Portfolio Sport en Bewegingsleider Sport en Bewegingscoördinator Naam: Klas: Auteurs: M. Berger S. van Zuijlen
Voorwoord In dit document staan de opdrachten uit, Werk in uitvoering binnen de SB- organisatie, beschreven. Dit document is een vereenvoudigde versie. Het is van belang dat de student ook de originele versie uitgereikt krijgt van de docent Sport en Bewegen ID college. 2
Inhoudsopgave Portfolio Sport en bewegingsleider Opdracht 1... 4 Opdracht 2... 10 Opdracht 3... 11 Opdracht 4... 12 Opdracht 5... 13 Opdracht 6... 15 Opdracht 7... 16 Opdracht 8... 17 Opdracht 9... 18 3
Opdracht 1 Afstemmen van werkzaamheden en begeleiden van medewerkers 1.1 Maak een draaiboek van de activiteit die je gaat organiseren binnen je BPV. Werk dit uit aan de hand van het format op de volgende bladzijde. Gebruik hierbij de onderdelen die van toepassing zijn voor jouw draaiboek. Minimaal 1 dagdeel. Aansturen van medewerkers/medestudenten/instructeurs/vrijwilligers. 1.2 Maak een verslag van de voorbereiding waaruit blijkt hoe de samenwerking is verlopen. (zie notulen bijlage draaiboek). 1.3 Maak een evaluatieverslag van de uitvoering van de activiteit. Eisen verslag: Wat ging er goed? Wat zou je de volgende keer anders doen? Wat zijn je leerpunten? Maximaal 1 A4, lettertype 12 Arial, in correct Nederlands. (zie evaluatie draaiboek). 4
Format Draaiboek: 1. Voorkant Naam evenement. Dag en tijdstip (begintijd en eindtijd). Waar is het evenement? Aantrekkelijke duidelijke voorkant (bijpassend plaatje). Wie organiseert het? 2. Voorwoord Hoe is de opdracht begonnen? Korte samenvatting. Wat ga ik lezen in het document? Wat is de beginweek en wat is de eindweek (totaal maximaal 16 weken). 3. Inhoudsopgave Duidelijk overzicht. Bladnummering rechtsonder. 4. Doel en doelgroep evenement Wat is het doel in het algemeen? Wat is het doel van de opdracht? Wat is jou persoonlijke doel? Beschrijf de doelgroep. (motorisch, cognitief en sociaal affectief). 5. Tijdsplanning voorbereiding op het evenement Wanneer moet wat geregeld worden? Maak een dagelijkse / wekelijkse planning tot aan de afronding van de opdracht. (Inclusief evaluatie en opruiming van materiaal de dag erna). Maak een actielijst (in een schema). Noteer de naam van de persoon die verantwoordelijk is voor de actie en het tijdstip, wanneer de actie uitgevoerd moet zijn. 6. Contact gegevens Noteer altijd: voornaam/achternaam, telefoonnummer(s), mail, eventueel adres. Contactgegevens accommodatie. Locatie accommodatie? Waar vind ik de sleutel van de accommodatie. Contactgegevens in noodsituaties: huisartsenpraktijk kortste afstand, ziekenhuis, tandarts. Contactgegevens medewerkers tijdens evenement. 5
7. Financiën Maak een balans van de inkomsten en de uitgaven. Onder inkomsten vallen: sponsorgelden/ inschrijfgeld/ schoolbijdrage/ subsidie. Onder uitgaven vallen: materiaalhuur/locatie/reiskosten/ organisatie/eten/ drinken /etc. (ook sponsorinkomsten worden berekend als uitgaven, vb. spinningmarathon voor het goede doel). 