor die man (geln) Het meisje (helpen) wel 0 keer van die glijbaan. hun neuzen. of sjaal lang genoeg is. veel naar tv. mij dat ongeluk. ze afspraak niet. man met oversteken. Onrstreep en vul persoonsvorm in. // Wij (besten) al ons geld aan een reis. // Hij (bezitten) helemaal geen cent. // Hoe lang (werken) je var al op dat kantoor? // Ik (benijn) mijn vriendje zijn succes niet. // Die ours (verwennen) hun kind. // (verschijnen) dat tijdschrift wekelijks? // De honn (vechten) met elkaar om het bot.
5 gladheid Schrijf het woord op heid op. Zeg het woord. Je hoort /hijt/, Schrijf op. maar schrijft: gekkig vaardig narig zeker bezig moeilijk rottig Maak woorn op heid. wijs over snel schoon veilig glad boos beleefd werkelijk waar vrij gezond beschein eenzaam skundig duilijk De stukjes staan door elkaar. Welk woord staat er? Schrijf het enkelvoud op. dig aar hen hen koud ver r min hen hen veel hoe gen hen le ge ker on hen ze lijk dui hen vie hen zig hen lijk ge mo baar hen dank hen vrij gast liefd hen ver hen zig aan we loos hen werk
6 gladheid Schrijf woorn op heid op. zeker aanwezig beleefd verkoud traag hartelijk aardig skundig dom persoonlijk verlegen minr Achter welke woorn kun je heid zetten? Schrijf woorn met heid op. zeker weinig afwezig een vaardig eenvoudig bezig eigenwijs werkelijk makkelijk moeilijk gezond bekend bochtig waar gezellig viezig gewicht eerlijk huwelijk aardig Schrijf woorn in goe zin. gelegenheid handigheid snelheid hoeveelheid gulzigheid openheid onenigheid rheid De kinren praten er in alle Door zijn over. kreeg hij h. Met een beetje De De auto sukkel voort met een Er ontstond kan je zelf een vlieger maken. wil voetballen op het plein. van 0 km per uur. over vraag wie snelste was. Iereen wordt in Dat is een grote gesteld om vragen te stellen. werk.
7 Vul persoonsvorm vt in. hele werkwoord -vorm verlen tijd Werkwoorn aarzelen repareren groeien gebruen fietsen huilen hij wij hij wij hij wij Onrstreep het onrwerp en vul persoonsvorm vt in. -vorm De kat (miauwen) De planten (bloeien) Wij (lachen) De kapster (knippen) Afgelopen donrdag (regenen) De ours (ontcijferen) (maken) Alle kinren (halen) toen ze werd geaaid. vorig jaar erg mooi. om zijn goe grappen. het haar van Bo. het veel. co. jij alle opdrachten in les? hun zwemdiploma. Onrstreep en vul persoonsvorm vt in. // Ik (vervelen) me een beetje. // Wij (willen) graag computeren. // Het meisje (glimlachen) naar mij. // Vorige week (dansen) in het theater. // (zwaaien) jij naar jongens? // Ik (besturen) stof goed. // (vieren) jullie je verjaardag gisteren? // (maken) je moer broeken korter?
8 Vul verlen tijd in. heersen knken verlangen wonen bouwen krijsen Werkwoorn Onrstreep het onrwerp en vul persoonsvorm vt in. -vorm (vieren) jij je verjaardag gisteren? Jullie (leren) Ik (vertellen) Wij (boeken) Jij (telefoneren) Mijn moer (steunen) Waar (kennen) Het woord certificaat (spellen) Onrstreep en vul persoonsvorm vt in. // De meisjes (staren) // Waar (bestellen) altijd erg goed voor toetsen. je geen geheimen. onze reizen altijd online. vorige week veel! actie op tv. jij die jongen van? vaak fout. me een tijd aan. jij die taart? // De vrouw (verplegen) // Wij (missen) // Ik (zemen) // De man (ontfutselen) hem een week. gisteren het vliegtuig. zojuist ramen. mijn horloge. // Alle lann (tekenen) het verdrag.
9 Werkwoorn Vul verlen tijd in. redn schuren eindigen meln werken aanvaarn luin wenn rollen lein stoppen verbrann schudn zwoegen vernielen strken bereen ran plakken gokken antwoorn
0 Vul verlen tijd in. botsen praten lenen groeten aarn eisen schatten haasten schetsen rusten raspen spelen drukken gooien richten duin storten metselen Werkwoorn oogsten mengen dineren
Onrstreep het onrwerp en persoonsvorm en vul in. -vorm Luuk laad vrachtwagen. De bange soldaten losten een schot. Ik hol hard om bus te halen. Testte jouw zus nieuwe computer? De paarn draafn door wei. Vul in. hele werkwoord -vorm verlen tijd erbij Werkwoorn grabbelen tossen brann printen mken scheuren troosten redn hij hij wij hij wij Onrstreep het onrwerp en vul persoonsvorm vt in. -vorm Hij (zetten) Jullie (besten) een vaas met bloemen op tafel. veel geld aan kleding. Jessica (bluffen) Die jongens (pesten) Ik (willen) Mama (sprein) De meisjes (len) tijns het kaartspel. vroeger veel kinren. tekening helemaal zelf maken. het kleed uit op grond. tekenblaadjes uit. Papa (koken) een eitje.
majesteit Schrijf het woord op teit op. Zeg het woord. Je hoort /tijt/, Schrijf op. maar schrijft: elektrici kwali universi puber reali majes speciali populari Maak er een woord op teit van. actief creatief muzaal divers nationaal actueel publiek rivaal brutaal sportief mentaal speciaal stom spontaan crimineel origineel Schrijf woorn op. bli pu teit ci teit jes ma ti vi ac teit teit ber pu ti crea vi teit teit uni ver si ti spor vi teit mi cri teit na li las e teit ci ti a ac teit li tu lek teit ci e tri pu teit la po ri
majesteit Onrstreep teit. Schrijf woorn dan op in alfabetische volgor. realiteit universiteit kwaliteit autoriteit nationaliteit puberteit activiteit majesteit creativiteit rivaliteit diversiteit intiteit publiciteit kwantiteit elasticiteit Maak het woord langer met teit of tijd. maal sportief actief winter muzaal stom brutaal school rivaal elektrisch werk crimineel Maak het woord langer met teit of heid. publici mogelijk gastvrij kwali universi zeker snel creativi eeuwig hoeveel gierig waar verkoud onzeker activi wijs gezond gelegen
4 molen Onrstreep lange klank aan het eind van een klankgroep. Schrijf woorn op goe regel. mollen batterij controleren fotograferen rottigheid salam aanwezig winnaar uitgeverij astronaut verrassing platteland boterham portemonnee zekerheid tegenkomen tennissen gemakkelijk spannend Maak er voud van. het sieraad minuut gitaar het adres het resultaat matroos kaasschaaf het ongeluk het fietsstuur het ogenbl prinses het kanon Vul in. een wij gaten gluren sloten ballonnen scharen bron boren mislukken verran besten zaterdagen gesprekken controleren ontsnappen
5 Onrstreep en. Zet dan een rondje om laatste letter. Schrijf of te achter -vorm. Denk aan t ex-kofschip. verlen tijd harken hark niezen nies verlen tijd parkeren parkeer steppen step kuchen kuch dromen droom zorgen zorg reizen reis kussen kus len el beroven beroof kappen kap rollen rol draven draaf Vul in. -vorm hele werkwoord verlen tijd Werkwoorn vertrouw juich klaag gooi step schaaf plons Marit kinren jij hij papa wij Onrstreep het onrwerp en vul persoonsvorm vt in. -vorm De acrobaat (beven) tijns sprong. Ik (omhelzen) Alwin (spatten) Tonnie (ran) (hollen) mijn oma. met verf. het goe antwoord. jij hard om bus te halen? (herkennen) jullie mij niet?
