&/IJ3 Contactpersoon Dhr. M. Martens Bijlage(n) 2 (0485) -338 317. Registratienummer 13635/rbu



Vergelijkbare documenten
*Z00C08C387B* documentnr.: INT/G/15/14025 zaaknr.: Z/G/15/16584

Raadsvoorstel. : Kadernota 2016 Omgevingsdienst Brabant Noord (ODBN)

1. KADERNOTA 2015 OMGEVINGSDIENST BRABANT NOORD (ODBN)

GEMEENTE BOEKEL VOORSTEL AAN DE RAAD. Datum : 31 mei Voorstel van : college van burgemeester en wethouders

Telefoonnummer (0485) Registratienummer 2585/rbu

Jaarverslag Bouwen aan een gezamenlijke toekomst, de ODBN verandert

: Kadernota 2013 RMB

documentnr.: INT/C/16/24902 zaaknr.: Z/C/16/27528 Raadsvoorstel

Behoort bij punt 12 van de agenda voor de commissie Ruimte van 5 maart 2012

Ingekomen. 0 ĥ MRT 20U. Provincie Noord-Brabant. Telefoonnummer (0485) Contactpersoon Dhr. J. Cremers Bijlage(n) 1

Jaarrekening 2014 en begroting 2016 en meerjarenraming van de OmgevingsDienst Brabant Noord (ODBN)

GEMEENTE BOEKEL VOORSTEL AAN DE RAAD. Datum : 23 januari Voorstel van : college van burgemeester en wethouders. Onderwerp : Kadernota ODBN 2019

Datum: 24 augustus 2012 Nummer raadsnota: BI Onderwerp: Aangaan Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant

Missie Visie 2020 Fundament

Telefoonnummer (0485) Registratienummer 2501/awe

Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant Spoorlaan CB Tilburg Postbus AB Tilburg

Omgevingsdienst Midden- en West- Brabant: bedrijfsplan en GR. Raadsinformatieronde 4 oktober 2012

Meerjarenagenda Algemeen Bestuur ODZOB

Bijlage: wijzigingen ten opzichte van oude uitgangspunten

Betreft: De samenhang tussen MWB-norm, GUK en Programmering taken OMWB.

Vervallen. Vervallen. Vervallen. Vervallen. Vervallen

Raads- en Statenledenbijeenkomst. Etten-Leur, 16 februari 2016

S. Nieuwenburg 3580

19.30 uur Opening en welkom Hendrik Hoeksema, wethouder gemeente Oss en voorzitter van de bestuurlijke kopgroep

Strategie. Vergadering Algemeen Bestuur d.d.: 27 september Agendapunt : 4.g. Vertrouwelijk. Aan het Algemeen Bestuur,

RAADSVOORSTEL Verseon kenmerk: Raadsvergadering van 8 maart 2012 Agendanummer: 10.2

Samenwerking Maasgouw, Echt-Susteren, Roerdalen. Presentatie commissies Maasgouw, Echt-Susteren, Roerdalen 29 augustus, 3 september 2012

Bijlage bij Uitvoeringsovereenkomst Provincie Utrecht 2017

Uw omgevingsdienst regio Utrecht

A.S. Wedzinga raad00386

1 e HERZIENING BEGROTING Omgevingsdienst Brabant Noord

Handhavingsuitvoeringsprogramma 2014

VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE ROERMOND

Voorstel raad en raadsbesluit

Ontwikkelingen Regionale Uitvoeringsdienst Steenbergen, 13 maart 2012

Raadsvoorstel. Onderwerp. Status. Voorstel. Inleiding. Ag. nr.: Reg. nr.: Datum:

Informatie bijeenkomst raads- en statenleden 14 maart 2016

Bijlage D Raads- en statenvoorstel 1 en besluit GR RUD LN

Digitale checklisten

inzake vaststelling van de uitgangspunten voor de programmabegroting 2017 van de Metropoolregio Eindhoven

Voorstellen AB om te komen tot een robuuste Omgevingsdienst Groningen. AB-vergadering 5 juli 2018

Berenschot. Evaluatie wet VTH. Op weg naar een volwassen stelsel BIJLAGE 1. EVALUATIEPROTOCOL. 22 mei 2017

Raadsvoorstel Zaak :

Bijlage 4 Begroting 2016 Veiligheidsregio Noord-Holland Noord

RAADSVOORSTEL BIJ ZAAKNUMMER: AST/2015/000619

vergoeding voor inzameling en sortering en vergoeding voor vermarkting van huishoudelijk kunststofverpakkingsafval

Voorblad agendapunt 3 Stand van zaken speerpunt Informatiemanagement

Het memo wordt afgesloten met een advies aan het Bestuurlijk Provinciaal handhavingsoverleg van 20 december 2012.

Zienswijze ontwerp begroting 2018 Veiligheidsregio Brabant Zuidoost.

Raadsvoorstel 15 december 2011 AB RV

IJsselstein. Raadsvoorstel. agendapunt. Aan de raad van de gemeente IJsselstein. Datum: 1 mei 2018 Blad : 1 van 5

Bestuurscommissie afvalinzameling Land van Cuijk en Boekel. Kadernota 2015

RAADSVOORSTEL Agendanummer 9.7. Onderwerp: Jaarverslag 2007 van de Regionale Milieudienst West-Brabant

Onderwerp Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht

Themaraad VTH taken. Aanleiding: Themaraad 18 mei 2016 over:

Telefoonnummer (0485) Registratienummer 55572/YEJ

2. GEVRAAGDE BESLISSING:

Onderwerp: Jaarrekening 2006 en begroting 2008 van de Veiligheidsregio Brabant-Noord. Nummer:

In de bijlage is de presentatie opgenomen die is getoond tijdens de raden- en Statenbijeenkomsten van 12 en 17 april 2018.

Onderwerp Ontwerpbegroting 2018 FUMO

RAADSVOORSTEL Agendanummer 9.2

Onderwerp : Zienswijzemogelijkheid programmabegroting 2018 en jaarverantwoording met resultaatbestemming 2016 Veiligheidsregio Brabant-Noord.

Bijlage II - Het spoorboekje kwaliteit: De BIG-8 stap voor stap. Inleiding

Aan: Gemeenteraden en Provinciale Staten van deelnemende overheden Omgevingsdienst IJsselland

Omgevingsdienst MWB, periode Tilburg, 13 juni 2018

gemeente Eindhoven Sinds de behandeling in het kabinet wordt de term Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) gehanteerd.

Besluitenlijst college B&W Grave

Telefoonnummer (0485) Registratienummer 49726/rbu

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Startnotitie samenwerking Land van Cuijk gemeenten op het gebied van energie, klimaat & duurzaamheid

Besluitenlijst college B&W Grave

Visie Beheer Openbare Ruimte

Eerste begrotingswijziging 2018

Wij verzoeken het bestuur om op korte termijn uit te zoeken welke

VERGADERING GEMEENTERAAD d.d. 9 januari 2012 AGENDA NR. 10. VOORSTEL tot oprichting NV Greenport Venlo Innovation Center. Aan de Gemeenteraad

Burgemeester en Wethouders 9 maart Steller Documentnummer Afdeling. R. van Wijk 15I Samenleving

RUD Zuid-Limburg. Bijlage 8: Reg. Nr. Z INT Z INT Naam Gemeenschappelijke

Aan de Gemeenteraad. Raadsvoorstel nr

Onderwerp: Zienswijze aangaande 1e herziening begroting 2015 Omgevingsdienst Umond

Informatie bijeenkomst raads- en statenleden 14 maart 2016

Raadsvoorstel agendapunt

GEMEENTE BOEKEL. Onderwerp : Concept kadernota 2017 GR Kleinschalig Collectief Vervoer (KCV) Brabant Noordoost (Regiotaxi)

Bestuurscommissie Afvalinzameling Land van Cuijk en Boekel. gemeente Grave commissie Ruimte

Samenvatting ontwikkeling monitor sociaal domein Cranendonck

Informatieprotocol. Gemeenschappelijke regelingen gemeente Heumen

Op 15 april 2015 heeft RMN ons de ontwerpbegroting voor 2016 toegestuurd. RMN vraagt u uw mening te geven over de ontwerpbegroting.

Voorstel Beschikbaar stellen van een krediet van ,-- ten behoeve van een eenmalige bijdrage in de aanloopkosten van de ICT samenwerking.