8. Taakverdeling en tijdsplanning op de dag van uitvoering (dagdraaiboek) Wie doet wat? Verantwoordelijkheid + volledige naam beschrijven. Hoofdverantwoordelijke /materiaalbeheer /sleutels /spellen /extra bemanning/ehbo /welkomstwoord/ etc. Wie staat er bij welk spel? Voor en achternaam erbij! Wie loopt er met welk groepje mee? Voor en achternaam erbij! Heldere taakomschrijving van de vrijwilligers en andere medewerkers, inclusief de aandachtspunten bij het aansturen van de vrijwilligers. De dag van de activiteit: van binnenkomst tot weggaan. Wanneer komt organisatie binnen? Wanneer de deelnemers? Hoe laat bouw je op? Hoe laat haal je de sleutel op? Wanneer informeer je de begeleiders. Hoe laat begint de sportdag? Wanneer begint de volgende ronde? Wanneer is het pauze? Wanneer ga je evalueren? (altijd inplannen, anders wil iedereen naar huis toe, nu weten ze waar ze aan toe zijn) 9. Spellen/activiteiten Welkomstwoord, schrijf dit uit. Warming up. Leg de spellen apart uit. De spelregels zijn eenduidig voor deelnemers en/of scheidsrechter. Met tekening erbij. 1 spel per blaadje. Het blaadje kan je aan de spelbegeleider geven of op een pylon plakken. Geef het doel/subdoel van het spel aan. Breng variaties aan in het spel als het mogelijk is. Cooling down/afsluiting. 10. Registratie score/ uitslag Puntentelling per spel. Wat moeten de scheidsrechters met eindstand doen? Maak schema s om score bij te houden. 11. Doordraaischema Welk spelsysteem gebruik je en leg deze uit. Maak een schema, waarin staat: wie, waar en wanneer speelt. Geef duidelijk aan wie verantwoordelijk is voor het eindsignaal na elke ronde en hoe dat klinkt. 6
12. Plattegrond Van de locatie, met daarin de zaalindeling. Schrijf de namen en de nummers van de spelen er in. Kleedkamers, materiaalhok, ingang naar de zaal of andere accommodatie er ook in tekenen. 13. Materiaallijst Maak een totaallijst van alle materialen die je die dag nodig hebt. Zet duidelijk neer wat je bedoelt: niet 10 pylonen, maar 10 grote oranje pylonen. Zet er bij waar het vandaan komt. Zet er ook bij wie het meeneemt! Maak een materiaallijst per spel. Zo weet iedereen precies wat hij/zij moet pakken, om snel zijn spel op te bouwen. 14. Teamindeling Teams worden na de opening ter plekke gemaakt. Verzin hiervoor een gestroomlijnd systeem. Noteer de naam van de begeleider van het groepje (voor en achternaam) 15. Brieven o Maak een zakelijke brief. Met adressen/naam/datum/etc. Zie standaard brief hieronder. o Hoe laat worden ze verwacht? (eventueel welke trein ze uiterlijk kunnen pakken) o Hoe laat is het afgelopen? o Moet de deelnemer zelf een lunchpakket meenemen? o Wat is de bedoeling van de dag? o Is er speciale kleding vereist? o Logo ID College (rechtsboven op de brief), lettertype 12, Arial. Laat deze brief controleren door een taaldocent. Brief naar de sponsor; wat zet je daarin: o Dankwoord. o Op welke manier komt het bedrijf dat sponsort tijdens de uitvoering naar voren. o Uitnodiging om langs te komen (tijd, datum, plaats). Na afloop bedankbrief sturen met bv. foto, organisatie en naam van het bedrijf. 16. Routebeschrijving Vanaf het plaatselijke station. Wanneer vertrekt de laatste trein/bus is zodat ze op tijd zijn. Let op, andere tijden voor begeleiders dan voor de deelnemers. Met eigen vervoer. Grote wegen buiten het centrum. Vanaf de rand van het centrum een duidelijke beschrijving tot de accommodatie. Is het betaald parkeren? 7
