Bedrijvendag. 20 januari Scholieren in Bedrijf. Inleiding

Transcriptie

1 Bedrijvendag 20 januari 2016 Scholieren in Bedrijf Inleiding Op 20 januari 2016 ga jij kennis maken met een aantal bedrijven in de regio. Je gaat die dag verschillende dingen doen om erachter te komen welke beroepen jij interessant vindt. Zo krijg je de kans om vragen te stellen over beroepen en opleidingen. Een kans om met beide handen te grijpen dus! In deze handleiding vind je meer informatie over de dag zelf, welke opdrachten je bij de bedrijven moet uitvoeren en hoe je uiteindelijk de informatie gaat verwerken tot een verslag. 1

2 Aan het einde van de bedrijvendag kun jij: - Een interview doen met mensen in de beroepspraktijk - Uitleggen wat diverse beroepen inhouden - De dag verwerken in een verslag Programma Op woensdag 20 januari 2016 worden de volgende bedrijven bezocht volgens onderstaand schema. In groepen gaan jullie twee bedrijven bezoeken. Via Magister krijg je te horen bij welke bedrijven jij bent ingedeeld. Het is de bedoeling dat je er achter komt hoe het werkt in een bedrijf, welke beroepen er allemaal zijn, wat er geproduceerd wordt, welke diensten er geleverd worden enz. 2

3 Bezoek 1: uur Schrijf hier de naam van het bedrijf op:.. Schrijf hier het adres van het bedrijf op:. Schrijf op hoe je er naar toe gaat en hoe laat je moet vertrekken om op tijd te komen: Bezoek 2: uur Schrijf hier de naam van het bedrijf op:. Schrijf hier het adres van het bedrijf op: Schrijf op hoe je er naar toe gaat en hoe laat je moet vertrekken om op tijd te komen: In noodgevallen kun je de school(b. de Jong) op onderstaande nummers bereiken: Mobiel nummer: Nummer school: Voor ziektemelding op die dag moet je voor 8.30 uur naar school bellen. Interview Bedrijf 1 Tijdens je bezoek aan twee bedrijven ga je vragen stellen. Je probeert zo veel mogelijk informatie te verzamelen om een goed beeld van beroepen en bedrijven te krijgen. Hieronder vind je de vragen die je kan stellen tijdens je bedrijfsbezoek. Het kan gebeuren dat iemand anders in de groep al een vraag stelt. Let dan goed op tijdens het antwoord, zodat jij dat ook op kan schrijven. Je moet op alle vragen een antwoord proberen te krijgen. Als een vraag niet beantwoord kan worden tijdens je bezoek, schrijf dat dan ook op. Algemene informatie: 1. Welk bedrijf heb je bezocht? 3

4 2. Waar is het bedrijf gevestigd? (Adres) 3. Wanneer is dit bedrijf opgericht? 4. Hoeveel mensen werken in dit bedrijf? 5. Wat voor klanten heeft dit bedrijf? Noem er minimaal drie. 6. Wat produceert het bedrijf of welke diensten verleent het bedrijf? 7. Hoe lang duurt het productieproces? (of hoe lang duurt het verlenen van een belangrijke dienst? 4

5 8. Wat is de productieweg van het belangrijkste product of de belangrijkste dienst? 9. Welke bedrijven werken mee aan de productie? (Bedrijfskolom) 10. Wil het bedrijf in de toekomst meerdere producten maken of andere diensten verlenen? Zo ja, welke producten en welke diensten. 5

6 Beroepen: 11. Noem vijf beroepen die in dit bedrijf te vinden zijn. 12. Hoe heet de contactpersoon en wat is zijn/haar functie in het bedrijf? 13. Welke taken heeft de contactpersoon? 14. Hoe ziet een werkdag er uit als je dit beroep hebt? 15. Wat voor werktijden heb je met dit beroep? (Bijvoorbeeld: alleen overdag, avonden, weekend) 16. Werk je alleen of in een team? 6

7 Vereisten: 17. Welke opleiding heb je nodig voor dit beroep? 18. Wat moet je goed kunnen voor dit beroep? 19. Heb je een rijbewijs of andere certificaten nodig? 20. Heb je speciale kleding of andere spullen nodig? 21. Is uw werk gevaarlijk? 7

8 Sfeer: 22. Hoe is de sfeer in het bedrijf? 23. Wat vindt u leuk aan dit beroep? 24. Zou u dit beroep aanraden aan iemand anders en waarom? 25. Zou u ook een ander beroep in het bedrijf willen hebben? 26. Hoeveel vakantiedagen kunt u opnemen? 8