Raadsvergadering van 6 september 2012 Agendanummer: 10.2

Zijn in het voorstel één of meer van de volgende aspecten van toepassing?

agendapunt B.04 Aan Verenigde Vergadering BELEIDSKADER DUURZAAMHEID

Adviesnota raad. Vaststellen zienswijzen over de begrotingen 2020 van vier gemeenschappelijke regelingen

1. Argumenten De Kadernota 2018 formuleert, naast de financiële en bedrijfsvoering uitgangspunten, ook een meerjarige toekomstvisie.

Beslisdocument college van Peel en Maas

2017). Datum: Informerend. Datum: Adviserend

-S-ff" U^ / J^, i'.r^ CAND OP ' JAN nte Oostzaan. VROM-Inspectie Ministerie van Infrastructuur en tailieu. Datum 6 januari 2011

SERVICECODE AMSTERDAM

Begroting 2016 Omgevingsdienst Zuid Holland Zuid

Aan de Raad. Made, 20 mei Ontwerp begroting GROGZ 2009

Samen werken aan een schone en veilige leefomgeving, nu en in de toekomst

Voorstel raad en raadsbesluit

Transcriptie:

Victorialaan 1 b-g ļ 5213 JG 's-hertogenbosch Gildekamp8 5431 SP Cuijk Postbus 88 5430 AB Cuijk (0485) -338 300 info@odbn.nl www.odbn.nl Omgevingsdienst Brabant Noord Aan het college van Burgemeester en Wethouders van de Boxtel Postbus 1000 5280 DB BOXTEL GEME 2 FEB 2015 l BOXTEL OVfc) afd. /Ĉį) kopie Datum 29 januari 2015 Ons kenmerk Z/001692 Telefoonnummer (0485) -338 317 &/IJ3 Contactpersoon Dhr. M. Martens Bijlage(n) 2 Uw kenmerk Registratienummer 13635/rbu Onderwerp Kadernota 2016, verzoek zienswijze kenbaar te maken Geacht college, Door de deelnemers in gemeenschappelijke regelingen is afgesproken om de werkprocessen zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen. Een van de afspraken is dat de deelnemers, middels een kadernota, vroegtijdig worden geïnformeerd over de begrotingsuitgangspunten van de gemeenschappelijke regelingen. De Kadernota voor het jaar 2016 treft u bijgaand aan. In onze vergadering van 21 januari 2015 hebben wij besloten om bijgevoegde concept Kadernota 2016 aan u voor te leggen. De begrotingsuitgangspunten zijn besproken met de financiële ambtenaren van de adoptieregeling. Dit zijn deelnemers die het voortouw nemen in het beoordelen van de (financiële) beleidsdocumenten van de ODBN, zoals de jaarrekening en de begroting. Voor de ODBN zijn dit de provincie Noord - Brabant en de gemeenten 's-hertogenbosch, Bernheze en Boxmeer. Hun bevindingen zullen op korte termijn, ambtelijk, worden verspreid onder alle deelnemers. De Kadernota 2016 zal worden behandeld door het Algemeen Bestuur in haar vergadering van 8 april 2015. Wij verzoeken u vriendelijk om eventuele reacties op de kadernota uiterlijk 1 april 2015 kenbaar te maken. BS ISO 9001 gecertificeerd : 200a FSC MIX Pnnier verantwoorde herkomst FSC* C020257

Deze brief is tevens verzonden aan de griffier van uw gemeenteraad. Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, Bijlage(n) «kadernota ODBN 2016 + BCA 2016 ODBN, 29 januari 2015 Kenmerk Z/001692 2

Q,dbn Omgevingsdienst Brabant Noord KADERNOTA 2016 ODBN

inhoudsopgave 1. Kadernota 2016 Omgevingsdienst Brabant noord {ODBN) «3 1.1 inleiding, 1.2 Algemeen (vier basisprincipes), 3 2. OPdracht ODBN - - 4 2.1 inleiding 4 2.2 Koersdocument 2.3 Programmaplan 6 2.4 Stand van zaken 8 2.5 Opgave 2016 10 3. Vertaling ODBN richting financiële kaders 2016-12 3.1 Algemeen 12 3.2 Personeel 12 3.3 Bezuinigingen 13 4. Uitvoering programmaplan...14 5. Ŕekentechnische uitgangspunten... 15 5.1 Indexering 15 5.2 Tarieven 15 6. Programma's...,,,,.,...,...,...,...,...16 5.1 Basistakenpakket 16 6.2 Verzoektaken 17 6.3 Bovenlokale taken, 17 6.4 Voormalige RMB taken 17 6.5 Bijdrage basistaken en verzoektaken 17 6.6 Bovenlokale taken 17 6.7 Bijdrage voormalige RMB taken 17 7. Risicoparagraaf «- - 17 7,1 Sociaal Beleidskader versus bezuinigingen 17 3 4

1. KADERNOTA 2016 OMGEVINGSDIENST BRABANT NOORD (ODBN) Voor u ligt de Kadernota 2016. In de kadernota worden de uitgangspunten voor de begroting 2016 opgenomen. De ambities en ontwikkeling van de ODBN die in 2016 worden verwacht of noodzakelijk zijn worden hiermee vertaald in financiële kaders. De ODBN is een nieuwe organisatie waarin 196 enthousiaste en kundige medewerkers afkomstig van 21 organisaties zijn samengekomen. Het vergt tijd om alle werkprocessen te optimaliseren, een gezamenlijke organisatiecultuur te ontwikkelen en medewerkers te laten wennen aan de nieuwe organisatie en aan elkaar. De deelnemende partijen, gemeenten en provincie, hebben ook duidelijke ambities met de ontwikkeling van de ODBN gericht op borging van kwaliteit, bereiken van efficiencywinst en optimale samenwerking in de regio om een schone en veilige leefomgeving voor burgers en bedrijven te waarborgen. 1.1 Inleiding "Een vuurwerkramp zoals in Enschede; dat nooit meer!" Dit gevoel is in het jaar 2000 de aanleiding voor het hervormen van het stelsel van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) in Nederland. Het doel is daarbij gericht op een goed georganiseerde en professionele VTHtaakuitvoering, die nodig is om tot een schone en veilige leefomgeving te komen. 1.2 Algemeen (vier basisprincipes) De ODBN vormt een natuurlijk verlengstuk van het lokale en provinciale bestuur. De gemeenten en de provincie zijn bevoegd gezag en de ODBN staat voor kwaliteit bij de uitvoering van een belangrijk deel van de VTH - taken gebaseerd op kwaliteitscriteria. Deze gaan over de minimaal benodigde capaciteit, deskundigheid en ervaring van medewerkers. Bij kwaliteit van de uitvoering gaat het ook over samenwerking in de regio bij de VTH - taakuitvoering en de verbinding met andere organisatie, zoals politie, brandweer, veiligheidsregio, GGD, waterschappen, Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, Inspectie Sociale zaken en Werkgelegenheid (voorheen Arbeidsinspectie) en Openbaar Ministerie. De ambitie van de gemeenten en provincie is er op gericht om met de bundeling van kennis en expertise in de ODBN daadwerkelijk een hogere kwaliteit en integraliteit van de VTH - taakuitvoering te bereiken. Bovendien staat de ODBN samen met de deelnemers voor een uniforme aanpak waardoor oneerlijke concurrentie wordt voorkomen en burgers en bedrijven in de hele regio een vergelijkbare behandeling krijgen. Door de kennis en vaardigheden op het gebied van VTH taken te bundelen moet een kwalitatief hoogwaardig product (bundeling kennis en kunde) tegen lage kosten (schaalvoordeel) worden geleverd. Resultaten zijn een schone en veilige leefomgeving, een lagere procedurelast en een toegankelijk stelsel voor burgers en bedrijven.