6 Vul verlen tijd in. voen feesten amuseren Onrstreep het onrwerp en vul persoonsvorm vt in. -vorm Ik (klauteren) Werkwoorn op een stoel. De zeiler (hopen) (scheuren) De mannen (leven) Ik (stoten) De sneeuw (bezorgen) De vrouwen (plegen) Vannacht (woen) Al haar vrienn (benijn) haven te bereen. jij het blad doormidn? als zwervers. een vaas om. ons veel last. veel inbraken. er een flinke storm. haar. Onrstreep en vul persoonsvorm vt in. // Mama (bestellen) een gebran haantje. // De gasten (arriveren) op tijd. // De zieke (amen) nauwelijks. // Ik (kerven) mijn naam in het hout. // Waarom (zuchten) je zo? // Deze tegenslag (verwachten) we. // De stropers (lan) het wild op een kar. // De man (slingeren) over weg. // Ik (beleven) spannen avonturen. // Het vliegtuig (storten) meteen neer.
7 politie Schrijf woorn op tie op. ac adverten imita intelligen direc trakta vakan concentra por illustra reac recrea opera situa collec organisa poli genera Welk woord op tie hoort erbij? isoleren noteren repareren presteren inspecteren garen functioneren repeteren Schrijf woorn op. tie kan va discrimineren arresteren combineren organiseren monstreren informeren concurreren motiveren ten tie at tie in jec fec in tie tie ac ti tie no bi com tie na bu con tie tri cra tie mo ver tie ad ten ran ga tie si tie po tie ti va mo va tie a ri
8 politie Onrstreep in elk woord tie. Schrijf woorn in alfabetische volgor. garantie politie positie vakantie organisatie operatie contributie advertentie reparatie injectie portie infectie reactie intelligentie notitie Maak het woord af met tie. Schrijf dan het hele woord op. De redac heeft informa in krant opgenomen. Het is een tradi dat we op vakan gaan in Frankrijk. Met die ac levern zij een geweldige presta De direc func heeft haar een e aangebon. Als trakta heerlijke por kregen wij een ijs. Schrijf woorn op. atie itie ctie vari dire pol pos not vari inje repet repar sele situ inspe
9 stripboek Splits woorn en schrijf ze daarna helemaal op. hui leutel + kaar lam + i emen + fees ag + han oek + loo lank + sto ord + het va u + het Trek lijnen en schrijf samengestel woorn op. circus kleding eind familie feest stief dans var olifant schoen punt bezoek Streep één woord weg. Maak een samengesteld woord van twee e woorn. taal wereld land + = werk rits kleren + = kant doek lijn + = maak schoon bord + = eg beker brood + = vlees kamer schaal + = klad jeugd blok + = vuilnis bel zeep + = toon muis fluit + =
40 Onrstreep het onrwerp en persoonsvorm en vul in. Tom duw ur open. Ik lachte om die grappige man. Mama zit klaar met een kop koffie. De kinren startten precies tegelijk. Oom Wim rijdt over snelweg. Meteen hoorn meisjes mij. -vorm Onrstreep het onrwerp en vul in. Let op tijd! -vorm Werkwoorn erbij Werkwoorn Ik (verven) Opa en oma (reizen) (sprein) Het meisje (groeten) Hoor! Papa (krassen) Ik (plagen) (gummen) De juf (spatten) gister kamer blauw. nu met trein. jij zojuist het kleed uit? mij vorige week. met een spijker. jou toen een beetje. het kind tekening zo uit? vorige week met verf. Onrstreep en vul persoonsvorm in. Let op tijd! // De wedstrijd (eindigen) toen op tijd. // De schilr (mengen) nu verf. // Anton (planten) vorig jaar zes bomen. // Ik (berein) morgen een heerlijk toetje. // Pleun (bevrijn) gister konijntjes. // Wij (witten) overmorgen het plafond. // De man (meln) zich straks aan het loket. // Ik (reizen) morgen met trein.
4 Werkwoorn Werkwoorn Vul in. bouwen (tt) vissen (vt) don (vt) grommen (vt) hechten (tt) brann (tt) Vul in. blaffen sporten verhuizen kloppen voen beven (tt) (vt) (vt) Vul persoonsvorm in. Ik (vangen tt) Mijn zus (slagen vt) Linda (lachen tt) ze har bal. voor haar examen. om alles wat ze zeggen. Mari (durven vt) Hij (verrassen vt) Dat (smaken tt) Ik (vertrekken tt) niet van springplank. mij met een caau. naar! al gauw naar Amera. Het vliegtuig (dalen vt) De man (graven tt) erg snel. een diepe kuil.