18. Absentieregistratie (indien van toepassing) Hoe ga je dit registeren? Aan het begin van het evenement? Aan het einde van de evenement? Tussendoor nog checken? Of op een aantal momenten. Aan wie ga je het doorgeven. Als het een schoolevenement is, zijn er dan extra acties nodig? 19. Evaluatie Na het evenement evalueer je met de betrokkenen. (vrijwilligers, medewerkers, opdrachtgever). Wat ging er goed? Wat kan er beter? Verbindt een slotconclusie aan de evaluatie. Maak een evaluatieformulier, zodat alles duidelijk op papier staat. Deze wordt na de activiteit ingeleverd. 20. Bijlagen Bijlage 1: alle spellen los uitgeprint. Deze kan je uitvergroten op A3 en ophangen in een zaal/vastplakken op een grote pylon. Zo kan iedereen de spelregels nog nalezen. Bijlage 2: Het dagdraaiboek, bestaat uit minder pagina s. Alleen de nodige informatie meegeven. Bijlage 3: notulen van de bijeenkomsten met de andere medewerkers. Tips, Communicatie : Mail: gebruik geen rare email adressen. Laat de mail nakijken door derden. Gebruik zakelijke taal. Vertel niet altijd alles. Je moet interesse wekken om een gesprek aan te gaan. Zeg nooit: ik MOET een evenement organiseren Bellen: weet wat je zegt. Introduceer jezelf duidelijk. Bereid je telefoongesprek voor. Denk aan datums/wat wil je zeggen/wat kan je beloven/wanneer een deadline of afspraak. Zorg dat je pen en papier bij de hand hebt. 8
Afzender: Plaats, datum Adressering: Onderwerp. Beste meneer, mevrouw (aanhef), Briefinhoud Met vriendelijke groet, Bijlage(n): 9
Opdracht 2 Toepassen van EHBSO en reanimatie 2.1 Maak een kopie van je FAI-diploma en voeg deze toe aan deze opdracht 2. 2.2 Als je tijdens de BPV eerste hulp hebt moeten verlenen, beschrijf dan kort het voorval en wat je gedaan hebt om het slachtoffer zo goed mogelijk te behandelen of te helpen. 10
Opdracht 3 Verricht planmatig beheer- en onderhoudstaken 3.1 Controleer het materiaal wat je gaat gebruiken voor je evenement. Welk materiaal heb je gecontroleerd? Datum: Materiaal Aantal Wat moet er gerepareerd worden? Wat nieuwe materialen moeten er aangeschaft worden? Werkzaamheden: (wat heb je gedaan?) Registratie: (hoe heb je dit gedaan?) Hoe vaak moet dit materiaal gecontroleerd worden? 3.2 Maak een evaluatieverslag van de uitvoering van de activiteit. Eisen verslag: - Wat ging er goed. - Wat zou je volgende keer anders doen. - Wat zijn je leerpunten. - Maximaal 1 A4, lettertype 12, Arial, in correct Nederlands 11
Opdracht 4 Verricht frontoffice-werkzaamheden 4.1 Maak een verslag van een van de volgende activiteiten waar jij verantwoordelijk voor was: Gastheer/vrouw voor een groep. De receptie bemannen. Mensen vragen voor een activiteit die georganiseerd wordt door het leerbedrijf. 4.2 Maak een evaluatieverslag van de uitvoering van de activiteit. Eisen verslag, beschrijf: wat ging er goed; wat zou je volgende keer anders doen; wat zijn je leerpunten; wat vond je leuk; wat vond je minder leuk; heb je de klanten/deelnemers voldoende informatie en uitleg kunnen geven; wat moest je doen voor een goede afhandeling van administratie of registratie? Maximaal 1 A4, lettertype 12 Arial, in correct Nederlands. 12