2. OPDRACHT ODBN De deelnemers aan de Omgevingsdienst Brabant Noord hebben via het besluit van het Algemeen Bestuur de opdracht meegegeven om te zorgen voor een schone en veilige leefomgeving, nu en in de toekomst. De ODBN wil dit bereiken door het leveren van een goede kwaliteit ļ prijsverhouding met een klantgerichte aanpak. De meerwaarde van de ODBN wordt bereikt door betrokken en deskundige medewerkers, die in verbinding staan met de deelnemers en de maatschappij. De ODBN voldoet daarmee in ieder geval aan de kwaliteitscriteria en zorgt voor een uitstekende gebieds - en wetskennis, inzicht in de 'couleur locale', bestuurlijke sensitiviteit, innovatie in VTH, ketenaanpak en samenwerking met relevante partners. De ontwikkeling van de ODBN en de bijbehorende ambities worden ten dienste van deze opdracht opgepakt. In deze Kadernota worden de (financiële) uitgangspunten gerelateerd aan de noodzakelijke bedrijfsvoering in combinatie met de gewenste ontwikkeling in 2016, 2.1 Inleiding De missie en visie voor de ODBN zijn beschreven in het Bedrijfsplan 2012, Inrichtingsplan 2013 en Koersdocument 2014. In de voorbereiding en opbouw van de ODBN zijn de eerste twee documenten ontwikkeld. Met name voor de organisatorische inrichting zijn deze documenten kaderstellend. Voor de inhoudelijke doorontwikkeling van de ODBN vanaf de feitelijke inwerkingtreding per 1 januari 2014 is het koersdocument maatgevend. Voor een nadere concretisering van het koersdocument is een programmaplan vastgesteld op 18 december 2014. Voor de beleidsvoornemens en de financiële vertaling daarvan bieden het Koersdocument en Programmaplan de relevante kaders. Hieronder wordt kort ingegaan op de vastgestelde visie en de beschreven acties in het programmaplan om daar een bijdrage aan te leveren. Daarna wordt kort uiteengezet wat in 2014 is bereikt en in 2015 wordt aangepakt, waarna de uitgangspunten voor 2016 kunnen worden geformuleerd. 2.2 Koersdocument De "Missie, Visie 2020, Fundament 2014-2016" voor de ontwikkeling van de ODBN is op 25 februari 2014 vastgesteld door het Dagelijks Bestuur en op 12 maart 2014 door het Algemeen Bestuur. Met een duidelijke missie wordt inhoudelijk richting gegeven aan de taakuitvoering: 'De ODBN zorgt voor een schone en veilige leefomgeving, nu en in de toekomst.' In de visie om hieraan invulling te geven, spreekt het bestuur uit dat 2014 en 2015 benut moet worden om de basis op orde te brengen. Dit is de kwalitatief goede uitvoering van het VTH - takenpakket. De ODBN dient dit te doen vanuit een rol als 'verlengd lokaal bestuur'. Dit betekent vooral iets in de relatie tot de deelnemers. Termen als bestuurlijke sensitiviteit, couleur locale en dienstverlenend passen daar dus bij. Het bestuur wil toewerken naar een vanzelfsprekende relatie tot deelnemers en ODBN als het gaat om de taakuitvoering van de overheid in het domein van de fysieke leefomgeving.

Voor het jaar 2016 en verder spreekt het bestuur de ambitie uit dat de ODBN zich daadwerkelijk dient te ontwikkeien tot een Kennis- en Expertisecentrum op het terrein van groene wetten en landbouw. Ook dient de ODBN inhoudelijk voorbereid te zijn en een rol te vervullen bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet in 2018. De ontwikkeling op deze terreinen mag echter niet ten koste gaan van de focus op de kerntaak. Karakter van de regio De leefomgeving van Noordoost Brabant kenmerkt zich door de combinatie van kwalitatief hoogwaardig groen en intensieve agrarische bedrijvigheid van (inter)nationale betekenis. Ook kent de regio Brabant Noord veel (zware) industrie die veelal geconcentreerd is op lokale industrieterreinen. Daarnaast is sprake van vele, verspreid liggende woonkernen in het gebied. Voor het openbaar bestuur ligt er een uitdaging om diverse functies (wonen, agrarisch, bedrijvigheid, groen, water, natuur en recreatie) op de juiste plek en in een juiste verhouding tot elkaar toekomstbestendig te laten ontwikkelen. De regio richt zich in belangrijke mate op de ontwikkeling van de 'agrofood' sector. Een andere pijler voor de regio is gelegen in behoud en ontwikkeling van het groene karakter in combinatie met mogelijkheden voor recreatie en toerisme. De basis op orde Gemeenten en provincie willen met de ODBN uitvoering geven aan een innovatieve en op de toekomst gerichte manier van vergunningverlening, toezicht en handhaving. Gelet op de vernieuwing van het omgevingsrecht is met name sprake van verdergaande integratie van sectorale wetgeving. Vereenvoudiging van de regelgeving, betere borging van kwaliteit van de leefomgeving, volksgezondheid en creëren van ruimte voor ontwikkeling zijn daarbij belangrijke doelstellingen. De VTH - taakuitvoering moet nu en in de toekomst daar een bijdrage aan (blijven) leveren. Daarbij is het de uitdaging om met gevoel voor de lokale situatie op een gelijkwaardige, deskundige, efficiënte en effectieve manier vorm te geven aan de VTH - taakuitvoering. Kennis en expertisecentrum De ambitie van gemeenten en provincie voor Noord(oost)-Brabant - behoren tot de meest innovatieve en duurzame agrofoodregio's van Europa - geeft ook richting aan de missie van de ODBN. Daarbij hoort een innovatieve en op de toekomst gerichte manier van vergunningverlening, toezicht en handhaving. Specialistische kennis en uitvoeringsexpertise op het gebied van landbouw en groene wetgeving passen dus vanzelfsprekend in dit gebied. Aansluitend op de VTH - taakuitvoering in het algemeen hebben de provincie en gemeenten er daarom voor gekozen om de ODBN te ontwikkelen tot hét kennis- en expertisecentrum voor landbouw en groene wetgeving. De ontwikkeling van het Kennis - en expertisecentrum richt zich op de volgende drie onderdelen: a. Ontwikkeling van kennis- en expertise op het terrein van de zorgvuldige landbouw; b. Ontwikkeling van kennis- en expertise voor Groene Wetgeving; c. Ontwikkeling van kennis en expertise voor de landelijke kennisinfrastructuur VTH. 5

Ol'-čb.:.u,.-\k-lentil-; IVŕiifjW VPl-V-.'i.' ŕ':.;''."-.'-(., '.-.', r N!'i':İL-'-jh NS sis e wetgevi iu'lïukoļì [l.'ŭ IdlIllVlV'OOI" regionale kcmt.wh Samenwerking De gemeenten en de provincie streven naar een verhouding met de ODBN waarbij zij zich als 'aandeelhouder' duurzaam betrokken en verantwoordelijk voelen. De inspanningen zijn er dus op gericht om de lijnen tussen bestuurders, managers en medewerkers kort te laten zijn. Op regelmatige basis ontmoeten betrokkenen elkaar waardoor over en weer kennis ontstaat en inzicht in wat er lokaal leeft. De uitvoeringsorganisatie ODBN let daarbij zowel op de kwaliteit van de werkzaamheden, als op klantgerichtheid (burgers en bedrijven) en kosten. In verbinding staan met de deelnemers en de maatschappij is essentieel. Heldere afspraken moeten er voor zorgen dat duidelijk is wie voor welke uitvoeringstaken aan de lat staat. Deze afspraken zijn gebaseerd op een optimale en integrale dienstverlening aan bedrijven en burgers en op de mogelijkheden en expertise van de verschillende organisaties. Om de taken adequaat uit te oefenen in een snel veranderende samenleving is het noodzakelijk dat de uitvoeringspraktijk van de opgedragen VTH - taken meebeweegt met de veranderingen. Het actief opzoeken en aangaan van samenwerking met relevante partners, zoals de brandweer, de politie, de veiligheidsregio, GGD, het Waterschap en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, Inspectie Sociale zaken en Werkgelegenheid (voorheen Arbeidsinspectie) en Openbaar Ministerie in het veld is daarvoor noodzakelijk. 2.3 Programmaplan In december 2014 is door het Algemeen Bestuur van de ODBN het programmaplan vastgesteld. In dit programmaplan worden de ambities die in het koersdocument zijn opgenomen vertaald naar ERdoelen en naar inspanningen die nodig zijn om deze doelen te bereiken. Met ER-doelen wordt bedoeld kwalitatieve doelen waarin ER is opgenomen (zoals beter, goedkoper etc). Over de voortgang en bereikte resultaten van het programmaplan zal het bestuur periodiek worden geïnformeerd. 6