790,- 59,- Kopieerblad 4 etalage Onrstreep woorn met een g die klinkt als /zj/ en schrijf ze op. stellage fotograferen logeren origineel congres reportage college emigratie fabricage intelligentie tatoeage etalage agent energie poging morgen passagier horloge bengelen bagage asperge rapportage lekkage Schrijf woorn op. va ra ge ge ta e ge ra la ge col fen raf gi ge ta cen per o spi ge na Maak woorn los en schrijf ze op. genielekkagemassage ge ga ra mas ge sa ge ta slij so ge per na ge cor sa ta ge plan ma ge ne energiemanegelogeren stagevitragestellage corsageenergieetage tatoeagebagagegiraf ravagepassagiersasperge collegerapportageoriginele
4 stripboek Splits woorn en schrijf ze daarna helemaal op. zwe roek + spor choen + prij raag + sneeu al + mark lein + het kleu rijt + het ver abriek + Maak steeds twee samengestel woorn. radiovriesreportagekou garageprestatietopur bioscooppetbezoekpolitie kantoorschuildirectieplaats foutdiplomazwemparkeren schippiratenlerarespiano papierrampnatuurstrook boekmeeuwtekstzee Schrijf het in één samengesteld woord op. een doos waar speelgoed in zit een dag waarop je feest viert het slot van een fiets het een olifant in het circus een collage van foto s een vakantie in winter reclame op televisie een een punt van een potlood een mandje voor je bagage een
Inhoud Antwoorn Kl op het kopieerbladnummer om naar het kopieerblad te gaan. Kl op het kopieerbladnummer op pagina om terug te keren. categorie knabbelen kopieerblad molen,,, 4 mollen,,, 4 rtig 4 heerlijk 5 grijze muizen 6 dirigent 9, 0, 7 circus 4, 5 geit 6 pauw 6 auto's 0, gladheid 5, 6 majesteit, politie 7, 8 stripboek 9, 4 etalage 4 W 7, 8,,, 8, 9,, 4, 40, 4 W 7, 8, 9, 0,, 5, 6, 40, 4
knabbelen Vul in. trappel wissel mopper verel schater pieker hinkel wij tflñrï a p pçeflºılçeflºónÿ lçefl ÓwΩi sπsªeflºılçeflºónÿ wi s sªefl lçefl ÓmÏ o p pçeflñrçeflºónÿ op pçefl ÓvÉeflñrÏ dçeflºılçeflºónÿ vefl lçefl sãcflºıhï a»tñeflñrçeflºónÿ p içeflºıkçeflñrçeflºónÿ h iÿºónÿºıkçeflºılçeflºónÿ lçefl Maak woorn langer en schrijf ze in goe rij. bls hand ord ad hag wiss bez afrek puzz op vertek uitad emen elen enen b l iÿºık sªeflºómçeflºónÿ aï dçeflºómçeflºónÿ béeflºózçeflºómçeflºónÿ befl u i»tì aï dçeflºómçeflºónÿ hï aÿºónï dçeflºılçeflºónÿ lçefl nÿ hï aï gœeflºılçeflºónÿ lçefl ÓwΩi sπsªeflºılçeflºónÿ wi s sªefl lçefl p uÿºózÿºózçeflºılçeflºónÿ zçefl lçefl Schrijf het woord op elen of eren op. Het was niet vandaag, maar gi Honn snu graag aan bomen. Var, moer en drie ki De boomblaadjes rit door wind. Jonge koeien noem je kal Kippen leggen ei De vissen spar in het water. gòi s tñeflñrçeflºónÿ s n uÿºıf f eflºılçeflºónÿ ff fefl lçefl nÿ k iÿºónï dçeflñrçeflºónÿ nÿ Ûr i»t sªeflºılçeflºónÿ lçefl kï aÿºılÿºóvéeflñrçeflºónÿ vefl Åe içeflñrçeflºónÿ sπpï aÿñr»tñeflºılçeflºónÿ lçefl o rï dçeflºónçeflºónÿ orï nÿ aÿºıfúrçeflºıkçeflºónçeflºónÿ frçefl nÿ o pçeflºónçeflºónÿ opçefl nÿ ÓvÉeflñr»tÑeflºıkÇeflºÓnÇeflºÓnŸ vefl nÿ
molen Schrijf het woord op. Zeg hardop. Je hoort: Je schrijft: Schrijf op. beweer, wij verstuur, wij trakteer, wij geloof, wij verbaas, wij verkoop, wij Schrijf het woord op. a of aa nbellen kw lijk verl ten f briek aï aÿºónÿºıbéeflºılÿºılçeflºónÿ aÿ befl lÿ lçefl kÿºów aÿºıl ÿœºıkÿ ÓvÉeflñrŸºılÏ a»tñeflºónÿ vefl lï fμaÿºıbør içeflºıkÿ faÿ br içefl ÅeÑefl Åefl u uÿ uÿ ÅeÑefl Åefl o o oo o aï aÿ aÿ aÿ o o oo o o of oo n dig gew nlijk bel ning t neel béeflºówéeflñrçeflºónÿ befl wefl ÓvÉeflñr s t uÿñrçeflºónÿ vefl rçefl tflñrï aÿºık»tñeflñrçeflºónÿ rçefl gœeflºılï o véeflºónÿ lï ovefl ÓvÉeflñrŸºıb aÿºózçeflºónÿ vefl ÓvÉeflñrŸºıkÏ o pçeflºónÿ vefl opçefl ÓnÏ o d iï g od iï gœeflºów o o nÿºıl ÿœºıkÿ oonÿ l ÿœ béeflºılï o n iÿºónï g befl lï on iÿ nï tì o nçeñeflºılÿ onçeñefl lÿ e of ee st vig bakst n d gelijk bet kenen s tñeflºóvωiï g viï b aÿºık s tñeñeflºónÿ dçeì gœeflºıl ÿœºıkÿ l ÿœ béeàtñeflºıkçeflºónçeflºónÿ beàtñefl nÿ u of uu avont...rlijk br taal kampv ren st nt aÿºóv o n»t u uÿñrÿºıl ÿœºıkÿ on»t u uÿ bør u»tì aï aÿºılÿ br u»tì aÿ kï aÿºóm pÿºóvωuÿñrçeflºónÿ vuÿ s t uï dçeflºón»tfl Maak er voud van. brood voorraad sleepboot matroos automaat vloerkleed kerstboom børï o dçeflºónÿ brï odçefl Óv o o rÿñrï aï dçeflºónÿ oorÿ rï s lçeñe pÿºıb o«tñeflºónÿ otñefl ÓmÏ a»tflñrï o zçeflºónÿ ozçefl a u»tì o mï a»tñeflºónÿ omï a»tñefl Óv lï o eflñrÿºıkÿºılçeì dçeflºónÿ oefl lçeì kçeflñr s tflºıb o mçeflºónÿ omçefl kanaal probleem fietsstuur kameel avontuur kloof zeilboot kï aÿºónï aÿºılçeflºónÿ nÿ pÿñrï oßb lçeflºómçeflºónÿ ob føiçeàt sπs t uÿñrçeflºónÿ fiçeàt s s t uÿ kï aÿºómçeflºılçeflºónÿ lçefl aÿºóv o n»t uÿñrçeflºónÿ on»t uÿ nÿ kÿºılï o véeflºónÿ ovefl ÓzÇe iÿºılÿºıb o«tñeflºónÿ otñefl