Opdracht 5 Deelnamen aan overleg en samenwerken met externe relaties 5.1 Maak notulen van een overleg/veradering, gebruik hiervoor onderstaand format. 5.2 Maak een verslag waarin je aantoont dat je in staat bent om in contact te komen met externe relaties. Voorbeeld: voor een evenement binnen jouw leerbedrijf heb je materiaal nodig. In het kader van deze activiteit, ga jij contact opnemen met de gemeente, afdeling recreatie- sportmateriaal. Noteer jouw acties van A tot Z om het betreffende materiaal op het juiste tijdstip en op de juiste plek te hebben. Je kunt denken aan contact met: Andere bedrijven. Gemeente. Sponsors. Media. Sportbonden. 5.3 Maak een evaluatieverslag van de uitvoering van de activiteit. Eisen verslag, beschrijf: wat ging er goed; wat zou je volgende keer anders doen; wat zijn je leerpunten? Maximaal 1 A4, lettertype 12 Arial, in correct Nederlands. 13
Notulen Algemeen Datum: Tijd: Locatie: Aanwezig: Afwezig: Voorzitter: Notulist: Volgende vergadering: Agendapunten Agenda punt 1: Agenda punt 2: Agenda punt 3: Agenda punt 4: Rondvraag Actielijst Gemaakt afspraken/actiepunten Wie? Gedaan? 14
Opdracht 6 Werk aan je deskundigheid en professionalisering van je beroep 6.1 Maak samen met je praktijkopleider een persoonlijk ontwikkelplan (POP). Beschrijf hierin de volgende punten: Wat wil je leren? Welke ontwikkelpunten heb je? Wil je een cursus/symposium/bijeenkomst/excursie volgen, zo ja welke? Ontwikkelingsdoel Voorbeeld: Klant gericht werken Ontwikkelingsactiviteit Iedere woensdagmiddag een groep kinderen voor een verjaardagsfeestje ontvangen Gewenste resultaat Aanspreken gericht op belevingswereld van klant Planning 10-11-2014 tot 15-02-2015 Benodigde Ondersteuning Observatie en begeleiding (Naam) praktijkbegeleider Handtekening student: Handtekening praktijkopleider:: Datum: 6.2 Maak een evaluatieverslag van de uitvoering van de activiteit. Eisen verslag: zijn al je punten behaald uit je ontwikkelplan; wat vond je het leukst en beargumenteer je keuze; wat zou je volgende keer anders doen; wat zijn je leerpunten? Maximaal 1 A4, lettertype 12 Arial, in correct Nederlands. 15
Opdracht 7 Lever een kwaliteit aan kwaliteitszorg 7.1 Verzamel bewijslast waarmee je aantoont dat je hebt gewerkt aan je beroepsmatige ontwikkeling. Denk hierbij aan: certificaten; deelname aan trainingen; werkoverleggen. enz. 7.2 Maak een evaluatieverslag van de uitvoering van de activiteit. Eisen verslag: wat ging er goed; wat zou je volgende keer anders doen; wat zijn je leerpunten? Maximaal 1 A4, lettertype 12, Arial, in correct Nederlands. 16
Opdracht 8 Voer beleidsmatige taken uit 8.1 Laat zien dat je een bijdrage hebt geleverd bij het verbeteren van de organisatie door middel van een van de volgende punten: Nieuwe activiteit. Verbetering van een activiteit. Efficiëntie in werken. Veiligheid in het werk. Voorbeeld nieuwe activiteit: bij een fitnesscentrum organiseer jij vanaf november, skifitness voor de klant. Beschrijf je opzet vanaf start tot en met uitvoering. Voorbeeld efficiëntie in werken: voor de vereniging, een beter rooster maken voor het gebruik van de zalen, zodat er meer trainingen in kortere tijd aangeboden kunnen worden. 8.2 Maak een evaluatieverslag van de uitvoering van de activiteit. Eisen verslag: wat ging er goed; wat zou je volgende keer anders doen; wat zijn je leerpunten? Maximaal 1 A4, lettertype 12, Arial en in correct Nederlands. 17
Opdracht 9 Verantwoord en evalueer de uitgevoerde opdrachten in een gesprek 9.1 Maak een evaluatieverslag van de gemaakte opdrachten. Dit verslag gebruik je bij het evaluatiegesprek over je met je praktijkopleider en je BPV-docent. Dit evaluatie verslag dient STARR te worden genoteerd. S= situatie T= taak A= actie R= resultaat R= reflectie 18