De volgende ER-doelen zijn geformuleerd «Verhelderen identiteit» Doelgerichter sturen» Betere interne en externe samenwerking» Tevreden en gemotiveerd personeel Identiteit ODBN verhelderen Een helder imago geeft richting aan de organisatie zelf, aan haar partners en afnemers. Een helder imago heeft een wisselwerking met de overige ER-doelen. DoelgerichtER sturen Dit leidt tot meer focus op de gestelde doelen. Het maakt duidelijk wie wanneer waarvoor verantwoordelijk is en het geeft handvatten voor bestuurlijke opdrachten (zoals bijvoorbeeld de bezuinigingenj.tot slot levert het een bijdrage aan uniform en procesgericht werken. BetERe in- 8t externe samenwerking Deze doelstelling draagt bij aan veel zaken, zoals: een beter onderling vertrouwen, effectiviteit, een verhoogde bestuurlijke sensitiviteit, wederzijds begrip en verantwoordelijkheid en het draagt bij aan duidelijkheid over gemaakte afspraken. Hiermee ontstaat verwevenheid met de deelnemers en dat draagt bij om te werken vanuit het "verlengd lokaal bestuur" model. Gemotiveerd en tevreden personeel Dit leidt tot een lerende organisatie. Biedt duidelijkheid aan medewerkers over verwachtingen, nut en taak. Dat leidt tot meer perspectief en tot meer eigen verantwoordelijkheid. SMART Aan de bovenstaande doelen zijn de onderstaande prestatie-indicatoren gekoppeld. De vetgedrukte prestatie-indicatoren hebben prioriteit binnen het programmaplan. Identiteit ODBN verhelderen y Voor het eind van 2014 is op MT-niveau duidelijk wat we als ODBN willen zijn; > Alle medewerkers van de ODBN kunnen eenduidig in "drie zinnen" de ODBN typeren; > Alle medewerkers weten welke betekenis de identiteit van de ODBN voor hen heeft in het dagelijks werk; ^ De ODBN straat in haar voorkomen en presentatie eenheid uit; > Al onze deelnemers en de twee overige omgevingsdiensten in de provincie Brabant (h)erkennen uiterlijk eind 2015 de rol en positie van de ODBN. DoelgerichtER sturen De organisatie is per 1-1-2015 "in controle" (heeft zicht op en het stuur in handen). De organisatiedoelen zijn dan vertaald naar het bedrijfsplan, de afdelingsplannen, de teamplannen en de individuele POPP-doelen. De organisatiedoelen passen binnen de begroting. Onder organisatiedoelen wordt in dit verband verstaan: ^ De ODBN heeft de beschikking over het inrichtingsbestand van de verplichte basistakenpakket 4- verzoektaken voor 1-10-2014; ^ Voor 31-12-2014 is inzichtelijk wat de kwaliteit van de medewerkers is, getoetst aan de landelijke kwaliteitscriteria; y Per 1-1-2015 moet de kwalitatieve en kwantitatieve discrepantie tussen werkaanbod en beschikbare medewerkers inzichtelijk zijn; > Per 1-1-2016 is 75% van bovengenoemde discrepantie opgelost. 7

BetERe in- S externe samenwerking > Op 01-01-2016 is er helderheid voor alle betrokken partijen bij de ODBN over de onderlinge rolverdeling, in discussies gaat het niet meer over rol- en of taakopvatting, maar over de inhoud van het werk; > Iedere medewerker/betrokken partij weet op 01-01-2016 wat hij/zij bijdraagt aan het resultaat van de ODBN; ^ Er is op 01-01-2016 een gedeeld beeld over hoe een goede samenwerking er uitziet (competenties), waarbij tevens competente medewerkers met juiste rol en taak in samenwerkingsverbanden actief zijn. Gemotiveerd en tevreden personeel > Op 31-12-2016 scoort de medewerker van de ODBN gemiddeld een 7 op het medewerker tevredenheidsonderzoek. In het onderzoek komen thema's als flexwerken, Ipads, functieinhoud, motivatie en de resultaatgebieden uit het INK mode! (leiderschap, klanten, middelen en processen) aan bod. Voor 31-12-2015 is er nulmeting op basis van bovenstaande uitgevoerd. m 2.4 Stand van zaken Aan genoemde doelen uit het programmaplan zijn een groot aantal inspanningen (projecten) gekoppeld die in de jaren 2014 tot en met 2016 tot uitvoering komen. Een aantal prioritaire projecten is nader uitgewerkt in de notitie 'aanpak speerpunten programmaplan', die eveneens door het Algemeen Bestuur is vastgesteld. De prioriteit is gelegd bij de volgende thema's» Basistaken «Personeel» Processen De centrale vragen hierbij zijn: wat is het basistakenpakket precies, is het personeelsbestand zowel kwalitatief als kwantitatief op deze en (structurele) verzoektaken afgestemd en is het werk op een efficiënte wijze ingericht. De in eerste instantie geformuleerde prestatie-indicatoren zijn niet allemaal haalbaar gebleken als gevolg van prioriteitstelling. De vier schakels voor organisatieontwikkeling hangen met elkaar samen en hebben elkaar nodig hebben. In 2015 zal in samenhang verder worden gewerkt aan het realiseren van genoemde indicatoren, waarbij het zeer waarschijnlijk is dat in 2016 dit ook een vervolg zal krijgen. De prioritaire projecten uit het programmaplan worden medio 2015 afgerond. Kortheidshalve wordt verwezen naar het programmaplan en de notitie 'aanpak speerpunten programmaplan' die 18 december 2014 door het Algemeen Bestuur zijn vastgesteld. Hieronder wordt kort ingegaan op de resultaten. Basis op orde Met het vaststellen van het Koersdocument in het eerste kwartaal van 2014 is de eerste bouwsteen gelegd voor de doorontwikkeling van de ODBN na de formele start in 2013 en de feitelijke start vanaf 1 januari 2014. Met het opstellen van het Programmaplan is de visie van het Koersdocument vertaald in concrete activiteiten. 8