mollen Vul in. Zeg het Welke korte Welke twee Schrijf op. voud. klank? meklinkers? rib schop stuk vel stok klem pit twee twee twee twee twee twee twee Onrstreep woorn met een korte klank aan het eind van een klankgroep. Schrijf woorn achter zin. De zitting van brommer is geel. Vanmiddag gaan we vissen. De voetballer rekent af bij kassa. In die stelling staan bakken snoep. Wanneer pak je je koffer in? Op het terrein liggen veel stenen. Ik raak met mijn elleboog schutting. Vul in. klus bek verpak knip spel vul verzw iÿ o uÿ Åefl o Åefl iÿ kÿºıl u sπsªeflºónÿ sªefl béeì dçeflºıkÿºıkçeflºónÿ beì kçefl ÓvÉeflñr pï aÿºıkÿºıkçeflºónÿ vefl kçefl kÿºón i p pçeflºónÿ nÿ sπpçeflºılÿºılçeflºónÿ lÿ lçefl ÓvΩuŸºılŸºılÇeflºÓnŸ vuÿ lçefl ÓvÉeflñrŸºÓzŸºÓwΩiŸºıkŸºıkÇeflºÓnŸ vefl wiÿ kçefl b b bb p pÿ kÿºıkÿ lÿºılÿ kÿºıkÿ ÓmŸºÓmŸ tàtfl krabben bezetten klappen verrassen stemmen stoppen beplakken Ûr iÿºıb béeflºónÿ befl sãcflºıhï o p pçeflºónÿ op pçefl s t uÿºıkÿºıkçeflºónÿ kçefl ÓvÉeflºılŸºılÇeflºÓnŸ vefl lÿ lçefl s tì oßkÿºıkçeflºónÿ okÿ kçefl kÿºılçeflºómÿºómçeflºónÿ mçefl p i»tàtñeflºónÿ Óz i»tàt iÿºónï g, børï o mÿºómçeflñrÿ brï omÿ mçefl rÿ VÄaŸºÓnŸºÓm iï dï dï aï g, aï ÓvΩi sπsªeflºónÿ vi s sªefl Óv o eàtflºıb aÿºılÿºılçeflñrÿ, oeàtfl lÿ lçefl kï a sπsãaÿ sãaÿ s tñeflºılÿºıl iÿºónï g, lÿ l iÿ b aÿºıkÿºıkçeflºónÿ kçefl WÄaŸºÓnŸºÓnÇeÑeflñrŸ, nçeñefl kï oßf f eflñrÿ offefl tñeflñrÿñrçe iÿºónÿ, rçe iÿ l iï gîgœeflºónÿ g g ÅeflºılŸºılÇeflºıb o o g, lÿ lçefl oog, sãcflºıh u»tàt iÿºónï g kÿñrï aÿºıb béeflºózçeàtfl befl kÿºılï a pÿ ÓvÉeflñrŸñrÏ a s vefl rï s tñeflºómÿ s tì o pÿ opÿ bée pÿºılï aÿºıkÿ be pÿ
4 rtig Schrijf het woord op ig op. Zeg het woord. Je hoort /ug/, Schrijf op. maar schrijft: vlijt ft aandacht moed geweld droev bez Schrijf het woord op ig op. mist plezier haast voorel pret nood lol geel Schrijf het woord op ig op. Het ligt vol rommel. De zon schijnt. Het heeft zin. Het is een schan. Het zit vol hobbels. Er zit te veel water in. Het heeft veel rafels. Er ligt veel modr. iï g iï g iï g iï g iï g iï g iï g Óm i s t iï g pÿºılçeflºóz içeflñr iï g hï aï a s t iï g a s t iï Óv o o rï dçeflºıl iï g oorï l iï pÿñrçeàtàt iï g ÓnÏ o d iï g od iï lï oßlÿºıl iï g olÿ l iï gœeflºıl iï g l iï g Het is Het is Het is Het is Het is Het is Het is Het is Óv l ÿ t iï g dçeflºıf t iï g ft iï aï aÿºónï dï aï cflºıh»t iï g aÿ ÓmÏ o eì d iï g oeì gœeflºówéeflºılï d iï g wefl lï g dÿñrï o eflºóvωiï g oefl viï béeflºóz iï g befl angst eind macht haar eeuw geluk sap stof ÛrÏ o mÿºómçeflºıl iï g omÿ mçefl l iï ÓzÏ o nÿºón iï g onÿ n iï Óz iÿºónÿºón iï g n iï sãcflºıhï aÿºónï dï aÿºıl iï g l iï hï oßb béeflºıl iï g ob befl l iï Ów a»tñeflñr iï g ÛrÏ aÿºıf eflºıl iï g fefl l iï ÓmÏ o dï dçeflñr iï g odï dçefl aÿºónï gòs t iï g g Åe iÿºónï d iï g ÓmÏ aï cflºıh»t iï g hï aÿñr iï g ÅeÑe uÿºówωiï g wiï gœeflºıl uÿºıkÿºık iï g l uÿ k iï g sãa p p iï g s tì oßf føiï g of fiï
5 heerlijk Schrijf het woord op lijk op. Zeg het woord. Je hoort /luk/, Schrijf op. maar schrijft: behoor natuur letter kwa gewoon verantwoor Maak woorn met lijk of lijke. vriend een antwoord haat een opmerking tijd een omleiding meester een schilrij vrees een geluid hart groeten afschuw een ongeluk feest een dag Schrijf het woord met lijk op. Het is gewenst. Het is te begrijpen. Er is gevaar bij. Het kost moeite. Het is geschreven. Het doet pijn. Het gebeurt in het hele land. Je doet het met gemak. l ÿœºıkÿ l ÿœºıkÿ l ÿœºıkÿ l ÿœºıkÿ l ÿœºıkÿ l ÿœºıkÿ Óvør içeflºónï dçeflºıl ÿœºıkÿ vr içefl l ÿœ hï a»tñeflºıl ÿœºıkçefl l ÿœ t ÿîdçeflºıl ÿœºıkçefl l ÿœ ÓmÇeÑe s tñeflñrÿºıl ÿœºıkÿ l ÿœ ÓvørÇe sªeflºıl ÿœºıkÿ vrçe sªefl l ÿœ hï aÿñr»tñeflºıl ÿœºıkçefl l ÿœ aÿºıføsãcflºıh uÿºówéeflºıl ÿœºıkÿ fsãcfl wefl l ÿœ f eñe s tñeflºıl ÿœºıkçefl feñe s tñefl l ÿœ Het is Het is Het is Het is Het is Het is Het is Het is béeflºıhï o o rÿºıl ÿœºıkÿ befl oorÿ l ÿœ ÓnÏ a»t u uÿñrÿºıl ÿœºıkÿ lçeàtàtñeflñrÿºıl ÿœºıkÿ l ÿœ kÿºów aÿºıl ÿœºıkÿ gœeflºów o o nÿºıl ÿœºıkÿ oonÿ l ÿœ ÓvÉeflñrÏ aÿºón»tflºów o o rï dçeflºıl ÿœºıkÿ vefl oorï l ÿœ ÓwÉeflºÓn sªeflºıl ÿœºıkÿ wefl l ÿœ béeì gêr ÿòpçeflºıl ÿœºıkÿ beì l ÿœ gœeflºóv aï aÿñrÿºıl ÿœºıkÿ aÿ l ÿœ ÓmÏ o e iÿºıl ÿœºıkÿ oe iÿ sãcflºıhÿñr iÿºıf tñeflºıl ÿœºıkÿ ftñefl l ÿœ p ÿœºónÿºıl ÿœºıkÿ lï aÿºónï dçeflºıl ÿœºıkÿ l ÿœ gœeflºómï aÿºıkÿºıkçeflºıl ÿœºıkÿ kçefl l ÿœ