9 Overige vragen en antwoorden: 9

10 Interview bedrijf 2 Tijdens je bezoek aan twee bedrijven ga je vragen stellen. Je probeert zo veel mogelijk informatie te verzamelen om een goed beeld van beroepen en bedrijven te krijgen. Hieronder vind je de vragen die je kan stellen tijdens je bedrijfsbezoek. Het kan gebeuren dat iemand anders in de groep al een vraag stelt. Let dan goed op tijdens het antwoord, zodat jij dat ook op kan schrijven. Je moet op alle vragen een antwoord proberen te krijgen. Als een vraag niet beantwoord kan worden tijdens je bezoek, schrijf dat dan ook op. Algemene informatie: 1. Welk bedrijf heb je bezocht? 2. Waar is het bedrijf gevestigd? (Adres) 3. Wanneer is dit bedrijf opgericht? 4. Hoeveel mensen werken in dit bedrijf? 5. Wat voor klanten heeft dit bedrijf? Noem er minimaal drie

11 6. Wat produceert het bedrijf of welke diensten verleent het bedrijf? 7. Hoe lang duurt het productieproces? (of hoe lang duurt het verlenen van een belangrijke dienst? 8. Wat is de productieweg van het belangrijkste product of de belangrijkste dienst? 9. Welke bedrijven werken mee aan de productie? (Bedrijfskolom) 10. Wil het bedrijf in de toekomst meerdere producten maken of andere diensten verlenen? Zo ja, welke producten en welke diensten. 11

12 Beroepen: 11. Noem vijf beroepen die in dit bedrijf te vinden zijn. 12. Hoe heet de contactpersoon en wat is zijn/haar functie in het bedrijf? 13. Welke taken heeft de contactpersoon? 14. Hoe ziet een werkdag er uit als je dit beroep hebt? 15. Wat voor werktijden heb je met dit beroep? (Bijvoorbeeld: alleen overdag, avonden, weekend) 16. Werk je alleen of in een team? 12

13 Vereisten: 17. Welke opleiding heb je nodig voor dit beroep? 18. Wat moet je goed kunnen voor dit beroep? 19. Heb je een rijbewijs of andere certificaten nodig? 20. Heb je speciale kleding of andere spullen nodig? 21. Is uw werk gevaarlijk? 13

14 Sfeer: 22. Hoe is de sfeer in het bedrijf? 23. Wat vindt u leuk aan dit beroep? 24. Zou u dit beroep aanraden aan iemand anders en waarom? 25. Zou u ook een ander beroep in het bedrijf willen hebben? 26. Hoeveel vakantiedagen kunt u opnemen? 14

15 Overige vragen en antwoorden: 15

16 Verwerkingsopdracht Je gaat de antwoorden op jouw interviewvragen én andere informatie verwerken tot een verslag. Dit doe je alleen. Je krijgt vanaf uur tot 14.30/15.00 uur de tijd om het verslag op school af te ronden. De laatste pauze vervalt. Lukt dit niet, dan zal je het verslag thuis af moeten maken. Op school zal je naar een plek gewezen worden om achter de computer te gaan werken. 1. Inleiding(1/3 BLADZIJDE) In de inleiding schrijf je meer over jezelf en over je sectorkeuze. Hoe is die keuze tot stand gekomen? Ook vertel je bij welke bedrijven je bent geweest en wie je hebt gesproken. 2. Informatie bedrijf 1(samenvatting 1/2 BLADZIJDE) Je beschrijft de antwoorden op je vragen. Je mag de vragen en de (uitgebreide) antwoorden overtypen of schrijven. 3. Informatie bedrijf 2 (samenvatting 1/2 BLADZIJDE) Zie bedrijf 1 4. Conclusie(1 BLADZIJDE) Schrijf een conclusie over deze dag. Daarin vat je samen wat je hebt gehoord en gezien. Geef aan waarom je wel of niet in het bedrijf zou willen werken. Ook moet je al wat vertellen over de mogelijke keuze voor een vervolgopleiding.doe dit voor 1 vervolgopleiding op het MBO.De volgende punten moeten er in voor komen:welke MBO?,welke opleiding?welke locatie?,welk niveau?toelatingseisen?bol of BBL?,kans op werk?voordelen,nadelen? 5. Reflectie (1/2 bladzijde) Wat heb je geleerd (bijvoorbeeld over interviewen of over de kennismaking)? Wat vond je van de dag? Wat vond je goed én minder goed gaan? Wat zou jij zelf een volgende keer anders doen? Gebruik voor het verslag lettertype Calibri, lettergrootte 11. Het uiteindelijke verslag moet tussen de 3 en 5 pagina s zijn. Als er geen computer vrij is mag je ook (leesbaar) schrijven. Maak het verslag aantrekkelijk om te lezen door er afbeeldingen, logo s en dergelijke van het bedrijf in te voegen. Het verslag is een handelingsdeel en moet dus voldoende afgerond worden. Als je het verslag af hebt, mail het naar je mentor via Magister. Gebruik als naam voor je bestand Bedrijfsbezoek+ je volledige naam 16

17 17