H e t i n z i c h t i n d e o m v a n g e n i n h o u d v a n h e t B a s i s t a k e n p a k k e t is v e r d e r v o r m g e g e v e n. M e t n a m e is dit v e r b e t e r d d o o r de taakvelden b o d e m, asbest en mobiel breken en grote infrastructurele w e r k e n v e r d e r uit t e w e r k e n. De digitale i n v o e r i n g v a n de i n r i c h t i n g e n b e s t a n d e n, m e t juiste c o d e r i n g, van a l l e d e e l n e m e r s z o r g t v o o r e e n v o l g e n d e s t a p i n e e n e f f i c i ë n t e r e b e d r i j f s v o e r i n g. In 2 0 1 5 zal d i t i n o v e r l e g m e t de d e e l n e m e r s v e r d e r w o r d e n v o r m g e g e v e n. De O D B N h e e f t eind 2 0 1 4 het digitaal p r o g r a m m a S u i t e 4 0 m g e v i n g s d i e n s t e n ( S 4 0 ) in g e b r u i k g e n o m e n. D a a r a a n h e e f t o o k e e n h e r i j k i n g v a n i n t e r n e p r o c e d u r e s t e n g r o n d s l a g g e l e g e n. D e z e h e r i j k i n g is n o g n i e t a f g e r o n d e n g a a t i n 2 0 1 5 v e r d e r. O o k m o e t e n d e o p s t a r t p r o b l e m e n bij d e z e i n g r i j p e n d e s y s t e e m w i j z i g i n g in 2 0 1 5 w o r d e n aangepakt. V o o r d e o p g e d r a g e n c o l l e c t i e v e t a k e n is e e n p r o g r a m m a t i s c h e a a n p a k v o o r d e u i t v o e r i n g v a n p r o j e c t e n o p g e z e t, d i e jaarlijks d o o r h e t A l g e m e e n B e s t u u r w o r d t v a s t g e s t e l d e n g e m o n i t o o r d. Per 1 j a n u a r i 2 0 1 5 is a f s c h e i d g e n o m e n v a n h e t R e g i o n a a l S a m e n w e r k i n g B u d g e t d a t d o o r d e o u d - RMB g e m e e n t e n bij d e O D B N w a s i n g e b r a c h t. E v e n t u e l e p e r s o n e l e g e v o l g e n m o e t e n in 2 0 1 5 v e r d e r w o r d e n uitgewerkt en uitgevoerd. I n 2 0 1 5 zal o o k g e z o r g d m o e t e n w o r d e n v o o r e e n s t r u c t u r e e l g e z o n d e b a s i s. D e z e o p g a v e v o l g t o o k uit h e t p r o g r a m m a p l a n. De f i n a n c i ë l e v e r t a l i n g w o r d t in h e t eerste k w a r t a a l v a n 2 0 1 5 v o o r g e l e g d aan h e t b e s t u u r. In 2 0 1 6 zal d e u i t v o e r i n g v a n d e d o e l s t e l l i n g ' b a s i s o p o r d e ' v e r v o l g d w o r d e n. Kennis- en Expertisecentrum Landbouw en Groene Wetgeving T e r v o o r b e r e i d i n g o p d e d o e l s t e l l i n g o p m i d d e l l a n g e t e r m i j n is e e n ( v o o r a l s n o g i n t e r n g e r i c h t ) p l a t f o r m O m g e v i n g s w e t i n g e r i c h t, d a t d e o n t w i k k e l i n g e n in d e z e m a j e u r e w e t s w i j z i g i n g v o l g t e n v o o r b e r e i d i n g e n t r e f t o m in 2 0 1 8 g e r e e d t e zijn v o o r d e i n w e r k i n g t r e d i n g v a n deze stelselherziening. O o k zijn d e v o o r b e r e i d i n g e n g e s t a r t o m e e n Kennis- e n E x p e r t i s e c e n t r u m L a n d b o u w e n G r o e n e W e t g e v i n g in t e r i c h t e n. Bij d e o n t w i k k e l i n g d a a r v a n h e e f t in 2 0 1 4 h e t a c c e n t v o o r a l g e l e g e n o p h e t o p orde brengen en borgen van de b e n o d i g d e kennis en expertise v o o r het uitvoeren van de r e g i o n a l e k e r n t a a k. 2 0 1 5 staat v o o r a l in h e t t e k e n v a n v e r b r e d i n g e n v e r s t e v i g i n g v a n d e inzet b i n n e n d e r e g i o w a a r b i j k l e i n e s t a p p e n w o r d e n g e z e t o m d e O D B N b u i t e n d e r e g i o als k e n n i s - e n e x p e r t i s e c e n t r u m v o o r l a n d b o u w e n g r o e n e w e t g e v i n g in b e e l d t e h o u d e n. H i e r t o e w o r d t, m e t n a m e o p het terrein van de l a n d b o u w, de s a m e n w e r k i n g m e t de ODZOB v e r d e r versterkt. Samenwerking Diverse b o u w s t e n e n v o o r e e n g o e d f u n c t i o n e r e n d e o r g a n i s a t i e zijn o p g e l e v e r d e n i n g e v u l d. V a n b e l a n g zijn d a a r b i j h e t i n r i c h t e n v a n e e n o r g a n i s a t i e s t r u c t u u r o m h e t A l g e m e e n Bestuur, h e t Dagelijks B e s t u u r e n h e t O p d r a c h t G e v e r P l a t f o r m in s t a a t t e stellen o m a d e q u a a t e e n rol t e k u n n e n v e r v u l l e n als e i g e n a a r e n o p d r a c h t g e v e r in d e O D B N. O m t o t g o e d e s a m e n w e r k i n g e n v e r b i n d i n g t e k o m e n t u s s e n d e O D B N e n i e d e r e a f z o n d e r l i j k e d e e l n e m e r s is h e t B i l a t e r a a l S a m e n w e r k i n g M a n a g e m e n t i n g e r i c h t. H e t s t r a t e g i s c h c o m m u n i c a t i e p l a n ( m e t e e n u i t v o e r i n g s p l a n ) is d o o r h e t A l g e m e e n B e s t u u r v a s t g e s t e l d o m d e i n f o r m a t i e o v e r d r a c h t t u s s e n O D B N e n d e e l n e m e r s in g o e d e b a n e n te leiden. Dit heeft o n d e r a n d e r e geleid t o t het opstellen van n i e u w s b r i e v e n v o o r raad- en s t a t e n l e d e n. T e v e n s zijn g e s p r e k k e n g e v o e r d bij g e m e e n t e r a d e n e n p r o v i n c i a l e s t a t e n. O m d e o p d r a c h t v a n basis - e n v e r z o e k t a k e n e n d e u i t v o e r i n g d a a r v a n t e s t r u c t u r e r e n zijn (juridische) i n s t r u m e n t e n o n t w i k k e l d. H e t b e t r e f t d a n e e n s a m e n h a n g e n d stelsel m e t de v o l g e n d e instrumenten, die m e t iedere deelnemer afzonderlijk w o r d e n o v e r e e n g e k o m e n : D i e n s t v e r l e n i n g s o v e r e e n k o m s t, w e r k p r o g r a m m a, w e r k a f s p r a k e n en m a n d a t e r i n g. De u i t w e r k i n g van d e z e i n s t r u m e n t e n l o p e n i n d e p r a k t i j k n o g n i e t e v e n g o e d m e t i e d e r e d e e l n e m e r. In 2 0 1 5 zal d i t verder verbeterd moeten worden. G e n o e m d e s y s t e m e n e n s t r u c t u r e n z i j n i n g e r i c h t e n o p e r a t i o n e e l, m a a r m o e t e n d e k o m e n d e j a r e n in d e p r a k t i j k b l i j v e n o n t w i k k e l e n e n g o e d w o r d e n u i t g e v o e r d. In 2 0 1 4 h e e f t o n t w i k k e l i n g p l a a t s g e v o n d e n e n zijn g e n o e m d e s y s t e m e n en s t r u c t u r e n w e l i s w a a r i n g e v o e r d, m a a r n o g niet v a n z e l f s p r e k e n d e n l o o p t h e t n o g n i e t a l t i j d g o e d. In 2 0 1 5 zal e e n g o e d e u i t v o e r i n g m o e t e n p l a a t s v i n d e n. D a a r t o e zullen e v a l u a t i e s w o r d e n u i t g e v o e r d e n zo n o d i g a a n p a s s i n g e n w o r d e n d o o r g e v o e r d. V o o r t d u r e n d e a a n d a c h t is d a a r d u s v o o r n o d i g o m d e v i s i e u i t h e t K o e r s d o c u m e n t t e 9

realiseren. Het Programmaplan geeft een gestructureerde en samenhangende aanpak voor doorontwikkeling die in 2015 en 2016 wordt gevolgd. Het is de doelstelling om in 2015 de resultaten van de inspanningen in 2014 te vervolmaken en verder af te maken om te voldoen aan de opgave om de basis op orde te maken conform het vastgestelde Programmaplan. Naar verwachting zal dit niet volledig in 2015 kunnen worden afgerond. Het is dus redelijk om te veronderstellen dat deze acties in 2016 zullen doorgaan. Ook in 2016 zal dit een forse aandacht opeisen. 2.5 Opgave 2016 Basis op orde De ODBN werkt aan de ontwikkeling van een dienstverlenende organisatie volgens de gedachte van verlengd lokaal bestuur. Kernbegrippen als kennis van lokale omstandigheden en bestuurlijke sensitiviteit moeten worden gekoppeld aan de basisprincipes van de ODBN: voldoen aan kwaliteitscriteria, bieden van een eerlijk speelveld voor burgers en bedrijven (LPF) én behalen van efficiencywinst door uniformiteit en schaalvoordeel. Eerst en vooral zal de ODBN in 2016 doorwerken aan de inspanningen om de basis op orde te brengen, die in 2014 en 2015 in gang zijn gezet. Hier zal de focus op liggen. De begeleiding, opleiding en ontwikkeling van alle medewerkers om het werk te verrichten op basis van deze uitgangspunten zullen in 2016 blijvend de aandacht vragen. Een optimale verhouding tussen medewerkers en taken (kwantiteit en kwaliteit) moet bereikt worden. Met de deelnemers wordt gesproken over de gevolgen van de landelijke handhavingstrategie en de wijze waarop deze door de ODBN wordt geïmplementeerd. Denk hierbij aan de bestuurlijke strafbeschikking en de manier waarop dit in de regio wordt opgepakt. Dit kan bijvoorbeeld tot gevolg hebben dat er een BOA pool wordt opgezet. De deelnemers en de ODBN denken continu na over een optimale taakverdeling in voorbereiding op de geest van de vernieuwing van het omgevingsrecht (Omgevingswet). In 2016 zijn de contouren van de nieuwe wet en bijbehorende amvb's inhoudelijk bekend. Vanaf dat moment moet de voorbereiding op de invoering van de Omgevingswet steeds concreter ingevuld worden. 2016 staat daarom steeds meer in het teken van 'werken in de geest van de Omgevingswet'. Daarvoor is het noodzakelijk dat kennis en informatie over de Omgevingswet gestructureerd wordt gedeeld binnen de organisatie en de regio. Hiermee dient de taakuitvoering inhoudelijk en procedureel voor te sorteren op de stelselwijziging in 2018. Van belang is daarbij om de verbindingen in de beleidscyclus te leggen. De aansluiting van het VTH - stelsel op de beleidsvorming aangaande de fysieke leefomgeving, die bij de deelnemers plaatsvindt, moet verder worden verbeterd. Enerzijds door een goede ontsluiting van de gegevens die uit toezicht en handhaving worden opgehaald (monitoring) ten behoeve van de voorbereiding van de beleidsvorming. Anderzijds door een goede wisselwerking tussen de kennis en ervaring bij de toepassing van de VTH - instrumenten en de ontwikkeling van beleidsvoornemens en - plannen. Een meer op output gerichte manier van inhoudelijke resultaatregistratie ondersteunt de medewerkers in het ontwikkelen van een dienstverlenende en op realisatie van missie en visie gerichte houding. Aansluitend hierop onderzoekt de ODBN samen met gemeenten en provincie welke transparante financiële verantwoording voor geleverde diensten het beste hier bij aansluit. Kennis en Expertise Centrum 2016 staat in het teken van het verder doorontwikkelen en intensiveren van het Kennis en Expertisecentrum. Thema's als het versterken van de integratie in de VTH taakuitvoering en de komst van