6 Schrijf het woord dat je ziet op. Maak er daarna enkelvoud van. Schrijf woorn op. f v s z het smoe en aankrui en bra er bevrie en twij el palei en slui en bloe em ver en einlo e bedor en sportie e wegwij er verstij en hij en wa el Vul in. wij wij prijs blijf draaf lees berf ÓvΩÿŒºÓvÉeflºÓnŸ vÿœ vefl d u iÿºóvéeflºónÿ vefl gœºılï aÿºózçeflºónÿ lï aï aÿñrÿºózçeflºónÿ aÿ dï o zçeflºónÿ ozçefl s mï o eflºózçeflºónÿ oefl børï aÿºóvéeflñrÿ brï vefl rÿ tflºówωÿœºıf eflºılÿ wÿœ fefl lÿ s l u iÿºózçeflºónÿ ÓvÉeflñrŸºÓvÉeflºÓnŸ, vefl vefl ÓvÉeflñrŸºÓzÇeflºÓnŸ vefl béeì dï o rÿºóvéeflºónÿ beì orÿ vefl ÓwÉeÌ gœºówωÿœºózçeflñrÿ weì wÿœ h ÿòsªeflºónÿ pÿñr ÿœºózçeflºónÿ b l ÿœºóvéeflºónÿ vefl dÿñrï aÿºóvéeflºónÿ vefl lçeflºózçeflºónÿ béeì dçeflñrÿºóvéeflºónÿ beì vefl ÓvΩÿŒºıf vÿœ d u iÿºıf gœºılï a s lï aï aÿñr s aÿ dï o o s oos bée sãcflºıhÿñr ÿœºıf be sãcfl f ÓvÉeflñrŸºıb aï a s vefl a s d uÿñrÿºıf béeflºóvør içe s befl vr içe s ÛrÇe i s grijze muizen aï aÿºónÿºıkÿñr u i sªeflºónÿ aÿ béeflºóvør içeflºózçeflºónÿ befl vr içefl pï aÿºılçe iÿºózçeflºónÿ b lï o e sªeflºómÿ oe sªefl Åe iÿºónï dçeflºılï o zçefl lï ozçefl sπpï o r»t içeflºóvéefl or»t içefl vefl ÓvÉeflñr s t ÿœºóvéeflºónÿ vefl vefl Ów aÿºıf eflºılÿ fefl lÿ beschrijven verbazen durven bevriezen reizen
7 Vul in. graven knippen duwen gêrï aï aÿºıf aÿ gêrï aï aÿºıf tfl aÿ ftfl gêrï aÿºóvéeflºónÿ vefl kÿºón i pÿ kÿºón i p»tfl kÿºón i p pçeflºónÿ nÿ d uÿºów d uÿºówõtfl d uÿºówéeflºónÿ wefl Werkwoorn draaien gluren bestellen Onrstreep het onrwerp en vul in. -vorm ÓwÉeflñrŸºıkŸ wefl dÿñrï aï a iÿ a iÿ dÿñrï aï a i»tfl a i»tfl dÿñrï aï a içeflºónÿ a içefl Ulas (werken) graag in tuin. bée s t u uÿñrÿ be s t u uÿ De boer (besturen) bée s t u uÿñr»tfl be s t u uÿ tractor handig. kÿºılï o pÿ opÿ Jij (kloppen) kÿºılï o p»tfl op»tfl slagroom voor op taart. kÿºón uÿºıf f eflºılÿ ff fefl lÿ Het meisje (knuffelen) kÿºón uÿºıf f eflºıl»tfl ff fefl l»tfl haar beer. hï aÿñrÿºıkÿ De tuinman (harken) ÓwΩiŸºÓnŸºıkÇeflºılŸ wiÿ lÿ Wij (winkelen) ÓwΩiŸºÓnŸºıkÇeflºılÇeflºÓnŸ wiÿ lçefl ÛrÏ oßlÿ olÿ De bal (rollen) gœºıl u uÿñrÿ gœºıl u uÿñr»tfl gœºıl uÿñrçeflºónÿ Onrstreep en vul persoonsvorm in. ÓwÉeflñrŸºık»tfl wefl ÛrÏ oßl»tfl ol»tfl hï aÿñrÿºık»tfl ÓmÏ o p pçeflñr»tfl op pçefl b lï aÿºıf f eflºónÿ fefl s tì o p»tfl op»tfl béeàtì aï aÿºıl»tfl beàtì aÿ béeì gòiÿºón»tfl beì hï o o rÿ oorÿ lçeñe s pÿñrï o eflºıf tfl oefl ftfl bée s tñeflºılÿ be s tñefl lÿ bée s tñeflºıl»tfl be s tñefl l»tfl bée s tñeflºılÿºılçeflºónÿ be s tñefl lÿ lçefl het grind. in stad. over weg. // Oma (mopperen) op opa. // De honn (blaffen) naar jongens. // Jij (stoppen) voor het ro licht. // De juf (betalen) het ijsje voor ons. // In juni (beginnen) zomer. // Ik (horen) radio niet. // Ik (lezen) een boek op bank. Ik// Mijn broertje (proeven) druiven.
8 Vul in. geeuwen zeggen slopen gœeñe uÿºów gœeñe uÿºówõtfl gœeñe uÿºówéeflºónÿ wefl ÓzÇeÌ g ÓzÇeÌ g tfl ÓzÇeÌ gîgœeflºónÿ s lï o o pÿ oopÿ s lï o o p»tfl oop»tfl s lï o pçeflºónÿ opçefl Werkwoorn wrijven schetsen boffen Onrstreep het onrwerp en vul in. -vorm s lï aï a pÿ a pÿ ÓvÉeflñr»tflñrÇeflºıkŸ vefl rçefl lï o o pÿ oopÿ gêrï o e iÿ oe iÿ ÓmÏ aï aÿºıkÿ aÿ gœeñeflºıf f kÿñr u i pÿ d uÿñrÿºıf Ówør ÿœºıf wr ÿœ Ówør ÿœºıf tfl wr ÿœ ftfl Ówør ÿœºóvéeflºónÿ wr ÿœ vefl Achter groene heg (slapen) De trein (vertrekken) Langs weg (lopen) Er (groeien) Jij (maken) De tuinknecht (geven) Op hei (kruipen) Jorn (durven) Onrstreep en vul persoonsvorm in. sãcflºıhçeàt s sãcflºıhçeàt s tfl sãcflºıhçeàt sªeflºónÿ b oßf bof b oßf tfl oftfl b oßf f eflºónÿ of fefl s lï aï a p»tfl a p»tfl ÓvÉeflñr»tflñrÇeflºık»tfl vefl rçefl lï o pçeflºónÿ opçefl g p gêrï o e i»tfl oe i»tfl ÓmÏ aï aÿºık»tfl aÿ gœeñeflºıf tfl ftfl kÿñr u i p»tfl d uÿñrÿºıf tfl ftfl onze kat. om half twaalf. gele strepen. een mooie plant tegen muur. ÓvÉeflñrŸºıbÉeÀtÑeflñrŸ vefl beàtñefl pçe iÿºón s tfl ÓvÉeflñrŸºıh u iÿºózçeflºónÿ vefl o n»tì dçeflºık»tfl on»tì ÓwΩiŸºılŸ wiÿ kï o o pÿ oopÿ VÈiÇeflñr»tfl een hut van dorre takken. planten water. een adr. niet van duplank. // Ik (verbeteren) fouten in het dictee. // Het kind (peinzen) over juiste oplossing. // Onze buren (verhuizen) naar Utrecht. // De jongen (ontkken) brand op zolr. // Ik (willen) soms het liefst heel hard zingen. // Ik (kopen) lekkere broodjes op markt. // (vieren) hij zijn verjaardag morgen?
9 dirigent Schrijf woorn op. i ie br venbus januar m nuut lamp on kl maat het telev s as l het s rene pod um het sport ve muz kaal s garen rad o benz ne ser fam l Schrijf woorn op. bør içeflºóvéeflºónÿºıbωu s br içefl vefl bu s Óm iÿºón u u»tfl kÿºıl iÿºómï aï a»tfl a»tfl a sπiçeflºılÿ lÿ pï o d i uÿºómÿ od i uÿ Óm uÿºóz iÿºıkï aï aÿºılÿ aÿ ÛrÏ aï d iï o sªeflñr içefl li pi di vi rami ool ploma het nosaurus mona raat anist amant loot ano Schrijf het woord met een i die klinkt als /ie/ op. p iÿñrï aÿºóm iï dçefl d i pÿºılï o mï aÿ omï l iÿºómï o nï aï dçefl onï p iï aÿºón i s tfl p iÿºılï o o«tfl ootfl aÿºıbør iÿºıkï o o s br iÿ oos jîaÿºón uï aÿñr iÿ lï aÿºóm p iï o nÿ onÿ tñeflºılçeflºóvωi sπiçefl lçefl vi s içefl sπiÿñrçeflºónçefl sπpï o r»t içeflºóvéefl or»t içefl vefl sπiï gîaÿñrçeflºónÿ béeflºónÿºóz iÿºónçefl befl nçefl fμaÿºóm iÿºıl içefl faÿ ÓvΩiÏ o oßlÿ viï oolÿ d iÿºónï o sãa uÿñr u s osãa uÿ p iÿñrï aï a»tfl a»tfl d iï aÿºómï aÿºón»tfl p iï aÿºónï o k iÿºówωiÿ wiÿ iÿºónï d iï aï aÿºónÿ aÿ nÿ ÓvΩiÏ o oßlÿ viï oolÿ tì o s t iÿ os t iÿ gòi»tì aï aÿñrÿ aÿ oßl iÿºıfμaÿºón»tfl ol iÿ faÿ tflñr iï aÿºónï gœeflºılÿ lÿ
0 dirigent Schrijf woorn met een i die klinkt als /ie/ op. spion simpel kantine kampioen perio wringen piste sirene ski aaien vitamine villa sinaasappel optillen winkel miauwen ie inval artel inleiding stippen uniform kliniek sπp iï o nÿ, onÿ, kï aÿºón»t iÿºónçefl, nçefl, kï aÿºóm p iï o eflºónÿ oefl pçeflñr iï o dçefl, odçefl, p i s tñefl, sπiÿñrçeflºónçefl s k iÿ, ÓvΩi»tÌ aÿºóm iÿºónçefl, vi»tì ÓvΩiŸºılŸºılÏ aÿ viÿ lï sπiÿºónï aï a sãa p pçeflºılÿ, a sãa p pçefl lÿ, Óm iï a uÿºówéeflºónÿ, wefl iï dçeñefl aÿñr»t iÿºıkçeflºılÿ, lÿ, uÿºón iÿºıfμo rÿºómÿ, forÿ kÿºıl iÿºón içeflºıkÿ Schrijf woorn op. d iÿñr iï gœeflºón»tfl pï o d i uÿºómÿ od i uÿ l iÿºómï o nï aï dçefl onï bωiÿºık iÿºón iÿ biÿ béeflºónÿºóz iÿºónçefl befl nçefl fμaÿºóm iÿºıl içefl faÿ Óm iÿºón u»tñeflºónÿ nÿ ÅeÀt iÿºıkçeàtfl ri di gent zi mu kaal di po um het fan o ten li mo li na koos bri a ki bi ni di mant a ben ne zi sie vi le te fa lie mi plo di ma het nu mi ten mi pi ra ket ti e het no rus sau di De i is weg. Schrijf woorn op. oßl iÿºıfμaÿºón»tñeflºónÿ ol iÿ faÿ nÿ iï dçeñefl føiÿºónï aÿºılçefl fiÿ béeflºónÿºóz iÿºónçefl befl nçefl ÅeÀt iÿºıkçeàtfl lï aÿºóm p iï o nÿ onÿ sπiÿñrï o o pÿ oopÿ p iï aÿºón i s tfl olfanten ploot e het sgaret fnale pagna benzne srene etket het famlie lampon fguren sroop kaptein panist tost Óm uÿºóz iÿºıkï aï aÿºılÿ aÿ oßl iÿºıfμaÿºón»tñeflºónÿ ol iÿ faÿ nÿ aÿºıbør iÿºıkï o o s br iÿ oos d iï aÿºómï aÿºón»tfl tñeflºılçeflºóvωi sπiçefl lçefl vi s içefl d i pÿºılï o mï aÿ omï p iÿñrï aÿºóm iï dçefl d iÿºónï o sãa uÿñr u s osãa uÿ p iÿºılï o o«tfl ootfl sπiï gîaÿñrçeàtfl pï aï gòiÿºónï aÿ aÿ sπiÿñrçeflºónçefl fμaÿºóm iÿºıl içefl faÿ føiï gòuÿñrçeflºónÿ fiï kï a p i»tñe iÿºónÿ tì o s t iÿ os t iÿ
molen mollen Schrijf het woord op. Zeg het woord. Kruis aan. Schrijf op. Vul in. het plak beslis spaar hap lees vertel Vul het woord goed in. pÿºılï aÿºıkÿºıkçeflºónÿ kçefl bée s l i sπsªeflºónÿ be s l i s sªefl sπpï aÿñrçeflºónÿ hï a p pçeflºónÿ lçeflºózçeflºónÿ ÓvÉeflñr»tÑeflºılŸºılÇeflºÓnŸ vefl lÿ lçefl gœeflºılçefl lçefl d iÿºıkÿºıkçefl kçefl gòuÿñrçefl b o«tàtñefl otàtñefl bør u»tì aÿºılçefl br u»tì børï aÿºóvéefl brï vefl børçeì dçefl brçeì draag zwem stuur droom beleef verpoot tì aÿºıf eflºılÿ fefl lÿ k u sπsªeflºónÿ sªefl