de Omgevingswet zijn daarbij nog steeds actueel evenals de transitie naar een zorgvuldige landbouw. De ODBN zal zich daarbij primair op ondersteuning van de regio richten en langzaam, iets meer dan in 2015 het geval was, buiten de regio inzetten op het gebied van landbouw en groene wetgeving door activiteiten te ontplooien en opdrachten uit te voeren die daaraan bijdragen. Daarmee worden ook in 2016 de nodige stappen in de verdere ontwikkeling van de ODBN als hét expertisecentrum voor landbouw en groene wetgeving gezet. In 2016 zal daartoe ook inzicht worden verkregen in een bijpassend financieringsmodel. Samenwerking Waar de jaren 2014 en 2015 in het teken stonden van het op orde krijgen van de basis wordt in 2016 steeds meer de aandacht gericht op het bestendigen en verbeteren van de relatie tussen de verschillende participanten. Het gaat hierbij om de relaties tussen Algemeen Bestuur, Dagelijks Bestuur, Directie, Deelnemers, Opdrachtgevers, Medewerkers, Medezeggenschap en Management. Daarnaast wordt de samenwerking met andere partners, zoals Veiligheidsregio, politie, OM, GGD, NVWA, ISW, RIEC, in de fysieke leefomgeving steeds professioneler ingezet. 11

3, VERTALING QDBM RİCHT1MG FINANCIËLE KADERS 2016 3.1 Algemeen Het startpunt voor de kadernota is de begroting 2015 van de ODBN. Deze is op 30 oktober 2014 doorhet Algemeen Bestuur vastgesteld. Een belangrijk uitgangspunt is de bezuinigingsopgave die vanuit de Kadernota 2015 meerjarig doorwerkt. Een hogere efficiëntie en daarmee een bezuiniging kan worden bereikt als de weg van kwaliteitsverbetaring goed kan worden ingezet. Denk hierbij onder meer aan het branche- en themagewijs controleren, de inzit van digitale checklisten, het harmoniseren van werkafspraken, (volledige) mandatering, integraal toezicht (waaronder o.a. brandveiligheid en gebruiksbepalingen bestemmingsplan, inzetten van het instrument informatie gestuurde handhaving, etc. Een verdere bundeling van kennis en expertise leidt tot efficìencyvoordelen. Daarbij zijn de kwaliteitscriteria en de aanstaande omgevingswet (waarbij meerdere kleurensporen geïntegreerd worden in één product naar de samenleving) kaders om te werken aan de toekomst, Een andere optie kan dan in beeld zijn waarbij de eigenaren bij de ODBN meer werkzaamheden neerleggen. Dit leidt tot een verdere verlaging van de tarieven. De overheadkosten, die voor een groot deel een vast karakter hebben, kunnen dan worden omgeslagen over een hogere omzet wat tot een verlaging van de tarieven leidt. 3.2 Personeel De kosten van de ODBN bestaan voor 899í uit personeelslasten. Dit is dus veruit de grootste post aan de kostenkant in de begroting. Per 1 januari 2014 zijn personeelsleden, afkomstig van de gemeenten, de provincie en het RMB, in dienst getreden bij de ODBN. In totaal zijn bij de ODBN op 1 januari 2015 196 medewerkers in dienst. Het gaat hierbij dan om 175,5 FTE. Per afdeling kan het volgende overzicht worden verstrekt: Directie (inclusief kwaliteitszorg en controlling) 4,7 FTE Bedrijfsvoering 19 9 FTE Vergunningverlening 50 2 FTE Toezicht en Handhaving 59 1 FTE Pardo 41 6 FTE Totaal 175,5FTE Daarnaast zijn er nog per 1 januari circa 15 fte aan inhuurkrachten werkzaam. Dit betreft met name medewerkers die worden ingezet voor de NB-wetgeving ("groene wetten"). Bijzondere kaders ten aanzien van Personeel: * Bij de bepaling van de uurtarieven geldt als uitgangspunt dat medewerkers 1.350 per jaar declareerbaar zijn. * Door vertegenwoordigers van werknemers en werkgevers is voor de gehele provincie een sociaal beleidskader (SBK) afgesloten. Voor de ODBN zijn de uitkomsten van het SBK een gegeven en zijn deze uitkomsten in de begroting verwerkt. In het SBK zijn onder andere de voorwaarden geregeld waaronder het personeel bij de ODBN in dienst is getreden. De, in financiële zin, meest belangrijke bepalingen uit dit SBK: 1. Werkgelegenheidsgarantie. De medewerkers die in dienst zijn getreden bij de ODBN hebben een werkgelegenheidsgarantie voor een periode van 4 jaren (tot 1 januari 2018). 2. Salarisgarantie. De medewerkers hebben recht op minimaal hetzelfde salaris, inclusief toelagen, uitloopschalen en dergelijke, als bij de latende organisatie. 12

» De ODBN kent geen uitloopschalen. Vanuit latende organisatie zijn medewerkers overgedragen aan de ODBN die in een uitloopschaal zitten of garantieschalen. Door het Algemeen Bestuur is aangegeven dat deze kosten niet ten laste van het collectief dienen te komen. Deze kosten worden jaarlijks bij de latende organisaties in rekening gebracht. 3.3 Bezuinigingen Door de burgemeester van de gemeente Oss is, namens de deelnemers, aan alle gemeenschappelijke regelingen verzocht om een structurele bezuiniging in de periode 2015-2017 te realiseren van 996 ten opzichte van de begroting 2014. Hierbij is aangegeven dat de tarieven wel jaarlijks mogen worden geïndexeerd voor loon- en prijsontwikkelingen. Het Algemeen Bestuur heeft besloten dat de ODBN deze bezuiniging dient in te vullen. Hiervoor is het volgende bezuinigingsschema vastgesteld. In 2015 2X, in 2016 2X en in 2017 SX. Over de bezuinigingsopdracht voor de periode 2015-2017 kan het volgende overzicht worden gepresenteerd: 2015 2016 2017 Taakstellende bezuiniging C 334 000 C 334 000 C 836 000 Bovenlokale taken C 56 000 C 56 000 C 56 000 Totaal structureel C 390 000 C 390 000 C 892 000 Cumulatief C 390 000 C 780 000 De bezuinigingen voor 2016 en 2017 worden ingevuld door verlaging van de formatie. Als onderdeel van het programmaplan worden de werkprocessen bij de ODBN opnieuw ingericht volgens de zogenaamde Lean-methodiek. Dit is een bedrijfskundige methodiek met als doel de bedrijfsprocessen zo efficiënt mogelijk in te richten. Door implementatie van nieuwe werkprocessen komen in 2016 formatieplaatsen te vervallen waarmee de bezuinigingsdoelstelling voor 2016 wordt ingevuld. Vanuit een zuivere procesgang kan op dit moment nog geen nadere invulling worden verstrekt. Zo zal bijvoorbeeld ook de medezeggenschap een belangrijke rol hierin vervullen. Het Sociaal Beleidskader geeft een werkgelegenheidsgarantie van 4 jaar voor de medewerkers van de ODBN. Om de bezuinigingsdoelstelling te behalen is dan een aantal oplossingen mogelijk: 1. Aanvullende werkzaamheden door deelnemers. 2. Aanvullende werkzaamheden bij anderen dan deelnemers aan de ODBN. 3. Opzetten en activeren van een mobiliteitsprogramma met de deelnemers, waardoor medewerkers op een andere plek aan de slag kunnen. 4. Externe plaatsing van medewerkers via bijvoorbeeld detacheringsconstructies. 5. Begeleiden naar ander werk door middel van outplacement. Naast de structurele bezuinigingen is nog sprake van incidentele bezuinigingen. Dit betreft het inverdienen van de opstartkosten van in totaal C 624.000,00. Voor de jaren 2015-2017 betreft dit een jaarlijkse opdracht van C 156.000,00. Deze had betrekking op de, tijdelijke, inhuur van een WORbestuurder I organisatieadviseur. 13