ÓvÉeflñrÇeflºÓnŸ vefl pï aï dï dçeflºón s tì o eflºılÿ dçefl oefl lÿ ÓmÏ o«tì o rÿ otì orÿ dÿñrï aï gœeflºónÿ ÓzŸºÓwÉeflºÓmŸºÓmÇeflºÓnŸ wefl mçefl s t uÿñrçeflºónÿ dÿñrï o mçeflºónÿ omçefl béeflºılçeflºóvéeflºónÿ befl lçefl vefl ÓvÉeflñr pï o«tñeflºónÿ vefl otñefl kï a pï o«tàtñefl otàtñefl hï o gœefl ogœefl dÿñr uÿºıkÿºıkçefl kçefl b o zçefl ozçefl ÛrÏ o dçefl odçefl Óv oßlÿºılçefl olÿ lçefl lï aÿºıf f efl fefl geel streep kapot pennen d trui hoog hakken guur wind druk straten bot messen boos man brutaal jongen rood vaas braaf hond vol fles breed sloot laf overval
Vul in. redn luin voen schan wenn klen Onrstreep het onrwerp en vul in. -vorm ÛrÏ aï aï dÿ Ów o rï dÿ orï ÛrÇeÌ dÿ ÛrÇeÌ d»tfl ÛrÇeÌ dï dçeflºónÿ dçefl sãcflºıhï aï aï dÿ sãcflºıhï aï aï d»tfl sãcflºıhï aï dçeflºónÿ Patrick (ran) het goe getal. Het water (worn) heel heet. lï aÿºónï dÿ De vliegtuigen g (lann) lï aÿºónï dçeflºónÿ nÿ diep in nacht. ÓvΩiŸºÓnÏ dÿ viÿ Jij (vinn) ÓvΩiŸºÓnÏ d»tfl viÿ dat we veel geluk hebben. Ûr ÿîdÿ Waar (rijn) ÓvÉeflñrŸºÓm ÿîdÿ vefl Mijn ours (vermijn) ÓvÉeflñrŸºÓm ÿîdçeflºónÿ vefl ÓmÇeflºılÏ dÿ lï børï aÿºónï dÿ brï (meln) Er (brann) l u iï dÿ l u iï d»tfl l u iï dçeflºónÿ Onrstreep en vul persoonsvorm in. ÓwÉeflºÓnÏ dÿ wefl ÓwÉeflºÓnÏ d»tfl wefl ÓwÉeflºÓnÏ dçeflºónÿ wefl nÿ ÛrÏ aï aï d»tfl Ów o rï d»tfl orï Ûr ÿîd»tfl MÇeflºılÏ d»tfl lï børï aÿºónï d»tfl brï bée s tñeñeì d»tfl be s tñeñeì béeflºón ÿîdÿ befl lï aÿºónï d»tfl børï o eì dçeflºónÿ brï oeì ÓvÉeflñrŸºıbÉeÑeflºılÏ d»tfl vefl beñefl lï ÓvΩiŸºÓnÏ dçeflºónÿ viÿ nÿ lçe iï dÿ Óv o eì dÿ oeì Óv o eì d»tfl oeì Óv o eì dçeflºónÿ oeì kÿºılçeñeì dÿ kÿºılçeñeì d»tfl kÿºılçeì dçeflºónÿ Werkwoorn je zus heen? files. het kind het bij meester? nu nog maar een lamp. // Jij (besten) weinig tijd aan je huiswerk. // Ik (benijn) die kinren niet. // Het vliegtuig (lann) weer te laat. // In die boom (broen) koolmeesjes. // Timor (verbeeln) zich heel wat. // Mijn vrienn (vinn) darten erg leuk. // Ik (lein) kleuters naar buiten.
Vul in. houn snijn vinn hï ouï dÿ hï o uï d»tfl ouï hï o uï dçeflºónÿ ouï s n ÿîdÿ s n ÿîd»tfl s n ÿîdçeflºónÿ nÿ ÓvΩiŸºÓnÏ dÿ viÿ ÓvΩiŸºÓnÏ d»tfl viÿ ÓvΩiŸºÓnÏ dçeflºónÿ viÿ nÿ Werkwoorn schein zenn bloen sãcflºıhçe iï dÿ sãcflºıhçe iï d»tfl sãcflºıhçe iï dçeflºónÿ Onrstreep het onrwerp en vul in. -vorm Ów o rï dÿ orï Jij (worn) Ów o rï d»tfl orï verrast met een caau. børï aÿºónï dÿ brï Hij (brann) børï aÿºónï d»tfl brï zijn vingers aan hete oven. ÓvÉeflñrŸºÓzÇeflºÓnÏ dÿ vefl Het meisje (verzenn) ÓvÉeflñrŸºÓzÇeflºÓnÏ d»tfl vefl mail. børï aÿºónï dÿ brï ÛrÇeÌ dÿ kÿºılçeñeì dÿ De kaars (brann) Er (redn) ÓzÇeflºÓnÏ dÿ ÓzÇeflºÓnÏ d»tfl ÓzÇeflºÓnÏ dçeflºónÿ nÿ al hele nacht. het meisje uit het water. (klen) peuter zich al helemaal zelf aan? dï o o dÿ oodÿ De jg jager (don) dï o o d»tfl ood»tfl twee wil zwijnen. Onrstreep en vul persoonsvorm in. børï aÿºónï d»tfl brï ÛrÇeÌ d»tfl KŸºılÇeÑeÌ d»tfl ÓvÉeflñrŸºÓmÏ o eì dÿ vefl oeì Ów o rï d»tfl orï sãcflºıh uï dï dçeflºónÿ dçefl Ûr ÿîdÿ l ÿîd»tfl béeì gœeflºılçe iï d»tfl beì lçe iï béeflºóvωiÿºónï d»tfl befl viÿ b lï o eì dÿ oeì b lï o eì d»tfl oeì b lï o eì dçeflºónÿ oeì // Ik (vermoen) dat iemand mij plaagt. // Er (worn) jou iets gevraagd. // Die jongens (schudn) mij hand. // Waarom (rijn) telkens toch verkeerd? // Die jongen (lijn) ontzettend veel pijn. // Maandag (begelein) juf het koor. // De boot (bevinn) zich in ondiep water.