4, UITVOERING PROGRAMMAPLAN Voor de uitvoering van het programmaplan zijn extra inspanningen nodig waarvoor binnen de reguliere begroting geen middelen zijn geraamd. Het programmaplan, met de looptijd 2014-2017, vraagt voor 2016 de volgende extra inspanningen. Ad 1 Uren benodigd voor programmaplan C 110.000,00 Voor de uitvoering van het programmaplan is het nodig dat medewerkers aan het productieproces worden onttrokken om input te leveren aan de uitvoering van het programmaplan. Voor 2016 wordt rekening gehouden met een benodigde inzet van 1.340 uren, vanuit het productieproces, tegen een gemiddeld tarief van C 81,89 per uur. Overigens wordt een groot deel van de taken uit het programmaplan opgepakt vanuit de managementtaken. Hiervoor is dus geen extra budget benodigd. Ad 2 Kosten mobiliteitsprogramma C 225,000,00 Ais gevolg van de kwalitatieve discrepantie en de bezuínígíngsdoelstelling wordt verwacht dat de komende 3 jaren (2015 t/m 2017) 7,5 fte naar ander werk zal moeten worden begeleid. Hiervoor wordt rekening gehouden met een benodigd mobiliteitsbudget van C 90.000,00 per fte. De kosten bestaan uit zowel externe kosten (van het outplacement bureau) als de salarislasten gedurende de periode dat medewerkers nog wel op de loonlijst staan maar nog geen nieuwe werkgever hebben gevonden. Ad 3 Lagere declarabele uren als gevolg van kwalitatieve discrepantie C 108.000,00 Voor circa 15 medewerkers geldt dat deze op dit moment nog onvoldoende gekwalificeerd zijn om de taken behorend bíj de functie te kunnen uitvoeren. In het SBK is opgenomen dat medewerkers 2 jaar de tijd krijgen om te gaan voldoen aan de functie-eisen (gerekend vanaf 1-1-2015). Geraamd wordt dat deze medewerkers circa 1096 onder de productiviteitsnorm zullen presteren. Dit zal in 3 jaar teruglopen naar 0. Medewerkers gaan in die periode voldoen aan de functievereisten of er wordt, via het mobiliteitsprogramma, afscheid van genomen. in totaliteit is dan een extra budget benodigd van C 443.000,00. In 2015 zal het Dagelijks Bestuur een voorstel doen aan het Algemeen Bestuur voor de dekking van de extra lasten volgend uit het programmaplan. 14

5. REKENTECHNISCHE UITGANGSPUNTEN 5.1 Indexering Voor de indexering van de tarieven van de ODBN wordt gebruik gemaakt van de ramingen die het Centraal Planbureau publiceert in de Macro Economische Verkenningen. Het gaat hierbij om de laatst bekende cijfers over materiële lasten (Prijs netto materiële overheidsconsumptie) en de personeelslasten (Loonvoet sector overheid). Voor 2016 wordt gerekend met de volgende indexcijfers: Personeelslasten 1,7596 Materiële lasten 1,2596 Voor kapitaallasten wordt dezelfde indexering toegepast als voor materiële lasten. Uitgangspunt hierbij is dat de prijsstijging van kapitaalgoederen ook in de begroting zichtbaar moet zijn. Op basis van de verhouding personeelslasten (8996) I materiële lasten (1196) ontstaat een gewogen gemiddelde indexering van 1,796. De tariefsverhoging zal dus, exclusief effecten van bezuinigingen, uitkomen op 1,796. 5.2 Tarieven De omgevingsdienst werkt met tariefdifferentiatie waarbij het tarief is gekoppeld aan de inschaling van de functie van de betreffende medewerker. Eventuele garantie- of uitloopschalen worden buiten beschouwing gelaten. Deze worden separaat met de latende organisaties verrekend. Tot en met 2015 worden de werkzaamheden van de ODBN gefactureerd op basis van de werkelijke tijdbesteding. Met ingang van 2016 worden de werkzaamheden gefactureerd op basis van productprijzen. In het derde kwartaal van 2015 wordt de productcatalogus aan de deelnemers aangeboden. De ODBN werkt met tariefdifferentiatie. De tarieven zijn gekoppeld aan het functieniveau van de medewerkers. Het gemiddelde tarief van de ODBN voor 2015 is als volgt te berekenen. Gemiddeld tarief 2015 C 80,53 Bij: Indexering 1,796 Gemiddeld uurtarief 2016 C 1,36 C 81,89 15

6. PROGRAMMA'S In de begroting van de ODBN zijn een viertal programma's opgenomen: 1. Basistakenpakket Dit zijn de taken die door de deelnemers verplicht bij de ODBN moeten worden ondergebracht, 2. Verzoektaken Taken die buiten het basistakenpakket vallen en die door deelnemers, structureel en incidenteel, zijn ondergebracht bij de ODBN, 3. Bovenlokale taken Dit zijn taken die door de ODBN worden uitgevoerd en waarvan de kosten niet aan de individuele deelnemer zijn toe te rekenen. Deze taken worden verrekend op basis van een verdeelsleutel waarbij het aandeel van de provincie 259-0 bedraagt, het aandeel van de gemeenten ís gebaseerd op inwoneraantal. De bovenlokale taken bestaan uit de volgende elementen: * Uitvoering geven aan de collectieve basistaken bij de ketenaanpak en de aanpak van milieucriminaliteit (organiseren van informatie-uitwisseling, informatieanalyse en ketensamen werking) Adviseren bij, en stimuleren en faciliteren van, processen en projecten die samen met de partners worden uitgevoerd en die bijdragen aan het verbeteren van de doelmatigheid en de kwaliteit van de VTH taakuitvoering (omgevingsrecht breed en voor de regio als geheel), 4. Voormalige RMB-taken Dít zijn taken die waren ondergebracht bij het RMB en die zijn ondergebracht bij de ODBN. Deze komen voor rekening van de oude deelnemers aan het RMB. Voorbeelden hiervan zijn de sanering van wegverkeerslawaai, de afvalinzameling voor het Land van Cu ijk en Boekei en het Regionaal Samenwerkingsbudgeî, Door het Algemeen Bestuur is in 2014 besloten om de taak Regionaal Samenwerkingsbudgeî te beëindigen. ín haar vergadering van december 2014 is de liquidatiebegroting voor deze taak vastgesteld. De begrotingsuitgangspunten voor de Bestuurscommissie Afvalinzameling Land van Cu ijk en Boekei zijn in de bijlage bij deze kadernota opgenomen. 8.1 Basistakenpakket Voor wat betreft het basistakenpakket wordt op uurbasis uitgegaan van de omzet op basis van de werkprogramma's voor 2015, dit zijn de laatst bekende cijfers. Voor wat betreft het Level Playing Field wordt het uitvoeringsniveau aangehouden zoals dat in het bedrijfsplan van de ODBN, is opgenomen. Op dit moment zijn er verschillen in het Level Playing Field dat door de drie omgevingsdiensten in Brabant wordt gehanteerd. Dit is een ongewenste situatie. In 2014 is een overleg gestart tussen de voorzitters, bijgestaan door de directeuren, van de omgevingsdiensten. Doel is hierbij om tot komen tot een gelijk Level Playing Field voor Brabant. Op dit moment wordt uitgegaan van handhaving van het bestaande Level Playing Field, en de daaraan gekoppelde kengetallen voor 2016. 16