4 circus Schrijf woorn op goe regel. circus cember centrum succes acrobaat club cola cursussen concentreren cirkel speculaas contact conducteur cement feliciteren dictee recept actief proces centimeter medicijn c iÿñrï c u s, c u s, sπuï cì cñe s, cñe s, aï cflñrï oßb aï a»tfl, ob a»tfl, cflºıl uÿºıb, l uÿ b, cì oßlï aÿ olï c uÿñr sπu sπsªeflºónÿ, u s sªefl cì o nï cñeflºón»tflñrçeflñrçeflºónÿ, onï cñefl n»tfl nÿ, sπpçeì c uÿºılï aï a s, a s, cì o n»tì aï càtfl on»tì càtfl cì o nï d uï càtñe uÿñrÿ, onï càtñe uÿ d iï càtñeñefl, aï càt içeflºıf f c iÿñrï c u s, c u s, dçeì cñeflºómÿºıbéeflñrÿ, befl cñeflºón»tflñr uÿºómÿ, sπuï cì cñe s cñe s cì o nï cñeflºón»tflñrçeflñrçeflºónÿ, onï cñefl n»tfl nÿ, c iÿñrÿºıkçeflºılÿ, lÿ, cñeflºómçeflºón»tfl, f eflºıl iï c i»tñeflñrçeflºónÿ fefl l iï ÛrÇeÌ cñe p»tfl, pÿñrï o cñe s, ocñe s, cñeflºón»t iÿºómçeàtñeflñrÿ, ÓmÇeÌ d iï c ÿœºónÿ c klinkt als /k/ c klinkt als /s/ Schrijf woorn op. c s ember pro ent het medi ijn het a iel het provin ie wa tafel irkel pre ies dwar fluit el feli iteren dçeì cñeflºómÿºıbéeflñrÿ befl ÓmÇeÌ d iï c ÿœºónÿ pÿñrï o vωiÿºónï c içefl oviÿ c iÿñrÿºıkçeflºılÿ lÿ dÿºów aÿñr s f l u i»tfl f eflºıl iï c i»tñeflñrçeflºónÿ fefl l iï hçeflñr sªeflºónçeflºónÿ nÿ cñeflºón»tfl aankrui en her enen ervet het ent solli iteren Schrijf het woord dat je ziet op. Let op c! cì aï càt u s càt u s c i»tflñrï o eflºónÿ oefl pÿñrï o cñeflºón»tfl ocñefl a sπiçeflºılÿ lÿ Ów a s tì aÿºıf eflºılÿ aÿ fefl lÿ pÿñrçeì c içe s cñeflºılÿ lÿ aï aÿºónÿºıkÿñr u i sªeflºónÿ aÿ sªeflñrÿºóvéeàtfl veàtfl sãoßlÿºıl iï c i»tñeflñrçeflºónÿ sãolÿ l iï cì aÿºóvωiï aÿ viï cì aÿºómçeflñrï aÿ Óm iï cflñrï oßfμo o nÿ ofoonÿ p iÿºónï cñeàtfl
5 circus Onrstreep woorn waarin c klinkt als /s/. Schrijf die woorn daarna op. precies pincet centrum correct secon cel cirkel cijfer cursus lucifer provincie postco reclame club eurocent centrale direct cember perfect medicijn bioscoop pÿñrçeì c içe s, p iÿºónï cñeàtfl, cñeflºón»tflñr uÿºómÿ cñeflºılÿ, lÿ, c iÿñrÿºıkçeflºılÿ, lÿ, c ÿœºıf eflñrÿ fefl l uï c iÿºıf eflñrÿ, fefl pÿñrï o vωiÿºónï c içefl, oviÿ Åe uÿñrï o cñeflºón»tfl ocñefl cñeflºón»tflñrï aÿºılçefl, lçefl, dçeì cñeflºómÿºıbéeflñrÿ, befl ÓmÇeÌ d iï c ÿœºónÿ Vul in: c of k. Schrijf woorn op. k iÿºónï dçeflñrï c iÿñrï c u s c u s sπuï cì cñe s cñe s kï aÿºómçeflñr»t jœefl sπpçeì c uÿºılï aï a s a s d iÿñrçeì càtfl aï cflñrï oßb aï a»tfl ob a»tfl pÿñrï aÿºık»t ÿœºıkÿ kÿ inrcir us het a tief su ces het ro odil.amertje het onta t het spe ulaas lub dire t proje t het a robaat fabri ant pra tij arti el het aï càt içeflºıf f kÿñrï oßkï o d iÿºılÿ okï od iÿ cì o n»tì aï càtfl on»tì càtfl cflºıl uÿºıb l uÿ pÿñrï o jœeì càtfl ojœeì fμaÿºıbør iÿºıkï aÿºón»tfl faÿ br iÿ aÿñr»t iÿºıkçeflºılÿ lÿ Trek lijnen en schrijf samengestel woorn op. cirkel bloem dictee pers circus kastje camera a cijfer cactus zaag cement snoer medicijn bak citroen lens recepten boek microfoon bezoek centen artiest concert fabriek c iÿñrÿºıkçeflºılÿºózï aï aï g, lÿ c iÿñrï c u sãaÿñr»t içe s tfl, c u sãaÿ r»t içe s tfl, cì aï càt u s b lï o eflºómÿ càt u s b oefl ÓmÇeÌ d iï c ÿœºónÿºıkï a s t jœefl, ÛrÇeÌ cñe p»tñeflºónÿºıb o eflºıkÿ, oefl cñeflºón»tñeflºónÿºıb aÿºıkÿ nÿ d iï càtñeñeì c ÿœºıf eflñrÿ, c ÿœ fefl cì aÿºómçeflñrï aÿºılçeflºón s, lçefl cñeflºómçeflºón»tflºıfμaÿºıbør içeflºıkÿ faÿ br içefl c i»tflñrï o eflºón pçeflñr s, oefl r s, Óm iï cflñrï oßfμo o n s nï o eflñrÿ, ofoon s nï oefl rÿ, cì o nï cñeflñr»tflºıbéeflºózï o eflºıkÿ onï cñefl befl oefl
6 geit Schrijf woorn op goe regel. pauw kabelj w herk wer font n slas s land appl s ndsprint r sl r astron t sch dsrechter tomobilist sportterr n Schrijf woorn op. ei ij au ou schr ff t refr n het genw s h mwee ndstreep fμo n»tñe iÿºónÿ, fon»tñe iÿ nÿ, Åe iÿºılï aÿºónï dÿ, Åe iÿºónï d sπpÿñr iÿºón»tfl n»tfl ÛrÇe i s lçe iï dçeflñrÿ, rÿ, sãcflºıhçe iï d s rçeì cflºıh»tñeflñrÿ, h»tñefl rÿ, sπpï o r»tàtñeflñrÿñrçe iÿºónÿ or»tàtñefl rÿ rçe iÿ kï aÿºıbéeflºıl jîa uÿºów, befl l jîa uÿ w, hçeflñrÿºıkï a uÿºówéeflñrÿ, wefl rÿ, s lï a sãa u s a p pÿºılï a u s, a u s, a s tflñrï o nï a u»tfl, onï a u»tfl, a u»tì o mï oßbωiÿºıl i s tfl omï obiÿ sãcflºıhÿñr ÿœºıf fμo u»tfl f fou»tfl Åe iï gœeflºónÿºówωÿòs wÿòs Åe iÿºónï d s tflñrçeñe pÿ a u»tì oßb aÿºónï dÿ ob aÿ p iÿºónï dï a sãa u s over nd toband ben wd pindas s r ziger ÛrÇeflºıfÚrÇe iÿºónÿ frçe iÿ hçe iÿºómÿºówéeñefl weñefl o véeflñrçe iÿºónï dÿ ovefl béeflºónï a uÿºów dÿ befl ÛrÇe iÿºóz iï gœeflñrÿ rÿ Trek lijnen en schrijf samengestel woorn op. voetbal weg vracht land zeil lepel wei klauw auto boot eind reizen water seizoen wereld automaat saus nummer vogel auto pauze leiding snoep doel Óv o eàtflºıb aÿºıl sªe iÿºózï o eflºónÿ, oeàtfl l sªe iÿ oefl ÓzÇe iÿºılÿºıb o o«tfl, ootfl, a u»tì o wéeì g oweì Ów a»tñeflñrÿºılçe iï d iÿºónï g, lçe iï sãa u s lçe pçeflºılÿ, lÿ, pï a uÿºózçeflºón uÿºómÿºómçeflñrÿ mçefl ÓvørÏ aï cflºıh»tì a u»tì o, vrï a u»tì o, ÓwÉe iÿºılï aÿºónï dÿ, we iÿ Åe iÿºónï dï dï o eflºılÿ oefl lÿ ÓwÉeflñrÇeflºılÏ dÿñrçe iÿºózçeflºónÿ, wefl lï rçe iÿ Óv o gœeflºılÿºıkÿºılï a uÿºów, ogœefl lÿ lï w, s nï o e pï a u»tì o mï aï a»tfl oe pï omï aï a»tfl