6.2 Verzoektaken Hiervoor geldt dat voor de omzet wordt uitgegaan van de uren zoals opgenomen in de begroting 2015. 6.3 Bovenlokale taken De bijdrage voor 2016 voor deze taak is gebaseerd op de bijdrage voor 2015 vermeerderd met het indexcijfer. 6.4 Voormalige RMB taken Voor wat betreft de Bestuurscommissie Afvalinzameling Land van Cuijk en Boekei is een separate kadernota door de Bestuurscommissie vastgesteld. Deze is als bijlage bij de kadernota opgenomen. In december 2014 heeft het Algemeen Bestuur besloten om de taak Regionaal Samenwerkingsbudget, de voormalige type 1 taken, per 1 januari 2015 te beëindigen. 6.5 Bijdrage basistaken en verzoektaken Op het moment van schrijven van deze kadernota zijn nog niet alle werkprogramma's ontvangen. Het volgende overzicht kan dan worden verstrekt van de bijdrage waarbij de deelnemers, op basis van de verwachte afname in 2016 zelf hun bijdrage kunnen bepalen: Bijdrage 2015 100 96 Bij: Indexering uurtarieven 1,7 96 Af: Bezuiniging 2015 (taakstellend 296 en collectieve taken) -/- 2,4 96 Bijdrage 2016 99,3 96 6.6 Bovenlokale taken De bijdrage voor de bovenlokale taken bedraagt voor 2016 C 629.300,00. 6.7 Bijdrage voormalige RMB taken - Liquidatie Regionaal Samenwerkingsbudget (voormalige type-1 taken) De bijdrage in de liquidatiekosten voor de oud RMB deelnemers bedraagt voor 2016 C 269.000,00 - Bestuurscommissie Afvalinzameling Land van Cuijk en Boekei De deelnemersbijdrage voor de BCA bedraagt voor 2016 C 5.254.000,00. Dit is nader toegelicht in de afzonderlijke kadernota voor de BCA die als bijlage is bijgevoegd. 7. RISICOPARAGRAAF 7.1 Sociaal Beleidskader versus bezuinigingen De opgelegde bezuinigingen worden grotendeels ingevuld door het verminderen van de formatie. Voor het begeleiden van medewerkers naar ander werk is een mobiliteitsbudget van C 225.00,00 beschikbaar. In het Sociaal Beleidskader is een werkgelegenheidsgarantie afgegeven voor een periode van 4 jaar (tot 1-1-2018). Hier bestaat dus een spanningsveld waardoor het mogelijk is dat efficiencyvoordelen nog niet kunnen worden verzilverd. 17

Datum - 11 december 2014 Aan Van Bestuurscommissie Afvalinzameling Land van Cuijk en Boekei Jbe Kopie Mri AFVALINZAMELING r Agendapunt Onderwerp 12b Beleidsvoornemens en financiële analyse BCA 2016 aangepast VOORSTEL LAND VAN CUIJK EN BŨEKEL 1. Inleiding Ten behoeve van het opstellen van de begroting van de Bestuurscommissie Afvalinzameling Land van Cuijk en Boekei voor het begrotingsjaar 2016 worden in onderstaand voorstel de beleidsontwikkelingen en de financiële verwachtingen en tende nsen voor het jaar 2016 weergegeven. 2. Beleid BCA De strategie van het afvalbeleid van de BCA sluit aan bij het landelijke, provinciale en regionale beleid en wordt bepaald door de "ladder van Lansink". Dit betekent dat het de voorkeur heeft om: 1. te voorkomen dat afval ontstaat. 2. Als het toch ontstaat, moet het bij voorkeur als product hergebruikt worden en 3. als dat niet kan, moeten tenminste de materialen hergebruikt worden. 4. Wanneer hergebruik niet mogelijk is mag afval verbrand worden, bij voorkeur met energieterugwinning. 5. Het residu mag dan gestort worden. Daarbij hanteert de BCA het principe de vervuiler betaalt, welke in deze geen toelichting behoeft. Naast beleid ten aanzien van de preventie en het scheiden verschillende afvalstromen, wordt aandacht besteed aan het flankerend beleid; voorlichting en zwerfafval. Vervolgstap is dat de in dit plan geformuleerde beleidsontwikkelingen worden uitgewerkt in een Afval jaarprogramma 2016 en de begroting BCA 2016. 3. Algemene ontwikkelingen en kaders van 2015 naar 2016 «Met betrekking tot de huis aan huis inzameling (huishoudelijk restafval, gft-afval en kunststof verpakkingsafval) is rekening gehouden met een toename van het aantal huisaansluitingen.» Door de Raamovereenkomst verpakkingen en afspraken tussen VNG, Nedvang en de rijksoverheid neemt de vergoeding voor de gescheiden inzameling van kunststof verpakkingsafval ten opzichte van de begroting 2015 met C 190,- per ton af.» Door beleidswijzigingen (extra inzet afvalinfolijn en aanschaf software afvalinfolijn) en uit te voeren projecten (aanbestedingsprocedures en communicatie nieuwe inzameling en verwerking per 1-2-2017) nemen de kosten in 2016 ten opzichte van 2015 met C 38.000,- toe. «De overeenkomsten voor afvalinzameling en verwerking worden geïndexeerd op basis van de CBS-index conform de eisen in de bestekken. Voor een overzicht van de van toepassing zijnde indexen wordt verwezen naar bijlage 1 van dit voorstel. 4. Te vervallen beleid 2015» Aanbesteding verwerking restafval en GFT-afval na 1 februari 2017:» Aanbesteding afvalovereenkomsten:» Communicatie kwaliteit kunststof verpakkingsafval:» Besparing door reductie papieren afvalwijzers Totaal vervallen beleid 2015 C 20.000,- voordeel C 20.000,-voordeel C 10.000,-voordeel -C 10.000,- (nadeel) C 40.000,- voordeel

Bovenstaande kosten (in totaal C 40.000,00) komen in 2016 te vervallen. 5. Specifieke Beleidsontwikkeling 2016 5.1 Sorteren en vermarkten kunststof verpakkingsafval Vanaf 2015 worden gemeenten verantwoordelijk voor het sorteren van het ingezamelde kunststof verpakkingsafval Ook kunnen gemeenten het gesorteerde kunststof verpakkingsafval zelf vermarkten. Gemeenten ontvangen hiervoor een vergoeding voor de hele keten, dus van inzameling tot aan het sorteren (en vermarkten). De vergoeding is naar beneden bijgesteld. 5.2 Inzameling drankenkartons Naast de ketenvergoeding voor kunststof verpakkingsafval kunnen gemeenten ook een ketenvergoeding voor drankenkartons ontvangen. De ODBN schat in dat rekening houdende met de voorlopige inzamelvergoeding (C 398,- per ton) de eventuele gescheiden inzameling en verwerking van drankenkartons kostenneutraal uitgevoerd kan worden. 53 Budget aanpak zwerfafval In het kader van de Raamovereenkomst verpakkingen ontvangen gemeenten jaarlijks een budget om extra maatregelen te nemen ter voorkoming van het ontstaan van zwerfafval. Per inwoner gaat dit jaarlijks om een bedrag van ongeveer C 1,19 waarvan in 2014 tot en met 2016 circa C 0,08 besteed wordt aan Gemeente Schoon om het kennisnetwerk zwerfafval in stand te houden en gebruik te kunnen maken van kennis, diensten en materialen. Extra kosten die gemaakt worden ter voorkoming van het ontstaan van zwerfafval worden gefinancierd uit dit budget. Voor de BCA gemeenten komt dit netto budget in 2016 neer op ongeveer C 109.000,-. De BCA gemeenten maken de vergoeding voor zwerfafval vanuit het Afvalfonds Verpakkingen per kwartaal over aan de ODBN. In nauwe samenwerking met de BCA gemeenten is in 2014 gekomen tot de herijking aanpak zwerfafval Land van Cuijk en Boekei. In 2016 wordt uitvoering gegeven aan de vastgestelde projecten en worden extra maatregelen genomen om zwerfafval te voorkomen dan we! te reduceren. 6. Toelichting op het resultaat In het onderstaande worden de resultaten van de beleidsvoornemens en financiële analyse 2016 per functie nader bepaald. 6.1 Ambtelijke Ondersteuning Bestuurscommissie (7200) Met betrekking tot de kosten voor de ambtelijke ondersteuning in 2015 kan gesteld worden dat deze in 2016 C 5.000,- hoger zal zijn ten opzichte van 2015. Vervallen beleid Belangrijkste oorzaak hiervan is dat in 2015 de volgende projecten worden afgerond:» aanbesteding verwerking restafval en GFT-afval: C 20.000,00 «aanbesteding afvalovereenkomsten: C 20.000,00 Totaal: C 40.000,00 Deze kosten komen in 2015 te vervallen. ODBN 2